www.researchportal.be - 4 Nov 2015 06:09:18
Onderzoeksprojecten (1380 - 1400 van 7401) Zoekfilter: Classificaties: EXACTE WETENSCHAPPEN (P)
Software engineering technologie voor applicaties met multimodale interactie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit voorstel beoogt de gestelde problemen op te lossen op een interdisciplinaire manier: het opstellen van een declaratief raamwerk voor multimodale gebarendetectie en het verzoenen van een geavanceerde transactiemodel met het event-gedreven objectgeori¨enteerde programmeerparadigma. Om de beperktheid van de huidige raamwerken te verbeteren en op te schalen naar het detecteren van geavanceerde multimodale gebaren gaan we een declaratief raamwerk bouwen waarbij we complexe gebaren kunnen beschrijving op een compositionele manier. Bij de succesvolle detectie van gebaren wordt de informatie ter consumptie doorgegeven aan een gangbare programmeertaal (bv. Java, C#). Om te kunnen omgaan met de racecondities die volgen uit deze inherent concurrente consumptie van multimodale gebaren zullen we de software ontwikkelaar ondersteunen met transactionele constructies voor event-handlers. Organisaties: • Software Language Lab • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Beat SIGNER • WOLFGANG DE MEUTER
Software engineering methodologieen en generische werktuigen voor domeinspecifieke objectgerichte frameworks. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Project in samenwerking met MediaGeniX mbt hte ontwikkelen van framework development tools. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Software Engineering Concepten voor Datadeling in Mobiele Netwerken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject spits zich toe op het formuleren van oplossing voor de problemen die zich op software niveau manifesteren als gevolg van vaak voorkomende disconnecties tijdens het coördineren van data die gedeeld wordt over een mobiel ad-hoc netwerk. We focussen meer concreet op vier deelproblemen. Ten eerste gaan de huidige software bibliotheken meestal uit van ``vlakke'' informatie. Ten tweede bestaan er geen technisch expliciet gemaakte propagatiestrategieën waarmee men declaratief kan voorschrijven hoe data gepropageerd wordt over een netwerk van mobiele nodes. Ten derde zijn deze technieken ``alles of niets'' en laten ze dus niet toe om op fijnmazige manier stukken van objectgrafen te delen tussen verschillende gedistribueerde partijen. Ten vierde bieden de bestaande systemen geen hulp wanneer ontvangers data verwachten van meerdere bronnen. Het probleem dat we trachten op te lossen in dit onderzoeks project bestaat er dus uit dat de huidige systemen om data te delen in een mobiel adhoc netwerk onvoldoende fijnmazige controle geven over hoe en met wie data gedeeld wordt en hoe deze data geselecteerd kan worden uit de ambient. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • WOLFGANG DE MEUTER
Software-architectuur en modules voor geunificeerde radiocontrole (SAMURAI). Universiteit Antwerpen Abstract: We leven in een geconnecteerde wereld waarbij veel belangrijke toepassingen nood hebben aan betrouwbare draadloze communicatie. Standaard technologieën en protocollen zijn vaak onvoldoende betrouwbaar en verschillende specifieke aanpassingen aan de radio controle software zijn nodig om aan concrete applicadevereisten te voldoen. Om deze innovatie mogelijk te maken zonder al te hoge kosten, moet de communicatiearchitectuur evolueren van gesloten vertikale oplossingen naar open horizontale platformen die hergebruikt kunnen worden in verschillende applicatiedomeinen. Applicaties en toestellen zullen applicatiespecifiek blijven, maar de communicatieprotocollen en platformen moeten generiek worden om herhaalde ontwikkelkosten te vermijden. Universele modulaire radiocontrolesoftware is dan ook noodzakelijk. Innovatieve universele radio-oplossingen vereisen verschillende manieren om adaptatie of optimalisatie mogelijk te maken. Eerst moet de radiocontrole automatisch geconfigureerd worden in functie van de onderliggende hardware, technologie of applicatiedomein. Verder moeten alle betrouwbare oplossingen voor draadloze communicatie in staat zijn zich aan te passen aan de zeer dynamische draadloze context. Herconfiguratie-intelligentie is bijgevolg noodzakelijk. SAMURAI combineert software, applicatie- en intelligentie-doelstellingen. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia
Socio-economisch project op het gebied van omgeving en duurzame ontwikkeling : ontwikkeling van multicriteria en systeemdynamica methodologie voor de controle van het duurzaam gebruik van niet hernieuwbare energiebronnen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het vrijwaren van natuurlijke grondstoffen en de stijging van de pollutie zijn bijzonder zorgwekkend geworden op het gebied van fossiele energiebronnen. Op lange termijn zal de huidige niet-duurzame evolutie op dit gebied de komende generaties in gedrang brengen: een tekort aan grondstoffen zal waargenomen worden. Op korte termijn bestaat er ook een groot risico mbt het broeikas-effect door een te grote verspreiding van schadelijke gassen. Om al deze globale en onomkeerbare processen beter te beheersen, zullen geschikte controle politieken moeten toegepast worden. Hiervoor is een originele controle methodologie ontwikkeld aan het CSOO/VUB. Deze methodologie staat in nauw verband met de "adaptive control" bij de ingenieurswetenschappen, met name "Adaptive Control Methodology" (ACM). De methode houdt rekening met de dynamische structuren van de complexe humane systemen ("Control of structures"). Deze methodologie vereist een dynamische en structureel kader waarbij Multicriteria Analyse (MCDM Promethee), Systeemdynamica en ACM gecombinerd worden. de voorgestelde studie zal in drie stappen verlopen. Eerst zal de impact van het huidige energiegebruik in België, Europa en de wereld onderzocht worden, verder zullen de toenemende omgevingsdwangen door middel van de Systeemdynamica gemodelleerd worden. Als laatste zal de analyse van mogelijke duurzame politieken dmv de ACM uitgevoerd worden. Het geval van België binnen de E.U. context zal verder uitgediept worden.
Organisaties: • Toegepaste Statistiek, Operationeel Onderzoek en Wiskunde voor de Humane Wetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-PIERRE BRANS • PIERRE KUNSCH
Socio-cultural Equilibrium between Urbanization and Sustainable Tourismin Developing Regions: Strategies, Approaches and Paradigmatic Effects KU Leuven Abstract: It researches on the socio-cultural role of sustainable tourism development in the process of urbanization and internationalization in developing countries and regions. the research bases its hypothesis on a sustainable tourism development which underlines the continuum/spectrum from a static perspective, featuring the technocratic application of existent policies, theories, strategies, and plans to the objectified local tourism, to a dynamic perspective, regarding tourism as a procedural and collaborative issue with attention to its specificities, and as an integral part for the holistic development of the whole society. Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Dominique Vanneste • Jan van der Borg • Lingling Bi
Sociaal netwerk onderricht voor marketing en boekhouden. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • David Martens
Snowcontrol. KU Leuven Abstract: The main concept is to develop novel tools whereby novel and existing characterization techniques areintegrated together to provide realtime measurement capabilities for nanomaterials. Thetechniques that will be used are based on VUV radiation, DLS, SAXS and GI-SAXS,and ZP. Inaddition, the tools will significantly improve the resolution for size, shape, structure and chargeby using arrays of sources, electrodes and detectors or novel high-flux X-ray sources. They willalso provide probes for novel properties of nano-structured materials (multi-shell NPs, NP thinfilms) in ambient or near-ambient conditions. Further improvements in resolution, reliability andrepeatability will come from their combined use under real-time conditions. These techniques will beapplied here to NPs in solution, NPs in the gas phase as well as in NP thin films. Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Jean-Pierre Locquet
SNIPER - Statistical Network-based Inference for Proteomics Experiment Reaasoning. KU Leuven Abstract: This PoC project aims at offering software, support and training for experimental proteomics based on data mining techniques developed in the ErcStG project MiGraNT. Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Jan Ramon
Snelle vloeistofchromatografie hoge resolutie tandem massaspectrometrie ( LC - MS / MS ) voor hoge - doorvoer analyse van biologisch actieve organische uiterst lage verbindingen in natuurlijke en agro- ecosystemen . Universiteit Gent Abstract: De Q ExactiveTM LC-MS/MS is het eerste op de markt beschikbare bencht op instrument dat gebruik maakt van Orbitrap-gebaseerde multi-dimensionele massaspectrometrie. Het biedt niet enkel de mogelijkheid om uitgebreide screeninganalyses uit te voeren, maar het is bovendien uitermate geschikt voor ultragevoelige en snelle kwantificatie van relevante doelverbindingen. Dit unieke nieuwe generatie benchtop instrument verschaft het multidisciplinaire consortium van deze aanvraag de essentiële analytische apparatuur om hun baanbrekend onderzoek in de bio-ingenieurswetenschappen te verbreden en verder uit te diepen. Meer specifiek zal het onderzoek zich toespitsen op de rol, het voorkomen, het gedrag, de effecten en de sturing van bioactieve ultra-sporencomponenten (bio-UTCs). Deze bio-UTCs spelen vaak een cruciale rol in natuurlijke en agro-ecosystemen, maar diepgaande kennis hieromtrent ontbreekt nog. Wetenschappelijke uitdagingen in zowel milieugerelateerd onderzoek als in duurzame primaire productie zullen bestudeerd worden, met de focus op respectievelijk nieuwe organische micropolluenten en plantenhormonen. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Herman Van Langenhove
Snelle plaatsing en routering van herconfigureerbare hardware Universiteit Gent Abstract: Een FPGA kan geherconfigureerd worden om opeenvolgend verschillende functies te vervullen die niet tegelijkertijd aanwezig moeten zijn. Het is onmogelijk om alle FPGA-configuraties op voorhand te implementeren. Daarom worden ze dynamisch gegenereerd. Dynamische technieken zijn echter traag of maken inefficiënt gebruik van de FPGA-voorzieningen. In dit onderzoek wordt gezocht naar een techniek voor snelle, dynamische generatie van configuraties. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers:
• Dirk Stroobandt
Snelle multipooltechnieken voor verstrooiing van elektromagnetische golven aan objecten opgebouwd uit complexe materialen Universiteit Gent Abstract: In dit project wensen we een snelle multipool full-wave algoritme voor de simulatie van golfpropagatie in complexe materialen te ontwikkelen. Met complexe materialen bedoelen we in deze context materialen met verliezen, materialen met negatieve permittiviteit en/of permeabiliteit en anisotrope materialen. Elk van deze drie uitbreidingen op bestaande snelle multipoolmethoden heeft specifieke toepassingen en wordt geconfronteerd met een specifieke computationele problematiek. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Daniël De Zutter
Snelle, hoog-performante tweede orde lichtverstrooiingsspectroscopie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Wim Wenseleers
Snelle en orthogonale chromatografie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In verschillende farmaceutisch analytische situaties is er nood aan de ontwikkeling van orthogonale batterijen chromatografische methoden. Met orthogonale methoden wordt bedoeld dat de chromatografische systemen verschillende informatie omtrent de stof geven, m.a.w. dat het retentiegedrag van de stoffen te wijten is aan verschillende oorzaken. Om orthogonale systemen te selecteren zal een groot aantal stoffen of stalen onderworpen worden aan een chromatografische karakterisatie. Het feit dat dit bovendien gedaan wordt voor meerdere chromatografische systemen betekent dat het belangrijk is over snelle methoden te beschikken. Het gebruik van korte kolommen is dus aanbevolen. De bedoeling van dit project is na te gaan hoe men dergelijke sets van chromatografisch snelle en orthogonale methoden optimal kan ontwerpen en hoe men de erkregen informatie kan analyseren. Een te onderzoeken toepassing is de karakterisatie van onzuiverheden in een (kandidaat) farmakon. Het probleem waarvoor men staat is dat men de onzuiverheden op dat stadium niet kent (noch hun aantal, noch hun structuur) en dat men dus ook niet met standaarden een geschikte chromatografische methode kan otnwikkelen. Om zeker te zijn dat geen onzuiverheid aanwezig is onder de piek van het hoofdbestanddeel of onder deze van een andere onzuiverheid, wendt men meerdere chromatografische methoden aan, gecombineerd met chemometrische peak purity technieken. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART • Yvan VANDER HEYDEN
Snelle en betrouwbare algoritmes in de meer dimensionale, rationale benaderingsleer voor de berekeningen voor multivariabele Pade benaderingen, hun veralgemeningen en hun toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Er wordt getracht een geheel van numeriek betrouwbare algoritmes te ontwikkelen voor het probleem van multivariabele Padé-benadering (normale en singuliere regels) en dat van multivariabele rationale Hermite interpolatie (datagrids en scattered data). Organisaties: • Computeraritmetiek en numerieke technieken (CANT) • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Annie Cuyt
Snelle detectie en identificatie van contaminanten in voedingsproducten met behulp van biosensoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Snelle detectie en identificatie van contaminanten in voedingsproducten met behulp van biosensoren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen
Snelle chomatografische methoden op nieuwe stationaire fasen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds het beschikbaar zijn van monolithische silica kolommen op de markt, verschijnen er steeds meer publicaties over de performantie van dit type kolom, de stabiliteit en vele andere kolom karacteristieken. Bij aanvang van dit onderzoeksproject waren er echter slechts enkele publicaties beschikbaar over dit onderwerp en was er nood aan onderzoek in dit domein van de chromatografie. Omdat monolithische kolommen snellere scheidingen toelaten dan conventionele silica kolommen, waren we geïnteresseerd te weten of scheidingen die ontwikkeld waren op klassieke silica kolommen konden getransfereerd worden naar monolithische kolommen. Eén van de doelstellingen van dit onderzoeksproject was dan ook om de transfer van zes klassieke scheidingsmethoden naar monolithische kolommen van 5 en 10 cm te evaluaren. Omwille van selectiviteitsverschillen tussen klassieke en monolithische kolommen waren slechts drie van de zes transfers succesvol. De geobserveerde selectiviteitsverschillen waren echter niet uitzonderlijk en kunnen ook verwacht worden binnen de groep van klassieke (partikel-gebaseerde) C18 kolommen. De analysetijd van de getransfereerde scheidingen was ingekort en door het opdrijven van het debiet van de mobiele fase kon deze nog verder ingekort worden, in sommige gevallen tot wel 40 keer. De getransfereerde scheidingen werden tevens robuust bevonden wanneer bepaalde experimentele factors gecontrolleerd werden binnen niet-significante intervallen. Vervolgens werd ook de kolomveroudering van de monolithische kolom bepaald. Deze bleek gelimiteerd, en dus aanvaardbaar. In het tweede deel van dit onderzoeksproject hebben we ons toegelegd op het gebruik van monolithische kolommen voor complexe scheidingen. Plantenextracten zoals het Ginkgo biloba extract, bevatten vele inhoudsstoffen die moeilijk te scheiden zijn, zelfs op klassieke kolommen. Dankzij de lage kolomtegendruk bij monolithische kolommen, kan de scheidingsefficiëntie op dit type kolommen verhoogd worden door meerdere
kolommen aaneen te koppelen, iets wat niet haalbaar is met klassieke silica kolommen. Dit maakt de monolithische kolommen interessant voor het ontwikkelen van complexe fingerprint chromatogrammen. We ontwikkelden een fingerprint chromatogram voor een gestandaardiseerd Ginkgo biloba extract op 2 gekoppelde monolithische silica kolommen van 10 cm. Met een gradiënt bestaande uit tetrahydrofuraan, isopropanol en water werd een fingerprint bekomen met 77 pieken in slechts 60 minuten. Als detector werd zowel een UV als ELS detector gebruikt om de detectie van weinig UV absorberende componenten zoals de ginkgoliden en het bilobalide mogelijk te maken. Vervolgens werd de signaal-ruis verhouding in het ELS chromatogram geoptimaliseerd door middel van een experimenteel design waarmee de optimale instellingen van de ELS werden bepaald. In het derde deel van dit onderzoeksproject hebben we onderzocht of we vanuit snelle groene thee chromatogrammen, ontwikkeld op monolithische kolommen, de antioxiderende capaciteit van groene thee kunnen voorspellen. We hebben aangetoond dat dit mogelijk is door een multivariaat calibratiemodel op te stellen met behulp van partial least squares regression tussen de antioxiderende capaciteit (initieel bepaald met behulp van een colorimetrische methode) en de groene thee chromatogrammen. Alvorens een model te bouwen, werden de chromatogrammen gealigneerd en werden outliers verwijderd. Daarnaast werd ook uninformative variable elimination partial least squares toegepast omdat hierbij slechts de relevante chromatografische variabelen worden weerhouden bij het modelleren, wat resulteert in minder complexe modellen. We hebben aangetoond dat chromatogrammen met onvolledig gescheiden pieken eveneens kunnen resulteren in goede predictiemodellen, wat natuurlijk extra tijdswinst oplevert. In het laatste deel van dit onderzoeksproject, hebben we fingerprint chromatogrammen van vanille stalen onderzocht. Hier hebben we ons niet toegespitst op de ontwikkeling van de fingerprints, maar eerder op de chemometrische analyse ervan. Deze houdt in: een correctie voor afwijkingen van de basislijn, het verwijderen van niet-informatieve basislijn variabelen, signaal reductie en alignering. Het effect van drie verschillende aligneringsmethoden op de classficatie van de vanille stalen door middel van principale componenten analyse werd onderzocht. Er kon besloten worden dat licht verschillende classificaties werden bekomen na alignering met correlation optimized warping, semi-parametric time warping en target peak alignment. We hebben de performantie van de verschillende aligneringsmethoden onderzocht op verschillende chromatografische data en konden besluiten dat correlation optimized warping en semi-parametric time warping beter presteren dan parametric time warping. De flexibiliteit van deze laatste is simpelweg niet groot genoeg om complexe piekverschuivingen in twee richtingen te corrigeren. Correlation optimized warping presteert iets beter dan semi-parametric time warping, maar heeft als nadeel dat twee parameters moeten geoptimaliseerd worden, wat soms moeizaam kan zijn, en ook dat het een langere rekentijd nodig heeft. Semi-parametric time warping presteert sneller en resulteert meestal in goed gealigneerde pieken wanneer de standard parameter instellingen worden gekozen. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Snel landgebruik en mantel veranderingen en de hydrogeomorfologische invloed in de landelijke westelijke Shoa(Oromya Gewest), als gevolg van de nabijheid van Addis Ababa (Ethiopië) Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Jan Nyssen
Snaartheoriemodellen voor donkere energie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De gecombineerde analyse van type Ia supernova data, metingen op sterrenclusters en WMAP (Wilkinson Microwave Anisotropy Probe) wijst duidelijk op de versnelde uitdijing van het universum. De kosmologische versnelling suggereert dat het huidige universum wordt gedomineerd door de vrijwel homogeen verspreide donkere energie (DE). Recente resultaten van WMAP samen met de data op Ia supernova's wijzen uit dat de DE toestandsparameter w momenteel dicht bij -1 ligt [1]; maar niet noodzakelijk boven of onder -1. Een van de centrale problemen van het huidige geobserveerde universum is het feit dat w ?-1. De exacte toestandsvergelijking w=-1 komt overeen met een kosmologische constante. Zo'n constante zou ruw geschat 120 grootte-ordes kleiner zijn dan wat men naïef zou verwachten op basis van kwantumveldentheorie. Dit gigantische verschil is het voornaamste argument tegen de toevoeging van een kosmologische constante in de actie voor de zwaartekracht. Maar w <-1 lijkt nog erger omdat het een fantoom vereist (of een spook in termen van kwantumvelden). Aangezien de experimentele data de mogelijkheid w <-1 niet kunnen uitsluiten, krijgen zulke fantoom-modellen veel aandacht. Sommige projecten onderzoeken of w met de tijd kan variëren, dan wel of het een exacte constante is. Een variërende w zou overeenkomen met een dynamisch model voor de DE. Bijvoorbeeld, in modellen waar de grens w=1 wordt doorbroken, zijn er minimaal twee scalaire velden aanwezig, gezien de dynamische overgang van een enkel lokaal scalair veld verboden is op zeer algemene gronden. Daarbovenop komt het coïncidentie-probleem, dit is de vraag waarom wij in een tijdspanne leven waarin de energiedichtheden van de drie hoofdcomponenten van het universum (donkere energie, donkere materie en zichtbare materie) van dezelfde grootte-orde zijn. Naast de constructie van een model dat deze fenomenen beschrijft, is er de hoop dat een fundamentele theorie de huidige observaties zou verklaren. Het doel van mijn onderzoeksvoorstel is een verklaring te vinden van de versnelde expansie van het universum [2] in het kader van snaartheorie, in het bijzonder D-branen. D-branen zijn niet-perturbatieve objecten in snaartheorie, de voornaamste kandidaat voor een theorie van grote unificatie. Daarom stel ik voor in de zoektocht naar adequate modellen gebruik te maken van de volgende benaderingen: "string field theory" (SFT) [3], Dirac-Born-Infeld (DBI) effectieve actie voor D-braan-dynamica, braanwereldscenario's alsook de studie van algemene tijdsafhankelijke achtergronden in snaartheorie. De eerste benadering, SFT, is tot op heden de enige kans op een systematische off-shell beschrijving van snaartheorie. Een van de grote successen van SFT was Sens beschrijving van het verval van onstabiele Dbranen (meer bekend als de conjectuur van Sen). Een diepgaand begrip van dit proces is nog niet gerealiseerd maar zou de vacuümstructuur van snaartheorie verduidelijken. In recente artikels waaraan ik heb meegewerkt en in mijn één-auteur-artikel [4] hebben we aangetoond dat het niet-lokaal tachyon van open snaren (dit tachyon volgt uit SFT) de rol kan spelen van het scalair veld dat zorgt voor de geobserveerde versnelde kosmische expansie. Daarom is het belangrijk kosmologische scenario's te bestuderen waarin scalaire excitaties van open en gesloten snaren (o.a. tachyonen en het dilaton) gekoppeld zijn met de zwaartekracht. Kosmologische modellen die uit snaartheorie volgen, zouden immers een theoretisch goed gemotiveerde verklaring bieden voor kosmologische observaties. Een ander aspect van de SFT-benadering is het verband tussen kosmologie en het verval van onstabiele branen. De connectie tussen beide werd voornamelijk vanuit DBI benaderd maar nog maar zelden met behulp van SFT [5]. In deze context wordt een belangrijke rol verwacht voor "vacuüm SFT" [5]. Vacuüm SFT is een theorie die wordt beschreven in het echte vacuüm dat ontstaat na braanverval. Zo een vacuüm zou, volgens de conjectuur van Sen, geen open snaren bevatten, alleen gesloten snaren. Terwijl DBI een effectieve actie is, beschrijft SFT snaren en branen op een meer systematische manier. DBI omvat echter belangrijke eigenschappen van braandynamica en daarbovenop vertonen kosmologische scenario's die op DBI gebaseerd zijn interessante nieuwe eigenschappen. Het is dus belangrijk om de connectie te leggen tussen de beschrijving van braandynamica in respectievelijk SFT en DBI. Dit is een zeer interessant probleem ik in mijn onderzoek wens op te lossen. Het is interessant de hierboven vermelde niet-lokale modellen in een bredere context te onderzoeken en de mogelijke rol van niet-lokale interacties te begrijpen. Niet-lokaliteit is een algemene eigenschap van de SFTinteractie. Eenmaal men dus SFT gebruikt om de off-shell dynamica van snaren te beschrijven, moet men nietlokaliteit beschouwen. Vanuit kosmologisch oogpunt hebben eenvoudige modellen met niet-lokale scalaire velden bovendien interessante eigenschappen. Zo kan zo'n model bijvoorbeeld een fantoom-fase bevatten zonder de gebruikelijke instabiliteit van het fantoom, en is het mogelijk de w=-1 barrière te doorbreken. Zoals voordien opgemerkt, is dit onmogelijk voor een enkel lokaal scalair veld. De studie van interacties tussen open en gesloten snaren in het kader van SFT [6] is een andere moeilijke vraag die ook zeer belangrijk is voor de vervalprocessen van branen en kosmologische scenario's. Het graviton bevindt zich
immers in het spectrum van gesloten snaren en een fundamenteel begrip van de actie van het graviton en de interacties met andere velden zal ontegensprekelijk helpen om de structuur van de volledige theorie te begrijpen. Ik stel voor vanuit kosmologisch standpunt de welbekende "lowlevel" acties uit gesloten SFT te onderzoeken. Dit kan een criterium opleveren om meer realistische modellen te selecteren. Als de volgende stap in het onderzoek van modellen die op SFT gebaseerd zijn, stel ik voor niet alleen de tachyonen van open of gesloten snaren te onderzoeken maar ook interacties met andere "low-level" velden. Hierbij zijn vooral het vectorveld van de open SFT en het dilaton van de gesloten SFT belangrijk. Dit zijn massaloze velden die alle de dynamica beïnvloeden omdat ze in tegenstelling tot massieve velden niet uitgeïntegreerd kunnen worden. In het licht van mijn voorbereidende berekeningen verwacht ik dat de aanwezigheid van het dilatonveld een belangrijke rol speelt in het schaalbeheer van kosmologische modellen. Dit is zeer belangrijk om een brug te leggen naar de ruim beschikbare experimentele data. De invloed van het vectorveld is nog niet duidelijk maar in overeenstemming met recente studies kan het een kandidaat zijn voor een succesvol model voor DE zonder de gebruikelijke fantoom-pathologieën [7]. Nog een andere benadering is de constructie van braanwerelden [8]. Zo zijn er bijvoorbeeld de fenomenologisch zeer rijke Randall-Sundrum en DGP modellen. Maar de relatie tussen braanwerelden en fundamentele snaartheorie is prematuur en moet nog uitgeklaard worden. Het lijkt erop dat de reeds vernoemde benaderingen daarover informatie kunnen verschaffen. Het is zeer interessant te bekijken hoe braanwerelden in SFT zouden kunnen ontstaan. Naast een directe zoektocht kan ik ook indirecte testen inpassen in mijn onderzoek. Zo wens ik te bestuderen hoe belangrijke eigenschappen van SFT zich laten vertalen naar braanwereld-modellen. Hier stel ik als eerste stap voor het effect van niet-lokale interacties op braanwereldmodellen te onderzoeken. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • Alexey KOSHELEV • ALEXANDRE SEVRIN
Snaartheoriemodellen van kosmologische singulariteiten Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project zal ik gebruik maken van de snaartheorie om een inzicht te verkrijgen in de wetten van de fysica die kosmologische singulariteit beheersen. Ik zal modellen die gebaseerd zijn op twee holografische beschrijvingen van de snaartheorie ontwikkelen, namelijk de AdS/CFT correspondentie en de matrix theorie. Het doel is om concrete verklaringen op te stellen over de over singulariteit van deze modellen, over de mogelijkheid over de tijdsevolutie in singulariteit en eventueel over de theoretische levensvatbaarheid van de kosmologische modellen met een singuliere big bang transitie. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • BEN CRAPS