www.researchportal.be - 2 Feb 2016 04:22:46
Onderzoeksprojecten (2000 - 2500 van 7401) Zoekfilter: Classificaties: EXACTE WETENSCHAPPEN (P)
Niet-perturbatieve studie van SU (2) Yang-Millstheorie met ijkinvariante condensaten van massadimensie 2 Universiteit Gent Abstract: Sterke interacties worden bij lage energie beschreven door niet-pertrbatieve QCD. Dit onderzoek poogt deze niet-perturbatieve effecten te beschrijven aan de hand van een ijkinvariant massadimensie 2 condensaat. Niet-perturbatieve studie van SU (2) Yang-Millstheorie met ijkinvariante condensaten van massadimensie 2. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige natuurkunde en sterrenkunde
Onderzoekers: • Henri Verschelde
Kwantitatieve beeldanalyse van fluorescentiemicroscopiebeelden in celonderzoek Universiteit Gent Abstract: Het doel is de automatische analyse van fluorescentiemicrosopiebeelden waarbij deze via kenmerkdetectie of beeldsegmentatie beschreven worden. Hiervoor wordt een structurele beschrijving ontworpen waarin biomedische kennis geÏntegreerd wordt. Een gedetailleerde rapportering over de celeigenschappen gebaseerd op de beeldinformatie wordt opgesteld. De betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de rapportering wordt eveneens gekwantiseerd zodat biomedische hypotheses odnersteund of weerlegd kunnen worden. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Wilfried Philips
Karakterisering van eiwit-eiwit interacties in Toll-like receptor (TLR)-geïnduceerde signaalwegen Universiteit Gent Abstract: De moleculaire mechanismen die de immuunrespons tegenover pathogenen initiëren en controleren vormen de focus van dit project. Tolllike receptoren (TLRs) spelen hierbij een cruciale rol door de herkenning van componenten van microbiële oorspong. In dit project zullen we eiwitten indentificeren die interageren met specifieke TLR signaalmolecules (vb. IRAK4) en die een rol spelen bij de TLR-geinduceerde activering van NF-kB gemedieerde genexpressie. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
Probalitische formulering van de invloed van confomiteitscontrole op de sterktedistributie van beton en op het veiligheidsniveau van betonconstructies aan de hand van Bayesiaanse updatingstechnieken Universiteit Gent Abstract: Het doel van het onderzoek is de statistische achtergrond van conformiteitscriteria voor beton en betonfamilies op een fundamentele manier te karakteriseren, het filtereffect prbabilistisch te formuleren, de invloed op het veiligheidsniveau te kwantificeren en na te gaan hoe de gefilterde sterktedistributie kan toegepast worden bij de evaluatie van bestaande betonconstructies. Hierbij wordt systematisch gebruik gemaakt van Bayesiaanse updatingstechnieken. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Luc Taerwe
Studie van attentuatie-mechanismen bij leptine signaaloverdracht Universiteit Gent Abstract: In een eerste onderzoeksluik worden eiwit-eiwit interacties ter hoogte van de leptine receptor in meer detail bestudeerd. Dit omvat leden van de SOCS eiwitfamilie en een nieuw geïdentificeerd ringvinger eiwit. In het tweede luik wordt in het kader van het humaan interactoomprogramma, een grootschalige MAPPIT analyse uitgevoerd. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier
Netwerken van steden en steden in netwerken. De rol van digitale bereikbaarheid in de creatie van de geografische ruimte: conceptualisatie, methodologie en visualisatie Universiteit Gent Abstract: Het is algemeen aanvaard dat de ruime verspreiding van computers met digitale telecommunicatie- en mediatechnologieën heeft gezorgd voor de totstandkoming van een zogenaamde 'cyberspace', dwz een virtuele multimediawereld die snel ons sociaal, cultureel en economisch leven binnensluipt. De opzet van dit mandaatvoorstel is om te onderzoeken wat de invloed is van deze moderne communicatie en informatietechnologie op (wereld)stedennetwerken. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox
Analyse van Holocene klimaatvariaties zoals opgetekend in lacustriene sedimentreeksen uit Antarctica en sub-Antarctica Universiteit Gent Abstract: Deze studie draagt bij tot het hoge kwaliteit paleoklimaat-archief voor de zuidelijke hemisfeer. Accurate kennis van de timing van de klimaatfluctuaties zal een al dan niet "out-of-phase"-relatie met de noordelijke hemisfeer aan het licht brengen. De nadruk van het onderzoek ligt op de variaties in fluxen van terrigene sediment-aanvoer in lacustriene bekkens als proxy voor variaties in smeltwateraanvoer en/of precipitatie. Organisaties:
• Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Discrete-tijd-wachtlijnmodellen met sessiegebaseerde aankomststromen Universiteit Gent Abstract: Het project heeft tot doel de studie aan te vatten van een nieuwe (generische) klasse van wachtlijnmodellen, waarvan verwacht wordt dat zij beter dan bestaande modellen in staat zullen zijn de prestaties te voorspellen van b.v. webservers, celgebaseerde mobiele netwerken en gelaagde telecommunicatieprotocollen. Het betreft hier met name een klasse van discrete-tijd-wachtlijnmodellen met sessiegebaseerde aankomststromen, waarbij de pakketten die aankomen in een buffer van een communicatienetwerk afkomstig zijn van meerdere gebruikers die elk slechts gedurende een eindige periode (of sessie) actief zijn. Het innovatieve van het project is dat de structuur van de sessies expliciet in de modellering van de trafiekstromen wordt opgenomen. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
Meetkundes die verwant zijn met enkelvoudige Suzuki groepen Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een diepgaande meetkundige studie van de enkelvoudige groepen van gemengd type van karakteristiek twee. Door de natuurlijke meetkunde te beschouwen en te karakteriseren via axiomastelsels en via karakteristieke eigenschappen verkijgen we meer informatie over en inzicht in deze mysterieuze groepen. De meetkunde in kwestie zijn alle van rang 1 en 2, en omvatten de Ree-Tits veralgemeende achthoek. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Hendrik Van Maldeghem
Waardebepaling en risicomanagement bij wisselwerking tussen verzekeringen en financiën Universiteit Gent Abstract: via de financiële of de actuariële aanpak zal geprobeerd worden het risico verbonden met unit-linked contracten te bepalen. De bestaande technieken worden uitgebreid zodat onder meer jaarlijkse premiebetalingen en een surrenderoptie ingebouwd kunnen worden. Bovendien zal gebruik gemaakt worden van risicomaten over meerdere perioden en zal geprobeerd worden statische super-hedgingstrategieën op te stellen voor de opties gelinkt met de contracten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Michèle Vanmaele
Moleculaire dissectie van medisch relevante proteïne-proteïne interacties Universiteit Gent Abstract: Homologie modellering en moleculaire visualisatie worden gebruikt voor de gedetaileerde studie van proteïne-proteïne interacties. De in silico voorspelde studie van proteïne-proteïne interacties. De in silico voorspelde details van proteïne-proteïne interacties worden bevestigd door biochemische methodes en de MAPPIT methodes in combinatie met uitgebreide mutagenesestudies. Deze methodes worden gebruikt voor studie van interacties van leptine, SOCS eiwitten, TIR eiwitten, TIR eiwitten en HIV-1 eiwitten. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Frank Peelman
Internationaal Cursussen Programma "Physical Land Resources 2005-2006" Universiteit Gent Abstract: Interuniversitaire en interfacultaire postgraduaatopleiding in Fysische natuurlijk rijkdommen gericht naar ontwikkelingslanden. De opleiding is voltijds en duurt twee jaar, en is volledig in het Engels. Er zijn 2 afstudeerrichtingen, resp. 'soil science' en 'engineering geology'. Succesvolle studenten behalen een diploma in de Aanvullende Studies na het eerste jaar, en een Master of Science-diploma na het tweede jaar. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
Reductie- en symmetrieaspecten in de geometrische mechanica Universiteit Gent Abstract: De term Geometrische Mechanica refereert naar de toepassing van technieken en resultaten uit de differentiaalmeetkunde op de studie van klassieke mechanische systemen. Binnen de context van geometrische mechanica bestuderen we enkele aspecten van symmetrieen voor Lagrangiaanse en niet-holonome mechanische systemen. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige natuurkunde en sterrenkunde
Onderzoekers: • Willy Sarlet • Frans Cantrijn
De rol van turbulentie en elektrische velden bij het ontstaan van transportbarrières en verbeterde opsluiting in tokamaks door vergelijking tussen machines Universiteit Gent Abstract: Studie van de correlaties tussen enerzijds het onstaan van transportbarrières en verbeterde opsluiting in de tokamaks TEXTOR&T-10 en de kleinere tokamaks FT-2, TUMAN-3M and CASTOR, en anderzijds elektrische velden, veranderde magnetische gradiënt,en elektrostatische&magnetische turbulentie, gebruik makend van geavanceerde diagnostieken met hoge ruimte-en tijdsresolutie.
Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Guido Van Oost
Iso-alpha-zuren als sleutelelementen voor gezondheidsgunstige eigenschappen van bier Universiteit Gent Abstract: Er is toenemende wetenschappelijke evidentie dat gezondheidsgunstige eigenschappen van bier dienen toegeschreven te worden aan biologische activiteiten van hop-afgeleide bestanddelen in bier. De betrachting van dit project betreft de karakterisering van de elementen, geassocieerd aan de eigenschappen van de bierbitterstoffen, iso-alfa-zuren, die specifieke gezondheidsgerelateerde karakteristieken van bier bepalen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Denis De Keukeleire
Aurora Onderzoeks project over zonnecellen met dunne CIS laag over kralen van glas Universiteit Gent Abstract: AURORA is een Nederlands onderzoeksproject onder coördinatie van Scheuten Glasgroep, Venlo. Dunne-film zonnecellen met CIS (koper-indium-sulfide of CuInS2) worden op kleine glasbolletjes aangebracht, en tot grotere zonnecellen en modules geassembleerd. UGent is een subcontractant van ECN, en meet, analyseert en modelleert dit nieuwe type dunne-filmzonencellen. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Marc Burgelman
Secretariaat Schatbewaarder IAS Universiteit Gent Abstract: Dit project is louter dienstverlenend en omvat het verzorgen van het secretariaat van de schatbewaarder van de 'International Association of Sedimentologists' gedurende de periode 1/10/2006 tem 30/9/2007. Dit houdt o.m in het bijhouden van het ledenbestand, de inning van de lidgelde, het opvolgen van het abonnementenbestand van het tweemaandelijks tijdschrift 'Sedimentology', de opvolging van de verkoop van de 'Special Publications', het organiseren van het 'Friendship Scheme', de opvolging van de 'grants' voor de leden, de contacten met de uitgever van het tijdschrift 'Sedimentology', etc. Alle activiteiten kaderen in de wetenschappelijke opdracht van Prof. Patric Jacobs. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Functionele schuimen Universiteit Gent Abstract: In dit project zullen nieuwe chemische concepten ontwikkeld worden om polyurethaanschuimen te bereiden met reactieve groepen die kunnen ingezet worden voor verschillende applicaties. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Methodeontwikkeling voor interdisciplinair isotopisch onderzoek middels multi-collector ICP - massaspectrometrie Universiteit Hasselt Abstract: Multi-collector ICP-massaspectrometrie (MC-ICPMS) is een bijzonder krachtige techniek voor de bepaling van isotopenverhoudingen. Behalve Voor H, C, N en O en de edelgassen, kan MC-ICPMS voor de isotopische analyse van nagenoeg alle elementen worden ingezet.Tot voor enkele jaren konden dergelijke analyses enkel m.b.v. thermische ionisatie MS (TIMS) met voldoende precisie worden doorgevoerd om de dikwijls uiterst minieme natuurlijke of geïnduceerde variaties in de isotopische samenstelling van het analietelement op te sporen. Methoden worden ontwikkeld om de natuurlijke abondantie van metaalisotopen te determineren in planten- en schimmelmateriaal Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jan COLPAERT
ESF-SONS-SOHYD: Self-organised hybride apparaten Universiteit Hasselt Abstract: Dit project is een intern FWO-project dat wordt uitgevoerd binnen het onderzoeksinstituut IMO. Het betreft de coördinatie van een internationaal project geselecteerd door de European Science Foundation (ESF) rond Self Organised Hybrid Devices. Het project zal worden uitgevoerd onder de bepalingen zoals opgemaakt in voorliggend contract. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Dirk VANDERZANDE
Studie van metaalspecifieke stressmechanismen in Arabidopsis thaliana en identificatie van metaalspecifieke biomerkers en signaaltransductiewegen. Universiteit Hasselt Abstract: Opbouw van het project: 1. In welke mate wordt de membraanintegriteit verstoord bij metalenstress? 2. In hoeverre kunnen oxidatieve stress parameters als 'algemeen' beschouwd worden of 'specifiek' toegeschreven worden aan bepaalde metalen? 3. In welke mate kunnen verhoogdem etaalgehalten een specifieke invloed uitoefenen op het transcriptoom?
De uitkomst van dit project biedt dan perspectieven naar verder onderzoek waar er gewerkt kan worden aan het ophelderen van de specifieke vroege signaaltransductie bij metaalstress. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Jaak VANGRONSVELD • Tony REMANS
Genetische algoritmes voor de niet-parametrische inversie van gravitationele lenzen Universiteit Hasselt Abstract: Dit contract betreft een overbruggingsbeurs binnen het onderzoeksinstituut EDM voor de periode 01.10.2006 tot 30.09.2007. Dit project zal uitgevoerd worden door Jori Liesenborgs rond het topic "Genetische algoritmes voor de niet-parametrische inversie van gravitationele lenzen". Het project zal verlopen onder de bepalingen zoals gesteld in voorliggend contract. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Philippe BEKAERT
Theoretische studie van de moleculaire structuur en elektronische eigenschappen van organische moleculen in de gasfase en in zelf-geassembleerde monolagen Universiteit Hasselt Abstract: De hoofdbedoelingen van dit project bestaan erin (1) de relaties tussen de moleculaire en elektronische structuren (of eigenschappen) van polycyclische aromatische koolwaterstoffen van belang voor het maken van dunne organische filmen met hoge dragermobiliteiten te onderzoeken, (2) de drijvende krachten en processen te bestuderen die betrokken zijn bij de nucleatie en kristallisatie van deze verbindingen op kristallijne oppervlakken van verwante moleculen of op zelf-geassembleerde monolagen van alkyltrichlorosilanen met ab initio quantum mechanische technieken evenals met computationeel meer haalbare Moleculaire Mechanische methoden, en (3) om in detail de interface te bestuderen tussen de kristallijne dunne filmen van deze verbindingen en deze zelf-geassembleerde monolagen via één-deeltje Greense functie berekeningen van de ionisatiespectra van model clusters of moleculen, en deze berekeningen te vergelijken met experimentele (XPS, UPS, EMS, PIES, ) metingen. Organisaties: • Centrum van Moleculair en Materiaal Modelleren
Onderzoekers: • Michael DELEUZE
Conceptueel modelleren van virtuele Realiteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Virtuele werelden zijn dynamische computer gebaseerde driedimensionale visuele omgevingen waarin de gebruikers kunnen participeren. De gebruiker kan objecten in de virtuele wereld manipuleren (vb. ronddraaien, opnemen, ...) waardoor het gevoel gecreëerd wordt dat deze objecten ruimtelijk en fysiek aanwezig zijn. Het doel van een virtuele wereld is dan ook om de realiteit zo goed mogelijk te benaderen. Virtuele werelden zijn nog relatief nieuw en het meeste onderzoek in dit domein situeert zich in hardware, in visualisatie technieken en algoritmes, in programmeertalen voor interactieve 3D toepassingen en in applicaties voor het bouwen van 3D omgevingen. In de meeste gevallen gebeurd het ontwerpen van een virtuele omgeving ad hoc. De uitwerking van een ontwerp leunt daarbij nauw aan bij het implementatie niveau. Het is een werk voor specialisten. Dit doctoraatsonderzoek bestaat erin een conceptueel niveau te introduceren voor het ontwerpen van virtuele werelden. Het hoofddoel van het onderzoek is het introduceren van een conceptueel modelleertaal voor virtuele realiteit (VR). Conceptueel modelleren is de activiteit van het bouwen van een model van een bepaald applicatie domein in termen van concepten die familiair zijn voor de actoren van het domein en niet in termen van de technische implementatie. De introductie van een conceptueel niveau voor het modelleren van virtuele werelden moet de ontwikkeling van VR-toepassingen bevorderen en zal helpen om de complexiteit van het ontwikkelen van virtuele werelden de baas te kunnen. Organisaties: • Web en Information System Engineering • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • OLGA DE TROYER • Wesley BILLE
Cooperation agreement: development and application of advanced statistical procedures for effective and fair rate making in the field of vehicle insurance. Vrije Universiteit Brussel Abstract: not available Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • ANDREAS CHRISTMANN
Theoretische en experimentele studie van ultra-hoge drukeffecten op axiale dispersie in gepakte bedkolommen voor vloeistofchromatografie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van het doctoraatsonderzoek is het bouwen van numerieke en analytische modellen om de bestaande plaathoogtevergelijkingen voor de vloeistofchromatografie uit te breiden met alle mogelijke hogedrukeffecten die optreden in de nieuwe generatie van commerciële toestellen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van commerciële software om numeriek het stromingsgedrag in chromatografische kolommen, die geopereerd worden bij ultra-hoge druk, te simuleren. In een ruimere context wordt er ook gekeken naar verschijnselen (zijwandeffecten, B-term diffusie, pakkingsheterogeniteiten) die door de verbeterde resolutie van de nieuwe generatie ultra-hoge druk toestellen een veel significantere bijdrage gaan leveren aan de totale plaathoogte van een systeem en ook meer tot uiting komen door het gebruik van zowel kolommen met een kleinere binnendiameter als de mogelijkheid tot gebruik van langere kolommen (wegens beschikbaarheid van grotere werkingsdruk).
Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • Ken BROECKHOVEN • GERT DESMET
Messiaen weerspiegeld, ontwikkeling van een metamodel voor muzikale analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Belangrijk voor een goede muziekuitvoering is een grondig inzicht in hoe de compositie die je wil spelen 'in elkaar steekt'. Echter, sinds het begin van de 20e eeuw ontwikkelen componisten hoe langer hoe meer hun eigen muzikale taal, vaak zelfs verschillend van compositie tot compositie, zodat je uiteindelijk over haast evenveel modellen moet gaan beschikken als er composities zijn. Vandaar dat we op zoek willen gaan naar een bruikbaar metamodel voor muzikale analyse. Dit 'universele' analysemodel zou - als een soort instapmodel - moeten toelaten een willekeurige compositie te benaderen zónder voorkennis van hoe het gemaakt is. Aan de hand van een aantal (te ontwikkelen) onderzoekscriteria zou dit model dan meteen in staat moeten zijn aan te wijzen met welk van de bestaande analysemodellen de compositie in kwestie het best verder wordt uitgediept. Hiervoor willen we gebruik maken van de nieuwste inzichten in zo uiteenlopende disciplines als linguïstiek, wiskunde en artificiële intelligentie. Om zo een dieper inzicht te verwerven in het wezen van de muziek als kunstvorm. Organisaties: • Adaptieve Systemen Groep • Computationele Modelering Lab
Onderzoekers: • Bernard MANDERICK • RUBEN HILLEWAERE
Ontwikkeling van een nieuwe methode voor het verhogen van de skeletuniformiteit van monolietpakkingen voor de vloeistofchromatografie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het huidige project is erop gericht een generische techniek te ontwikkelen voor de verhoging van de scheidingskwaliteit van silica- en polymeermonolieten door de homogeniteit van hun skeletstructuur sterk te verbeteren. De voorgestelde techniek is gebaseerd op het idee om in plaats van de monolietsynthese te laten plaatsgrijpen in een open capillair of kolom, deze uit te voeren in een pré-gestructureerde ruimte, i.e., een ruimte waarin reeds op voorhand een starre, orde-inducerende structuur werd aangebracht. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Chemische Ingenieurstechnieken en Industriele Scheikunde
Onderzoekers: • GERT DESMET • Hamed EGHBALI
Niet-lineaire dynamica van enkelvoudige en gekoppelde halfgeleider ring lasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds hun ontwikkeling in de jaren 60 zijn halfgeleiders niet meer weg te denken uit onze hedendaagse informatiemaatschappij. Zij vervullen essentiële taken in het genereren, opslaan en uitlezen van digitale data met hoge bitsnelheid. Een speciale klasse hierin, nl. de halfgeleider ring lasers (SRLs) bieden beloftevolle integratietechnologie voor multi-gigabit optische telecommunicatie en ultrasnelle digitale verwerkingssystemen. De voordelen van de SRLs zoals snelle schakeltijd, lage schakelenergie, eenvoudige integratie, kleine dimensies en symmetrie in de set-reset dynamica, leveren een enorm potentieel voor de ontwikkeling van een nieuwe klasse van optische bistabiele devices. De ontwikkeling van bistabiele SRLs tot 'all-optical switching devices' vereist een diep begrip van de niet-lineaire processen die het dynamisch gedrag van deze lasertjes beheersen. We verrichten theoretisch onderzoek naar het bistabiele gedrag van SRLs, en naar de schakeldynamica van enkelvoudige én gekoppelde SRLs. Dit theoretisch onderzoek vindt plaats in nauwe synergie met experimenteel werk dat in de vakgroep TONA verricht wordt, o.a. in het kader van het zopas geselecteerde EU project IOLOS ("Integrated Optical Logic and Memory Using Ultrafast Micro-ring Bistable Lasers"). Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Lendert GELENS • JAN DANCKAERT
Berekening en interpretatie via Conceptuele DFT van redoxpotentialen met toepassingen in de biochemie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Binnen de kwantumchemie heeft Density Functional Theory (DFT) [1] een centrale plaats ingenomen. DFT gebruikt de elektronendichtheid _(r) als basis die alle informatie over een atomair of een moleculair systeem bevat. De fundamentele theorema's voor de ontwikkeling van de DFT werden geformuleerd door Hohenberg en Kohn [2]. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS • Jan MOENS
Rol van E-cadherine in tumor-geassocieerde macrofagen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt inzicht te krijgen in de fysiologische betekenis van E-cadherine expressie in macrofagen, zowel in normale als in pathologische condities, waarbij vooral belang zal worden gehecht aan TAM. Hierbij zal in eerste instantie een evaluatie gebeuren van macrofaag E-cadherine expressie en de daarop inspelende regulatiemechanismen in verschillende pathologieën, met specifieke aandacht voor tumoren. Vervolgens zullen de functionele aspecten van E-cadherine expressie onderzocht worden in macrofagen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Jan VAN DEN BOSSCHE • PATRICK DE BAETSELIER
Biofysische en structurele karakterisatie van bacteriële toxine/antitoxine-systemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doelstellingen Toxine/antitoxinesystemen omvatten een aantal eiwitten met interessante eigenschappen en vele subtiele interacties tussen toxine, antitoxine, doelwitten en DNA. De studie van de labiele antitoxines kan inzicht geven in de eigenschappen van eiwitten die in fysiologische omstandigheden ontvouwen zijn en in deze toestand hun rol vervullen. De interactie tussen toxine en doelwit geeft inzicht in essentiële systemen van het bacteriële metabolisme. De werking van CcdB is bijvoorbeeld gelijkaardig aan die van quinolone-antibiotica, maar het eiwit bindt op een andere site van het gyrase en zou dus aan de basis van een nieuwe klasse antibiotica kunnen liggen. Er zijn tevens aanwijzingen dat TAsystemen een rol spelen in multidrug-resistentie bij pathogene organismen. Dochtercel met plasmide Antitoxine Toxine Oorsprong van replicatie Functionele genen van het plasmide Degradatie Complex met inactief toxine TAmodule Doelwit actief + Doelwit uitgeschakeld Dochtercel zonder plasmide Groeivertraging en celdood Deling Deling Autoregulatie Doelwit actief + Concrete doelstellingen op korte termijn zijn: * Karakterisering van de binding van DNA door het antitoxine MazE. MazE heeft een modulaire structuur met een Cterminaal domein dat met het toxine MazF interageert, en een N-terminaal domein dat instaat voor de dimerisatie van het eiwit en de DNA-binding. Drie MazE-dimeren binden op drie aangrenzende DNA-sites in een gebied van ongeveer 45 baseparen. De afzonderlijke sites A, B en C en de combinaties AB en BC zullen geproduceerd worden door samenvoegen van complementaire synthetische oligonucleotiden. De binding van MazE op deze fragmenten zal gemeten worden om de sterkte van de individuele interacties te bepalen en mogelijke coöperativiteit tussen de sites vast te stellen. * Analyse van de compatibiliteit tussen verschillende systemen (chromosomaal/plasmide; E. coli/Vibrio). Deze analyse zal meer inzicht verschaffen over de evolutie van deze systemen en kan tevens waardevolle informatie geven over de haalbaarheid van de ontwikkeling van nieuwe antibiotica (drug design) en het te verwachten bereik aan soorten dat door deze antibiotica getroffen kan worden. Ook zal vastgesteld worden of er communicatie of interferentie tussen chromosoom- en plasmide-modules in eenzelfde cel optreedt. Het chromosomale toxine CcdBVf van Vibrio fisheri is reeds gezuiverd, en vertoont zeer gunstige eigenschappen voor kristallografische en calorimetrische studies. Op langere termijn worden de volgende doelstellingen nagestreefd: * Kristallisatie van een antitoxine/DNA-complex. De kristalstructuur van een complex tussen een antitoxine en een relevant fragment van het operator-DNA zou inzicht verschaffen in de regulatiemechanismen van TA-modules. De ervaring leert dat het kristalliseren van eiwit/DNA-complexen vaak grote uitdagingen stelt, maar een combinatie van modellering op basis van gekende structuren met de resultaten van de eerder vermelde bindingsstudies moet het mogelijk maken om het juiste DNA-fragment te identificeren. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LIEVEN BUTS
Quantitieve relatie tussen primaire structuur, stabiliteit, activiteit en functionaliteit voor het immunoglobuline variabele domein framework van enkel-domein antilichaam fragmenten van kameelachtigen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Streefdoel De laatste jaren groeit de interesse voor therapeutische en diagnostische toepassingen van antilichaam fragmenten gestaag. Het onderzoek focust hoofdzakelijk op het verbeteren van de antigen bindende eigenschap. Bij toepassing van deze fragmenten komen echter verschillende tekortkomingen aan het licht. De functionele eigenschappen van antilichaam fragmenten zoals stabiliteit, immunogeniciteit of shelf-life blijken nood te hebben aan verbetering. Antilichaam fragmenten zijn opgebouwd uit één of twee immunoglobuline variabele domeinen. De aminozuursequentie van dergelijk domein bestaat uit extreem hypervariabele gebieden (CDR-lussen) en redelijk geconserveerde regio's (framework). Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Dirk SAERENS
Computationele analyse van op carbon nanotube-gebaseerde (half)geleidende nanocomposietmaterialen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Objectieven en strategie Dit project beoogt inzicht te verkrijgen in de mechanismen van de incorporatie van carbon nanotubes in de polymeermatrix en de resulterende eigenschappen, door een computationeel model op te stellen van de opeenvolgende stappen van het productieproces van NT-gebaseerde nanocomposieten met behulp van de latextechnologie. Nauwkeurige analyse van de verschillende aspecten die de interactie van de NTs met de surfactant enerzijds en het polymeer anderzijds beheersen, zoals adsorptie op de NT wanden, de resulterende elektronische en transporteigenschappen, en de rol van de inherente structurele NT defecten, zal toelaten een algemeen model op te stellen van de NT interactie in nanocomposieten. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • GREGORY VAN LIER
Methodiekontwikkeling en opleiding coaches in het kader van het begeleidingsproject gemeenten ikv decreet decreet lokaal sportbeleid. (ISB) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Methodiekontwikkeling en opleiding coaches in het kader van het begeleidingsproject gemeenten ikv decreet decreet lokaal sportbeleid. (ISB) Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversitat des iles Balears_Gelens Lendert Vrije Universiteit Brussel Abstract: Photonic systems display a wealth of dynamical phenomena henceforth they are ideal testbeds to study nonlinear dynamics theoretically and experimentally. On the one hand, assuming that the spatial structure of the light ?eld does not change in time, one can study the temporal dynamics of nonlinear optical systems. For example, periodic or chaotic spike sequences have been observed in the output of lasers. On the other hand, during the last decades the study of spontaneously appearing patterns in photonic systems has also evolved into an effervescent ?eld. A wealth of spatial patterns has been found e.g. in broad-area lasers or in cells ?lled with sodium vapour. Most of these spatio-temporal phenomena encountered in optical systems can also be observed in a variety of other disciplines such as hydrodynamics, electrical discharges, chemical and biological systems, etc... because they essentially share the same mathematical formalism referring to universal concepts. In this work, we address both temporal and spatial dynamics in optical systems, employing tools from bifurcation theory, nonlinear dynamics and stochastic processes. In the first part, as an example of purely temporal dynamics, we study the dynamical behaviour of semiconductor ring lasers, recently recognized to be promising sources in photonic integrated circuits. In particular, the bistability between the two counter¬propagating modes allows to encode
digital information in the emission direction of ring lasers. For such applications, an understanding of the nonlinear dynamical behaviour is essential. Studying the underlying phase space structure, in combination with deter¬ministic and stochastic processes, leads us to an improved understanding of the bistable (in fact, multistable) regime and of the switching behaviour of semiconductor ring lasers. Our theoretical predictions have been successfully compared to experimental results. The second part of this thesis deals with a couple of selected topics in the field of spatially localized structures in extended photonic systems, also referred to as dissi¬pative solitons. Here, the presence of a nonlocal interaction between each part and its immediate surroundings, has important consequences on the dynamical behaviour. In this work, we unravel the fundamental principles and present a study of the bifurcation structure of dissipative solitons, including nonlocal interactions. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde • Natuurkunde • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • Guy VAN DER SANDE • Lendert GELENS • JAN DANCKAERT
Ontwikkeling van nieuwe peptidenconjugaten voor radiomerking. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project handelt over de synthese van gestabiliseerde radiogemerkte peptiden die kunnen gebruikt worden in de nucleaire oncologie voor de diagnose en therapie van verschillende kankertypen. Tot op heden spitste dit onderzoek zich voornamelijk toe op de ontwikkeling van radiofarmaca gebaseerd op stabiele analogen van neurotensine voor de diagnose van pancreas carcinoma. De analogen werden telkens gemerkt met 99mTc (CO)3 via een tridentaat histidine chelator (NaHis)Ac. Het neurotensine analoog dat beschikt over de beste farmacokinetische eigenschappen wordt momenteel klinisch geëvalueerd. Tijdens dit project stellen we ons doel de opgedane ervaring verder uit te bouwen naar andere targeting peptiden zoals bombesine, rhabdomyosarcoma binding peptide en GnRH, de famracokinetische eigenschappen van deze peptiden te optimaliseren door gebruik te maken van carbohydratatie, en alternatieve aanhechtingen van de van histidine tridentaat chelator te ontwikkelen die problemen van refioselectieve reacties moet verbeteren. Zo zullen oa een aantal triazool analogen, die eenvoudig te synthetiseren zijn via de Sharpless' click chemie, worden geëvalueerd voor het gebruik ervan als chelatoren voor 99mTc. Naast diagnotische toepassingen die gebruik maken van 99mTc worden tevens therapeutische toepassingen beoogd door de aanwending van de 188/186 Re, 67Cu, en 177 Lu radionucliden met hun geschikte chelatoren (NaHis)Ac, CPTA, DOTA, ... De keuze van het meest geschikte radionuclide voor therapie zal gebeuren op basis van de beste combinatie tussen devervaleienschappen en farmacologische eigenschappen van het peptide analoog. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Veronique MAES
W&T-beurs van M. Kocak: Karakterisering van atmosferische aërosolen binnen het project BIOSOL, met nadruk op de analyse door middel van ionenchromatografie. Universiteit Gent Abstract: Ionenchromatografie zal worden aangewend voor de bepaling van de C2-C5 dicarbonzuren, andere organische verbindingen met laag moleculair gewicht, en de belangrijkste wateroplosbare anorganische species in atmosferische aërosolmonsters van het BIOSOL project. BIOSOL aërosolmonsters zullen ook worden geanalyseerd voor organische, elementaire en water-oplosbare organische koolstof, en metingen in reële tijd van organische en elementaire koolstof zullen worden verricht in veldmeetcampagnes. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Willy Maenhaut
Enzymen betrokken bij de deglycosylatie en modificatie van cellulasen voor de productie van bio-alcohol Hogeschool Gent Abstract: Biobrandstoffen zijn alle brandstoffen van biologische oorsprong zoals bio-ethanol en bio-diesel. Bio-ethanol wordt rechtstreeks gewonnen uit suiker van suikerbieten of suikerriet en kan in België -evenwel dankzij subsidiaire steun - al bijgemengd worden in benzine. Maar op de medium tot lange termijn zal ligno-cellulose biomassa zoals stro, resthout, grassen en andere reststromen uit de landbouwsector en eventueel biomassa uit het consumentencircuit gebruikt moeten worden. Dit zijn dan de zogenaamde “tweede generatie” biobrandstoffen uit goedkope en ruim beschikbare bronnen. Het gebruik van deze biomassa is met de huidige conversiemethodes niet mogelijk. Hiervoor zijn nieuwe conversiestappen nodig, die ook tot nieuwe bio-componenten kunnen leiden. Om een nieuwe bio-raffinage industrie gebaseerd op lignocellulose reststromen rendabel te maken, en om het proces economisch competitief te maken met de fermentatie van zetmeel of suiker, moet de huidige kostprijs van de cellulasen gereduceerd worden. Door een vermindering van de productiekosten en een verhoging van de enzymwerking, werd reeds een 10-voudige reductie bewerkstelligd (voornamelijk door de enzymproducenten Genencor Inc. en Novozymes). Verdere kostreductie (tot 5 maal) zal evenwel nodig zijn om deze biobrandstoffen competitief te maken met petroleum afgeleide brandstoffen. Cellulase enzymen zijn de sleutel voor een efficiënte omzetting van biomassa omwille van (1) de hoge rendementen aan glucose die kunnen gehaald worden en (2) de mogelijkheid tot protein engineering om de kosten te reduceren. De filamenteuze schimmel Trichoderma reesei wordt aanzien als de belangrijkste producent van biomassadegraderende enzymen. De gesecreteerde cellulasen werken synergetisch met ßglucosidasen om cellulose af te breken tot glucose. In het conversieproces wordt de te lage reactiviteit en stabiliteit van de huidige cellulasen aanzien als één van de grote beperkingen. Verder wetenschappelijk onderzoek naar de werking van deze enzymen en naar de bepalende factoren voor hun stabiliteit is daarom essentieel om inzicht te verwerven naar de mogelijkheden om later de kostprijs van de cellulasen met een bijkomende factor te reduceren. In een voorafgaand doctoraatsonderzoek van Ingeborg Stals, promotor/begeleider van het projectvoorstel, aan het laboratorium voor Glycobiologie van Prof. em. M. Claeyssens van de Universiteit Gent (vakgroep BFM) werd vastgesteld dat de door T. reesei uitgescheiden cellulase-enzymen sterk geglycosyleerd zijn. De schimmel produceert echter ook een groot aantal hydrolasen die gedurende de fermentatie de cellulasen modificeren en soms volledig deglycosyleren. Met dit project wordt de invloed van glycosylatie op de werking van de cellulasen gesecreteerd door T. reesei bestudeerd en worden de enzymen betrokken bij de modificatie van cellulasen geïdentificeerd en gekarakteriseerd. Ook het endo-ß-N-acetylglucosaminidase (Endo T), dat reeds gezuiverd en geïdentificeerd werd tijdens voorafgaand onderzoek en onderwerp is van een patentaanvraag met promotor Ingeborg Stals als medeuitvinder, wordt verder onderzocht naar substraatspecificiteit, functie, verspreiding,... Dit enzym is een nieuwe en interessante activiteit voor T. reesei. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Ingeborg Stals
The real structure and microheterogenecity of complex vanadates and niobates studied by high-resolution electron microscopy. (beurs N. TARAKINA, Rusland) Universiteit Antwerpen Abstract: The real structure and microheterogenecity of complex vanadates and niobates studied by high-resolution electron microscopy. (beurs N. TARAKINA, Rusland) Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Advanced electron microscopy of superconducting high Tc materials. (beurs F. BEN AZZOUZ, Tunesië) Universiteit Antwerpen Abstract: Advanced electron microscopy of superconducting high Tc materials. (beurs F. BEN AZZOUZ, Tunesië) Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Duurzaam management van de Noordzee (SUMANOS) Symposium Universiteit Gent Abstract: SUMANOS clustert 4 Noordzeewetenschappelijke onderzoeksprojecten (MAREBASSE, TROPHOS, BALANS en GAUFRE) die hoewel verschillend qua thematiek onderling sterk verbonden zijn - zowel in relatie tot de inhoud als de gebruikte methodologie. De cluster tracht de potentiële synergieën te formalisieren op niveau van informatieuitwisseling, methodologie en onderzoekservaringen. Output omvat een gezamenlijke publicatie en symposium om de verschillende onderzoekspartners te stimuleren hun werk in een breder perspectief te plaatsen en te pogen de mono-disciplinaire benaderingen te doorbreken. Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Frank Maes
Projections of Polar Spaces Universiteit Gent Abstract: Eén van de centrale thema's van het project is het invoeren van nieuwe technieken voor de studie van meetkunden die ontstaan door projectie van een polaire ruimte, ingebed in een projectieve ruimte, op een hypervlak van deze ruimte. De bedoeling is om hierdoor stellingen te bewijzen die een anologon hebben voor het geval van de veralgemeende vierhoeken. Er zal hier in het bijzonder gebruik worden gemaakt van technieken uit de groepentheorie en eveneens van symmetrie-eigenschappen. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Frank De Clerck
Het verder ontwikkelen van de databank 'Klachten' Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de verdere ontwikkeling en uittesten van de databank 'klachten' voor het instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Deze databank heeft tot doel de behandeling van klachten en de rapportering ervan aan de overheden, te ondersteunen. De databank wordt opgebouwd in beide landstalen en moet een hulpmiddel zijn voor de registratie, conservatie en verwerking van klachten rond directe of indirecte discriminatie op basis van het geslacht -hierbij inbegrepen transseksualiteit-, pesterijen (als die verband houden met het geslacht van het slachtoffer) en ongewenst seksueel gedrag, welke onder de bevoegdheid van het instituut vallen. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Maryse Demoor • Guy De Tré
Het verder ontwikkelen van de Databank Klachten Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de finalisering van een databank voor het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Deze databank heeft tot doel de behandeling van klachten en de rapportering ervan aan de overheden, te ondersteunen. De databank werd opgebouwd in beide landstalen en moet een hulpmiddel zijn voor de registratie, conservatie en verwerking van klachten rond directe of indirecte discriminatie op basis van het geslacht en wordt in deze fase getest. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor • Guy De Tré
Intelligentie Data-integratie Services voor Actualisatie van Spatiale data (IDAS). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de praktische implementatie van automatische veranderingsdetectie van GRB-objecten op basis van beelddata en derivate producten (ortho, ZHR satellietbeelden, DEM, mobile mapping). Het project bevat twee aspecten: 1) definitie en implementatie van een kwaliteitsrapportering voor spatiale data 2) definitie en implementatie van een GIS-signaalfunctie op basis van beelddata
1) Definitie en implementatie van een kwaliteitsrapport voor spatiale data Kwaliteit is een belangrijk aspect van spatiale data. Een gedetailleerde en accurate inschatting van de datakwaliteit is van belang zowel voor de dataproducent als voor de eindgebruiker. De kwaliteit van geospatiale data is een evoluerend concept. Op eerste zicht lijkt het een eenvoudig concept maar het ontwikkelen van maten die een betekenisvolle beschrijving geven van de verschillende anomalieën in de data is niet vanzelfsprekend. Een voorbeeld hiervan is de positionele nauwkeurigheid van polygonen. Twee polygonen kunnen elkaar gedeeltelijk overlappen of vormverschillen vertonen, en de nauwkeurigheid die gerapporteerd moet worden is applicatieafhankelijk. Relatieve nauwkeurigheid is een ander aspect waar het ontbreekt aan goede definities. Een voorbeeld is de karakterisatie van de relatieve nauwkeurigheid van de kromming van bochten in wegen. In dit project wordt gekeken naar de definitie van maten voor absolute en relatieve spatiale kwaliteit in het kader van het gebruik van het GRB. Hierbij wordt aangesloten bij het bestaand GRB-keuringssysteem waar reeds enkele maten voor spatiale kwaliteit worden vooropgesteld. Deze maten worden opgenomen in het kwaliteitsrapport en uitgebreid met maten die op een meer genuanceerde manier uitspraak over kwaliteit kunnen vastleggen. Op basis van al deze maten kan een kwaliteitsrapportering gebeuren die op een gedetailleerde manier mutatieverandering binnen het GRB kan beschrijven. Hiernaast zal een methodologie opgesteld worden die beschrijft op welke manier dit rapport ahv automatische analysetechnieken kan geproduceerd worden binnen een GIS-omgeving. Deze technieken maken een vergelijking tussen vector/vector data en tussen vector/raster data. 2) Definitie en implementatie van een GIS-signaalfunctie op basis van beelddata Hierbij wordt vertrokken vanuit de producten GRBgis en GRBwegen, waarbij er GIS funkties ontwikkeld worden die de bevraging van deze datalagen toelaten in combinatie met onderliggende beeldlagen. Typische funkties zoals OVERLAP en CONTAIN kunnen dan toegepast worden om een bepaalde GRB objectlaag te kruisen met de relevante informatie in een beeldlaag (bv. een weg- of bebouwingsklasse). Het resultaat van de bevraging is een nieuwe vectorlaag van GRB objecten die voldoen aan de bevraging. Om deze bevraging uit te voeren wordt het beeld getransformeerd via pixel- en objectgebaseerde beeldclassificatie. Hierbij worden de imperfecties die kunnen optreden bij de classificatie (misclassificatie, spatiale onnauwkeurigheid, ontbrekende informatie) bijgehouden. Bij het uitvoeren van de GIS-funktie wordt informatie over deze imperfecties in rekening gebracht zodat de betrouwbaarheid van het eindresultaat in een apart attribuut van het resultaat wordt gedocumenteerd. Belangrijk is dat de set van GIS-funkties generisch is in twee opzichten. Enerzijds zijn ze uitbreidbaar naar alle huidige en toekomstige 2D/3D databronnen. Nieuwe databronnen worden geleverd met een bibliotheek van informatieklassen zodat voor de eindgebruiker het (moeilijke) classificatieproces onzichtbaar blijft. Anderzijds kan, door een set van GIS-funkties aan te bieden, de gebruiker zelf meer complexe veranderingen definiëren die optimaal gebruik maken van de relaties tussen de beschikbare vectorlagen en de informatie in de beeldlagen (bv. relaties tussen wegen en gebouwen), dit door een combinatie van de standaard GIS-funktionaliteit en de nieuwe GIS-funkties. De aspecten van inconsistentie en/of verandering die gesignaleerd worden zijn gelinkt aan de definitie van het kwaliteitsrapport dat ontwikkeld wordt. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde • Geografie
Onderzoekers: • Luca DEMARCHI • FRANK CANTERS • TIM VAN DE VOORDE
W&T-samenwerking Vietnam: Fytochemische en biologische studies van Viëtnamese kruidenmedicijnen voor de ontwikkeling van gezondheidsmiddelen van hoge kwaliteit. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project heeft de volgende objectieven: 1)Het bestuderen van natuurlijke componenten van plantaardige oorsprong, die interessante biologische activiteiten vertonen teneinde ze te gebruiken als nieuw geneesmiddel of in het farmaceutisch domein, b.v. als alternatieve zoetstoffen, nutraceuticals of ecologische insecticiden. 2)Het inventariseren van medicinale planten, folkoregeneesmiddelen en andere biologische bronnen van potentieel interessante moleculen 3)Het onderzoeken van de farmacologische efficaciteit van geselecteerde Vietnamese medicinale planten en folkoregeneesmiddelen met chemische en moleculair biologische technieken. 4)Het ontwikkelen van analytische aspecten voor de kwaliteitscontrole van kruidengeneesmiddelen: geschikte fingerprints van extracten for identificatie en kwaliteitscontroledoeleinden, en de kwaltitatieve bepaling van specifieke actieve componenten 5)Het ontwikkelen van gezondheidsproducten en/of lead molecules uit Vietnamese planten Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
MALDI-TOF en GPC analyses Universiteit Gent Abstract: Dow Benelux komt in het kader van deze dienstenovereenkomst op regelmatige basis analyses uitvoeren met het MALDI-TOF toestel en het GPC toestel ter karakterisering van hun polymeermaterialen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Opstelling van technisch verslag betreffende de werking van de diverse diensten aangeboden door Google INC. in context van de rechtszaak Copiepresse SCRL tegen Google Inc. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Opstelling van technisch verslag betreffende de werking van de diverse diensten aangeboden door Google INC. in context van de rechtszaak Copiepresse SCRL tegen Google Inc. Organisaties: • Informatica en Telecommunicatie
Onderzoekers: • JACQUES TIBERGHIEN
Verblijf navorsers aan VUB ikv Conceptual density functional theory : spin polarized systems and redox reactions Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dichtheidsfunctionaaltheorie of densiteitsfunctionaaltheorie (Engels: Density Functional Theory, DFT) is een kwantummechanische methode die wordt toegepast in de natuur- en scheikunde. De theorie wordt gebruikt bij het onderzoek naar de elektronenstructuur van grotere moleculen. Ook zijn er toepassingen voor het bestuderen van vaste stoffen en vloeistoffen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
GIFTEN aan de dienst voor betaling Els Marchand Vrije Universiteit Brussel Abstract: Arenco Pharmaceutica is een kleine onafhankelijke farmaceutische bedrijf dat een reeks van ß-artemether gebaseerd anti-malarials ontwikkeld heeft Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • JACQUELINE VERCAMMEN
Onderzoek naar de rol van het plekhm1 eiwit in de botafbraak. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject is er vooral op gericht om een inzicht te krijgen in de functie van het plekhm1 eiwit. Allereerst zullen we de expressie van het plekhm1 gen analyseren. De morfologie en de botresorptiecapaciteit van normale osteoclasten zal vergeleken worden met osteoclasten met een mutatie in het plekhm1 gen. Met behulp van confocale microscopie zal de subcellulaire lokalisatie van het plekhm1 eiwit achterhaald worden. Ten slotte zullen ook mogelijke bindingspartners van het plekhm1 eiwit opgespoord worden. Organisaties: • Medische genetica van obesitas en skeletaandoeningen (MGENOS)
Onderzoekers: • Liesbeth Van Wesenbeeck
Onderzoek naar de rol van "silent" Kv subeenheden in de insuline secretie. Universiteit Antwerpen Abstract: De secretie van insuline in de pancreas is sterk gereguleerd door ionen kanalen. Stijging van de glucose concentratie in het bloed veroorzaakt een depolarisatie van de ¿-cellen in de pancreas, wat uiteindelijk resulteert in de insulinesecretie. De repolarizatie van de ¿-cellen gebeurt voornamelijk door een traag inactiverende K+ stroom, IDR, en resulteert in een inhibitie van de insuline secretie. De IDR wordt in de ¿cellen voor ~2/3 gedragen door Kv2 bevattende kanalen; voorts verhoogt down-regulatie van Kv2.1 de glucose afhankelijke insuline secretie Er is echter aangetoond dat Kv2 kanalen heterotetrameren vormen met de leden van de Kv5-Kv11 subfamilies; deze laatsten zijn zelf niet in staat stroom te leveren en worden daarom ook wel "silent" subeenheden genoemd. Co-expressie met Kv2.1 resulteert in heterotetramere kanalen met eigenschappen die duidelijk te onderscheiden zijn van homotetramere Kv2.1 stromen. Er is reeds aangetoond dat Kv6.1, Kv6.2, Kv9.2, Kv9.3, Kv10.1 en Kv11.1 tot expressie komen in de pancreas. In dit project zullen we de rol van de "silent" subeenheden in de regulatie van de insuline secretie onderzoeken met behulp van insuline secreterende cellijnen en geisoleerde ß¿cellen. Met behulp van RT-PCR zal systematisch worden nagegaan welke "silent" subeenheden tot expressie komen. Via overexpressie en down-regulatie van deze subeenheden zal het effect op de insuline secretie en op de electrofysiologische eigenschappen van de cel worden nagegaan. We zullen tevens antilichamen aanmaken tegen de "silent" subeenheden om via immunohistochemie de exacte localisatie in de pancreas na te gaan en de interactie met Kv2.1 in vivo te bevestigen. Als laatste zullen transgene muismodellen (overexpressie en knock-out) worden aangemaakt en de werking van de ß¿cellen in deze muizen zal worden bestudeerd. Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Onderzoekers: • Natacha Ottschytsch
Analyse van dendrietmorfologie in het APP23 model voor de ziekte van Alzheimer. Universiteit Antwerpen Abstract: Gebruikmakend van een longitudinale, morfometrische studie van de dendrietmorfologie in het APP23 muismodel voor de ziekte van Alzheimer hopen wij vroegtijdige, en hoogstwaarschijnlijke subtiele, vormen van neuronale schade en neurodegeneratie aan te tonen. Resultaten zullen gecorreleerd worden met reeds vroeger door ons beschreven leeftijdsafhankelijke cognitieve deterioratie en amyloïdpathologie. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Debby Van Dam
Beschermend effect van het extracellulaire matrix eiwit 1 (ECM1) tegen beschadiging van de basale membraan van de huid: proof of concept. Universiteit Antwerpen Abstract: Het extracellulaire matrix eiwit 1 (ECM1) werd voor het eerst in het laboratorium voor Moleculaire Biotechnologie (UA) geïdentificeerd in 1994. Experimenteel werk van onze onderzoeksgroep en andere heeft aangetoond dat ECM1 betrokken is bij intrinsieke en extrinsieke veroudering van de huid. Het doel van dit project is om het beschermende effect van ECM1 op huidveroudering, fotoveroudering en littekenvorming (na verwonding) na te gaan gebruik makend van een in vitro model en transgene muizen (Ecm1 +/- heterozygoten en Ecm1 overexpresserende muizen). Organisaties: • Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Joseph Merregaert
Gezondheidseconomische evaluatie van de rotavirusvaccinatie (RV) van zuigelingen in België. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit rapport wordt een model gebruikt om te begrijpen hoe we de op dit moment beschikbare orale rotavirus vaccins (Rotarix® en RotaTeq®) in ons grootste voordeel kunnen gebruiken. In gezondheidseconomische evaluatie, zoals toegepast in dit rapport, wordt hetgeen het grootste voordeel is voor onze maatschappij gedefinieerd als de combinatie van interventies die leiden tot de grootste mogelijke gezondheidswinst, voor zoveel mogelijk mensen (d.i. het maximaliseren van de gezondheidswinst (hier hoofdzakelijk uitgedrukt als levensjaren en "voor kwaliteit van leven aangepaste levensjaren" of "gezonde levensjaren" (Quality Adjusted Life Year, QALY)), gegeven een beperkt budget. We hebben zowel de gepubliceerde internationale literatuur als de niet-gepubliceerde (grijze) literatuur nagekeken en bovendien een hele reeks Belgische epidemiologische en kostengegevens verzameld en geanalyseerd. Vervolgens werd een simulatiemodel ontwikkeld, dat we geparametriseerd en aangepast hebben, zoveel mogelijk aan de hand van Belgische gegevensbronnen. Hiermee werd dan gesimuleerd hoe effectief en kosteneffectief een veralgemeende vaccinatie van de Belgische zuigelingen met Rotarix® en RotaTeq® zou zijn. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Pierre Van Damme • Philippe Beutels • Jose Ramet
Rapportering van habitat status via aardobservatie en classificatietechnieken (HABISTAT). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is gericht op het ontwikkelen van een operationele methode om vegetatietypen en -overgangen in kaart te brengen, met als einddoel de toestand van habitats te bepalen. De voorgestelde technieken zijn voldoende algemeen om gelijk welk klassificatieprobleem via aardobservatie op verschillende toepassingen te ondersteunen. Onze focus ligt echter op de rapportering van de status van habitats, met als voorname toepassing de implementatie van de Europese richtlijn rond de Natura 2000 habitats. In aardobservatie hebben we dikwijls te maken met de beperkingen van de sensor. Er bestaat geen enkele sensor die zowel een optimale spectrale, spatiale als temporele resolutie bezit. De kartering van ecotopen is moeilijk zonder hyperspectrale data. De hyperspectrale satellitedata heft een geode ruimtelijke bedecking, maar heeft slechts een ruwe grondresolutie. Om de spatiale resolutie van satellietbeelden te verbeteren, stellen we een superresolutietechniek voor, die gebruik maakt van de complementiare informatie aanwezig in overlappende beelden. De conventionele classificatiemethoden voor de rapportering van habitats maken onvoldoende gebruik van de ruimtelijke en structurele dimensie. Een van de objectieven in dit project is juist om optimal gebruik te maken van de beschikbare sensoren. Spectrale informatie zal worden uitgebreid met ruimtelijke kenmerken (klassificatie van segmenten, contextuele kenmerken op basis van textuur). Door nabewerking van klassificatieresultaten (via clustering, regel-gebaseerde leerprocessen) zal de samenstelling van vegetatietypen worden bepaald. Dit is zowel van belang voor de diagnose van de huidige status van habitats, als voor modellering van de toekomstige evolutie ervan. Het vernieuwende aan dit voorstel is vooral de combinatie van deze verschillende technieken om de beschikbare gegevens ten volle te benutten. Meer dan een loutere verbetering van "state of the art" technieken als het inzetten van ruimtelijke kenmerken en superresolutie, wil dit project vooral het effect ervan nagaan op de nauwkeurigheid van de klassificatie. Daarbij zal het klassificatiekader worden verbeterd door de introductie van "ensemble classifiers". Het doel is daarbij om na te gaan in hoeverre dit type van classifier operationeel inzetbaar is met betrekking tot stabiliteit, nauwkeurigheid, gebruiksgemak en rekentijd. De ontwikkelde algoritmen and methoden voor de rapportering van de toestand van de habitats zullen specifiek worden geintegreerd en getest voor de rapportering van de status van Natura 2000 habitats in de "Special Areas for Conservation" (SACs). Hoewel deze proposal sterk is gericht op methodologie, spelt de eindgebruiker een voorname rol. Deze zal de ontwikkeling sturen en ook bepalen welke resultaten worden verwacht. INBO en Alterra, beide actief betrokken bij de implementatie van de EU directieve voor de rapportering van Natura 2000 habitats in het bijzonder, en de kartering van vegetatie en habitats in het algemeen, zijn ideal geplaatst om de noden van de eindgebruiker te kennen. Dit inter-disciplinair voorstel is uniek omdat het de rapportering van de status van habitats met behulp van nieuwe en vergevorderde aardobservatietechnieken op een operationele manier benadert. De eindresultaten zullen bepalend zijn voor toekomstige methoden om biodiversiteit te bepalen en habitats op te volgen. Op technisch gebied zullen de resultaten onder andere interessant zijn voor de verdere ontwikkeling van nieuwe algemenemethoden binnen het gebied van de aardobservatie. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders
Design and Engineering of the Future Generation Internet. Towards convergent multi-service networks (EURO-FGI). Universiteit Antwerpen Abstract: Design and Engineering of the Future Generation Internet. Towards convergent multi-service networks (EURO-FGI). Organisaties:
• Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia
Time-of-Flight LC-MS systeem Universiteit Gent Abstract: Dit projectvoorstel heeft betrekking op de aanschaf van een time-of-flight (TOF) LC-MS systeem. Een vlotte uitvoering van alle lopende projecten wordt sterk bemoeilijkt door het niet voorhanden zijn van moderne LC-MS apparatuur, die cruciaal is voor de identificatie van de gesynthetiseerde verbindingen, het bepalen van de zuiverheid van de eindproducten en reactiemonitoring. Een TOF systeem maakt hoge-resolutie massaspectrometrie mogelijk, wat de structuuropheldering van onbekende producten sterk kan vereenvoudigen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Optimalisatie van MAPPIT, een twee-hybride methode in humane cellen Universiteit Gent Abstract: MAPPIT laat detectie van eiwit-eiwti interacties to in humane cellen. Het principe is gebaseerd op comlementatie van een signaaldeficiënte cytokinereceptor, met afgelezing op basis van een rapporteergen. In dit project zal directe detectie van de signaaltransducerende molecule (fosfoSTAT3) geëvalueerd worden. Dit is mogelijk door het gebruik van specifieke antilichamen geconjugeerd met fluoroforen die exciteren in het infrarood. Dit zal tijd- en kostenbesparend zijn en opent de weg naar automatisatie van het procédé. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier
Spectroscopische ellipsometer Universiteit Gent Abstract: Het project betreft een BOF-uitrustingskrediet voor de aankoop van een spectroscopische ellipsometer. Dit toestel kan gebruikt worden om de morfologie (dikte, ruwheid, prositeit) en optische eigenschappen (brekingsindex) van dunne lagen te meten. Het voorgestelde toestel heeft een meetbereik van 245-1690nm, en voorziet in de mogelijkheid om in situ metingen uit te voeren tijdens depositie en/of uitgloeien van dunne lagen. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Serge Hoste • Katrien Strubbe • Dries Van Thourhout • Christophe Detavernier
Microscopie als onderzoeksinstrument in het Fanerzoïcum Universiteit Gent Abstract: Fanerzoïsche microfossielen met organische wanden worden frequent gebruikt voor relatieve dateringen, reconstructie van het paleomilieu en de afzettingsgeschiedenis. De palynologische analyses van de sedimenten wordt uitgevoerd via lichtmicroscopie. Het voorgestelde project omhelst de aankoop van een lichtmicroscoop van hoge optische kwaliteit en een specifieke binoculaire stereomicroscoop. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers • Stephen Louwye
FT-IR spectrometer voor gas- en oppervlakteanalyse Universiteit Gent Abstract: Er wordt een performante FT-IR spectrometer aangevraagd die zowel in staat is om de samenstelling van gasmengsels met vluchtige organische stoffen (VOS) te bepalen tot op ppm niveau, als om de chemische bindingen op het oppervlak van polymeren (films) en textiel (vezels en non-wovens) te karakteriseren. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Christophe Leys • Rino Morent
Computerinfrastructuur voor moleculaire modellering Universiteit Gent Abstract: Bijkomende 64-bit rekenstations worden aangevraagd om de computationele onderzoeksactiviteiten van het Centrum voor Moleculaire Modellering (CMM) op niveau te kunnen voortzetten. Toepassingen situeren zich in de chemical engineering enmateriaal fysica (nieuwe katalysatoren, ?). Wetenschappelijke projecten binnen het CMM kunnen worden ondergebracht in drie categorieën: Chemische Kinetiek, Spectroscopische grootheden in gecondenseerde materie en Studie van nieuwe materialen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Michel Waroquier • Veronique Van Speybroeck
Bioplotter 'rapid prototyping' technologie voor het ontwikkelen van poreuze interconnectieve 3D draagstructuren voor weefselregeneratie Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde project heeft als doel om met behulp van de Bioplotter 'rapid prototyping' technologie 3D poreuze interconnectieve polymeer draagstructuren te ontwikkelen die zullen worden aangewend voor het ondersteunen en/of sturen van weefselherstel. De aanvraag tot basisuitrusting betreft een samenwerking tussen verschillende onderzoeksgroepen binnen de Universiteit Gent en de Hogeschool
Gent. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Etienne Schacht • Luc Van Hoorebeke • Herman Favoreel • Peter Dubruel
Het integreren van radarteledetectie, hydrologische en hydraulische modellering voor het beheer van oppervlaktewater Universiteit Gent Abstract: Een belangrijk aspect in het waterbeheer is de voorspelling van overstromingen. Hydrologische en hydraulische modellen worden hierbij ingezet voor het simuleren van het rivierdebiet, en de oppervlakte en het waterpeil van overstromingsvlaktes. Teledetectiegegevens kunnen worden aangewend om de nauwkeurigheid van voorspellingen te verbeteren. Nieuwe strategiën werden verkend om teledetectie, hydrologische en hydraulische modellering te integreren met het oog op waterbeheer. Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Niko Verhoest
Euro-FGI: Ontwerp van het Future Generation Internet voor multiservice netwerken Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het netwerk Euro-FGI is het ontwikkelen en in stand houden van een vooraanstaand excellentiecentrum op het vlak van het ontwerp vna het Future Generation Internet (FGI), dat fungeert als een collectieve denktank, een belangrijke ondersteuning biedt voor de Europese industrie en tot een Europees leiderschap op in dit domein kan leiden. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel • Bart Dhoedt • Sabine Wittevrongel
Detectie van endocriene disruptors: ontwikkeling van nieuwe vaste fase extractie systemen Universiteit Gent Abstract: Endocriene disruptors (EDC's) zijn milieuverontreinigende stoffen die een endocriene activiteit vertonen. Een verhoogde kans op kanker, verstoring van ontwikkeling van kinderen en verlaagde mannelijke vruchtbaarheid worden toegeschreven aan EDC's. Het project beoogt een efficiënte samenwerking tussen synthetische organisch-chemici, polymeerchemici en specialisten in scheidingstechnieken en structurele karakterizering voor het ontwerp van nieuwe vaste fase extractie systemen voor EDC's. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Simulatiemodellen voor waterstofbehandelingsprocessen van zware koolwaterstoffen Universiteit Gent Abstract: Dit project kadert in de verderzetting van de activiteiten rond waterstofbehandelingsprocessen zoals hydrokraken, hydrogenering, ontzwaveling, ontstikstoffing, ? Dit project heeft tot doel de functionaliteit van bestaande simulatiemodellen te verbeteren en uit te breiden. In het bijzonder zal aandacht besteden worden aan de fundamenteel kinetische modellering van de hydrogenering van aromaten en de inpassing hiervan in een simulatiemodel voor een industriële reactor. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
Verbetering van Warhol User Interface 'Usability' Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract betreft een onderzoekscontract in het kader van een IWT-contract tussen het EDM en Punch Graphix N.V.. Het heeft betrekking op de periode van 01.12.2006 tot 31.03.2009. Het beoogt de verbetering van de Warhol user interface. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Karin CONINX • Jan VAN DEN BERGH
Biodiversiteit en de metagenoom: het voorbeeld van cocoa fermentatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie mbt de biodiversiteit van Cocoa Organisaties: • Industriêle Microbiologie • Microbiële Interacties
Onderzoekers: • Luc DE VUYST • PIERRE CORNELIS
Measuring and modeling urban dynamics : impact on quality of life and hydrology Meting en modellering van stedelijke dynamiek : impact op levenskwaliteit en hydrologie (MAMUD) Mesure et modélisation de la dynamique urbaine: impact sur la qualité de ... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Stedelijke groeiprocessen in de voorbije decennia hebben een sterke impact op de menselijke en natuurlijke omgeving, en beklemtonen de nood aan een meer efficiënt beheer van de stedelijke ruimte, gebaseerd op duurzame ontwikkeling. De probleemanalyse, de planning en de implementatie van een beleid gericht op duurzaamheid vereisen echter betrouwbare en voldoend gedetailleerde informatie met betrekking tot de stedelijke omgeving en haar dynamiek, evenals kennis omtrent de oorzaken, het verloop en de effecten van stedelijke verandering. Remote sensing beeldmateriaal vormt een interessante databron voor de opvolging en de modellering van stedelijke groeiprocessen en hun impact op de omgeving. Met de recente lancering van hoge-resolutie sensoren zoals Ikonos en Quickbird, die een meer gedetailleerde kartering van complexe urbane gebieden mogelijk maken, is het potentieel van satellietteledetectie voor stedelijke toepassingen sterk toegenomen. Tegelijkertijd biedt subpixel analyse van gegevens, afkomstig van sensoren als Landsat TM/ETM+, ... aan de hand van spectrale ontmengingsmethoden interessante mogelijkheden voor een meer efficient gebruik van tijdreeksen van medium-resolutie beeldmateriaal in het kader van het opvolgen en modelleren van processen van stedelijke groei. Zowel recente, hoge resolutie (HR) gegevens, als medium-resolutie (MR) tijdreeksen worden in dit project aangewend, onafhankelijk van elkaar en in combinatie, om de opvolging en modellering van stedelijke groeiprocessen te verbeteren, dit door de koppeling van innovatieve karteringsmethoden, gebaseerd op remote sensing, aan ruimtelijke structuuranalyse en ruimtelijk-dynamische modellering. Een van de belangrijkste objectieven van het onderzoek is na te gaan hoe ruimtelijke structuuranalyse van via remote sensing bekomen informatie kan bijdragen tot een objectieve beschrijving van het stedelijk landschap die bruikbaar is voor intra-urbane en inter-urbane vergelijkingen, en voor urbane veranderingsanalyse. Om dit te realiseren worden nieuwe maten gedefinieerd om stedelijke structuren te karakteriseren, inclusief maten die gebaseerd zijn op de kartering van gradiënten van stedelijke bodembedekking (bijv. dichtheid van de bebouwde ruimte), bekomen door sub-pixel classificatie van medium-resolutie beeldmateriaal of aggregatie van hoge-resolutie karteringen van stedelijke bodembedekking. Terwijl de meeste op remote sensing gebaseerde studies rond stedelijke morfologie zich beperken tot 2-dimensionele structuren, wordt in dit onderzoek ook gebruik gemaakt van stereoscopie en multiscopie om informatie omtrent de verticale dimensie van stedelijke ruimten te bekomen, die vanzelfsprekend belangrijk is om stedelijke structuren te karakteriseren. De analyses van stedelijke structuur worden gebruikt voor de historische calibratie van een ruimtelijk-dynamisch landgebruiksmodel van het type cellular automata, gebaseerd op het EU-MOLAND model, één van de meest geavanceerde modellen van dit type. Dit moet toelaten de calibratie van het model te verbeteren. Het onderzoek concentreert zich op twee stedelijke gebieden binnen Europa (Dublin, Istanbul) die deel uitmaken van het MOLAND project. De betrokkenheid van JRC als partner verzekert de beschikbaarheid van tal van data die erg belangrijk zijn voor de uitvoering van het onderzoek. De uit remote sensing afgeleide gradiënten en structuurmaten, en de output van de modellering van landgebruiksveranderingen voor Dublin en Istanbul, worden gebruikt om de impact van urbane dynamiek op bevolkingsdichtheid en -spreiding en op de kwaliteit van de omgeving te analyseren. Een belangrijk deel van het onderzoek spitst zich ook toe op de gevolgen van stedelijke groei op runoff. Calibratie van het gebruikte runoff model wordt gebaseerd op een data-assimilatie benadering, waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van informatie omtrent bodembedekking en evapotranspiratie, afgeleid uit de beschikbare tijdreeks van RS data. Op basis van de resultaten van de modellering zal het risico op overstroming voor alternatieve scenario's van ruimtelijke ontwikkeling ingeschat worden, hierbij uitgaand van de resultaten van de simulatie van landgebruiksveranderingen. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • OKKE BATELAAN • FRANK CANTERS • TIM VAN DE VOORDE • Boud VERBEIREN
Rapportering van habitat via aardobservatie en classificatietechnieken (HABISTAT) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is gericht op het ontwikkelen van een operationele methode om vegetatietypen en overgangen in kaart te brengen, met als einddoel de toestand van habitats te bepalen. De voorgestelde technieken zijn voldoende algemeen om gelijk welk klassificatieprobleem via aardobservatie op verschillende toepassingen te ondersteunen. Onze focus ligt echter op de rapportering van de status van habitats, met als voorname toepassing de implementatie van de Europese richtlijn rond de Natura 2000 habitats. In aardobservatie hebben we dikwijls te maken met de beperkingen van de sensor. Er bestaat geen enkele sensor die zowel een optimale spectrale, spatiale als temporele resolutie bezit. De kartering van ecotopen is moeilijk zonder hyperspectrale data. Hyperspectrale satellietdata hebben een goede ruimtelijke bedekking, maar hebben slechts een ruwe grondresolutie. Om de spatiale resolutie van satellietbeelden te verbeteren, stellen we een superresolutietechniek voor, die gebruik maakt van de complementaire informatie aanwezig in overlappende beelden. De conventionele classificatiemethoden voor de rapportering van habitats maken onvoldoende gebruik van de ruimtelijke en structurele dimensie. Een van de objectieven in dit project is juist om optimaal gebruik te maken van de beschikbare sensoren. Spectrale informatie zal worden uitgebreid met ruimtelijke kenmerken (klassificatie van segmenten, contextuele kenmerken op basis van textuur). Door nabewerking van klassificatieresultaten (via clustering, regel-gebaseerde leerprocessen) zal de samenstelling van vegetatietypen worden bepaald. Dit is zowel van belang voor de diagnose van de huidige status van habitats, als voor modellering van de toekomstige evolutie ervan. Het vernieuwende aan dit voorstel is vooral de combinatie van deze verschillende technieken om de beschikbare gegevens ten volle te benutten. Meer dan een loutere verbetering van "state of the art" technieken als het inzetten van ruimtelijke kenmerken en superresolutie, wil dit project vooral het effect ervan nagaan op de nauwkeurigheid van de klassificatie. Daarbij zal het klassificatiekader worden verbeterd door de introductie van "ensemble classifiers". Het doel is daarbij om na te gaan in hoeverre dit type van classifier operationeel inzetbaar is met betrekking tot stabiliteit, nauwkeurigheid, gebruiksgemak en rekentijd. De ontwikkelde algoritmen en methoden voor de rapportering van de toestand van habitats zullen specifiek worden geintegreerd en getest voor de rapportering van de status van Natura 2000 habitats in de "Special Areas for Conservation" (SACs). Hoewel deze proposal sterk is gericht op methodologie, speelt de eindgebruiker een voorname rol. Deze zal de ontwikkeling
sturen en ook bepalen welke resultaten worden verwacht. INBO en Alterra, beide actief betrokken bij de implementatie van de EU directieve voor de rapportering van Natura 2000 habitats in het bijzonder, en de kartering van vegetatie en habitats in het algemeen, zijn ideal geplaatst om de noden van de eindgebruiker te kennen. Dit interdisciplinair voorstel is uniek omdat het de rapportering van de status van habitats met behulp van nieuwe en gevorderde aardobservatietechnieken op een operationele manier benadert. De eindresultaten zullen bepalend zijn voor toekomstige methoden om biodiversiteit te bepalen en habitats op te volgen. Op technisch gebied zullen de resultaten onder andere interessant zijn voor de verdere ontwikkeling van nieuwe algemene methoden binnen het gebied van de aardobservatie. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde
Onderzoekers: • Jianglin MA • FRANK CANTERS • Cheung Wai CHAN
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2006: Ontwerpen, realiseren en implementeren van geïntegreerde practica-projecten voor verschillende opleidingen. Case-study: toepassen van licht in onderzoek in wetenschappen en toegepaste wetenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: - De projecten zijn gebaseerd op samenwerking van verschillende instellingen; - de instellingen leveren zelf ook een financiële bijdrage aan het project; - de resultaten van het project zijn vrij te gebruiken door alle instellingen voor hoger onderwijs en onderzoek Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • Jean DE GREVE
Directe analyse van vaste materialen via elektrothermische vervluchtiging (ETV) en laser ablatie (LA) - sector veld ICPmassaspectrometrie Universiteit Gent Abstract: Gebruik van elektrothermische vervluchtiging (ETV) en laser ablatie (LA) als monsterintroductiesystemen gekoppeld aan sector veld ICPmassaspectrometrie (ICP-SFMS) voor de directe spoorelementenanalyse van vaste materialen (solid sampling). Gebruik van hogere massaresolutie om spectrale interferenties te vermijden. Koppeling, methode-optimalisatie en -validatie en gebruik voor real-life toepassingen. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Gezondheidseffecten van fijn stof in relatie met fysisch-chemische karakteristieken en meteorologie. (PARHEALTH) Universiteit Antwerpen Abstract: Gezondheidseffecten van fijn stof in relatie met fysisch-chemische karakteristieken en meteorologie. (PARHEALTH) Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Project Popularisering Wetenschap, Techniek en Technologische Innovatie "Monumentale Scheikunde". Universiteit Antwerpen Abstract: Project Popularisering Wetenschap, Techniek en Technologische Innovatie "Monumentale Scheikunde". Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
Geïntegreerde risico-analyse en monitoring van micropolluenten in Belgische kustwateren (INRAM) Universiteit Gent Abstract: Doelstellingen project: 1) de milieuconcentraties van gekende en opkomende prioritaire stoffen meten 2) een onderzoeksstrategie ontwikkelen en toepassen op basis van verschillende technieken en met verschillende doeleinden 3) ecologische effecten en transfer in de voedselketen vaststellen 4) een kader en toolbox ontwikkelen voor het inschappen en volgen van de antropogene druk op aquatische ecosystemen Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid
Onderzoekers: • Hubert De Brabander • Herlinde Noppe
Intelligente materialen voor omzetting, stockering en besparing van energie met behulp van "Zachte Chemie" Universiteit Gent Abstract: Met behulp van sol-gel processing, hydrothermale processing, templating, wet chemical depostition en densificatie worden materialen ontworpen met relatie tot productie, stockage en transport van energie. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Serge Hoste • Isabel Van Driessche
Microbiële diversiteit en metaalfluxen in gecontamineerde Noordezeesedimenten - MICROMET (Fase 1 en Fase 2) Diversité microbienne et flux de métaux dans les sédiments contaminés de la mer du Nord.
(Phase 1 + Phase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Micromet Fase 1 & 2 Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS • MARTINE LEERMAKERS
Macrophyten en nutriënt dynamiek: proces en veldstudies in de bovenlopen van rivieren - MANUDYN II. (FASE 1 en Fase 2) Macrophytes and nutrient dynamics: process and field studies in the upper reaches of river basins - MANUDYN II. (FASE 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De troebelheid in onze rivieren is in het algemeen sterk gedaald sinds de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI's) werkzaam zijn. De verhoogde lichtbeschikbaarheid heeft het kiemen en daaropvolgend de groei van waterplanten mogelijk gemaakt. Enorme biomassa's waterplanten ontwikkelen zich doordat de beschikbare anorganische nutriëntenconcentraties (NH4+, NO2-, NO3- en PO43-), deels afkomstig van intensieve landbouw maar ook van huishoudelijk en industriële activiteiten wegens onze dichtbevolkte regio's, nog steeds vrij hoog zijn. De aanwezigheid van deze macrofyten wijzigt de hydraulische eigenschappen van de rivieren in die zin dat waterafvoer gehinderd wordt en het risico op overstromingen sterk verhoogt (Sand-Jensen, 1998; Stephan & Gutknecht, 2002; Trepel et al., 2003). Een van de meest gebruikte beheersmaatregelen is dan ook het maaien van de macrofyten om overstromingen in bebouwde gebieden te vermijden. Het Manudyn I project heeft zich vooral gefocused op de rol die macrofyten hebben in de nutriëntcyclering in het Netebekken. Resultaten tonen dat macrofyten wel degelijk een impact hebben op de nutriëntenbalans in rivieren. Bijkomend is er aangetoond dat bepaalde macrofyten ook zware metalen uit het sediment, zoals koper, opnemen en die dus een belangrijke, natuurlijk zuiverende rol kunnen spelen. Toch zijn de onderliggende mechanismen die deze macrofyt-nutriënt interacties beïnvloeden niet helemaal duidelijk. Opname mechanismen en nutriëntbronnen (sediment of oppervlaktewater), de opslag in de plant en eventueel de vrijstelling van nutriënten en metalen in het water zijn slechts vaag gedefinieerd. Worden nutriënten en metalen vooral in de biomassa van de macrofyten opgeslagen? Of kunnen zij beschouwd worden als een overgangscompartiment die nutriënten en metalen oppompen om deze daarna af te geven aan de waterfase? En wat gebeurt er wanneer de macrofyten afsterven in het najaar? Wat is de invloed van temperatuur en lichtintensiteit op de groei en het afsterven van macrofyten? Verder toonde het Manudyn I project dat er duidelijke verschillen bestaan in het opnamegedrag tussen verschillende macrofytensoorten. Het Manudyn II project zal zich daarom vooral toespitsen op processtudies. Het doel is hier om duidelijkheid te scheppen over de opname, de opslag en de vrijstelling van nutriënten en metalen gerelateerd aan de groei en het afsterven van enkele veel voorkomende macrofyten en deze relaties te beschrijven. De resultaten zullen gebruikt worden om nieuwe modellen te ontwikkelen die processen op verschillende schaalniveaus beschrijven en om de modellen uit het eerste Manudyn project te verfijnen. Dit project zal uitgevoerd worden aan de hand van verschillende werkpakketten. Het eerste werkpakket zal alle kleinschalige experimenten omvatten, namelijk op het niveau van één enkel individu van een macrofytensoort. Het tweede werkpakket pakt het onderzoek op het niveau van een macrofytenpatch aan en het derde werkpakket bestaat uit veldexperimenten met verschillende macrofytenpatches. In een vierde en laatste werkpakket zullen de resultaten modelmatig en op verschillende schalen benaderd worden. Eén van de doelstellingen van het eerste werkpakket bestaat erin fluxen van opname/afgifte van nutriënten voor sommige macrofytensoorten en algen te definiëren als functie van lichtintensiteit, temperatuur en van NH4+ en NO3- concentraties. O2 and CO2 productie of verbruik zal nagegaan worden met een foto bioreactor systeem. Deze experimenten zullen uitgevoerd worden in korte tijdsspannes en op verschillende tijdstippen in het groeiseizoen met isotopische verdunningstechnieken. De groei, het afsterven en de concentraties aan N, P en C in de biomassa van de planten zullen bestudeerd worden groei- en decompositie-experimenten op lange termijn (verschillende maanden) als functie van lichtintensiteit, temperatuur, NH4+ en NO3- concentraties en ook de invloed van bacteriën en fungi zal getest worden. Verder zal de interactie tussen macrofytenwortels en het sedimentporiënwater, aangaande de nutriënten, onderzocht worden door het sediment en de wortels te scheiden van het oppervlaktewater en de bovengrondse biomassa. Dit zal zowel met artificieel als met reëel sediment gebeuren. Om deze strict macrofyt gerelateerde nutriënt- en elementprocessen te begrijpen, is het noodzakelijk dat ook de epibenthische uitwisseling tussen sediment (zonder macrofyten) en water gekend is. Deze experimenten zullen in cilindrische potten uitgevoerd worden. Bovendien wordt de interactie plant-sediment-water ook in situ uitgevoerd met speciaal daarvoor voorziene cilindrische potten die rond de macrofyten in het veld worden geplaatst. Om deze drie voorgenoemde processen te achterhalen, worden isotopische technieken gebruikt. Een aantal extra expirementen zullen worden uitgevoerd om de relatie tussen koper en sommige macrofytensoorten te achterhalen. Koperverontreinigde sedimenten met macrofyten zullen vergeleken worden met niet-verontreinigde sedimenten met macrofyten en hetzelfde zal vergeleken worden zonder macrofyten. Koper zal in alle compartimenten opgevolgd worden; het poriewater van het sediment, het oppervlaktewater en in de biomassa. In het tweede werkpakket zal het effect van variabele hydraulische condities onderzocht worden door middel van isotopische technieken. In een grote stroomgoot zullen verschillende stroomsnelheden opgelegd worden om nutriëntopname en O2/CO2 productie of consumptie na te gaan op verschillende locaties in macrofytenpatches met verschillende dichtheden. In de tweede plaats zal de brekingssterkte van enkele macrofytensoorten bepaald worden. In het derde werkpakket zal nutriëntopname in situ, in twee riviersecties met macrofytenpatches (één sectie in de Aa en één in de Semois), onderzocht worden. Twee types van veldstroomgoten zullen opgesteld worden in elke riviersectie: het eerste type zal de afvoer in de ene stroomsectie doen versnellen, het tweede type zal in de parallelle stroomsectie de stroming doen vertragen. Isotopische technieken zullen gebruikt worden om verschillen in opname tussen de types veldstroomgoten na te gaan en op verschillende locaties in de macrofytenpatches. Het modelerings werkpakket bestaat uit twee belangrijke doelstellingen: een instrument voor data en experiment analyse en de ontwikkeling van dynamisch mechanistische macrofyt modellen, met als eindproduct een gebruiksvriendelijk instrument voor waterbeheerders dat antwoorden biedt op de rol van macrofytendynamiek op waterkwaliteit in rivieren. Modellen zullen op verschillende niveaus ontwikkeld worden, gaande van macrofyt groeimodellen van verschillende species tot modellen in functie van omgevingscondities (licht, nutriënten, ...) via het gedrag in patches tot de integratie ervan op ecosysteemniveau. Het ecosysteemmodel van een rivier met macrofyten kan gebruikt worden als een middel om scenario's te bestuderen van macrofytenverwijdering en daarmee het effect op nutriëntenopslag of -verwijdering en van het schatten van het functioneren van een ecosysteem na herstelprojecten. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Ontwikkeling van n-type polymeren als een alternatief voor oplosbare C60 derivaten en hun gebruik in organische zonnecellen Acronym: SolarNtype Universiteit Hasselt Abstract: Het netwerk solarNtype zal bijdragen aan het ontwerp, de synthese en het testen van apparatuur in de nieuwe oplossing- verwerkbaar-ntype "electron acceptor" geconjugeerde polymeren, die gebruikt worden als alternatief voor kleine C60 derivaten voor toepassing in organische zonnecellen. Algemene onderzoeksdoelstellingen: -Het gebruik van acceptor polymeren als alternatief voor de C60 en PCBM kan anticiperen op een aantal doorbraken in de controle van de langetermijn dunne film morfologie in organische bulk heterojunction zonnecellen en andere vormen van organische apparaten op basis van polymeren. -Het gebruik van polymeer / polymeer mengsels zorgt voor een gemakkelijkere en goedkopere verwerkbaarheid op grote schaal - Het bestaan van alternatieve materialen voor de acceptor PCBM voorkomt eventuele toekomstige monopoliesituaties wanneer organische bulk heterojunction zonnecellen worden gecommercialiseerd. Een sterke multidisciplinaire en intersectorale aanpak is een doel van het netwerk met een hoge mate van integratie in een brede waaier van competenties: chemie, analytische analyse, de elektrische en optische karakterisatietechnieken, toestel- fabricage en up-scaling technologie. Dit alles in een context van voortdurende interactie en samenwerking tussen de verschillende sectoren van activiteit: universiteiten, internationale onderzoeksinstituten en gerenommeerde industriële ondernemingen (KMO's). Het SolarNtype netwerk stelt de volgende uitdagende doelstellingen: 1. Een sterke interdisciplinaire en intersectorale aanpak, met een hoge mate van interactie, is van essentieel belang voor het netwerk. De synergie van de know-how aanwezig in de verschillende onderzoeksgroepen, allemaal met een sterke internationale reputatie in hun subvelden, zal zorgen voor een snelle vooruitgang en doorbraak, en zal de juiste omstandigheden voor de technische vooruitgang en de opleidings- taken op dit fundamenteel belangrijk onderzoeks- domein creëren. 2. Het verstrekken van opleiding en onderzoekservaring voor jonge pre-doctorale en postdoctorale onderzoekers door hen de gelegenheid te geven om tijd te besteden in een ander land als onderdeel van een internationaal hoogwaardig onderzoeksproject. Het netwerk draagt bij aan de overdracht van kennis door middel van interactie en uitwisseling van onderzoekers en door het organiseren van netwerk-evenementen op basis van praktische handleidingen over verschillende thema's. De jonge onderzoekers zullen hun resultaten aan de rest van het netwerk kunnen presenteren door regelmatig bijeenkomsten. Dit netwerk richt zich op onderzoek naar nieuwe materialen met n-type eigenschappen voor organische zonnecellen, maar de technieken waarin jonge onderzoekers zullen worden opgeleid, zijn van toepassing op alle halfgeleidende onderzoeksgebieden (LED's, field-effect transistors, biosensoren, etc) , dewelke snel opkomende technologieën zijn. 3. Verspreiding van de door het netwerk verworven kennis aan de Europese industrie door middel van publicatie in internationale tijdschriften en recensies, de presentatie van de resultaten op workshops, internationale congressen en symposia. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Peter ADRIAENSENS • Laurence LUTSEN
Toepassingen, behoeften, modellen voor breedband in cultuur - werkpakket 2: breedbandbehoeften in de culturele sector Universiteit Gent Abstract: Het invateriseren van de behoeften van instellingen uit de culturele sector met betrekking tot ICT en breedbandtoepassingen. Het onderzoek bevat een grootschalige survey bij een brede waaier van culturele instellingen die varieert van musea tot jeugdorganisaties, ergoederenigingen, bibliotheken, ? Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Eric Van Heesvelde
Enzymatische en microbiële technologie voor industriële processen Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Ingeborg Stals • Anita Van Landschoot
Nieuw en revolutionair laserconcept voor de oppervlakte-engineering van textielsubstraten Hogeschool Gent Abstract: LASTEX is een innovatief en revolutionair CO2-laser-concept voor de oppervlak-engineering van textielsubstraten. In combinatie met verf, druk en coatingprocessen zijn creatieve effecten mogelijk en kan men komen tot een lokale functionalisering van textielsubstraten, normaliter niet mogelijk met elke gangbare klassieke technologie. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Textieltechnologie
Onderzoekers: • Marc Van Parys • Ilse Garez
PRODEX C90291 Gaia-DPAC: Variabiliteit. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Afdeling Sterrenkunde
Onderzoekers: • Conny Aerts
Toepassing van gevorderde en diffusie ondersteunde Magnetische Resonantie technieken als nieuwe onderzoeksmethode voor de studie van nanodeeltjes en hersenbiochemie. Universiteit Antwerpen Abstract: Toepassing van gevorderde en diffusie ondersteunde Magnetische Resonantie technieken als nieuwe onderzoeksmethode voor de studie van nanodeeltjes en hersenbiochemie. Organisaties: • Toegepaste NMR
Onderzoekers: • Roger Dommisse • Anne Marie Van Der Linden
Groei, karakterisering en simulatie van nanokristallijne en ultrananokristallijne PE-CVD diamantfilms. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is een fundamentele experimentele en theoretische studie van de groei van zowel nanokristallijne (NCD) als ultrananokristallijne (UNCD) PE-CVD diamantfilms, aangevuld met een grondige structurele, morfologische en (opto-)elektronische karakterisering. Het project kan opgesplitst worden in drie grote delen die onderling sterk samenhangen: A. depositie van NCD en UNCD films B. structurele, morfologische en (opto-)elektronische karakterisering C. simulatie van de depositie van NCD en UNCD films Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo • Annemie Bogaerts
Ascorbaatmetabolisme in planten: fysiologische functie en biochemische eigenschappen van cytochromen b561. Universiteit Antwerpen Abstract: De lange termijn doelstelling van het onderzoek is het verwerven van een betere kennis van bet ascorbaatmetabolisme in dieren en planten. Meer specifiek wordt in dit project onderzoek voorgesteld naar de fysiologische functie en werkinsgmechanismen van cytochromen b56I. Dit zijn wijdverspreide membraaneiwitten, die ascorbaatgebruiken als elektrondonor voor trans-membraan elektrontransport en die een nog onopgehelderde rol spelen in de ascorbaathuishouding (Okuyama et al. 1998). Recente aanwijzingen doen vermoeden dat deze eiwitten een mogelijke link vormen tussen ascorbaat en ijzeropname in de muis (Mckie et al. 2001). De homologie tussen de cytochromen b561 van de muis, de mens en de modelplant kabidopsis thaliana is aanzienlijk, hetgeen mogelijks wijst op identieke functies in deze ulteenlopende organismen. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Han Asard
Verdedigingsmechanismen van vissen met verschillende stressgevoeligheden tegen zware metalen: interactie en dynamiek van eiwitten en hormonen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het onderzoeken of de kieuwcellen van vissoorten met een verschillende gevoeligheid aan koperblootstelling, intracellulair verschillen vertonen in eiwit expressie van transporters, carriers en metaalbindende eiwitten, evenals van defensieve eiwitten en enzymen betrokken bij oxidatieve stress tijdens sublethale blootstellingen aan koper. De dynamiek wordt gevolgd van deze processen doorheen de tijd rekening houdend met de hormonale status van de drie soorten. De rol die deze hormonale status op deze processen uitoefent wordt onderzocht. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Gudrun De Boeck • Erwin J M Witters
Selectieve lineaire en niet-lineaire optische spectroscopie van koolstofnanobuizen en hun interacties met organische moleculen. Universiteit Antwerpen Abstract: Selectieve lineaire en niet-lineaire optische spectroscopie van koolstofnanobuizen en hun interacties met organische moleculen. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • August Bouwen • Wim Wenseleers
Computationele technieken voor stylometrie voor het Nederlands. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stellen we een methodologie voor de automatische extractie en analyse van stijlkenmerken voor die we willen toepassen op individuele auteurs (auteursherkenning, zowel van non-fictie als fictie) en groepen van auteurs (extractie van stijlkenmerken geassocieerd met sekse en leeftijdsgroep). De methodologie bevat de volgende onderdelen: (1) Een automatische taalkundige analyse van documenten met behulp van de beschikbare tekstanalyse-instrumenten op het niveau van morfologische structuur, woordsoort, globale syntactische structuur en semantische rollen (subject, object, temporeel, locatie) voor de constructie van potentieel relevante stilistische kenmerken. (2) Gebruik van nietgesuperviseerde en gesuperviseerde leertechnieken voor de selectie van de meest informatieve stilistische kenmerken en de constructie van een model van de stijl van een auteur (of group van auteurs). (3) Evaluatie van de geconstrueerde modellen door (a) vergelijking met stilistische analyses in taalkunde en literatuurwetenschap en (b) empirische toetsing van de voorspellende kracht van de modellen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Guy De Pauw • Walter Daelemans
Structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde op grafeen gebaseerde lagen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: (i) De optimalisatie van de preparatie en patroonvorming van op grafeen gebaseerde lagen waarop biomoleculen vastgehecht worden en (ii) het begrijpen van de magnetotransporteigenschappen van zulke lagen in een breeed temperatuursgebied voor en na het vasthechten van de biomoleculen. De inzichten die resulteren uit deze studies zullen gebruikt worden om een gevoelige, elektronische monitoring te ontwikkelen voor specifieke biologische processen in een waterig midden, inclusief de denaturatie en rehybridisatie van DNA en de herkenning van antigenen door antilichamen. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Bart Partoens
Ontwerp, synthese en evaluatie van diverse enzyminhibitoren als potentieel antiparasitaire verbindingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project omvat een verdere uitbreiding van het onderzoek naar reeds vertrouwde doelwit enzymen waar het nu noodzakelijk blijkt nieuwe onderzoekslijnen uit te bouwen. Het omvat daarnaast enkele nieuwe enzymen en nieuwe benaderingen. De voornaamste doelstelling is het ontwerpen en bereiden van krachtige en selectieve inhibitoren van een reeks enzymen in het domein van parasitaire aandoeningen als malaria en trypanosomiasis. Deze inhibitoren kunnen een belangrijk middel zijn om de biologische functie van het enzym te ontrafelen en (of) kunnen aan de basis liggen van de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Het ontwerpen gaat steeds gepaard met een structuur-activiteitsrelatie onderzoek. Andere doelstellingen zijn: het zo nodig optimaliseren van biologisch actieve verbindingen naar een gunstiger farmacokinetisch profiel toe en het opstellen van adekwate syntheseprocedures. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Achiel Haemers • Koen Augustyns
Studie van proton-proton interacties in het CMS-experiment bij de Large Hadron Collider in CERN. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel de gegevens te analyseren die verzameld zullen worden met de CMS-detector bij de LHC-versneller. Het behelst voornamelijk het onderzoek naar de top-quark en naar zgn. "diffractie en voorwaartse fysica". Hiertoe zal bijgedragen worden tot de uitbouw van een Belgisch TIER-2 GRID rekencentrum. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Nick Van Remortel • Eddi De Wolf • Albert De Roeck
Is de GABA(A) receptor een therapeutische target voor behandeling van het fragiele X syndroom ? Universiteit Antwerpen Abstract: Het fragiele X syndroom is de meest voorkomende vorm van mentale retardatie. Behalve aan een mentale achterstand leiden de patienen ook aan gedragsproblemen, zoals hyperactiviteit en contacstoornissen, epilepsie en een verhoogde prikkelbaarheid. De gedragsproblemen kunnen in de praktijk even belastend voor de patient en zijn directe omgeving zijn als de mentale achterstand. Wij hebben in fragiele X diermodellen een onderexpressie van het GABA systeem bij de vlieg ontdekt. GABA receptoren zijn de belangrijkste inhiberrende receptoren in het brein, en een gebrek daaraan is volledig in lijn met de symptomen waargenomen bij patienten. Interesant is dat de farmacologie van de GABA receptor uitvoerig bestudeerd is: er zijn een groot aantal drugs in de handel die inwerken op het GABA systeem. Doel van dit onderzoek is op diermodellen te testen of de GABA receptor een geschike target is de gedragsproblemen en de epilepsy geassocieert met het fragiel X sydroom te behandelen. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Stochastische modellering van optische buffers en schakelsystemen gebaseerd op Fibre Delay Lines. Universiteit Antwerpen Abstract: Het opstellen van adequate stochastische modellen en bijhorende analysetechnieken om bet gedrag en de prestaties van optische buffers en schakelsystemen (opgebouwd uit FDL's) te kunnen voorspellen, vormt de primordiale doelstelling van dit onderzoeksproject. Met name zal dit project zich toeleggen op het (verder) ontwikkelen van wiskundige technieken die toelaten op snelle en efficiënte wijze uit de vooropgestelde modellen de belangrijkste performantiematen te berekenen. Typische voorbeelden van dergelijke performantiematen zijn de gemiddelde vertragingstijden die pakketten oplopen, de spreiding hierop, de kans dat een pakket verloren gaat, enz. Deze grootheden kenmerken ook de uiteindelijke kwaliteit ('Quality of service" of QoS) die een gebruiker van het netwerk ervaart. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia • Benny Van Houdt
Numerieke simulaties van diëlektrische barrière-ontladingen met gasstroom en flowing afterglow, gebruikt voor de afzetting van SiO2-lagen. Universiteit Antwerpen Abstract: Er wordt een vloeistofmodel ontwikkeld voor een dielektrische barriere-ontlading, gebruikt voor de depositie van SiO2 lagen. Deze ontlading is werkzaam in een mengsel van argon + zuurstof, waarin HMDSO is ingebracht als precursor voor de SiO2 lagen. De chemie in het
plasma zal in detail beschreven worden met het model. Ook zal het effect van een gasstroom, om de ontlading te stabilizeren, onderzocht worden. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Tom Martens
Analysis of selected biologically relevant metals captured in the atmosphere above the North Sea. (beurs L. DARCHUK, Oekraïne) Universiteit Antwerpen Abstract: Analysis of selected biologically relevant metals captured in the atmosphere above the North Sea. (beurs L. DARCHUK, Oekraïne) Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken
Nano-gestructureerde hybriede supergeleiders. Universiteit Antwerpen Abstract: De vortex toestand in mesoscopische en nano-gestructureerde supergeleiders zal worden onderzocht wanneer een supergeleider wordt gecombineerd met een magnetisch materiaal. De gekoppelde niet-lineaire Ginzburg-Landau vergelijkingen zullen worden opgelost met behulp van de methode van 'simulated annealing'. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Mauro Doria
Studies van partonen met zeer lage Bjorken-x aan de Large Hadron Collider (LHC) met de CASTOR calorimeter van het Compact Solenoid Experiment (CMS) in CERN. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de studie van 'voorwaartse fysica' in pp botsingen bij 14 TeV (Tera-eV) massamiddelpuntsenergie met behulp van de CASTOR calorimeter, een subdetector van de CMS detector aan de LHC in CERN. Monte-Carlo studies van Drell-Yan lepton-paar productie zullen worden uitgevoerd om de detector efficienties, energie-resolutie en achtergronden af te schatten. Software modules zullen worden ontwikkeld om de energie-response van CASTOR te bepalen. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen
Modulaire vormen in niet-commutative meetkunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens de laatste jaren heeft de kandidaat Clifford-algebrawaardige modulaire vormen i.v.m. met arithmetische deelgroepen van de orthogonale groep O(1,n) onderzocht, die in de kern van Dirac-type operatoren zitten. De doelstelling van dit project is deze technieken toe te passen en uit te breiden op veralgemeningen van Clifford algebras en Cayley-Dickson algebras. Dit zal tot nieuwe inzichten leiden in de studie van discrete quantum groepen en Hopf algebra's in het kader van de niet-commutatieve meetkunde. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Freddy Van Oystaeyen
Gehydroxyleerde metabolieten van polygebromeerde difenyl ethers (HO-PBDEs): analytische en milieu aspecten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project heeft als eerst doel om analytische methoden gebaseerd op gas chromatografie-massaspectrometrie voor de bepaling van gehydroxyleerde metaboliten van polygebromeerde difenyl ethers (HO-PBDEs) in biologische stalen te optimaliseren en te valideren. Daarnaast, het project beoogt de identificatie en voorspelling van de metabolisatie patronen voor PBDEs in verschillende terrestrische toppredatoren. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Hongxia Zhao
Optimalisatie van urokinase inhibitoren als potentiële anti-kanker verbindingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Urokinase inhibitoren zijn potentieel belangrijke verbindingen voor de behandeling van kanker. Dit project beoogt de optimalisatie van difenylfosfonaten, afgeleid van basische aminozuren als irreversibele inhibitoren van dit enzym. De optimalisatie is gericht op het bereiden van stabielere verbindingen met betere biofarmaceutische eigenschappen. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Achiel Haemers • Adel Abdel -Rahman
Gravital: parsing en problem-solving van natuurlijke taal als motor voor het genereren van visuele communicatie en kunst. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt de toepassing van natuurlijke taal verwerking en redeneren onderzocht als instrument bij het genereren van grafische ontwerpen en kunst. In de context van de NodeBox software zal de MBSP shallow parser aangepast worden aan het domein van visuele communicatie en zal hij geïntegreerd worden in de NodeBox toepassing.
Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Onderzoek naar gridificatie: 3D rendering op de BEgrid. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt gezocht naar optimalisatie van het rendering proces bij ontwerp van digitale 3D animaties op een Grid platform, in dit geval BEGrid. Naast een analyse van de gridificatie zelve willen we ook een grondige studie maken van de performantiewinst volgend uit het distribueren op het grid platform. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove
Het gebruik van micro-algen voor biodiesel productie: een haalbaarheidsstudie vanuit ecofysiologisch en industrieelchemisch perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Studie naar de economische haalbaarheid van biodieselproductie op basis van lipiden afkomstig van micro-algen. Nagekeken zal worden in hoeverre combinatie van expertise en vooruitgang in ecofysiologie en chemie een economisch verantwoord uitwerkingconcept kan opleveren. Ecofysiologie zal focussen op het realiseren van hogere wierconcentratie bij cultivatie en hoger TAG gehalte in de wieren, terwijl de chemie zich zal toeleggen op efficiënte extractiemethoden en aangepaste omesteringsreacties om uit de bekomen olie biodiesel te bereiden. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
Een Webgebaseerd Multimodaal Beslissingsmodel. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor de correcte afweging van transport- en voorraadgerelateerde implicaties van de vervoerswijzekeuze zijn in de literatuur reeds diverse modellen ontwikkeld. Ondanks het feit dat deze modellen toelaten om in het merendeel van de situaties bedrijfsbeslissingen te ondersteunen, worden zij vooralsnog weinig gebruikt omwille van de moeilijkheid bij hun praktische implementatie. Het huidig project heeft als doel state-of-the-art benaderingen te integreren in een gebruiksvriendelijk en mistake-proof webgebaseerd model voor beslissingen m.b.t. de vervoerswijzekeuze. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert
Optimalisatie van de praktische toepassing van atmosferische plasmareiniging in de conservatie en restauratie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de optimale omstandigheden vast te leggen waarin een recent ontwikkeld plasmareinigingstoestel kan worden aangewend voor het reinigen van zilveroppervlakken in kunstvoorwerpen van diverse aard (daguerrotypieën, zilveren spiegels, antiek textiel, zilverbeslag op meubels, bladzilver in gepolychromeerde beelden, ¿). Er wordt nagegaan of plasmareiniging geen aanleiding geeft tot versnelde hersulfidering van de behandelde oppervlakken. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
Vernieuwing in de laat 19de-vroeg 20e eeuwse Belgische schilderkunst: relatie tussen artistieke en materiaaltechnische vernieuwing bij J. Ensor, H. De Braekeleer en hun tijdgenoten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil het verband tussen de artistieke vernieuwingen in de Belgische schilderkunst op het einde van de 19de eeuw en de nieuwe pigmenten die op dat moment werden geïntroduceerd, bestuderen. Hiervoor zullen ca. 100 kunstwerken met behulp van instrumentele analysetechnieken (XRF, lichtmicroscoop en elektronenmicroscoop) worden bestudeerd. Deze studie zal worden aangevuld met het onderzoek naar patronen in pigmentgebruik en in stratigrafische opbouw van schilderijen. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
De ontwikkeling en optimalisatie van een gebruiksvriendelijke en efficiënte persoonlijke bescherming van schoolgaande kinderen tegen luchtpollutie in stedelijk milieu. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks de talrijke overheidsinspanningen om luchtpollutie in de steden te reduceren, blijven stadsbewoners blootgesteld aan verontreinigde lucht. Echter, daar het verband tussen astmatische symptomen en atmosferische pollutie steeds frequenter bevestigd wordt, dringt een oplossing zich op. Dit project laat toe om een efficiënte en kindvriendelijke persoonlijke bescherming te ontwikkelen die schoolgaande kinderen kunnen dragen tijdens fietstochten in de stad. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken • Kristine Desager
De schoonheid van het onzichtbare: kunstinterpretaties van nanostructuren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een brug te slaan tussen kunst en wetenschap. Het uitgangspunt is de atomaire wereld en de wereld van nanotechnologie zoals waargenomen door de elektronenmicroscoop. Dirk Vander Eecken zal dit aangrijpen als zijn inspiratiebron voor zijn grafisch
werk. Het project zal resulteren in een gezamelijk boek en portfolio waar wetenschap en kunst mekaar raken. Het is de bedoeling jonge grafische kunstenaars te inspireren door voordrachten en workshops. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Fundamentele wisselwerkingen: theorie, fenomenologie en experiment. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstelling van dit project is het vergroten van de kennis van de Fundamentele Krachten via een nauwere samenwerking tussen de Belgische onderzoeksgroepen betrokken in theoretisch of experimenteel onderzoek. Alle krachten kunnen herleid worden tot de elektro-zwakke kracht, de sterke kracht en de zwaartekracht. Hun studie stelt zich tot doel de meest fundamentele aspecten van de natuur, inclusief de oorsprong van ons heelal, te begrijpen door middel van de modernste theoretische en experimentele technieken. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Eddi De Wolf
Niet-destructieve 3D beeldvorming en analyse van materialen en artefacten van geologische, artistieke archaeologische oorsprong. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Koen Janssens
Meerschalige aanpak van de mechanica van metalen op fysische basis. Universiteit Antwerpen Abstract: Sterkte en vervormbaarheid van polykristallijne metalen worden bepaald door fenomenen die zich manifesteren op verschillende lengteschalen. Op de schaal, die wij de "nanoscopische" zouden noemen, worden dislocaties gecreëerd en voortgestuwd door de aangelegde spanning om zo plastische vervorming op de nano-schaal te bewerkstelligen. Op de micro-schaal interageren grote aantallen dislocaties en deze herorganiseren zichzelf in complexe patronen. Op nog hogere schalen maakt massaal collectief gedrag van deze dislocaties en patronen de plastische vervorming van volledige korrels mogelijk. Op hun beurt interageren deze met elkaar wat uiteindelijk leidt tot een bepaalde mechanische respons van het materiaal op de macroscopische schaal (d.w.z., de kleinste schaal waarop ernaar kan worden gekeken als een continuüm). De respons van het materiaal op de aangelegde spanningen hangt van al deze fenomenen af. Gebeurtenissen op de verschillende lengteschalen kunnen ook belangrijke veranderingen in het materiaal veroorzaken, zoals de microstructuur, interne schade en mechanische eigenschappen (sterkte en ductiliteit). Merk op dat de rol van dislocaties gedeeltelijk kan worden overgenomen door mechanische tweelingsvorming of andere spannings-geïnduceerde fasetransformaties. Dit alles is uitgebreid bestudeerd op al deze lengteschalen. Deze studies hebben zeker en vast hun verdienste, en hebben geleid tot belangrijke experimentele observaties en theoretisch begrip van het materiaalgedrag op deze lengteschalen. Maar in de voorbije jaren is het overduidelijk geworden dat de gebeurtenissen op iedere lengteschaal ook gebeurtenissen op andere lengteschalen beïnvloeden en dat een meer significante vooruitgang in het begrijpen (en modelleren) van materiaalgedrag kan worden bereikt door deze relaties te bestuderen in plaats van de kennis op elke relevante lengte schaal afzonderlijk verder te verfijnen. Tot slot treden er sterke afmetingseffecten op wanneer structurele dimensies, zoals bijvoorbeeld de filmdikte of de korrelgrootte, beginnen te interageren met de gemiddelde vrije weglengte van dislocaties of de dislocatiecelgrootte, wat een volledige nieuwe en bijna ononderzochte fysica met zich meebrengt. Vanuit technologisch gezichtspunt omvat de motivatie om deze fenomenen nader te bekijken de mogelijkheid tot ontwikkeling van performantere materialen, de optimalisatie van fabricagetechnieken en een verbetering van inschattingsmethoden van de kwaliteit van ontwerp- en integriteit van zowel traditionele (transport, energie) als opkomende (MeMS, multifunctionele actieve panelen) structuren. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dominique Schryvers
Perceptieve en cognitieve verwerking in de hersenen van de menselijke en niet-menselijke primaat. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Theoretische neurobiologie en neuroengineering
Onderzoekers: • Erik De Schutter
Fundamental Issues in Software Engineering: Modelling, Verification and Evolution of Software. (MoVES) Universiteit Antwerpen Abstract: Software intensieve systemen behoren tot de meest complexe objecten ooit gebouwd. Tijdens de ontwikkeling van dergelijke systemen is het gebruik van rigoureuze modellen en analyse methodes essentieel om te garanderen dat deze software aan zijn behoeftes voldoet en de gevraagde eigenschappen bezit (vb., veiligheid, robuustheid, betrouwbaarheid, consistentie). Tegelijkertijd, moeten deze systemen zich constant aanpassen aan veranderende behoeftes en technologie. Ze moeten met andere woorden evolueren doorheen de tijd zonder daarom hun essentiële eigenschappen te verliezen. Dit project verbindt de leidende Belgische onderzoeksgroepen in Software Engineering, met erkende expertise in model-driven engineering (MDE), software evolutie, formele modellen en verificatie (FMV) en aspectgerichte software ontwikkeling (AOSD). Het project heeft tot doel de state-of-the art in elk van die domeinen vooruit te helpen. Op lange termijn moet het netwerk bestaande samenwerkingen versterken and nieuwe samenwerkingen mogelijk maken om ons onderzoek op Europese schaal te verspreiden. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Jan Paredaens • Dirk Janssens • Serge Demeyer
Kwantumeffecten in clusters en nanodraden. Universiteit Antwerpen Abstract: In het voorgestelde project zullen de fysische eigenschappen van individuele nanocellen en clusters en grote roosters van nanocellen bestudeerd worden. De belangrijkste activiteiten zullen zich concentreren op nanodraden, kwantumstippen, clusters en nano-gestructureerde films. De nanosystemen zullen samengesteld zijn uit halfgeleiders, metalen (bv. supergeleiders of ferromagneten), koolstof, oxides, organische materialen en combinaties van deze materialen. Deze laatste worden ook hybride systemen genoemd en bieden een extra flexibiliteit om de eigenschappen van nanosystemen op maat te maken. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo • Francois Peeters
Kwantumeffecten in clusters en nanodraden. Universiteit Antwerpen Abstract: In het voorgestelde project zullen de fysische eigenschappen van individuele nanocellen en clusters en grote roosters van nanocellen bestudeerd worden. De belangrijkste activiteiten zullen zich concentreren op nanodraden, kwantumstippen, clusters en nano-gestructureerde films. De nanosystemen zullen samengesteld zijn uit halfgeleiders, metalen (bv. supergeleiders of ferromagneten), koolstof, oxides, organische materialen en combinaties van deze materialen. Deze laatste worden ook hybride systemen genoemd en bieden een extra flexibiliteit om de eigenschappen van nanosystemen op maat te maken. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Studie van de deterioratie van individuele vaste deeltjes tijdens analyses met de elektronen en laser bundels. Universiteit Antwerpen Abstract: De combinatie van de micro-Raman spectrometry (RMS) techniek en "thin window " electronen probe X-stralen micro analyse (TWEPMA) voor milieu onderzoek kan gedetailleerde informatie geven over de karakteristieken van individuele deeltjes. Het doel van de toepassing van de EPMA en MRS is om zoveel mogelijk elementaire alsook moleculaire informatie te genereren van hetzelfde deeltje. Het gecombineerde gebruik van EPMA en MRS methoden blijkt toch fundamentele moeilijkheden te ondervinden, in het bijzonder betreffende de laser- en elektronengevoeligheid van de milieudeeltjes. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Anna De Maeyer-Worobiec
Vierkanaals fiber interferometer voor 3-D vibratiemeting. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is om de bestaande 4 kanaalsinterferometer geschikt te maken voor het meten van de snelheidsvector (3 componenten) van een punt op een trillend object. Daartoe is het nodig om de objectbundels via polarisatiebehoudende fibers te richten op het meetpunt. De hoek van instraling moet instelbaar zijn om het meetsysteem aan te passen aan specimens met beperkte toegankelijkheid. Het principe zal worden aangetoond gebruikmakend van 2 kanalen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Hendrik Johan Van Elburg
Categorische Kanstheorie. Universiteit Antwerpen Abstract: We zullen de in de laatste decennia ontwikkelde benaderingsleer van de onderzoeksgroep Analytische en Toplogische Structuren toepassen op ruimten van kansmaten. Van cruciaal belang voor de theoretische ontwikkeling van deze situatie is de interactie van deze benaderingsleer met convexe modulen [Z. Semadeni, N. Pumpluen, R. Rohrl]. Deze laatste zullen ons immers in staat stellen het algebraïsche aspect van deze constructie te doorgronden, zodat we uiteindelijk tot een ruimere "Stochastische Processen'' monad [M. Giry] kunnen komen. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Stijn Verwulgen
Manipulatie van de Flux Beweging in nano-Gestructureerde Supergeleiders. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek is gericht op de fundamentele studie van nieuwe supergeleidende (SG) materialen waarbij de flux beweging wordt gecontroleerd doormiddel van nano-structurering. Dit leidt tot een sterke verhoging van de kritische elektrische stroom en kritisch magneetveld. Dit project omvat de studie van: (i) gecontroleerde flux beweging in nano-gestructureerde SGs met pinning centra; (ii) nieuwe vortextoestanden met inbegrip van vortex-clusters en de reuze vortextoestand geinduceed doormiddel van pinning en inperking. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Veaceslav Misco
Lichtproducerende bacteriën: ideale bioreporters in (eco)toxicologie. Universiteit Antwerpen Abstract: In toxicologie is het essentieel om over (biologische) systemen te beschikken die op een snelle en kosten efficiënte manier informatie opleveren voor een adequate risico-evaluatie van chemische stoffen. Er zal een bacteriële reporter worden ontwikkeld die toelaat een chemische
stof op een specifieke manier te monitoren en informatie te verkrijgen over het werkingsmechanisme. Het gebruikte reportersysteem is het lichtproducerende Vibrio luciferase, waardoor makkelijk detectie mogelijk is. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Johan Robbens
Het Sawa Corpus ¿ een parallel corpus "Engels ¿ Kiswahili". Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een opgelijnd parallel corpus voor het talenpaar Engels ¿ Kiswahili door middel van semi-automatische annotatie. Deze oplijning faciliteert niet alleen onderzoek naar statistische automatische vertaling, maar maakt ook projectie van annotatie mogelijk. In dit project onderzoeken we hoe dependentie-analyses uit de brontaal (Engels) kunnen worden geprojecteerd op de doeltaal (Kiswahili). Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Guy De Pauw
Vrijwaring van privacy in vijandige en gecompliceerde ubiquitous computing omgevingen. Universiteit Antwerpen Abstract: In het PACE (privacy awareness for complicated environments) project ontwikkelen we een systeem dat feedback verschaft over privacygevoelige gebeurtenissen (zoals RFID scans). Dit systeem bestaat uit sensoren, een privacy ontologie, een reasoning server en een feedback component. De steigende nood aan feedback over en registratie van privacy-gevoelige gebeurtenissen is een direct gevolg van de alomtegenwoordigheid en de verborgen natuur van hedendaagse sensoren. Door deze evolutie wordt het voor de consument veel moeilijker om controle te bewaren over persoonlijke informatie. Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Carlos De Backer
Basisondersteuning voor het recent opgerichte interfacultair onderzoeksforum StatUA. Universiteit Antwerpen Abstract: Het interfacultair forum voor (toegepast) onderzoek in de statistiek, StatUA, beoogt multidisciplinaire samenwerkingen te realiseren en communicatie te bevorderen tussen onderzoekers aan de AUHA die (toegepaste) statistiek in hun onderzoek aanwenden. Door organisatie van verschillende wetenschappelijke activiteiten wil StatUA de knowhow meer zichtbaar maken op de Universiteit Antwerpen en daarbuiten. Zo creëert StatUA ook een aanspreekpunt voor onderzoekers over de verschillende faculteiten heen. Organisaties: • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Sabine Verboven
Opkomende milieucontaminanten: analytische methoden en humane blootstelling. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project heeft als eerste doel om analytische methoden voor de bepaling van opkomende milieucontaminanten, zoals verzorgings- en fenolische producten, in menselijke stalen te optimaliseren en te valideren. Als innovatief deel zal de menselijke blootstelling aan deze nieuwe contaminanten gemeten worden, wat leidt tot meer inzicht in verschillende blootstellingswegen (voeding, lucht, partikels, ¿). Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Adrian Covaci
Magnetische Resonantie in de materiaal-, chemische en biomedische wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Magnetische Resonantie in de materiaal-, chemische en biomedische wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Toegepaste NMR
Onderzoekers: • Roger Dommisse
Magnetische Resonantie in de materiaal-, chemische en biomedische wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze WOG groepeert verschillende Vlaamse magnetische resonantie specialisten uit verschillende disciplines (fysica, scheikunde, biomedische wetenschappen, ... ). Magnetische resonantie is een breed onderzoeksgebied, zowel wat de technieken betreft (NMR, MRI, EPR) als wat de toepassingen betreft. Deze diversiteit is ook terug te vinden binnen de WOG en samen met de geassocieerde (Waalse en internationale) onderzoeksgroepen streeft de WOG naar sterke samenwerkingsverbanden waarbij ook de toegankelijkheid tot de NMR, MRI en EPR faciliteiten binnen het netwerk verhoogd worden en de complementariteit van deze faciliteiten ten volste gebruikt kan worden. Verder wil de WOG door het organiseren van jaarlijkse symposia jonge wetenschappers in het vakgebied een platform bieden om hun onderzoek voor te stellen. In dit kader wordt ook actieve deelname van de leden aan Europese activiteiten ondersteund. Organisaties:
• Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer
Heterocyclische synthese in medicinale en supramoleculaire chemie. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van de 'Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap' (WOG) van het 'Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen' (FWO-Vlaanderen) zullen laboratoria van de KULeuven, UG, VUB en UA samenwerken op de vlakken: -Nieuwe methodiek in heterocyclische chemie -Medicinale chemie gebaseerd op heterocyclische verbindingen -Supramoleculaire chemie gebaseerd op heterocyclische bouwstenen Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Bert Maes • Koen Augustyns
Ontwikkeling van een alternatief screeningssysteem voor klassificatie van endocriene verstoorders in het milieu. Universiteit Antwerpen Abstract: Het ontwikkelen van screeningstesten is een belangrijke stap bij de eerste identificatie van individuele endocriene verstoorders (EVs). Deze testen voor EVs zullen echter een bredere variëteit aan verschillende stoffen moeten kunnen omschrijven, dan ooit onderworpen aan screeningstesten. De vraag naar bredere in vitro systemen die detectie van multiple eindpunten mogelijk maken, staat echter in fel contrast met het beperkt gamma aan hormonale weefsels die momenteel geanalyseerd worden. Tot hiertoe werd de bijnier niet meegenomen in teststrategiën, waardoor het ganse proces van steroidogenesis in bijnier, testes en ovaria niet adequaat onderzocht werd. Deze studie combineert het voordeel van een pluripotente adrenocorticale cellijn met de capaciteit van de microarraytechniek voor analyse van duizenden genen tegelijk. De H295R cellijn omvat de ganse bichemische pathway verantwoordelijk voor steroidogenesis waardoor het multiple eindpunten voor toxiciteit tot expressie brengt, gaande van algemene effecten op alle steroidogene weefsels (vb. Aromatase) tot specifieke effecten op de functie van de bijnier. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een cellijn-specifieke microarray, waardoor klassificatie van EVs volgens hun werkingsmechanisme mogelijk wordt en bovendien een belangrijke stap kan betekenen in de identificatie van potentiële biomerkers. Als confirmatie en ondersteuning van de microarray analyse, zal de implementatie van proteomics daarenboven een belangrijke bijdrage betekenen bij het kaderen van deze genexpressieresultaten in een bredere metabolische context. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Caroline Vanparys
Interactie tussen geconjugeerde moleculen en enkelwandige koolstofnanobuizen. Universiteit Antwerpen Abstract: Koolstofnanobuizen (CNTs) zijn zeer interessant als ééndimensionale systemen met metallische of halfgeleidende eigenschappen. De geleiding van gaten kan analoog beschreven worden aan de geleiding van elektronen waardoor de mobiliteit voor beide ladingsdragers hetzelfde is. Bovendien is het ook mogelijk om deze nanobuizen te doperen door kleine moleculen in de CNT te brengen. Deze gedopeerde CNTs zijn stabiel bij blootstelling aan lucht en door de keuze van de ingebrachte molecule kan men de graad van dopering controleren. In dit project zullen twee verschillende onderwerpen behandeld worden. In de eerste plaats zal de ladingsoverdracht tussen geconjugeerde moleculen en SW CNTs bestudeerd worden. Deze ladingsoverdracht is van groot belang voor de implementatie van deze composietmaterialen in 'plastic' zonnecellen. Anderzijds zullen geconjugeerde moleculen binnenin de SW CNTs gebracht worden, die in het bijzonder de CNTs doperen. Beide systemen zullen onderzocht worden met behulp van optische spectroscopie, gepulste laserspectroscopie en elektronen paramagnetische resonantie (EPR). Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • Sofie Cambré
Is de GABA (A) receptor een therapeutisch doelwit voor de behandeling van het Fragiele X-Syndroom ? Universiteit Antwerpen Abstract: Het fragiele X syndroom is de meest voorkomende vorm van erfelijke mentale retardatie. In onze onderzoeksgroep werd consistente onderexpressie aangetoond van de delta-subeenheid van de gamma-aminoboterzuurreceptor A in hersenen van fragiele X knock-out muizen, een gevalideerd diermodel voor het fragiele X syndroom. GABAA-receptoren zijn de voornaamste inhiberende receptoren in de hersenen betrokken bij (psychische) angst, depressie, epilepsie, insomnia en leer en geheugen, processen die ook bij fragiele X patiënten verstoord zijn. Dit project tracht, gebruik makend van moleculaire technieken, een beter inzicht te verwerven in de rol van de GABAA-receptor in het fragiele X syndroom. Tevens willen we onderzoeken of de GABAA-receptor een geschikt doelwit is voor de therapeutische behandeling van dit syndroom. Er zijn reeds een aantal geneesmiddelen op de markt die specifiek inwerken op de GABAA-receptor. Organisaties: • Neurochemie en gedrag
Onderzoekers: • Peter De Deyn • Charlotte D'Hulst
Segmentatie van meerwaardige beelden. Universiteit Antwerpen Abstract: De klassieke beeldverwerking en analyse technieken zijn ontwikkeld op scalaire beelden. Bij de vorming van beeldinformatie komen echter steeds vaker meerwaardige beelden voor. In tegenstelling tot scalaire beelden, waar iedere pixel een grijswaarde bevat, bevatten de pixels van deze beelden vectoriële informatie. Voorbeelden hiervan zijn kleurbeelden, multispectrale beelden en multimodale biomedische beelden. In het volledige beeldanalyse proces vormt segmentatie een belangrijk onderdeel, omdat hiermee complexe lage-orde pixelgebaseerde informatie wordt omgezet in regio-gebaseerde hogere-orde informatie, die toelaat om de beeldinformatie efficiënter te analyseren. Beeldrestauratie vormt hierbij een belangrijke voorverwerking, omdat homogene beelden, waar ruis werd verwijderd, eenvoudiger te segmenteren zijn. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een nieuwe techniek voor segmentatie van meerwaardige beelden. De techniek bevat eveneens een voorverwerkingsprocedure voor het reduceren van de eventueel aanwezige ruis. Deze techniek zal gebaseerd zijn op de combinatie van de volgende drie principes:
¿Interband aanpak: Door alle banden gezamenlijk te verwerken, wordt voor de restauratie en segmentatie gebruik gemaakt van zowel de spatiale als de spectrale informatie. Op die manier wordt de aanwezige informatie maximaal benut. ¿Multiresolutie aanpak: Multiresolutie technieken zoals de wavelet transformatie ontwikkelen een beeld in verschillende resolutieschalen. Restauratie is nuttig in deze representatie omdat de ruisamplitude typisch afneemt bij de lagere resolutieschalen. Voor segmentatie kan met hiërarchische procedures een ruwe segmentatie op lagere resolutieschalen gebruikt worden om fijnere segmentatie op hogere resolutieschalen te bekomen. ¿Model gebaseerde aanpak: Een a-priori model wordt verondersteld voor de waarschijnlijkheidsverdeling (pdf) van pixels. De parameters van het model worden geschat aan de hand van de beschikbare beelden. Deze gegevens kunnen worden gebruikt voor restauratie en segmentatie. Het tweede deel van dit project omvat de validatie van de ontwikkelde technieken. Deze validatie gebeurt op een tweetal zeer diverse domeinen met realistische toepassingen: ¿Multispectrale beelden (aardobservatie). Via samenwerking van Visielab met de afdeling Teledetectie en Atmosferische Processen (TAP) van het VITO zijn er multispectrale en hyperspectrale validatiegegevens ter beschikking met toepassingen in bosbeheer, vegetatiemonitoring, bodemverontreiniging met zware metalen, enz... ¿Multimodale biomedische beelden. Visielab heeft een samenwerking met de onderzoeksgroep 'Bio-imaging Lab' van de Universiteit Antwerpen, waar biomedisch onderzoek wordt gedaan met behulp van magnetische beeldvorming (MRI Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Paul Scheunders • Jef Driesen
Ontwikkeling van biomarkers voor metaaltoxiciteit in zoetwateralgen op basis van differentiële genexpressie- en eiwitprofielen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling van biomarkers voor metaaltoxiciteit in zoetwateralgen op basis van differentiële genexpressie- en eiwitprofielen. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • An Jamers
Proteoomtechnische analyse van celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen en hun dynamiek in hogere planten. Universiteit Antwerpen Abstract: Eiwitcomplexen bijvoorbeeld cycline/CDK complexen zijn zowel structureel als functioneel onderhevig aan dynamische veranderingen. Deze dynamische veranderingen worden niet alleen bepaald door de veranderende concentratie van de samenstellende eiwitten, maar ook door (covalente) modificaties van deze eiwitten onder verschillende fysiologische condities en de locatie in het weefsel of de cel. Een belangrijk fysiologisch proces waarin de aanwezigheid en het belang van eiwitcomplexen duidelijk aangetoond, is de celcyclus. Complementair aan de genomische gegevens, voortvloeiend uit technieken zoals cDNA-AFLP en microarray, dienen deze celcyclus-gerelateerde proteïnen/complexen een proteoomtechnische analyse te ondergaan waarbij een beeld kan gevormd worden over de dynamische veranderingen betreffende hun activiteit en structuur. In het voorliggend project wordt geopteerd voor een natieve elektroforetische methode, met name `Blue-native' gelelektroforese (Schägger et al., 1991), om kandidaat celcyclus-gerelateerde eiwitcomplexen op te zuiveren uit `gehele cel' lysaten van gesynchroniseerde plant celculturen (Arabidopsis thaliana en BY-2). Om co-migratie van complexen uit te sluiten zal nog een bijkomende natieve eerste dimensie (ionenuitwisselingsFPLC) geïncorporeerd worden. De analyse van de samenstellende constituenten gebeurt na een scheiding in de tweede dimensie via denaturerende elektroforese. Op deze manier zal getracht worden op elk moment van de celcyclus een beeld te verkrijgen van interacties tussen verschillende eiwitten en zal in samenwerking met de TAP-technologiegroep o.l.v. Dr. Geert De Jaeger (PSB, VIB-Gent) naar nieuwe spelers in de celcyclus gezocht worden. Post-translatie modificaties zullen eveneens onderzocht worden vermits deze van belang zijn voor de biologische activiteit en/of stabiliteit/vorming van eiwitcomplexen. Proteïnecomplexen en hun interagerende constituenten, die fluctuaties vertonen qua abundantie of post-translatie modificaties, zullen geïdentificeerd worden met behulp van massaspectrometrische technieken. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen • Noor Remmerie
Identificatie en karakterisatie van de genetische oorzaken van tau-negatieve frontotemporale dementie. Universiteit Antwerpen Abstract: Frontotemporale dementie (FTD) is de tweede meest frequente vorm van neurodegeneratieve dementie in mensen jonger dan 65 jaar. Klinisch manifesteert FTD zich door ernstige gedrags-, persoonlijkheids- en taalstoornissen en kan geassocieerd zijn met parkinsonisme en motor neuron ziekte. Tot 50% van de FTD patiënten hebben een positieve familie historiek voor dementie en in de meerderheid van de families wordt de ziekte op autosomaal dominante wijze overgeërfd. FTD is genetisch heterogeen en mutaties werden geïdentificeerd in het microtubuligeassocieerde protein tau (MAPT) gen op chromosoom 17q21, in het 'charged multivesiculair body proteïne 2B' gen (CHMP2B) gelegen in de pericentromerische regio van chromosoom 3, en in het valosine-bevattende proteïne (VCP) gen op chromosoom 9p13-p12. Bovendien wijzen steeds meer genetische en pathologische studies in de richting van een tweede causaal gen in de 17q21 regio geassocieerd met tau-negatieve FTD gekarakteriseerd door ubiquitine-immunoreactieve neuronale inclusies van ongekende aard (FTDU-17). Sinds het projectvoorstel van de eerste termijn zijn de doelstellingen van dit project uitgebreid tot het identificeren van de genetische oorzaken van tau-negatieve FTD zowel op chromosoom 17 als op chromosoom 3 en chromosoom 9. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Christine Van Broeckhoven • Julie van der Zee
"Fijn stof" en relevante gasvormige luchtpolluenten in kantoren, scholen en woningen in de Provincie Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Aan de kwaliteit van binnenhuislucht, in kantoren, scholen en woningen, is in België nog geen aandacht besteed. Deze studie zal de hoeveelheden en de chemische samenstelling bepalen van fijn en ultrafijn stof (dat momenteel van primordiaal belang is i.v.m. luchtvervuiling) op talrijke plaatsen in de Provincie Antwerpen, naast relevante gasvormige luchtpolluenten. Conclusies naar beleid en gezondheid worden in het vooruitzicht gesteld.
Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken • Anna De Maeyer-Worobiec
Ontwikkeling en optimalisatie van de analyse van perfluoralkyl verbindingen in geselecteerde voedingsmatrices. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkeling en optimalisatie van de analyse van perfluoralkyl verbindingen in geselecteerde voedingsmatrices. Organisaties: • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Filip Lemiere • Koen Smits
Tijdsgeresolveerde en optisch-gedetecteerde W-band EPR van triplettoestanden van natuurlijke en ingebouwde chromoforen voor de studie van de lokale struktuur en dynamica in biologische systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdsgeresolveerde en optisch-gedetecteerde W-band EPR van triplettoestanden van natuurlijke en ingebouwde chromoforen voor de studie van de lokale struktuur en dynamica in biologische systemen. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • Hans Moons
Biofysische karakterisering van Multi-Domein Heemeiwitten. Universiteit Antwerpen Abstract: In sommige van de globine-achtige eiwitten kan men naast het globinedomein ook nog een ander domein herkennen. In dit onderzoeksproject staat de biofysische analyse van twee dergelijke klassen van multidomein heemeiwitten centraal: (a) globine-gekoppelde sensoren en (b) flavohemoglobines. Inzicht in de moleculaire werking van globine-gekoppelde sensoren en van flavohemoglobines impliceert een gedetailleerde kennis van de structurele, dynamische en elektronische eigenschappen van deze biomoleculen. In het onderzoeksproject zal deze kennis verworven worden aan de hand van verschillende karakterisatietechnieken: absorptie en resonante Raman spectroscopie, flitsfotolyse en CW en gepulste elektronen paramagnetische resonantie technieken Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer • Filip Desmet
Iteratieve en multirooster methoden voor golf en verstrooiingsproblemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project stelt voor om numerieke en wiskundige methoden te ontwikkelen voor golf en verstrooiingsproblemen die schaalbaar zijn tot een groot aantal onbekenden. Het doel is om het mogelijk te maken dat realistische problemen in hun volle dimensionaliteit en complexiteit gesimuleerd worden. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Wim Vanroose
In vitro susceptibiliteit van Leishmania (Leishmania) donovani ten opzichte van antimonialen en de effectormechanismen van de macrofaag: wat is de beste merker voor therapiefalen?" Universiteit Antwerpen Abstract: Viscerale leishmaniasis (VL) is een tropische parasitaire aandoening veroorzaakt door infectie met Leishmaina (Leishmania) infantum of Leishmania (Leishmania) donovani die vooral de lever, de milt en het beenmerg aantast. Antimonialen vormen wereldwijd de eerstelijnsbehandeling tegen VL, maar in sommige regio's als het Noord-Oosten van India en de grensstreek met Nepal treedt er ernstig therapiefalen op. Dit therapiefalen werd aangetoond veroorzaakt te zijn door de infecterende parasiet. Deze studie zal bijdragen tot een ruimer inzicht in (i) de relatie tussen Leishmania en zijn gastheercel, de macrofaag, (ii) het werkingsmechanisme van antimonialen, (iii) in vitro resistentie van Leishmania tegen antimonialen en (iv) het in vivo falen van de therapie. Uiteindelijk hopen we een moleculaire merker voor therapiefalen van antimonialen te identificeren zodat het opduiken en de verspreiding van parasieten die daartoe bijdragen efficiënt opgevolgd kan worden, wat van groot belang is voor het tijdig starten en evalueren van controlemaatregelen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Manu Vanaerschot
Studie van de sterke wisselwerking en speurtocht naar "Nieuwe Fysica" met behulp van "voorwaarts" geproduceerde deeltjes aan de Large Hadron Collider in CERN. Universiteit Antwerpen Abstract: De Large Hadron Collider, LHC, in CERN zal in 2007 opstarten. De onderzoeksgroep EDF van de UA neemt deel aan het experiment CMS. De belangrijkste doelstellingen van het experiment betreffen de electrozwakke symmetrie-breking, speurtocht naar 'Nieuwe Fysica' zoals Supersymmetrie of extra dimensies en de studie van sterke-wisselwerking processen. Het zg. 'Voorwaartse Fysica' programma, in dit project uiteengezet, stelt zich tot doel de detectiemogelijkheden van het CMS experiment aanzienlijk uit te breiden voor diffractieve and 'voorwaartse' fysica studies. Het project concentreert zich op de unieke mogelijkheden die detectie van voorwaartse protonen biedt in de speurtocht naar 'Nieuwe Fysica' signalen. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers:
• Pierre M S J Van Mechelen • Eddi De Wolf • Albert De Roeck
Simulaties van dielectrische eigenschappen en reactiviteit van proteinen met behulp van moleculaire dynamica en abinitio berekeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is het begrijpen van verbanden tussen structuur, dynamica, biologische activiteit alsook de toxiciteit van proteïnen van de familie crambin. De biochemische functie en de toxiciteit van de proteïne in deze familie zijn nog onvoldoende gekend en hebben mogelijk een therapeutisch potentieel. Moleculaire dynamica simulaties zullen toelaten deze informatie te halen uit hun infra-rood absorptie spectra. Op basis van klassieke dynamica berekeningen voor proteïnen van deze familie in verschillende fysiologische condities zullen een aantal beginstructuren gegenereerd worden die in een later stadium in een kwantum-studie zullen verfijnd worden. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Christian Van Alsenoy
Europees project betreffende de kwalificatie van transgene ratmodellen voor neurodegeneratieve en psychiatrische ziekten: geautomatiseerde home cage analyses, live beeldvorming en behandeling. (RATstream) Universiteit Antwerpen Abstract: Europees project betreffende de kwalificatie van transgene ratmodellen voor neurodegeneratieve en psychiatrische ziekten: geautomatiseerde home cage analyses, live beeldvorming en behandeling. (RATstream) Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden
Iteratieve methoden voor deterministische micro/macro problemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Vele systemen in wetenschap en technologie zijn goed onderzocht op het niveau van de individuen b.v.: atomen, moleculen, bacteriën. In dit project willen we numerieke en wiskundige methoden ontwikkelen om het macroscopische en collectieve gedrag van een grote hoeveelheid individuen te voorspellen. We gebruiken de micro/macro techniek die het gedrag van individuen overbrengt naar het macro niveau. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Wim Vanroose
Virulentie in Trypanosoma brucei subspecies: genetische heterogeniteit en fenotype in de zoogdiergastheer. Universiteit Antwerpen Abstract: Virulentie in Trypanosoma brucei subspecies: genetische heterogeniteit en fenotype in de zoogdiergastheer. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Eric Van Marck • Nick Van Reet
Niet-affiene coregistratie van diffusietensor beelden. Universiteit Antwerpen Abstract: De hoofddoelstellingen van dit project zijn de ontwikkeling van een niet-affiene beeldregistratietechniek van diffusietensor beelden en een klinische evaluatie aan de hand van een connectiviteitsatlas. Deze techniek zal gebruik maken van een viskeus vloeistofmodel voor de lokale beperking van de deformaties. Mutuele informatie (MI) wordt aangewend als maatstaf voor de overeenkomst tussen de beelden. Naast een grondige literatuurstudie worden de hoofddoelstellingen en innovatieve aspecten van dit project analoog aan de probleemstellingen ingedeeld: Taak I: Voor de kwantitatieve evaluatie van de coregistratietechniek worden in de eerste plaats testen uitgevoerd op een DTI softwarefantoom. Gekende, niet-affiene deformatievelden worden ingevoerd om een gegeven fantoom te vervormen, waarna beide fantomen gecoregistreerd kunnen worden. In een tweede fase wordt eenzelfde benadering toegepast op re¿ele data. Tenslotte worden DTI datasets van verschillende personen gecoregistreerd, waarbij het theoretische deformatieveld nu niet langer gekend is. Kwantitatieve maten worden ingevoerd die zowel de ruimtelijke als de ori¿entationele overeenkomst van de beelden beschrijven en de invloed van modelparameters en ruis onderzoeken. Taak II: Wanneer datasets (van re¿ele of softwarematige aard) vervormd worden met een gekend deformatieveld, moet steeds een tensorreori¿entatie (TR) uitgevoerd worden om het nieuwe tensorveld te aligneren met de onderliggende structuur. Daarom wordt in de eerste plaats onderzocht welke TR strategie in het theoretische geval (bij een perfect gekend deformatieveld) tot de beste overeenkomst leidt met de aanwezige microstructuur. De door Alexander et al. voorgestelde TR methodes voor affiene coregistraties (enkel globale transformaties) worden daartoe getest in het niet-affiene geval. De optimale TR techniek wordt eveneens gebruikt om de tensoren na de coregistratie te aligneren met de microstructuur. Taak III: Er wordt in de eerste plaats bestudeerd welke informatie uit de diffusietensor beelden tot een optimale berekening van de mutuele informatie leidt. Voornamelijk de beelden die richtingsinformatie bevatten, zijn veelbelovend om meer inzicht te kunnen leveren voor een betere coregistratie en TR van diffusietensor beelden. Verscheidene beeldcombinaties worden met de in Taak II uiteengezette evaluatiestrategie¿en kwantitatief ge¿evalueerd en vergeleken. In de tweede plaats worden verschillende methodes voorgesteld voor de berekening van MI uit de meerwaardige data. Hiervoor wordt onder andere een uitbreiding van het begrip mutuele informatie naar meerwaardige data ontwikkeld. Taak IV: Tijdens het iteratieve, niet-affiene coregistratieproces, gebaseerd op het viskeuze vloeistofmodel, is het krachtveld een belangrijk aspect, omdat het de deformatievelden voor de volgende iteratiestap berekent. Er wordt onderzocht welke informatie en welke manier van informatieverwerking met betrekking tot dit krachtveld tot optimale resultaten leidt. Daarnaast worden verschillende filteringmethodes voor het krachtveld voorgesteld om het coregistratieresultaat verder te verbeteren. Ze zullen gebruik maken van de aanwezige beeldinformatie.
Taak V: De invloed van het niet-affiene, en dus lokale, karakter van het deformatieveld op de TR wordt onderzocht. Regularisatiemethodes worden daartoe ingevoerd en toegepast op het finale deformatieveld. Taak VI: Eens de DTI coregistratie op punt staat, wordt een stereotactische connectiviteitsatlas opgebouwd. De voxels van de verschillende beelden worden daartoe op basis van hun diffusiegewogen beelden uitgemiddeld. Op die manier wordt alle richtingsinformatie in rekening gebracht en de beperkingen die verband houden met het uitmiddelen van ruimtelijke ellipso¿¿den, zoals bijvoorbeeld in Jones et al., worden vermeden. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Wim Van Hecke
Mining Relational Databases. Universiteit Antwerpen Abstract: Patronen ontdekken in willekeurige relationele databanken blijft een interessant probleem waarvoor slechts weinig effiente methoden voor bestaan. Wij bestuderen het framework waarin paren van queries over de data gezien worden als patronen en trachten er interessante associaties tussen te vinden. Meer bepaald, we onderzoeken kleine deelklassen van conjunctieve queries die ons nog steeds toelaten om interessante patronen efficient te kunnen vinden. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Jan Paredaens • Wim Le Page
Synthese, decoratie en biologische evaluatie van nieuwe geanelleerde purines. Universiteit Antwerpen Abstract: Synthese, decoratie en biologische evaluatie van nieuwe geanelleerde purines. Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Bert Maes • Tom Rauws
Molecular en Crystal Engineering: Asymmetrische oligomeren voor Polaire Kristallen. Universiteit Antwerpen Abstract: Molecular design staat centraal in het optimaliseren van interessante moleculaire eigenschappen van oligomeren. Kristalsymmetrie verhindert echter meestal het macroscopisch uiten van deze gewenste eigenschappen. Een uitvoerige X-straaldiffractiestudie wordt verricht om pakkingspatronen te rationaliseren in termen van intermoleclaire interacties. Het hogere doel is dan ook om deze interacties te gebruiken als instrument voor het opbouwen van een gewenste supramoleculaire structuur door middel van de invoer van functionele groepen in de molecule. Op deze manier zal worden getracht polaire kristallen te bekomen. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Frank Blockhuys • Alain Collas
Gecombineerde moleculaire dynamica (MD) en Monte Carlo (MC) simulaties voor de plasma-geassisteerde depositie van (ultra)nanokristallijne diamant ((U)NCD) films. Universiteit Antwerpen Abstract: We wensen het depositieproces van (ultra)nanokristallijne diamantfilms, gevormd via microgolf-plasma's, te bestuderen met behulp van moleculaire dynamica simulaties. We zullen hiervoor gebruik maken van de Brenner interactiepotentiaal voor koolwaterstoffen. Om het depositieproces op een realistische manier te simuleren, zullen we ook Monte Carlo simulaties ontwikkelen die de relaxatie van het systeem naar een thermodynamisch gunstigere configuratie kunnen beschrijven. Deze Monte Carlo simulaties zullen we koppelen aan de moleculaire dynamica simulaties, We wensen o.a. de invloed na te gaan van de substraattemperatuur, aangelegde (bias) spanning en gasmengsel. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Maxie Eckert
Evaluatie en ontwikkeling van bedrijfsinitiatieven inzake de controle en vermindering van woon-werkverplaatsingen. (ADICCT) Universiteit Antwerpen Abstract: Als bron van woon-werk verkeer genereren bedrijven heel wat mobiliteit. Veel werkgevers zijn zich daarvan bewust en ontwikkelen initiatieven om het autogebruik van hun werknemers te verminderen. Het ADICCT project onderzoekt deze Mobility Management initiatieven. Naast een grondige analyse van de Belgische enquête inzake woon-werkverkeer, omvat het project ook een case-study onderzoek gebaseerd op interviews met werkgevers die een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid hebben. Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Ann Verhetsel
Steunpunt Ruimte en Wonen (2007-2011). Universiteit Antwerpen Abstract: Het Steunpunt Ruimte en Wonen zal vanuit een beleidsrelevant en toegepast wetenschappelijk onderzoek inzicht verwerven in de drijvende krachten achter de ontwikkeling van de ruimtelijke structuur en de woonmarkt in Vlaanderen. Het steunpunt wil een beter inzicht verwerven in de transformaties en ontwikkelingen in de ruimte en in het wonen die in Vlaanderen plaatsvinden en nagaan waarom en hoe die transformaties en ontwikkelingen gebeuren.
Organisaties: • Transport en ruimtelijke economie
Onderzoekers: • Jean Vranken • Ann Verhetsel
Onderzoek van nieuwe analysemethodologieën voor de moleculaire lokaalanalyse van organische en anorganische componenten aan en onder het oppervlak van vaste materialen met resolutie op sub-µm en nanoschaal via massaspectrometrie. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is tweevoudig. Enerzijds wordt nagestreefd om door complementair gebruik van FT LMMS en S-SIMS nieuwe analysemogelijkheden te ontwikkelen om de samenstelling van de ultieme oppervlaktelaag te koppelen aan deze op geringe(10-50 nm) en/of grotere diepte met een laterale resolutie in het µm bereik. Anderzijds wordt getracht om de praktische grens voor analyse van de bovenste oppervlaktelaag van 1 µm naar 100nm te brengen. Organisaties: • Massaspectrometrie (Mitac 5)
Onderzoekers: • Luc Van Vaeck
VIB-Moleculaire genetica van erfelijke sensorische neuropathieën. Universiteit Antwerpen Abstract: VIB-Moleculaire genetica van erfelijke sensorische neuropathieën. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Vincent Timmerman
Simulaties van diëlectrische eigenschappen en reactiviteit van proteïnen met behulp van moleculaire dynamica en ab initio berekeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoek is het begrijpen van verbanden tussen structuur, dynamica, biologische activiteit alsook de toxiciteit van proteïnen van de familie van crambin. De biochemische functie en de toxiciteit van de proteïnen in deze familie zijn nog onvoldoende gekend en hebben mogelijk een therapeutisch potentieel. Moleculaire dynamica simulatie zullen toelaten deze informatie te halen uit un infra-rood absorptie spectra. Op basis van klassieke dynamica berekeningen voor proteïnen van deze familie in verschillende physiologische condities zullen een aantal beginstructuren gegenereerd worden die in een later stadium in een kwantum-studie zullen verfijnd worden. Het IR-spectrum en de verschillende reactiviteits indices zullen dan berekend worden aan de hand van de QM/MM code ontwikkeld in de UA-deelgroep van dit project. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Christian Van Alsenoy
Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondersteuning instandhouding wetenschappelijke apparatuur. Organisaties: • Computationele wiskunde
Onderzoekers: • Annie Cuyt
Protein-associated mechanisms in tumor cell invasion: linking novel proteomics with cell biology Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van recent ontwikkelde gel-vrije proteomics technieken (COFRADIC), wensen we een inzicht te verwerven en nieuwe moleculen te identificeren die betrokken zijn in signaalmechanismen die leiden naar tumor invasie en b-cel destructie in diabetes. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove • Jan Gettemans • Katia Vancompernolle • Christophe Ampe • Kris Gevaert
Moleculaire mechanismen bij tumorcel invasie en diabetes: koppeling van nieuwe proteomics technieken aan celbiologie Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van recent ontwikkelde gel-vrije proteomics technieken (COFRADIC), wensen we een inzicht te verwerven en nieuwe moleculen te identificeren die betrokken zijn in signaalmechanismen die leiden naar tumor invasie en b-cel destructie in diabetes. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonontregelaars in watermonsters met behulp van gesynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsive "smart polymers" als drager mmoet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt te stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonontregelaars in watermonsters met behulp van gesynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsieve "smart polymers" als drager moet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt te stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonregelaars in watermonsters met behulp van gesynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsieve "smart polymers" als drager moet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonontregelaars in watermonsters met behulp van geynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsieve "smart polymers" als drager moet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt te stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonontregelaars in watermonsters met behulp van gesynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsieve "smart polymers" als drager moet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt te stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra • Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Ontwikkeling van aanrijkings- en analysemethoden voor spoorbepaling van hormoonontregelaars in watermonsters met behulp van gesynthetiseerde selectieve receptoren Universiteit Gent Abstract: Een methode zal worden ontwikkeld om met behulp van geïmmobiliseerde peptidomimetica, die de oestrogeenreceptor nabootsen waaraan hormoonontregelaars binden, deze EDC's aan te rijken uit watermonsters. Door gebruik van thermoresponsieve "smart polymers" als drager moet het ook mogelijk zijn selectieve chromatografische analysemethoden op punt te stellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Pierre De Clercq • Patrick Sandra
• Johan Van der Eycken • José Martins • Filip Du Prez • Annemieke Madder
Mondialisering herbeken: de relatie tussen mondiale productketens en Europese stedelijke netwerken Universiteit Gent Abstract: Tot op vandaag heeft er weinig to tgeen analytische kruisbestuiving plaatsgegrepen tussen het wereldstedenonderzoek en de literatuur rond gronsoverschrijdende productketens. De voornaamste doelstelling bestaat dan ook uit het conceptueel onderzoeken en het empirisch in kaart brengen van de relaties tussen (i) de schaalvergroting in de wereldwijde productie ('mondialisering') en (ii) de wijze waarop productieve-dienstenfirma's de relaties tussen stedelijke gebieden herconfigureren (in Europa en daarbuiten). Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Frank Witlox • Ben Derudder
De registratie van zware aardbevingen in meersedimenten - Ontwikkeling van een multidisciplinaire onderzoeksmethode voor de analyse van de seismische cyclus van zware aardbevingen in Zuid-Centraal Chili en Oost-Turkije Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling van een multidisciplinaire odnerzoeksmethode voor de analyse van de seismische cyclus van zware aardbevingen en van erdoor veroorzaakte catastrofale landschapsveranderingen in Zuid-Centraal Chili en Oost Turkije, op basis van de studie van lacustriene sedimentaire archieven, met behulp van hoge-resolutie reflectieseismische profielen en sedimentkernen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Een silicium compatibele laser op basis van colloïdale kwantumdots Universiteit Gent Abstract: Dit project combineert ultracompacte siliciumgolfgeleiders met een deklaag van colloidale kwantumdots voor de realisatie van silicium compatibele lichtbronnen. Het project omvat de synthese van de kwantumdots, het ontwerp van de golfgeleiderstructuren, de optische karakterisatie van de materialen en de realisatie van de eigenlijke laserstructuren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Zeger Hens • Dries Van Thourhout
Modelleren van de wisselwerking tussen microstructuur (inclusief kirstallografische textuur) en magnetische eigenschappen van polykristallijne zachtmagnetische materialen op ijzerbasis Universiteit Gent Abstract: Speurtocht naar de fundamentele verbanden tussen de microstructuur, inclusief de textuurcomponenten, van elektrische stalen en hun magnetische eigenschappen ten einde een model op te bouwen dat moet toelaten aangepaste productieprocessen te ontwerpen voor verbeterde kwaliteiten van elektrisch staal. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste Materiaalwetenschappen
Onderzoekers: • Yvan Houbaert
Krachtige methoden voor de detectie van gen-gen interacties Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt krachtige statistische methoden te ontwikkelen voor de detectie van gen-gen interactie, i.h.b (1) een algemene strategie om het risico op Type I en II fouten te minimaliseren bij genoomwijde detectie van gen-gen interactie en (2) specifieke statistische testen voor gengen interactie op basis van micro-array data en familie-gebaseerde designs. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Els Goetghebeur • Stijn Vansteelandt
Optimalisatie van de productie van waardevolle heterologe proteïnen, zoals antilichamen, in plantenzaden Universiteit Gent Abstract: In dit project beoogt men de productie van grote hoeveelheden van interessante heterologe eiwitten, zoals antilichamen, in plantenzaden haalbaar te maken. Daarom zullen we regulatorische factoren identificeren die kunnen bijdragen tot de verhoging van de stabiliteit van deze recombinante proteïnen. Daarnaast zal nagegaan worden andere kruisbloemigen dienst kunnen doen als economisch haalbaar productieplatform voor heterologe proteïnen op grotere schaal. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Anna Depicker
Plasma-oppervlak-interacties Universiteit Gent Abstract: Het project verenigt de Belgische groepen die odnerzoek verrichten op reactieve (technologische) plasma's. Het doel is om fundamentele inzichten te verwerven rond de plasma-oppervlak-interacties die optreden in deze systemen. Er wordt verwacht dat het project technologische ontwikkelingen op het gebied van nieuwe materialen en innovatieve processen van oppervlaktebehandeling. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Christophe Leys
Fundamentele interacties: aan de grens van therie, phenomenologie en experiment Universiteit Gent Abstract: Ons begrip van de Fundamentele Interacties in de natuurkunde verbeteren door een nauwere samenwerking tussen de Belgische onderzoeksgroepen die actief zijn in theoretisch of experimenteel werk. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Dirk Ryckbosch
Geavanceerde anorganische materialen bereid via een nieuwe bottom up benadering (nanochemie, zachte chemie) acronym CHEMAT Universiteit Gent Abstract: Met behulp van ontwikkelen van chemische synthesemethoden bij lage temperatuur voor intelligente materialen in het gebied van efficiente stockering van energie, ontdekken van ecologisch aanvaardbare receptoren, organisatie van materiaalconferenties en consultancy, zal een expertisepool ontwikkeld worden voor chemische productietechnologie. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Serge Hoste
IUAP VI Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het project is innovatieve nano-chemische methodes te ontwikkelen voor de synthese van geavanceerde anorganische materialen. Dit werk omvat zowel fundamenteel onderzoek naar begrip en controle van de synthese van precursoren (de zogenoemde bouwstenen), als meer toegepast onderzoek naar processing van materialen met een complexe vorm. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Dirk Poelman
Belgisch fundamenteel onderzoeksnetwerk voor cryptologie en veiligheid van informatie Universiteit Gent Abstract: Dit project omvat 5 belgische en 2 europese (T.U. Hamburg-Harburg en T.U.Graz) partners, en bestudeert een grote variëteit aan problemen uit de cryptologie. Wij bestuderen wiskundige problemen uit de cryptologie, cryptografische algoritmes en protocols, watermerken, en beveiligde software en hardware. Daarnaast besteden wij ook aandacht aan drie specifieke toepassingen van cryptologie. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Leo Storme
Kwantificeren van Erosie/sedimentatiepatronen om de natuurlijke van de antropogeen geïnduceerde sedimentdynamiek te onderscheiden QUEST4D Universiteit Gent Abstract: Duurzame ontwikkeling vraagt om een kwantificatie van menselijke activiteiten tov de zeebodemecologie. Een op lange-termijn fysische zeebodemdegradatie doet een cumulatief anthropogene sturing vermoden, doch de natuurlijke evolutie en de respons van de zeebodem tgv zeespiegelstijging zijn nauwelijks gekend. Dit zal afgewogen worden op basis van geavanceerde modellering, observaties/staalnames, in de ruimte, tijd en diepte en ondersteund door diverse lange-termijns datasets. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Magda Vincx • Marc De Batist
Lange-termijn dynamiek van Afrikaanse ecosystemen onder invloed van klimaatverandering en historische antropogene impact Universiteit Gent Abstract: Dit project maakt gebruik van diverse proxy indicatoren in semidentkernen van kratermeren in Oeganda en Kenia voor parallelle reconstructie van klimaatvariatie en de evolutie van vegetatie en waterkwaliteit in equatoriaal Oost-Afrika tijdens recente millennia. De voornaamste objectieven zijn een scheiding van de invloed van natuurlijke klimaatvariatie en antropogene activiteiten op de lange-termijndynamiek van terrestrische ecosystemen, en bepaling van de relatieve omvang van pre-koloniale (indigene) impact op het landschap vergeleken met de huidige landschapsverstoring. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dirk Verschuren
FlexWare: Exploitatie van Flexibele Hardwareplatformen voor Massief Parallelle Bioinformaticatoepassingen Universiteit Gent Abstract: FlexWare beoogt efficiënter hardware-ontwerp voor algoritmes met extensief laagniveauparallellisme. Het is gericht op bioinformaticatoepassingen, maar algoritmes uit andere domeinen zullen gebruikt worden ter evaluatie. Verschillende parallelle en herconfigureerbare platformen zullen onderzocht worden met het oog op de ontwikkeling van automatische ondersteuning voor platformselectie, extractie van applicatieparallellisme en afbeelding hiervan op het gekozen platform. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers:
• Dirk Stroobandt
Q-MATCH: kwaliteitstoezicht, adaptatie, transport en controle van in-huis multimediadiensten Universiteit Gent Abstract: Heterogenen huisnetwerken, die in-huis multimedia applicaties transportere, zullen tot ernstige QoS conflicten leiden waarvoor momenteel noch lokale noch op-afstand controle-oplossingen voorhanden zijn die ten volle de noden van alle belanghebbenden bevredigen. Dit project odnerzoekt mogelijke oplossingen en de vereisten voor platformen voor multimediaal dienstbeheer, servers voor op-afstand beheer van gebruikstoestellen in de huiskamer, en QoS beheer tot op de gebruikstoestellen. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
Petrologisch-geochemische variaties in subductie-gerelateerde magma's van de egeïsche boog in relatie tot geodynamische parameters Universiteit Gent Abstract: Een petrologisch-geochemische studie van de vulkanische afzettingen van de eilanden van de Egeïsche Boog zal inzicht verschaffen in de relatie tussen geodynamische parameters en de samenstelling van eilandboog vulkanieten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van hoofd- en sporenelement-analyse alsmede bepalingen van radiogene isotoopratio's (Sr, Nd, Pb) van gehele gesteenten, en laser-ablation analyses van sporenelementen en Sr isotopen in individuele mineralen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marlina Elburg
Robuuste inferentie en technieken voor modelselectie Universiteit Gent Abstract: Het ontwikkelen en bestuderen van robuuste inferentietechnieken en robuuste methoden voor het construeren en selecteren van statistische modellen. Robuuste methoden en technieken voor hoogdimensionele gegevens worden ontwikkeld. Hierbij zijn zowel de graad van robuustheid als een efficiente rekentijd belangrijke factoren. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Stefan Van Aelst
Ontwikkeling van nieuwe types DNA-bindende peptiden Universiteit Gent Abstract: De ontwikkeling van een nieuw type dipodale DNA-bindende peptiden gebaseerd op het gebruik van een conformationeel verankerde organische templaatmolecule voor de aanhechting van twee zogenaamde recognitie-helices vormt het onderwerp van deze studie. Hiertoe zullen combinatorische dipodale peptidebibliotheken gegenereerd worden en gescreend worden op DNA-bindingscapaciteit. In een later stadium zal ook getracht worden gecombineerde kleine/grote groef bindende peptidedimeren te synthetiseren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Annemieke Madder
Studie van eiwit-eiwit interacties in intacte cellen en toepassing op de leptine receptor Universiteit Gent Abstract: MAPPIT is een technologie die toelaat om interacties tussen eiwitten te detecteren in intacte humane cellen, en werd ontwikkeld in onze onderzoeksgroep. We zullen deze grootschalige twee-hybride methode toepassen om humane eiwit interactienetwerken in kaart te brengen. Bijzondere aandacht zal gaan naar signalisatie via de leptine receptor. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier
Gerichte, peptidengecentreerde proteoomanalytische karakterisering van de substraten van humane alfa-Nacetyltransferasen Universiteit Gent Abstract: N-terminale eiwitmodificatie speelt een belangrijke rol in de normale ontwikkeling en fysiologie van hogere eukaryoten doch is tot op heden niet goed bestudeerd. In dit project zal een aanpste gelvrije, proteoomanalytische techniek gebruikt worden om de substraten van de ongekarakteriseerde humane alfa-N-acetyltransferasen in kaart te brengen. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Toepassing van gevorderde en diffusie ondersteunde Magnetische Resonantie technieken als nieuwe onderzoeksmethode voor de studie van nanodeeltjes en hersenbiochemie Universiteit Gent Abstract: Dit project richt zich op de ontwikkeling en toepassing van diffusie NMR spectroscopie als onderzoeksinstrument voor in situ karakterisering van colloidale dispersies van metaaloxide nanomaterialen en quantum halfgeleiders. Anderzijds voorziet zij in het ontwikkelen van een geïntegreerd NMR-spectroscopisch en beeldvormingsonderzoek naar het metabool en fysiologisch profiel van neuropathologieën in proefdiermodellen. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • José Martins
Beveiligingscomponenten voor betrouwbare computersystemen Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van dit onderzoeksproject is het bestuderen en creëren van beveiligingscomponenten om generieke beveiligingsfunctionaliteit te kunnen aanbieden in processors. We stellen voor om beveiligingscomponenten aan te bieden die parallel met de bestaande processor opereren, maar er tegelijk ook innig mee gekoppeld zijn. Samen met de hardware componenten zullen we ook een aantal beveiligingstranformaties ontwerpen die ofwel gebruik zullen maken van de nieuw te ontwikkelen beveiligde componenten, of hun eigen bestaanrecht zullen hebben. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere
Studie van hoge-energie galactische en extra-galactische neutrino's met behulp van de IceCube Cherenkov detector geplaatst diep in het Antarctisch ijs nabij de Zuidpool Universiteit Gent Abstract: Met de IceCube Cherenkvo die onder constructie is aan de Zuidpool worden hoog-energetische neutrino's bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Dirk Ryckbosch
Ontwikkeling van alpha-gesubsidieerde fosmidomycine-analogen als anti-malaria DOXP reducto-isomerase inhibitoren Universiteit Gent Abstract: Een mevalonaat-onafhankelijke weg voor de biosynthese van isoprenoïden, de zogenaamde DOXP-weg, werd onlangs ontdekt en gevalideerd als nieuw doelwit voor geneesmiddelenontwikkeling. Fosmidomycine, een fosfonaat dat interfereert met deze biosynteweg door inhibitie van het DOXP reducto-isomerase, is een veelbelovend antimalariamiddel. Dit project beoogt de verdere ontwikkeling van alphagesubstitueerde fosmidomycine-analogen die in vitro superieur zijn t.o.v. fosmidomycine in het remmen van de groei van P. falciparum e.a. pathogenen die gebruik maken van de non-mevalonaatweg. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
TELEX: het combineren van akoestische voorbeelden en lexicale modellering Universiteit Gent Abstract: Een 'bottom-up' fonetische HMM herkenner zal gecombineerd worden met een 'long-span' voorbeeldgebaseerde herkenner, teneinde een betere performantie te kunnen halen dan met een traditionele HMM herkenner. Vernieuwend is de manier waarop fonetische transcripties die aanwezig zijn in de foneemgrafen van trainingsdata zullen worden aangewend om alternatieve uitspraken van woorden en uitdrukkingen aan te leren en in het lexicon op te nemen. Daarenboven worden in de voorbeeldgebaseerde herkenner enkel die templates geactiveerd die ook voorkomen in een van die uitspraakvarianten. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Jean Martens
Eiwit modificaties geassocieerd met oxidatieve en nitratieve stress: een gel-vrije proteoom analyse Universiteit Gent Abstract: Stijgende concentraties van "reactive oxygen species" induceren verschillende modificaties in cellulaire eiwitten. Sommige daarvan zijn oxidaties, terwijl andere te wijten zijn aan reactieve NO-derivaten. Dit kan leiden tot verandering van functie en ageert vaak als signaal. Gebruik makend van een nieuwe gel-vrije proteoom benadering, zullen we zowel de natuur van de doeleiwitten als de plaatsen van modificatie identificeren. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Kris Gevaert
Ontwikkeling van een 3D numeriek model met adaptief grid voor de vorming en voortplanting van meanders in een rivier Universiteit Gent Abstract: Natuurlijke rivieren in vlak terrein vertonen meestal een meanderend verloop, dat zich zowel zijdelings als naar afwaarts voortplant. In dit projectvoorstel wordt een originele oplossingsmethodiek voorgesteld voor de numerieke modellering van de vorming en voortplanting van een meanderende rivier, waarbij bijzondere aandacht besteed wordt aan de implementatie van een adaptief grid om de dynamische wijzigingen van het rivierbed in planvorm te volgen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Ronny Verhoeven • Peter Troch • Jan Vierendeels
Datafusie van multi-modale informatie via geavanceerde signaalverwerking, segmentatie en registratietechnieken Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt de synthese van eendimensionale signaalinformatie en tweedimensionale beeldinformatie nagestreefd in een raamwerk waarin zowel kenmerkclassificatie, beeldsegmentatie en beeldregistratie worden geïntegreerd. Als inputsignalen worden verschillende medische modaliteiten gebruikt: electro-encephalograms, magnetische resonantie beeldvolumes en echografiebeelden van premature baby's. Het uiteindelijke doel van dit project is een theoretisch kader te ontwikkelen waarin de relevante beeld- en signaalinformatie op een hoog niveau gecombineerd kunnen worden in functie van hun diagnostische waarde. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Wilfried Philips
Thin client netwerkbeheer met gedistribueerde broncodering Universiteit Gent Abstract: Bij de ontwikkeling van nieuwe telecommunicatiediensten wordt steeds meer gebruik gemaakt van video. Er worden ook steeds meer draagbare terminals gebruikt waarbij er belangrijke beperkingen optreden in kanaalkwaliteit, rekencapaciteit, opslagcapaciteit en batterijvermogen. Doelstelling van dit project is het grondig bestuderen van innovatieve technieken om telecommunicatiediensten voor draagbare terminals met een hoge QoE (Eng. Quelity of Experience) te realiseren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Rik Van de Walle • Filip De Turck
Stochastische modellering van optische buffers en schakelsystemen gebaseerd op Fibre Delay Lines Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het voorgestelde project bestaat erin analytische of semi-analytische oplossingstechnieken te ontwikkelen voor adequate stochastische modellen van optische buffers en schakelsystemen, die moeten toelaten snel en efficiënt de belangrijkste performatniematen, zoals de gemiddelde vertragingstijden die pakketten oplopen, de spreiding hierop, de kans dat een pakket verloren gaat, enz. te berekenen. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel • Sabine Wittevrongel
Fundamenteel onderzoek naar de rol van DIRIGENT en PCBER in houtvorming in populier Universiteit Gent Abstract: Hout is één van 's werelds belangrijkste hernieuwbare grondstoffen, en dient oa als constructiemateriaal, als bron van energie en als grondstof voor de pulp en papierindustrie. In dit project wensen we de rol op te helderen van twee genen, DIRIGENT en PCBR, die sterk tot expressie komen tijdens houtvorming. Dit zal gebeuren door middel van comparatieve transcript- en metabolietprofilering van transgene populier RNAi-neergereguleerd voor DIRIGENT en PCBER. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Eric Messens • Wout Boerjan
Deelname aan het CMS (compact Muon Solenoïd) project in CERN Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt de algemene bijdrage van de Gentse onderzoeksgroep "Experimentele Deeltjesfysica" aan het CMS-experiment aangevraagd. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Dirk Ryckbosch
Reconstructie van de veranderingen in het zeespiegelniveau van de Caspische Zee doorheen het Holoceen, op basis van een stratigrafische studie van de Kura delta Universiteit Gent Abstract: Reconstructie van de veranderingen in het zeespiegelniveau van de Caspische Zee doroheen het Holoceen, op basis van een stratigrafische studie van de Kura delta, gebruik makend van relfectieseismische profielen en sedimentboringen. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Marc De Batist
Unesco Abduladim Universiteit Gent Abstract: Optimalisatie van Pichia pastoris voor de expressie van eiwitten met een humaan-achtig glycosylatieprofiel. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Nico Callewaert
Synthese en depositie van bufferlagen en supergeleidende films uitgaande van waterige systemen en sol-gel chemie Universiteit Gent Abstract: Recente toepassingen van supergeleiding vereisen vereenvoudigde syntheseprocessen, die optimale kwaliteit combineren met een beperkt kostenplaatje. De synthese van een "coated conductor", bestaande uit een serie bufferlagen en een supergeleidende film, via dipcoaten op een metallisch substraat lijkt veelbelovend naar al deze vereisten toe. Optimalisatie en karakterisering van het waterig sol-gel proces wordt tijdens dit onderzoek uitgevoerd. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Isabel Van Driessche
Supergeleiding in diamant films: effecten van dotering geïnduceerd door chemische substitutie en elektrisch gate veld
Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een FWO-project met referentie G.0430.07 binnen het onderzoeksinstituut IMO. Doel van dit project is onderzoek naar supergeleiding in diamant films. Hierbij wordt onderzoek wat de effecten van dotering zijn dewelke geïnduceerd worden door chemische substitutie en elektrisch gate veld. DIt is een interuniversitair FWO-project met KULeuven als coordinator. Het project wordt uitgevoerd zoals bepaald in voorliggende overeekomst. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Ken HAENEN • Patrick WAGNER
Structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde, grafeen-gebaseerde lagen Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een FWO-project met referentie G.0159.07 binnen het onderzoeksinstituut IMO. Dit is een interuniversitair FWO-project samen met UAntwerpen en KULeuven, waarbij UHasselt optreedt als coordinator. Doel van het project is onderzoek naar de structurele en elektronische eigenschappen van biologisch gemodificeerde, grafeen-gebaseerde lagen. Het project verloopt volgens de bepalingen zoals opgesteld in de voorliggende overeenkomst. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Patrick WAGNER
Fasegedrag en reologie van oplossingen en mengsels van geconjugeerde polymeren Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een FWO-project met referentie G.0091.07 binnen het onderzoeksinstituut IMO. Dit is een interuniversitair project same, met KUleuven en VUB. UHasselt is coordinator. Doel van het project is onderzoek naar het fasegedrag en reologie van oplossingen en mengsels van geconjugeerde polymeren. Dit project wordt uitgevoerd onder de bepaling zoals opgesteld in deze overeenkomst. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Peter ADRIAENSENS • Dirk VANDERZANDE • Thomas CLEIJ
Groei, karakterisering en simulatie van nanokristallijne en ultrananokristallijne PE-CVD diamantfilms Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van het onderhavige projectvoorstel is een fundamentele experimentele en theoretische studie van de groei van zowel nanokristallijne (NCD) als ultrananokristallijne (UNCD) PE-CVD diamantfilms, aangevuld met een grondige structurele, morfologische en (opto)elektronische karakterisering. Het voorstel kan opgesplitst worden in drie grote delen, die onderling sterk samenhangen: A.depositie van NCD en UNCD films B.structurele, morfologische en (opto-)elektronische karakterisering C.simulatie van de depositie van NCD en UNCD films Deel A zal uitgevoerd worden door IMO, deel B zal uitgevoerd worden door EMAT (voor de structurele en elektronische karakterisering) en door IMO voor de morfologische en de opto-elektronische karakterisering, terwijl PLASMANT, verantwoordelijk is voor deel C. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Milos NESLADEK • Ken HAENEN
EU KITE - Kennisbasis voor intermodaal personenvervoer in Europa Universiteit Hasselt Abstract: Het grootste deel van een verplaatsing gebeurt vaak per auto of vliegtuig in gevallen waar aanvaardbare vervoersalternatieven voorhanden zijn. De reden voor deze keuze is vaak de gebrekkige integratie van vervoersmodi of het beperkte vermogen van een individu om verschillende vervoersmodi te combineren. Bovendien hebben vervoersoperatoren slechts beperkte informatie van de potentiële markt voor geïntegreerde vervoersdiensten. De kennis van het huidige en potentiële vraag en aanbod van intermodaal personenvervoer is nog steeds gebrekkig. De hoofddoelstelling is daarom het verschaffen van een kennisdatabank (KB) ivm intermodaal personenvervoer in Europa. Deze KB zal alle relevante informatie ivm intermodaal personenvervoer bevatten, ze zal eveneens makkelijk beschikbaar zijn en ze zal belanghebbende partijen in staat stellen om intermodaliteitsgerelateerde maatregelen te ontwikkelen en te evalueren. De KB zal een essentieel element vormen voor de ondersteuning van een complementaire Coordinated Action (Forum). Dit zal bestaande informatie en data integreren en verspreiden. Het project begint met een overzicht van de huidige stand van zaken mbt intermodaliteit in personenvervoer en zal de op te vullen hiaten identificeren. Een analyse van bestaande statistieken zal inzicht verschaffen in het bestaande marktpotentieel. Andere projectdelen zullen een strategische aanpak ontwikkelen voor het verzamelen van intermodale data (enquêtes) of zal de nodige infrastructuur, het ontwerp van overstappunten en informatiediensten analyseren. Een lijst van intermodaliteitsbevorderende maatregelen die hierdoor verkregen wordt zal beoordeeld worden door een op maat ontworpen CBA-techniek. Tenslotte zal het geheel van de verzamelde informatie samengevoegd worden in een goed ontworpen KBstructuur die het gebruik, opzoeken, actualiseren en vervolledigen van relevante gegevens zal vergemakkelijken. Deze zal informatie bevatten ivm de mogelijkheden, attitude en vereisten van de gebruiker. Het zal eveneens standaardaanbevelingen bevatten voor intermodale diensten, informatie en interfaces, alsook een lijst van best practices in intermodaal personenvervoer. De catalogus van maatregelen die bijgevoegd is kan beschouwd worden als het ideaal voor intermodale transportsystemen. Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Tim ASPERGES
Professionele verplaatsingen en bedrijfswagens - Promoco Universiteit Hasselt Abstract: Elk jaar worden er meer bedrijfswagens verkocht in België. Het hoofddoel in het PROMOCO project is het inschatten van de impact van deze trend, zowel op het gebied van duurzaamheid als met betrekking tot de algemene evolutie van verplaatsingsgedrag. Een betere kennis van professionele mobiliteit is daarom uiterst belangrijk. Er ontbreekt echter belangrijke informatie in verband met dit onderwerp. De eerste stap in dit project is daarom dataverzameling. De volgende stap is het modelleren. Dit kan onderverdeeld worden in twee delen: modellen voor wagenbezit en modellen voor aangemoedigde verplaatsingspatronen. De eerste soort modellen beschrijft de keuzes die huishoudens maken bij de aankoop, het leasen of huren van wagens, in functie van het huishouden. De tweede modelleringsoefening verschaft een mechanisme voor de inschatting van de impact van de beschikbaarheid van bedrijfswagens op de verplaatsingspatronen van huishoudens. De laatste stap is de analyse van de potentiële relatie tussen de beschikbaarheid van bedrijfswagens en de objectieve moeilijkheid van het betrokken lid van het huishouden om zijn/haar werkplek te bereiken. Een positieve correlatie van deze factoren verschaft enige objectieve achtergrond voor het nut van bedrijfswagens, afgezien van hun voor de hand liggende rol als een bijkomend inkomen dat afgetrokken kan worden van de belastingen. Organisaties: • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Gerhard WETS
Quantum-effecten in clusters en draden Universiteit Hasselt Abstract: Dit contract betreft een interuniversitair research-netwerk met financiering door de federale overheid gedurende 5 jaar. Het platform zal werken rond het topic "Quantum-effecten in clusters en draden", met coordinator UA. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Patrick WAGNER
Functionele supramoleculaire systemen Universiteit Hasselt Abstract: Supramoleculaire chemie beshrijft chemische fenomenen op een niveau hoger dan van individuele moleculen en bestudeerd chemische soorten die interageren via niet covalente intermoleculaire krachten. Men wil nieuwe systemen ontwikkelen om supramoleculaire structuren te onderzoeken. Er zijn 9 werkpakketten. Samenwerking op 4 platformniveaus ( Theorie & modellering, Sythese & Fabricatie, Structuur & Functionaliteit,Instrumenten & Responsieve Systemen) garandeert netwerking in de WP Organisaties: • Biofysica • Organische en Bio-polymere Chemie • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marcel AMELOOT • Peter ADRIAENSENS • Dirk VANDERZANDE
Statistische analyse van associatie en afhankelijkheid in complexe data Universiteit Hasselt Abstract: De data die verzameld worden om afhankelijkheidsstructuren te analyseren in de statistiek zijn complex en de onderzoeksvragen worden ook steeds complexer.Vandaar dat nieuwe modellen geconstrueerd worden en een interactie tussen experten noodzakelijk is om met deze data te kunnen werken. Het doel van het netwerk is het ontwikkelen van nieuwe modellen en technieken om de datastructuren te analyseren. Vandaar dat het netwerk bestaat uit 5 werkpakketten. De links tussen de pakketten worden gevormd op 3 niveaus: aan elkaar gekoppelde complexiteiten in de data, gemeenschappelijke modelleringsbenaderingen, gemeenschappelijke methoden. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Noel VERAVERBEKE
3D Nanonetwerken van organische/anorganische semigeleiders voor opto-elektronische applicaties Universiteit Hasselt Abstract: Het betreft een intern contract aan de UHasselt met BOF-gelden, toegekend aan de onderzoeksgroep IMO voor de periode van 01.01.2007 tot 31.12.2010. Het onderzoek heeft betrekking op 3D Nanonetwerken van organische/anorganische semigeleiders voor optoelektronische applicaties Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Materiaalfysica • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jules MULLENS • Dirk VANDERZANDE • Jean MANCA
Self-Organised Hybrid Devices Universiteit Hasselt Abstract: Het doel van deze studie is het ontwerpen van nieuwe structuren door het gebruiken van anorganische en organische blokken gecombineerd in co-polymeren en hybride structuren voor het maken van moleculaire opto-eclectronische toestellen zoals transitors. De sleutel van dit project is het samenbrengen van organische en inorganische chemisten met natuurkundigen om zo hybide nanostructuren te bestuderen en ontwikkelen die nuttig zijn voor het ontwikkelen van functionele toestellen. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Dirk VANDERZANDE
Synchronisatie in scalairbare virtuele omgevingen die simulatie-gebaseerde interactiviteit ondersteunen Universiteit Hasselt Abstract: Het betreft een intern contract van de UHasselt met BOF-middelen voor nieuwe initiatieven voor de periode van 2007-2010. Bevoordeelde is het EDM. Het project betreft de synchronisatie in scalairbare virtuele omgevingen die simulatie-gebaseerde interactiviteit ondersteunen. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Karin CONINX • Wim LAMOTTE • Chris RAYMAEKERS
Transparante ICT platformen voor eCare Universiteit Hasselt Abstract: Ondersteuning van het thuiszorgproces d.m.v. ICT De doelgroep van het TranseCare project bestaat uit mensen met een chronische en/of degeneratieve aandoening ten gevolge van leeftijd. Een grondige analyse van de noden van de doelgroep en de mogelijke evolutie van de behoeften is nodig om de opstap te maken naar reële 'independent living' systemen. Het onderzoek en de ontwikkeling van ICT-systemen ter ondersteuning van het zorgproces voor deze doelgroep worden bekeken in dit project. ICT-technologie in de thuisomgeving Het project onderzoekt het aanwenden van nieuwe technologieën ter ondersteuning van de dagelijkse activiteiten binnen de thuisomgeving. Speciale aandacht wordt besteed aan de mobiliteit van de patiënt/gebruiker. Concepten van 'personal networks' (zelfconfigurerende en zelforganiserende netwerken van heterogene persoonlijke devices) worden uitgewerkt ten behoeve van de patiënt. Een lage-drempel meldcentrale met interactieve videomogelijkheden naar een vertrouwenspunt bevordert het veiligheidsgevoel. Infotainment (zowel informatie als ergotherapeutische spelconcepten) stimuleert de patiënt en eventuele mantelzorgers om zoveel mogelijk actief betrokken te zijn in het zorgproces. Vanuit de technische contradictie tussen open architectuur, betaalbare oplossingen en hoge betrouwbaarheidseisen voor noodoproep en omgevingsbewaking zal een realistische configuratie voor de thuiszorg bestudeerd en uitgewerkt worden. Het technologische onderzoek wordt binnen deze context steeds onderbouwd met uitvoerig gebruikersonderzoek en analyse van de gebruikersnoden. Data-uitwisseling tussen de betrokken actoren Het ter beschikking stellen en uitwisselen van informatie tussen alle bevoegde gebruikers op een eenvoudige, transparante manier, kan de organisatie van de thuiszorg sterk optimaliseren. Onderzoek naar schaalbare software-systemen, die sterk beveiligde maar ook gebruiksvriendelijke gegevensdoorstroming garanderen, zijn daarbij van essentieel belang. Er wordt binnen dit project verder onderzoek verricht naar architecturen die compatibel zijn met nieuwe tendensen en open standaarden op dit vlak. Twee uit te werken concrete use cases beogen niet alleen de uitwisseling vanmedische gegevens, maar van een volledige set gegevens representatief voor de thuiszorg. Toegangsbeveiliging en 'Single Sign-On' onderbouwen de applicatielaag van de software architectuur. Domeinanalyse, waardeketen en legale context Een 'domeinkaart' van het betrokken institutionele veld wordt gemaakt zodat kan gekeken worden naar zowel het adoptiepotentieel als naar de mogelijke impact op de totale waardeketen van de thuiszorg. Legale studies onderbouwen het uitgewerkte platform zodat de huidige en op handen zijnde wetgeving gerespecteerd kan worden. Een geïntegreerde veldtest op het einde van het project zal de haalbaarheid van dergelijke platformen en de gebruikersperspectieven te evalueren. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Wim LAMOTTE
"Advanced Disaster Architecture" met mobiliteitsoptimalisatie Universiteit Hasselt Abstract: Dit contract betreft een overeenkomst in het kader van een IBBT GBO-project vanuit het onderzoeksinstituut EDM. Het betreft een project met topic "Advanced Disaster Architecture met mobiliteitsoptimalisatie". Partners binnen het project zijn o.a. IBBT, Cisco Systems, Fire Protection Consultants Interactive, abiware, Telindus, ASTRID, UA, UGent, KULeuven, ... Het project zal verlopen volgens de bepalingen zoals gesteld in voorliggende overeenkomst. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Karin CONINX • Kris LUYTEN
Collaboratieve Community Media Universiteit Hasselt Abstract: Het betreft een samenwerkingsovereenkomst in het kader van IBBT-project met meerdere partners: IBBT, AnaXis, Concentra Media, i.Know, Dep. Cultuur, Jeugd, Sport en Media, UGent, KULeuven en UHasselt/EDM. COCOMEDIA openen diverse mogelijkheden voor een efficiëntere inzet van de redactionele resources.Binnen dit project is het de doelstelling te onderzoeken welke veranderingen er noodzakelijk zijn op het niveau van de redactie, opdat de beschikbare mogelijkheden ook efficiënt benut zouden worden. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Frank VAN REETH • Benny DAEMS
IOF-mandaat Jan Van Den Bergh Universiteit Hasselt Abstract: IOF-mandaten zijn mandaten van onbepaalde duur voor postdoctorale onderzoekers die een structurele ondersteuning bieden bij de valorisatie van de onderzoeksresultaten van een onderzoeksinstituut of groep. De functie van een IOF-mandaat is ingebed in de structuur van een onderzoeksinstituut of groep en kan afhankelijk van de noden van het aanvragende instituut of groep, variëren tussen het profiel van een business developer tot een medewerker wiens research expertise onontbeerlijk is om dienstverlening naar bedrijven te faciliteren. Bij de aanvraag en evaluatie van een dergelijk mandaat, wordt aangegeven in welke zin de mandaathouder impact heeft op de valorisatieoutput van het instituut, te zien in functie van het faciliteren van dienstverlening en samenwerking met bedrijven, of bij het oprichten van een spin-off. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Karin CONINX • Jan VAN DEN BERGH
Magnetische resonantie in de material-, chemische- en biomedische wetenschappen Universiteit Hasselt Abstract: Magnetische resonantie aan kernen (NMR) of elektronen (EPR) ligt aan de basis van een reeks vooraanstaande spectroscopische technieken voor het onderzoek van de materie. Ze kent belangrijke toepassingen in vloeibare en in vaste toestand, in homogene en heterogene middens, in levende organismen of in organische of minerale omgeving. Ze heeft evenzeer een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt als nietinvasieve beeldvormingstechniek. De toepassing in de klinische context is wellicht het meest vertrouwd bij het grote publiek, maar is hier allesbehalve toe beperkt, met toepassingen in het biomedische maar evenzeer het materiaalonderzoek. Ook in Vlaanderen is een zeer waardevol Magnetische Resonantie onderzoekspotentieel aanwezig, dat in talrijke toepassingsgebieden (materiaal- en polymeerwetenschappen, bio-organische structuurbepalingen, structurele biologie, in vivo NMR, biomedische toepassingen, kwantitatieve signaalverwerking, multinucleaire NMR in de organometaalchemie, karakterisatie van colloïdale dispersies, EPR in biochemische en materiaal context, functionele MRI, e.a.) actief is. De wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap biedt een overkoepelend en geformaliseerde structuur op Vlaams niveau dat gericht is op het samenbrengen en versterken van dit potentieel. Organisaties: • Toegepaste en Analytische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Peter ADRIAENSENS
Kwantumchemie: fundamentele en toegepaste aspecten van density functional theory Universiteit Hasselt Abstract: De onderzoeksgemeenschap streeft na: 1. een zo breed mogelijk domein van het actuele DFT onderzoek te bestrijken en groepen te incorporeren die daarin actief zijn, d.w.z. van fundamentele over conceptuele naar computationele DFT, of enigszins anders geformuleerd, van zuiver theorie over concepten naar toepassingen. 2. een maximale interdisciplinariteit tussen fysici en chemici tot stand te brengen. 3. binnen het toegepast luik een zo breed mogelijke reeks van substraten aan te snijden, variërend van atomen over kleine moleculen en moleculaire kristallen tot zeolieten, fullerenen, nanotubes en biomoleculen. 4. groepen te verenigen die zowel aan code-ontwikkeling als voornamelijk aan toepassingen werken. De externe partners, zowel uit het Franstalig landsgedeelte als uit het buitenland (Canada, India, UK, Spanje, Zwitserland, Frankrijk, Israel, Chili, Nederland) worden betrokken om zowel het fundamentele als het toegepaste luik te consolideren. De WOG beoogt: - een uitwisseling van know how door regelmatige bijeenkomsten (workshops) met uitnodiging van de buitenlandse partners en leidinggevende experten waarmee reeds contacten bestaan maar die niet in de gemeenschap opgenomen zijn. Tevens fungeert de WOG als platform voor de organisatie van congressen. - korte verblijven van vorsers op postdoctoraal niveau in andere laboratoria, o.m. om zich vertrouwd te maken met nieuwe computercodes. Het geheel van de competenties binnen de WOG moet het mogelijk maken een groep te creëren die zowel op fundamenteel vlak (m.i.v. computationele aspecten) als op toegepast vlak internationaal een leidinggevende rol moet kunnen spelen Organisaties: • Centrum van Moleculair en Materiaal Modelleren
Onderzoekers: • Jean FRANCOIS • Michael DELEUZE
Scheidingstechnologiegerelateerde miniatuurisatie en -fingerprints in de farmaceutische analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de chemische en meer specifiek de farmaceutische analyse middels scheidingstechnieken zijn twee tendensen actueel, enerzijds de miniaturisatie van technieken en anderzijds het gebruik van volledige chromatogrammen of electroferogrammen, in plaats van individuele pieken, om er relevante informatie uit te extraheren. De ontwikkeling en data-analyse van fingerprints kadert in deze laatste tendens. Met fingerprints bedoelen we chromatogrammen of electroferogrammen die een piekenpatroon vertonen dat karakteristiek is voor een gegeven (type) staal. Dit project wil aansluiten bij beide tendensen om in het ultieme geval trachten te komen tot de ontwikkeling van fingerpints middels geminiaturiseerde technieken. Beide onderwerpen worden momenteel ook nog gekenmerkt door een aantal problemen waarvoor we binnen dit project oplossingen zullen trachten te vinden. De beschouwde geminiaturiseerde technieken zijn capillaire electrochromatografie (CEC), pressurised CEC (pCEC) en CEC op chips (chip-CEC). Ze worden momenteel gekenmerkt door een aantal technologische problemen die zich o.a. situeren op het niveau van de kolomvervaardiging en de kolomrobuustheid. Het is de bedoeling binnen dit project robuustere kolommen te vervaardigen dan de actueel voorhanden zijnde, evenals er applicaties op te ontwikkelen (fingerprints in het ultieme, meest complexe geval). Wat fingerprints betreft moet men enerzijds over een eenvoudige methodologie beschikken om informatierijke fingerprints te ontwikkelen en anderzijds moeten de verkregen fingerprints onderworpen worden aan een geschikte data-analyse. Deze laatste is afhankelijk van het doel en telkens moet er een keuze gemaakt worden uit meerdere potentieel toepasbare chemometrische technieken. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • NELE MATTHIJS • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE
Fasegedrag en reologie van oplossingen en mengsels van geconjugeerde polymeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene doelstelling van het project is fundamenteel inzicht te verkrijgen in enerzijds het oplos/fase gedrag van geconjugeerde polymeren in specifiek gekozen solventen en anderzijds deze kennis dan uit te breiden naar het corresponderende reologisch gedrag, m.a.w. het gedrag van deze oplossingen onder afschuif- of rekspanning. In een eerste fase moet dit leiden tot een geïntegreerd beeld van het fundamenteel gedrag van dergelijke polymeren in oplossing. In een tweede fase wordt de studie uitgebreid naar het fase- en verwerkingsgedrag van mengsels van geconjugeerde polymeren met een specifieke moleculaire component, nl. fullereenderivaten. De relevantie hiervan is dat dit type materiaalsystemen de actieve laag uitmaken van fotovoltaïsche cellen en ze een volgend niveau van complexiteit vertegenwoordigen waarrond inzichten betracht worden. Er zal gebruik gemaakt wordt van goedgedefinieerde geconjugeerde polymeren, die hetzij gesynthetiseerd worden via de sulfinylroute (voor Poly(pFenyleen Vinyleen) (PPV) derivaten) of via de dithiocarbamaatroute (voor Poly(Thienyleen Vinyleen) (PTV) derivaten). Ook Poly(Thiofenen) (PT) worden opgenomen in de studie. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren • Materialen & chemie
Onderzoekers: • JUN ZHAO • Niko VAN DEN BRANDE • Fatma DEMIR • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE
Genetische basis van fenotypische tolerantie in pseudomonas aeroginosa. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Pseudomonas aeruginosa is een pathogeen van de mens waarbij multidrug-resistente stammen in toenemende mate verantwoordelijk zijn voor nosocomiale infecties. De bacterie veroorzaakt sepsis bij brandwonden, catheder- en urinewegen-infecties, pneumonia en chronische longontstekingen in personen die lijden aan cystische fibrosis (CF). P. aeruginosa bezit een brede metabolische diversiteit die zich onder meer weerspiegelt in de vele soorten gastheren die de pathogeen kan infecteren. Het infectiegevaar in ziekenhuizen schuilt ondermeer in de mogelijkheid tot vorming van biofilmen in medische toestellen zoals katheders en mechanische ventilatietoestellen of bij infecties in de longen van CF patiënten. In dit projectvoorstel wensen we determinanten verantwoordelijk voor fenotypische tolerantie van P. aeruginosa in de aanwezigheid van verschillende klassen van antibiotica te identificeren en karakteriseren. Er wordt gekozen voor een open, mutant-gebaseerde benadering, gecombineerd met kennis over reeds gekarakteriseerde mutanten en globale regulatorische netwerken. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PIERRE CORNELIS
Een 'multi-proxy' benadering voor de studie van biogeochemische cycli van koolstof en stikstof in tropische en gematigde estuaria. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het objectief van dit project is de caracterisatie en quantificatie van estuariene biogeochemische C en N processen in tropische en gematigde milieus door het ontwikkelen en gebruik van een 'proxy-toolbox'. Optimisatie, ontwikkeling en verdere bijdrage op bestaande nieuwe analytische technieken staan centraal in ons begrip van de distributie en bronnen van organisch en anorganisch C en N in estuaria ecosystemen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • MARC ELSKENS • Steven BOUILLON • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Studie van proton-proton interacties in het CMS-experiment bij de Large Hadron Collider in CERN. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft als doel de gegevens te analyseren die verzameld zullen worden met de CMS-detector bij de LHC-versneller. Het onderscheidt zich van lopende projecten bij het FWO i.v.m. met het CMS-experiment die de constructie van de detector en het onderhoudsbudget ("Maintenance and Operation") beogen. Naast het onderzoek naar supersymmetrie en/of het Higgs-deeltje, hebben de groepen werkzaam aan de UA en de VUB o.a. interesse in het onderzoek naar de top-quark en naar zgn. "diffractie en voorwaartse fysica" bij de LHC. Twee van de promotoren (Pierre Van Mechelen en Albert De Roeck) waren lange tijd werkzaam in het H1-experiment bij de HERA-versneller en bouwden daar een belangrijke expertise op i.v.m. diffractie en de studie van het proton bij lage fractionele impuls van de getroffen quark ("low Bjorken-x"). Albert De Roeck is ook actief in het CMSexperiment. Twee andere promotoren (Jorgen D'Hondt en Catherine De Clercq) waren oorspronkelijk werkzaam in het DELPHI-experiment bij de LEP-versneller. Jorgen D'Hondt is echter reeds geruime tijd actief in de CMS-collaboratie, waar hij de constructie van spoordetector-modules coördineert en een methode ontwierp om de massa van de topquark nauwkeurig te meten. De promotoren wensen nieuwe onderzoeken te starten of verder te zetten in het kader van CMS. Hiertoe zijn bijdragen tot een Belgisch TIER-2 GRID-rekencentrum en tot de CASTOR-detector, beide belangrijke onderdelen van deze aanvraag, onontbeerlijk. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • WALTER VAN DONINCK • STEFAAN TAVERNIER • CATHERINE DE CLERCQ • Jorgen D'HONDT
Productie van geconjugeerde vetzuren in melk door een gerichte selectie van starterculturen. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Dit project heeft tot doel micro-organismen, meer bepaald melkzuurbacteriën, aan te wenden die het gehalte aan geconjugeerde vetzuren (CLA, in het bijzonder c9t11CLA, en CLNA) kunnen verhogen en dit via volgende productiewegen: 1) omzetting van transC18:1 (in het bijzonder t11C18:1) naar CLA (c9t11CLA); 2) omzetting van LA en LNA naar CLA- en CLNA-isomeren. De specifieke doelstellingen van het project zijn: - genotypische en fenotypische screening naar micro-organismen die een isomerase- en/of ( 9-)desaturase-activiteit bezitten voor de productie van CFA. - Productie van CFA in gecontroleerde melkfermentaties gebruik makend van melkzuurbacteriën, waarbij (indien dit nodig zou blijken) precursorvetzuren door bvb. lipasen vrijgesteld worden, en kinetische analyse van de productie van CFA en TFA in relatie tot omgevingsfactoren door middel van wiskundige modellering. - Gedetailleerde identificatie van de gevormde CFA en TFA door de micro-organismen. - Moleculaire karakterisatie van ( 9-)desaturase- en/of isomerasegenen bij de geselecteerde micro-organismen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST • FREDERIC LEROY
Studie van hoge-energie galactische en extra-galactische neutrino's met behulp van de IceCube Cherenkov detector geplaatst diep in het antarctische ijs nabij de Zuidpool. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Icecube Neutrino Detector. De neutrino astronomie gebruikt technieken uit de deeltjesfysica bij het opsporen van galactische en extra-galactische objecten die neutrino's produceren met energieën in het TeV-EeV bereik. De neutrino's die de aarde bereiken ondergaan een zwakke geladen stroom interactie met de nucleonen in het gesteente of ijs. Bij die interactie wordt bvb een muon geproduceerd met een dracht van rond de km. De neutrino detectie berust op de meting van het spoor van dit muon. een rooster van fotonvermenigvuldigers (Optische Modules, OM) meet het Cherenkovlicht dat het Muon uitstraalt wanneer het door een medium als ijs vliegt. De lage waarde van de werkzame doorsnede voor een neutrino interactie samen met de km dracht van het muon betekenen dat neutrino telescopen een volume van 1km3 moeten hebben om binnen redelijke tijd voldoende statistiek te bekomen. Het uiteindelijke doel van de IceCube collaboratie is in het Antarctische ijs nabij de Zuidpool op een diepte van 1,5 km een detector te bouwen met een volume van 1 km3. Deze telescoop zal bestaan uit 4800 digitale OMs (DOMs) verdeeld over 80 kabels die 100m van elkaar verwijderd zijn. Boven elke kabel, aan de oppervlakte, zal er een IceTop station geinstalleerd worden, bestaande uit twee tanks met elk twee DOMs van hetzelfde type als de IceCube DOMs. IceTom zal gebruikt worden als veto tegen neerwaartse atmosferische muonen bij de neutrino analyses, voor de callibratie van IceCube in coindicentie met IceTop en voor de studie van kosmische straling bij hoge energie. Het AMANDA II rooster is een eerste mijlpaal in de ontwikkeling van IceCube. In zijn huidige configuratie bevat het 667 OMs verdeeld over 19 kabels. De ervaring die wij nu opdoen bij de analyse van de AMANDA gegevens en de uitbating van de detector zijn essentieel om voor IceCube een optimaal concept uit te werken. AMANDA II neemt gegevens sedert 2000. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • CATHERINE DE CLERCQ
ReoDSC-Ontwikkeling en experimentele exploratie van een hybride analytische techniek voor simultane reologische en calorimetrische metingen. (zie ook WDV57) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Transformaties in polymeren, zoals polymerisatie, smelten/kristalliseren en fasescheiding/hermenging, gaan gepaard met veranderingen van de reologische en de thermische eigenschappen. Bovendien spelen, enerzijds, de invloed van stroming op zulke transities, en anderzijds, het optreden van afschuivings¬geïnduceerde transities, een cruciale rol bij de verwerking van polymeren. Het doel van dit werk is de ontwikkeling en exploratie van een hybride meettechniek die toelaat om simultaan reometrische en calorimetrische metingen van hoge kwaliteit uit te voeren. Het combineren van deze meettechnieken in één enkel instrument biedt belangrijke voordelen. Het zal toelaten om gelijktijdig de warmte-ontwikkeling en de chemoreologische veranderingen in een materiaal te volgen. Dit geeft een aanzet tot high throughput screening van materialen: in één enkele meting wordt een grote hoeveelheid informatie beschikbaar. Bovendien wordt het mogelijk om stromingsgeïnduceerde transities, de invloed van stromingsscondities op transformaties, en de dynamica van polymeren in het algemeen te bestuderen. Het project vertrekt vanuit het ontwerp en de ontwikkeling van een prototype van de RheoDSC, ondersteund door de numerieke modellering van de warmteoverdracht en spanningsverdeling in meetstaal en instrument. Het exploratief experimenteel onderzoek m.b.v. de ontwikkelde techniek wordt gefocust op systemen waarbij polymerisatie, kristallisatie/smelten of fasescheiding/hermenging optreden. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren
Onderzoekers: • Hans MILTNER • Christophe BLOCK • GUY VAN ASSCHE
Vaag answer set programmeren voor het semantisch web. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het internet is uitgegroeid to een gigantische verzameling van gegevensbronnen. In deze context is het voor menselijke gebruikers niet altijd vanzelfspreken om betrouwbare van onbetrouwbare informatie te onderscheiden en om te gaan met elkaar etegensprekende bronnen; dit probleem stelt zich eens te meer bij automatisatie van taken op het Semantische Web. Recent heeft VUB-onderzoeksgroep voorgesteld om aan webagenten gestalte te geven door middel van de "answer set" semantiek. In deze aanpak bestaat de kennis van een agent uit een verzameling van regels die, eventueel, externe gegevensbronnen kunnen aanroepen. Zo bijvoorbeeld betekent de regel GEVOLG <- FEIT, BRON.EXTERN_FEIT dat GEVOLG kan afgeleid worden als FEIT bekend is en een externe BRON EXTERN_FEIT bevestigt. Om tegenspraken tussen de verschillende regels te verhelpen wordt in (Heymans et al. 2005b) voorgesteld om de regels te ordenen volgens een voorkeursrelatie, waarbij meer geprefereerde regels zullen verkozen worden voor voldoening op minder geprefereerde regels in geval van contradicties. De ordening kan bijvoorbeeld afhangen van het vertrouwen in de geraadpleegde externe agenten. Anderzijds heeft de Ugent-onderzoeksgroep recent voorgesteld om vertrouwensnetwerken tussen agenten te modelleren als vraagrelaties ('Fuzzy relations') die toelaten om zowel vertrouwen als wantrouwen uit te drukken en te berekenen (De cock & Pinheiro da Silva, 2006). Wantrouwen is vaak immers minstens zo belangrijk als vertrouwen in het handelen; het samen beschouwen van beide laat bovendien toe onwetendheid te modelleren die alomtegenwoordig is in een groot netwerk waar iedere agent typisch slechts enkele andere agenten kent. Het vraaglogisch model laat daarenboven toe om vertrouwen en wantrouwen te modelleren als graduele concepten die in een bepaalde mate kunnen vervuld zijn (ik sta eerder wantrouwig tegenover deze bron, ik vertrouw deze bron zeer).
In het voorgestelde project willen de beide onderzoeksgroepen hun expertise in de twee verschillende methodologieën, namelijk answer set programmeren en vraaglogica, samenbrengen om vaag answer set programmeren te ontwikkelen. We zijn van mening dat een combinatie met vaaglogica de toepasbaarheid van answer set programmeren voor het Semantisch Web gevoelig zal verbeteren; bijvoorbeeld uitdrukken van vertrouwen en/of wantrouwen tussen webagenten; appreciatie (door een agent) van, mogelijk inconsistente, informatie beschikbaar op het internet; minder belangrijke regels niet ten volle in rekening moeten brengen, etc. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Davy VAN NIEUWENBORGH • DIRK VERMEIR
Kinetiek en toxiciteit van eiwitaggregatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De groeiende wetenschappelijke interesse voor eiwitaggregatie en amyloidose is voor een groot deel geïnspireerd de associatie van degeneratieve menselijke ziektes zoals Alzheimers en Parkinson met eiwitafzettingen die zijn samengesteld uit één of een beperkt aantal eiwitten. Eiwitaggregatie is een reactie waatrbij eiwitten verkeerd worden gevouwen en samenkomen in multimoleculaire assemblages. Sommige van deze aggregaten zijn toxisch en het ziektebeeld in de hoger vermelde aandoening wordt hiermee in relatie gebracht. De kernvraag bij dit onderzoek is het bepalen onder welke omstandigheden de toxische aggregaten gevormd worden. Dit heeft een belangrijke toepassing in de ontwikkeling van therapeutica tegen aggregatie: het wijzigen van aggregatie kinetiek door middel van farmaca omvat inherent het gevaar dat meer ipv minder toxiciteit bekomen wordt. Het belangrijkste obstakel voor het begrijpen van eiwitaggregatie mechanismen was van technologische aard. Stalen van eiwitaggregatie zijn per definitie erg heterogeen en verdeeld tussen de vloeibare en de vaste fase. Tot onlangs was er geen methode om de relevante intermediaire toestanden van een eiwitaggregatiereactie te scheiden. Dit probleem werd echter opgelost door de introductie van de nieuwe 'field-flow fractation' technologie. Met deze sleuteltechnologie kunnen aggregaten van uiteenlopende grootte worden gescheiden met online bepaling van hun moleculaire grootte. Gezien slechts een aantal groepen op wereldvlak en geen enkele in België deze technologie bezitten, is de verwerving ervan een strategische stap voor de zichtbaarheid van het onderzoek naar eiwitaggregatie aan de VUB. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Frederic ROUSSEAU
Cross-feeding en butyrogeen effect van inuline-type fructanen: in vitro en in vivo analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderhavig project zal een bijdrage leveren aan het verder in kaart brengen van de kinetiek van de productie en de verdere omzetting van organische zuren tijdens het colonfermentatieproces. Het richt zich enerzijds op de rol van lactaat- en/of acetaatconverterende bacteriën bij de boterzuurvorming in het colon en anderzijds op de invloed die bepaalde prebiotica hierop uitoefenen. Er zal voornamelijk gefocust worden op cross-feeding als mogelijke verklaring voor het butyrogeen effect. Drie concrete doelen kunnen in dit project onderscheiden worden: (i) het opstellen van metabolietprofielen, kinetische modellen en metabolische wegen voor geselecteerde colonbacteriën (bifidobacteriën, lactobacillen, boterzuurvormende colonbacteriën) bij groei op oligofructose, inuline en fermentatieproducten van deze prebiotica, door middel van in vitro computergecontroleerde laboratoriumfermentaties in MCB. (ii) He aantonen en kinetisch analyseren van cross-feeding tussen inuline- en/of oligofructose-degraderende en boterzuurproducerende colonbacteriën door middel van in vitro fermentaties. (iii) In vivo studies met gezonde vrijwilligers om in situ cross-feeding aan te tonen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Afrikaanse trypanosomose als werkmodel om de rol van myeloïde cellen in parasietcontrole en modulatie van immunopathologie te bestuderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Macrofagen en andere myeloïde cellen (MC) vertonen een hoge mate van plasticiteit en veelzijdigheid als antwoord op signalen uit de micro-omgeving, wat leidt tot verschillende activeringstoestanden. Bovendien wijzen recente bevindingen erop dat bepaalde subsets van macrofaag-achtige cellen, myeloïde suppressieve cellen (MSC) genoemd, opgewekt worden tijdens een brede waaier aan pathologieën, gaande van parasietinfectie tot kankerprogressie, en een rol spelen in het ziekteverloop. Dit project stelt zich tot doel Afrikaanse trypanosomose te gebruiken als een werkmodel om de bijdrage van MC/MSC en hun genproducten tot parasietcontrole en modulatie van immunopathologie te bestuderen. Belangrijke aandachtspunten zullen hierbij de rol van lever-MC/MSC, alsook deze van MC/MSC-geassocieerde genen induceerbaar door IL-10 of door immune complexen samen met lipopolysaccharide, zijn. Een genetische, fenotypische en functionele analyse van MC/MSC zal uitgevoerd worden in dieren die van nature uit trypanotolerant zijn, of die trypanotolerant gemaakt zijn via een in onze groep ontwikkelde anti-ziekte behandeling. Geselecteerde MC/MSC populaties en de geassocieerde genen, met de nadruk op deze die een mogelijke rol spelen in het opwekken van of beschermen tegen pathologie, zullen dan bestudeerd worden met betrekking tot hun rol in het verloop van de ziekte. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Interactie van Escherichia coli fimbriae met de koolhydraatreceptoren van bigenterocyten en het fimbriae-specifiek mucosaal immuunantwoord. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gram-negatieve micro-organismen, zoals Escherichia coli, bezitten een varieteit aan adhesieve organellen (pili of fimbriae) met verschillende suikerbinding-specificiteiten, die de bacteriën toelaten aan te hechten aan verschillende oppervlakten. Pathogene E. coli stammen die F4, F5, F6, F17 of F41 fimbriae op hun oppervlak uitdrukken kunnen de dunne darm van zogende biggen koloniseren, terwijl expressie van zowel F4 als F18 de kolonisatie toelaat van de dunne darm van gespeende biggen. Wanneer de pathogene E. coli een enterotoxine (enterotoxigene E. coli of ETEC) produceert resulteert dit in neonatale- of speendiarree; indien de pathogene E. coli een shigatoxine (shiga-producerende E. coli of STEC) produceert, resulteert dit in slingerziekte. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • HENRI DE GREVE
Het ontwikkelen van een instrument voor de kwaliteitsevaluatie van het vak lichamelijke opvoeding in Vlaamse secundaire scholen.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject vormt de afronding van een brede studie omtrent de kwaliteit van het vak lichamelijke opvoeding in Vlaamse secundaire scholen. De zorg voor onderwijskwaliteit heeft de voorbije jaren immers een centrale plaats ingenomen in het Vlaamse onderwijsbeleid. Het verhogen van het kwaliteitsbewustzijn en de introductie van structurele initiatieven die kwaliteit systematisch verhogen, zijn bijgevolg ook van cruciaal belang voor de overleving van het vak lichamelijke opvoeding binnen het schoolcurriculum. De bedoeling van deze studie is de afwerking van een vakspecifiek kwaliteitsevaluatie-instrument dat: (1) op basis van een reeks objectieve indicatoren de kwaliteit van het vak lichamelijke opvoeding analyseert, (2) op een uitdagende manier de basisprincipes van integrale kwaliteitszorg introduceert en (3) het kwaliteitsbewustzijn binnen het vakgebied verhoogt. De studie bestaat uit drie onderzoeksfasen, namelijk: 1) betrouwbaarheidsanalyse van het reeds ontwikkelde kwaliteitsevaluatie instrument, 2) evaluatie van de bruikbaarheid, gebruiksvriendelijkheid en meerwaarde van dit instrument voor het vak lichamelijke opvoeding en 3) evaluatie van het vak lichamelijke opvoeding binnen een steekproef van Vlaamse secundaire scholen. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL DE KNOP
Sport en sociale cohesie. Onderzoek naar de relatie tussen sportbeoefening en sociaal kapitaal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het beoefenen van sport zou mensen met elkaar doen 'interageren' waardoor ze dichter bij elkaar gebracht worden, beter met elkaar leren omgaan en samenwerken, vertrouwen stellen in elkaar en hun omgeving. Juist in een samenleving die gekenmerkt wordt door een stijgende desintegratie, zou de sport compenserend werken, doordat ze de integratieve krachten in de samenleving versterkt en aldus bijdraagt tot de verwezenlijking van 'sociaal kapitaal'. Waar het sociaal kapitaalonderzoek gedurende de laatste jaren in een academische stroomversnelling terechtgekomen is, staat het onderzoek naar de relatie tussen sport en sociaal kapitaal vooralsnog in kinderschoenen. Dit onderzoek heeft tot doel om, via een combinatie van een kwalitatief en kwantitatief onderzoeksdesign, meer inzicht te verwerven in de relatie tussen sport en sociale cohesie. De volgende deelvragen zullen hierbij gesteld worden: -Is sport een maatschappelijke 'binder' of zelfs 'overbrugger'? Verenigt sport mensen of geeft het aanleiding tot onderscheid? -Hoe verhoudt de bindings- en overbruggingsfunctie van sport zich ten aanzien van het proces van individualisering? Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Vechtsporten en maatschappelijk kwetsbare jeugd: een verkennende analyse van initiatieven in Vlaanderen en Nederland. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de afgelopen jaren werd steeds vaker binnen het agogische werkveld de aantrekkingskracht van vechtsporten (karate, boksen, taekwondo, ...) op specifieke jongerengroepen (o.m. allochtone jongeren en jeugdige delinquenten) gebruikt als een aangrijpingspunt om te werken aan de probleemsituatie van deze groepen. In Vlaanderen en Nederland is men op diverse plaatsen met dergelijke initiatieven gestart. Toch is tot op heden zo goed als niets geweten over hoe dergelijke initiatieven zijn opgezet en functioneren. Met dit verkennend onderzoek is het de bedoeling om enerzijds dergelijke initiatieven in kaart te brengen en anderzijds deze te gaan analyseren met het oog op het verkrijgen van meer inzicht in de doelstellingen en specifieke aanpak ervan. Aldus is het de bedoeling om na te gaan in welke mate deze initiatieven verschillen van het reguliere vechtsportaanbod bij jongeren en in welke mate de jongeren zelf én hun begeleiders / omgeving reageren op dit aanbod. Om het aantal initiatievenvoldoende groot te houden en aldus met een grotere zekerheid nadien uitspraken te kunnen doen, zullen ook initiatieven uit Nederland onderzocht worden. Het is dan ook in deze verkennende fase niet de bedoeling om eventuele daadwerkelijke effecten trachten te meten. Het onderzoek is opgebouwd uit een aantal op elkaar volgende fasen (o.m. inventarisatie, schriftelijke bevraging, diepte-interviews met organisaties en jongeren, participerende observaties). Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • MARC THEEBOOM
Ontwikkeling en validering van een carrièretransitiemodel en identificatie van variabelen van invloed op het beëindigen van de carrière bij elite atleten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de carrière-beëindiging heeft niet alleen geleid tot het ontwikklen van diverse procesmatige "retirement" modellen maar ook tot het conceptualiseren van het carrière-einde als een "transitie" tussen twee ontwikkelingsfasen, eerder dan als een eindpunt in de ontwikkeling van het individu. In acht nemend dat er, in tegenstelling tot andere populaties, tot op heden relatief weinig systematisch en gestructureerd onderzoek werd verricht naar de carrièrebeëindiging bij professionele topsporters, stelt dit onderzoek zicht de volgende drie doelen: (a) het ontwikkelen en toetsen van een transitiemodel van het proces van topsportcarrière-einde, (b) het identificeren van variabelen (en hun samenhang) die van invloed zijn op de duur, de subjectieve perceptie en beleving, en de gevolgen van het topsportcarrière-einde, en (c) het door (a) topsporters in individuele sporten (Vrije Universiteit Brussel, topsportfederaties, topsportscholen, het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité) en (b) "significante anderen" (ouders, siblings, peers, trainers/coaches, partner ) zal bevraagd worden aan d ehand van een combinatie van kwantitatieve instrumenten en kwalitatieve technieken. Structural equation modeling zal gehanteerd worden om tot modeltoetsing te komen (zie onderzoeksdoel [a]). Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN
Studie van de competiviteit en populatiedynamica van vleesgeassocieerde bacteriën. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vleeswaren worden gekenmerkt door microbiële antagonismen die bepalend zijn voor het al dan niet optreden van bederf en/of uitgroei van pathogene bacteriën. Het juiste gebruik van bepaalde, uiterst competitieve (bacteriocineproducerende) melkzuurbacteriën als bioprotectieve culturen (kookham) of starterculturen (gefermenteerde worst) kan zorgen voor een stabiele microbiota, zodat een verbeterde houdbaarheid van het eindproduct verkregen wordt. De studie van de competitiviteitsfactoren van melkzuurbacteriën in functie van de vleesomgeving is hier van cruciaal belang. Gebruik makende van de kennis die beschikaar is uit genoomstudies, zullen verscheidene potentieel belangrijke competitiviteits-factoren (bvb. het belang van argininemetabolisme in Lactobacillus sakei) onderzocht worden. Ook moet een verbeterde kennis van de microbiota en populatiedynamica van vleeswaren door het gebruik van moderne, performante en cultuuronafhankelijke microbiële identificatietechnieken bijdragen tot een verbeterde procestechnologie. Verder zal modellering aangewend worden ter studie van de bacteriële kinetica. Experimenten in laboratoriumfermentoren en op pilootschaal zullen uitgevoerd worden ter studie van de in situ performantie van de melkzuurbacteriën, gebaseerd op de verworven inzichten.
Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • FREDERIC LEROY
Cross-feeding en butyrogeen effect van inuline-type fructanen: in vitro en in vivo analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderhavig project zal een bijdrage leveren aan het verder in kaart brengen van de kinetiek van de productie en de verdere omzetting van organische zuren tijdens het colonfermentatieproces. Het richt zich enerzijds pp de ral van lactaat- en of acetaatconverterende bacteriën bij de boterzuurvorming in het colon en anderzijds op de invloed die bepaalde prebiotica hierop uitoefenen. Er zal voornamelijk gefocust worden op crossfeeding als mogelijke verklaring voor het butyrogeen effect. Drie concrete doelstellingen kunnen in dit project onderscheiden worden: (i) het opstellen van metabolietprofielen, kinetische modellen en metabolische wegen voor geselecteerde colonbacteriën (bifidobacteriën, lactobacillen, boterzuurvormende colonbacteriën) bij groei op oligofructose, inuline en fermentatieproducten van deze prebiotica, door middel van in vitro computergestuurde laboratoriumfermentaties in een medium dat goede groei voor colonbacteriën toelaat. (ii) Het aantonen en kinetisch analyseren van cross-feeding tussen inuline- en/of oligofructose-degraderende en boterzuurproducerende colonbacteriën door middel van in vitro fermentaties. (iii) In vivo studies met gezonde vrijwilligers om in situ cross-feeding aan te tonen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Biomoleculaire interacties: het structurele luik. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Proteïnevouwing is een kernvraagstuk zowel fundamenteel als biotechnologisch: 3 topics worden in dit voorstel bestudeerd - Oxidatieve vouwing: voor eiwitten met een reeks disulfide bruggen. Ontwikkeling van een in vitro vouwingstechnologie. - Lipase-Lipase foldase: studie van structuur en mechanisme van dit "sterisch chaperone" - Mechanismen van vorming van Amyloide fibers: gebruik van één-domein antistoffen als inhibitoren van ontvouwing en als werktuigen voor studie van amyloide fiber vorming. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
Methodeontwikkeling voor interdisciplinair isotopisch onderzoek door middel van multicollector ICP-massaspectrometrie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In 2006 wordt een multi-collector inductief gekoppeld plasma massaspectrometer (MC-ICPMS) geinstalleerd aan de UGent (analytische chemie) voor multidisciplinair onderzoek in chemle, geologie en ecologie (door een krediet impulsfinanciering zware Apparatuur aan UGent, VUB, KULeuven). Multi-collector ICP-massaspectrometrie (MC-ICPMS) is een bljzonder krachtige techniek voor de bepaling van isotopenverhoudingen van nagenoeg alle elementen (behalve H, C, N, O en edelgassen). De prioriteiten van de VUB liggen in de ontwikkeling van de analysen van de volgende isotopensystemen 1) Cr-isotopenanalyse voor het aantonen van meteorietsporen in korstmateriaal, met als doel inzicht te verwerven in de frequentie van asteroïde- en komeetinslagen op aarde en bijdragen tot de identificatie van de impacterende lichamen/projectielen 2) Gebruik van de isotopische samenstelling van Os en Sr als een paleoklimaat-proxy en om de effecten van de verschillende oceanografische en terrestrische processen op biogeochemische cycli te onderscheiden. 3) De U-Th geochronologie voor de datering van recente carbonaten (speleothems, schelpen etc). 4) 11B/10B analyse als pH- en saliniteit-proxy in paleooceanografie en paleoklimatologie Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
CARAMELOS +/- Een collaboratief actieonderzoek rond agiele methoden voor lilliput bedrijfjes, toegewijd aan het open source principe. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van de VLIR eigen initiatieven voor ontwikkelingssamenwerking werd zeer recent ons project CARMELOS goedgekeurd waarbij wij samen met de Universiteit van de Andes in Bogota de opleiding en begeleiding zullen verzorgen van 3 Colombiaanse Ph. D. studenten in de komende 4 jaar teneinde vooreerst de academische capaciteit van beide labs uit te breiden en voorts om de kloof te helpen dichten tussen universiteit en software industrie die aldaar, zoals in VLaanderen, typisch bestaat uit honderden kleine bedrijfjes. Daar deze fondsen, zo'n 255000 euro, uitsluitend bedoeld zijn voor het financieren van de beursstudenten, willen wij hierbij een parallelle aanvraag doen teneinde fondsen te genereren voor 2x 25% administratieve coördinator om dit project te omkaderen en de studenten degelijk te kunnen begeleiden. Eveneens willen
wij hiermee de routes verkennen voor een analoog onderzoek in Vlaanderen, achteraf. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Deep Impact. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de context van de NASA Deep Impact space mission was komeet 9P/Tempel1 in Juli 2005 het onderwerp van een nooit eerder geziene wereldwijde observatiecampagne. De komeet werd tijdens perihelium passage door verschillende ruimtetuigen waargenomen: de Deep Impact mission, de Hubble Space Telescope, Spitzer, Rosetta, XMM. Alle grote sterrenwachten ter wereld namen deel aan de campagne (radio tot infrarood metingen). Nooit eerder werd een dergelijk diepgaand observationeel netwerk georganiseerd. In samenwerking met DLR (German Aerospace Center) heeft de VUB meegewerkt aan de Deep Impact grondcampagne met waarnemingen in Chili (Paranal en Armazones) en Zuid Africa (South African Astronomical Observatory). een jaar na het Deep Impact gebeuren zijn alle gegevens in finale vorm voor analyse beschikbaar, en wensen wij gedurende de koemnde twee jaar het volledig data arsenaal te analyseren en te interpreteren. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • CHRISTIAAN STERKEN
Verdere ontwikkelingen in semi-abelse homologietheorie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel van het project: verdere ontwikkeling van de semi-abelse (co)homologie-theorie beschreven in mijn doctoraatsthesis "Homology and homotopy in semi-abelian categories" en in het artikel "Higher Hopf formulae for homology via Galois Theory". - De cohomologie-theorie uit mijn thesis uitbreiden, zó dat ze willekeurige modulen van coëfficiënten toelaat (in plaats van alleen abelse groepobjecten) en extensies met niet-abelse kern beschrijft, alsook de hogere cohomologie -groepen - Homothopie van interne (hyper) crossed complexes in semi-abelse categorieën begrijpen met behulp van Quillen modelcategorie-structuren. -Onderzoeken in hoeverre deze homologie-theorie verwant is met K-theorie Organisaties: • Analytische, Categorische en Algebraische Topologie • Wiskunde
Onderzoekers: • RUDGER KIEBOOM • Tim VAN DER LINDEN
Een categorische studie van (dualiteitmechanismen in) kwantitieve functionaalanalyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dualiteitsmechanismen vormen een belangrijk hulpmiddel bijhet bestuderen en representeren van wiskundige structuren, in het bijzonder bij het bouwen van funtoriële verbanden. Eén van de belangrijkste voorbeelden uit de functionaalanalyse is de beroemde Gel'fand-Naimark-dualiteit tussen de compacte Hausdorff-ruimten en commutatieve unitale C*-algebra's. Het doel van dit project is het zoeken naar en bestuderen van gelijkaardige dualiteiten voor ruimere categorieën van metrisch gegenereerde, locaal convexe approach algebra's, alsook het gebruik van deze resultaten voor het verder bestuderen van dergelijke approach algebra's. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Mark SIOEN
Snaartheorie en singulariteiten in de ruimte-tijd. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene relativiteitstheorie geeft een uitstekende beschrijving van de gravitatiekracht in "dagdagelijkse" omstandigheden. De theorie voorspelt echter ook dat er extreme omstandigheden bestaan waarin ze haar geldigheid verlies, namelijk nabij singulariteiten in de ruimte-tijd. Voorbeelden zijn zwarte gaten, waarvoor er sterke observationele aanwijzigingen zijn, en de oerknal, het begin van ons heelal volgens standaardkosmologie. Het begrijpen van de gravitatiekracht in extreme omstandigheden is belangrijk, niet alleen in de zoektocht naar een fundamentele theorie van alle interacties, maar ook met het oog op toepassingen in de kosmologie. In dit project willen we singulariteiten in de ruimte-tijd beschrijven in de context van snaartheorie, de best ontwikkelde theorie van de gravitatiekracht op kwantumniveau (geünificeerd met ijkinteracties). Snaartheorie is erin geslaagd een consistente beschrijving te geven van verschillende klassen statische singulariteiten. Typisch bleken die singulariteiten over lichte vrijheidsgraden te beschikken waarmee geen rekening gehouden werd in de relativiteitstheorie. De bedoeling is nu een analoog begrip te ontwikkelen van singulariteiten gelokaliseerd in de tijd, zoals een oerknalsingulariteit of de singulariteit van een Schwarzschild zwart gat. Het eerste aanknopingspunt zijn recent ontwikkelde snaartheorie-modellen waarin singulariteiten op fundamenteel niveau beschreven worden door theoriën van matrices. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • BEN CRAPS
Ontwikkeling en validatie van fingerprint chromatogrammen voor medicinale kruiden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project handelt omtrent de kwaliteitscontrole van fytotherapeutisch materiaal, meer specifiek, (Chinese) kruiden. Het pobleem situeert zich bij het gebrek aan controle van deze preparaten, grotendeels te wijten aan de complexiteit van hun chemische samenstelling, waardoor het vaak onmogelijk is om alle actieve stoffen te identificeren. De aanpak die momenteel het meest geschikt is voor de identificatie en kwalificatie van (medicinale) kruiden, is de fingerprint chromatografische technologie. Het objectief van het onderzoek omvat in eerste instantie het definiëren van een methodologie die toelaat om op een snelle en efficiënte manier fingerprints voor medicinale (Chinese) kruiden te ontwikkelen, de kwaliteit van de fingerprints te beoordelen, de verkregen data te verwerken en er de relevante informatie uit te extraheren. Dit laatste laat bv. toe om verschillende species van elkaar te onderscheiden of om de activiteit/toxiciteit van een kruid te linken aan de verkegen fingerprint. Organisaties:
• Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • NELE MATTHIJS • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE • Goedele ALAERTS
Scheidingstechnologiegerelateerde miniaturisatie en - fingerprints in de farmaceutische analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de chemische en meer specifiek de farmaceutische analyse middels scheidingstechnieken zijn twee tendensen actueel, enerzijds de miniaturisatie van technieken en anderzijds het gebruik van volledige chromatogrammen of electroferogrammen, in plaats van individuele pieken, om er relevante informatie uit te extraheren. De ontwikkeling en data-analyse van fingerprints kadert in deze laatste tendens. Met fingerprints bedoelen we chromatogrammen of electroferogrammen die een piekenpatroon vertonen dat karakteristiek is voor een gegeven (type) staal. Dit project wil aansluiten bij beide tendensen om in het ultieme geval trachten te komen tot de ontwikkeling van fingerpints middels geminiaturiseerde technieken. Beide onderwerpen worden momenteel ook nog gekenmerkt door een aantal problemen waarvoor we binnen dit project oplossingen zullen trachten te vinden. De beschouwde geminiaturiseerde technieken zijn capillaire electrochromatografie (CEC), pressurised CEC (pCEC) en CEC op chips (chip-CEC). Ze worden momenteel gekenmerkt door een aantal technologische problemen die zich o.a. situeren op het niveau van de kolomvervaardiging en de kolomrobuustheid. Het is de bedoeling binnen dit project robuustere kolommen te vervaardigen dan de actueel voorhanden zijnde, evenals er applicaties op te ontwikkelen (fingerprints in het ultieme, meest complexe geval). Wat fingerprints betreft moet men enerzijds over een eenvoudige methodologie beschikken om informatierijke fingerprints te ontwikkelen en anderzijds moeten de verkregen fingerprints onderworpen worden aan een geschikte data-analyse. Deze laatste is afhankelijk van het doel en telkens moet er een keuze gemaakt worden uit meerdere potentieel toepasbare chemometrische technieken. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • NELE MATTHIJS • Yvan VANDER HEYDEN • JOHANNA VERBEKE • Debby MANGELINGS • Indiana TANRET
Bijdrage tot de ontwikkeling van geavanceerde thermische analyse technieken via theoretische modellering van de technieken en exploratief experimenteel onderzoek op meerfazige polymeersystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De matching betreft werkingmiddelen geassocieerd aan een post-doctoraal onderzoeksmandaat FWO. Het project betreft de exploratie en optimalisatie van innovatieve thermische analyse tecnieken via een multidisciplinaire aanpak van instrumentkarakterisering, eindige elementen modellering, en exploratief experimenteel onderzoek op meerfasige polymere materialen. Het onderzoek focust op: -micro-en nano-thermische analyse: een techniek die toelaar om ruimtelijke variaties in de thermische en mechanische eigenschappen van een materiaal te bestuderen op een (sub) micrometer-schaal, dankzij het combineren van een thermische analyse probe met een scanning probe microscope. De overstap naar een <100nm resolutie werd eind 2005 gemaakt. -T-zero DSC, een (macroscopische) differential scanning calorimetry (DSC) techniek die, dankzij een vooruitstrevend concept via een modellering van de warmte-overdracht in de meetcel, de studie van transities toelaat die met andere technieken niet detecteerbaar zijn. Bovendien worden de verworven kennis en de ontwikkelde modellen ingezet voor de ontwikkeling van een unieke, hybride reodsc techniek, die reometrie en T-zero DSC combineert, en die zal toelaten om de invloed van stroming op materiaaltransformaties na te gaan. Deze laatste is van cruciaal belang tijdens polymeerverwerking. Organisaties: • Fysische Scheikunde en Polymeren • Materialen & chemie
Onderzoekers: • GUY VAN ASSCHE • BRUNO VAN MELE
NICE - Netwerk voor ijsblad en klimaatevolutie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De RTN is beperkt tot een klein aantal Europese Instituten. Zijn vorm is anders dan de Geïntegreerde Projecten (IP) waarbij het mogelijk is om een groot aantal instituten te betrekken. We focussen op de NICE netwerk over Klimaat - Ijsblad interacties en trachten om de training en samenwerkingn in het netwerk te optimaliseren. We zijn er bewust van dat vele belangrijke laboratoria die interessante partners zouden kunnen zijn niet betrokken zijn bij het project. NICE zal zich open blijven stellen voor samenwerking met deze groepen. Vooral alle vergaderingen die georganiseerd worden door NICE zullen toegankelijk zijn voor andere laboratoria met de nadruk op een mogelijke integratie van nieuwkomers. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • PHILIPPE HUYBRECHTS
Introductie van de chemische analyse in de microbiologie om interacties van poliovirus op het molecular niveau op te helderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door gebruik te maken van een celvrij systeem en capillaire electroforese zullen onopgeloste vraagstukken in verband met de structuur en de replicatie van het poliovirus, zoals de functie van sommige virale proteïnen, het mechanisme van de initiatie van proteïnen- en RNA synthese en de verschillende stappen in de morfogenese bestudeerd worden. Het moet toelaten om (i) subvirale partikels te detecteren die ontstaan tijdens de replicatiecyclus van poliovirus (morfogenese), (ii) interacties te bestuderen tussen het viraal genoom en subvirale partikels, die leiden tot het ontstaan van nieuwe virionen, (iii) interacties te onderzoeken tussen het viraal RNA en cellulaire proteïnen, (iv) interacties tussen virale en cellulaire proteïnen te beschouwen, (v) interacties tussen viraal RNA en virale proteïnen te volgen, waarbij telkens de stoichiometrie en affiniteit kan bepaald worden, en (vi) om nieuwe targets voor potentieel antivirale drugs te identificeren. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie • Farmaceutische Biotechnologie en Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • BARTHOLOMEUS ROMBAUT • Yvan VANDER HEYDEN
Proxies and Numerical Tools for Assessing Organic Carbon Export Flux and Deep Ocean Processing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene doelstelling van dit voorstel is het kwantificeren van de organische koolstofdeeltjes uitgevoerd uit de bovenste Oceaan. Nadruk wordt gelegd op het proces dat plaatsvind in de schemerzone om de fytoplankton bronnen en degradatie van organisch materiaal en regeneratie op diepteschaal te onderzoeken. Organisaties: • Analytische en Milieu Chemie
Onderzoekers: • MARC ELSKENS • WILLY BAEYENS • Steven BOUILLON • FRANK DEHAIRS • NATHALIE BRION
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (WOG): VERLENGING: Kwantumchemie: fundamentele en toegepaste aspecten van Density Functional Theory. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De onderzoeksgemeenschap beoogt een krachtenbundeling van de Vlaamse onder-zoeksgroepen (VUB, UGent, UA, KULeuven, UHasselt) actief op het vlak van Density Functional Theory, een tak in de kwantumchemie die de voorbije twintig jaar een stormachtige ontwikkeling kende. De onderzoeksgemeenschap streeft na: 1. een zo breed mogelijk domein van het actuele DFT onderzoek te bestrijken en groepen te incorporeren die daarin actief zijn, d.w.z. van fundamentele over conceptuele naar computationele DFT, of enigszins anders geformuleerd, van zuiver theorie over concepten naar toepassingen. 2. een maximale interdisciplinariteit tussen fysici en chemici tot stand te brengen. 3. binnen het toegepast luik een zo breed mogelijke reeks van substraten aan te snijden, variërend van atomen over kleine moleculen en moleculaire kristallen tot zeolieten, biomoleculen, fullerenen, nanotubes en grafeen. 4. groepen te verenigen die zowel aan code-ontwikkeling als voornamelijk aan toepassingen werken. De externe partners zowel uit het Franstalig landsgedeelte als uit het buitenland (Canada, USA, India, UK, Spanje, Zwitserland, Chili, Nederland) worden betrokken om zowel het fundamentele als het toegepaste luik te consolideren, leidend tot gezamenlijke publicaties en presentaties op internationale fora. De WOG beoogt verder: - een uitwisseling van knowhow door regelmatige bijeenkomsten (workshops) met uitnodiging van de buitenlandse partners en leidinggevende experten waarmee reeds contacten bestaan maar die niet in de gemeenschap opgenomen zijn. Tevens fungeert de WOG als platform voor de organisatie van congressen. - korte verblijven van vorsers op postdoctoraal niveau in andere laboratoria, o.m. om zich vertrouwd te maken met nieuwe computercodes. Het geheel van de competenties binnen de WOG maakt het mogelijk dat deze groep zowel op fundamenteel vlak (m.i.v. computationele aspecten) als op toegepast vlak internationaal een leidinggevende rol kan spelen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Fundamental issues in software engineering : modeling, verification and evolution of software. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Software-intensive systemen zijn een van de meest complexe artefacten ooit gebouwd. Bij de ontwikkeling van dergelijke systemen, is het gebruik van strenge modellen en analysemethodes essentieel om ervoor te zorgen dat de software aan de nodige vereisten voldoet en de gewenste eigenschappen vertoont (b.v., veiligheid, veiligheid, betrouwbaarheid, consistentie). Om tegelijkertijd eveneens aan de constant veranderende vereisten en technologie aangepast te zijn, moeten deze systemen in tijd kunnen evolueren, zonder hun essentiële eigenschappen te verliezen. Dit project combineert de belangrijke Belgische onderzoeksteams in softwaretechnologie, met erkende wetenschappelijke voortreffelijkheid in model-gedreven techniek (MDE), softwareevolutie, formele modellering en controle (FMV) en aspect-georiënteerde softwareontwikkeling (AOSD). Het project beoogt het overzicht in elk van deze domeinen vooruit te gaan. De doelstelling op lange termijn van ons netwerk is bestaande samenwerking te versterken en nieuwe verbindingen tussen die teams, en met hefboomwerking te smeden en onze onderzoekdeskundigheid inzake dit domein te verspreiden op een Europees niveau. Het onderzoek dat in de context van MoVES wordt uitgevoerd is gegroepeerd rond drie belangrijke assen: Programmeer/Modellering Talen, Model Analyse, en Model Evolutie. Organisaties: • Laboratorium voor Systeem en Software Engineering • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • VIVIANE JONCKERS • THEO D'HONDT
Moleculair dialoog tussen parasieten en gastheer : het trypanosoom model Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie van de moleculaire mechanismen gebruikt tussen parasieten om een ontwikkelingsverandering te ondergaan en zich aan te passen aan hun gastheren met behulp van de Afrikaanse trypanosomen (prototype Trypanosoma brucei) als modelorganismen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Proteïnen: interacties die betrokken zijn bij vouwing, functie en supramoleculaire assemblages. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Studie rond fundamentele aspecten van proteïne wetenschappen Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
An integrated approach towards understanding the pathogenesis of CNS and PNS neurodegenerative disorders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: An integrated approach towards understanding the pathogenesis of CNS and PNS neurodegenerative disorders. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Frederic ROUSSEAU
Een geïntegreerde aanpak voor het opmeten en modelleren van elektrochemische reacties: een nodige voorwaarde voor het vergaren van betrouwbare data. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit interdisciplinair project heeft tot doel een algemene meet- en modelleringsmethodologie op punt te stellen om betrouwbare, kwantitatieve informatie te verkrijgen omtrent elektrochemische processen en zo een fysisch interpreteerbaar reactiemodel op te stellen. Deze nieuwe methodologie betekent een trendbreuk in de elektrochemie. Elektrochemische processen zijn in het algemeen zeer complex. Bij gebrek aan grondige kennis wordt voor de bijsturing van deze processen vaak nog gerekend op jarenlange ervaring door trial and error. Bovendien blijkt vaak dat de kennisoverdracht vanuit laboratoriumexperimenten een struikelblok is. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat tot nu toe geen methodes beschikbaar zijn om op een doorgedreven, betrouwbare manier een reactiemodel op te stellen vertrekkende van elektrochemische metingen. Door de kennis van de onderzoeksgroepen META en ELEC te bundelen kan hiervoor een oplossing geboden worden. Het interdisciplinaire karakter vloeit voort uit de combinatie van 2 sleutelelementen: (i) ervaring in het bekomen van experimentele gegevens en het begrijpen van de onderliggende fysische processen (META) en (ii) kennis om uit meetgegevens op een wiskundige, statistisch gefundeerde wijze processen te identificeren en te kwantificeren (ELEC). Organisaties: • Elektriciteit • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis
Onderzoekers: • ANNICK HUBIN • RIK PINTELON • Els TOURWE
Molecular and functional characterization of distinct tumor-associated macrophage (TAM) subsets and the evaluation of Tam-associated molecules as therapeutic targets. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In this study, TAM subsets from different pre-clinical mouse models will be sorted on the basis of differential surface marker expression and their molecular signatures, intratumoral localization and functional aspects will be evaluated. This work will cumulate in the identification of molecules predominantly expressed by 'aggressive' TAM- driving angiogenesis, metastasis and suppression - and the assessment of such molecules as therapeutic targets. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Flux-based Risk Assessment of the impact of Contaminants on water resources and ECOsystems - FRACWECO. (Fase 1 en Fase 2) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De 19de en 20ste eeuw worden gekarakteriseerd door een sterk economische en industriële groei, die zowel in België als in vele andere Europese landen een groot aantal Brownfields nagelaten heeft. Sinds enkele decennia zijn de politieke wereld alsook de bevolking er meer en meer van bewust dat deze Brownfields ernstige gezondheidsrisico's in kunnen houden voor wie in de omgeving leeft, speelt of werkt, gezien de polluenten die zich op de terreinen, in de bodem en in het grondwater kunnen bevinden. Hierdoor is het ecologische bewustzijn sterk gegroeid, wat in de politieke wereld tot duurzame ontwikkeling opriep. En deze sites zijn zo talrijk dat ze in de toekomst op een efficiënte manier beheerd moeten worden. Klassieke risicobeoordelingsmethodieken richten zich vooral op de vervuilingsgraad van de besmettingsbron en negeren meestal de vervuilingsgraad aan de receptor. Een dergelijke aanpak kan van de risicoanalyse de mogelijke verzwakkende factoren die voorkomen tijdens de migratie van besmettingsbron naar receptor van de bestaande verontreiniging uitsluiten. In dit project zal een geïntegreerde methode worden ontwikkeld die zal bijdragen aan een meer uitgebreide risicobeoordeling van verontreinigde locaties met betrekking tot water en ecosystemen. De methodologie zal gebaseerd worden op een combinatie van de 'Source-Receptor Pathway' aanpak voor de conceptualisering van het fysieke systeem en op het DPSIR concept (Drivers-Pressure-State-Impact-Response) van het European Environmental Agency (EEA) voor de integratie van de fysieke en socio-economische componenten van de analyse om zo tot een efficiënte beslissingsondersteunende methodologie voor risicoanalyse te komen. Het doel van dit onderzoek is om de impact van polluenten (zowel diffuse verontreiniging als verontreiniging door puntbronnen) op water- en ecosystemen te evalueren en om een geïntegreerde methodologie te ontwikkelen voor een multi-level risico-evaluatie van die verontreiniging op water- en ecosystemen. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde • Hydrologie en Waterbouwkunde
Onderzoekers: • Juliette DUJARDIN • OKKE BATELAAN • FRANK CANTERS
Multi-agent Reinforcement Learning in Large State Spaces.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: I) Probleemstelling en doelstellingen Multi-agent systemen (MAS) zijn een recent paradigma waarmee een brede waaier van complexe problemen kan opgelost worden. MAS zijn en collectie van autonome agenten die onafhankelijk van elkaar handelen en die beschikken over lokale informatie en (eventueel beperkte) communicatiemogelijkheden. Tot op heden worden voornamelijk propositionele technieken gebruikt om de omgeving, waarin de agenten actief zijn, voor te stellen. Dit is echter in grote werelden met veel toestanden geen geschikte aanpak. In dit project stellen wij voor om het huidige MAS-framework te versterken door singleagent technieken, aan te passen naar omgevingen waarin meerdere agenten actief zijn. Deze single-agent technieken zijn gebaseerd op gefactoriseerde voorstellingen van de omgeving (i.e. beslissingsbomen, relaties, Bayesiaanse netwerken) en op macro-acties.
II) Methodiek Voor de uitbreiding van de huidige technieken zal gesteund worden op technieken uit het single-agent framework, die ontwikkeld zijn met het oog op grote toestandsruimtes. Ten eerste zullen we de bestaande technieken evalueren in een MAS setting waarbij de agenten geen weet hebben van elkaars aanwezigheid (Independent Learners). Vervolgens wensen we deze technieken aan te passen naar systemen waarin de agenten wel degelijk op de hoogte zijn van de aanwezigheid van andere agenten. Hierbinnen gaan we nog onderscheid maken op basis van de mogelijkheid tot communicatie, de aanwezigheid van een leraar, enz. We gaan ook een onderscheid maken tussen systemen waarin agenten hetzelfde doel, of tegenstrijdige doelen hebben. Ten slotte willen we de werking van deze technieken demonstreren in een case study van een realistisch, practisch probleem. Organisaties: • Computationele Modelering Lab
Onderzoekers: • ANN NOWE
Modulaire Virtuele Machines voor Ambient Intelligence. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Miniaturisatie van computers en de opkomst van draadloze netwerken maken het mogelijk computationele technologie te integreren in alledaagse gebruiksvoorwerpen. Dit heeft geleid tot een visie waarin computationele technologie alomtegenwoordig is in onze omgeving. Men spreekt van Ambient Intelligence (of AmI). In tegenstelling tot het ontwikkelen van software voor desktop applicaties, kan men de hardwarebeperkingen van AmI toestellen vaak niet zomaar wegabstraheren in een alomvattend platform zoals een besturingssysteem of een klassieke virtuele machine. Dit omwille van beperkingen in rekenkracht en geheugen en omwille van de draadloze verbinding die kan uitvallen door interferentie of door de mobiliteit van gebruikers. In de voorbije decennia is veel vooruitgang geboekt bij het ontwikkelen van concepten en technologieën die de verschillen tussen platformen weggeabstraheren. De belangrijkste stap hierin is de introductie van de virtuele machine. Dit is echter problematisch wanneer men de stap naar virtuele machines ook op de hierboven beschreven hardware wil gaan ontplooien. Het probleem is dat virtuele machines als doel hebben de hardware te verbergen maar dat deze hardware zodanig divers is dat een virtuele machine noodzakelijkerwijs de unie van alle soorten hardware moet omvatten. Het probleem is dat dit resulteert in te grote monolitische virtuele machines die bovendien overbodige diensten aanbieden die toch niet op de concrete hardware waarop ze wordt ontplooid voorhanden is. Het doel bestaat erin te onderzoeken hoe virtuele machines voor AmI op maat gebouwd kunnen worden die inzetbaar zijn op diverse geïntegreerde systemen. De visie van het voorstel bestaat erin zulke virtuele machines samen te stellen uit herbruikbare virtuele machine componenten. We spreken daarom van modulaire virtuele machines. Een zeer belangrijk onderdeel van het onderzoek is het bepalen van de verschillende modules waaruit een virtuele machine is opgebouwd. Men kan zich bijvoorbeeld inbeelden dat sommige rekenintensieve modules (zoals bvb. reflectie) niet in rekening zullen gebracht worden indien men een virtuele machine voor een actieve RIFD tag wil gaan samenstellen. Het conceptueel uit mekaar rafelen van de modules waaruit AmI virtuele machines zullen worden opgebouwd is dus zeker één van de doelstellingen. Een tweede doel is het onderzoeken hoe deze conceptueel onafhankelijke modules daadwerkelijk modulair geïmplementeerd kunnen worden en samengeplugged kunnen worden. Hiervoor denken we aan het gebruik van aspect-georiëenteerde technieken en assemblagebandtechnologie zoals technieken uit generatief programmeren. De combinatie van deze technieken zal ons toelaten af te stappen van de huidige monolitische virtuele machines die te groot en te rijk aan features zijn om praktisch ingezet te kunnen worden op geïntegreerde systemen. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Temporeel logisch programmeren als basis voor een declaratieve aspecttaal voor event-driven programmeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het implementeren van grafische user interfaces, gedistribueerde applicaties, web services etc gebruikt men het event-driven paradigma. Daarin doet zich ook het welbekende probleem van 'crosscutting concerns' voor, waardoor de implementatie van een zelfde functionaliteit verspreid geraakt over verschillende afhandelingsprocedures van events. Bovendien hangen die crosscutting concerns af van temporele relaties tussen events, zowel verleden als toekomstige events. Aspect-gericht programmeren biedt misschien wel al oplossingen voor het modulariseren van crosscutting concerns, maar eigenlijk zijn geen van de bestaande aspecttalen of implementatietechnieken helemaal geschikt voor het event-driven paradigma. Net omdat zij geen voldoende ondersteuning bieden voor het uitdrukken van zulke temporele relaties. Het doel van dit project is eerder gepresenteerd werk rond temporele logica voor aspecttalen uit te breiden om temporele relaties tussen events in het event-driven paradigma uit te drukken. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Testen van Standaard Model werkzame doorsnedes in top quark processen gedetecteerd door CMS bij de LHC. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Nucleaire wetenschappen Organisaties: • Elementaire Deeltjes • Natuurkunde
Onderzoekers: • JORIS MAES • Jorgen D'HONDT
Meting van de top quark massa met CMS bij de LHC. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nucleair wetenschap - Fysica Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • Jorgen D'HONDT
Studie van de laat-Holocene evolutie van het fysische milieu van België door middel van isotopengeochemisch onderzoek aan speleothemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Speleothemen worden gebruiken om paleoklimaat tijdens het Holoceen te reconstrueren Organisaties: • Isotopen Geologie en Evolutie van het Paleo-Milieu
Onderzoekers: • EDWARD KEPPENS
Projectielidentificatie in terrestrische impactkraters. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project wordt getracht de impactoorsprong van een aantal geologische structuren op aarde te bevestigen door de detectie van een extraterrestrische component in de door impact geproduceerde impactitieten (smeltgesteenten, breccies of ejecta) en wordt geprobeerd de samenstelling van het ingeslagen projectiel (~type meteoriet) te achterhalen. Op basis van deze gegevens worden nagegaan of er veranderingen hebben plaatsgegrepen in de oorsprong en frequentie van de inslagprojectielen doorheen de geologische tijd. Kennis van de oorsprong en frequentie van de verschillende soorten projectielen levert een beter inzicht de dynamica van kleine hemellichamen in ons zonnestelsel (i.e., asteroïden en kometen). Tijdens de kratervorming wordt het grootste deel van het ingeslagen lichaam gesmolten of verdampt. De projectielbijdrage in impactieten bedraagt over het algemeen minder dan 1 gew%,. Enkel die siderofiele elementen, die in hoge concentraties voorkomen in meteorieten, maar ontbreken in terrestrische korstgesteenten kunnen worden gebruikt om de projectielcomponent in de 'gecontamineerde' lithologieën te identificeren: voor dit project zijn dat platinagroep-elementen (PGE) en chroom (Cr) isotopen. Tijdens het eerste deel van dit doctoraat werd de aandacht vooral gericht op de inrichting van het PGE laboratorium, in de A&MS-eenheid van de UGent onder leiding van Prof. Dr. F. Vanhaecke. Na voorbereiding van de oplossingen met een nikkelsulfide (NiS) fire assay methode, kunnen de PGE worden gemeten met behulp van inductief gekoppeld plasma massaspectrometrie (ICP-MS). Het laboratorium staat op punt, de resultaten zijn reproduceerbaar en komen overeen met het referentiemateriaal, zodat de meting van impactmateriaal is aangevangen. Veel tijd werd geïnvesteerd in de analyse de andere siderofiel Ni, Cr, Co) want deze elementen goed proxies vormen van de PGE concentraties en dus maken een efficiënter verloop van het meetprogramma mogelijk, bovendien Cr/Ir en Ni/Ir ratio bruikbaar zijn voor projectiel identificatie. Dit doctoraat richt de aandacht sterk op het laat Eoceen vanwege de wereldwijde verhoogde impact rate en de aanrijking aan extraterrestrisch 3He, gemeten in de diepwatercarbonaten van de Massignano typesectie in Italië. Dit laatste wijst op een verhoogde influx van interplanetary dust particles (IDPs) en kan worden toegeschreven aan de aankomst in het centrale deel van het zonnestelsel van lang-periodische kometen (Farley et al., 1998) of van asteroïden uit het binnenste deel van de asteroïdengordel (Tagle & Claeys, 2004). De identieke identificatie van de Popigai (100 km; 35,7 ± 0,2 Ma) en Wanapitei (7-8 km; 37 ± 2 Ma) impactstructuren als type L ordinary chondrieten (Tagle & Claeys, 2004; Tagle et al., 2007) wijst eerder op deze laatste hypothese. De karakterisering van de Chesapeake Bay (85 km; 35,5 ± 0,6 Ma) en Logoisk (17 km; 40 ± 5 Ma) impactstructuren, evenals van de laat Eocene Massignano (Italië) en Fuerte Caldera (Spanje) secties, waarvan werden stalen verzameld en voorbereid, zou uitsluitsel kunnen bieden over de aard van de laat Eocene shower. Bovendien werd er contact opgenomen met Prof. Dr. John G. Spray van de University of New Brunswick die stalen van de Canadese Mistastin (28 km; 36,4 ± 4 Ma) en Haughton (23 km; 39 ± 2 Ma) impactstructuren zal voorzien. Daarnaast zullen tijdens dit project kraters en ejectamateriaal, gevormd tijdens andere geologische perioden, worden gemeten om de algemene flux van impactoren doorheen de geologische tijd te karakteriseren en een beter inzicht te krijgen in de populatie van de asteroïdengordel. Stalen van de Neoarchaean spherule layer in de Carawine Dolomite, Hamersley Group, Western Australia (2548 +26/-29 Ma), de Mjølnir ejectalagen in Svalbard, Noorwegen (40 km; 142,0 ± 2,6 Ma) en het Lybian Desert Glass, Egypte (28,5 Ma) werden verzameld en voorbereid. In parallel worden Cr isotopenverhoudingen gemeten in de impactkratermaterialen die voldoende hoge chroom concentraties bevatten (0.7 gew% chondritisch materiaal moet worden toegevoegd aan targetmateriaal met 50 µg/g Cr voor een meetbaar signal; Frei en Rosing, 2005) met behulp van Multicollector-ICP-MS, eveneens aan de UGent. Organisaties: • Isotopen Geologie en Evolutie van het Paleo-Milieu
Onderzoekers: • STEVEN GODERIS • Philippe CLAEYS
Koppeling op basis van canonieke interacties tussen eiwitfragmenten: Ontwikkeling en evaluatie van een nieuw eiwitkoppelingsalgoritme. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Koppeling op basis van canonieke interacties tussen eiwitfragmenten: Ontwikkeling en evaluatie van een nieuw eiwitkoppelingsalgoritme. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Frederic ROUSSEAU
Optimalisering van compacte NanobodyTM-gebaseerde fusieproteïnen voor aanmaak van 'moleculaire schakelaars'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Optimalisering van compacte NanobodyTM-gebaseerde fusieproteïnen voor aanmaak van 'moleculaire schakelaars'. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers:
• SERGE MUYLDERMANS
Industrieel onderzoek aangaande "Mise au point de nouveaux outils, forets et guides chirurgicaux, pour la pose d'implants dentaires." Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dentale implantaten zijn permanente cilindrische bevestigingspunten die verankerd worden in het kaakbot en waarop individuele tanden of bruggen worden bevestigd. Implantaten hebben belangrijke functionele voordelen ten overstaan van zowel het conventionele verwijderbare kunstgebit voor de boven- en onderkaak, alsook de verwijderbare bruggen die traditioneel bevestigd worden aan naburige elementen. Dentale implantologie bezit een enorm marktpotentieel in de cosmetische tandheelkunde. Momenteel behoren esthetische heelkunde en dentale implantologie tot de snelst groeiende medische markten. Vandaag wordt de dentale implantologie gedomineerd door zeer hoge prijsstellingen, terwijl kwaliteitsstandaards blijkbaar moeilijk op consistente wijze zijn te garanderen. Zich bewust van de essentiële problemen, heeft het Brusselse dentale laboratorium UP2D NV recent een samenwerking opgezet met de departementen ETRO en COPR van de Vrije Universiteit Brussel, waarbij gestreefd wordt naar kwaliteitsverbetering, kostenreducering en marktexpansie. Om deze doelstellingen te kunnen concretiseren, tracht dir industrieel-academisch consortium dentale implantologie te hervormen van een geïndividualiseerd productieproces, dat in belangrijke mate gebaseerd is op artisanale technieken, tot een in hoge mate gestandardiseerd industrieel productieproces. De strategie die hierbij zal ontplooid worden is tweeledig. Een eerste onderzoeksinitiatief heeft betrekking op de ontwikkeling van een geactualiseerde implantatiemethodologie, met inbegrip van nieuwe implantatieïnstrumenten en innovatieve 3D chirurgische behandelingsplanning. een tweede onderzoeksluik tracht op significante wijze de mechanische toleranties te reduceren doorheen het gehele implantatie- en productieproces. Deze strategische doelstellingen zullen worden nagestreefd in 2 fases: Fase I focusseert zich op de ontwikkeling van een nieuwe generatie implantatie-instrumenten, gebaseerd op de aanwezigheid van zirkonium als verspanningsmateriaal. Fase II spitst zich toe op de ontwikkeling van verbeterde meetinstrumenten en nieuwe productieprocedures. In december 2006 werd aan het industrieel-academisch consortium, samengesteld uit UP2D NV en de departementen ETRO en COPR van de Vrije Universiteit Brussel, een significante onderzoeksbetoelaging toegekend door het 'Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk onderzoek en de Innovatie ven Brussel' (IWOIB), om de doelstellingen van Fase I verder te exploreren. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • JAN CORNELIS
Fundamental interactions: at the boundery of theory, phenomenology and experiment. Vrije Universiteit Brussel Abstract: : Fundamental interactions: at the boundery of theory, phenomenology and experiment. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • ALEXANDRE SEVRIN • CATHERINE DE CLERCQ
Tracing and Integrated Modeling of Natural and Anthropogenic Effects on Hydrosystems Case Study: The Scheldt River Basin and the Adjacent Coastal North Sea. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • WILLY BAEYENS
(ikv MASTER AGREEMENT-WDGO533) : Optimalisatie van het methodeontwikkelingsproces : COSMOS (HPLC methodeontwikkelingsproces voor purity en stabilty indicating analysemethoden) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Optimalisatie van het methodeontwikkelingsproces voor chromatografische analysemethoden is noodzakelijk omwille van volgende redenen : wetenschappelijke eigenschappen van nieuwe moleculen / formuleringen vroeger in de ontwikkelingsfase te leren kennen de ontwikkelingstijd voor een nieuw geneesmiddel te verkorten. Om te anticiperen op deze uitdagingen werd het COSMOS project, een HPLC methode-ontwikkelingsproces voor purity en stability indicating analysemethoden, opgestart. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
OZR Matching Funds IUAP 6: Dynamical systems, control and optimization (DWTC232_P6-UCL05_IUAP P6/04). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het DYSCO network (IAP VI/4) is een verlenging van een bestaand IAP netwerk (IAP V/22) dat als opzet had het onderzoek en de doctoraatsopleiding in "systeem en regeltechniek" in België te structureren en te coördineren. In het nieuw netwerk willen we daarom twee objectieven blijven nastreven: "onderzoek van international topniveau produceren in onze eigen expertise binnen het domein van de "systeem en regeltechniek" "de best mogelijke omgeving voorzien voor de opleiding van onze doctoraatstudenten en post-docs. Het onderzoeksgebied "systeem en regeltechniek" is interdisciplinair maar heeft wel heel specifieke eigenschappen en methodologieën. Het systeemconcept en het voortdurend weerkomend begrip van feedback zijn twee dergelijke voorbeelden. Gedurende het laatste tiental jaren werd in het domein van de "systeem en regeltechniek" veel vooruitgang geboekt in het oplossen van heel wat kernproblemen: niet-lineaire dynamica, modellering, identificatie, model-prediktieve controle, robuuste controle, optimale controle, enz. Dit heeft ertoe geleid dat de technieken van onze discipline in heel wat andere domeinen werden toegepast: milieu systemen, communicatie systemen, robotica, netwerken, grafentheorie, informatica, biologische en biochemische systemen, biomedische toepassingen, enz. Elk van deze gebieden gebruikt zijn eigen modellen en heef ook zijn eigen theoretische problemen, waarvoor systeemtheorie belangrijke bijdragen kan verstrekken. Systeem en regeltechniek is tegenwoordig
de enige discipline geworden die ingenieurs en wetenschappers toelaat om al die toepassingsgebieden te begrijpen in termen van dynamische systemen. Er is nochtans nood aan een diepgaande studie van hun specifieke modellen en methodes om beduidende resultaten te kunnen boeken.
DYSCO telt nu ongeveer 200 onderzoekers, heeft verscheidene internationaal erkende leiders van ons vakgebied en kan steunen op een sterke ploeg van internationale experten in de toegepaste wiskunde. Ons samenwerkingsmodel laat ons toe om belangrijke bijdragen te leveren zowel in systeem en regeltechniek (met inbegrip van modellering, identificatie, rekentechnieken en optimalizering) als in verscheidene aanverwante disciplines waarin wij een kritieke massa van bekwame onderzoekers hebben opgebouwd (biologische en biochemische systemen, netwerken en grafen, transport systemen, biomedische systemen, enz.). Onze aanpak om op een breed front onderzoek te leveren (zowel op onze kerndiscipline als op verscheidene belangrijke verwante takken) is duidelijk in de smaak gevallen van de commissie van deskundigen die ons netwerk in Oktober 2005 evalueerden. Zij schrijven: "zowel qua aantal vooraanstaande onderzoekers, als qua volume en impact van het onderzoek, blijft dit netwerk één van de beste onderzoeksgroepen in systeem en regeltechniek in Europa, en misschiens zelfs in de wereld". Ons plan is daarom de zelfde winnende strategie te handhaven eerder dan een gedetailleerde lijst te geven van specifieke onderzoeksdoelstellingen. Deze strategie kan als volgt worden samengevat. "fundamenteel onderzoek doen in de kerndisciplines van systeem en regeltechniek waarin wij over een belangrijke expertise beschikken: optimalisering, numerieke methodes voor systeem en regeltechniek, modellering en identificatie, experiment ontwerp, netwerken van niet-lineaire systemen, geditribueerde parametersystemen. In vergelijking met het huidige netwerk zal de activiteit in optimalisering beduidend groeien met de oprichting van het nieuwe "Centre of Excellence in Optimization in Engineering" aan de KULeuven waar onze KULeuven teams deel van uitmaken (zie http://www.Cs.kuleuven.bencoe-oe/), en met de toevoeging van P.A. Absil en F. Glineur in het UCL team. De toevoeging van het ULB team (M. Kinnaert) zal ons ook toestaan om onze activiteit in identificatie naar foutendetectie en isolatie uit te breiden: dit is een nieuw onderwerp voor ons netwerk dat belangrijker wordt omwille van de recente ontwikkelingen in groot-schalige geautomatiseerd technologieën; "een ploeg van deskundigen samenstellen met een kritieke massa in verscheidene disciplines waarin de systeem en regeltechniek belangrijke bijdragen kan leveren: chemische en biochemische systemen, netwerken en grafen, verkeer en transportproblemen, motoriek en coördinatieproblemen, biologische systemen, biomedische technologie. Onze activiteit in biochemische en biomedische systemen zal door de opneming van de nieuwe teams in ULB (M. Kinnaert) en FPMs (A. Vande Wouwer) nog versterkt worden door hun bijdragen in modellering en regeling van zulke systemen. Wij hebben al een kritieke massa in het meeste van deze gebieden, maar de toevoeging van de nieuwe teams zal dit nog versterken. Onze keuze van onderzoeksthema komen goed overeen met het gekende Murray Rapport (Panel on Future Directions in Control, Dynamics and Systems, zie http://www.cds.caltech.edu/~murray/cdspanel/) welke de voornaamste themas identificeerde voor de toekomst van Systeem en Regeltheorie. Ons netwerk is welbepaald actief in het grootste deel van deze themas. Bovendien onderschrijft het evaluatieverslag tevens onze onderzoekstrategie waarin nieuwe ontwikkelingen door de meer fundamentele onderzoekers in ons netwerk worden geduwd en door meer toepassingsgerichte onderzoekers worden getrokken. In het evaluatieverslag van 2005 staat inderdaad vermeld: "By applying system-theoretic approaches in an original way to a broad range of problems (e.g. synonym detection in dictionaries), and by correctly identifying significant technological developments and their consequences (particularly those due to the continued growth of computing power, and the recent explosive growth of "data in search of theory" from various biological domains), the Network is itself making a major contribution to the continuing timeliness and relevance of systems and control as a scientific discipline. This research domain will therefore remain a key one for the foreseeable future, and certainly for the next 5-10 years." Qua doctorale en postdoctorale opleiding zijn wij van plan om de bestaande mechanismen die wij met succes in de vorige IAP fasen hebben ontwikkeld, voort te zetten en te versterken: de Graduate School in Systems and Control (in 1991 gestart, nog vóór de oprichting van alle andere doctorale scholen in België), regelmatige studiedagen, gespecialiseerde workshops, co-supervisie van doctoraatstudenten door leden van verschillende teams, uitnodiging van internationale bezoekers van topniveau, gespecialiseerde samenwerkingsgroepen. We willen daarmee voor onze doctoraatstudenten en post-docs een stimulerende wetenschappelijke omgeving creëren. Wij denken dat de resultaten die we tot nu toe bekomen hebben met onze doctorale opleiding, getuigen van kwaliteit en breedte en bijzonder sterk zijn. Wij zijn daarom van plan om de zelfde kwaliteitsnormen op dit gebied te handhaven. Wij worden daarin opnieuw gesteund door het evaluatieverslag van 2005: "The range and pattern of formal network activities has been very well designed and appears to be extremely effective. The study days and the monthly newsletter ensure that all the personnel in the Network know each other, and are aware of each other's research topics and achievements. The graduate courses provide an excellent mechanism for ensuring that members of the Network are kept aware of recent developments by leading authorities, both national and international. The Network succeeds in attracting major international figures to Belgium, and being in active collaboration with many of them." Voetnoot op bio-informatica: De bio-informatica maakte deel uit van ons IAP V/22 netwerk "Dynamical Systems and Control: Computation, Identification and Modelling". Die fase van het IAP programma heeft ons toegestaan om een sterk team in de bio-informatica te creëren, als subgroep van vroegere KULeuven/P2 team. Wij zijn van mening dat het domein een voldoende rijpheid heeft bereikt en dat het team voldoende sterkte heeft bereikt. Er werd daarom beslist een voorstel voor een nieuw netwerk in te dienen dat specifiek toegewijd is aan de bio-informatica, en waarvoor dit bio-informaticateam als coördinator fungeert. Wij geloven dat wij daardoor één van de doelstellingen van het IAP programma hebben bereikt, namelijk het bevorderen van nieuwe teams en thema's. Dit heeft als gevolg dat het werk van de partners op bio-informatica niet opgenomen is in DYSCO, maar in dit nieuwe IAP netwerk, gecoördineerd door een promotor van ons vroeger netwerk. Organisaties: • Elektriciteit
Onderzoekers: • RIK PINTELON
OZR Matching Funds IUAP 6: Photonics@be - Micro-, nano- and quantum photonics (DWTC233_IUAP P6/10). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit IUAP-project gaat over fotonen, elektromagnetische velden, hun interactie met materie, en de exploitatie daarvan voor innoverende toepassingen op een schaal (micro, nano, kwantum) die eerder niet haalbaar was. Onze ambitie is om in één enkel consortium de hooggeëquipeerde laboratoria en de aanwezige expertise in België en de omliggende regio's te integreren. Vandaar de naam: photonics@be, micro, nano en kwantum-fotonica. photonics@be werd voorafgegaan en geïnspireeerd door het succesvolle IUAP V/18 Foton-netwerk (zie http://tona.vub.ac.be/photon), maar met photonics@be introduceren we belangrijke verbeteringen, meer bepaald wat betreft: Het onderwerp:
* meer nadruk wordt gelegd op de fysica en technologie van fotonische materialen, mogelijk gemaakt door nieuwe ontwikkelingen op het vlak van fabricatie en karakterisatie; * een exploratieve activiteit in het domein van de bio-fotonica wordt opgestart * het onderzoek op het gebied van de kwantum optica voor informatieverwerking is nu verspreid over de verschillende werkmodules en dus beter geïntegreerd in het ganse project. Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT
Niet-lineaire dynamica van enkelvoud & gekoppelde halfgeleiderlasers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds hun ontwikkeling in de jaren 60 zijn halfgeleiders niet meer weg te denken uit onze hedendaagse informatiemaatschappij. Zij vervullen essentiële taken in het genereren, opslaan en uitlezen van digitale data met hoge bitsnelheid. Een speciale klasse hierin, nl. de halfgeleider ring lasers (SRLs) bieden beloftevolle integratietechnologie voor multi-gigabit optische telecommunicatie en ultrasnelle digitale verwerkingssystemen. De voordelen van de SRLs zoals snelle schakeltijd, lage schakelenergie, eenvoudige integratie, kleine dimensies en symmetrie in de set-reset dynamica, leveren een enorm potentieel voor de ontwikkeling van een nieuwe klasse van optische bistabiele devices. De ontwikkeling van bistabiele SRLs tot 'all-optical switching devices' vereist een diep begrip van de niet-lineaire processen die het dynamisch gedrag van deze lasertjes beheersen. We verrichten theoretisch onderzoek naar het bistabiele gedrag van SRLs, en naar de schakeldynamica van enkelvoudige én gekoppelde SRLs. Dit theoretisch onderzoek vindt plaats in nauwe synergie met experimenteel werk dat in de vakgroep TONA verricht wordt, o.a. in het kader van het zopas geselecteerde EU project IOLOS ("Integrated Optical Logic and Memory Using Ultrafast Micro-ring Bistable Lasers"). Organisaties: • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • JAN DANCKAERT
FWO Visiting Postdoctoral Fellowship. (Nora NAGY, Hongarije) Universiteit Antwerpen Abstract: In het eerste deelproject zullen geavanceerde EPR methoden ingezet worden om de validiteit te testen van het gebruik van kleine peptide complexen om eigenschappen van Cu(II) bindende eiwitten te modeleren. In het tweede deelproject zullen dezelfde technieken gebruikt worden om de heemstructuur van een recent ontdekt globine van C. elegans te bepalen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer • Nóra Nagy
LC-MS analyse van saponinen geproduceerd door combinatoriële biosynthese. Universiteit Antwerpen Abstract: Screenen van producten van biologische oorsprong is een mogelijke strategie bij het onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen. In een IWT-SBO project werd gestart met de combinatorische biosynthese van actieve moleculen in planten, meer bepaald saponinen. Om deze reden dienen nieuwe methoden op punt gesteld te worden om saponinen in planten te analyseren, te kwantificeren en nieuwe saponinen te identificeren, voornamelijk via LC-MS. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Sandra Apers
Onderzoek naar de structuur-functie relatie van cytochromen b561, nieuwe spelers in de vitamine C huishouding van planten en dieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Ondanks de essentiële rol van vitamine C in de bescherming van planten en dieren, blijven belangrijke aspecten van het vitamine Cmetabolisme onopgehelderd. In dit project wordt het werkingsmechanisme van een weinig gekarakteriseerde groep eiwitten bestudeerd, die rol spelen in de vitamine C huishouding en verdediging tegen oxidatieve stress. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Han Asard
Karakterisatie van metabolisatiewegen voor twee groepen contaminanten (PBDE's en PCB's). Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project heeft als eerste doel om analytische methoden gebaseerd op vloeistof chromatografie-massaspectrometrie (LCMS) voor de bepaling van metabolieten van polygebromeerde difenyl ethers (PBDE's) en polygechloreerde bifenylen (PCB's) in biologische stalen te optimaliseren en te valideren. Daarnaast beoogt het project de identificatie en voorspelling van de metabolisatie patronen voor PBDE's en PCB's in verschillende top-predatoren. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci
Boron-gerelateerde centra in diamant in het overgangsgebied van p- naar n-type conductiviteit: een studie met elektronen-paramagnetische-resonantiespectroscopie.
Universiteit Antwerpen Abstract: In borongedopeerd diamant zal de microscopische structuur van B-gerelateerde defekten met acceptor- of donorkarakter worden onderzocht. EPR- en ENDOR-technieken worden ingezet om de defectsymmetrie en de interactie met naburige kernen te bepalen. Metingen in de X-, Q- en W-band (resp. 9,4 GHz, 35 GHz en 94 GHz), en met gepulste EPR, worden toegepast voor een hogere spectrale resolutie en selectiviteit. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts
Development of X-ray software/diffractometer complex for quality analysis of end products and raw materials in cement and chemical industries. Universiteit Antwerpen Abstract: Development of X-ray software/diffractometer complex for quality analysis of end products and raw materials in cement and chemical industries. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Joke Hadermann
Condor. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds een privé-instelling. UA levert aan de privé-instelling de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck • Sandra Van Aert
Onderzoek naar microbiciden in een model systeem van dendritische cellen en CD4 T cellen, met speciale aandacht voor synergistische combinaties en vermijden van resistentie. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling is bijdragen tot ontwikkeling van antivirale middelen die preventief zouden kunnen toegepast worden door vrouwen onder de vorm van vaginale applicatie. Een aantal kandidaten worden ontwikkeld in het kader van een Europees programma, waarin Katty Terrazas een doctoraatsbeurs heeft. Onze taak is de kandidaat-microbiciden te testen in een in vitro model met dendritische cellen en T cellen. Van producten met een gunstige therapeutische index gaan we ook na of ze een synergistische activiteit hebben. Tevens willen we kruisresistentie met therapeutische producten vermijden Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Guido Vanham • Katty Terrazas Aranda
Analytical glow discharge network (GLADNET). Universiteit Antwerpen Abstract: Het GLADNET consortium brengt onderzoeksgroepen samen uit de domeinen van fysica, chemie en materiaalwetenschappen. De verschillende teams zijn gespecialiseerd in gasontladingsfysica, spectroscopie, analytische chemie of de structuur van materialen, alsook teams uit industrie, geinteresseerd in bepaalde toepassingen of in de instrumentontwikkeling. Het netwerk biedt training aan voor de nieuwe generatie onderzoekers in dit domein. De specifieke rol van de onderzoeksgroep PLASMANT bestaat in het ontwikkelen van computermodellen voor glimontladingsplasma's, vooral met de nadruk op het beschrijven van het effect van waterstof, stikstof of zuurstof onzuiverheden op het argon plasma. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
De ontwikkeling van KRN7000 analogen met verbeterd selectiviteitsprofiel voor antitumorale activiteit Universiteit Gent Abstract: Recent werd aangetoond dat bepaalde geglycosyleerde ceramide-analogen (vb. x-galactosylceramide, KRN7000) in staat zijn NKT-cellen te stimuleren tot de productie van IFN-y (Th-1-respons) en IL-4 (Th2 respons). Voor antitumorale toepassingen is het nuttig om analogen te ontwikkelen, die geen aanleiding gevent tot simultane inductie van IL-4 en IFN-y. Dit project beoogt daarom de ontwikkeling van KRN7000analogen en een studie naar de therapeutische activiteit van deze analogen met het oog op de inductie van gepolariseerde responsen, dwz Th1>Th2. Verbindingen met een gepolariseerde Th1 respons zullen geëvalueerd worden in een muismodel voor longtumor metastasen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Cancer sciences xs47 r261 (code 8461) Universiteit Gent Abstract: Synthese van alfa-galactosylceramide (KRN 7000) analogen met potentiële inductie van een gepolariseerd cytokineprofiel (Th1 of Th2) door NKT cellen. De vooropgestelde modificaties beogen een verbeterde bindingsaffiniteit met het CD1d proteïne wat aanleiding moet geven tot een verhoogde Th1 respons. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
De ontwikkeling van KRN7000 analogen met verbeterd selectiviteitsprofiel voor antitumorale activiteit Universiteit Gent Abstract: Recent werd aangetoond dat bepaalde geglycosyleerde ceramide-analogen (vb. x-galactosylceramide, KRN7000) in staat zijn NKT-cellen te stimuleren tot de productie van IFN-y (Th-1-respons) en IL-4 (Th2 respons). Voor antitumorale toepassingen is het nuttig om analogen te ontwikkelen, die geen aanleiding geven tot simultane inductie van IL-4 en IFN-y. Dit project beoogt daarom de ontwikkeling van KRN7000-analogen en een studie naar de therapeutische activiteit van deze analogen met het oog op de inductie van gepolariseerde responsen, dwz Th1>Th2. Verbindingen met een gepolariseerde Th1 respons zullen geëvalueerd worden in een muismodel voor longtumor metastasen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
Operational Model Order Reduction for Nanoscale IC Electronics (O-MOORE-NICE!). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel vanhet project is om vernieuwende model-orde-reductie (MOR) technieken te bestuderen voor de ontwikkeling en simulatie Integrated Circuits (IC). Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Tom Dhaene
Computationele intelligentie voor informatie-ontsluiting in current research information systems Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Informatica
Onderzoekers: • Helga Naessens • German Hurtado Martin
Tailor-made nanostructured metals for functional coatings and electronics Universiteit Gent Abstract: Het METACEL project is gericht op de groei van nanodeeltjes en nanodraden op vlakke substraten, en de gelijkvormige groei van dunne lagen op nanoporeuze- en fibreuze structuren. Het consoritum bestaat uit een interdisciplinair team van zes onderzoeksgroepen met expertise rond moleculaire bundel epitaxie, atomaire laag depositie, elektrochemische depositie, colloïdale chemie, mesoporeuze structuren en karakterisatie. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Katrien Strubbe • Christophe Detavernier
GEMINI - Generic Electronics and Microsystems Integration Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt een generische technologie ontwikkeld voor de integratie van microsystemen en electronica, gebaseerd op SiGe lagen met gecontroleerde stress. De fotonica groep zal gebruikmakend van deze lagen een optische modulator ontwerpen en karakteriseren. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Roeland Baets • Dries Van Thourhout
GEMINI - Generic Electronics and Microsystems Integration Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt een generische technologie ontwikkeld voor de integratie van microsystemen en electronica, gebaseerd op SiGe lagen met gecontroleerde stress. De fotonica groep zal gebruikmakend van deze lagen een optische modulator ontwerpen en karakteriseren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Roeland Baets • Dries Van Thourhout
Tailor-made nanostructured metals for functional coatings and electronics Universiteit Hasselt Abstract: Het ontwikkelen van generische expertise betreffende de vorming van metallische nanostructuren, en de overdracht van deze verworven kennis naar de Vlaamse industrie. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Jules MULLENS • Heidi VAN DEN RUL • Marlies VAN BAEL
Simulatiemodellen voor overdracht van besmettelijke ziekten en controleprocessen, met toepassing op de vijf grote gezondheidstopics vanuit het Vlaamse beleid. Universiteit Hasselt Abstract: Dit is een IWT-project met CENSTAT als onderzoekspartner. Andere partners zijn UA, KULeuven, WIV. Het betreft onderzoek naar "Simulatiemodellen voor overdracht van besmettelijke ziekten en controleprocessen, met toepassing op de vijf grote gezondheidstopics vanuit het Vlaamse beleid". Het onderzoek zal worden uitgevoerd volgens de bepalingen zoals gesteld in voorliggende overeenkomst.
Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Niel HENS • Nele GOEYVAERTS
ASPECTLAB-BIS Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het AspectLab-bis project is een vervolg van het AspectLab project. AspectLab richt zich op de ontwikkeling van complexe, verdeelde softwaresystemen die gebruik maken van aspect-georiënteerde methodes in software ontwikkeling, talen en technieken. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • VIVIANE JONCKERS • THEO D'HONDT
SICOM - Simulatie gebaseerde corrosiebheer bij vliegtuigen Vrije Universiteit Brussel Abstract: SICOM zal een numeriek microschaal model ontwikkelen om gelokaliseerde corrosie bij Al-Alloys te simuleren, met oog voor de microstructuur en de micro elektrochemische toestand. Organisaties: • Metallurgie, Elektrochemie en Materialenkennis • Elektrotechniek-Energietechniek • Materialen & chemie
Onderzoekers: • Levente-Csaba ABODI • IRIS DE GRAEVE • HERMAN TERRYN • Steven VAN DAMME • JOHAN DECONINCK
COMPLEXDIS (ComplexDis) : Unravelling complex diseases with complexity theory : from networks to the bedside. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Vaak voorkomende ziektes zoals allergieën, obesitas en kanker zijn complex. Elk van deze ziektes ontstaat door veranderende interacties tussen verschillende genen. Deze aanpassingen verschillen soms tussen verschillende individuen maar ze hebben wel dezelfde ziekte als resultaat. Het doel van ComplexDis is om deze proteïnen te identificeren door gebruik te maken van technologie, computer wetenschappen en biologie. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS
OMLL Networking activity "Human language dynamics (OMLL Result presentation) (16-20 juli 2007, Erice- Italy) Vrije Universiteit Brussel Abstract: OMLL Networking activity "Human language dynamics (OMLL Result presentation) (16-20 juli 2007, Erice- Italy) Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • LUC STEELS
Opmaken conceptnota voor opzetten van een geïntegreerd stadsvernieuwingsproces Ledeberg Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze eerste, ruimtelijke pijler vormt een belangrijke onderlegger voor alle vernieuwing die zal plaatsvinden in de wijk Ledeberg. Het gaat hierbij niet enkel om de gebouwde omgeving, maar ook over het openbaar groen en het publiek domein. Echter, om een geïntegreerde en samenhangende aanpak van stadsvernieuwing in Ledeberg te garanderen, maakt het stadsbestuur parallel werk van de opmaak van 2 andere, complementaire actieplannen, met name: - een economisch actieplan, - een sociaal-cultureel-artistiek actieplan. Het spreekt voor zich dat de uitwerking van de twee andere pijlers ook kan resulteren in wensen of verlangens ten aanzien van de stedelijke ruimte. De coördinatietaak van de programmaregisseur voor het strategisch programmagebied Ledeberg - (Oud)-Gentbrugge - Moscou - Vogelhoek bestaat erin ervoor te zorgen dat deze wensen op elkaar afgestemd worden. Een tweede belangrijke pijler voor het Stadsvernieuwingsproject Ledeberg wordt opgebouwd rond de economische situatie van de wijk. Er bevinden zich in en rond de wijk een aantal grote opportuniteiten om het werkloosheidscijfer in het gebied te doen dalen (Zuiderpoort, bedrijventerreinen in Gentbrugge...). Dit vereist evenwel een goede verspreiding van de vacatures, ook voor moeilijker bereikbare doelgroepen. Daarnaast kan nagegaan worden of het handelsapparaat in Ledeberg en Gentbrugge voldoende uitgebreid en gevarieerd is en kunnen ook binnen deze thematiek projecten uitgewerkt worden. De opmaak van het economisch actieplan wordt in de loop van het najaar 2007, op initiatief van de Dienst Economie, opgestart. Een derde pijler voor het Stadsvernieuwingsproject Ledeberg is de sociaal-cultureel-artistieke invalshoek . Los van een aantal puur ruimtelijke problemen, staat Ledeberg - net als veel andere industriële wijken in 19de eeuwse stadsgordels - voor een aantal uitdagingen die eerder gerelateerd zijn aan het samen-leven in de stad. Gent wil een open en verdraagzame stad zijn, waar iedereen die wil, zich ook thuis voelt. Het is dus een belangrijke uitdaging om ervoor te zorgen dat de huidige inwoners van Ledeberg zich ook na het stedelijk vernieuwingsproject thuis voelen in 'hun' wijk. Binnen deze pijler moet ook de werking voor de verschillende doelgroepen aan bod komen. Het verenigingsleven in Ledeberg is al sterk uitgebouwd, maar kan zeker nog beter gestimuleerd/gefaciliteerd worden. Ook naar specifieke doelgroepen (kinderen, jongeren, senioren, ...) kunnen bijkomende initiatieven worden genomen, zodat elkeen zich verbonden voelt met zijn wijk Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • ERIC CORIJN
Debietmetingen VMM Universiteit Gent Abstract: Uitvoeren van debietmetingen en opstellen van ijkingsformules op een reeks meetpunten op niet-bevaarbare waterlopen. Organisaties: • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Ronny Verhoeven
Potentiëel van mangroven en andere kustvegetatie als buffer tegen hoge golfslag in de Indische Oceaan: een benadering op basis van beeld- en sedimentarchief, en gebruik van de december 2004 tsunami als natuurlijk experiment. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gezien mangroven dynamische ecosystemen zijn, en gezien de tsunami van 26 december 2004 een nooit gezien natuurlijk experiment hebben veroorzaakt, doet zich nu de unieke en zeldzame situatie voor om een specifiek onderzoeksproject op te starten dat van globaal wetenschappelijk en maatschappelijk belang is. Helaas heeft de rampzalige toestand na de tsunami en de gebrekkige kijk op het onderzoeksgebied gedurende verschillende weken ons verhinderd om dit project in 2005 in te dienen. Het voorgestelde onderzoek zou bovendien perfect aansluiten bij de ruime leidinggevende expertise die de VUB in de afgelopen 10 jaar heeft opgebouwd inzake mangrove-ecologie in het algemeen en in Sri Lanka in het bijzonder. Sri Lanka kende, op Indonesië na, het hoogste dodentaantal (31 000) veroorzaakt door de ramp, waarvan 4214 mensen zijn. Met een toenemende belangstelling voor het mangrove-ecosysteem op wereldschaal is het van belang dat de onderzoeksteams aan de VUB hun positie in zowel Sri Lanka als India verder valoriseren en uitbouwen. Met dit onderzoek wensen wij dan ook de doelstellingen te verwezenlijken binnen deze kenmerkende mangrovegebieden, die overigens in het hart van het natuurlijke tsunami-laboratorium zijn gelegen. Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Algemene Plantkunde en Natuurbeheer • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS • NICO KOEDAM
Microscopische structuur en transformatieprocessen van onzuiverheidsdefecten in bismut-oxides: verband met fotorefractieve en scintillatoreigenschappen in deze materialen. (FWO Vis.Fel., Vera GOSPODINOVA, Bulgarije) Universiteit Antwerpen Abstract: In gedopeerde bismut-oxidekristallen zal de microscopische structuur van onzuiverheidsdefecten worden onderzocht, evenals de transformaties ervan onder optische en thermische behandelingen. Hiertoe zal een combinatie van optische- en EPR-methoden worden toegepast. Dit zal leiden tot een beter begrip van de oorsprong en mogelijkheden geven voor optimalisering van de technologisch belangrijke eigenschappen van deze materialen. Organisaties: • Experimentele fysica van de gecondenseerde materie (ECM)
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • Vera Marinova Gospodinova
FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship. (Florin PANAITE, Roemenië) Universiteit Antwerpen Abstract: FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship. (Florin PANAITE, Roemenië) Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Freddy Van Oystaeyen • Florin Panaite
Bioframe: een algoritmisch kader voor integrale modellering in systeembiologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Algebra, meetkunde en ISLAB
Onderzoekers: • Alain Verschoren
Erfgoed 2.0 Universiteit Hasselt Abstract: Het Erfgoed 2.0-project wil onderzoek verrichten naar een sociale interactieve locationbased erfgoedbeleving via mobiele toestellen binnen een netwerk van erfgoedsites. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Karin CONINX • Kris LUYTEN
TELEON Universiteit Hasselt Abstract: De huidige hype omtrent sociale software en online communities duidt op veranderingen in de maatschappij en een zoektocht naar methodes om beter de noden van de werkelijke maatschappij te ondersteunen met deze nieuwe technologieën. In een steeds globalere wereld stijgt de nood aan lokalisatie. Deze nieuwe gemeenschappen zijn een van de belangrijkste pijlers van de web 2.0 beweging, de nieuwe generatie
van het internet. TV en radio (in hun informatieve taak) zijn belangrijke thema's in dagdagelijkse communicatie tussen mensen . Ze hebben een belangrijke sociale functie. Deze kan uitgebreid en gekanaliseerd worden in een virtuele gemeenschap waar gelijkgestemde radioluisteraars en televisiekijkers elkaar kunnen ontmoeten, communiceren, debatteren en deelnemen in gemeenschappelijke activiteiten. De publieke omroep heeft een maatschappelijke rol in het creëren, ontwikkelen en beheren van zulke virtuele gemeenschappen. Dit project onderzoekt hoe een driedimensionale (3D) wereld editor het gemakkelijk maakt om 3D werelden te ontwerpen die gebruikers een omgeving aanbieden om gemeenschappen te vormen en op een speelse manier te interageren met multimedia inhoud in de context van een online 3D verhaal. Om dit te bereiken gaan we de projectuitdagingen met en multidisciplinaire aanpak te lijf door technisch onderzoek met content- en gebruikersgedreven methodes te combineren. Verkennen van huidige 3D werelden vraagt veel handigheid van de gebruiker. Op dit onderwerp is weinig gebruikersonderzoek terug te vinden. Sterker, "likeability", "playability" en "sociability" zijn belangrijke nieuwe concepten die onderzoek verdienen. Dit project zal innovatieve onderzoeksmethoden aanwenden bij de aanvang van de ontwikkeling van 3D werelden om ervoor te zorgen dat deze concepten meengenomen worden. De projectpartners willen een nieuwe gebruiksvriendelijke en flexibele applicatie ontwikkelen die hun toelaat om verhalen te vertellen in virtuele 3D werelden. De gebruiker moet in staat gesteld worden om gemakkelijk een verhaallijn te creëren die voldoet aan ruwe, abstracte vereisten van het verhaal. Het resultaat moet echter wel flexibel genoeg zijn zodat een programmeur het script kan aanpassen. Door zo een technologie te ontwikkelen kunnen we de nadelen van de huidige softwaresystemen voor verhalen in interactieve omgevingen elimineren. Vanuit een technisch standpunt, plannen we onderzoek omtrent onderwerpen in de context van de netwerk architectuur. Die moet het uitrollen van virtuele interactieve communities ondersteunen van grote groepen van gebruikers gebaseerd op de bestaande netwerkinfrastructuur. We onderzoeken de invloed van schaalbaarheid op deze componenten bij zeer grote groepen van gebruikers, op gebied van beheersbaarheid, synchronisatie van status en het wegwerken van "single points of failure". Het proces van dynamische en transparant opdelen van de virtuele wereld in subcommunities is een belangrijk onderzoektopic. Verder onderzoeken we de verscheidene aspecten van communicatie in virtuele interactieve gemeenschappen met de nadruk op nieuwe types van interactie. Dit omhelst het toepassen van audio en videocommunicatie doorheen de 3D wereld, onderwerpen in verband met omroep en conferentiesystemen ende adaptatie van netwerkstromen afhankelijk van de beschikbare bandbreedte. Voor het creëren van verhalen in de digitale 3D wereld is inzicht in zowel de mogelijkheden van de technologie als in de unieke aspecten van online verhalen vertellen nodig. Deze nieuwe inzichten zullen op een organische manier opgebouwd worden door een wisselwerking tussen technologie en content. Een "best-effort" format zal bedacht worden gebaseerd op elementen uit bestaande technologie. Deze zal getoetst worden in een workshop met de voorlopers op gebied van 3D verhalen en technologie die bereid zijn om te pionieren, andere vakgebieden te verkennen en te innoveren. Hieruit halen we dan een eerste set van richtlijnen die de ontwikkeling van de innovatieve software kan beïnvloeden. Uit de gerijpte inzichten en ervaringen zal een cursus worden ontwikkeld die bedoeld is voor een publiek van klassiek geschoolde mediamakers. Deze cursus kan verrijkt worden met "hands-on" sessies gebaseerd op de eerste versie van de technologie onderzocht in dit project. Ter validering van de projectresultaten worden een aantal "proof of concept" demonstratoren gebouwd. De demonstratoren zullen bestaan uit : een 3D wereld editor met inbegrip van scène ontwerp; simulaties van schaalbare "backend" infrastructuur, community communicatie en interactie faciliteiten, met inbegrip van representaties van profielen en avatars, en demonstraties van "matchmaking" en communicatie programma's; navigatie in de 3D wereld; en een workshop en cursus in online 3D verhalen. Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Frank VAN REETH • Wim LAMOTTE • Peter QUAX
Multimedia en Imaging Team Universiteit Gent Abstract: De associatieonderzoeksgroep ?Multimedia en Imaging Team? groepeert een aantal onderzoeksgroepen van de Associatie Universiteit Gent die allen actief zijn binnen het brede domein van multimedia en beeldvorming: 4 uit Universiteit Gent (meer bepaald Multimedia Lab, Speech Lab, MEDISIP, CMST), 1 uit de Hogeschool West-Vlaanderen, 1 uit de Hogeschool Gent, en 1 uit de Artevelde Hogeschool. Binnen deze associatieonderzoeksgroep worden o.a. onderzoekers gezamenlijk begeleid, onderzoeksresultaten gepresenteerd, onderzoeksprojecten gedefinieerd, etc. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Rik Van de Walle
Growth of complex oxides Universiteit Gent Abstract: ?Growth of Complex Oxides? tracht de groei van complexe (i.e. meer-componenten) oxides in detail te ontrafelen d.m.v. een volledige karakterisering en modellering van het depositie-proces (reactief sputteren) om alle parameters die de groei van de laag beïnvloeden, in kaart te brengen. Bovendien wordt de correlatie tussen verschillende eigenschappen van de dunne laag en de stoichiometrie, microstructuur en kristallografische oriëntatie, onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Diederik Depla
Testen van ethyleen oxide kinetica en het beoordelen van de gemeten karakteristieken Universiteit Gent Abstract: De kinetiek van de epoxidatie van ethyleen in industriële reactoren wordt onderzocht en gemodelleerd met als doel een simulatiemodel op te stellen dat rekening houdt met alle optredende fenomenen, nl. reactie, transport van massa en warmte op reactor-en op korrelschaal. Organisaties: • Vakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Onderzoekers: • Guy Marin
Interactieve objectherkenning in digitale video Universiteit Gent Abstract: Uitbreiding iDTV architectuur ter ondersteuning van een interactieve applicatie voor logoherkenning en informatieverstrekking (in het kader van product placement). Recognitie op basis van nieuw algoritme dat sementatie & beeldherkenning doet van object in de videostroom, waarbij het object via aanwijzer wordt geselecteerd. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Rik Van de Walle
Advanced multimedia alignment and structured summarization - AMASS++ Universiteit Hasselt Abstract: De voornaamste doelstellingen van het AMASS++ project zijn: - het aligneren van equivalente content over documenten, media en talen heen; - het genereren van gestructureerde cross-mediale en cross-linguale samenvattingen. Als testcast wordt er gebruik gemaakt van nieuwsarchieven van Vlaamse en Engelstalige broadcoasters, echter de generische methoden die AMASS++ ontwikkelt, zullen bruikbaar zijn in talrijke applicaties van uiteenlopende domeinen zoals het biomedische, forensische, juridische en het culturele domein, in e-learning, corss-media advertising, e-business, .... Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Eddy FLERACKERS • Karin CONINX • Kris LUYTEN
Utbreiding topsportindex : Opdracht tot maken van uitbreiding van de huidige topsportindex voor elitesporters naar de relevante jeugdcategorieën die voor de verschillende sporten en disciplines van toepassign zijn binnen de internationale sportfederati... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Utbreiding topsportindex : Opdracht tot maken van uitbreiding van de huidige topsportindex voor elitesporters naar de relevante jeugdcategorieën die voor de verschillende sporten en disciplines van toepassign zijn binnen de internationale sportfederaties en dit voor de 26 erkende Vlaamse topsporttakken. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • VEERLE DE BOSSCHER • MARC THEEBOOM • PAUL DE KNOP
1*)Evaluatie van het Vlaams topsportbeleid (2007) en weergaven van de ontwikkelingen sinds 2003. 2*)Vanaf 2008 wordt een internationale benchmarkstudie op sporttakspecifiek niveau uitgevoerd. 3*)Evaluatie van het Vlaams topsportbeleid (2009) - intern... Vrije Universiteit Brussel Abstract: De internationalisering van topsport en het belang van topsport doet het onderzoek naar de succesvolle organisatiestructuren in topsport op algemeen, maar ook op sporttakspecifiek niveau toenemen. Het ontbreekt in de literatuur echter om een coherent theoretisch model om competitiviteit in topsport te meten. Competitiviteit van industrieën en landen is in de economie een veelgebruikt concept en zal in dit project toegepast worden op een sporttak, nl atletiek, door de meso- en macrodeterminanten van competitiviteit in atletiek te bepalen en internationaal te vergelijken. In een eerste fase werd een conceptueel model ontwikkeld door de combinatie van literatuur en meer recente resource-based literatuur, aangevuld met 21 kwalitatieve interviews en 13 vragenlijsten bij internationale atletiekexperts. In een tweede fase zal dit conceptueel model empirisch getoetst worden, door de determinanten van competitiviteit internationaal te vergelijken. Mixed research methods worden gebruikt op het niveau van dataverzameling en analyse. Door een scoresysteem te ontwikkelen wordt gestreefd om de competitiviteit van landen op objectieve wijze te meten en te vergelijken. Dit conceptueel model en scoresysteem zullen in 2011 verder gevalideerd wordenn mbt de content-, constructvaliditeit en criteriumvaliditeit. Obv dit onderzoek zal een dieper inzicht verworven worden in de prestatiebepalende factoren van topatletiek en wordt een eerste conceptueel model ontwikkeld om de competitiviteit in een sporttak te meten. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN • VEERLE DE BOSSCHER • PAUL DE KNOP
Groei van complexe oxiden. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wenst de groei van complexe oxide deklagen te begrijpen door een gedetailleerde karakterisering en modellering van het depositieproces. Ook zal de relatie tussen een aantal laageigenschappen en intrinsieke eigenschappen van deklaag voor deze materialen uitgewerkt worden. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Groei van Complexe Oxyden. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wenst de groei van complexe oxide deklagen te begrijpen door een gedetailleerde karakterisering en modellering van het depositieproces. Ook zal de relatie tussen een aantal laageigenschappen en intrinsieke eigenschappen van deklaag voor deze materialen uitgewerkt worden.
Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT) • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts
Conservatiemateriaal voor glasramen (CONSTGLASS) Universiteit Gent Abstract: Het project heeft tot doel om de behandelingen voor conservatie van glasramen in historische gebouwen over gans Europa, aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Het omvat tevens studies over de omkeerbaarheid van de behandelingen, en de efficiëntie van innovatieve restauratiestrategieën en producten. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
(Vervolgproject van IWT269) Bestrijding van bederf door beheersing van de specifieke microbiota van verpakte kwaliteitsham door middel van bioprotectieve culturen, combinaties van alternatieve natuurlijke bewaarmiddelen en een geoptimaliseerde thermis... Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderhavig onderzoeks- en ontwikkelingsproject is een tweejarig opvolgproject gericht op het aanwenden van eerder verworven kennis bij de uitbouw van innovatieve strategieën ter preventie van bederf bij kwaliteitskookham van het ambachtelijke type. De gezamenlijke hoofddoelstelling van het eerste project en dit opvolgproject is om te komen tot een verbeterde bewaarbaarheid van versneden kwaliteitskookham, verpakt onder gemodificeerde atmosfeer en bewaard in de koelketen, via een betere beheersing van de hammicrobiota. Dit zal trachten verwezenlijkt te worden door het beheersen van het bederf van gemodificeerde-atomosfeer-verpakte kwaliteitskookham, gesteund op het ontwikkelen van een toepassing van natuurlijke bewaarmiddelen en/of bioprotectieve culturen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Polarity formation in molecular crystals and nanoporous host-guest materials studied by scanning pyroelectric microscopy KU Leuven Abstract: Scanning pyroelectric microscopy (SPEM) has successfully been applied to study spatial polarisation distributions in channel-type inclusion crystals and zeolite based host-guest systems, which show macroscopic polarity as the result of polar growth or oriented sorption of hyperpolarisable molecules.Recently, its was shown by pyroelectric measurements and phase sensitive second harmonic microscopy (PS-SHG) studies that alsonbsp;crystals such as trans-4-chloro-4-nitrostilbene (CNS), although topologically centric, are composed of sectors exhibiting different polar properties. This phenomenon, called growth-induced polarity, could be rationalised by local symmetry breaking during the attachment of polar (donor-acceptor) molecules.This project aims to apply the SPEM technique, being essentially a photothermal imaging method, for the investigation of three-dimensional polar domain structures of various molecular crystals. The results will be compared with predictions from stochastic calcul Organisaties: • Afd. Fysica v Zachte Materie & Biofysica
Onderzoekers: • Michael Wübbenhorst
Beheersing van de kritische parameters en Flux Motion in nanogestructureerde supergeleiders (CFNANOSC). Universiteit Antwerpen Abstract: Beheersing van de kritische parameters en Flux Motion in nanogestructureerde supergeleiders (CFNANOSC). Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Perfluoralkyl chemicaliën in de voedselketen: een beleidsondersteunende risico-analyse (PERFOOD). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project levert een kwantitatief model aan dat de risico's van blootstelling aan de persistente stoffen voor de volksgezondheid karakteriseert. De bijdrage van de belangrijkste eetwaren en voedselketens wordt in kaart gebracht. Op basis van deze informatie kunnen normen worden afgeleid, zonodig maatregelen worden genomen om blootstellingsroutes in te dijken en eventueel bijkomende beleidsmaatregelen te treffen (bvb. naar analogie met het consumptieverbod van in het wild gevangen paling). Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Filip Lemiere • Lieven Bervoets • Bert Maes • Wim De Coen • Peter Bols • Johan Robbens
PROMAG: Verwerking van materialen door de toepassing van een sterk magnetisch veld. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de fabricage van materialen met toepassing van sterke magnetische velden met grotere afmetingen aan een redelijke prijs. Voor dit specifieke project werden processen geselecteerd, die van strategische waarde zijn voor de betrokken onderzoeksgemeenschap, alsook voor de materiaalverwerkende industrie in Vlaanderen. De belangrijkste processen zijn: a) het verwijderen van fijne inclusies uit vloeibaar metaal en b) het structureren van functionele keramieken voor verbeterde eigenschappen. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool
Stabiliteitsanalyse van numerieke processen voor tijdsafhankelijke partiële differentiaalvergelijkingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de stabiliteit te analyseren van numerieke processen voor tijdsafhankelijke partiële differentiaalvergelijkingen. We onderzoeken belangrijke openstaande stabiliteitsvragen voor zowel plaats- als tijdsdiscretisatiemethoden. Bij de beantwoording van deze vragen maken we onder andere gebruik van de recente numerieke stabiliteitstheorie op basis van resolvente voorwaarden. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Karel In't Hout
Fase-stabiliteit van Ge-Sb-Te legeringen : een ab initio studie. Universiteit Antwerpen Abstract: De fase-stabiliteit van Ge-Sb-Te legeringen wordt onderzocht als functie van de compositie en de temperatuur dmv. ab initio elektronische structuurberekeningen, clusterexpansies en data-mining technieken. De aanwezigheid van vacatures op het Ge/Sb subrooster wordt in rekening gebracht en voor de grondtoestand worden de optische eigenschappen onderzocht dmv. de berekening van de diëlektrische functie. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT) • Theoretische studie der materie (TSM)
Onderzoekers: • Dirk Lamoen
Padintegraaltechnieken voor het prijzen van financiële opties. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden padintegraaltechnieken ontwikkeld en aangewend om financiële opties te prijzen waarvoor tot nu toe geen analytische prijzingsformules voorhanden waren. Dit wordt bewerkstelligd door recente vooruitgang in de padintegraaltheorie van fysische veeldeeltjessystemen over te dragen naar de context van financiële modellen met stochastische volatiliteit. Organisaties: • Theorie van kwantumsystemen en complexe systemen
Onderzoekers: • Jacques Tempere
Identificatie en karakterisatie van ureum transporters in de kieuwen van de doornhaai, Squalus acanthias. Universiteit Antwerpen Abstract: Kraakbeenvissen bezitten een uniek systeem voor osmoregulatie. Ze hebben hoge gehalten aan ureum en trimethylamine oxide in hun lichaam waardoor zij lichtjes hyperosmotisch zijn te opzichte van hun omgeving. Hierdoor nemen zij continu water op via osmose en hoeven ze niet te drinken. Dit systeem creëert een enorme ureum gradiënt ter hoogte van de kieuwen, die mede onderhouden wordt door een ureum transporter in de basolaterale membraan. Met de huidige studie willen we deze transporter identificeren en karakteriseren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Gudrun De Boeck
Ontwikkeling van krachtige en selectieve inhibitoren van fibroblast activation protein, een nieuw doelwit voor de behandeling van maligne aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: De enzymatische activiteit van fibroblast activation protein (FAP) op stromale fibroblasten van tumoren werd recent in verband gebracht met een versnelling van tumorgroei en metastasering. Dit project beoogt een systematische ontwikkeling van krachtige en selectieve inhibitoren van FAP met potentieel nut voor de verdere functionele karakterisering van het enzym, en de behandeling van maligne aandoeningen. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken
De interpretatie van complexe elektronen paramagnetische resonantie (EPR) spectra van nieuwe stabiele radicaalkationen - een interdisciplinaire aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Geconjugeerde organische en organometallische verbindingen en hun stabiele radicalen, toepasbaar als organische halfgeleiders, zullen gesynthetiseerd worden en gekarakteriseerd d.m.v. geavanceerde gepulste en multi-frequentie EPR technieken. De combinatie hiervan met allelectron DFT kwantumchemische berekeningen is essentieel om alle in de spectroscopische gegevens beschikbare structurele informatie vervat ten volle te kunnen benutten.. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Etienne Goovaerts • Christian Van Alsenoy • Frank Blockhuys • Sabine Van Doorslaer
Text Mining met heterogene databanken. Een toepassing op de optimale ontdekking van genetische varianten relevant voor ziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project introduceert een methodologie voor "text mining" met heterogene informatiebronnen en de toepassing ervan in moleculaire genetica en kennismanagement. Bestaande tekstanalyse en graaf-gebaseerde data mining technieken zullen worden uitgebreid om deze methodologie mogelijk te maken. De methodologie wordt toegepast in een biomedische toepassing (ordening van kandidaat ziekte veroorzakende genen) en een kennismanagement toepassing (bepalen van profiel van personen op basis van www informatie). Organisaties:
• Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Jurgen Del-Favero • Peter De Rijk • Jan Paredaens • Walter Daelemans
Numerieke oplossing van meerdimensionale convectie-diffusie-reactievergelijkingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject betreft het ontwerp en de analyse van numerieke methoden voor meerdimensionale, tijdsafhankelijke convectiediffusie-reactievergelijkingen met toepassingen in de financiële wiskunde. We richten ons op operator-splitmethoden, in het bijzonder ADI schemas, die veelbelovend zijn voor de numerieke oplossing van deze, zeer rekenintensieve problemen. In onze analyse beschouwen we fundamentele eigenschappen als stabiliteit en convergentie. Organisaties: • Toegepaste wiskunde en numerieke analyse
Onderzoekers: • Karel In't Hout
Stimuli responsieve textielmaterialen Universiteit Gent Abstract: Het doel van het project is om verschillende types polymeren op textielmaterialen aan te brengen om op die manier een comfort verhogend effect te bekomen. Het project wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met Centexbel Zwijnaarde. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Etienne Schacht • Peter Dubruel
GC-MS analyse van vetzuurfracties uit palmitolie Universiteit Gent Abstract: Een palmpitolie fractie voornamelijk bestaande uit C8, C10 en C12 vetzuren wordt kwantitatief geanalyseerd om de correcte samenstelling te bepalen van het mengsel. De vetzuren worden omgezet in methylesters en kwalitatief en kwantitatief geanalyseerd met GC en alle componenten worden geïdentificeerd door massa spectrometrie. Ongewenste contaminanten worden op deze wijze bepaald. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Roland Verhé
Een logica voor grafen: ontwikkeling van een theorie voor representatie, inferentie en leren Universiteit Hasselt Abstract: Data mining betreft het analyseren van verzamelingen gegevens met het oog op het ontdekken van wetmatigheden in die gegevens die voorheen onbekend waren en interessant edof nuttig kunnen zijn (Frawley et al., 1992). De meeste bestaande ("klassieke") data mining methoden gaan ervan uit dat gegevenselementen in een standaard formaat voorgesfeM worden (een vaste verzameling attributen wordt gebruikt om elk element te beschrijven) en dat de verschillende elementen onafhankelijk van elkaar zijn. In veel toepassingsdomeinen zijn deze aannames echter niet rdstiseh, en kunnen de klassieke data mining methoden dus niet gebruikt worden (zie bv. Jensen en Neville, 2003). Om die reden gebeurt er onderzoek naar zogenaamde "relationele data mining"; di behelst de ontwikkeling van methoden die expliciet rekening houden met de inteme structuur van gegevenselementen en de relaties ertussen. Er bestaan meerdere soorten benaderingen tot relationeel leren; Dzeroski en Lavrac (2001) geven een excellent overzicht. Die benaderingen worden bestudeerd onder noemers als "inductive logic programming", "statistical relational learning", "multi-relational data mining", "graph mining", ... De gemene deler van al die benaderingen is dat ze gesiiuctureerde of "relationele" informatie kunnen vewerken. Ze verschillen voornamelijk met betrekking tot de manier van voorstebn van die informatie: dit kan eerste orde predikatenlogica zijn, graafstructuren, relationele databanken, ... Hierdoor hebben ze elk hun eigen sterke en zwakke punten. Voor di project zijn voorat inductief logisch programmeren (ILP) en graph mining (GM) van belang. We bespreken ze hier in iets meer detail, wijzen op hun voor- en nadelen, en zullen vervolgens uitleggen hoe we de sterke punten van beide zullen combineren door het ontwikkelen van een logica voor grafen. Inductief logisch programmeren (Muggleton en De Raedt, 1994) maakt gebruik van eerste orde predikatenlogica om zowel de gegeven kennis (die feitelijke gegevens maar ook regels en definities kan bevatten) als de afgeleide kennis (de gevonden wetmatigheden) voor te stellen. Het is gebaseerd op logische theorielSn over het afleiden van algemene uit specifiekere kennis. Onder alle benaderingen tot relationele data mining is ILP de meest expressieve, maar precies hierdoor is het ook de minst efficiente. In (i.pg.vr.a plohg micain)i.n Tgy (pWiscahseh ipor eonb lMemoteond ad,i e2 0in0 g3r) awpohr dmeinn ingeg % ee vsecnhso, uewnd v waaokrd oeonk, Arejns u0l.taa.t ehne, tm onettd beekhkuelpn vvaann fgreraqfueenn vtoeo rgesteld subgrafen, classificatie van grafen, classificatie van bogen of knopen in een graaf. De voorgestelde oplossingsmethoden kunnen bv. inferentie van grafengrammatica's zijn (Jonyer et al., 2003), kemelgebaseerde methoden (Gartner, 2003), meihoden gebaseerd op matrixalgebra (bv. Saerens et al., 2004), etc. Gewoonlijk worden hierbij relatief eenvoudige soorten grafen beschouwd: grafen waarbij de knopen en bogen weinig of geen informatie dragen (in het beste geval een eenvoudig label"). De wetmatigheden waamaar gezocht wordt uiten zich voomamelijk in de structuur van de graaf als geheel, minder in de eigenschappen van specifieke bogen of knopen. In dit opzicht is graph mining erg complementair aan ILP, dat minder op die structuur focust en meer op eigenschappen van knopen en bogen in de graaf, en op het affeiden van die eigenschappen met behulp van achtergrondkennis. Het ligt dus voor de hand dat een beter formalisme voor relationele data mining bekomen kan worden door de voordelen van 1LP en graph mining te combineren. Dat laatste is de doelstelling van dit project. Meer bepaald zal in dit project een "logica vow grafen" ontwikkeld worden. Deze logica zal gebruikt kunnen worden om (a) data mining problemen te definigren (of nog, te omschrijven welk soort wetmatigheden men zoekt; die omschrijving neemt men een "inductive query"), en @) de gegevens en resultaten van het data mining probleem te fomuleren. Concrete objectieven zijn: (1) ontwikkeling van een logica voor grafen en een concrete taal hiervoor; (2) onfwikkeling van efficient6 inferentiemechanismen voor die taal; (3) ontwikkeling van data mining algoritmen voor dit raamwerk;
(4) empirische evaluatie van deze aanpak Organisaties: • Databases en Theoretische Informatica
Onderzoekers: • Jan VAN DEN BUSSCHE
Exploratie van nieuwe invalshoeken tot de moleculaire elektronica Universiteit Hasselt Abstract: Dit project betreft een FWO-aanvraag onder Odysseus met referentie G.0913.08 binnen het onderzoeksinsituut IMO. Topic van het onderzoek is de exploratie van nieuwe invalshoeken tot de moleculaire elektronica, en zal uitgevoerd worden door prof. Hans-Gerd Boyen and his team. Het project zal uitgeveord worden onder de bepalingen zoals vastgelegd in voorliggende overeenkomst. Organisaties: • Materiaalfysica • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Patrick WAGNER
Vectorisering en karakterisering nederzettingskernen op basis van het zgn. 'gereduceerd kadaster' Vrije Universiteit Brussel Abstract: On request of the Flemish Heritage Institute a project was started July 1st 2007 by the Vrije Universiteit Brussel to create a digital map of indicative historical centres for Flanders based upon the reduced cadastral maps (ca. 1850). The reduced cadastral maps have a large potential for the reconstruction, analysis and interpretation of landscapes and settlements because they reflect the landscape before the disturbances of the 19th century. By georeferencing, these maps can be fit in as graphic and spatial data in existing and new GIS applications. As historical settlement cores are vectorised and related to a complex system of data from a broad spectrum of sources, a tool is developed for reconstructing property relations and landscape morphology. Because the settlement patterns and the morphology of parcels reflect the former property relations and settlement structures, the digital map will be composed by defining the historical core settlements and their parcel-based related morphology. This way, an open view is given of the nucleus cadastral situation and outline. The direct goal of the project is to set up a georeferenced GIS based upon the reduced cadastral maps to study the archaeological and historical heritage in Flanders. Regarding the future this project is the first start to develop an integrated historical GIS as an interdisciplinary research method for landscapes in their broad historical context. By creating from the start a flexible system for study and analysis, all possibilities towards future extension and refinement of the data and integration of other data types are kept open. Organisaties: • Cartografie en Geo-informatiekunde • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Eline BUYLE • FRANK CANTERS • Dries TYS • Inge VERDURMEN
PARTNERPROGRAMME (fase 1-JAAR 1) : Institutionele Universitaire samenwerkingsprogr. (IUS). LUIK KENYA (University of MOI) : Prof. B. MANDERICK : Universitaire ontwikkelingssamenwerking tss VUB en andere Ontwikkelingslanden (20072012) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Bernard MANDERICK
Verschaffen van (bij)scholing inzake mentale begeleiding en begeleiding aan trainers en zwemmers tijdens (binnen- en buitenlandse) bijscholingsactiviteiten, trainingen, stages en competities. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verschaffen van (bij)scholing inzake mentale begeleiding en begeleiding aan trainers en zwemmers tijdens (binnen- en buitenlandse) bijscholingsactiviteiten, trainingen, stages en competities. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN • PAUL DE KNOP
PARTNERPROGRAMME (fase 1-JAAR 2) : Institutionele Universitaire samenwerkingsprogr. (IUS). LUIK KENYA (University of MOI) : Prof. B. MANDERICK : Universitaire ontwikkelingssamenwerking tss VUB en andere Ontwikkelingslanden (20072012) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Bernard MANDERICK
Contact Technology for the On-Chip Integration of Ge and III-V Compoundsfor Advanced Microelectronics Applications (Contact technologie voor de op-chip integratie van Ge en III-V verbindingen voor geavanceerde micro-elektronica toepassingen) KU Leuven Abstract: Tijdens de laatste decennia is de drijvende kracht aan de basis van de technologische revolutie in de micro-elektronica ongetwijfeld de agressieve verkleining van de afmetingen van de silicium transistoren. Volgens de wet van Moore leidt schalen tot een verlaging van de productiekost, en tot een verhoging van de performantie en van het computervermogen van de geïntegreerde schakelingen, die nu een onmiskenbaar onderdeel zijn geworden van ons dagelijks leven. Men verwacht echter dat in de komende jaren de grens bereikt wordt van het huidige verkleiningsproces zodat de onderzoekers gedwongen zullen worden om silicium te vervangen door nieuwematerialen.In het gamma van
potentiële materialen wordt veel aandacht besteed aan hoge-mobiliteit materialen zoals III-As en Ge. Vooral voor laagvermogen logische toepassingen kan gebruik gemaakt worden van intrinsieke materiaaleigenschappen om te komen tot MOSFET componenten die performanter zijn dan de Si transistoren. Om een doorbraak te realiseren Organisaties: • Geassocieerde Afdeling ESAT - INSYS
Onderzoekers: • Corneel Claeys • Andrea Firrincieli
SEOS (Science education through earth observation for high schools) Universiteit Gent Abstract: Door middel van dit internationale project zullen verschillende internet gebaseerde e-learningpakketten ontwikkeld worden om leerlingen uit het secundaire onderwijs te leren omgaan met satellietbeelden. Op basis van onderzoekstoepassingen en toepassingen uit het dagelijkse leven leert men wat satellietbeelden zijn en voor wat ze gebruikt worden. De e-learning pakketten behandelen weersvoorspellingen, klimaatsveranderingen, landgebruik ed. De vakgroep geografie zal een pakket ontwikkelen over de studie koralen en 3D-toepassingen. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Rudi Goossens
Wetenschappelijk verantwoorde begeleiding inzake carrièrebegeleiding van elitesporters en beloftevolle jongeren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: begeleiding inzake carrièrebegeleiding van elitesporters en beloftevolle jongeren. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN
Ontwikkeling van functionele PU materialen via het ankergroepconcept Universiteit Gent Abstract: In het kader van een grotere samenwerking tussen het UGent lab en de industriële partner wordt in dit project de haalbaarheid bestudeerd om PU materialen functioneel te maken via het ankergroepconcept. Dit betekent concreet het covalent invoeren van functionele groepen op de PU keten die in een tweede fase kunnen reageren als ankergroep met een actieve substantie om de gewenste materialen op te leveren. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Guide des sols de DR Congo Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Baert
Deklagen van hoge-temperatuursupergeleiders via economisch verantwoorde en duurzame chemie en technologie Hogeschool Gent Abstract: Dit project kadert in het brede onderzoeksgebied van de samenwerking tussen UGent – Vakgroep Anorganische en Fysische Chemie en Hogent – Departement Toegepaste Wetenschappen, op het gebied van materiaalchemie en -ontwikkeling. Het onderzoeksgebied van de materiaalchemie is één van de huidige meest dynamische onderzoeksgebieden met een grote impact op de technologische, sociale en economische ontwikkeling van de huidige samenleving. Hierbij wordt het ook steeds belangrijker energetische en milieuvriendelijke aspecten ten volle aandacht te geven bij de productie van deze duurzame materialen. In dit kader zal het voorliggende project zich toespitsen op de ontwikkeling van innovatieve syntheseroutes voor de vervaardiging van supergeleidende materialen. Deze nieuwe klasse van materialen biedt meerdere perspectieven voor toepassingen in de energiesector, micro-electronica en communicatie. De syntheseroute die we wensen te ontwikkelen en optimaliseren is er specifiek op gericht gemakkelijk industrieel opschaalbaar te zijn en milieuvriendelijke precursoren aan te wenden. Na de ontdekking van hoge temperatuur keramische supergeleiders in 1987, situeert het onderzoek zich momenteel vooral in de ontwikkeling van technologische toepassingen gebaseerd op industrieel en economisch haalbare technieken. Omdat keramische supergeleiders in bulkvorm minder goede mechanische, elektrische en magnetische eigenschappen vertonen, wordt voor technologische toepassingen meestal gebruik gemaakt van supergeleidende dunne lagen aangebracht op een substraat, al dan niet voorzien van een aantal bufferlagen - Finaal ook wel “coated conductor” genaamd. Een bruikbare supergeleidende film voldoet aan een aantal fundamentele vereisten: chemische en structurele zuiverheid en stabiliteit, gewenste mechanische eigenschappen, een voldoende hoge kritische temperatuur Tc en een hoge kritische stroomdichtheid Jc, in functie van de gewenste toepassing. Tot op heden worden deze “coated conductors”, industrieel vervaardigd met dure en moeilijk opschaalbare vacuümtechnologieën waarop dit project een waardig alternatief wil bieden. Onze onderzoeksgroep is gedurende meerdere jaren actief in het onderzoek naar het gebruik van vloeibare precursoren, meerbepaald in de sol-geltechniek, voor de synthese van dunne keramische lagen. Ten opzichte van vacuümtechnologieën kan met deze techniek depositie van dunne lagen gebeuren op een meer eenvoudige en goedkopere manier, met grote flexibiliteit in het gebruik van verschillende samenstellingen en synthesecondities. De depositie van een sol gebeurt hierbij via dip-coaten, gevolgd door een thermische behandeling. In de internationale onderzoeksgemeenschap vinden dergelijke ‘Chemical Solution Deposition – “CSD” – technieken volop hun ingang bij het zoeken naar haalbare alternatieven voor de productie van “coated conductors”. Bovendien zal in dit project gewerkt worden aan de ontwikkeling van innoverende sol-gel precursoren gebaseerd op H2O, die derhalve industriële toepasbaarheid en duurzame dimensie perfect combineren. In tijden waar milieu meer en meer belang wint, is dit een absoluut pluspunt. Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Pieter Vermeir • Joseph Schaubroeck
Vlaamse Olympiades Natuurwetenschappen. KU Leuven Abstract: Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen in het kader van het actieplan Wetenschapscommunicatie met de bedoeling enerzijds de belangstelling van de jongeren voor de vakgebieden te vergroten en getalenteerdejongeren samen te brengen en anderzijds de preselectie te houden voor de overeenstemmende internationale wetenschappelijke olympiades. Organisaties: • Afd. Biochemie, Molecul.& Struct. Biol.
Onderzoekers: • Luc Van Meervelt
Heterocyclische synthese in medicinale en supramoleculaire chemie. (FWO Vis. Fel., Oksana RYABTSOVA, Rusland) Universiteit Antwerpen Abstract: Heterocyclische synthese in medicinale en supramoleculaire chemie. (FWO Vis. Fel., Oksana RYABTSOVA, Rusland) Organisaties: • Organische synthese
Onderzoekers: • Bert Maes
Prijs Onderzoeksraad 2007 (Prijs F. Vandendriessche - biomed.wetenschappen) Universiteit Antwerpen Abstract: Prijs Onderzoeksraad 2007 (Prijs F. Vandendriessche - biomed.wetenschappen) Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Rosa Rademakers
Vastleggen van de formele stratigrafie van de lagen onderkend in boringen - Databank ondergrond Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Invullen van de stratigrafische interpretatie van geotechnische gegevens in de geologische databank van de Vlaamse Gemeenschap (Databank Ondergrond Vlaanderen, DOV). Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Guide des sols en République Démocratique du Congo Universiteit Gent Abstract: Het project omvat de opmaak van een handboek over de bodems van DR Congo, bestaande uit 2 volumes. Het 1ste volume 'onderzoek en beheer van de bodems' beschrijft de fysische, chemische, biologische, hydrologische en morfologische kenmerken van de bodems van DR Congo, alsook hun genese, beheer en gebruik. Het 2de volume omvat profielbeschrijvingen en bodemanalyses van typebodems uit DR Congo, tevens met de bodemclassificatie volgens verschillende internationale systemen en met hun geografische spreiding in DR Congo. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Eric Van Ranst
Productie en analyse van biodiesel uit verschillende plantaardige oliën en vetten Universiteit Gent Abstract: De chemie en de technologie van de omzetting van plantaardige oliën en vetten van verschillende oorsprong wordt bestudeerd om biodiesel te produceren die voldoet aan de EU-normen. Ook gerecycleerde frituuroliën worden via deze technologie omgezet. De analyse behelst voornamelijk de invloed van minor componenten (tocopherolen, sterolen) op de kwaliteit van de biodiesel. Nieuwe processen worden bestudeerd om niet geraffineerde oliën, gebruikte oliën en zijstromen om te zetten in biodiesel. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Roland Verhé
Bilateraal project Katarzyna Andrzejuk Universiteit Hasselt Abstract: De Onderzoeksraad heeft op 10.05.2007 de aanvraag tot bilaterale samenwerking met de Univ. Warschau, Polen goedgekeurd. Het betreft het gezamenlijk doctoraat van Katarzyna Andrzejuk. De promotor van dit doctoraat is prof. Koen Vanhoof (Universiteit Hasselt) en prof. Surma (Univ. Warschau). Organisaties: • Beleidsinformatica • Data-analyse en Modellering
Onderzoekers: • Koenraad VANHOOF
Convention ICT-IP-06 "CRYPTASC" : Advanced ICT Solutions to CRYPTography, Authentification, and Secure Communication: software engineering assisted by quantum technology. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door een aanhoudende groei van netwerken zoals het internet en het toenemende aantal personal computers bij gezinnen, zijn informatie en communicatie technologieën alom vertegenwoordigd in onze huidige maatschappij. Anderzijds zijn kwantumtechnologieën, die minder gekend zijn bij het grote publiek, op dit ogenblik een andere wetenschappelijke en technologische revolutie aan het inleiden, voornamelijk op het gebied van telecommunicatie. Met ons huidige projectvoorstel, dat op de grens ligt tussen deze twee disciplines, beogen we deze beloftevolle kwantumtechnologieën aan te wenden in de context van cryptografische toepassingen. Kwantumcryptografie, zoals dit concept genoemd wordt, is de laatste tien jaar wereldwijd in verschillende universiteiten en onderzoekscentra onderzocht en is nu een commerciële realiteit aan het worden.
Verscheidene spin-off bedrijven ter wereld verkopen nu al kwantumcryptografische producten. (id-Quantique, MagiQ Technologies). Het doel van het huidige voorstel in het ICT Impulse Program is verdere ontwikkelingen te verwezenlijken in deze nieuwe kwantumtechnologie. Daarenboven willen we de expertise van kwantumcryptografie in de Brusselse regio vergroten in een waaier van theoretische concepten tot valorisatie en identificatie van potentiele industriële partners. Dit vereist uiteraard een brede know-how, gaande van cryptografie, kwantuminformatie en computerwetenschappen op fundamenteel niveau, tot het onderzoek naar potentiële toepassingen voor deze nieuwe technologieën en in het algemeen de valorisatie van resultaten van het onderzoek. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • IRINA VERETENNICOFF • THEO D'HONDT
Variabililty in Software-Intensive product development. (VARIBRU) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de voorbije decenia is het beheren van software variabiliteit een grote hinderpaal in het ontwikkelen, onderhouden en evolueren van software-intensieve produkten. Het VariBru project pakt het strategisch belangrijk probleem van variabiliteit voor software-intensieve produkt ontwikkelaars en voor ICT consultancy bedrijven. Software-intensieve producten zijn producten die ofwel helemaal ofwel voor een belangrijk deel uit software bestaan. Massa customizatie en klantgerichtheid zetten bedrijven ertoe aan om meer variabiiiteit in hun software product te ondersteunen. Veel bedrijven kunnen de hoge mate aan product diversiteit niet efficient aanbieden. Om sucessvol variabiliteit te kunnen introduceren in software intensieve produkten moeten de ontwikkelaars drie perspecitieven beheersen en met elkaar in balans brengen: de technologie, de ontwikkeling en integratie ervan, en de context van het product. Dit project onderzoekt de uitdagingen van de individuele invalshoeken en hun onderlinge relaties. Enkel het beheersen van de perspectieven en hun verbanden is eigenlijk niet voldoende. We onderzoeken verder hoe de meest optimale aanpak gekozen kan worden gegeven een situatie, en hoe we de risicos van een gekozen aanpak kunnen opvolgen controleren en minimaliseren. Organisaties: • Laboratorium voor Systeem en Software Engineering • Web en Information System Engineering • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • VIVIANE JONCKERS • Lamia EL GARBIED (ABO ZAID) • FREDERIC KLEINERMANN • OLGA DE TROYER • THEO D'HONDT
"INSILICO - The in silico Wet Lab. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Veel experimenten die gen expressie waarden bestuderen hoeven slechts éénmaal uitgevoerd te worden en kunnen dan bewaard worden in een database. Deze database is enkel zinvol in combinatie met een uitgebreid gamma aan data mining technieken. We stellen voor om specifieke kennis te ontwikkelen voor deze ontwerpen, die dan de basis kan vormen voor een spin-off die diensten zal verlenen aan de drug en biotech industrie. Het is een gekend probleem dat computationele technieken uit de ingenieurswereld zelden doordringen tot de doorsnee bioloog in het lab. Eén van de belangrijkste factoren is het gebrek aan een duidelijke toepassing die de relevantie en betrouwbaarheid van de techniek kan demonstreren. Wij zullen onze kennis gebruiken om twee zulke toepassingen te ontwikkelen. In een eerste studie wordt onderzocht of een groep van genen gerelateerd kan worden aan de agressiviteit van kanker. Intensief gebruik van ICT tools zal nodig zijn om voordeel te halen uit de reeds bestaande, publiek beschikbare, data. In een tweede studie wordt onderzocht of een groep van genen geassocieerd kan worden aan de gevoeligheid van straling-geïnduceerde kanker. Deze studie zal van nul af aan worden opgestart, gebruikmakend van eerdere resultaten. Organisaties: • Computationele Modelering Lab • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Frederic ROUSSEAU • ANN NOWE
Conference on computational physics. Brussel 5-8 september 2007. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Conferentie over computationale fysica georgaineerd door het ESF (5-8 september 2007) Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Temperature- and Supply Voltage-independent Time References for WirelessSensor Networks (Temperatuurs- en voedingsspanningsonafhankelijke tijdsreferenties voor draadloze sensornetwerken) KU Leuven Abstract: In het jaar 2000 werd de uitvinding van de geïntegreerde schakeling door het Nobelprijscomité erkend als een van de meest ingrijpende ontwikkelingen in de moderne technologie. Bijna zestig jaar later maakt elektronica een essentieel onderdeel uit van onze leefwereld. De belangrijkste oorzaak hiervan is de kenmerkende exponentiële groei in de elektronica industrie. Dit resulteert in een miniaturisatie en kostenreductie van elektronische toestellen, een ontwikkeling die wordt weerspiegeld in de draadloze communicatietechnologie: toestellen worden kleiner, frequenties en datasnelheden hoger. Zowel de functionaliteit als de draagbaarheid van elektronische toestellen is hierdoor sterk toegenomen. Deze technologische vooruitgang is de directe oorzaak van deopkomst van draadloze sensornetwerken. Een toenemend aantal autonome toestellen wordt draadloos verbonden met een netwerk en/of met het internet; een evolutie die uiteindelijk resulteert in het zogenaamde 'Internet of Things'. Doordat zowe Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Wim Dehaene • Valentijn De Smedt
Golflengte-schakelbaar kleurfilter Universiteit Gent Abstract: Vloeibaar-kristalcellen tussen twee polarisatoren geven een transmissiespectrum dat golflengte-afhankelijk is. Door meerdere cellen na elkaar te plaatsen kan een smalband-doorlaatfilter gerealiseerd worden, waarvan de golflengte kan ingesteld worden door spanningen aan te leggen. Een dergelijke component zal gerealiseerd en gekarakteriseerd worden. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Kristiaan Neyts
Regressie technieken op genotype-fenotype database om de werkzaamheid van geneesmiddelen te voorspellen KU Leuven Abstract: Regressie technieken zijn meer en meer belangrijk als automatische methodes voor het bestuderen van complexe biologische systemen over tijd. Debedoeling van dit project is het uitwerken van regressie technieken op een genotype-fenotype database voor recent ontwikkelde geneesmiddelen zoals HIV-1 integrase inhibitoren. Om de kwaliteit te verbeteren vande diagnostische systemen die de werkzaamheid van de geneesmiddelen te voorspellen zal gewerkt worden met klonale data en een nieuwe generatie van sequencer systemen. In het project is gekozen voor de 454 technologie welke gebruikt wordt voor het bestuderen van HIV, HCV, ... Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen
Onderzoekers: • Geert Verbeke
Productie-scheduling van batch-processen: in elke situatie van strategie naar actie Hogeschool Gent Abstract: Productieprocessen in de biotech- en voedingsindustrie hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat producten in groepen (batches) gemaakt worden. Het efficiënt plannen van zulke batch-processen is een belangrijke uitdaging. Dit is immers een erg complexe materie omwille van vele, soms subtiele beperkingen onder andere qua tijd, productiecapaciteit of onvoorziene gebeurtenissen die een bestaande planning in de war sturen. Dit bemoeilijkt het opstellen van een goede productieplanning. In het verleden, en vaak ook nu nog, is dit de taak van een menselijke expert die met zijn indrukwekkende kennis over het bedrijf en het productieproces in staat is goede planningen op te stellen die de beschikbare middelen (zoals machines en personeel) zo efficiënt mogelijk inzetten om de productie-doelstellingen te behalen. Dit noemt men scheduling. Bij schaalvergroting en de toenemende complexiteit in de praktijk van de productie-industrie groeit echter de nood om dit schedulen te automatiseren. Daar bestaan al verschillende tools voor en het onderzoek naar steeds betere technieken is erg actief. Een bedrijf dat schedulingsoftware in huis heeft, kan een indrukwekkende winst boeken wat betreft efficiëntie. In het bijzonder in KMO's1 in de biotech- en voedingsindustrie is deze overstap echter niet altijd vanzelfsprekend. Het implementeren van een geïnformatiseerde scheduling-oplossing brengt een zware investering met zich mee die voor een KMO moeilijk te dragen is. Batch-processen zijn moeilijk wiskundig te modelleren en de optimalisatietechnieken ervoor zijn complexer dan in andere productieprocessen. Bovendien zijn de voordelen van scheduling¬software niet altijd meteen duidelijk. Het gaat om een erg ingrijpende wijziging in de organisatie van het bedrijf die extra kosten met zich meebrengt. Vaak is de expertise die nodig is om een geschikte scheduling-oplossing te selecteren en te implementeren (nog) niet in het bedrijf aanwezig. Als deze implementatie niet goed opgevolgd en begeleid wordt is de kans op mislukking reëel. Toch is een KMO die wil doorgroeien vroeg of laat verplicht om de stap te zetten naar scheduling-software. De bedoeling van dit onderzoeksvoorstel is om de drempel naar implementatie van een scheduling-oplossing in KMO's uit de biotech- en voedingsindustrie te verlagen door enerzijds te bepalen welke schedulingsoftware er op dit moment voldoet aan hun noden en anderzijds een draaiboek uit te werken dat hen helpt bij het implementeren ervan. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Departement Bedrijfsinformatie • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie • Vakgroep Informatica/Wiskunde
Onderzoekers: • Wim De Bruyn • Bert Van Vreckem • Mia Eeckhout
Procedurale modellering van materialen en geometrie voor realistische beeldsynthese. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Philip Dutré • Ares Lagae
Ontwikkeling van een bio-elektronische neus op basis van geïmmobiliseerde olfactorische neuronen KU Leuven Abstract: Elektronische neuzen zijn toestellen die gassensoren met patroonherkenningstechnieken combineren. Ze werden voorgesteld als snelle en goedkope alternatieven voor menselijke smaakpanels of analytische instrumenten. Maar in feite presteren deze toestellen niet goed in de aanwezigheid van vluchtige stoffen die zelfs in kleine concentraties een typisch karakteraan een bepaald aroma meegeven, waardoor het onderscheidbaar wordt van andere gelijkaardige aromas. Met het idee om het beste van zowel biologische als elektronische systemen te combineren, was de hoofddoelstellingvan deze thesis om het potentieel te onderzoeken van een connectie tussen de biologische geursensoren (de olfactorische receptorneuronen) met een optisch of elektronisch meetplatform om hun reacties op aromacomponenten uit te meten. Ook werd een systeem geconstrueerd waarmee verschillende aromas op gecontroleerde wijze konden geproduceerd worden. Dergelijksysteem zou gebruikt kunnen worden om bioelektronische neuzen te ka Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Evelien Micholt
Genetische karakterisatie van pesticide-degraderende bacteriën in de Mekong delta van Vietnam KU Leuven Abstract: De Mekong-delta is de grootste landbouwregio van Vietnam. Om te kunnen voldoen aan de vraag naar voedsel vanwege de lokale bevolking en te kunnen voorzien in de productie van gewasteelten voor export worden steeds meer chemische meststoffen en pesticiden toegepast. Diverse chemische klassen van herbiciden, fungiciden en insecticiden werden in de delta gebruikt, resulterend in een contaminatie van het oppervlaktewater en sedimenten. Het lot van de resterende pesticiden en de microbiële degradatiecapaciteiten aanwezig in de bodems van de Mekong-delta zijn echter grotendeels ongekend. Deze studie onderzoekt de hypothese dat de continue selectiedruk van pesticiden in de landbouwbodems van de Mekong-delta heeft geresulteerd in een aangepaste bacteriële gemeenschap die de intensief gebruikte pesticiden kan afbreken en/of mineraliseren. De algemene doelstelling van dit onderzoek was het verwerven van kennis over de biodegradatievan enkele huidig gebruikte pesticiden in de Mekong-delta en de g Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • René De Mot • Dirk Springael • Thi Phi Oanh Nguyen
Wetenschappelijke opdracht met het oog op verder onderzoek in de biomedische fysica. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke opdracht met het oog op verder onderzoek in de biomedische fysica. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Willem Decraemer
Eigenschappen van crystalline gegradeerde ringen waarvan de grondring (graad 0) een Dedekind Domein is. Universiteit Antwerpen Abstract: Eigenschappen van crystalline gegradeerde ringen waarvan de grondring (graad 0) een Dedekind Domein is. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Freddy Van Oystaeyen • Tim Neijens
Performantieanalyse en ontwerp van routeringsprotocols voor car-to-car en car-to-infrastructure communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Performantieanalyse en ontwerp van routeringsprotocols voor car-to-car en car-to-infrastructure communicatie. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia • Erwin Van de Velde
Verandering van ensemble in kleine systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in het onderzoek naar veralgemeende statistische fysica. De standaardwijze waarop de overgang tussen ensembles bewerkstelligd wordt, is met een Legendre-transformatie. Deze manier om over te gaan van het ene ensemble naar het andere wordt ingegeven door de thermodynamica en is aangewezen voor grote systemen. Voor kleine systemen is er nog geen theorie voorhanden. In dit onderzoek wordt geconcentreerd op de verandering van ensembles in kleine systemen. Vooreerst is het belangrijk experimenten te analyseren waarbij ensembles vergeleken worden. Om twee ensembles te kunnen vergelijken doet men twee verschillende reeksen van experimenten. In een eerste reeks experimenten meet men het gemiddelde van de fluctuerende kracht (uitgeoefend door de molecule op de krachtsensor), in functie van een vaste eindpositie. Het resultaat is een plot van de gemiddelde kracht ten opzichte van de eindpositie «F>[x]). In een tweede reeks van experimenten houdt men de kracht op de molecule constant en meet men het gemiddelde van de fluctuerende eindpositie. Het resultaat is een plot van de gemiddelde eindpositie ten opzichte van de kracht «x>[F]). Het verband tussen beide functies is niet triviaal. In grote systemen stelt dit probleem zich niet, daar in de thermodynamische limiet (voor veel moleculen) dit verband volgt uit de equivalentie van ensembles. Voor mijn doctoraat wil ik eerst een concreet model opstellen dat dergelijke experimenten beschrijft met behulp van een aantal parameters. Het theoretisch ensemble bevat dus twee parameters die overeenstemmen met twee fluctuerende variabelen, de eindpositie en de kracht. In de twee reeksen van experimenten wordt steeds één van deze variabelen constant gehouden en de gemiddelde waarde van de andere gemeten. Vervolgens kunnen we dan de theoretische en experimentele waarden met elkaar vergelijken. Op die manier kunnen dus twee experimenten die overeenkomen met twee verschillende ensembles met steeds één parameter, verklaard worden vanuit één theoretisch model met twee parameters. Uiteindelijk wil ik een verband leggen tussen de twee experimenten, zodat uit de meetwaarde van het ene experiment, de meetwaarde van het andere experiment voorspeld kan worden. Dit is dan een voorbeeld van een overgang tussen twee ensembles voor een eindig systeem. In een later stadium wil ik deze methodiek veralgemenen. .Technieken uit de wiskundige statistiek kunnen hierbij gebruikt worden. Deze methode om over te gaan van het ene ensemble naar het andere, moet dan verder getest worden. Organisaties: • Wiskundige natuurkunde
Onderzoekers: • Jan Naudts • Erik Van der Straeten
Structuuranalyse van synthetische metaalcomplexen, overgangsmetaalionbevattende eiwitten en ionenkanalen aan de hand van elektronen paramagnetische resonantie en resonante ramanverstrooiing.
Universiteit Antwerpen Abstract: Uiteenzetting van projecten : a)Structuurbepaling van metallo jacobsen's complexen. b)Structuuranalyse van de heemzak in verscheidene globine-eiwitten. c)Analyse van koperbinding aan prionen en priongerelateerde eiwitten. d)Afstandsmetingen in spingelabelde ionenkanalen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer • Evi Vinck
Gecombineerde "Thin window" EPMA en Micro Raman technieken voor de chemische en structurele karakterisatie van milieudeeltjes: optimalisatie van de meetstrategie en data interpretatie; correlatie met data van XANES en XRD. Universiteit Antwerpen Abstract: De voortzetting van het postdoctoraal onderzoek zal zich in eerste instantie focusseren op de verdere optimalisatie van de meetstrategie voor de combinatie van analyses met "thin window" Elektronen Probe X-stralen Microanalyse (EPMA) en Micro-Raman Spectrometrie (MRS), die in de voorbije jaren werd uitgetest. Deze innoverende toepassing zal onderzocht worden voor zowel de chemische samenstelling als de fysische en structurele karakteristieken van milieupartikels met een natuurlijke of antropogene oorsprong. Aandacht zal ook besteed worden aan de interpretatie van de resultaten van beide technieken en dit zowel voor de metingen van onafhankelijke EPMA en MRS instrumenten als via een gecombineerd EPMA/MRS toestel. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken • Anna De Maeyer-Worobiec
Modelgebaseerde elektronenmicroscopie: Van visuele interpretatie van de waarnemingen naar precieze metingen van fysische structuurparameters. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een doorbraak te realiseren naar kwantitatieve, modelgebaseerde elektronenmicroscopie zodat fysische parameters, die de structuur van een materiaal beschrijven, precies gemeten kunnen worden uit de waarnemingen. Zowel vanuit theoretisch als vanuit experimenteel standpunt wordt hiernaar gestreefd. Dit betekent enerzijds dat de methodologie verder ontwikkeld en uitgebreid zal worden en anderzijds dat door toepassing van de methodologie op experimentele waarnemingen aangetoond zal worden dat precieze metingen ook in de praktijk haalbaar zijn. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck • Gustaaf Van Tendeloo • Sandra Van Aert
Design, synthese en evaluatie van krachtige en selectieve inhibitoren van prolyl peptidasen van clan SC. Universiteit Antwerpen Abstract: Omwille van de unieke structuur van proline zijn slechts relatief weinig peptidasen in staat om peptide bindingen met proline door te breken. Veel biologisch actieve peptiden bevatten evolutionair geconserveerde proline resten als regulerende elementen voor proteolyse, en daarom hebben proline specifieke peptidasen waarschijnlijk belangrijke fysiologische functies met een groot potentieel als doelwit voor geneesmiddelenonderzoek. Opvallend is dat, bij mensen, de enzymen die specifiek Pro-Xaa bindingen knippen, uitsluitend in Clan SC kunnen gevonden worden. Het zijn allen enzymen van het serine-protease type met een katalytische triade in de lineaire volgorde Ser-Asp-His. Het doel van dit project is om voor de katalytisch actieve Pro-Xaa peptidasen (DPP IV, DPP II, DPP 8, DPP 9, FAP en POP), krachtige en selectieve inhibitoren te ontwikkelen. Deze zullen in de eerste plaats gebruikt worden bij het functioneel karakteriseren van de verschillende enzymen en, waar mogelijk, bij hun verdere validering als doelwit in de medicamenteuze behandeling van pathologieën. Voor DPP IV werd reeds aangetoond dat inhibitoren kunnen gebruikt worden in de behandeling van type II diabetes, terwijl er voor inhibitie van de andere eiwitten aanwijzingen zijn voor toepassingen in de oncologie (FAP), immunologie (DPP II), en de beïnvloeding van geheugen en leerprocessen (POP). Bij het rationele design van de inhibitormoleculen wordt gebruikt gemaakt van drie elementen: enzym-mechanisme, substraatspecificiteit en 3D-structuur (modeling technieken). Bij de synthese wordt gestreefd om, indien mogelijk, gebruik te maken van combinatoriële en parallel synthetische technologieën. De biochemische en eventuele biologische evaluatie tenslotte, gebeurt in nauwe samenwerking met onderzoeksgroepen die expertise hebben op het gebied van de verschillende doelwitenzymen. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Achiel Haemers • Koen Augustyns
Modificatie van poreuze dragers voor de vorming van organisch-anorganische hybride materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: De twee krachtlijnen van dit onderzoeksproject zullen gebaseerd zijn, enerzijds op het rechtstreeks combineren van zeolieten met mesoporeuze materialen. Anderzijds, zal de vorming van hybride materialen nagestreefd worden in welke mesoporeuze dragers worden gemodificeerd met organische groepen om alzo de selectiviteit te verhogen. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Vera Meynen
Gecombineerde numerieke simulaties van de groei van nanodeeltjes in reactieve plasma's en de depositie van nanomaterialen.
Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit projectvoorstel is via numerieke simulaties een beter inzicht te verkrijgen in het gedrag van reactieve koolstofhoudende (methaan (CH4) en acetyleen (C2H2)) plasma's, voor de vorming en depositie van nanogestructureerde koolstoffilms en nanomaterialen (zoals (U)NCD en CNT). We wensen op een volledig geïntegreerde manier de vorming, de groei en het gedrag van de nanodeeltjes in het plasma, de interactie van deze deeltjes met het substraat en de wand, en de vorming van de nanomaterialen te beschrijven. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Erik C L Neyts
Statica en dynamica van vortex materie in nanogestructureerde type I en type II supergeleiders Universiteit Antwerpen Abstract: Statica en dynamica van vortex materie in nanogestructureerde type I en type II supergeleiders Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters • Golibjon Berdiyorov
Ontwikkeling van een gegeneraliseerde aanpak van discrete tomografie: theorie en algoritmen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal zowel worden gewerkt aan nieuwe reconstructie-algoritmen als aan de onderliggende theorie, waarbij de volgende doelstellingen centraal staan: - ontwikkeling van een efficiënt, algemeen reconstructie-algoritme voor DT - berekening van een schatting van de grijswaarden op basis van de projectie-data - bepaling van het aantal projecties dat nodig is voor een goede reconstructie Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Kees Batenburg
Anoxie resistentie in vertebraten: metabolomics van hersenen en harten die niet opgeven. Universiteit Antwerpen Abstract: De kroeskarper slaagt er in om weken onder volledige anoxie te overleven, en bezit hiervoor ondermeer een uniek anaëroob metabolisme met de productie van ethanol. In deze periode blijven hersenen en hart actief. Binnen deze studie worden de 'metabolomics' van de belangrijkste organen vergeleken met deze van de niet anoxie resistente, maar nauw verwante, gewone karper. Hierbij worden zowel de nieuwe NMR meettechnieken als de dataverwerking geoptimaliseerd. Organisaties: • Toegepaste NMR
Onderzoekers: • Roger Dommisse • Gudrun De Boeck • Kris Laukens
Keramische holle vezels voor gasscheiding in de duurzame energieproductie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit doctoraat beoogt de ontwikkeling van een functioneel dens keramisch membraan in holle vezelvorm met een optimale proton- of zuurstofgeleiding voor toepassing in de oxyfuel- en/of precombustion route voor toekomstige thermische centrales. In de oxyfuelroute gebeurt de verbranding met zuivere zuurstof ( o.a.bekomen uit omgevingslucht via membraanscheiding), en in de precombustion route wordt de brandstof eerst vergast en de H2 gescheiden (bv. met het membraan) van de gevormde CO2. De ontwikkeling gebeurt op basis van vroeger, op VITO uitgevoerd onderzoek waarbij de technische haalbaarheid van de aanmaak van kwalitatief goede holle keramische vezels werd aangetoond. Gekoppeld aan de aanmaak en karakterisering van holle vezels op basis van perovskiet of perovskietachtige keramische materialen, geschikt voor de specieke scheidingen die voor oxyfuel en/of precombustion nodig zijn, zal een kleinschalige membraanmodule worden ontworpen om de holle vezels te bundelen, gasdicht te maken en schaalvergroting te vereenvoudigen. Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC) • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Jean Kretzschmar • Cédric Buysse
Micro- en Nanostructurele Studie van Hoge Temperatuur Vormgeheugen Legeringen. (beurs ESPINOZA R., Chili) Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt de studie van micro en atomaire structuren van kristalroosters en hun defecten in een welbepaald Ni-Ti legering waarin Ni gedeeltelijk vervangen werd door Pd. Een reeks van legeringen gaande van Ti50Ni45Pd5 tot Ti5oNi25Pd25 zullen worden bereid mbv vlamboogoven gevold door de noodzakelijke homogenizatie. De transformatietemperaturen zullen worden bepaald mbv differentiële scanning calorimetrie (DSC) en het effect van verschillende warmte behandelingen zal worden onderzocht mbv TEM. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dominique Schryvers
Applicatie-bewust distribueren en metamodelleren van geparametriseerde computersimulaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Geparametriseerde computerexperimenten of -simulaties worden steeds belangrijker bij de studie en ontwerp van complexe systemen. Het hoofddoel van dit project is om de huidige, moeilijk handelbare en vooral moeilijk configureerbare adaptieve surrogaatmodelleringstechnieken te verbeteren, zowel op theoretisch als op praktisch (computationeel) vlak. Zo ontstaat uiteindelijk een generiek en breed toepasbaar modelleringsalgoritme dat zo goed mogelijk zichzelf aanpast aan het probleem in plaats van te verwachten van de gebruiker
dat hij dit manueel doet. Er zal een framework bestudeerd en ontworpen worden dat volledig automatisch compacte en schaalbare (surrogaat)modellen kan construeren voor complexe, dynamische systemen, gebaseerd op een beperkt aantal intelligent gekozen simulaties. Om dit proces efficiënt en autonoom te laten verlopen, zal er onderzocht worden hoe de keuze van de modellen en de simulaties met minimale inbreng van de gebruiker kan gebeuren, door o.a. gebruik te maken van gangbare AI-technieken en grid scheduling. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove • Tom Dhaene • Karel Crombecq
Carboxypeptidase U: een metallocarboxypeptidase met een specifieke rol in haemostase en een mogelijke risicofactor voor thrombotische aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Recent werd er door onze onderzoeksgroep aangetoond dat proCPU, wat tot nu toe werd beschouwd als een inactieve precursor, een significante intrinsieke enzymatische activiteit vertoont ten opzichte van kleine synthetische substraten [4]. Pancreatisch proCPB, dat 42% identiteit vertoont met proCPU, bezit geen intrinsieke activiteit. Alignering van proCPB en proCPU toont aan dat bepaalde niet covalente interacties tussen het propeptide en het actief centrum enkel voorkomen bij proCPB. Door uitvoeren van site-directed mutagenese experimenten, die de interactie van het propeptide met het actief enzyme beïnvloeden, zal de oorsprong van de intrinsieke activiteit worden onderzocht. Tevens zullen we onderzoeken wat de contributie is van de suikerketens op het prosegment aan de intrinsieke activiteit van proCPU. Bijkomend zal worden onderzocht of proCPU ook een enzymatische activiteit vertoont t.o.v. grotere fysiologische substraten inclusief fibrine. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Dirk Hendriks • Evelien Heylen
Zwakke intermoleculaire interacties tussen klassieke anesthetica en enkele typische Lewis basen: een FTIR en Ramanstudie. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling is het aantonen van de vorming van complexen tussen de anesthetica en diverse nucleofielen. Voor deze laatste zullen moleculen met uiteenlopende elektronendonoren ingezet worden waarvan reeds is vastgesteld dat ze oplosbaar zijn in cryogene oplosmiddelen. Naast de klassieke Lewis basen (CD3)2O, (CD3)3N en (CD3)2S zal tevens gewerkt worden met CD3F en CD3Cl. Daarnaast zullen ook complexen met C2D4, C2D2 en C6H6 onderzocht worden om inzicht te verwerven omtrent CH···pi interacties. De vorming van complexen wordt waargenomen door het verschijnen van nieuwe absorptiebanden in de vibratiespectra van mengsels van een anestheticum en de gekozen Lewis base, opgelost in een cryogeen solvent. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Benjamin Van Der Veken • Wouter Herrebout • Bart Michielsen
Lax monads, lax algebras en toepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: De theorie van lax algebras is in haar prille begin en er zijn nog veel onopgeloste vragen en problemen. Het is de bedoeling simultaan (1) de theoretische concepten nodig voor een verdere grondige studie verder uit te bouwen, (2) deze theoretische opbouw te toetsen aan de bestaande voorbeelden (3) nieuwe voorbeelden van lax algebraische theorieën te ontwikkelen en te onderzoeken, (4) de link tussen de theorie van de sluitingsoperatoren en Kleisli extensies van monads verder te onderzoeken. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Wannes Rosiers
Analyse van high-throughput data door middel van support vector machines en kernel-gebaseerde technieken: feature selectie en adaptieve modelbouw. Universiteit Antwerpen Abstract: In vele real-life toepassingen is informatie afkomstig van metingen onmisbaar om de kwaliteit van eindproducten te garanderen en controle uit te oefenen op het productieproces. Deze metingen zijn veelal afkomstig van online hardware analysers (bijvoorbeeld thermometers, stroommeters . . . ). Er zijn echter vele karakteristieken die men niet met online apparatuur kan verkrijgen en waarvoor tijdrovende en/of computationeel intensieve analyse noodzakelijk is. Voor die karakteristieken worden vaak modellen gehanteerd om de resultaten van de analyse te voorspellen vanuit de proces variabelen. De analyse wordt nadien gebruikt als bevestiging van het gekozen model. Modellen worden soms ook gebruikt om online hardware analysers te voorspellen, deze laatste zijn immers onderhevig aan corrosie of kunnen gaan afwijken van de optimale configuratie. In dit project willen we een aantal onderzoeksproblemen bestuderen die optreden bij de constructie van modellen met behulp van Support Vector Machines. Onze interesse in het bouwen van modellen met SVMs heeft verschillende redenen. - Het is algemeen geweten dat SVMs hoog dimensionale data aankunnen zonder te lijden aan de "curse of dimensionality". - Het inpluggen van kernels laat toe niet-lineaire modellen op te stellen. - SVMs kunnen ongevoelig gemaakt worden voor ruis en outliers. - Ten slotte, de bekwaamheid van SVMs om "abnormale" data punten te identificeren, maakt ze nuttig in detectie van outliers en anomalieën. De problemen die we in dit project willen onderzoeken zijn de volgende. I. Feature selectie en integratie van domeinkennis Het doel is te onderzoeken of we gelijkaardige resultaten kunnen boeken bij Support Vector Regressie (SVR) en hoe goed deze technieken zich laten vertalen naar single-class problemen. II. Adaptieve modelbouw Technieken die het mogelijk maken de inferentie sensor aan te passen in alle mogelijke gevallen van novelty detectie, en voornamelijk wanneer het
wiskundige model deels moet worden heropgebouwd, staan nog steeds in de kinderschoenen en vormen het tweede luik van het onderzoek. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM) • Emerging computational techniques (ECT)
Onderzoekers: • Brigitte Verdonk • Bart Goethals • Koen Smets
Samenwerkingsstrategieën voor het bouwen van logistieke netwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: De postulant wenst verder te bouwen op het empirisch onderzoek rond logistieke samenwerking door op modelmatige wijze een antwoord te bieden op de vraag hoe logistieke dienstverleners hun netwerken kunnen hertekenen met het oog op een duurzame en stabiele samenwerking. Hierbij staat de idee van een "samenwerkingspool" centraal, waarin coöpererende LDVs elk gezamenlijk te bedienen klanten of gezamenlijk uit te voeren activiteiten inbrengen. Aangezien het onderzoek rond het modelleren van coöperatieve logistieke netwerken nog in zijn kinderschoenen staat, zal de aandacht uitgaan naar single-echelon structuren, waarbij voor een gegeven klantenbestand de distributiecentra optimaal gelocaliseerd worden (in tegenstelling tot multi-echelon structuren waarbij tegelijkertijd ook de locatie van productiecentra wordt bepaald; zie v.b. Dullaert et al., 2005). Binnen de single-echelon structuur zal aandacht besteed worden aan twee probleemtypes. Het enkelvoudige distributieprobleem (EDP) behandelt de situatie waarin klanten via het distributiecentrum van de LDV enkel goederen ontvangen, zonder dat ze zelf goederen verzenden (v.b. bij de verkoop aan huis van diepvriesproducten). Bij het complexere meervoudige distributieprobleem (MDP) verzenden én ontvangen klanten via de LDV goederen (v.b. bij de behandeling van pakjes door koerierdiensten). De structuur van beide problemen laat echter toe dat resultaten uit de analyse van het EDP reeds de basis kunnen vormen voor de analyse van het MDP. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert • Christophe Theys
De biogeochemische cyclus van zware metalen in natuurlijke zoetwaterschorren en gecontrolleerde overstromingsgebieden. Universiteit Antwerpen Abstract: Als overgangsgebieden tussen land en zee herbergen estuaria specifieke en waardevolle ecosystemen en fungeren vaak als filter voor de door menselijke activiteiten verhoogde vracht van nutriënten en verontreinigende stoffen. Hierbinnen spelen intertidale gebieden een belangrijke rol. Door de geplande Gecontroleerde OverstromingsGebieden met Gecontroleerd Gereduceerd Getij (GGG) onder invloed van de getijdenwerking te plaatsen kan het areaal aan de natuurlijke intertidale gebieden uitgebreid worden. Binnen het pilootproject GGG Lippenbroek en mesocosmosopstelling in Kruibeke wordt beoogd het effect van de aanwezige contaminatie van zware metalen in kaart te brengen. De nadruk wordt gelegd op biobeschikbaarheid en de interactie met biota. De metaalcyclus vanaf opname door planten tot decompositie zal worden onderzocht. Hierbij wordt het GGG vergeleken met ingepolderde gebieden en natuurlijke slikken en schorren. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Lieven Bervoets • Patrick Meire • Eric de Deckere • Johannes Teuchies
Wat werkwoorden willen: een exemplaargebaseerd model van menselijke zinsverwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de mogelijkheid om een exemplaargebaseerd model van menselijke zinsverwerking te ontwikkelen, dat in staat is om de relaties tussen de verschillende woorden van een zin op een psychologisch adequate manier te identificeren. Om dit model te evalueren wordt nagegaan of de voorspellingen van het model correleren met experimentele gegevens over de verwerking van structureel niet-ambigue en tijdelijk structureel ambigue zinnen. Voor de toetsing van het model beperken we ons tot de relatie tussen het werkwoord en zijn argumenten. Op die manier kunnen een aantal cruciale problemen van menselijke zinsverwerking worden onderzocht. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Dominiek Sandra • Bram Vandekerckhove
Behouden grootheden en entanglement in een microcanoniek ensemble. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek gaat over fundamentele problemen in de statistische fysica van kleine systemen. Kan men temperatuur definiëren voor geïsoleerde clusters bestaande uit enkele atomen? Zijn deze stabiel? Moet de meestal klassieke behandeling niet vervangen worden door een kwantummechanische? Wat zijn de effecten van de (anti-)symmetrisatie van de golffuncties? Vanuit een microcanonieke beschrijving van modelsystemen wordt getracht deze vragen te beantwoorden, en een fundamentele verklaring te geven voor sommige experimentele resultaten. Organisaties: • Wiskundige natuurkunde
Onderzoekers: • Jan Naudts • Tobias Verhulst
Vorming van Ti-geactiveerde silica materialen met gecombineerde micro- en mesoporositeit. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een systematische en fundamentele studie van de verschillende mogelijke synthesecondities welke leiden tot de vorming van deze composiet (micro- mesoporeuze) materialen met ingebouwde heteroelementen. Hierbij staat de gecontroleerde vorming van de poriën, de verkregen morfologie en de coördinatie, bindingsplaatsen en sterkte van de actieve elementen centraal. Ook mogelijkheid tot het gecontroleerd aanpassen van de verhouding microporositeit/mesoporositeit en de diameter van de respectievelijke poriën is van groot belang voor
dit type van materialen. Aandacht voor het synthesemechanisme waarmee deze materialen worden gevormd, heeft hierin een belangrijke rol. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Jarian Vernimmen
Carboxypeptidase M, substraten en liganden. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is het opsporen van interactiepartners van humaan carboxypeptidase M (CPM). Dit onderzoek heeft twee facetten. Enerzijds bestuderen we de interactie met bioactieve peptiden die als substraat fungeren voor de carboxypeptidase activiteit. Anderzijds onderzoeken we een mogelijke rol van dit membraaneiwit in cel-cel interacties, extracellulaire matrix interacties en cel migratie. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Anne-Marie Lambeir • Dirk Hendriks • Catherine Denis
Economic and network aware grid resource management. Universiteit Antwerpen Abstract: Het invoeren van economische overwegingen in Grid computing, Grid Economics, heeft twee onderscheiden facetten: enerzijds het gebruik van economisch geïnspireerde principes om effectieve vormen van resourcebeheer uit te werken, en anderzijds het aanbieden van resources en services als economische activiteit mogelijk te maken. Het feit dat een substantieel aantal Grid applicaties zeer data intensief is, heeft aanleiding gegeven tot het bestuderen en het voorstellen van scheduling algoritmen die rekening houden met de effecten van het transport van deze data, het zogenaamd network aware scheduling. Een dergelijke aanpak kan de efficiëntie van zowel de computationele als netwerk resources verhogen en tegelijkertijd de responstijd van jobs verlagen. In dit project richten trachten we Grid Economics en network aware scheduling te combineren. Het objectief is het ontwerpen van algoritmen en protocollen die toelaten om netwerk- en computationele resources te co-alloceren bij Grid resource beheer gebaseerd op een marktwerking. Inzake co-allocatie is er al substantieel werk verricht. Er wordt ook op beperkte schaal onderzoek gedaan naar het gebruik van markt-mechanismen bij de allocatie van netwerkpaden. De combinatie van een marktwerking en co-allocatie van netwerk en computationele resources is echter nog niet onderzocht. Deze combinatie leidt tot nieuwe mogelijkheden in het uitwerken van allocaties en schedules. Ze creëert een meer relevante formulering van het waardeoordeel van de gebruiker over de allocatie. Daarom zal economic and network aware scheduling een unieke bijdrage leveren aan het domein van Grid Economics. Het project past tevens in de huidige activiteiten van de CoMP groep die al onderzoek doet naar verscheidene marktmechanismen en hun toepasbaarheid bij economic scheduling van computationele resources in Grids. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Jan Broeckhove • Wim Depoorter
Menselijke blootstelling aan opkomende fenolische milieucontaminanten. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen: De eerste doelstelling van dit project is de ontwikkeling van selectieve en gevoelige analysemethoden die toepasbaar zijn op de relevante matrices (voeding, drinkwater, huisstof, serum, vet en urine). In de tweede doelstelling zullen de voornaamste blootstellingroutes van triclosan en bisphenol-A voor de mens (voeding, drinkwater en huisstof) onderzocht worden. De derde doelstelling is de contaminatie met triclosan en bisphenol-A van de Vlaamse bevolking te onderzoeken. Belangrijk hierbij is het vaststellen van de achtergrondconcentraties,accumulatiepatronen en de evolutie doorheen de tijd. Dit project zal leiden tot een beter begrip van de blootstelling en de accumulatie van NEC's in het milieu en het zal onderzoek rond de (toxische) effecten van NEC's in zowel mens als dier stimuleren. Het voorgestelde project heeft ook tot doel het analytische spectrum van het Toxicologisch Centrum uit te breiden met nieuwe contaminanten. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Tinne Geens
Raman en infrarood studie van halogeenbrug gebonden complexen opgelost in vloeibare edelgassen. Universiteit Antwerpen Abstract: De eerste doelstelling van het voorliggend project is het aantonen of al dan niet complexen gevormd worden tussen klassieke nucleofielen en verschillende halogeenhoudende verbindingen van het type CF3X, C2F3X en C2F5X (met X = Cl, Br of I).Als nucleofielen zullen moleculen, waarvan de oplosbaarheid in cryogene oplosmiddelen bewezen is, met uiteenlopende elektronendonoren ingezet worden. Naast de klassieke Lewis basen O(CH3)2, N(CH3)3 en S(CH3)2 zal gewerkt worden met CH3F en CH3Cl. Verder zullen, om inzicht te verwerven in mogelijke C-X...¿ interacties, ook complexen met C2H4, C2H2 en C6H6 onderzocht worden. Het voorkomen van eventuele complexen wordt waargenomen door het verschijnen van additionele (absorptie)banden die niet voorkomen in de spectra van de monomeren. Organisaties: • Cryospectroscopie
Onderzoekers: • Benjamin Van Der Veken • Wouter Herrebout • Dieter Hauchecorne
Een praktische beslissingsprocedure voor de keuze van niet-lineaire afhankelijkheidsstructuren: een toepassing op de samenhang van activa binnen vermogensportefeuilles.
Universiteit Antwerpen Abstract: Eén van de problemen waar zowel academici als niet-academici mee geconfronteerd worden wanneer gebruik wordt gemaakt van copula's, is de vraag hoe te kiezen uit het grote aanbod van copula's. Welke copula of welke familie van copula's moeten in een bepaalde situatie gebruikt worden om het beste resultaat te krijgen, en een optimale schatting te krijgen van de echte onderliggende afhankelijkheidsstructuur? De keuze kan immers cruciaal zijn voor het resultaat, b.v. als het gaat om het bepalen van prijzen voor financiële producten (derivaten e.a.). Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het nodig om een methode te ontwikkelen die toelaat om de verschillende copula's en de verschillende families met elkaar te vergelijken, en te zoeken naar mogelijke (statistische) verwantschappen tussen de verschillende copula's. Bovendien is het interessant na te gaan, of het dan mogelijk is om goede eigenschappen van verschillende copula's met elkaar te combineren. Organisaties: • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Ann De Schepper • Frederik Michiels
Silica gebaseerde mesoporeuze organische-anorganische hybride materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: Focus in dit project ligt hoofdzakelijk op PMO's (Periodische Mesoporeuze Organosilica's), een nieuwe klasse van poreuze hybride materialen. Er wordt voornamelijk gewerkt met BTEB (1,4-bistriethoxysilylbenzeen) als precursor. Wat resulteert in een structuur met kristallijne wanden, afwisselend een benzeenring en siloxaanbinding. Door middel van organische functionalisatie van de benzeenring is er een verdere modificatie mogelijk. De mogelijke toepassingen van PMO's worden veelvuldig aangehaald in recente literatuur, maar werden nog niet uitvoerig getest. Doel is dan ook de noodzaak van deze materialen op het vlak van katalyse en "metal-scavenging" te onderzoeken en te vergelijken met analoge gefunctionaliseerde silica en polymeermaterialen. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Bert Maes • Pegie Cool • Geert Smeulders
Zeoliet-gefunctionaliseerde materialen met bimodale porositeit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt de vorming van zeoliet-gefunctionaliseerde materialen via een alternatieve synthesemethode om zo het zeolietkarakter van deze materialen te verhogen en te controleren. Bovendien zal een belangrijk deel van het onderzoek bestaan uit het karakteriseren van deze structuren, waarbij de aandacht ligt op het in kaart brengen van de selectiviteit van deze materialen naar adsorptie toe. Er wordt immers verwacht dat deze materialen sterk verschillende adsorptie-eigenschappen bezitten tegenover de klassieke zeolieten en de mesoporeuze materialen met amorfe silica wanden. Hierbij zal belangrijke fundamentele kennis van de zeolietnanopartikels, waaruit deze structuren zijn opgebouwd, worden bekomen. Belangrijk hierbij is het karakteriseren van de grootte en de kristalliniteit van de partikels. Verschillende synthesewegen zullen bewandeld worden ter bereiding van de uiteindelijke materialen, waarbij een controle over de morfologie en de verhouding microporositeit/mesoporositeit ten aanzien van de functionaliteit van de materialen belangrijk is. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Cynthia Van Oers
Een fysiologisch gebaseerd farmacokinetisch model voor de opstapeling en effecten van microcontaminanten in zeehonden. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen: Ontwikkeling van een fysiologisch (bioenergetisch) model voor de lange termijn opname en accumulatie van prioritaire microcontaminanten door de zeehond. Evaluatie van het model door vergelijking van voorspellingen met analyseresultaten van microcontaminanten in bloed en biopsie (levende dieren) en andere weefsels (dode dieren). Bepaling van conditie van zeehonden aan de hand van algemene conditie-indices en meer specifieke indicatoren van homeostase en stress door analyse van bloedstalen met bijzondere aandacht voor endocriene effecten en immuniteit. Leggen van verbanden tussen blootstelling, accumulatie en effecten. Door vergelijking van de resultaten bekomen uit analyse van dieren uit verschillende gebieden en gebruikmakende van multi-variate technieken zullen we ook nagaan of het mogelijk is de oorzaak van de effecten op eenduidige wijze te identificeren. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Liesbeth Weijs
De rol van Aß-interagerende moleculen bij de vorming van amyloïde placques met dichte kern in associatie met bloedvaten, en de rol van PGRN in degeneratie van de frontotemporale lob. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is om met behulp van enkele belangrijke technieken in de moleculaire neuropathologie ¿ humane neuropathologie, in vitro celcultuur modellen en transgene overexpressie- en knockout muismodellen ¿ de pathways en mechanismen te ontrafelen die betrokken zijn in de etiopathogenese van de ziekte van Alzheimer (AD) en frontale kwabdementie (FTLD). Deze ziekten zijn de twee meest voorkomende oorzaken van preseniele dementie. Voor AD onderzoeken we de mechanismen die leiden tot de vorming van amyloïd ß dat wordt afgezet en toxisch is, specifiek met betrekking tot fibrillair/niet-fibrillair Aß, intracellulair/extracellulair Aß, Aß40/Aß42, full-length/N-getrunceerd Aß etc. We willen molecules identificeren die de vorming van dense plaques vergemakkelijken nabij bloedvaten, omdat deze plaques de predominante extracellulaire vorm zijn van Aß dat wordt afgezet in hersenen van AD patiënten en in muismodellen voor AD. De moleculen die hierbij geïdentificeerd worden zullen gebruikt worden voor het maken van betere muismodellen als ook voor therapeutische doelwitten. Het tweede onderdeel, dat over FTLD handelt, heeft tot doel met behulp van muis- en cellulaire modellen en humane pathologische specimen de moleculaire mechanismen van neurodegeneratie te identificeren. Specifiek worden progranuline knockout muismodellen en verscheidene overexpressie muismodellen en siRNA gebaseerde celcultuur modellen ontwikkeld die gekarakteriseerd zullen worden om op te helderen of en hoe verlies van progranuline leidt tot een verminderde overleving van cellen.
Organisaties: • Departement Biomedische Wetenschappen - overige • Laboratorium voor celbiologie en histologie • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Samir Kumar-Singh
Analyseren en modelleren van tijdruimtelijk gedrag van voetgangers in stedelijke omgevingen op basis van moderne positioneringstechnieken en GIS Universiteit Gent Abstract: Dit post-doc project poogt een bijdrage te leveren aan het onderzoek met betrekking tot het analyseren en modelleren van voetgangersbewegingen in stedelijke omgevingen. Het doel is om nieuwe methodes uit te denken en te implementeren voor het (i) analyseren van vertoond gedrag, (ii) het modelleren van potentieel gedrag en (iii) het voorspellen van toekomstig gedrag van voetgangers. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Ab initio studie van golffunctie-gebaseerde en variationeel geoptimaliseerde densiteitsmatrices in relatie tot de chemische binding Universiteit Gent Abstract: Studie van de tweede-orde densiteitsmatrix gebaseerd op geavanceerde golffunctiemethoden en de studie van de impact op chemische eigenschappen. Variationele optimalisatie van tweede orde densiteitsmatrices zonder evaluatie van de golffunctie. Organisaties: • Vakgroep Anorganische en fysische chemie
Onderzoekers: • Dimitri Van Neck • Patrick Bultinck
Onderzoek naar de essentiële functie van beta-actine in embryonale ontwikkeling en de noodzaak van correcte localisatie van het beta-actine mRNA in neuronale ontwikkeling Universiteit Gent Abstract: Door onderzoek van de B-actine knock-out en knock-in muizen, en daarvan afgeleide cellijnen, zullen we nagaan wat de essentiële functies zijn van B-actine in ontwikkeling (meer bepaald bloedvatvorming en neuronale differentiatie) en hoe de 3'UTR bijdraagt tot correcte localisatie en functie van B-actine. Daartoe zullen diverse methodes worden aangewend, zoals in situ immunokleuringen, primaire celculturen, RNAi en differentiatiële proteoomanalyse. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Christophe Ampe
Het Siluur van noordoostelijk Avalonia: een shelf-slope testcase voor paleobekkenanalyse en paleoklimatologie Universiteit Gent Abstract: Noordoostelijk Avalonia omvat veel verschillende paleo-oceanische dieptes en laat toe hypothesen te testen voor de verklaring van globale fenomenen. Hiervoor zal het Siluur van de nog steeds weinig gekende Condrozstrook lithostratigrafisch en biostratifgrafisch (Chitinozoa, andere palynomorfen) onderzocht worden en zal een correlatie gelegd worden met behulp van noordoostelijk Avalonia. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers
Asympotisch gedrag van telfuncties en fasenovergangen bij onafhankelijkheidsresultaten Universiteit Gent Abstract: Het bestuderen van fasenovergangen in de logica en combinatoriek: onderzoeken van de overgang van bewijsbaarheid naar onbewijsbaarheid van een gegeven uitspraak door variatie van een overgangsparamater. Deze uitspraken behandelen goede orderingen (wellorderings), quasi goede orderingen en Ramsey eigenschappen. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Andreas Weiermann
Foutrobuustheid en -verberging in schaalbare videocodering Universiteit Gent Abstract: Transmissiefouten hebben een grote impact op de visuele kwaliteit van digitaal gecodeerde video, hetgeen een steeds belangrijker aspect wordt door het toenemend gebruik van foutgevoelige netwerken (bv. draadloze netwerken). De doelstelling van dit onderzoek is om te komen tot een optimaal gebruik van foutrobuustheids- en foutverbergingstechnieken in de context van schaalbare videocodering (SVC) op basis van vorig werk in de context van H.264/AVC. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Rik Van de Walle
FWO Simoens Pieter Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek behelst het ontwerp van algoritmen voor de dimensionering en voor het dynamisch beheer van een thin client computing service. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar optimalisatie van prestatie-attributen voor de gebruiker (service-kwaliteit) alsook voor de infrastructuur zelf (efficient aanwenden van de beschikbare infrastructuur). Organisaties:
• Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Bart Dhoedt
De aanleiding tot de glaciatie van het eind-Ordovicium: de verspreidingspatronen van Chitinozoa en graptolieten werpen een nieuw licht op de mogelijke oorzaken. Universiteit Gent Abstract: Dit project gebruikt de ruimtelijke verspreiding en geochemie van de planktonische Chitinozoa en graptolieten, om de afbuiging van watermassa's gedurende de aanzet van de eind-Ordovicium-glaciatie te reconstrueren en hun klimatologische impact te evalueren. Het biedt een test voor de "ocean gateway" hypothese, die een recent naar voor geschoven oorzaak voor de glaciaties in het Laat Plioceen-Pleistoceen is. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers
Geïntegreerde modellering van vulkanische systeems en toepassing op enkele weinig-bestudeerde vulkanen in Afrika Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek focust op processen in werking bij unieke maar slecht bestudeerde Afrikaanse vulkanen. Talrijke veld-, monster- en afstandswaarnemingsgegevens werden verzameld op Mt. Rungwe en Mt. Cameroon. Nieuw veldwerk, laboratoriumanalyses en modellering zullen ontwikkeld worden om de inzichten verder bij te schaven. Het innoverend expertisedomein richt zich op het documenteren en modelleren van de dynamica van explosieve erupties die eruptiekolommen produceren en vulkanische ejecta verspreiden. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs • Eric Van Ranst
Klasse-afhankelijke scheduleringen in IP-netwerken / Stochastische prestatieanalyse van heterogene telecommunicatienetwerken Universiteit Gent Abstract: Dit project bestaat essentieel uit werkingskredieten voor het postdoctoraal mandaat van het FWO van Dr. ir. Joris Walraevens, wiens onderzoek de stochastische analyse van klasse-afhankelijke scheduleringsmechanismen in hedendaagse netwerken betreft. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
Grofkorrelig meerdradige uitvoering in many-core processors door automatische compilatie met een helpende hand van de programmeur Universiteit Gent Abstract: Dit project doet onderzoek naar en ontwerpt een programmeertool om de programmeur te helpen bij de identificatie van coderegio?s die gebaat kunnen zijn bij draadgebaseerd parallellisme. Het project zal ook nieuwe automatische parallellisatietechnieken ontwikkelen voor algemene toepassingen. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Koenraad De Bosschere
Assimilatie van satellietwaarnemingen in terrestrische modellen voor verbeterde bodemvochtschattingen Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek beoogt een verbetering in de toestandschatting van het aardoppervlak op regionale tot globale schaal. Dit laat vervolgens toe weers- en klimaatsvoorspellingen te optimaliseren of overstromingen en droogtes of te volgen. Nieuwe afstandswaarnemingen (satelliet, vanuit de ruimte) spelen in dit onderzoek een primaire rol. Organisaties: • Vakgroep Bos- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Niko Verhoest
Evaluatie van gehalogeneerde iminen en elektrofiele allylhalogeniden in de asymmetrische synthese van nieuwe conformationeel beperkte beta-aminozuren Universiteit Gent Abstract: Gelet op het succes van gehalogeneerde iminen en elektrofiele allylhalogeniden als bouwstenen in de synthetische organische chemie, dienen deze verbindingen zich aan als veelbelovende substraten voor de chirale synthese van heterocyclische en carbocyclische beta-aminozuren. In dit project wordt de asymmetrische synthese van nieuwe conformationeel beperkte beta-aminozuurderivaten en analogen ontwikkeld op basis van Michael- en Mannich-addities en reacties van 1-azaällylanionen. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Norbert De Kimpe
Studie van nucleaire receptor-gebaseerde cross-talk mechanismen in de strijd tegen inflammatie Universiteit Gent Abstract: Als strategie om de glucocorticoïd (GC)-geassocieerde neveneffecten bij anti-inflammatoire therapieën te vermijden, ligt de focus van mijn werk zowel op de ontrafeling van fundamentele Glucocorticoïde Receptor (GR)-gemedieerde transrepressiemechanismen als op een mechanistische studie van de werking van niet-steroïdale gedissocieerde GR liganden. Hiernaast bestudeer ik de toepasbaarheid van een alternatieve manier om een verbeterde therapeutische response te bereiken en dat is via een duale nucleaire receptor activatie. Dit houdt in dat we combinatieschema?s opstellen waarbij GR agonisten gecombineerd worden met peroxisoom proliferator-geactiveerde receptor agonisten.
Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Jan Tavernier
Interacties in het endoplasmatisch reticulum die belangrijk zijn in de biogenese van de dopamine D4 receptor Universiteit Gent Abstract: De dopamine D4 receptor is een G eiwit gekoppelde receptor (GPCR). De opvouwing start in het endoplasmatisch reticulum (ER). De invloed van verschillende chaperones en eiwitten betrokken in de biogenese van de receptor worden onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Guy Haegeman • Kathleen Van Craenenbroeck
Studie naar de crosstalk tussen beta2-adrenerge signalen en de NF-?B cascade. Relevantie voor neuroinflammatie/neurodegeneratie. Universiteit Gent Abstract: Recent onderzoek heeft aangetoond dat signalen afkomstig van de beta-2 adrenerge receptor (adrb2) ontstekingsreacties kunnen moduleren. In dit onderzoek gebruiken we verschillende in vitro en in vivo modellen van neuro-inflammatie om de moleculaire basis van deze interactie te ontrafelen. Meerbepaald willen we nagaan hoe beta-adrenerge signalen de moleculaire functie van NF-?B, één van de cruciale regulatoren van ontstekingsreacties, beïnvloeden. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Jan Tavernier
First principle chemical kinetics: From isolated molecules to supramolecular systems Universiteit Gent Abstract: Binnen dit project wordt beoogd de kinetiek van chemische reacties te beschrijven met grote accuratesse voor eenvoudige systemen in de gasfase tot complexe moleculaire omgevingen, zoals reacties in solventen en nanoporeuze materialen. Hiervoor worden de nodige modelontwikkelingen en toepassingen voorzien. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste fysica
Onderzoekers: • Veronique Van Speybroeck
Ontwikkeling van nieuwe software voor de databank 'Narrative Sources' Universiteit Gent Abstract: De databank Narrative Sources is een in 1996 gepubliceerd online repertorium van middeleeuwse verhalende bronnen uit de Nederlanden (UGent, KULeuven, RUGroningen). Via dit project wordt een nieuwe software-systeem ontwikkeld (databank en website), met inbegrip van een aantal nieuwe applicaties die zoekopdrachten in functie van het hedendaagse historische onderzoek moeten vergemakkelijken. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Guy De Tré • Jeroen Deploige
Theoretische en numerieke analyse van de methoden voor directe en inverse problemen in micromagnetisme Universiteit Gent Abstract: Ontwikkeling en theoretische analyse van numerieke methoden voor directe en inverse tijdsafhankelijke randwaardeproblemen (inclusief optimiseringsproblemen en paramter- en data-identificatie) uit het micromagnetisme. De efficiëntie en betrouwbaarheid van de methoden zal geïllustreerd worden via specifieke voorbeelden van elektromagnetische phenomenen op een microscopisch niveau. Voor de probleemstellingen van parameter- en data-identificatie gebruiken we verschillende regularisatiemethoden, gebaseerd op een zeer diepgaande studie van de corresponderende directe problemen die de Landau-Lifshitz vergelijking omvatten. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige analyse
Onderzoekers: • Roger Van Keer
Geïntegreerde karakterisatie op (sub)micron schaal van petrofysische eigenschappen van natuursteen en van vloeistoftransport in natuursteen door fusie van data bekomen door niet-destructieve technieken Universiteit Gent Abstract: Vloeistoftransport met daarin opgeloste stoffen verzoorzaakt wijzigingen in de kenmerken van het poriënnetwerk. Het is van fundamenteel belang om zowel de petrofysische eigenschappen van de natuursteen als de watertransportprocessen simultaan te volgen ten einde hun onderlinge invloed te kunnen onderzoeken. Naast data-fusie zal men niet-destructieve technieken moeten gebruiken zodat de wisselwerking tussen beide kan onderzocht worden op hetzelfde gesteentemonster. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Het Tiende Probleem van Hilbert en diophantische verzamelingen Universiteit Gent Abstract: Het Tiende Probleem van Hilbert gaat over de (on)beslisbaarheid van diophantische vergelijkingen. Eén van de velden die we bestuderen zijn functivelden over valuatievelden in karakteristiek 0. Onder bepaalde voorwaarden op de valuatie en de Galois cohomologie kunnen we onbeslisbaarheid aantonen. Verder onderzoeken we of diophantische verzamelingen recursief opsombaar zijn voor bepaalde veeltermringen, bijvoorbeeld over een getallenveld.
Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Jan Van Geel
Prestatie-analyse van buffermodellen met AQM voor schaalbare video Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt het bestuderen van de performantie van actieve buffermanagement-technieken in de schakelelementen van een pakketgeschakeld netwerk. In het bijzonder zullen verscheidene buffer-modellen geconstrueerd en geanalyseerd worden voor de prestatie-analyse van het verzenden van gelaagde video over deze netwerken. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Herwig Bruneel
Zoektocht naar nieuwe en studie van gekende HIV restrictiefactoren Universiteit Gent Abstract: Interacties tussen proteïnen van het HIV virus en humane eiwitten worden bestudeerd aan de hand van de MAPPIT methode. Aandacht wordt besteed aan de identificatie van nieuwe interacties tussen HIV en cellulaire proteinen. Tevens worden ook een aantal gekende HIV restrictiefactoren in detail bestudeerd, met name de interactie tussen het virale Vif (viron infectivity factor) en het cellulaire Apobec3G (APOlipoprotein B mRNA-editing enzyme-catalytic polyprotein-like 3G) en de rol van Trim5a en ISG15 (IFN stimulated gene 15). Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Tavernier
Het efficiënt numeriek oplossen van tweede- en hogere-orde Sturm-Liouville problemen Universiteit Gent Abstract: Bij het modelleren van fysische problemen wordt vaak gebruik gemaakt van gewone differentiaalvergelijkingen. Veel van deze vergelijkingen zijn niet analytisch oplosbaar en numerieke methoden worden gebruikt om de oplossing te benaderen. Gewoonlijk gebruikt men Runge-Kutta- of meer-staps-methoden en voor veel problemen volstaat deze werkwijze. Voor een aantal problemen echter zijn deze klassieke codes te algemeen en leiden gespecialiseerde algoritmen, die rekening houden met de karakteristieke eigenschappen van het probleem, tot betere resultaten. Zo kunnen specifieke algoritmes worden opgesteld voor sterk oscillatorische problemen (bvb. Sturm-Liouville problemen). Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Guido Vanden Berghe
Ab initio studie naar de reactiviteit van supramoleculaire structuren in zeolieten Universiteit Gent Abstract: Dit project betreft een theoretische studie naar supramoleculaire structuren in zeolieten in het algemeen, met het methanol-to-olefin proces (MTO) als een specifieke toepassing. Enerzijds zal een toepassingsgericht luik de studie naar het reactie-mechanisme van MTO-conversie en verbeteringen ervan omvatten, en anderzijds zullen er parallel in een methodologisch luik nieuwe methoden ontwikkeld worden om dergelijk uitgebreide katalytische systemen accuraat te beschrijven. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Michel Waroquier • Veronique Van Speybroeck
Een algemene karakterisering van prospectieve bewijsprocedures Universiteit Gent Abstract: Het algemeen opzet van dit project is de ontwikkeling van een methode die op een systematisch wijze toelaat om voor een gegeven logica een overeenkomstige prospectieve bewijsprocedure te ontwikkelen. Deze systematische methode moet zowel zorgen voor de eenvoudige formulering van een inferentiesysteem voor een gegeven logica L als voor de ontwikkeling van een bijpassende heuristiek. Bovendien moet dit ingebed worden in een metatheoretisch kader dat een rechtlijnige uitwerking van het correctheids- en volledigheidsbewijs van de prospectieve bewijsprocedure ten opzichte van de oorspronkelijke logica L mogelijk maakt. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Een verkennende studie van kenmerkselectietechnieken voor clustering Universiteit Gent Abstract: Kernmerkselectie is een belangrijk aspect van data mining, dat steeds meer aan belang wint door het vrijkomen van grote en hoogdimensionele dataverzamelingen. In dit onderzoek zullen we nagaan in hoeverre de huidige taxonomie van kenmerkselectietechnieken voor classificatie overgedragen kan worden naar het gerelateerde probleem van clustering. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Yves Van de Peer
Effecten van deeltjesgrootte op de luminescentie van gedopeerde halfgeleiders: van bulk tot nano Universiteit Gent Abstract: Luminescente materialen worden tegenwoordig alom toegepast, zowel voor verlichtings-, signalisatie- als beeldschermtoepassingen. Veelal worden hiervoor zeldzameaardgedopeerde materialen gebruikt, waarvan het gedrag op macroscopische schaal meestal goed gekend is. Het voorgestelde fundamenteel onderzoek focust op het effect van het verkleinen van de gastmatrix (tot nanoschaal) op de emissie-eigenschappen van het dopantion, o.a. wat betreft spectrum, kwantumefficiëntie en thermisch gedrag.
Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Dirk Poelman
Synthese van nieuwe types macromoleculaire liganden met "click" chemie: toepassing voor diverse metaalgekatalyseerde reacties Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject bestaat erin verscheidene nieuwe types ligand-bevattende polymeerstructuren als macromoleculaire drager van de (koper)katalysator te ontwikkelen en in te zetten voor metaal-gekatalyseerde reacties (o.a. ATRP polymerisatie). De synthese van de nieuwe macromoleculaire liganden zal gebeuren met "click" chemie. Drie types die zullen onderzocht worden zijn ligand-polymeren, ligandpolymeerkorrels en ligand-cryogels. Organisaties: • Vakgroep Organische chemie (WE)
Onderzoekers: • Filip Du Prez
Geometrische controletheorie voor microsatellieten Universiteit Gent Abstract: Dit project behelst een geometrische studie van zogenaamde "Control Moment Gyroscopes" (CMGs) voor de sturing van microsatellieten. Concepten uit de differentiaalmeetkunde, zoals bundels en connecties, worden gebruikt om een meetkundige interpretatie te geven voor de dynamica van CMGs, met bijzondere aandacht voor de analyse van singuliere toestanden. Met behulp van dit meetkundig formalisme worden controle-theoretische vraagstukken behandeld, zoals het vinden van optimale banen tussen twee gegevens toestanden. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige natuurkunde en sterrenkunde
Onderzoekers: • Frans Cantrijn
Onderzoek naar het regulatiemechanisme van de mature humane dopamine D4-receptor Universiteit Gent Abstract: De dopamine D4 receptor (D4DR) is een G-proteïne gekoppelde receptor (GPCR). Dopamine is een belangrijke neurotransmitter, betrokken bij motorische controle, endocriene functies, beloning ('reward'), cognitie en emoties. Het doel van dit onderzoek is het ophelderen van de mechanismen die instaan voor de regulatie van de plasmamembraanexpressie van de humane dopamine D4-receptor. Dit omvat onderzoek naar de degradatie, endocytose, recyclase en internalisatie van de D4DR. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Guy Haegeman
Het gebruik en de constructie van similariteitsmaten voor audiofragmenten Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is onderzoeken of de vaagverzamelingenleer kan helpen bij het gebruik en de constructie van similariteitsmaten voor audiofragmenten. Een belangrijk onderdeel hiervan is het zoeken naar manieren om audiofragmenten te identificeren met vaagverzamelingen, zodanig dat bestaande of nieuwe vaagsimilariteitsmaten kunnen gebruikt worden voor het bepalen van de graduele gelijkenis tussen twee fragmenten. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Etienne Kerre
Geo-Grafen: tijdruimtelijke grafen, algoritmen en toepassingen in geografische informatiewetenschappen Universiteit Gent Abstract: Dit project bestudeert grafen die tijdruimtelijke netwerken uit de geografische informatiewetenschappen (GIS) voorstellen. De bijkomende factor 'tijd' en de grote hoeveelheid data bij een typisch GIS-probleem maken dat de standaardalgoritmen uit de grafentheorie niet zonder meer toepasbaar zijn. We onderzoeken o.m. het controleren van toegankelijkheidseigenschappen, technieken voor het up-to-date houden van GIS-gegevens en routeplanning. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Veerle Fack
Ontwikkeling van KRN7000 analogen met een verbeterd selectiviteitsprofiel Universiteit Gent Abstract: Synthese van alfa-galactosylceramide (KRN 7000) analogen met potentiële inductie van een gepolariseerd cytokineprofiel (Th1 of Th2) door NKT cellen. De vooropgestelde modificaties beogen een verbeterde bindingsaffiniteit met het CD1d proteïne wat aanleiding moet geven tot een verhoogde Th1 respons. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Serge Van Calenbergh
Studie van m-systemen in eindige projectieve ruimten en bijhorende incidentiemeetkunden Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van m-systemen kunnen incidentiemeetkunden opgebouwd, in het bijzonder met veralgemeende lineaire representatie. Het is reeds bekend dat men op die manier semipartiële meetkunden kan bekomen in bepaalde gevallen, en waarschijnlijk kunnen er in andere gevallen dergelijke eventueel zwakkere, eigenschappen gevonden. We willen daarnaast ook proberen om meer resultaten over de existentie en niet-existentie van m-systemen in specifieke polaire ruimten bekomen. Organisaties:
• Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Frank De Clerck
Massageneratie en lage-energie effectieve beschrijving van QCD Universiteit Gent Abstract: Kwantumchromodynamica (QCD) is een Yang-Mills ijktheorie die de sterke kleurinteractie beschrijft. Bij hoge energie is de koppelingsconstante klein door de asymptotische vrijheid en is perturbatietheorie geldig. Bij lagere energie kunnen niet-perturbatieve effecten een rol spelen, bv door condensaten (niet-verdwijnende vacuümverwachtingswaarden). Het voorgestelde onderzoek heeft als doel om toch ook via analytische weg iets te kunnen zeggen over dergelijke niet-perturbatieve effecten in ijktheorieën. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige natuurkunde en sterrenkunde
Onderzoekers: • Henri Verschelde
Berekening van slachtofferrisico's bij calamiteiten: opstellen van een methodologie rekening houdend met tijdruimtelijke variabelen Universiteit Gent Abstract: Tot op heden wordt in de risicoberekeningen met betrekking tot calamiteiten (overstromingen, aardbevingen e.d.) te weinig rekening gehouden met slachtoffers. In het onderzoek zal een methode worden opgebouwd waarbij het slachtofferrisico berekend wordt, waarin zowel omgevingsgebonden factoren als tijdruimtelijke variabelen worden geïmplementeerd. De methodologie zal de mogelijkheid bieden meerdere scenario?s te toetsen, om zo te komen tot een minimaliseringsstrategie van het slachtofferrisico voor een gegeven calamiteit. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Implementatie van een Kwalitatieve Trajectcalculus (QTC) in een Geografisch Informatiesysteem voor het voorstellen, analyseren, bevragen en simuleren van gegevens over bewegende objecten Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de uitwerking van een GIS tool die op een adequate manier tijdruimtelijke gegevens kan voorstellen en bevragen. Het theoretisch uitgangspunt voor het onderzoek is de Kwalitatieve Trajectcalculus (QTC) en haar afgeleiden. Het onderzoek omvat vijf fases: een voorbereidende, verkennende studie (1), de fundamentele implementatie (2), de implementatie s.s. (3), uitwerken van case studies (4) en verwerking van de resultaten tot een doctoraat (5). Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Nico Van de Weghe
Ontwikkeling en validatie van methodes die de complexiteit voor gebruikers en aanbieders reduceren aan de hand van personalisatiealgoritmes, het gebruik van sociale netwerken en gebruikerscontexten Universiteit Gent Abstract: Door het enorme aanbod van audiovisueel materiaal op het internet en via TV-uitzendingen, is er nood aan nieuwe instrumenten die gebruikers assisteren bij hun keuze. Dit onderzoek behandeld personalisatiesystemen die audiovisueel materiaal aanbevelen op basis van het gebruikersprofiel. Extra deminesies om aanbevelingen te verfijnen zijn: het tijdstip van de dag, locatie, activiteit van de gebruiker, populariteit van het audiovisueel materiaal, ? Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Luc Martens
Elektronen magnetische resonantie studie van stralingsgeïnduceerde radicaalprocessen in DNA-gerelateerde systemen Universiteit Gent Abstract: Dit project gaat over de studie van stralingsgeïnduceerde radicalen in suikers (bijv. fructose) en DNA-gerelateerde systemen met behulp van Elektronen Paramagnetische Resonantie (EPR) en Elektronen Nucleaire Dubbele Resonantie (ENDOR). Organisaties: • Vakgroep Vaste-stofwetenschappen
Onderzoekers: • Freddy Callens
Analyse van verplaatings- en interactiemogelijkheden vanuit een tijdgeografisch perspectief Universiteit Gent Abstract: Doel van dit odnerzoek is multi-persoons, multi-activiteiten bereikbaarheidsmaten op te stellen. Verder zal ook worden nagegaan hoe de bereikbaarheid van groepen van personen kan worden geschat. Bovengenoemde uitbreidingen moeten in staat zijn om nog beter het menselijk verplaatsingsgedrag te weerspiegelen en verder te penetreren op het micro-economisch beslissingsniveau. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Paleobiologie van de Neogene malacofauna van de Afrikaanse riftbekkens en implicaties voor de evolutietheorie Universiteit Gent Abstract: De Afrikaanse slenkmeren worden 'levende laboratoria van evolutie' genoemd. Volledige tijdreeksen van zoetwatermollusken worden aangetroffen in drie Afrikaanse riftbekkens. Hoewel diens paleoecosystemen veel kenmerken gemeenschappelijk hadden verliep evolutie van de malacofauna's significant verschillend. De laatste decennia is de paleoecologische kennis van deze riftmeerbekkens enorm toegenomen. Dit maakt het mogelijk de geobserveerde verschillen in tempo en modus van evolutie te verklaren. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Jacques Verniers
Multi-collector en single-collector ICP-massaspectrometrie voor isotopische - en spoorelementenanalyse van metallische artefacten met het oog op herkomstbepaling Universiteit Gent Abstract: Doel is nagaan in hoeverre uiterst precieze meting van isotopenverhoudingen via multi-collector ICP-massaspectrometrie toelaat de herkomst van metalen kunstvoorwerpen en andere archeologische vondsten te achterhalen. Naast elementen, zoals Pb en Sr, die reeds eerder succesvol werden ingezet voor dergelijk onderzoek, zullen ook de mogelijkheden van andere elementen, zoals Cu, Zn en Sn, die slechts een kleine natuurlijke variatie in hun isotopische samenstelling vertonen, worden verkend. Ook de bepaling van de spoorelementen ?fingerprint? kan tot herkomstbepaling bijdragen. Gezien de hoge waarde van de te onderzoeken materialen zal gebruik van quasi niet-destructieve methodes aangewezen zijn. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Ontwikkelen van een wiskundig model voor bevoorradingsoptimalisatie en risico analyse van open sales contracten Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft tot doel het ontwikkelen van een wiskundig stochastisch model dat het minimaliseren van voorraad en het analyseren van risico's van "open sales" contracten toelaat. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • El-Houssaine Aghezzaf
In situ conditioning van baggerspecie en minerale slibs Universiteit Gent Abstract: Bagger- en ruimmateriaal bevat vaak een behoorlijke hoeveelheid organisch materiaal, dat bij anaerobe omstandigheden (als gevolg van compacte opslag) door natuurlijke microbiologische activiteit omgezet wordt in biogas. Gasproductie in opgeslagen sediment is nefast voor snelheid van consolidatie, finale steekvastheid en stabiliteit, en broeikasgasemissie. In het project wordt gezocht naar technieken om 1) gasophoping te voorkomen en 2) versnelde consolidatie te bewerkstelligen. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Secretariaat Schatbewaarder IAS Universiteit Gent Abstract: Dit project is louter dienstverlenend en omvat het verzorgen van het secretariaat van de schatbewaarder van de 'International Association of Sedimentologists' gedurende de periode 1/10/2007 tem 30/9/2009. Dit houdt o.m.: in het bijhouden van het ledenbestand, de inning van de lidgelden, het opvolgen van het abonnementenbestand van het tweemaandelijks tijdschrift 'Sedimentology', de opvolging van de verkoop van de 'Special Publications', het organiseren van het 'Friendship Scheme', de opvolging van de 'grants' voor de leden, de contacten met de uitgever van het tijdschrift 'Sedimentology', etc. Alle activiteiten kaderen in de wetenschappelijke opdracht van prof. Patric Jacobs. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Ontwikkeling van nanogestructureerde dunne filmen door gebruik te maken van multifunctionele geconjugeerde polymeren en fullereenderivaten Universiteit Hasselt Abstract: De primaire doelstelling van dit onderzoeksproject is materiaalsystemen te ontwikkelen die via de introductie van specifieke interacties gerichter aanleiding geven tot een nanogestructureerde morfologie. De hiervan afgeleide doelstelling is dan een inzicht te verwerven in de rol van de nanogestructureerde morfologie op de opto-elektrische eigenschappen van het materiaalsysteem in een dunne film. Daartoe zal in de eerste plaats de synthese betracht worden van geconjugeerde polymeren die multifunctioneel zijn. Dit moet toelaten op een variatie van specifieke interacties in te spelen. Verder willen we deze doelstelling bereiken voor zowel PPV-achtige systemen als voor poly(thiofeen)-achtige derivaten. Deze keuze is gebaseerd op de uitgebreide kennis die aanwezig is binnen de onderzoekseenheid aangaande de verkregen morfologie voor een mengsel van deze type geconjugeerde polymeren met fullereenderivaten, meer bepaald voor OC1C10-PPV en P3HT (figuur 1). De P3HT-achtige derivaten zullen gesynthetiseerd worden via de hoger vermelde Rieke methode, dus via organozinkverbindingen. De belangrijkste uitdaging hier is de synthesemethode zo te kunnen gebruiken dat hoge moleculaire gewichten verkregen worden (Mw > 30.000). Ook zullen, teneinde hogere doelstelling te realiseren, in deze studie naast PCBM (figuur 1) ook andere fullereenderivaten in beschouwing genomen worden. Organisaties: • Organische en Bio-polymere Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Dirk VANDERZANDE • Joke VANDENBERGH
Fluctuaties en dissipatie in kleine systemen Universiteit Hasselt Abstract: In dit onderzoeksproject willen we nagaan op welke manier concepten en ideëen van de thermodynamica uitgebreid en toegepast kunnen worden op nanosystemen. Meerbepaald richten we ons op volgende twee belangrijke aspecten: Fluctuaties. Bij de beschrijving van nanosystemen spelen de fluctuaties een grote rol, en bepalen in belangrijke mate de eigenschappen van het systeem. Vrij recent werden belangrijke theoretische resultaten ontdekt, zoals het fluctuatietheorema, de Jarzynski gelijkheid en de Crooks relatie. Een theoretische en experimentele bevestiging van deze resultaten is van groot belang, zowel voor verdere fundamentele ontwikkelingen op het gebied van niet-evenwichts statistische fysica, alsook voor een beter begrip van de fysische processen die op deze schaal een rol spelen. Het doel van dit project is een verdere uitwerking van deze resultaten, zowel op theoretisch vlak als wat betreft de toepassingen.
Efficiëntie. Efficiëntieverhoging is een belangrijk aspect bij de ontwikkeling van hoogtechnologisch materiaal. Dit willen we als volgt verwezenlijken. Enerzijds door een studie van de efficiënte energieomzetting in biologische systemen. Anderzijds door het bedenken van nanostructuren met een zogenaamde hoge "koppelingsgraad". Kenmerkend voor beide systemen is dat ze functioneren in een omgeving (ver) buiten evenwicht. Voor de beschrijving ervan is men dus aangewezen op niet-evenwichts statistische fysica. Organisaties: • Theoretische Fysica
Onderzoekers: • Bart CLEUREN • Christian VAN DEN BROECK
Statistische eigenschappen en impact van onvolledige gegevens op de analyse van spatio-temporele modellen voor de ruimtelijke en temporele dynamica van infectieziekten. Universiteit Hasselt Abstract: De uitbreiding van spatiele modellen naar Spatio-temporele modellen vormt een uitdaging owv het ontbreken van sommige metingen. In dit project wordt nagegaan wat het effect is van verschillende types ontbrekende gegevens op de analyse van ruimtelijk geordende gegevens en statistische interferentie. Men onderzoekt ook het gebruik van spatio-temporele modellen om verandering in dynamische processen (temporele dynamica en ruimtelijke verspreiding van infecties) te te modelleren. Als laatste kijkt men naar specifieke problemen waar ontbrekende info de spatiotemporele analyse van infectieziekten bij dieren bemoeilijkt. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Noel VERAVERBEKE • Christel FAES
De ontwikkeling van gemodificeerde PTMSP-membranen voor toepassing in pervaporatie en solvent-resistente nanofiltratie Universiteit Hasselt Abstract: Het voorliggende contract betreft een eerste mandaat van een VITO-doctoraatsbeurs voor de periode van 01.10.2007 tot 30.09.2008. Het project onderzoekt de ontwikkeling van gemodificeerde PTMSP-membranen voor toepassing in pervaporatie en solvent-resistente nanofiltratie. Organisaties: • Anorganische en Fysische Chemie • Instituut voor Materiaalonderzoek
Onderzoekers: • Marlies VAN BAEL
Databankondersteuning voor het berekenen van graafsimilariteit in biologische netwerken. Universiteit Hasselt Abstract: Bioinformaticaonderzoek is geëvolueerd van het genoom naar het proteoom (van genen naar proteïnen) en meer recentelijk ook naar het interactoom (interactie tussen proteïnen). Proteïnen zijn essentiële onderdelen van organismes en verrichten belangrijke taken in elk proces binnen een cel. Interacties tussen deze proteïnen kunnen we modelleren als een graaf of een netwerk. Andere voorbeelden van biologische netwerken zijn pathways die vanuit het standpunt van de theoretische informatica kunnen beschouwd worden als automaten verantwoordelijk voor specifieke metabolische processen. Meer en meer biologische netwerken worden verzameld in online databanken (bijvoorbeeld DIP, KEGG, WikiPathways en BioCyc). De zoekmogelijkheden in deze databanken zijn echter beperkt tot het zoeken op sleutelwoorden in metadata-velden of het opzoeken van lineaire netwerken. In het bijzonder is er geen enkele functionaliteit voorzien voor het zoeken naar netwerken gelijkaardig aan een gegeven netwerk. De belangrijkste reden voor deze beperkingen is dat de onderzochte similariteitsmaten voor biologische netwerken niet schalen naar grote verzamelingen. In de wetenschappelijke literatuur zijn bijna uitsluitend similariteitsmaten in termen van graafalignering onderzocht, wat een topologiebewarende similariteitsmaat is gebaseerd op homeomorfismen. Homeomorfismen zijn topologiebewarend in de zin dat toevoegingen en verwijderingen van knopen enkel langs paden toegelaten zijn. Er worden in de literatuur twee types van graafalignering bestudeerd. Lokale alignering zoekt naar voorkomens met een hoge similariteit van een gegeven kleine graaf in een gegeven grote graaf terwijl globale alignering, zoals de naam al doet vermoeden, de globale similariteit tussen twee grafen berekent. Aangezien beide problemen NP-hard zijn heeft men zich voor lokale alignering vooral toegespitst op het vinden van klassen grafen waarvoor alignering in polynomiale tijd kan en op probabilistische algoritmen die niet noodzakelijk altijd het optimale resultaat geven. Onderzoek naar globale graafalignering is nog jong en meestal beperkt tot het uitbreiden van lokale aligneringen. In dit onderzoeksproject willen we een ruimere klasse van similariteitsmaten onderzoeken dan enkel deze gebaseerd op graafalignering, en deze classificeren volgens precisie (biologische relevantie) en schaalbaarheid naar grote verzamelingen van netwerken. Organisaties: • Databases en Theoretische Informatica
Onderzoekers: • Dries VAN DYCK • Frank NEVEN
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversité de Franche-Comte_Al Sakka Monzer Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Université de FrancheComte_Al Sakka Monzer Organisaties: • Elektrotechniek-Energietechniek • Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep
Onderzoekers: • Monzer AL SAKKA • PETER VAN DEN BOSSCHE • JOERI VAN MIERLO
Topologische eigenschappen in termen van convergentie van functionele idealen. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: een van de belangrijkste motiveringen voor het project is de recente ontwikkeling in de categorische topologie waarbij belangrijke voorbeelden van topologische categorieën geconstrueerd kunnen worden uitgaande van een gepaste monad over de categorie SET. Door niet over SET te werken, maar over REL (de categorie van verzamelingen met relaties als morfismen) en door de ultrafilter-monad in zekere zin uit te breiden tot een lax monad over REL, toonde Barr dat de topologische ruimten precies de lax algebra's zijn voor deze lax monad. Sinds kort weten we echter dat approach ruimten en metrische ruimten ook als lax algebra's over REL beschreven kunnen worden. Dit werd getoond in de onderzoeksgroepen ANTOP (UA) en AATO (VUB) door als vertrekpunt de monad van alle priem functionele idealen te beschouwen over SET en deze gepast uit te breiden naar REL. Dit betekent dat de functionele idealen dezelfde rol spelen voor de construct van approach ruimten als deze die voor topologische ruimten door ultrafilters wordt vervuld. Om de interactie van deze ontwikkelingen in the theorie van lax algebra's met de theorie van approach ruimten optimaal te benutten, willen we in dit project de theorie van approach ruimten verder uitbouwen in termen van functionele idealen, dit wil zeggen steunend op een convergentiebegrip voor functionele idealen. Thema's die onder andere voor deze nieuwe aanpak aan bod komen zijn de volgende: -separatie- en compactheidsstudie door de aanpak met functionele idealen. -Compleetheid voor approach ruimten aan de hand van functionele idealen en in het bijzonder constructie van completies. -Studie van lokaal compactheid en van het verband met exponentiële objecten. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • EVA COLEBUNDERS
Gebruik van op "density-functional theory" gebaseerde reactiviteitsdescriptoren in de studie van oppervlakken en vaste stoffen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Density Functional Theory (DFT) is een tak van de kwantumchemie waarvoor er in de voorbije 15 jaar een steeds toenemende aandacht te bemerken valt. In deze theorie gebruikt men elektronendichtheid p(r), functie van 3 variabelen, als de fundamentele eigenschap van een Nelektron chemisch systeem in plaats van de meer gecompliceerde golffunctie ! , functie van 4N variabelen. De basis van deze theorie ligt vervat in de theorema's van Hohenberg en Kohn, waarbij het tweede het variationeel principe bewijst; de energiefunctionaal E[p(r)] is minimaal voor de elektronendichtheid van de grondtoestand. Kohn en Sham hebben dit variationeel principe in een praktische bruikbare methode omgezet waarmee vandaag de dag veel atomaire en moleculaire eigenschappen, voornamelijk geassocieerd aan de grondtoestand, dikwijls met vergelijkbare accuraatheid als de meer traditionele op moleculaire orbitalen gebaseerde methoden kunnen bekomen worden en dit vaak met een veel meer gunstige computationele kostprijs. Op het einde van de jaren 70 bleek ook dat DFT in een natuurlijke taal voorzag voor de discussie van chemische reacties en chemische reactiviteit. Tijdens een chemische reactie wordt een atoom of een molecule gestoord in ofwel het aantal elektronen N , ofwel de externe (voor een geïsoleerd systeem de potentiaal t.g.v. de kernen) potentiaal v(r) of beide ; men kan bijgevolg de energieverandering van het systeem ontwikkelen in een storingsreeks in deze grootheden, waarbij de zogenaamde responsfuncties [!m+n E / !v m(r)!N n] worden ingevoerd, die kunnen geïdentificeerd worden met chemische concepten die vaak reeds lang gekend, maar vaag gedefinieerd waren. Dit laat toe deze concepten vanaf eerste principes te berekenen. Deze tak van het DFT onderzoek werd door Parr en Yang als "Conceptuele DFT" aangeduid. Concepten die in deze theorie naar voren kwamen zijn de elektronegativiteit, hardheid en zachtheid en de Fukui functie en lokale zachtheid en elektrofiliciteit; daarnaast konden ook een aantal chemische principes, zoals het Sanderson principe van de gelijkschakeling van de elektronegativiteit en het harde en zachte zuren en basen principe van Pearson, gerationaliseerd worden. Tevens was deze theorie de basis voor geheel nieuwe principes, zoals bv. het maximale hardheidsprincipe, o.m. belangrijk omwille van de relatie met aromaticiteit, een ander klassiek chemisch concept. Conceptuele DFT is sinds het eind van de jaren 80 het centrale onderzoeksthema van de Onderzoeksgroep Algemene Chemie (ALGC) van de Vrije Universiteit Brussel. In dit project richten we ons specifiek op het gebruik van op DFT gebaseerde reactiviteitsindices, zowel globale als locale, in de studie van oppervlakken en vaste stoffen. In tegenstelling tot atomen en moleculen zijn hoger vermelde reactiviteitsdescriptoren voor dit soort van systemen tot nu toe slechts weinig aan bod gekomen. Wij wensen ze toe te passen op systemen die een katalytische activiteit vertonen om na te gaan hoe enerzijds de verschillende indices een bijkomend inzicht kunnen geven in de reactiemechanismen en anderzijds een verklaring kunnen bieden voor een aantal factoren en parameters die deze activiteit beïnvloeden. Een eerste reeks systemen die we wensen te onderzoeken zijn de aardalkalimetaaloxiden MgO, CaO, SrO en BaO. Deze materialen hebben o.m. belangrijke katalytische eigenschappen en kunnen bv. aangewend worden voor een destructieve adsorptie van gechloreerde koolwaterstoffen, een zuiver en efficiënt alternatief voor andere tot nu toe gebruikte methoden voor de afbraak van deze verbindingen. In het geval van de reactie met CCl4, die als een prototype voor andere gechloreerde koolwaterstoffen kan gebruikt worden, blijkt dat de katalytische activiteit verloopt als MgO < CaO < SrO < BaO, wat geïnterpreteerd wordt als zijnde te wijten aan de toenemende basiciteit en ioniciteit van deze materialen wanneer de elektronegativiteit van het aardalkalimetaal afneemt. In het voorgestelde reactiemechanisme, bekomen uit het gebruik van een aantal spectroscopische technieken, blijkt inderdaad dat, na fysisorptie van het molecule, de C-Cl binding gepolariseerd en vervolgens gebroken wordt door het ionaire rooster. Dit zou in ons werk kunnen gemodelleerd worden door de balans op te maken van de interactie van de Lewis zure site in het materiaal, het aardalkalimetaal kation, met het chlooratom, en de simultane interactie van het basische zuurstofatoom met het koolstofatoom van het halogeenalkaan waarop het halogeen atoom aangehecht staat. Deze studie is gerelateerd aan de studie van de basiciteit van zeolieten, waaraan recent in onze onderzoeksgroep aandacht werd besteed. We stellen voor de balans tussen deze twee interacties voor deze verschillende systemen na te gaan, zowel met harde als zachte descriptoren, zoals de moleculaire elektrostatische potentiaal en de lokale zachtheid. De locale zachtheid is product van de globale zachtheid van het materiaal en de Fukui functie f(r), geïntroduceerd door Parr en Yang, die het grensorbitaal HOMO-LUMO concept veralgemeent en gedefinieerd is als : f(r)=[formula] waarbij u de elektronisch chemische potentiaal is, de afgeleide van de energie naar het aantal elektronen, een grootheid die door Parr en medewerkers werd geïdentificeerd met het negatieve van de elektronegativiteit. Recent werd ook opgemerkt dat een materiaal zoals LaCl3 de omgekeerde reactie, nl. de oxidatieve chlorering van CH4, kan katalyseren. We zullen ook deze reactie bekijken a.d.h. van de verschillende reactiviteitsindices. In een tweede luik dat het hoofdbestanddeel zal vormen van ons doctoraatsonderzoek wensen we de verschillende parameters die de katalytische eigenschappen van gedragen transitiemetaal oxiden bepalen en sturen, onderzoeken. Deze katalysatoren worden industrieel vaak aangewend als oxidatie- en zure katalysator. Prototype oxidatie reacties waarin deze materialen betrokken zijn is de oxidatie van methanol tot formaldehyde en de oxidatieve dehydrogenering van lichte alkanen. Een belangrijke subgroep van dit soort materialen zijn de gedragen vanadium oxiden, waarvoor gebleken is dat de reactiviteitseigenschappen zeer verschillend kunnen zijn in functie van de gekozen drager. Zo werden voor de oxidatie van methanol volgende reactiviteitstrends experimenteel bepaald: V2O5/ZrO2, V2O5/TiO2 >> V2O5/Al2O3 >> V2O5/SiO2 . Uit deze trends blijkt dat het inderdaad mogelijk is de katalytische eigenschappen van de vanadium oxide katalysator te veranderen door de oxide drager te variëren. Ondanks het feit dat experimenteel een veelheid aan dergelijke reactiviteitstrends gekend zijn, blijft het theoretisch inzicht in het belang van de verschillende relevante parameters relatief vaag. We stellen bijgevolg voor om voor de oxides van de transitiemetalen Ti, V, Cr, Zr, Nb en Mo en voor de verschillende dragers SiO2, Al2O3, ZrO2 en TiO2 te onderzoeken hoe de reactiviteit varieert. Men kan verwachten, net zoals bij de hierboven besproken aardalkalimetaal oxiden, dat de redoxeigenschappen van deze materialen afhangen van de Lewis zuurheid en elektrofiliciteit van het transitiemetaal ion en de basiciteit van de zuurstofatomen. Naast bovenvermelde reactiviteitsindices zullen ook de lokale elektrofiliciteit rondom het transitiemetaal ion en de recent geïntroduceerde "duale descriptor" bestudeerd worden ; deze laatste duidt de nucleofiele en elektrofiele regio's in het systeem aan en laat dus toe de relatieve reactiviteit van het metaalion en het zuurstofion te kwantificeren. Tevens zal nagegaan worden hoe de graad van "loading" van het transitiemetaaloxide op de vaste drager de katalytische activiteit beïnvloedt. Deze "loading" bepaalt of aan het oppervlak van deze materialen geïsoleerde transitiemetaal oxide entiteiten dan wel polymere entiteiten voorkomen.
Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Modellering van groei en metabool gedrag van melkzuurbacteriën in complexe ecosystemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van deze studie is om generische mathematische modellen te ontwerpen ter studie van het fysiologisch gedrag (groei en metabolisme) van MZB in complexe ecosystemen (gefermenteerde levensmiddelen, humane colon). Dit zal toelaten om beter te begrijpen in welke mate deze MZB tot nut kunnen zijn en hoe hun gedrag in het voordeel van de producent en consument kan worden omgebogen door in te spelen op procesfactoren en omgevingscondities. Deze aanpak verschilt dus duidelijk van een op genetische modificatie gebaseerde ingreep, waarbij bacteriële cellen gericht genetisch gewijzigd worden teneinde een bepaalde doelstelling te bereiken. De modellen zullen worden geconstrueerd vertrekkende van specifieke gevallenstudies waarin de onderzoeksgroep IMDO (http://imdo.vub.ac.be) ruime expertise en bekendheid heeft opgedaan (gefermenteerde worst, zuurdesem, humane colon). Deze basisdata zullen worden aangevuld met recent ter beschikking gestelde genoominformatie. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
Ontwikkeling, implementatie en toepassing van een nieuwe berekeningsmethodologie van functionaalafgeleiden in het kader van de conceptuele DFT. Vrije Universiteit Brussel Abstract: "Density Functional Theory" (DFT) is tegenwoordig een alom gebruikt formalisme binnen de kwantumchemie. Deze theorie is gestoeld op de Hohenberg-Kohntheorema's die toelaten de grondtoestandselektronendichtheid p(r) als fundamentele variabele aan te wenden in plaats van de in de kwantummechanica doorgaans gebruikte golffunctie !. De toepassing van DFT situeert zich in twee complementaire domeinen: de computationele en de conceptuele DFT. In de computationele DFT worden atomaire en moleculaire eigenschappen berekend op basis van een variationeel principe voor p(r), dat praktisch resulteert in de Kohn-Shamorbitaalvergelijkingen. De enige onbekende in deze vergelijkingen is de zogenaamde exchange-correlatiefunctionaal EXC[p]. Accurate benaderingen van deze functionaal laten toe resultaten van vergelijkbare kwaliteit als via de meer traditionele gecorreleerde ab initio methoden te genereren, maar met een geringere computationele kost. De conceptuele DFT creëert een theoretisch kader voor concepten als elektronegativiteit, hardheid, zachtheid en "frontier molecular orbital"-reactiviteitsindices van Fukui die reeds geruime tijd door chemici worden gehanteerd. Centraal staat de idee dat de respons van een elektronisch systeem op storingen in het elektronenaantal N en de externe potentiaal v(r) (i.e. de potentiaal t.g.v. de kernen) chemisch relevante informatie verschaft. De identificatie van chemische concepten met afgeleiden naar N en functionaalafgeleiden naar v(r) laat hun berekening vanaf eerste principes toe. Tot nu toe worden bijna uitsluitend de afgeleiden naar N beschouwd, gezien daar eenvoudige "finite difference"-uitdrukkingen voor bestaan. Zo kan de Fukuifunctie [formula] bepaald worden als: [formula] en [formula], waar pN+1, pN en pN-1 de elektronendichtheden zijn van respectievelijk de (N+1)-, N- en (N-1)-elektronsystemen en waar ! en ! de rechter- en linkerafgeleiden voorstellen. Het feit dat een "finite difference"-methodologie slechts benaderend is bij gebruik van een benaderde EXC[p] en dat de noodzakelijke berekening van de meeste (N+1)-systemen moeilijk uitvoerbaar is gezien hun metastabiliteit heeft ons ertoe aangezet de mogelijkheid tot berekening van de functionaalafgeleiden naar v(r) in dit project te exploreren. Recentelijk werd in de Eenheid Algemene Chemie in samenwerking met Prof. P. W. Ayers (McMaster University, Hamilton, Canada) een nieuwe berekeningsmethodologie voor functionaalafgeleiden van het type [formula] van een grootheid q naar de externe potentiaal v(r) ontwikkeld. De centrale idee is de functie Q(r) in een basisset te ontwikkelen en de ontwikkelingscoëfficiënten te bepalen op basis van de responsen van q[v] op storingen in v(r), die we modelleren door willekeurig geplaatste puntladingen. We kunnen immers volgende eerste orde uitdrukking afleiden: [formula], met ie[1,2,...,P] en waar wi de storingen van de externe potentiaal zijn, dj de ontwikkelingscoëfficiënten en Bj(r) de basisfuncties. Wanneer het aantal storingen P groot genoeg wordt gekozen, kan dit stelsel vergelijkingen worden opgelost via een kleinste kwadraten fitting indien voor elke storing de respons in q bepaald kan worden. In eerste instantie leggen we ons toe op de berekening van de Fukuifunctie, die eveneens gedefinieerd is als de verandering van de chemische potentiaal [formula]. De rechter- en linkerafgeleiden worden respectievelijk aangewend om de regioselectiviteit t.a.v. een nucleofiele en een elektrofiele aanval te beschrijven. In de licentiaatsverhandeling werden als eerste aanzet gecondenseerde Fukuifuncties berekend voor de reactiviteitsbeschrijving van een aantal klassieke systemen, waaronder de elektrofiele aanval op monogesubstitueerde benzenen. Door als ontwikkelingsfuncties [formula] op de kernen gecenterde Dirac-d- functies te kiezen, werden resultaten van hoge kwaliteit bekomen. We wensen de methodologie nu eerst en vooral uit te breiden naar de bepaling van de lokale Fukuifuncties, die een veel fijner beeld verschaffen omtrent de reactieve regio's van het molecule. De keuze en/of ontwikkeling van geschikte basisfuncties zal hier een primordiale rol spelen. Voor de beschrijving van elektronische systemen met een oneven aantal elektronen zal een module voor de berekening van de spin-gepolariseerde DFT-descriptoren geïmplementeerd moeten worden. Voor de Fukuifunctie kunnen er dan o.a. volgende varianten gedefinieerd worden: [formula] en [formula] , waar [formula] de elektronische chemische potentiaal, [formula] de spinpotentiaal en NS =Na-Nb het spingetal voorstellen. We zullen deze nieuwe descriptoren toepassen in de beschrijving van de singlet-tripletovergangen in een reeks nitrenen (NX) en fosfinidenen (PX) (met X = H, Li, F, Cl, OH, SH, NH2 en PH2 ) en deze resultaten vergelijken met een voorgaande studie uit de onderzoeksgroep. Na de behandeling van functionaalafgeleiden van de chemische potentiaal !, zullen we ons richten op de functionaalafgeleide [formula] van de chemische hardheid !. Deze derde orde energieafgeleide werd onlangs voorgesteld als een "duale descriptor" die simultaan de elektrofiele en nucleofiele regio's van een molecule kan onderscheiden en in sommige gevallen als een beter alternatief voor de Fukuifunctie aangewend kan worden. De regioselectiviteit van de Diels-Aldercycloadditie zal als directe toepassing worden aangewend. Onze methodologie kan derwijze geconfronteerd worden met vroegere studies. Tot hiertoe hebben we enkel functionaalafgeleiden van globale grootheden behandeld. De veralgemening naar functionaalafgeleiden van lokale functies, zoals p(r), is een uitdaging bij uitstek. De bepaling van de lineaire responsfunctie [formula] opent immers de weg naar de zachtheids-"kernel" s(r, r ') via de uitdrukking [formula]. Hoewel s(r, r ') beschouwd kan worden als een fundamentele descriptor gezien zijn inversie leidt tot de hardheids-"kernel" [formula], die op zijn beurt de lokale en globale hardheid bepaalt, wordt een daadwerkelijke berekening niet teruggevonden in de literatuur omwille van de complexiteit van de voorgestelde uitdrukkingen. Het feit dat onze perturbatieve methodologie ook tot deze functies aanleiding kan geven is van een groot fundamenteel belang. We stellen tot slot een alternatieve manier voor om een soort gecondenseerde [formula] te bepalen, geïnspireerd op recent werk van von Lilienfeld die een zogenaamde alchemische potentiaal [formula] definieert. Wanneer we p(r) benaderen door de atomaire populaties Ni en v(r') door de kernladingen Zj, kunnen we immers een gecondenseerde, lineaire responsmatrix [formula] berekenen door de grootte van de kernladingen te storen. We zullen dan een aantal klassieke systemen behandelen die reeds veelvuldig gebruikt zijn in de studie van reactiviteitsdescriptoren, zoals H2O, NH3, COH2 , carbonylverbindingen en gesubstitueerde benzenen. De relevantie van de lineaire responsmatrix en de gerelateerde zachtheids- en hardheidsmatrices kan dan worden ingeschat d.m.v. een vergelijking met de resultaten volgend uit de perturbatieve methode. Parallel met deze uitbreidings- en optimalisatiefasen van de methodologie zullen we een studie uitvoeren omtrent de reactiviteit van oppervlakken. De methode leent zich immers perfect tot de behandeling van omvangrijke systemen gezien we ons kunnen beperken tot de berekening van uitsluitend de relevante regio's door enkel daar storingen te plaatsen. In de literatuur worden descriptoren die gebaseerd zijn op de "density of states" [formula] en zijn lokale analoog [formula] gebruikt voor de beschrijving van oneindige systemen. Oppervlakken komen echter nauwelijks aan bod binnen het kader van de conceptuele DFT. Wij zullen de reactiviteit van de in de katalyse belangrijke aardalkalimetaaloxiden analyseren door
een clustermodel van het oppervlak te beschouwen, waarbij we de storingen in het centrale gedeelte zullen aanbrengen om randeffecten te minimaliseren. Onze perturbatieve methodologie laat dan toe het hele spectrum aan eigenschappen op een uniforme wijze te berekenen. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • PAUL GEERLINGS
Snaartheorie en kosmologie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bij gebrek aan experimentele input, is de theoretische exploratie van extreem hoge energieschalen in de voorbije twee decennia in grote mate gebaseerd geweest op wiskundige consistentie en elegantie van fundamentele theorieën. Zo slaagt snaartheorie erin de gravitatiekracht kwantummechanisch te beschrijven, wat nodig is om de fysica van zwarte gaten en de oerknal te begrijpen. Onderzoek van de laatste tien jaren heeft tot sterke aanwijzingen geleid voor "holografie", ruwweg het idee dat het aantal vrijheidsgraden in een gebied van de ruimte evenredig is met de oppervlakte van de rand van het gebied (en dus niet met het volume). Zeer concrete realisaties van holografie leiden tot de equivalentie van enerzijds een gravitationele theorie in een ruimtetijd met een bepaalde dimensie en anderzijds een niet-gravitationele theorie in een lagerdimensionale ruimtetijd. Dit suggereert sterk dat ruimtetijd geen fundamenteel begrip is: het geeft een zeer goede benaderende beschrijving van het heelal in relatief "milde" omstandigheden, maar de ruimtetijd-beschrijving moet haar geldigheid verliezen in meer "extreme" omstandigheden (binnen zwarte gaten, vlakbij de oerknal). De hoge-energiefysica en de studie van het zeer vroege heelal zullen de volgende jaren een weelde aan nieuwe experimentele en observationele data ter beschikking hebben. Zo staan voor 2007 het opstarten van de Large Hadron Collider (LHC) op CERN en de lancering van de Plancksatelliet van ESA gepland, en de LIGO detector van gravitationele golven is nu al actief. In LHC zullen hogere energieschalen geëxploreerd worden dan tot dusver mogelijk was in een laboratorium op aarde, wat hopelijk belangrijke hints zal opleveren over de onderliggende fundamentele theorie. Planck zal de anisotropieën van de kosmische achtergrondstraling zeer nauwkeurig opmeten en op die manier theorieën over het vroege heelal testen. En van LIGO wordt verwacht dat het gravitationele golven zal detecteren, hopelijk ook gravitationele golven afkomstig van de oerknal. Gravitationele golven zullen een geheel nieuw venster openen op het vroege heelal, wat ons hopelijk een directe kijk zal geven op het heelal toen het nog niet transparant was voor elektromagnetische golven. Zo kan het vroege heelal gebruikt worden als laboratorium voor hoge-energiefysica. Met het oog op de experimentele en observationele input die de hoge-energiefysica de komende jaren zal krijgen, bestaat de belangrijkste uitdaging voor snaartheorie erin contact te maken met onze waargenomen wereld. Deze taak is niet eenvoudig omdat tot voor kort bijna alle vooruitgang in snaartheorie betrekking had op een statische ruimtetijd, terwijl de standaard kosmologie ons leert dat ons heelal begon met een oerknal en we nu ook weten dat het versneld expandeert. Voor aardse deeltjesfysica-experimenten is het een zeer goede benadering het heelal als statisch te beschouwen, maar voor de fundamentele theorie zouden de expansie van het heelal en de oerknalsingulariteit wel eens cruciaal kunnen zijn. Zo suggereert onderzoek van de laatste jaren dat er gigantisch veel meta-stabiele oplossingen bestaan van snaartheorie, wat geleid heeft tot vele discussies over de voorspellende kracht van de theorie. Dit onderzoek is echter grotendeels in het kader van effectieve veldentheorie gevoerd. Om echt te begrijpen hoeveel consistente oplossingen snaartheorie kan beschrijven en of ons heelal met een van die oplossingen overeenkomt, is het cruciaal technieken te ontwikkelen om snaartheorie in tijdsafhankelijke achtergronden te beschrijven. In het bijzonder weten we dat effectieve veldentheorie (in het bijzonder de algemene relativiteitstheorie) geen goede beschrijving geeft van de fysica vlakbij de oerknal, waar kwantumgravitatie-effecten belangrijk zijn. Bovendien werd de interesse in de fysica van kosmologische singulariteiten een vijftal jaar geleden aangescherpt door concrete kosmologische modellen waarbij aan ons expanderend heelal een contraherend heelal voorafging. In het model van Steinhardt en Turok van het cyclische heelal ontstonden de dichtheidsfluctuaties die aanleiding gaven tot de waargenomen anisotropieën in de kosmische achtergrondstraling in de contraherende fase van het heelal, en werd verondersteld dat ze ongeschonden door een "big crunch/big bang" overgang naar de expanderende fase propageerden. Of dit inderdaad het geval is, is een (vooralsnog onopgeloste) vraag voor de fundamentele theorie. Met deze motivaties in het achterhoofd, kreeg het onderwerp van kosmologische singulariteiten in snaartheorie vanaf 2002 ruime aandacht. In eerste instantie werden vooral de technieken van perturbatieve snaartheorie gebruikt, met als motivatie dat die zeer succesvol waren geweest in het begrijpen van bepaalde statische singulariteiten. Het bleek echter gauw dat deze technieken onvoldoende waren om een betrouwbare beschrijving te krijgen van kosmologische singulariteiten. De reden is dat perturbaties in een contraherend heelal een blauwverschuiving ondergaan en dus zeer energetisch worden vlakbij de "big crunch". Dit creëert een sterk gravitationeel veld en leidt tot ongewone divergenties in perturbatieve amplitudes. Storingstheorie geeft geen betrouwbare resultaten. Daarom is de aandacht meer recent verschoven naar het gebruik van niet-perturbatieve formuleringen van snaartheorie voor de studie van kosmologische singulariteiten. Zulke formuleringen waren bekend voor een beperkte klasse van veelal statische achtergronden. Ze hebben alle de eigenschap holografisch te zijn: een (gravitationele) theorie in een bepaald aantal ruimtetijd-dimensies wordt op fundamenteel niveau beschreven door een (niet-gravitationele) theorie in een kleiner aantal dimensies. Voorbeelden zijn het matrixmodel van Banks, Fischler, Shenker en Susskind en de AdS/CFT-correspondentie van Maldacena. Zeer recent werk bestaat erin deze beschrijvingen uit te breiden naar bepaalde achtergronden met kosmologische singulariteiten. Dit levert een kader op waarbinnen de fundamentele vragen verbonden met kosmologische singulariteiten kunnen worden bestudeerd. Voor een aantal klassen van kosmologische singulariteiten is een matrixbeschrijving voorgesteld. De fundamentele beschrijving is een lager-dimensionale theorie van matrices. Typisch wordt de fysica ver weg van de singulariteit in zeer goede benadering beschreven in het kader van de algemene relativiteitstheorie, maar verliest het begrip ruimte-tijd zijn betekenis in de buurt van de oerknal. De vraag is nu of in deze voorgestelde beschrijvingen inderdaad concrete berekeningen kunnen worden uitgevoerd die bepalen of er (op zijn minst in deze modellen) betekenisvol kan worden gesproken over tijd en ruimte vóór de oerknal. Een gerelateerde vraag is wat de fundamentele observabelen zijn in een ruimte-tijd met een oerknal: moeten we bepaalde beginvoorwaarden opleggen bij de oerknal, of moeten we overgangswaarschijnlijkheden berekenen tussen toestanden voor en na de oerknal? Een concreet doel van dit voorgestelde onderzoek is een bijdrage te leveren tot het beantwoorden van deze vragen door een gedetailleerde studie van deze en eventueel nieuwe snaartheorie-modellen met kosmologische singulariteiten. Deze modellen zijn zeer recent en actueel, en de VUB beschikt over de nodige expertise in dit gebied (mijn promotor werkt al verschillende jaren aan de ontwikkeling van snaartheorie-modellen van kosmologische singulariteiten, en is al gestart met het aanwerven van postdoctorale onderzoekers geïnteresseerd in deze onderzoeksrichting). Op dit moment richt ik mij bij mijn licentiaatsverhandeling op de studie van de geometrie van D-branen in het kader van supersymmetrische nietlineaire sigma-modellen, onder begeleiding van A. Sevrin. Ik wens ook aan deze onderzoeksrichting aandacht te besteden tijdens mijn doctoraat, waardoor ik de verschillende expertises van de groep ten volle zal benutten. Tenslotte plan ik ook aandacht te besteden aan meer fenomenologische aspecten van hoge-energiefysica en kosmologie, om op die manier nog meer direct in te spelen op de nakende experimenten. Dit zal kaderen in een samenwerking met de experimentele deeltjesfysici van het IIHE en met fenomenologen van andere universiteiten, waarvoor reeds verkennende gesprekken begonnen zijn. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • BEN CRAPS
Een transactionele benadering tot aspectinteractie en aspectcompositie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een transactionele benadering tot aspectinteractie en aspectcompositie Aspect-georiënteerd programmeren onderzoekt de notie van systeemdoorsnijdende bekommernissen in software systemen. De basisidee is dat er verschillende bekommernissen bestaan (zoals bvb
synchronisatie of persistentie) waar wel op een modulaire manier kan over nagedacht worden, maar waarvan de feitelijke code zo goed als alle onderdelen van een softwaresysteem zal aantasten. Aspectgeoriënteerd programmeren onderzoekt dit fenomeen en tracht talen te vinden die toelaten dit soort bekommernissen in aparte modules onder te brengen (zogenaamde aspecten) die dan nadien door een aspectwever doorheen de basis van het systeem geweven worden. Het schrijven van software m.b.v. dit soort wevers noemt men dan aspect-georiënteerde software ontwikkeling (AOSD). AOSD is intussen lang geen nicheonderzoeksgebied meer. Verschillende nationale en internationale onderzoeksprojecten lopen momenteel in Europa en de jaarlijkse AOSD conferentie trekt gemiddeld meer dan tweehonderd deelnemers aan. Een fundamenteel probleem in AOSD is het aspectcompositieprobleem dat zich voordoet bij het samenstellen van aspecten. De vraag hoe men verschillende -onafhankelijk van elkaar ontwikkelde -- aspecten samen doorheen eenzelfde basisprogramma kan weven is grotendeels onopgelost. De kern van het probleem ligt in het feit dat de verschillende aspecten -- door verweving -- het basisprogramma destructief veranderen en aldus elkaar kunnen beïnvloeden. De afwezigheid van een wetenschappelijk gefundeerde aspectcompositietheorie is dus te herleiden naar het gebrek aan een wetenschappelijk gefundeerde definitie van aspectinteractie. Dit voorstel vertrekt van het feit dat aspect code en basiscode gebruik maken van dezelfde variabelen van een softwaresysteem. Aspecten waarvan de interne variabelen los staan van de variabelen van andere aspecten en van de variabelen van het basissysteem, zijn immers triviaal samen te stellen met die andere aspecten en het basissysteem. Pas wanneer het basissysteem en de aspecten gemeenschappelijk geheugen manipuleren kunnen zij mekaar potentieel voor de voeten lopen. Meer nog kan men stellen dat interactieproblemen zich slechts voordoen wanneer één van de partijen (aspectcode en/of basiscode) de variabelen destructief veranderen: zolang aspecten en basiscode de variabelen enkel uitlezen is er geen interactieprobleem. Daarom gaan we in dit voorstel uit van het feit dat basiscode en aspectcode eigenlijk bestaan uit transacties die variabelen in het geheugen lezen en schrijven. De vraag of aspecten gecombineerd kunnen worden met een basisprogramma en/of met mekaar komt dan eigenlijk neer op de vraag of de corresponderende transacties geserializeerd kunnen worden of niet. De kern van ons voorstel bestaat erin serializatietheorie uit de transactiewereld toe te passen op het aspectinteractieprobleem (en dus bij gevolg op het aspectcompositieprobleem). Hiertoe dienen we een basisprogramma en de aspecten voor te stellen als hiërarchisch opgebouwde samengestelde transacties: een programma leest en schrijft al zijn variabelen; een module leest en schrijft slechts een deel van deze variabelen; een methode leest en schrijft slecht een deel hiervan en een statement zal doorgaan slechts een handvol variabelen lezen en slechts één ervan schrijven. Een aspect is op zijn beurt een hiërarchisch opgebouwde container code waarvan elk niveau in de hiërarchie een beperkt aantal variabelen leest en schrijft. De vraag of een aspect interactieloos toe te passen is op één van deze systeemcomponenten komt dus neer op de vraag of de transacties die gedefinieerd worden door het basisprogramma en door het aspect al dan niet serialiseerbaar zijn. Dezelfde redenering is toe te passen voor de samenstelling van twee aspecten. Eén van de moeilijkheden die met dit voorstel gepaard gaan is dat de transacties waarvan sprake geen gewone eenvoudige transacties zijn. Inderdaad, om systemen, modules, klassen, methoden en statements correct af te beelden op transacties die variabelen manipuleren zullen we onze toevlucht moeten zoeken tot zogenoemde geavanceerde transactiemechanismen. Voorbeelden hiervan zijn geneste transacties [1] en sagas [2]. Door het feit dat deze transacties een interne structuur bezitten zijn ze afbeeldbaar op de samengestelde structuur van basis- en aspectcode. Het serialiseren van dit soort geavanceerde transacties is echter ook moeilijker. Ons voorstel bestaat dus uit het bestuderen van de verschillende soorten geavanceerde transacties (op basis van de unificerende ACTA theorie [3, 4]) en te onderzoeken hoe de abstracte syntaxbomen van zowel basiscode en aspectcode geassocieerd kunnen worden met een bijbehorende geavanceerde transactie. Vervolgens onderzoeken we hoe serialisatietheorie voor deze transacties tot een theorie kan dienen om interacties en composities tussen basiscode en aspectcode strikt wetenschappelijk te definiëren en hoe nietserialiseerbaardheid van de transacties kan gebruikt worden om interactieproblemen precies aan te duiden. Het bovenstaande voorstel kadert in een breder kader van recent onderzoek waarbij synchronisatiekennis uit parallelle systemen gebruikt wordt om het aspectinteractieprobleem in kaart te brengen. Eerder onderzoek focusseert zich echter grotendeels op het synchroniseren van berichten die voorkomen in de verschillende constituenten van een compositie. Het innovatieve aan dit voorstel is dat het zich toespitst op het gemeenschappelijk geheugen dat door de constituenten gemanipuleerd wordt, in plaats van het beschouwen van hun gemeenschappelijke ingrijppunten, zoals bijvoorbeeld in [5]. Dit onderzoek zal gevoerd worden binnen de omkadering van het Programming Technology Lab (PROG) van de Vrije Universiteit Brussel. Deze onderzoeksgroep heeft een lange geschiedenis in het domein van software- en programmeertaalontwikkeling. De laatste jaren heeft het lab zich geprofileerd als een belangrijke speler in AOSD-onderzoek. Zo is PROG samen met SSEL -- eveneens een onderzoeksgroep van de VUB -- actief binnen AspectLab [6], een samenwerkingsverband voor AOSD-onderzoek tussen de Vrije Universiteit Brussel, de Katholieke Universiteit Leuven en Universiteit Gent, gefinancierd door het IWT. Daarnaast zijn PROG en SSEL ook lid van AOSD-Europe [7], een pan-Europees onderzoeksnetwerk in het AOSD-domein, gefinancierd door de EU. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Een formele theorie en software laboratorium voor de modellering van zelforganiserende systemen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Doelstelling Onze technologische en informatiesystemen worden elke dag complexer, met steeds meer onderling afhankelijke onderdelen (Lewin, 1992; Waldorp, 1992; Bar-Yam, 1997). Deze connectiviteit kan ertoe leiden dat problemen zich snel verspreiden doorheen het ganse systeem. Voorbeelden hiervan zijn verkeersopstoppingen, blackouts in hoogspanningsnetwerken, en de verspreiding van ziekten en computervirussen. Deze toenemende complexiteit vereist nieuwe denkwijzen. Traditionele methoden zijn immers ontoereikend voor complexe, dynamische systemen, omdat ze deze steeds proberen te herleiden tot hun aparte onderdelen, zonder hierbij de mogelijke interacties in aanmerking te nemen (Gershenson, 2007). Zelforganisatie is in tal van domeinen een nuttig concept gebleken (Ashby, 1947; 1962; Nicolis en Prigogine, 1977; Schweitzer, 1997; Camazine et al., 2003; Skår en Coveney, 2003; Feltz et al., 2006). Het beschrijft de mechanismen volgens dewelke lokale variabelen, componenten, of acties interageren om globaal georganizeerd gedrag te produceren. Aangezien zelforganisatie toelaat om met anders onbeheersbare complexiteit om te gaan, wordt deze benadering meer en meer toegepast in de informatica (Heylighen en Gershenson, 2003; Mamei et al., 2006), om problemen op te lossen in een verscheidenheid aan domeinen, waaronder communicatienetwerken (Prehofer en Bettstetter, 2005), optimalisatie (Dorigo en Stützle, 2004), artificiële intelligentie (Steels, 2003), neurale netwerken (Kohonen, 2000) en robotica (Dorigo et al., 2004). Zelforganisatie maakt het mogelijk voor een systeem om robuust (Jen, 2005) en adaptief (Holland, 1975) te zijn, d.w.z. kunnen omgaan met dynamische, onvoorspelbare omgevingen en probleemgebieden, doordat de interagerende elementen zelf oplossingen vinden, zonder behoefte aan externe supervisie. Nochtans is het fenomeen nog steeds niet heel goed begrepen, zoals gesuggereerd door de brede waaier aan bestaande definities (Gershenson en Heylighen, 2003). Een meer algemene, formele en omvattende theorie van de zelforganisatie zou de ontwikkeling van adaptieve en robuuste systemen ten zeerste ondersteunen. In mijn doctoraatsthesis (Gershenson, 2007) heb ik een methodologie voorgesteld om zelforganiserende systemen te ontwerpen en te beheren, en deze toegepast op verschillende gevalstudies (verkeersstromen, bureaucratieën, en communicatieprotocollen in een "ambient intelligence" omgeving). Het doel van het huidige project is om de lessen geleerd bij het ontwerpen van zelforganiserende systemen te gebruiken om een formele theorie en simulatieomgeving te ontwikkelen die de meest fundamentele kenmerken van zelforganiserende systemen zou vatten. 2. Onderzoeksdoelen ??Ontwikkeling van een algemeen, formeel model van zelforganiserende systemen gebaseerd op multi-agent systemen die hun interactietopologie kunnen hertekenen om aldus de globale organisatie te optimizeren. ??Implementatie van dit model in de vorm van een software laboratorium, dat gebruikers zou toelaten om de theorie te testen d.m.v. computationele experimenten en simulaties, en om nieuwe zelforganiserende systemen te ontwerpen en te verkennen. ??Uitbouw van een classificatie van zelforganiserende systemen, die bestaande systemen kan situeren in de parameterruimte van het model. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers:
• Carlos GERSHENSON GARCIA
De wederzijdse inbedding van het natuurlijke en het sociale: naar een vernieuwde omgang tussen wetenschap en politiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel en objectieven Dit project wil deze dichotomie overstijgen. Het centrale doel is te onderzoeken hoe een kritische visie met betrekking tot het statuut van wetenschappelijke kennis verenigbaar is met politiek denken en handelen. Hiertoe zal via een interdisciplinaire en integrerende benadering een nieuw perspectief geopend worden op het raakvlak tussen politiek en wetenschap. Het onderliggende uitgangspunt is dat wetenschap inderdaad niet langer kan gezien worden als de bron van absolute, waardevrije kennis met betrekking tot de werkelijkheid maar dat de geldigheid en de toepasbaarheid van wetenschappelijke kennis eerder moet begrepen worden vanuit een gestabiliseerde, wederzijdse inbedding van het natuurlijke en het sociale, van wetenschap en maatschappij. Met dit uitgangspunt voor ogen stelt dit project zich drie concrete objectieven. Ten eerste wil het een integrerend analysekader ontwikkelen dat vertrekt vanuit de idee van wetenschap als een sociale praktijk en toelaat het realisme versus relativisme debat en de feit-waarde dichotomie te overstijgen. In een tweede stap zal dit analysekader toegepast worden op concrete socio-wetenschappelijke controverses. Aan de hand hiervan zal nagegaan worden in welke mate er een nieuw perspectief ontstaat op het raakvlak tussen politiek en wetenschap. In een ver vooruitzien kan een derde objectief er dan in bestaan om vanuit dit nieuw perspectief concrete aanzetten te geven voor een vernieuwde omgang tussen wetenschap en politiek. De verschillende objectieven worden hieronder verder toegelicht. 1. Ontwikkelen van een theoretisch analysekader dat het realisme versus relativisme debat overstijgt én kan verklaren hoe wetenschappelijke kennis ingebed geraakt in de heersende maatschappelijke normen en waarden en vice versa. Hoe, met andere woorden, de sociale praktijk van het produceren, stabiliseren en toepassen van geldige wetenschappelijke kennis inherent gerelateerd is aan politiek denken en handelen. Een belangrijk vertrekpunt voor het expliciteren van een dergelijk analysekader is de vaststelling dat het discours van het sociaal constructivisme tekort schiet omdat het, in zijn eenzijdige sociaal-contextuele benadering van de wetenschapspraktijk, een symmetrische kritische analyse verhindert van de sociale constitutieve elementen van de wetenschap ('sociologisch reductionisme'; Latour, 1999). Immers, in de constructivistische benadering worden de sociale aspecten, zoals waarden, bekommernissen en belangen als a-priori's behandeld, opgesloten in een black box en zo uitgesloten van verdere analyse. Zo wordt binnen dit denkkader gesteld dat menselijke, persoonlijke of maatschappelijke belangen de cruciale factoren zijn in het beslechten van socio-wetenschappelijke controverses. Het beëindigen van dergelijke controverses wordt dan gezien als het onderhandeld uitsorteren van tegenstrijdige belangen (Nelkin, 1992; Bijker et al. 1987). Maar belangen hebben zelf een sociale én wetenschappelijke voorgeschiedenis; ze worden zelf mee geconstitueerd vanuit de heersende sociale en wetenschappelijke orde. Wat sociaal is aan de wetenschap, is zelf onderwerpen aan een onvermoede diepte en complexiteit en vice versa. Een historisch voorbeeld is dat van de ontwikkeling van de thermodynamica. Het stabiliseren van het 'wetenschappelijke experiment' in een werkende, efficiënte stoommachine en de theorie van de thermodynamica die daaruit voortsproot kan niet begrepen worden zonder rekening te houden met de industrieel-maatschappelijke context (o.a. zoektocht naar arbeidsvermogen) waarin dit gebeurde net zoals de verdere ontwikkeling en stabilisatie van de industriële samenleving niet los kan gezien worden van deze technisch-wetenschappelijke kennisbasis. Vanuit deze vaststelling blijkt de noodzaak aan een breder analysekader dat vervalt in sociaal noch technisch-wetenschappelijk determinisme en dat symmetrisch is in de zin dat het tegelijk aandacht heeft voor de sociale dimensie van de menselijke cognitie als voor de epistemologische en technologische verwevenheden van sociale formaties. 2. Toepassen van het ontwikkelde analysekader en onderzoeken in welke mate het een nieuw perspectief opent op de het raakvlak tussen politiek en wetenschap. Als theoretisch analysekader vraagt de visie van wederzijdse inbedding om toepassing op concrete kwesties die zich op het raakvlak tussen wetenschap en politiek bevinden. Op die manier kan ook onderzocht worden in welke mate dit kader een nieuw perspectief opent met betrekking tot de relatie tussen wetenschap en politiek in de zin dat het nieuwe vragen en antwoorden op de tafel kan leggen. Socio-wetenschappelijke controverses, bijvoorbeeld met betrekking tot de milieuproblematiek, lenen zich hier toe. Zoals reeds gesuggereerd bevatten controverses een rijke voedingsbodem ter toetsing, aangezien controverses een indicatie zijn van afwezigheid van stabiliteit. (Latour, 1987; Shapin en Shaffer, 1985). Het proces van het wederzijds vormgeven van het sociale en het natuurlijke kan men juist het meest duidelijk waarnemen op het moment van de emergentie van nieuwe socio-wetenschappelijke fenomenen zoals technische artefacten en normatieve bepalingen; dus vóóraleer de dingen compleet stabiliseren en opgesloten raken in een black box. Eens de controverse opgeheven, of de resulterende inbedding genormaliseerd (sociale orde) of genaturaliseerd (natuurlijke orde), wordt het moeilijk om de onderliggende gecontesteerde aannames, die vrij spel hadden in het moment voor de stabilisatie, bloot te leggen. (Jasanoff, 2004). Concreet zal in dit project de emergentie van het fenomeen 'klimaatverandering' zowel in zijn historische wetenschappelijke als maatschappij-politieke context nader bestudeerd worden, met bijzondere aandacht voor de rol van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). De vraag hoe nieuwe socio-wetenschappelijke fenomenen zoals klimaatverandering in ons bevattingsvermogen binnensluipen en zo cognitieve, morele en politieke status bekomen, geeft reeds een eerste idee van het nieuwe perspectief dat hier beoogd wordt. Zo zal er gezocht worden naar nieuwe concentraties van politieke macht in plaatsen waar de hedendaagse sociale theorie zelden aan denkt zoals de causaal geconstrueerde klimaatmodellen waarop het globale klimaatbeleid zich sterk baseert (Demeritt, 2001). 3. Vanuit het uitgewerkte analysekader aanzetten geven voor een vernieuwde omgang tussen wetenschap en politiek. In de mate waarin dit project slaagt in het openen van een nieuw perspectief met betrekking tot de relatie tussen wetenschap en politiek, zal ook worden nagedacht over nieuwe benaderingen om deze complexe relatie vorm te geven. In eerste instantie zal dit gebeuren in de beperkte context van de gevalstudies die binnen dit project behandeld zullen worden. Een aantal concrete aanzetten voor een nieuwe omgang tussen wetenschap en politiek hebben de laatste jaren opvallende aandacht gekregen. Zo is 'post-normal science' de meest gebruikte term om de overgang weer te geven naar een methode waarin anders met de wetenschap wordt omgegaan (Funtowicz en Ravetz, 1993). Deze benadering is vooral gericht op het omgaan met onzekerheid in complexe, hedendaagse vraagstukken door normen en waarden in de wetenschap te 'injecteren'. Op deze manier zit deze aanpak nog steeds vast in de dichotomie tussen feit en waarde. Er wordt immers nog steeds uitgegaan van een aan de mens onafhankelijke en kenbare werkelijkheid. In tegenstelling hiermee zal voorliggend project net vertrekken van de ontkenning van deze dichotomie en van daar uit zoeken naar nieuwe aanknopingspunten. Organisaties: • Wiskunde
Onderzoekers: • Gert GOEMINNE • Diederik AERTS
Herkenning van aggregerende eiwitsequenties door moleculaire chaperones. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Een van de belangrijkste eigenschappen van eiwitten is dat ze in staat zijn om spontaan te vouwen teneinde hun functionele structuur te bekomen. De vouwing van eiwitten blijkt echter veelal inefficiënt te zijn met het risico dat een groot deel van deze eiwitten verkeerd wordt gevouwen of aanleiding geeft tot aggregatie. Als gevolg hiervan hebben cellulaire organismen een reeks ATP-afhankelijke vouwingscontrole mechanismen ontwikkeld, waarbij de hoofdrol wordt gespeeld door moleculaire chaperones. Chaperones spelen een onmisbare rol bij alle aspecten van eiwitkwaliteitscontrole, waaronder eiwitsynthese, translocatie, desaggregatie en degradatie. Sommige chaperones (o.a. de Hsp70 chaperones) spelen een rol in alle aspecten van eiwitkwaliteitscontrole, terwijl andere gespecialiseerd zijn in specifieke processen zoals de novo vouwing, hervouwing, desaggregatie, degradatie of antigeenpresentatie. Terwijl de rol van signaalpeptides in eiwittranslocatie goed gekend is, is het nog steeds gissen over hoe in de eiwitkwaliteitscontrole beslist wordt of een verkeerd gevouwen eiwit opnieuw gevouwen of afgebroken moet worden. Gezien de inefficiëntie van eiwitvouwing en de resulterende hoge metabolische kostprijs van eiwitsynthese (er wordt geschat dat maar 5 tot 30% van de gesynthetiseerde eiwitten echt functioneel worden in vivo), is het van primordiaal belang dat de eiwitkwaliteitscontrole de meest kosteffectieve keuze kan maken tussen recycleren of vervangen van een slecht gevouwen eiwit. Het SWITCH laboratorium heeft het TANGO algoritme ontwikkeld om eiwitaggregatie te kunnen voorspellen en TANGO werd inmiddels veelvuldig gebruikt om de sequentiekarakteristieken van aggregerende polypeptides te bestuderen in meer dan 20 volledige proteomen. Deze studies hebben aangetoond dat er een sterke evolutionaire druk bestaat tegen eiwitaggregatie, wat heeft geleid tot de ontdekking van het bestaan van zogenaamde 'gatekeeper' residu's die specifiek
aggregatie tegenwerken. 'Gatekeeping' grijpt plaats door aggregerende hydrofobe sequenties te flankeren met geladen aminozuurresidu's wat leidt tot een gereduceerde neiging tot aggregatie. Meer bepaald heeft het onderzoek van het SWITCH laboratorium aangetoond dat sterk aggregerende sequenties bij voorkeur geflankeerd worden door positief geladen residu's (arginine en lysine) en dat minder aggregerende sequenties vaker geflankeerd worden door negatief geladen residu's (glutamaat en aspartaat). Bovendien hebben in vitro en in vivo studies aangetoond dat chaperones een grotere affiniteit hebben voor positief geladen 'gatekeepers' dan voor negatief geladen gatekeepers, maar dat negatieve gatekeepers bij interactie met Hsp60 chaperones het hervouwingsproces van negatief geladen substraten versnellen. Het hoofddoel van het SWITCH laboratorium is dan ook om inzicht te krijgen in de signalisatierol van 'gatekeepers' in eiwitkwaliteitscontrole en meer in het bijzonder voor eiwithervouwing versus degradatie. Onze aanpak combineert het gebruik van computermodellering en predictiealgoritmen met in vitro en in vivo experimenten. Deze onderzoeksaanvraag concentreert zich op het ontrafelen van chaperone-ligandherkenning, gebruik makend van structuurmodellering. Niettegenstaande reeds verscheidene experimentele studies op het vlak van chaperonespecificiteit werden gepubliceerd, toonden deze studies vooral de algemene eigenschappen van chaperoneliganden aan, zoals hydrofobiciteit en positieve lading. Om te onderzoeken of chaperoneherkenning een signalisatiefunctie kan vervullen in eiwitkwaliteitscontrole, is de ontwikkeling van een positie-specifiek sequentie herkenningsprofiel van chaperones onontbeerlijk. Daarom spitst dit project zich toe op het karakteriseren van het herkenningsprofiel van de chaperonefamilies Hsp60, Hsp70 en Hsp90. Hsp70 chaperones vervullen een algemene chaperone functie, terwijl Hsp60 chaperones vooral een rol spelen bij hervouwing van eiwitten en Hsp90 chaperones bij eiwitdegradatie. Doelstellingen * Bepalen van de substraatspecificiteit van homologen van de Hsp families in verschillende organismen, gebruik makend van een in silico peptidebibliotheek. * Ontwikkelen van een algoritme om de binding van een substraat met een bepaald chaperone kwantitatief te kunnen voorspellen. * Het algoritme valideren door het vergelijken van voorspelde chaperone-substraat bindingsresultaten met in vitro en in vivo bindingsanalyses. * Ontwikkelen van een publieke website voor het online gebruik van het algoritme. * Nagaan of de sterkte van aggregatie gekoppeld is aan de herkenning door chaperones. Maken chaperones gebruik van het bestaan van de 'gatekeepers'? * Nagaan of een chaperone in een bepaald organisme geëvolueerd is om organisme-specifieke eiwitten beter te herkennen dan eiwitten van een ander organisme. * Bestuderen van mutaties in de chaperones of in de substraten die de binding kunnen beïnvloeden en dus aanleiding kunnen geven tot verkeerde eiwitvouwing en/of -aggregatie. * Onderzoeken of chaperones onderscheid maken tussen sequenties van amyloidprecursoren en aggregaatprecursoren Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Frederic ROUSSEAU • JOOST VAN DURME
Biologisch ondersteunde oceanische koolstofexportflux uit de oppervlaktelaag en doorheen de waterkolom kwantificeren en begrijpen m.b.v. multidisciplinaire aanpak. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Probleemstelling Ieder toegepast onderzoek kan opgedeeld worden in een aantal cruciale beslissingen. - Welke vraag wil men precies beantwoorden? - Welk experiment kan daarvoor het best opgezet worden? - Welk model is het meest geschikt om de gevraagde informatie uit de metingen te extraheren? - Hoe moeten metingen en model gecombineerd worden om de maximale hoeveelheid informatie te verkrijgen en in welke mate is de bekomen informatie betrouwbaar? Meestal wordt hierbij een intuïtieve aanpak gevolgd, maar dit kan soms tot onbetrouwbare resultaten leiden, zelfs zonder dat de gebruiker zich bewust is van een probleem. Dit is de voornaamste motivatie voor de ontwikkeling van de systeemidentificatietheorie. Deze biedt een systematische werkwijze om een model zo optimaal mogelijk te fitten op metingen, waarbij de invloed van meetonzekerheden wordt geminimaliseerd en modelonvolmaaktheden worden in kaart gebracht indien al niet weggewerkt. De onderzoeksactiviteiten van ELEC situeren zich voornamelijk in de ontwikkeling van dit theoretische kader. ANCH, van zijn kant, is gespecialiseerd in het ontwikkelen van meettechnieken voor elementconcentraties en isotopenverhoudingen alsook bijbehorende modellen nodig voor het beschrijven en begrijpen van biogeochemische processen in natuurlijke aquatische systemen. De specifieke vraagstelling waarop in dit onderzoek wordt gefocust is de bepaling van de particulair organisch koolstofexport uit de bovenste oceaanlaag en zijn lot doorheen de waterkolom tot aan de zeebodem. De grootte van de exportflux en de efficiëntie van het transport naar de diepe oceaan bepalen de oceanische CO2-sequestratie-efficiëntie. Om bovenstaande vraag te beantwoorden zullen zowel metingen als modellen nodig zijn (ANCH bijdrage), evenals een goede kennis van de manier waarop beide op elkaar kunnen afgestemd worden (ELEC inbreng). 4. Doelstellingen De algemene doelstelling van dit onderzoek is het kwantificeren van de exportflux van particulair organisch materiaal (en indien er voldoende gegevens beschikbaar worden ook het opgeloste organisch materiaal) dat ontsnapt uit de oppervlaktelaag en zinkt doorheen de waterkolom. Hierbij zal vooral aandacht besteed worden aan - de schatting van primaire productie op schaal van oceaanbekkens (integratie van de gegevens in horizontale richting); - een geïntegreerde visie op de koolstofflux doorheen de volledige waterkolom (integratie van de gegevens in verticale richting); - een optimale combinatie van modellen en metingen zodat de maximale hoeveelheid informatie uit de metingen gehaald wordt (en ook niet meer). Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Anouk DEBRAUWERE
Thiol-disulfide uitwisseling gakatalyseerd door thoredoxine 2 en Disulfide-Bindings-eiwitten in E. Coli. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Thiol-disulfide uitwisselingen tussen eiwitten en tussen verschillende paren van cysteïnes binnen één eiwit vormen de basis voor elektronentransport in redox systemen. In Escherichia coli (E. coli) spelen thioredoxines en Dsb-(DiSulfide-Bindings) eiwitten hierbij een sleutelrol1. In een eerste luik van mijn onderzoek komt de studie naar het Zn2+-bindend redox eiwit thioredoxine 2 (Ec_Trx 2) van E. coli aan bod. Met dit project werd reeds gestart gedurende mijn aspirantmandaat. In een tweede meer uitgebreid luik ligt de nadruk op oxidatieve vouwing gekatalyseerd door Dsb-eiwitten in het periplasma van E. coli. Thioredoxine 2 E. coli Trx2 (Ec_Trx2)2 behoort tot de thioredoxine-familie en heeft een reactiemechanisme analoog aan het eerder gekarakteriseerd E. coli Trx1 (Ec_Trx1)3 waarbij het geconserveerd WCGPC katalytisch motief een continu proces van oxidatie en reductie ondergaat. Ec_Trx2 bindt Zn2+ met een zeer hoge affiniteit (Ka > 1018 M-1)4. Voor deze coördinatieve binding zijn er 4 bijkomende cysteïnes aanwezig op 2 N-terminale CXXC domeinen2. Circulair dichroïsme en electroforese experimenten suggereren een aanzienlijke conformationele verandering geïnduceerd door de oxidatie van het Zn2+-bindingsdomein4. Tot op heden zijn er geen natuurlijke reactiepartners van Ec_Trx2 gekend. Ook wat betreft de structurele organisatie van het Zn2+-bindingsdomein t.o.v. de actieve site tasten we in het duister. Centraal in dit luik van het project staat de identificatie van de natuurlijke reactiepartners, de opheldering van de exacte functie van Zn2+, de structuurbepaling en de biofysische karakterisatie van Ec_Trx2. Natuurlijke reactiepartners van Ec_Trx2 Om de natuurlijke reactiepartners van Ec_Trx2 te identificeren zullen we een CPGS actieve site mutant van Trx2 in E. coli trxC- (trxC is het gen voor Ec_Trx2) tot overexpressie brengen. Natuurlijke substraten zullen op die manier in disulfidebrug gevangen worden. Ze zullen via Western-blot geanalyseerd worden en nadien via massaspectrometrie of N-terminale sequentiebepaling worden geïdentificeerd. In een kinetische studie zullen de nieuwe substraten met zowel Trx1 als Trx2 worden getest om zo de specificiteit van thioredoxine te bepalen. Biologische functie van Zn2+ Onderzoek naar heat shock protein Hsp33 suggereert dat structurele, zinkcoördinerende cysteïne domeinen kunnen functioneren als regulatorische centra die het
enzyme activeren door conformationele veranderingen te induceren in antwoord op oxidatieve stress5. We zullen nagaan of het Zn2+bindingsdomein in Trx2 functioneert als regulatorisch domein. De activiteit van wild type Ec_Trx2 en van een zinkvrije Ec_Trx2 mutant waarbij de cysteïnes van het Zn2+-bindingsdomein naar serine gemuteerd werden (Ec_Trx2_Zn-) zal gemeten worden met een natuurlijke reactiepartner als substraat in aan- en afwezigheid van oxidatieve stress (H2O2,...). Structuur Omdat kristallisatie van Ec_Trx2 geen kristallen met de nodige diffractiekwaliteit gaf, zullen in samenwerking met Dr. Jane Dyson (The Scripps research institute, La Jolla, USA) de NMR-spectra nodig om de structuur te bouwen worden opgenomen. We zullen de NMR structuur berekenen. Invloed van Zn2+ op pKa, redoxpotentiaal en stabiliteit In samenwerking met Dr. J.-F. Collet, waarmee de onderzoeksgroep van Dr. Joris Messens samen het "Brussels Center for Redox Biology" vormt (http://redox.vub.ac.be/), zullen we de functie van het Zn2+-ion in Ec_Trx2 bepalen. De redoxpotentiaal van de actieve site disulfide en de pKa van het nucleofiele cysteïne zullen bepaald worden6,7 voor wild type Ec_Trx2 en voor Ec_Trx2_Zn-. De stabiliteit van gereduceerd en geoxideerd Ec_Trx2 en Ec_Trx2_Zn- zal bepaald worden door middel van chemische en thermische ontvouwing gebruik makend van differentiële scanningcalorimetrie (DSC) en spectroscopische technieken (fluorescentie, circulair dichroïsme). Mijn kwantumchemische expertise opgedaan gedurende mijn aspirantmandaat zal gebruikt worden om redoxpotentialen van thiol/disulfide redoxkoppels theoretisch te bestuderen. Descriptoren als hardheid8, zachtheid8, electrofiliciteit9 en nucleofugaliteit10 gebruikt in de context van het HSAB principe8 en gedefinieerd door de conceptuele 'density functional theory' (DFT)11 zullen worden gebruikt om na te gaan hoe de redoxpotentiaal van de disulfide vorming beïnvloed wordt door de eigenschappen (hardheid) van het aanwezige metaalion. Verder zal gekeken worden hoe de hardheid van het centrale metaalion beïnvloed wordt door de eigenschappen (zachtheid) van de omringende liganden, geïnspireerd op de studie naar de invloed van liganden op de stabiliteit van Re en Tc complexen12. Oxidatieve vouwing Functioneel eiwit is meer dan ribosomaal vertaald RNA. De gevormde polypeptideketen dient correct te worden gevouwen. Het werk van Christian Anfinsen op pancreas' ribonuclease A maakte de relatie duidelijk tussen de aminozuursequentie en de conformatie van een eiwit13. Ondanks meer dan 50 jaar intensief onderzoek begrijpen we nog steeds niet hoe de intrinsieke informatie die verscholen ligt in de aminozuursequentie haar weg vindt naar een correct gevouwen eiwit. Men beschouwt dit vraagstuk dan ook als "the last great problem" van de moleculaire biologie. Een beter begrip van het mechanisme verscholen achter het vouwingsproces zal een deel van dit mysterie kunnen ontsluieren. In dit tweede luik van het project ligt de focus op oxidatieve vouwing. Oxidatieve vouwing is het proces waarbij een eiwit zowel zijn correcte disulfidebruggen vormt, als een correcte eiwitstructuur aanneemt. Centraal staat de ontwikkeling van een nieuwe in vitro vouwingstechnologie met RNase I als modelsysteem alsook het bepalen van de vouwingskinetiek van dit modeleiwit. Hiervoor zullen we gebruik maken van de oxidatieve vouwingscomponenten uit E. coli. De oxidatieve vouwing in het periplasma van E. coli kan opgesplitst worden in oxidatie door DsbA en isomeratie door DsbC (Figuur). Figuur: DsbA introduceert disulfidebruggen in naar het periplasma getransporteerde eiwitten14. Foutief gevormde disulfidebruggen worden gecorrigeerd door het isomerase DsbC15. DsbA wordt terug geoxideerd door DsbB, dat ervoor zorgt dat de elektronen afgevoerd worden om uiteindelijk O2 te reduceren. DsbD voert elektronen aan om DsbC te recycleren naar zijn gereduceerde vorm na oxidatie bij de isomerisatie-reactie16. De exacte werking van DsbD als elektronendoorgeefluik is niet gekend. Structurele karakterisatie van RNase I Als nieuw model eiwit om oxidatieve vouwing te bestuderen kozen we RNase I, een periplasmatisch E. coli eiwit met 4 disulfides waarvan één niet-consecutieve17. De eiwitstructuur van RNase I werd recent in ons lab bepaald17 met een resolutie van 1.4 Å. Een open vraag is hoe de actieve site van RNase I zijn substraat RNA herkent. De kristalstructuur van RNase I in complex met een oligodeoxynucleotide als substraat analoog zal worden opgelost (data reeds beschikbaar). Nagegaan zal worden welke aminozuren cruciaal zijn voor substraat interactie. Van deze residu's zullen mutaties gemaakt worden en zal de KM gemeten worden met RNA als substraat18. In vivo vouwing van RNase I Om na te gaan welke Dsb-eiwitten RNase I in vivo nodig heeft om de natieve conformatie te verkrijgen, zal RNase I tot overexpressie gebracht worden in zowel de E. coli wild type stam als in stammen waarvan de Dsb-eiwitten werden uitgeschakeld (dsbA-, dsbC-, dsbA-C-, dsbA-D-). Op het periplasmatisch extract van deze cellen zal de RNase I-activiteit spectrofotometrisch getest worden met methyleenblauw geïntercaleerd RNA als substraat19. Om deze vraag correct te beantwoorden dienen we ook na te gaan in welke mate het al of niet aanwezig zijn van een disulfidebrug in RNase I zijn activiteit beïnvloedt. Daarvoor zullen we elke disulfidebrug één voor één wegmuteren door de cysteïnes betrokken in de disulfidebrug in een serine te veranderen. Van deze mutanten zullen de kinetische parameters vergeleken worden met wild type RNase I. In vitro vouwing van RNase I De ideale vouwingscondities (dwz. de ideale combinatie van buffer, pH, redox potentiaal, temperatuur en eiwitconcentratie) voor zowel gedenatureerd RNase I (dRNase I) als RNase I uit Inclusion Bodies (IB_RNase I) zullen bepaald worden in aanwezigheid van Dsb-eiwitten (DsbA, DsbC). dRNase I zal bereid worden na reductie (met DTT) en ontvouwing (met GdnHCl) van tot overexpressie gebracht recombinant wild type RNase I. IB_RNase I zal bereid worden door het signaalpeptide van RNase I te verwijderen. In IB_RNase I zijn er aggregaten gevormd van partieel gestructureerde eiwitmoleculen20. Voorts zal nagegaan worden of de vouwingscondities voor RNase I geschikt zijn voor het hervouwen van andere recombinante cysteïne-rijke eiwitten waarvoor de huidig beschikbare expressietechnologie faalt of in een lage opbrengst resulteert. Dit heeft tot doel een algemeen toepasbaar vouwingsprotocol te ontwikkelen voor therapeutisch interessante recombinante eiwitten die wanneer tot overexpressie gebracht in E. coli steeds in inclusion bodies terechtkomen. Intermediair gevouwen eiwit Via het vangen en karakteriseren van intermediair gevouwen eiwit zal het vouwingsmechanisme van RNase I in kaart gebracht worden. Welke disulfidebrug wordt het eerst gevormd? Verloopt de vouwing via niet-natieve disulfidebruggen die nadien worden gecorrigeerd? Hoe stabiel zijn de intermediaire vouwingsvormen? dRNase I zal in aanen afwezigheid van Dsb-eiwitten worden hervouwen. Zo zullen we respectievelijk de gekatalyseerde en ongekatalyseerde vouwing bestuderen. De populaties van intermediair gevouwen eiwit die het vouwmengsel samenstellen zullen in functie van de hervouwingstijd worden geblokkeerd 21. Nadien zullen ze met een hoge resolutie scheidingstechniek (HPLC of 2D-electroforese) in combinatie met massa spectrometrie geanalyseerd worden. Hiermee bepalen we in welke mate elk intermediair aanwezig is en welke disulfides in elk intermediair gevormd zijn op een bepaald tijdstip in het vouwingsproces. De thermodynamische stabiliteit en katalytische activiteit van elk intermediair zullen bepaald worden. Vouwingskinetiek Om de kinetiek van de gekatalyseerde en ongekatalyseerde vouwing te bestuderen, zal de hoeveelheid correct gevouwen RNase I worden getest door de RNase I-activiteit te meten in functie van de tijd in een stopped/quenched-flow-experiment22,23,24. Bij eventuele actieve intermediairen zullen we overschakelen naar stopped/quenched-flow fluorescentie en/of circulair dichroïsme experimenten22,23,24. Fluorescentie experimenten zullen waarschijnlijk het inbouwen van een fluorofoor in RNase I vereisen, maar biedt wel perspectief om een methode te ontwikkelen waarbij vouwing in vivo bestudeerd kan worden via fluorescentiemicroscopie. De stopped-flow circulair dichroïsme experimenten zullen in samenwerking met Dr. André Matagne (ULG, Centre for protein engineering) uitgevoerd worden. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen • Scheikunde
Onderzoekers: • Goedele ROOS • LODE WYNS
Electronische circuits en toestellen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit is een algemeen project dat alle kleine projecten die niet volledig gedocumenteerd hoeven te worden groepeert. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • MAARTEN KUIJK
Inverse problems in Computer vision - Image Analysis & interpretation - audiovisual analysis? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inverse problems in Computer vision - Image Analysis & interpretation - audiovisual analysis?
Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • HICHEM SAHLI
Coding. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Coding Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • ADRIAN MUNTEANU
Audio en Spraaktechnologie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de noden van personen die lijden aan dysatrie tegemoet te komen door een software te ontwikkelen die gebruik maakt van spraaktechnologie voor a) de evaluatie van spreektempo, intonatie en klemtonen in voorgelezen spraak en in spontane spraak en b) computer gebaseerde therapie voor het verbeteren van sprrektempo, intonatie en klemtonen op verschillende linguistische niveaus (zin, tekst en spontane spraak) die de patient onmiddelijke feedback geeft en kan gebruikt worden voor thuis-therapie. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • WERNER VERHELST
Modellering van elementaire reacties die bijdragen tot de vorming van geconjugeerde polymeren Universiteit Gent Abstract: Binnen dit project zullen moleculaire modelleringstechnieken aangewende worden om elementaire reactiestappen die bijdragen tot de vorming van geleidende polymeren te onderzoeken. Deze klasse van polymeren hebben tal van toepassingen en hebben reeds aangetoond groot potentieel te hebben voor nieuwe nanogefunctionaliseerde materialen. De elementaire reactiestappen die optreden in het begin van het polymerizatieproces zijn echter nog niet goed begrepen. Binnen dit project zal ondermeer nagegaan worden indien de polymerizatie verloopt via een anionische of radicalaire route. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Veronique Van Speybroeck
Verbeterde virtuele private ad-hoc netwerken Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Informatica
Onderzoekers: • Peter Dedecker • Joris Moreau
Moleculair biologische analyse van het intracellulair transport van actinebindende proteïnen, en hun rol in de kern Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar pendeltransport van cytoskelet proteïnen naar en uit de kern. Voornamelijk accent op de invloed van nucleaire actine bindende proteïnen op actine-RNA polymerase II interactie, en hun invloed op RNA polymerase II-afhankelijke genexpressie. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Gettemans
Relational Visual Recognition (Relationele visuele herkenning) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Luc De Raedt • Tinne Tuytelaars • Laura Andreea Mocanu
Van specifieke sturing naar generiek stuurplatform (VOLGES). Universiteit Antwerpen Abstract: Van specifieke sturing naar generiek stuurplatform (VOLGES). Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Serge Demeyer
Een fundamentele aanpak voor de modellering van de (trans)esterificatie in de productie van biodiesel Hogeschool Gent Abstract: De productie van biodiesel is de laatste jaren snel toegenomen. Deze stijgende trend zal zich in de komende jaren voortzetten met de ingebruikname van talrijke nieuwe productie-eenheden zowel in België, Europa als de rest van de wereld. De productie van biodiesel is gestart aan het begin van het vorige decennium. Na een initiële toename stagneerde de totale productiecapaciteit in de 2e helft van de jaren 90. In deze periode ging het vooral om piloot- en demonstratieprojecten en leidde de productiekost tot een significant duurdere biobrandstof dan de
conventionele, fossiele brandstoffen. Rond de eeuwwisseling echter is de interesse in biodiesel significant toegenomen vooral omwille van politieke en milieugerelateerde initiatieven in het kader van het terugdringen van de CO2 emissies. Deze interesse in biodiesel wordt nog versterkt door de prijsstijging van de fossiele brandstoffen die zich de laatste jaren hebben voorgedaan. De huidige productieprocessen van biodiesel hebben doorgaans plantaardige oliën als grondstof zoals koolzaadolie, zonnebloemolie, palmolie, sojaolie, … (Ma en Hanna, 1999; Pinto et al., 2005). Dergelijke oliën hebben een hoge viscositeit en een inferieure verbrandingskwaliteit. Echter, de hoofdcomponenten van deze oliën, nl. triglyceriden en vrije vetzuren, kunnen omgezet worden tot alkylesters die wel de gewenste eigenschappen vertonen en in min of meerdere mate corresponderen met de eigenschappen van de huidige fossiele brandstoffen. Homogene basische katalyse wordt in hedendaagse processen gebruikt voor de transesterificatie van triglyceriden (Vicente et al.2004) . Deze katalyse vormt met de huidige technologie het beste compromis tussen productiecapaciteit en technologische uitdagingen (Lotero et al., 2005). De triglyceriden worden immers snel omgezet tot de gewenste alkylesters, maar de vrije vetzuren reageren met de basische katalysator tot de corresponderende zouten die zeep-achtige eigenschappen vertonen. Een zure katalysator is in staat om zowel de transesterificatie van triglyceriden te verzorgen als de esterificatie van de vrije vetzuren, echter, vooral de transesterificatiereacties verlopen significant trager over een zure katalysator dan over een basische katalysator (Lotero et al., 2005). Een tweede uitdaging met betrekking tot de huidige uitvoering van biodieselproductieprocédés is het homogene karakter van de katalysator. Dit maakt extra scheidingsoperaties noodzakelijk en bovendien moet bij de materiaalkeuze van een productie-eenheid rekening gehouden worden met het agressieve karakter van sterke basen. Heterogene katalysatoren (waaronder ook ionenwisselaars, zie Bondioli (2004) en Shibasaki-Kitakawa et al.(2007)), zowel basische als zure, bieden een mogelijke uitweg (Fukuda et al., 2001). Recent werden enzymatische katalysatoren (lipazen) als alternatief voorgesteld, welke eveneens kunnen geïmmobiliseerd worden op een ionenwisselaar (Al-Zahair, 2005). Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Jeriffa De Clercq • Evelien Van de Steene
FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship (Mathusamy Venkatraj, Indië) in het kader van het project "Ontwerp, synthese en evaluatie van diverse enzym inhibitoren als potentieel antiparasitaire verbindingen". Universiteit Antwerpen Abstract: FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship (Mathusamy Venkatraj, Indië) in het kader van het project "Ontwerp, synthese en evaluatie van diverse enzym inhibitoren als potentieel antiparasitaire verbindingen". Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Koen Augustyns
Duurzaamheidsevaluatie van opties voor energetische valorisatie van biomassa in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: De globale doelstelling van dit doctoraal onderzoek is inzicht verwerven in de ecologische en socio-economische duurzaamheid van de meest relevant biomassastromen en biomassa-technologiecombinaties ( BTC's) in Vlaanderen. Hiervoor is een inventarisatie en evaluatie nodig op korte en middellange termijn van de belangrijkste mogelijkheden tot energetische valorisering van (eigen en ingevoerde) biomassastromen in Vlaanderen. De verschillende pistes moeten vervolgens tegenover elkaar afgewogen worden. Een groot gedeelte van het doctoraat zal zich daarom concentreren op de opmaak van een voor Vlaanderen aangepast duurzaamheidsmodel, ontwikkeld op basis van de internationaal beschikbare LCA-gegevens voor specifieke biomassastromen, een gegevensbestand van aangepaste energietechnologieën (1ste en 2de generatie), en een uitgebreide, vergelijkende studie van duurzaamheidscriteria en -modellen. Met behulp van het uiteindelijk weerhouden/ontwikkelde duurzaamheidsmodel en economisch modellen zullen relevante opties voor energievalorisering van potentiële biomassastromen in Vlaanderen afgewogen worden naar duurzaamheid, energie-efficiëntie en kosten. De uiteindelijk te beantwoorden vragen zijn: -welke zijn voor Vlaanderen de optimale biomassa-technologiecombinaties? -waarvoor en hoe moet Vlaanderen zijn eigen biomassastromen (gekweekt of afval) ecologisch en economisch optimaal inzetten? Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC) • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Jean Kretzschmar • Veerle Buytaert
Krachtige Ingebedde Systemen (KIS) Universiteit Gent Abstract: De Associatieonderzoeksgroep ?Krachtige Ingebedde Systemen? bundelt de krachten binnen de Associatie Universiteit Gent rond het thema ?Ingebedde Systemen?. Hierbij werd in eerste instantie gefocust op visiesystemen, gaande van het algoritmisch ontwerp van visiesystemen tot het fysiek ontwerp van het visiesysteem in de vorm van geoptimaliseerde software die draait op een computerarchitectuur of van specifieke hardware, al dan niet herconfigureerbaar. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Jean Van Campenhout
Ontwikkeling van randapparatuur voor geconditioneerde X-stralen nanotomografiemetingen Universiteit Gent Abstract: Een X-stralen nanotomograaf is een toestel dat toelaat om op niet-destructieve wijze beelden van het inwendige van materialen en voorwerpen te produceren met een ruimtelijke resolutie die beter is dan 1 micrometer. Het voorgestelde project beoogt de ontwikkeling van randapparatuur aan de nieuwe nanotomograaf van de UGent die zal toelaten om samples te gaan bestuderen onder geconditioneerde sampleomstandigheden zoals gecontroleerde temperatuur, vochtigheidsgraad, luchtdruk, atmosfeersamenstelling, duw- of trekkrachten enz. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Luc Van Hoorebeke
Differentiële beeldvorming: optimalisatie van de technologie ? uitwerking valorisatieplan specifiek toegepast op kwaliteitsbepaling van diamanten
Universiteit Gent Abstract: Differentiële beeldvorming is een nieuwe methode voor de detectie van defecten in homogene materialen die industriële toepassingsmogelijkheden heeft. Ze is onder bepaalde omstandigheden immers veel gevoeliger dan standaard X-straleninspectie. Vooral in de diamantsector bestaat er een grote interesse in de technologie. Momenteel is het echter nog niet volledig duidelijk welke defecten te visualiseren zijn en er is nog heel wat onderzoek vereist om de techniek industrieel toepasbaar te maken. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs • Luc Van Hoorebeke
Polaire ruimten, duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het porject is het bekomen van resultaten over: (1) classificatie van dichte schier veelhoeken met drie punten per rechte (2) hypervlakken en projectieve inbeddingen van duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden zoals polaire Grassmannianen (3) substructuren van (duale) polaire ruimten (4) genererende rang van duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Bart De Bruyn
Ab initio chemische kinetiek: van geïsoleerde moleculen tot supromoleculaire systemen Universiteit Gent Abstract: De focus van dit project is om de chemische kinteiek op een grote varieteit van systemen af te leiden gaande van geïsoleerde naar suparamoleculaire systemen. Teneinde deze doelstelling te bereiken bevat het proejct een methodologisch luik en een toepassingsgericht luik. De toepassingen situeren zich binnen de heterogene katalyse, homogene katalyse en heterocyclische chemie. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Veronique Van Speybroeck
Optimalisering en actualisering van de emissie- inventaris ammonniak landbouw Universiteit Gent Abstract: De landbouw is de grootste bron van ammoniak emissies. Binnen dit project wordt de ammoniak emissie in Vlaanderen via een rekenmodel geactualiseerd. Er wordt rekening gehouden met de meest recente gegevens binnen het landbouwbeleid en de daar geldende milieumaatregelen. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Herman Van Langenhove
Gebruik van tank-mix hulpstoffen voor een efficiëntere gewasbescherming Universiteit Gent Abstract: Hulpstoffen verbeteren de performantie van gewasbeschermingsmiddelen door de efficiëntie van de actieve stof te verhogen, de formulering te stabilizeren en de risico's voor gebruiker en milieu te verlagen. Hulpstoffen zijn een belangrijk deel van de formulering maar over hun impact op het milieu (toxiciteit) is weinig geweten. Dit project onderzoekt de milieu-impact aan de hand van residustudies en biosensortesten. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
Classificaties en representaties van meetkundes Universiteit Gent Abstract: Dit project handelt over classificaties en representaties van meetkunden. We zullen proberen nieuwe classificatieresultaten te bekomen overs chier veelhoeken, in het bijzonder over veralgemeende veelhoeken. Met representaties bedoelen we ofwel een projectieve inbedding, een niet-abelse representatie, een pseudo-inbedding, of een inbedding in een andere meetkunde. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Bart De Bruyn
Darwin’s laatste idee in getallen uitgedrukt: onderzoek naar de invloed van bioturbatie op de biogeochemie van de zeebodem en de impact op de globale koolstof kringloop Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het reilen en zeilen van de aarde wordt gestuurd door de globale cycli van koolstof, stikstof, en andere elementen. Menselijk handelen oefent vandaag een sterke invloed uit op deze cycli met o.a. kimaatverandering als gevolg. Het onderzoek naar deze biogeochemische cycli is het terrein van de biogeologie, waarbij de gekoppelde evolutie van aarde en leven centraal staat. Het meeste onderzoek gaat vandaag uit naar de geomicrobiologie, waar men de invloed van de micro-organismen op globale variabelen, zoals de zuurstof en kooldioxide concentraties in de atmosfeer, onderzoekt. In dit project kijken we echter naar de impact van "macro-organismen", zoals bodemdieren en wortelende planten, wiens effecten op de bodem "bioturbatie" worden genoemd. Charles Darwin was de eerste die zich realizeerde hoe belangrijk bioturbatie wel is voor lokale bodemprocessen, en wijdde er zelfs zijn laatste boek aan. Darwin zou waarschijnlijk zeer verbaasd zijn over de reikwijdte van de effecten die we hier onderzoeken. Recent onderzoek in de paleo-ecologie wijst immers uit dat bioturbatie een belangrijke rol speelde in de "Cambrische explosie", de snelle evolutie van het leven op de oceaanbodem zowat 540 miljoen jaar geleden. De ontwikkeling van een gravende levensstijl zorgde voor een heuse omwenteling in het biogeochemisch functioneren van de oceaanbodem, waaraan de Cambrische bodembewoners zich moesten aanpassen. In dit project onderzoeken we de details van deze omwenteling, en breder, de gevolgen van mariene bioturbatie voor koolstof sequestratie en de globale koolstof kringloop. Dit doen we met behulp van een "virtuele ocaanbodem", een computermodel dat de biogeochemie van de oceaanbodem simuleert. Via computersimulaties berekenen we dan de geochemische effecten die gepaard gaan met het construeren en ventileren van gangenstelsels, en met het groeien van plantenwortels. Dergelijke simulaties verschaffen inzicht in hoe bioturbatie de omzetting van
organisch materiaal in de oceaanbodem beïnvloedt, en wat de gevolgen hiervan zijn op de globale koolstof kringloop. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers: • Filip MEYSMAN • FRANK DEHAIRS
Robuuste statistische procesbeheersing met toepassingen in de controle van de kwaliteit van diervoeder (Type3). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een schema te ontwikkelen voor het ontwerpen van robuuste calibratiemodellen voor heterogene spectrale gegevens in de context van een kwaliteitsproces. Door de complexe, hoogdimensionale structuur van de spectrale gegevens zijn er meer geavanceerde multivariate statistische methodes nodig dan de veelgebruikte meervoudige lineaire regressiemodellen. Meer nog, de complexe en heterogene natuur van de gegevens vereisen het gebruik van robuuste versies van principaalcomponentenregressie en van de partiële kleinste kwadratenregressie. Een doelstelling van het project is om te bepalen welke methode tot het beste calibratiemodel leidt en om verbeteringen aan de huidige robuuste principaalcomponentenmethode te suggereren. Gedurende het ontwerpen van het schema voor de bouw van calibratiemodellen, zal een substantieel deel gewijd worden aan robuuste preprocessingtechnieken (cluster methodes inbegrepen), aan modelvalidatie en aan een 'out-of-control'-actieplan dat de werkvloer in staat zal stellen om de voorspellingen die gemaakt worden door het calibratiemodel zinvol te gebruiken. Door het gebruik van robuuste statistische technieken hopen we een calibratiemodel te kunnen opstellen dat een meer betrouwbare procescontrole toelaat. Bovendien moeten de calibratiemodellen het mogelijk maken een correcte identificatie te verrichten van loten die buiten de specificatielimieten vallen. Hiervoor zullen de grafische hulpmiddelen behorende bij de robuuste statistische methodes benut worden. Deze grafieken, die uitschietermappen genoemd worden, classificeren de steekproeven in reguliere data, verticale uitschieters, slechte hefboompunten of goede hefboompunten. Voor kwaliteitscontrole doeleinden is het cruciaal om de verticale uitschieters en slechte hefboompunten te inspecteren omdat deze respectievelijk corresponderen met steekproeven die een grote responswaarde hebben bij een normaal spectrum en steekproeven met abnormale respons waarden alsook een afwijkend spectrum. Het gebruik van robuuste preprocessingtechnieken en robuuste gegevensclustering zal bijdragen tot de kwaliteit van de voorspellingen door de calibratiemodellen. De nieuwe ontwikkelde procedures zullen uitgebreid getest worden op gesimuleerde data alsook op reële datasets van bedrijven als SESVANDERHAVE en op onze testgegevens van Aveve Veevoeding. Een dataset van Aveve Veevoeding bevat metingen van gemalen steekproeven. Een tweede bevat de spectrale gegevens van ongemalen steekproeven. De data werden verzameld om calibratiemodellen te bouwen voor kwaliteitscontroledoeleinden. Het bouwen van een geschikt calibratiemodel op basis van deze gegevens met de standaardmethodes aangereikt door de aanwezige software bleek niet mogelijk. Dit komt door de heterogene structuur van de data en suggereert dat het gebruik van robuuste preprocessingmethodes en robuuste multivariate statistische technieken, waarvan sommigen nog dienen ontwikkeld te worden, meer aangewezen zijn. Een bijkomende interessante onderzoeksvraag bij Aveve is of de dataset voor ongemalen voeding bruikbaar is om een goed calibratiemodel te construeren. Een positief antwoord hierop zou Aveve in staat stellen enkel de ongemalen steekproeven te gebruiken en daardoor de operatorafhankelijke en tijdrovende vermaling te vermijden. Verder kan de Aveve studie gebruikt worden om na te gaan of clusteringmethodes de voorspellende kracht van de robuuste calibratiemodellen verhogen. Dit is omdat elk van de twee datasets bestaat uit metingen van verschillende veevoedersoorten. In ideale omstandigheden leidt het robuuste schema dat uitgewerkt wordt in dit project tot calibratiemodellen die meteen geimplementeerd kunnen worden op de productie-eenheden van Aveve. Deze praktische implementatie zal een automatisch 'out-of-control'-actieplan vereisen. De ontwikkeling van dit plan is één van de hoofddoelen van dit project. Organisaties: • Engineering Management • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Sabine Verboven • Peter Goos
Gezondheidseconomisch onderzoek en mathematische modellering van infectieziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Pierre Van Damme • Herman Goossens • Philippe Beutels
Oligomere Analogen van Poly(zwavelnitride) voor Halfgeleidertoepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe geconjugeerde materialen, hybrieden van organische en anorganische geconjugeerde systemen, bruikbaar voor halfgeleidertoepassingen zoals sensoren en organische geheugens, zullen worden gesynthetiseerd, gekarakteriseerd m.b.v. diffractie- en spectroscopische methoden, en geëvalueerd als elektro-actieve componenten in deze toepassingen. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Frank Blockhuys
Eigenschappen en milieurisico's van atmosferische aërosoldeeltjes die tegenwoordig vrijgesteld worden uit de Chernobyl kerncentrale. Universiteit Antwerpen Abstract: Tegenwoordig is het gevaar van de straling die vrijkomt uit de Chernobyl IV reactor, die geëxplodeerd is in 1986, sterk verminderd wegens het radioactief verval. Niet tegenstaande stoot de brandstof van deze concrete betonnen afsluiting, de zogenaamde 'Sarcofaag', nog voortdurende atmosferische aërosolen vrij. Deze aërosolen kunnen tegenwoordig het grote gevaar zijn, niet enkel lokaal, maar ook over afstanden van meerdere honderden kilometers. Dit hangt sterk af van de fysische en de chemische eigenschappen van de uitgestoten aërosolen. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Anna De Maeyer-Worobiec
Laag-dimensionele gecorreleerde systemen op nanoschaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Theoretische studie van correlatieeffecten in klassieke en kwantum systemen zoals o.a. laag dimensionele systemen bestaande uit colloïdale deeltjes, stofferige plasma's en nanostrukturen gemaakt van supergeleiders en grafeen. Teams met complementaire expertise in computationele technieken en met een gemeenschappelijke interesse in multi-disciplinaire onderwerpen worden samengebracht. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Ontwikkeling en gebruik van een 4D-GIS systeem ter ondersteuning van de conservatie van de Calacmul-site (Mexico) Universiteit Gent Abstract: Binnen het kaderwerk van het R&D samenwerkingsakkoord tussen BELSPO en UNESCO/WHP (2007-2011) helpt een Belgisch team van experten de UNESCO en lokale partners met het conservatiemanagement van UNESCO-sites. Het Belgisch consortium ontwerpt en implementeert een 4-dimensionaal GIS voor de deskundigen van het ?Biosphere Reserve and Archaeological Urban Centre van Calakmul/Yucatan Paninsula (Mexico)? Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Complexatie van DNA met amfifiele kationische verbindingen Universiteit Gent Abstract: Door middel van organische synthese worden amfifiele moleculen gemaakt die met DNA multimoleculaire hydrofobe complexen vormen. Hun efficiëntie bij het intacte transport van DNA tot in de celkern zal met gespecialiseerde biofysische technieken zoals FRAP, DLS, FCS en Single Particle Tracking geëvalueerd worden. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Joseph Demeester
VERKOOP van massa spectrometer Ar-Ar aan Mrs. Deborah Colley (USA) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mass spectrometer voor Ar-Ar en K-Ar datering werd als "spare parts" verkocht aan de US Geological Survey in Reston Virginia (VS) Organisaties: • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
W&T samenwerking China :Research on fingerprints of Chinese Materia Medica to develop standard and research protocols evaluating their identity, safety and reproducibility. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project heeft de volgende objectieven: Definieren van fingerprintontwikkelingsmethodologieen in klassieke hoge Druk Vloeistofchromatografie (HPLC) Fingerprint data analyse en defnieren van fingerprint analyseprotocols Isolatie en karakterisatie van individuele kruidencomponenten Definiëren van fingerprintontwikkelingsmethodologieen in geminiaturiseerde scheidingstechnieken Definiëren van fingerprintontwikkelingsmethodologieen in tweedimensionale HPLC Vergelijken van HPLC fingerprints met metabolome analyse via 1H NMR spectrometrie en multivariate analysetechnieken Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Prijs Onderzoeksraad 2007 (prijs F. Verbeure - fac. Wetenschappen). Universiteit Antwerpen Abstract: Prijs Onderzoeksraad 2007 (prijs F. Verbeure - fac. Wetenschappen). Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Milorad Milosevic
Prijs Onderzoeksraad 2007 (Prijs F. Vandendriessche - biomed.wetenschappen) Universiteit Antwerpen Abstract: Prijs Onderzoeksraad 2007 (Prijs F. Vandendriessche - biomed.wetenschappen) Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Godelieve Claes
Popularisering van wetenschappen, techniek en technologische innovatie: Geo-Info (WI-2007-032) Universiteit Gent Abstract: Er wordt en elektronische leeromgeving ontwikkeld voor geografische excursies in de middelbare school. Studenten kunnen hiermee informatie vinden over het studiegebied en leerkrachten kunnen excursiepunten uitwisselen. De website wordt ontwikkeld met Google Maps API, gebruik makend van HTML, PHP, Javascript, XML, AJAX en MySQL
Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Improvement of the fertility of strongly weathered soils of the hinterland plateaus in the mining area of Katanga Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Vakgroep Plantaardige Productie
Onderzoekers: • Geert Baert
Prodex-9: SIDC Data exploitation. KU Leuven Abstract: Dit project maakt onderzoek van de zon mogelijk via ruimte-instrumenten. Het focust of AIA, EIT, LYRA, SECCHI, en SWAP maar is ook verwant met CDS, LASCO, SUMER, XRT en andere instrumenten op satellieten. Dit project verbindt 'science operations', datareductie, dataverwerking, data-analyse en modellering met elkaar. Het omvat ook de voorbereidende activiteiten voor SDO, SO en PROBA2. Bovendien omvat dit project voorlopige 'assessments' en studies voor andere missies zoals ADITYA, KUAFU, LYRA2, PHOTON, PROBA3, SMESE en SP+. Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Stefaan Poedts
Prodex-9: Herschel-Pacs Instrument Control Centre. KU Leuven Abstract: Het project is een bijdrage tot het Instrument Control Centre voor het PACS-instrument van de ESA-hoeksteenmissie Herschel. Tot de activiteiten behoren de grondtesten van het instrument, de ontwikkeling en validatie van software voor data-analyse, het opstellen en uitvoeren van ijkingsstrategieen, en de testen en de uiteindelijke aflevering van het instrument na de lancering. Organisaties: • Afdeling Sterrenkunde
Onderzoekers: • Christoffel Waelkens
Reconstructie van de impact van historische landgebruikveranderingen opde dynamiek van twee riviersystemen in het noorden van Mississippi. KU Leuven Abstract: Onderzoeksproject rond reconstructie van de impact van historische landgebruikveranderingen op de dynamiek van twee riviersystemen in het noorden van Mississippi. Organisaties: • Afdeling Geografie
Onderzoekers: • Gert Verstraeten
Groei van nieuwe nanostructuren met clusterdepositie: zelfassemblage door lage-hoekdepositie van gecontroleerde bouwstenen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit projectvoorstel willen we twee pistes naar nieuwe materialen onderzoeken door depositie van nanoclusters met een zeer specifieke (en ongewone) samenstelling en door nanoclusters als bouwstenen te gebruiken in een tot dusver onverkend zelfassemblageproces, nl. de depositie van nanoclusters onder scherende inval. We willen daarbij het vormings- en groeiproces onderzoeken, een doorgedreven structurele karakterisering van de nanogeassembleerde films uitvoeren en een aantal sleuteleigenschappen van de nieuw vervaardigde materialen bestuderen. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Gustaaf Van Tendeloo
Ontwikkeling van de mogelijkheid tot het verfijnen van niet-lineair gemoduleerde materialen uit elektronendiffractiegegevens. Universiteit Antwerpen Abstract: Er zijn drie opeenvolgende hoofddoelen in dit project: het ontwikkelen van de software, de optimalisatie van de praktische uitvoering van PED en de toepassing van de resulterende nieuwe mogelijkheden op totnogtoe onverfijnde structuren. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Joke Hadermann