www.researchportal.be - 8 Jan 2016 10:31:51
Onderzoeksprojecten (4750 - 4800 van 7401) Zoekfilter: Classificaties: EXACTE WETENSCHAPPEN (P)
Progranuline in neurodegeneratieve dementie: genetische, functionele en neuropathologische karakterisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project maakt gebruik van moleculaire genetische en pathologische studies met als doel de rol van progranuline (PGRN) in dementie en de bijdrage van genetische factoren die bijdragen tot de klinische en pathologische expressie van PGRN mutaties beter te begrijpen. Deze studies moeten bijdragen tot het optimaliseren van een protocol voor DNA diagnostische testen. Bovendien is de kans groot dat genen die de aanvangsleeftijd of de vooruitgang van de ziekte beïnvloeden, een belangrijke rol kunnen spelen als targets voor therapeutische interventies om de ziekte af te remmen. Verder beoogt dit project de aanmaak van cel- en muismodellen waarin de PGRN productie werd uitgeschakeld - PGRN -/+ en PGRN -/- knockout muizen, afgeleide primaire PGRN -/- en siRNA behandelde muis neuronen - en welke zouden moeten toelaten te onderzoeken hoe het verlies aan PGRN bijdraagt tot celdood van corticale neuronen. De cellulaire modellen zouden toelaten het cellulaire transport en catabolisme van PGRN te analyseren evenals de onderliggende signaaltransductie wegen die onderdrukt worden in PGRN deficiëntie. De specifieke doelstellingen van dit project zijn: het evalueren van de aanwezigheid van complexe mutaties in een groep van 190 Belgische patiënten met frontaalkwabdementie evenals de studie van de bijdrage van PGRN mutaties tot verwante neurodegeneratieve ziekten zoals PD, ALS en AD, de identificatie van genen die bijdragen tot de sterke variatie in aanvangsleeftijd in PGRN mutatie dragers, de aanmaak van PGRN knockout muizen om na te gaan of deze muizen neuronaal verlies vertonen in de hersenen en/of gedrag en cognitieve stoornissen, en het ontwikkelen van celmodellen om de cellulaire lokalisatie en het transport van PGRN te bestuderen. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh
Synthese en evaluatie van derivaten van 5-methyl-5H-indolo[2,3-c]chinoline (isoneocryptolepine); een nieuw antiplasmodiaal indolochinoline. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is drie-ledig. In een eerste fase gaan we de synthese van het basisskelet van isoneocryptolepine optimaliseren. Hiervoor maken we gebruik van een door ons labo recent ontwikkelde methode: een consecutieve of tandem Buchwald-Hartwig aminering intramoleculaire Pd-gekatalyseerde arylering. Deze methode gaan we vervolgens ook toepassen voor onze tweede doelstelling: synthese van Dring gesubstitueerde isoneocryptolepines. Als substituent verkiezen we de voor chloroquine onontbeerlijke aminoalkylamino- of een aminoalkylgroep. Ten slotte is de synthese van volgende ring gewijzigde isoneocryptolepines tevens gepland: het weglaten van de D-ring, reductie van de D-ring en synthese van het isochinoline isomeer van isoneocryptolepine. Bij dit laatste isomeer zullen ook nog eens het weglaten van de Dring en D-ring reductie bestudeerd worden. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Bert Maes • Gitte Van Baelen
Analyse van Promyelocytic Leukemia Nuclear Bodies (PML-NBs) gedurende virusinfectie: toepassing TAP methode en nagaan van een nieuwe strategie voor detectie van eiwit-eiwit interacties. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is de bedoeling van dit project de samenstelling en dynamiek van Promyelocytic Leukemia protein-Nuclear Bodies (PML-NBs) te bestuderen gedurende VSV of HIV virusinfectie en dit dmv de Tandem Affinity Purification (TAP) methodologie. Daarenboven wensen we zelf een techniek voor de identificatie van partnereiwitten te ontwikkelen welke een aantal nadelen van de huidige technologieën omzeilt en die tevens toegepast kan worden op de PML-NBs. Organisaties: • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Xaveer Van Ostade • Ellen Van Damme
In situ labeling van endogene neurale stamcellen en visualisatie van hun rekrutering en incorporatie in muizenhersenen aan de hand van in vivo microMRI. Universiteit Antwerpen Abstract: In gezonde volwassen muizen is de grootste locatie met aanmaak van neurale precursoren de 'subventriculaire zone (SVZ)' welke gelegen is rond de laterale ventrikels. De neurale precursoren migreren vanuit deze zone naar de bulbus olfactorius om er te differentiëren in nieuwe interneuronen. Deze migratie gebeurt in gezonde hersenen volgens een specifieke baan namelijk de rostrale migratie stroom (RMS). In vivo onderzoek naar deze normale migratie vormt de eerste stap naar mogelijke manipulaties van de endogene neurale precursoren voor therapeutische strategieën. Voor het in situ labelen van de precursoren met een superparamagnetische contraststof zullen we twee nieuwe technieken evalueren en vergelijken: 1)Directe injectie van superparamagnetische ijzer oxide partikels (SPIO's) in de laterale ventrikel zodat na opname door de SVZ cellen deze met in vivo MRI zichtbaar worden. 2)Virale introductie van een MRI reportergen in de SVZ cellen waardoor deze zelf een superparamagnetische contraststof aanmaken en gevisualiseerd kunnen worden met MRI. De succesvolle design van een cellulaire beeldvorming studie met in vivo MRI is afhankelijk van een reeks methodologische evaluaties en optimalisaties. De evaluatie van beide labelingstechnieken zal gebaseerd worden op: 1) toxiciteit en effect op celproliferatie en migratie van de contraststof en het reportergen, 2) de identificatie van de celtypes die de contraststof opnemen/aanmaken, 3) de visualisatie van de neuronale migratie met in vivo MRI en 4) de visualisatie van geïncorporeerde nieuwe cellen in de bulbus olfactorius. De validatie van de MRI studies zal gebeuren aan de hand van immunohistochemie. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers:
• Anne Marie Van Der Linden • Ruth Vreys
Ontwikkeling van snelle screeningsmethoden voor toxische werkingsmechanismen op basis van faag display. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van snelle screeningsmethoden voor toxische werkingsmechanismen op basis van faag display. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Bieke Van Dorst
Organische halfgeleiders voor geavanceerde geheugentoepassingen: miniaturisatie door integratie. Universiteit Antwerpen Abstract: De verdere miniaturisatie van de huidige ¿ op silicium gebaseerde ¿ geheugentechnologie zal binnen afzienbare tijd onmogelijk zijn. Een veelbelovend alternatief is het ontwikkelen van technologie op basis van organische halfgeleiders. Door middel van een iteratief proces van synthese en evaluatie zullen de geheugeneigenschappen van drie klassen van organische verbindingen (distyrylbenzenen, difenylcarbodiimiden en organometaaloligomeren) onderzocht worden, wat op termijn moet leiden tot een performant materiaal en een beter inzicht in het werkingsmechanisme van organische geheugens. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Frank Blockhuys • Roeland De Borger
Ontwikkeling van gevorderde schattingsmethoden voor de detectie van hersenactiviteit uit fMRI data. Universiteit Antwerpen Abstract: Het hoofddoel van het onderzoek is detectie en lokalisatie van hersenactiviteit met behulp van fMRI. Hiervoor worden de metingen zo goed mogelijk gemodelleerd en wordt met behulp van gevorderde schattingstechnieken de activatie bepaald. Om dit doel te kunnen realiseren worden de volgende deelonderwerpen uitgewerkt: HRF De vorm van de Hemodynamische Respons Functie (HRF), die de overdracht van het aangeboden activatiesignaal naar de fMRI waarnemingen beschrijft, moet zo nauwkeurig mogelijk worden bepaald. In de literatuur wordt geconstateerd dat deze enigszins varieert per persoon, per hersenregio en door gewenningsverschijnselen ook in de tijd. Om deze variaties te kunnen beschrijven wordt er in het onderzoek gezocht naar een compacte parametrisatie die hiervoor genoeg vrijheid heeft. Het doel is om de parametrisatie met behulp van metingen te valideren en te verfijnen. Ruismodel Om uit de fMRI opnamen optimaal de activatie te verkrijgen is het nodig om een goede beschrijving te vinden van de verstoringen die in deze beelden optreden. De doelstelling hierbij is om een model van de verstoringen op te stellen waarvan de parameterwaarden automatisch uit de metingen kunnen worden bepaald. Bij het opstellen van het ruismodel wordt rekening gehouden met de verschillen tussen hersengebieden en personen. Een doel is om dit model toe te passen in een optimale schatter voor de functionele activatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de in de tijd langzaam varierende eigenschappen van de HRF en verstoringen om zo min mogelijk parameters per voxel te hoeven schatten. Ruimtelijke correlatie Nadat detectie van functionele activatie binnen een voxel is geoptimaliseerd zullen ruimtelijke correlaties binnen het ontwikkeld model in rekening worden gebracht. Ook zal worden onderzocht of anatomische informatie uit hoog resolutie MRI en DT-MRI beelden gebruikt kan worden voor een verbeterde detectie. Om de geschatte mate van activatie goed weer te kunnen geven zal bij de schatter ook een criterium voor activatie worden ontworpen. Door hierin op correcte wijze rekening te houden met de verstoringen kan automatisch een betrouwbaar, door de gebruiker in te stellen, false-positive ratio bereikt worden. Spatiale resolutie Een laatste doel is het verhogen van de ruimtelijke resolutie a.h.v. een reeks laag-resolutie fMRI beelden. Er zal nagegaan worden hoe, via stochastische modellering van het beeldvormingsproces, de spatiale resolutie verbeterd kan worden. Dit lijkt haalbaar aangezien imperfecties van de beeldvormende gradienten leiden tot verschillen in codering van spatiale informatie. Met het bereiken van deze doelen wordt het mogelijk om hersenactiviteit optimaal te detecteren en lokaliseren. Met het optimaal detecteren van activatie zullen de resultaten bij bestaande toepassingen verbeteren. Ook zullen door verbeteringen in de ruimtelijke resolutie en nauwkeuriger bepaling van de HRF nieuwe toepassingen mogelijk worden. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Dirk Poot
Identificatie van humaan immunodeficiënte virus vaccin peptiden en humane breed neutraliserende monoclonale antilichamen met behulp van M13 faagbanken. Universiteit Antwerpen Abstract: Het zoeken naar een HIV vaccin dat in staat zou zijn om breed kruis-neutraliserende antistoffen (BCNA) te induceren blijft een topprioriteit. BCNA komen voor bij een minderheid van de HIV geïnfecteerden. Uitgaande van hun plasma zullen de verantwoordelijke epitopen geselecteerd worden op basis van de "peptide faag display" methode. Van de andere kant beschikken we ook over "antibody faag bibliotheken", gebaseerd op het beenmerg van patiënten met BCNA. Dit zal ons toelaten nieuwe BCNA te isoleren via de eerder geselecteerde peptides. De mogelijke toepassingen zijn ontwikkeling van een Multi-component vaccin en therapeutische antistoffen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Guido Vanham • Tessa Dieltjens
Ontwikkeling van een in vitro model voor de studie van heteroseksuele HIV transmissie. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling is de mechanismen van HIV transmissie in de vrouwelijke genitale tractus beter te begrijpen door een in vitro "twee-kamer" model uit te bouwen,. In de apicale kamer worden epiteliale cellen, representatief voor de verschillende compartimenten van de vrouwelijke genitale tractus, tot confluentie gegroeid op een semi-permeabele membraan. In de basale kamer bevinden zich primaire doelwitcellen, zoals macrophagen, dendritische cellen en T cellen. In dit systeem kunnen we dan nagaan wat de determinanten van transmissie van cel-vrij of celgeassocieerd HIV zijn en ook manieren zoeken om deze te voorkomen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Guido Vanham • Youssef Gali
Modellen in financiële wiskunde met inertie en sprongen. Universiteit Antwerpen Abstract: Uitgaande van de werken van Nadine Bellamy (1999), Damien Lamberton (1997), Steve 2. Shreve (2004), van Erhan Bayraktar en anderen (2003), achtereenvolgens over stochastische processen met sprongen in financien en markt modellen met inertie, hebben we het plan om basis differentiaalvergelijkingen (met sprongen) te definieren die het effect van inertie en sprongen weerspiegelen met als doel opties in een financiele markt te evalueren en te hedgen. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Johannes Van Casteren
Niet-invasieve beeldvorming van migratie en overleving van stamcellen in de hersenen (BRAINSTIM). Universiteit Antwerpen Abstract: With the aging of the population, degenerative and ischemic disorders are becoming an increasing economic and social burden. The characterization over the last decade of tissue specific stem cells other than hematopoietic stem cells (HSCs) including neural stem cells, mesenchymal stem cells and others, as well as pluripotent stem cells such as embryonic stem cells (ESCs) or multipotent adult progenitor cells (MAPCs) offers the possibility that stem cells may be used to treat disorders caused by degeneration or ischemia. The major advantage of HSC therapy is that the fate of the cells and their progeny can be readily followed by simple analysis of circulating blood or bone marrow biopsies. By contrast, the fate of stem cells resident in or grafted in solid organs can not be readily followed. Hence one of the major impediments to determine if stem cells might be exploited to treat disorders of solid organs is the inability to follow the fate (such as migration, survival and lineage differentiation) of stem cells, whether endogenous to the affected organ or grafted in the organ, in vivo using non-invasive means. Therefore, we have assembled a group of investigators from the K.U.LEUVEN, UNIVERSITEIT ANTWERPEN and UNIVERSITEIT GENT, who are recognized worldwide for their expertise in respectively stem cell research, non-invasive imaging technology and micro-& nanomaterials for biomedical and pharmaceutical purposes .. The consortium will develop methods to manipulate endogenous stem cells as well as cultured multipotent stem cell populations that can be grafted to enable non-invasive imaging of migration and survival of the cells in vivo, and to also enhance migration and survival. In a second platform multimodality imaging will be developed to allow in a non-invasive manner to follow the fate of stem cells in vivo. Some of these imaging modalities, here focused around stem cells, should be readily translatable to the clinic both to follow stem cell fate, but also outside of the area of stem cell research as we believe that some of the technical optimization of CT-scan, PET-scan and MRI based non-invasive imaging should have much broader applications. Moreover, development of genetic and direct labeling methods of stem cells to allow following their fate as well as modify their fate should prove very useful for studies aimed at testing the effect of drugs on stem cell or more differentiated cell behavior in vivo. Thus: although stroke will be used as the model disease, and MSCs, MAPCs and endogenous NSCs are the cells to be modified, this technology will constitute a generic but innovative set of methods that can then be used in other disease models, employing other stem cell populations, and outside the field of stem cell based and derived therapies. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman
Interacties tussen in- en ontpolderen en waterpeilveranderingen langs het Schelde estuarium. Universiteit Antwerpen Abstract: Zeespiegelstijging vormt een bedreiging voor bewoning langs estuaria. Sedimentatie en inpoldering van intergetijdengebieden (slikken en schorren), die van nature voorkomen langs estuaria, verkleint het volume van estuaria, wat kan bijdragen tot extra waterpeilveranderingen. Dit wordt onderzocht in het Schelde-estuarium, door na te gaan wat de impact is geweest van historische in- en ontpolderingen in het meest kustnabije gedeelte van het estuarium (Westerschelde), op de waterpeilveranderingen in het meer landinwaarts gelegen gedeelte van het estuarium (Zeeschelde). Historische waterpeilveranderingen worden gereconstrueerd aan de hand van een (paleo-)ecologische studie van protistengemeenschappen (diatomeeën, thecamoeben) in schorren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Stijn Temmerman • Marijke Ooms
BOF/IWT-opvangmandaat (Sander van der Maar). Universiteit Antwerpen Abstract: Probleemstelling Transmissie tomografie is nauwelijks meer weg te denken in medische en industriele toepassingen. Bij deze techniek kunnen beelden worden gereconstrueerd op basis van een groot aantal projecties, opgenomen vanuit verschillende hoeken. Momenteel worden algoritmen als filtered back-projection en het Feldkamp-algoritme standaard gebruikt. Hoewel ze computationeel efficient geimplementeerd kunnen worden, hebben deze algoritmen enkele belangrijke nadelen. Vooreerst zijn zeer veel projecties vereist om een nauwkeurige reconstructie te berekenen. Daarnaast zijn dergelijke algoritmen zeer gevoelig voor ruis en is het niet mogelijk om voorkennis over het object tijdens het reconstrueren te gebruiken. Dit project richt zich op iteratieve algoritmen voor tomografie, waarbij het beeld in stappen wordt gereconstrueerd. Dergelijke algoritmen hebben minder te kampen met de vermelde nadelen. Anderzijds dienen de volgende problemen te worden aangepakt om het gebruik van iteratieve algoritmen in de praktijk haalbaar te maken: Lange scantijd. Het grote aantal projecties dat momenteel vereist is om een beeld van acceptabele kwaliteit te reconstrueren heeft rechtstreeks tot gevolg dat de opnametijd vaak aanzienlijk is. Voor tal van toepassingen is het van belang de scantijd zo klein mogelijk te houden. Bij medische toepassingen resulteert een kleine opnametijd in een verhoging van het patientcomfort en laat het de studie van dynamische processen toe. Wegens de relatie tussen op opnametijd en het aantal opgenomen projecties leidt een reductie van dit laatste eveneens tot een vermindering van de totale X-stralendosis. Ook in de industrie, waar tomografie wordt gebruikt voor kwaliteitscontrole, is een korte scantijd belangrijk, omdat er dan meer objecten kunnen worden gecontroleerd in dezelfde tijd. Lange rekentijd. Hoewel het gebruik van iteratieve reconstructie algoritmen leidt tot een grotere nauwkeurigheid van reconstructies, zijn deze algoritmen langzamer dan niet-iteratieve methoden. Voor het gebruik van iteratieve algoritmen in praktische toepassingen, is een korte rekentijd essentieel. In de industrie wil men graag zo snel mogelijk kunnen reageren op produktiefouten. Ook bij medische toepassingen is een korte rekentijd belangrijk. De arts wil immers zo snel mogelijk zijn diagnose kunnen stellen. Grote hoeveelheid benodigd geheugen. Wanneer beelden met een zeer hoge spatiale resolutie worden gereconstrueerd, is de benodigde geheugengrootte gigantisch: veel te groot voor het direct aanspreekbare geheugen. In de praktijk wordt vaak van cone-beam tomografie toegepast, waarbij een kegelvormige X-stralenbundel wordt gebruikt voor het opnemen van de projectiebeelden. Vooral bij deze vorm van tomografie vormt het beschikbare werkgeheugen een belangrijke beperking, aangezien het niet mogelijk is de 3D reconstructietaak op te splitsen in het reconstrueren van een aantal twee dimensionale snedes. Het ontwikkelen van nieuwe iteratieve reconstructie algoritmen neemt veel tijd in beslag en is foutgevoelig. Hoewel er een grote verscheidenheid is aan iteratieve reconstructie algoritmen, maken de meeste van deze algoritmen gebruik van dezelfde basisoperaties. Toch kost het vaak veel tijd om deze methoden te implementeren, zeker als daarbij gebruik wordt gemaakt van nieuwe hardware. Ook het veranderen van een huidige implementatie is erg tijdrovend tijd en foutgevoelig. Doelstellingen Het hoofddoel van dit project is het ontwikkelen van iteratieve, tomografische algoritmen die minder projecties en minder rekentijd vereisen. Het reconstrueren van 3D volumes met behulp van iteratieve algoritmen vergt zeer veel rekenkracht. Om de reconstructietijd te verkorten zal gebruik worden gemaakt van grafische hardware. De processor van een grafische kaart, de Graphical Processing Unit (GPU), bestaat uit veel kleine rekeneenheden. Deze eenheden zijn geoptimaliseerd voor de operaties die worden gebruikt tijdens het weergeven van een beeldframe. De basisoperaties van een iteratief tomografisch algoritme zijn heel geschikt om op de GPU te worden uitgevoerd. Doordat een groot aantal berekeningen parallel kan worden uitgevoerd, kan er veel snelheidswinst worden behaald. Hierdoor komt zelfs real-time tomografie binnen handbereik. De mate van succes zal gemeten kunnen worden a.h.v. de snelheidswinst en de kwaliteit van de reconstructie. De volgende doelstellingen zullen centraal staan: Verkorten van de scan- en rekentijd. Door gebruik te maken van iteratieve, tomografische algoritmen zal het aantal benodigde projecties worden verminderd. Daarmee wordt niet alleen de stralingsdosis teruggebracht, maar ook in veel gevallen de scantijd. \emph{Discrete tomografische} algoritmen zijn ideaal voor het reconstrueren van objecten waarvan bekend is dat ze uit een zeer beperkt aantal verschillende materialen opgebouwd zijn. Totale Variatie Minimalisatie lijdt eveneens tot goede reconstructies bij problemen waarbij bekend is dat het object uit grote, relatief egale vlakken bestaat, zelfs wanneer slechts een klein aantal projecties wordt gebruikt. In beide gevallen vormt de benodigde rekentijd een probleem. Door het gebruik van GPUs zal deze verminderd worden, zodat de reconstructietijd beduidend korter zal zijn dan voor traditionele reconstructie algoritmen. Hierdoor lijkt zelfs real-time tomografie mogelijk te zijn. Ontwikkeling van iteratieve algoritmen voor zeer grote datasets. Er zullen algoritmen worden ontwikkeld waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat bij GPUs niet alle data zich in het snelste geheugen (cache) bevindt. Een deel van de benodigde data zal vanaf andere lokaties geladen moeten worden (videogeheugen, werkgeheugen, harde schijf). Hierbij zal worden getracht communicatie met langzaam geheugen zoveel mogelijk te vermijden. De nieuwe algoritmen moeten geschikt zijn voor het reconstrueren van volumes die uit meer dan 10^9 voxels bestaan.
Ontwikkelen van een code-generator voor GPU-gebaseerde iteratieve reconstructie algoritmen. Bij veel iteratieve reconstructie algoritmen voldoet de iteratiestap aan een sjabloon: de eerste stap bestaat uit het berekenen van de projectie van het huidige beeld. Vervolgens wordt het verschil berekend tussen de berekende en gemeten projecties. Als laatste wordt het huidige beeld aangepast op basis van dit verschil. In dit project zal een code-skelet geschreven worden waarmee op eenvoudige wijze iteratieve algoritmen kunnen worden geimplementeerd. Er zal een code-generator worden ontwikkeld om het implementatieproces op de GPU te automatiseren. Zelfs een relatief onervaren programmeur zal dan snel nieuwe reconstructie algoritmen kunnen ontwikkelen, waarin hij slechts de routines hoeft aan te passen waar zijn algoritme afwijkt van het standaardmodel. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Sander van der Maar
Nanostructured POLYmer phototvoltaic devices for efficient solar SPECtrum harvesting (PolySpec). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • Wim Wenseleers
Moleculair biologisch onderzoek van HSPB8 mutaties in relatie tot erfelijke motorneuron aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: De distale hereditaire motorische neuropathieën (HMN) zijn een heterogene groep van aandoeningen die gekarakteriseerd worden door de selectieve degeneratie van de motorneuronen van het perifere zenuwstelsel. In onze groep werden twee ziekteverwekkende genen geïdentificeerd voor distale HMN type II, HSPB8 en HSPB1. Beide genen behoren tot de superfamilie van de small heat shock proteïnen (sHSPs). In dit project zoeken we een antwoord op de vraag waarom mutaties in HSPB8 selectief de perifere motorische neuronen treffen. Via in in vitro cellulaire studies onderzoeken we de functionele gevolgen van mutaties in HSPB8. Verder wordt er een knock-in muismodel gegenereerd om het ziektemechanisme rechtstreeks te bestuderen. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Joy Ijeoma Irobi-Devolder • Vincent Timmerman • Anne Holmgren
Atomaire simulaties voor chiraliteitsgecontroleerde groei van koolstof nanobuisjes. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project trachten we een beter inzicht te krijgen in de groeimechanismen van gekatalyseerde groei van "single-wall" koolstof nanobuisjes (SWNT), met behulp van numerieke simulaties. De simulaties zijn gebaseerd op klassieke moleculaire dynamica (MD) en Monte Carlo (MC) simulaties, aangevuld met kwantummechanische dichtheidsfunctionaaltheorie (DFT). We trachten de relatie tussen specifieke groeiparameters (zoals temperatuur, samenstelling en grootte van de katalysator) en de chiraliteit van de SWNTs te achterhalen. Zo hopen we chiraliteitsgecontroleerde groei van koolstof nanobuisjes (CNTs) mogelijk te maken, wat van groot belang is voor industriële toepassingen (o.a. in de micro-elektronica). Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Axel Maeyens
Database summerisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek beogen we de ontwikkeling van verschillende technieken om databanken samen te vatten, gebruik makende van de patronen die in de databank voorkomen. Aan de hand van state of the art data mining technieken trachten we kleine verzamelingen patronen te vinden die de data zo goed mogelijk karakteriseert. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Jan Paredaens • Michael Mampaey
Numerieke simulaties van inductief gekoppelde plasma's gebruikt voor etstoepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project proberen we een beter inzicht te krijgen in een inductief gekoppeld plasma (ICP) in een gasmengsel van Ar/Cl2/O2, alsook in het etsproces van dit plasma op een Si en Si/Si3N4 oppervlak, om de toepassing van plasma-etsen in de halfgeleiderindustrie te optimaliseren. Om dit doel te realiseren wensen we zowel het plasma (ICP) als het etsproces te beschrijven via numerieke simulaties. We gebruiken hiervoor een hybrid plasma model in combinatie met een model voor oppervlaktereacties. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Stefan Tinck
SSG-resistentie bij Leishmania (Leishmania) donovani: relatie met fitness van de parasiet en invloed op andere behandelingen.
Universiteit Antwerpen Abstract: SSG-resistentie bij Leishmania (Leishmania) donovani: relatie met fitness van de parasiet en invloed op andere behandelingen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Manu Vanaerschot
Een fysiologisch gebaseerd farmacokinetisch model voor de opstapeling van microcontaminanten en immunologische effecten in gewone zeehonden (Phoca vitulina) en bruinvissen (Phocoena phocoena). Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen: Ontwikkeling van een fysiologisch (bioenergetisch) model voor de lange termijn opname en accumulatie van prioritaire microcontaminanten door de zeehond. Evaluatie van het model door vergelijking van voorspellingen met analyseresultaten van microcontaminanten in bloed en biopsie (levende dieren) en andere weefsels (dode dieren). Bepaling van conditie van zeehonden aan de hand van algemene conditie-indices en meer specifieke indicatoren van homeostase en stress door analyse van bloedstalen met bijzondere aandacht voor endocriene effecten en immuniteit. Leggen van verbanden tussen blootstelling, accumulatie en effecten. Door vergelijking van de resultaten bekomen uit analyse van dieren uit verschillende gebieden en gebruikmakende van multi-variate technieken zullen we ook nagaan of het mogelijk is de oorzaak van de effecten op eenduidige wijze te identificeren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Liesbeth Weijs
Deelname van de UA, UGent en VUB in het CERN CMS (Compact Moun Solenoïd) experiment aan de LHC (Large Hedron Collider) in CERN. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project maakt deel uit van de zg. Big Science financiering voor deelname aan grote internationale onderzoeksfaciliteiten. De financiering laat de deelname toe aan het CMS experiment in CERN en behelst logistieke steun onder de vorm van personeel, bijdragen tot de 'Maintenance and Operation' van de detector en uitbouw van lokale GRID infrastructuur. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Eddi De Wolf
Onderzoeksexcellentiecentrum NANO. Universiteit Antwerpen Abstract: Het is momenteel mogelijk artiftciële materialen te maken en die materialen als het ware atoom per atoom op te bouwen. Dit vergt een gecontroleerde kennis van de groei, een kennis van de structuur en het begrijpen of voorspellen van de eigenschappen. Het OEC "NANO" groepeert die drie verschillende aspecten. Dc enige techniek die in principe toelaat de gewenste structurele informatie op atomair niveau te verkrijgen over nanostructuren is transmissie elektronenmicroscopie (TEM). De bedoeling van geavanceerde TEM is een compleet beeld te krijgen van de lokale atomaire configuratie, de lokale chemische compositie en de lokale elektronische structuur. Door gebruik van geavanceerde reconstructietechnieken is het mogelijk atoomposities te bepalen met een precisie van de orde van 0.003 nm. Dc chemische compositie kan worden bepaald door EELS (electron energy loss spectroscopy) of door EDX (enery dispersive X-ray analysis) en de elektronische- en bindingsinformatie kan worden afgeleid uit de fijnstructuur van de EELS spectra. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo • Francois Peeters • Annemie Bogaerts
Vlaams Supercomputer Centrum: Supercomputers voor publiek en privaat gefinancierd onderzoek in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het Vlaamse Supercomputer Centrum is een samenwerking tussen de 5 Vlaamse universitaire associaties. Het wil meer rekenkracht en opslagcapaciteit ter beschikking stellen van meer onderzoekers in de associaties, onafhankelijke onderzoeksinstellingen en industrie. Daarnaast zal het uitstekende gebruikersondersteuning bieden voor alle aspecten van HPC. De infrastructuur zal grensverleggend onderzoek mogelijk maken, de economische activiteit in Vlaanderen stimuleren en internationale competitiviteit van de Vlaamse industrie versterken. Organisaties: • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Wouter Herrebout • Annie Cuyt
Vlaams Interuniversitair project voor structurele studies van harde en zachte materie met synchrotron straling (ESRFDUBBLE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
Tomografische beeldreconstructie, verwerking en analyse (TIRPA). Universiteit Antwerpen Abstract: X-stralen computer tomografie is een techniek om de drie dimensionale (3D) interne structuur van een object op een niet-destructieve manier te visualiseren. Sinds de introductie van de tomografische scanners in de jaren '70 is tomografie een standaard techniek in de medische wereld. Recente technologische ontwikkelingen hebben het gebruik van tomografische scanners in niet-klinische toepassingen mogelijk gemaakt. Deze onderzoeksgebieden zijn zeer uiteenlopend: van biomedische in-vitro applicaties naar materialen onderzoek en in-vivo studies op ratten en muizen. Tomografische reconstructies bevatten echter artefacten. Deze kunnen veroorzaakt worden door de scanner hardware, het reconstructie algoritme of het te scannen object zelf. Al deze types van artefacten worden in dit project behandeld. Het uiteindelijke doel is de verbetering van de verschillende stappen tussen het verwerven van de projectie data en de segmentatie van de reconstructie beelden, het reduceren van fouten geintroduceerd in elk van deze stappen, en daardoor het bevorderen van de kwaliteit van de reconstructie. Een voorbeeld van een probleem, veroorzaakt door een onnauwkeurigheid in de hardware (X-stralen bron of detector) is het voorkomen van de ring artefacten. Dit zal aangepakt worden door gebruik te maken van een nieuwe methode voor de bewerking van het sinogram. Ten tweede kan de aanwezigheid van hoge densiteiten in het monster, zoals bv. metalen, leiden tot lijn artefacten die geinduceerd worden door het standaard reconstructie algoritme. Verschillende interessante en vernieuwende reconstructie technieken zullen geimplementeerd worden om deze problemen te overwinnen. Een derde probleem komt voor als het te scannen object groter is dan het bereik van de camera voor het opnemen van de projectie beelden. In dit geval spreken we van getrunceerde projectiedata die verdere artefacten kunnen opleveren. Ook hiervoor wordt een nieuw algoritme toegepast om deze problemen te voorkomen. Om het effect van de verschillende parameters te bekijken op de beeldkwaliteit wordt een computer tomografie simulator ontwikkeld. De algoritmen om automatisch de parameters te optimaliseren voor een specifiek beeldvormingsprobleem worden ook onderzocht. Hierdoor groeit de simulator uit tot een interessante tool voor de CT gebruikers. De simulator zal verder uitgebreid worden met algoritmen voor het onderdrukken van metaal artefacten. Hiervoor zal een recent voorgesteld iteratief reconstructie algoritme aangepast worden. Verder wordt een nieuwe methode ontwikkeld die continue en discrete tomografie combineert om de metaal artefacten te reduceren. Tot slot wordt een nieuwe reconstructie techniek voor getrunceerde beelden onderzocht. In deze techniek wordt de vorm en structuur die zich buiten het camera veld bevindt benaderd door een uniforme ellips. Voorvermelde CT beeldvorming wordt in vivo vooral gebruikt om de anatomie weer te geven. Computer tomografie kan echter ook gebruikt worden om metabolische functie te visualizeren zoals in het laatste stuk van dit project behandeld wordt; meer bepaald het gebruik van CT voor moleculaire beeldvorming, en dat zowel klinisch als pre-klinisch. In dit geval wordt CT als SPECT omschreven (Single Photon Emission Computed Tomography). Bestaande SPECT hard- en softwarelevert ook in de moleculaire beeldvorming een suboptimale specificiteit omwille van een gebrek aan resolutie, sensitiviteit of door de introductie van artefacten. De huidige reconstructie methoden voor SPECT zijn daarenboven niet patientspecifiek en bijgevolg is een gepersonaliseerde behandeling niet mogelijk. Het doel van dit partim is net de innovatie van iteratieve computer tomografie reconstructietechnieken voor de beeldvorming (van de hersenen) van een mens door gebruik te maken van een statistisch Monte Carlo model. Dergelijke kwantitatieve reconstructie versterkt de diagnose en uiteindelijk het comfort van de patient. Evenzeer zal computer tomografie voor de moleculaire beeldvorming van kleine proefdieren behandeld worden. We zullen dynamische dier-experimenten in-vivo uitvoeren, gebruik makend van verschillende isotopen in een hoge kwaliteit micro-SPECT. De bevindingen worden dan geintegreerd met het hoger beschreven CT onderzoek door de functionele beelden te fusioneren met de anatomische informatie. De focus van dit project ligt dus niet enkel op de nieuwe technieken voor het oplossen van problemen in het algemeen maar is ook toegepast op specifieke toepassingsgebieden. De verschillen in deze gebieden duiden de sterkte en toepasbaarheid aan van de voorgestelde ideeen. De specifieke toepassingsgebieden gaan van diamanten naar schuim soorten over pre-klinische studies in het in-vivo onderzoek tot de humaan klinische praktijk. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers
Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Benjamin Van Der Veken • Wouter Herrebout
Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondersteuning van de Hoog frequente draaistoel die toelaat om op een unieke manier unilaterale stimulatie van de otoliet systemen te genereren. Dit laat tot kant per kant de zwaartekracht detectoren te onderzoeken bij de mens. Op basis van dit onderzoek kan fundamentele kennis vergaard worden over het vestibulaire systeem. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Floris Wuyts
Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent
Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinary GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een lage densiteit (zgn. "lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz.), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Philippe Crombé
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de kmst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit aan archeologische sites (zgn. clustergebieden) en 2 met een lage densiteit (zgn. "lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisicplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit (zgn. "lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Peter Finke
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een lage densiteit ("lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIs-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit aan (zgn. "lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Marc Antrop • Philippe De Maeyer
Gecombineerde kwantitatieve 3D chemische en morfologische beeldvorming op nanoscopisch niveau Universiteit Gent Abstract: Dit project wil een aantal nieuwe technieken zoals nanoXRF/nanoCT, Full field XFR imaging en 3D ICP-massaspectrometrie gaan ontwikkelen om kwantitatieve 3D chemische en morfologische beeldvorming te gaan realiseren, waarbij de nanoXRF/nanoCT techniek dit zou moeten toelaten op nanoscopisch niveau. Het projectteam wil deze nieuwe speerpunttechnieken gaan aanwenden om grensverleggend fundamenteel onderzoek te gaan uitvoeren met betrekking tot de milieutoxicologie, studie van interstellaire materie, de geochemie en de studie van veranderingen in geologische materialen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Luc Van Hoorebeke
Gecombineerde kwantitatieve 3D chemische en morfologische beeldvorming op nanoscopisch niveau
Universiteit Gent Abstract: Dit project wil een aantal nieuwe technieken zoals nanoXRF/nanoCT, Full field XFR imaging en 3D ICP-massaspectrometrie gaan ontwikkelen om kwantitatieve 3D chemische en morfologische beeldvorming te gaan realiseren, waarbij de nanoXRF/nanoCT techniek dit zou moeten toelaten op nanoscopisch niveau. Het projectteam wil deze nieuwe speerpunttechnieken gaan aanwenden om grensverleggend fundamenteel onderzoek te gaan uitvoeren met betrekking tot de milieutoxicologie, studie van interstellaire materie, de geochemie en de studie van veranderingen in geologische materialen. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste ecologie en milieubiologie
Onderzoekers: • Colin Janssen
Gecombineerde kwantitatieve 3D chemische en morfologische beeldvorming op nanoscopisch niveau Universiteit Gent Abstract: Dit project wil een aantal nieuwe technieken zoals nanoXRF/nanoCT, Full field XFR imaging en 3D ICP-massaspectrometrie gaan ontwikkelen om kwantitatieve 3D chemische en morfologische beeldvorming te gaan realiseren, waarbij de nanoXRF/nanoCT techniek dit zou moeten toelaten op nanoscopisch niveau. Het projectteam wil deze nieuwe speerpunttechnieken gaan aanwenden om grensverleggend fundamenteel onderzoek te gaan uitvoeren met betrekking tot de milieutoxicologie, studie van interstellaire materie, de geochemie en de studie van veranderingen in geologische materialen. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
ARCHIMEDES: Accelerometrie en reservoir computing voor intelligente, multimodale en vroege detectie van epileptische aanvlalen in de thuisomgeving Universiteit Gent Abstract: Dit project behandelt fundamenteel onderzoek naar de technologie nodig voor een automatisch detectiesysteem voor epileptische aanvallen dat gebruik maakt van flexibele en uitrekbare substraten met allerlei sensoren, van verwerking van EEG-signalen en andere meetgegevens en van de neurale netwerktechniek "Reservoir Computing". Dit alles leidt tot een snel detectiesysteem op maat van de individuele patiënt, ook bruikbaar in een thuisomgeving. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Jan Vanfleteren
De rol van het eiwitmetabolisme bij de levensduurverlenging door mutatie of dietaire restrictie in de nematode Caenorhabditis elegans Universiteit Gent Abstract: Via biochemische, moleculaire en genetische technieken zullen we de rol bestuderen van het eiwitmetabolisme bij het verouderingsproces bij Caenorhabditis elegans. Hiervoor gebruiken wormen met een verlengde levensduur door mutatie of dietaire restrictie. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Bart Braeckman
Ontwikkeling van chirale, asymmetrische imidazolidine liganden uitgaande van aminozuren voor groep VIII en Ib katalysatoren Universiteit Gent Abstract: Transitiemetaalcomplexen met N-heterocyclische carbeenliganden (NHC of imidazolidine) zijn reeds lang gekend, maar pas recent begint men ten volle de mogelijkheden van deze groep verbindingen te ontdekken. Het variëren van de substituenten op de N-atomen laat tevens toe de elektronische en sterische eigenschappen van het NHC-ligand te veranderen. Deze mogelijkheid toepassen op een katalysator zal aanleiding geven tot een waaier van activiteiten. Het wordt dus zonder meer duidelijk dat de katalysator zal kunnen 'getunned' worden naargelang de omstandigheden (reactiecondities, substraten, solventen, ?). Een ander bijkomend, sterk punt is de indrukwekkende variëteit aan metaalcentra (Rh, Ru, Pd, ?) waarmee deze NHC's kunnen coördineren. Verscheidene nieuwe immobilisatietechnieken worden aldus mogelijk Niet alleen immobilisatie op een inerte drager (organische of anorganisch) maar eveneens verankering in Ionaire solventen. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Francis Verpoort
Relatie tussen de microstructuur en geochemie van calciet en kwarts aders: petrogenetische implicaties Universiteit Gent Abstract: Calciet- en kwartsaders komen in ruime mate in de aardkorst voor, maar hun sporenelementsamenstelling is slecht gekend. De relatie tussen de adersamenstelling, hun microstructuur en de samenstelling van het nevengesteente, kan nieuwe inzichten verschaffen over hun ontstaan. Dit heeft implicaties voor chemische modellen van de aardkorst, en de vorming van economisch significante ertsafzettingen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marlina Elburg
Duurzame Alternatieven voor de Productie van Conventionele Energiedragers en Chemicaliën Universiteit Gent Abstract: De maatschappij staat voor belangrijke uitdagingen om de huidige welvaart op een duurzame manier op hetzelfde peil te houden. De afhankelijkheid van niet-hernieuwbare, fossiele energiebronnen is schrikwekkend hoog. Fischer Tropsch synthese is een alternatieve productiemethode die van biomassa als grondstof kan vertrekken. Fischer Tropsch producten voldoen echter nog niet aan de strenge kwaliteitseisen en hebben een verdere opwaardering nodig. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Joris Thybaut
Vage modellering van tijd-ruimtelijke relaties tussen polygoonconfiguraties Universiteit Gent Abstract: In dit project zal een conceptueel model worden opgesteld dat evoluties van objecten in 3D (2D ruimte + tijd) kan voorstellen, erover redeneren en bevragen. Het model wordt toegepast en geëvalueerd aan de hand van een illustratieve case study. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Nico Van de Weghe
Onderzoek naar optimalisaties van Brain Computer Interfaces (BCI) voor neuro-revalidatie Universiteit Gent Abstract: Brain Computer Interfaces kunnen mensen met een neurologische aandoening helpen om communicatie en controle tot op een zekere hoogte te herstellen. De huidige systemen kampen echter met de heersende variabiliteit in de EEG-signalen tussen personen. Door gebruik te maken van ICA, uitgebreid met spatiale informatie van de elektroden, kan een robuuste BCI gerealiseerd worden. Naast de technische realisatie wordt ook gekeken naar de invloed die het gebruik van BCI uitoefent op veranderende hersenpatronen door plasticiteit. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Patrick Santens
Wachtlijnsystemen met energie-efficiënte bediening Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de studie van mechanismen voor de energie-efficiënte bediening van klanten in een wachtlijnsysteem. Met name is het de bedoeling passende stochastische modellen, adequate wiskundige technieken en efficiënte numerieke procedures te ontwikkelen voor de prestatie-analyse van wachtlijnsystemen met exhaustieve bediening en twee mechanismen voor het hervatten van de bediening: een sleep-modemechanisme of het gebruik van een bedieningsdrempel. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Sabine Wittevrongel
Penetratie van plasma in poreuze structuren Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het bestuderen van de plasma-interacties met diverse poreuze structuren en in het bijzonder het aspect penetratie van plasma in de materiaalporiën. Hierbij zijn er twee componenten: een experimentele met als hoofddoel datacollectie en een modelleringcomponent. De verzamelde knowhow zal aangewend worden voor nieuwe, verbeterde concepten van plasmareactoren. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Christophe Leys
Performantie-analyse en ontwerp van buffersystemen met reservatie-gebaseerde schedulering toegepast in heterogene telecommunicatienetwerken Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject spitst zich toe op ontwerp en analyse van een nieuwe klasse scheduleringmechanismen met toepassing in telecommunicatienetwerken waarover vele types verkeersstromen, elk met specifieke 'Quality-ofService'-vereisten, tegelijkertijd worden vervoerd. Door in een buffer ruimte te reserveren voor toekomstig binnenkomend verkeer van een type met hogere prioriteit, kan de vertraging ervaren door de verschillende verkeerstypes op gecontroleerde wijze worden gedifferentieerd. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
Onderzoekssabbatical aan de University of New South Wales Universiteit Gent Abstract: In deze BOF-aanvraag wordt uiteengezet wat de meerwaarde is van een onderzoekssabbatical aan het Centre for Advanced Macromolecular Design van de University of New South Wales (UNSW), respectievelijk voor de onderzoeksgroep Polymeerchemie aan UGent als voor de ontvangende gastinstelling. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Reservoir computing voor robotica applicaties Universiteit Gent Abstract: Reservoir Computing (RC) is een nieuw concept in het gebiet van de recurrente neurale netwerken welke in staat is om complexe ingenieursproblemen op een snelle, robuste en elegante manier op te lossen. Het doel van dit onderzoeksproject is op een significante contributie te maken in het gebied van de mobiele robotica (het ontwikkelen van verniewende controllers gebruik makende van RC) en ook de state-of-the-art van RC verbeteren. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Jean Van Campenhout • Dirk Stroobandt
Vormingsmechanismen, merkerverbindingen en brontoewijzing voor BIOgene atmosferische aëroSOLen - BIOSOL Universiteit Gent Abstract: De vormingsmechanismen van secundair organisch aërosol uit isopreen en dandere biogene vluchtige organische verbindingen (BVOCs) zullen worden bestudeerd. Deeltjesfase oxidatieproducten van de BVOCs, die kunnen worden aangewend als merkerverbindingen voor brontoewijzing, zullen worden geïdentificeerd en de bijdrage van de BVOCs tot het organisch aërosol zal worden bepaald voor verschillende sites in Europa. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Willy Maenhaut
Holocene klimaatvraiabiliteit en ecosysteemveranderingen in de kustzone van Oost en Maritiem Antarctica - HOLANT Universiteit Gent Abstract: HOLANT zal de Holocene klimaatveranderingen in Antarctische kustgebieden bestuderen. Specifiek zullen we nagaan hoe deze records zich verhouden tot reconstructies in centraal gelegen regio's (op basis van ijsboringen), met bijzondere aandacht voor de timing, duur en omvang van de klimaatanomalieën. Bovendien zullen we de relatie onderzoeken tussen vroegere temperatuurschommelingen en het regionale ijskapvolume en wereldwijde klimaatveranderingen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman