www.researchportal.be - 16 Nov 2015 08:08:28
Onderzoeksprojecten (5650 - 5700 van 7401) Zoekfilter: Classificaties: EXACTE WETENSCHAPPEN (P)
Een vergelijking van de verklarende kracht van drie theoretische perspectieven in de organisatorische adoptie van kennisintensieve informatietechnologie-innovaties Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject bestuderen we de organisatorische adoptie van kennisintensieve informatietechnologie-innovaties door Vlaamse organisaties. Deze innovaties zijn moeilijk te adopteren omdat hieraan kennisbarrières zijn verbonden. Om een beter begrip te verkrijgen van het innovatiegedrag van organisaties met betrekking tot de adoptie van dit type innovaties, wordt de adoptie bestudeerd vanuit drie verschillende theoretische perspectieven. Organisaties: • Beleidsinformatica
Onderzoekers: • Kris Ven
Een verbredende en verdiepende studie van formele vaaglogica op grond van niet-prelineaire structuren Universiteit Gent Abstract: Een vaaglogica is een veralgemening van klassieke logica. De waarheidswaarden blijven niet beperkt tot 0 en 1, en mogen zelfs onvergelijkbaar zijn. Ook vaaglogica's kunnen worden opgebouwd adhv axioma's en deductieregels. Een belangrijke vraag is dan welke onderliggende algebraïsche structuur hiermee correspondeert en of de vaaglogica betrouwbaar en volledig is tov deze structuur. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Etienne Kerre
Een veiliger internet: het (semi)automatisch herkennen van internetpedofilie in meertalige online social networks. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stellen we enerzijds een methodologie voor om de manuele controle van peer-to-peernetwerken te (semi)automatiseren en anderzijds een methodologie voor de automatische extractie en analyse van stijlkenmerken (geassocieerd met persoonlijkheid, leeftijdsgroep en misleidend taalgebruik) die we willen toepassen op individuele pedofielen en groepen van pedofielen in chatruimtes. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Claudia Peersman • Leona Van Vaerenbergh
Een variationele studie van de uit-evenwicht dynamica van kwantumveldentheorieën Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van nieuwe methoden voor de beschrijving van uit-evenwicht dynamica van geïsoleerde als open kwantumveldentheorieën. Hiervoor zullen variationele methoden worden gebruikt op basis van continue matrixproducttoestanden. Deze hebben reeds bewezen om een accurate benadering toe te laten van grondtoestanden van kwantumveldtheorieën, maar werden tot op heden niet gebruikt om de dynamica te bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Frank Verstraete • Jutho Haegeman
Een validatie van het angstmediatie-model bij adolescenten: Een longitudinale studie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School vr Massacommunicatieresearch
Onderzoekers: • Keith Roe • Kathleen Custers
Een universele nanoporie sensor voor single-molecule detectie. KU Leuven Abstract: Dit project heeft als doel de ontwikkeling van een single-molecule nanoporie biosensor voor de detectie en studie van proteïnen en andere macromoleculen. Nanoporie sensing steunt op het principe dat elk analyt datinterageert met een enkelvoudige nanoporie de ionenstroom doorheen de porie op een specifieke manier beïnvloedt. Dit project zal gebruik maken van een biologische nanoporie, Cytolysin A (ClyA), wiens dimensies compatibel zijn met de gemiddelde grootte van wateroplosbare proteïnen. We hebben reeds aangetoond dat ClyA in staat is om nauw verwante proteïnen (humaan en runder thrombine, 86% sequentie identiteit) van elkaar te onderscheiden. De ClyA nanoporie bezit echter geen intrinsieke selectiviteit,wat maakt dat meerdere proteïnen de porie kunnen binnendringen en het output signaal gecompliceerd wordt. In dit project zal het vermogen van ClyA om verscheidene biologisch relevante proteïnen (bv. kanker biomerkers) te onderscheiden getest worden. Bovendien zal getracht worden om Organisaties: • Afd. Biochemie, Molecul.& Struct. Biol.
Onderzoekers: • Giovanni Maglia • Annemie Biesemans
Een Uniform Programmeermodel voor Rijke Internettoepassingen
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Rijke internettoepassingen zijn bezig aan een opmars, doordat recente evoluties in browsertechnologie toelaten om interactievere en rijkere toepassingen te schrijven. Deze rijke toepassingen doen het onderscheid tussen de client (de browser) en de server vervagen, doordat de client steeds meer aan belang wint. De programmeertechnologie voor internettoepassingen gaat echter nog steeds uit van het klassieke three tier model, waarbij een toepassing is opgedeeld in client, server en database. Dit maakt het ontwikkelen van rijke toepassingen een complexe zaak, aangezien de applicatie een combinatie is van verschillende technologie•en, elk voor een andere tier. Eerst en vooral dwingen deze technologie•en de programmeur om een statische opdeling te maken tussen client en server, wat het moeilijk maakt om internettoepassingen te ontwikkelen die een ander distributiemodel volgen. Ten tweede, hebben deze verschillende programmeertechnologieën elk een andere representatie van de data, waardoor de programmeur manueel deze datamodellen moet overbruggen. Tenslotte, hebben deze rijke internettoepassingen steeds meer gerepliceerde data nodig, zodat de data steeds snel beschikbaar is voor de client, ook wanneer er geen verbinding met de server is. Hierdoor zit de data verspreid over het distributiemodel en moet de toepassing garanderen dat de data steeds consistent blijft. Strategieën om data te repliceren en consistent te houden, worden vooralsnog niet aangeboden door mainstream webtechnologie. Het probleem dat we aankaarten is het feit dat de programmeertechnologie niet voorzien is op rijke internettoepassingen, wat leidt tot complexe oplossingen die slecht onderhoudbaar zijn en subtopimaal presteren. Het doel van dit onderzoek is het opstellen van een uniform programmeermodel voor rijke internettoepassingen. Hierbij heeft het model drie kerneigenschappen, die elk een van de reeds opgesomde problemen oplossen. Zo zal het model de applicatielogica loskoppelen van het distributiemodel, waardoor de programmeur tierless code zal schrijven, terwijl het model de code verdeelt over de lagen van de webtoepassing. Daarnaast wordt de data uniform gerepresenteerd, zodat de programmeur niet langer manueel verschillende representaties moet synchroniseren. Het programmeermodel voorziet ook replicatie- en consistentiestrategieën zodat de data voor andere knopen in het netwerk snel en oine beschikbaar is. Dit programmeermodel zal leiden tot een raamwerk dat aan de kerneigenschappen van het model voldoet, waarbij we niet blind zijn voor de state of the art technologie•en en we meer concreet kijken naar JavaScript, dat uitgegroeid is tot een performant platform. Dit onderzoek zal zowel een programmeermodel als raamwerk opstellen voor rijke internettoepassingen, waarbij het raamwerk als validatie dient voor het programmeermodel. Hierbij vallen we voor het raamwerk terug op bestaande state of the art webtechnologie, en meer bepaald JavaScript. De recente reflectie API voor JavaScript stelt ons in staat om de taal op een elegante manier uit te breiden. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • WOLFGANG DE MEUTER
Een transactionele benadering tot aspectinteractie en aspectcompositie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een transactionele benadering tot aspectinteractie en aspectcompositie Aspect-georiënteerd programmeren onderzoekt de notie van systeemdoorsnijdende bekommernissen in software systemen. De basisidee is dat er verschillende bekommernissen bestaan (zoals bvb synchronisatie of persistentie) waar wel op een modulaire manier kan over nagedacht worden, maar waarvan de feitelijke code zo goed als alle onderdelen van een softwaresysteem zal aantasten. Aspectgeoriënteerd programmeren onderzoekt dit fenomeen en tracht talen te vinden die toelaten dit soort bekommernissen in aparte modules onder te brengen (zogenaamde aspecten) die dan nadien door een aspectwever doorheen de basis van het systeem geweven worden. Het schrijven van software m.b.v. dit soort wevers noemt men dan aspect-georiënteerde software ontwikkeling (AOSD). AOSD is intussen lang geen nicheonderzoeksgebied meer. Verschillende nationale en internationale onderzoeksprojecten lopen momenteel in Europa en de jaarlijkse AOSD conferentie trekt gemiddeld meer dan tweehonderd deelnemers aan. Een fundamenteel probleem in AOSD is het aspectcompositieprobleem dat zich voordoet bij het samenstellen van aspecten. De vraag hoe men verschillende -onafhankelijk van elkaar ontwikkelde -- aspecten samen doorheen eenzelfde basisprogramma kan weven is grotendeels onopgelost. De kern van het probleem ligt in het feit dat de verschillende aspecten -- door verweving -- het basisprogramma destructief veranderen en aldus elkaar kunnen beïnvloeden. De afwezigheid van een wetenschappelijk gefundeerde aspectcompositietheorie is dus te herleiden naar het gebrek aan een wetenschappelijk gefundeerde definitie van aspectinteractie. Dit voorstel vertrekt van het feit dat aspect code en basiscode gebruik maken van dezelfde variabelen van een softwaresysteem. Aspecten waarvan de interne variabelen los staan van de variabelen van andere aspecten en van de variabelen van het basissysteem, zijn immers triviaal samen te stellen met die andere aspecten en het basissysteem. Pas wanneer het basissysteem en de aspecten gemeenschappelijk geheugen manipuleren kunnen zij mekaar potentieel voor de voeten lopen. Meer nog kan men stellen dat interactieproblemen zich slechts voordoen wanneer één van de partijen (aspectcode en/of basiscode) de variabelen destructief veranderen: zolang aspecten en basiscode de variabelen enkel uitlezen is er geen interactieprobleem. Daarom gaan we in dit voorstel uit van het feit dat basiscode en aspectcode eigenlijk bestaan uit transacties die variabelen in het geheugen lezen en schrijven. De vraag of aspecten gecombineerd kunnen worden met een basisprogramma en/of met mekaar komt dan eigenlijk neer op de vraag of de corresponderende transacties geserializeerd kunnen worden of niet. De kern van ons voorstel bestaat erin serializatietheorie uit de transactiewereld toe te passen op het aspectinteractieprobleem (en dus bij gevolg op het aspectcompositieprobleem). Hiertoe dienen we een basisprogramma en de aspecten voor te stellen als hiërarchisch opgebouwde samengestelde transacties: een programma leest en schrijft al zijn variabelen; een module leest en schrijft slechts een deel van deze variabelen; een methode leest en schrijft slecht een deel hiervan en een statement zal doorgaan slechts een handvol variabelen lezen en slechts één ervan schrijven. Een aspect is op zijn beurt een hiërarchisch opgebouwde container code waarvan elk niveau in de hiërarchie een beperkt aantal variabelen leest en schrijft. De vraag of een aspect interactieloos toe te passen is op één van deze systeemcomponenten komt dus neer op de vraag of de transacties die gedefinieerd worden door het basisprogramma en door het aspect al dan niet serialiseerbaar zijn. Dezelfde redenering is toe te passen voor de samenstelling van twee aspecten. Eén van de moeilijkheden die met dit voorstel gepaard gaan is dat de transacties waarvan sprake geen gewone eenvoudige transacties zijn. Inderdaad, om systemen, modules, klassen, methoden en statements correct af te beelden op transacties die variabelen manipuleren zullen we onze toevlucht moeten zoeken tot zogenoemde geavanceerde transactiemechanismen. Voorbeelden hiervan zijn geneste transacties [1] en sagas [2]. Door het feit dat deze transacties een interne structuur bezitten zijn ze afbeeldbaar op de samengestelde structuur van basis- en aspectcode. Het serialiseren van dit soort geavanceerde transacties is echter ook moeilijker. Ons voorstel bestaat dus uit het bestuderen van de verschillende soorten geavanceerde transacties (op basis van de unificerende ACTA theorie [3, 4]) en te onderzoeken hoe de abstracte syntaxbomen van zowel basiscode en aspectcode geassocieerd kunnen worden met een bijbehorende geavanceerde transactie. Vervolgens onderzoeken we hoe serialisatietheorie voor deze transacties tot een theorie kan dienen om interacties en composities tussen basiscode en aspectcode strikt wetenschappelijk te definiëren en hoe nietserialiseerbaardheid van de transacties kan gebruikt worden om interactieproblemen precies aan te duiden. Het bovenstaande voorstel kadert in een breder kader van recent onderzoek waarbij synchronisatiekennis uit parallelle systemen gebruikt wordt om het aspectinteractieprobleem in kaart te brengen. Eerder onderzoek focusseert zich echter grotendeels op het synchroniseren van berichten die voorkomen in de verschillende constituenten van een compositie. Het innovatieve aan dit voorstel is dat het zich toespitst op het gemeenschappelijk geheugen dat door de constituenten gemanipuleerd wordt, in plaats van het beschouwen van hun gemeenschappelijke ingrijppunten, zoals bijvoorbeeld in [5]. Dit onderzoek zal gevoerd worden binnen de omkadering van het Programming Technology Lab (PROG) van de Vrije Universiteit Brussel. Deze onderzoeksgroep heeft een lange geschiedenis in het domein van software- en programmeertaalontwikkeling. De laatste jaren heeft het lab zich geprofileerd als een belangrijke speler in AOSD-onderzoek. Zo is PROG samen met SSEL -- eveneens een onderzoeksgroep van de VUB -- actief binnen AspectLab [6], een samenwerkingsverband voor AOSD-onderzoek tussen de Vrije Universiteit Brussel, de Katholieke Universiteit Leuven en Universiteit Gent, gefinancierd door het IWT. Daarnaast zijn PROG en SSEL ook lid van AOSD-Europe [7], een pan-Europees onderzoeksnetwerk in het AOSD-domein, gefinancierd door de EU. Organisaties:
• Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Een totaal converterend en bioveilig hydrolysecompartiment voor MELISSA Universiteit Gent Abstract: Het project omvat de ontwikkeling van een anaeroob vergistingscompartiment voor de totale omzetting van organisch afval in biogas in de context van life support voor lange afstandsvluchten in de ruimte. De complete hydrolyse en vergisting tot methaangas en de veilige recyclage van het vergistingsresidu staan hierbij centraal. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
Een systeem biologische analyse van metaal geïnduceerde responsen in de zebravis, Danio rerio. Universiteit Antwerpen Abstract: In het kader van dit project willen we in de genetisch zeer goed gekarakteriseerde zebravis, Danio rerio een vergelijkende studie uitvoeren van de metaalregulatie, compartimentalisatie en toxiciteit voor twee essentiële metalen (koper en zink) en het niet-essentieel metaal cadmium. We willen daarbij nagaan wat de verschillen en overeenkomsten zijn in metaal behandeling en responsen na blootstelling onder drie verschillende fysiologische situaties. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Ronny Blust • Wim De Coen • Dries Knapen • Erwin J M Witters
Een synergetische benadering voor extraheren, leren en redeneren bijmachinaal lezen. KU Leuven Abstract: Onderzoekers in het domein van de kunstmatige intelligentie zijn reeds lange tijd gefascineerd door de mogelijkheden om systemen te ontwerpen die automatisch kennis vergaren bij het lezen van teksten. Om dit doel tebereiken moet een systeem in staat zijn om (1) informatie uit tekst te extraheren, (2) regels te leren die verschillende stukken informatie samenvoegen om nieuwe kennis eruit af te leiden, en (3) te redeneren met deze kennis en te verifiëren welke van de geëxtraheerde en afgeleide feiten waar zijn. Onderzoekers hebben momenteel heel wat vooruitgang geboekt in deze drie domeinen. Er is echter weinig onderzoek om deze drie problemen in een geïntegreerd kader aan te pakken. Het doel van dit project iseen één gemaakt machine reading systeem te onderzoeken waarbij een hoge betrouwbaarheid van de geëxtraheerde kennis wordt beoogd. We plannen om volgende belangrijke wetenschappelijke objectieven te behalen. Een eerste doelstelling betreft de ontwikkeling van een methode die een m Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Marie-Francine Moens • Jesse Davis
Een synergetische benadering voor extraheren, leren en redeneren bij machinaal lezen Universiteit Gent Abstract: Onderzoekers in het domein van de kunstmatige intelligentie zijn reeds lange tijd gefascineerd door de mogelijkheden om systemen te ontwerpen die automatisch kennis vergaren bij het lezen van teksten. Om dit doel tebereiken moet een systeem in staat zijn om (1) informatie uit tekst te extraheren, (2) regels te leren die verschillende stukken informatie samenvoegen om nieuwe kennis eruit af te leiden, en (3) te redeneren met deze kennis en te verifiëren welke van de geëxtraheerde en afgeleide feiten waar zijn. Het doel van dit project is een één gemaakt "machine reading" systeem te onderzoeken waarbij een hoge betrouwbaarheid van de geëxtraheerde kennis wordt beoogd. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Martine De Cock
Een supramoleculaire benadering voor de katalytische omzetting van biomassa. KU Leuven Abstract: Cellulose biedt potentieel als alternatieve koolstofbron voor de aanmaak van biobrandstoffen en chemicaliën. De depolymerisatie van cellulose tot kleinere moleculen geldt als één van de belangrijkste strategieën in het concept van een zogenaamde bioraffinaderij. Deze nieuwe chemische bouwstenen kunnen immers worden aangewend in reeds bestaande petrochemische processen. Waar in eerste instantie op zoek werd gegaan naar conventionele heterogene katalysatoren voor de omzetting van cellulose, blijft de hamvraag hoe de diffusieproblemen van dergelijke water-onoplosbarebiopolymeren kunnen beperkt worden. Dit postdoctoraal onderzoek is gericht op de parallelle studie van twee supramoleculaire benaderingen voor een innovatief ontwerp van nieuwe katalysatoren voor de omzetting van biomassa. Meer specifiek verkent het project de synthese, functionalisatieen katalytische toepassing van polymeren voor de katalytische omzettingvan biomassa-afgeleide koolhydraten tot industrieel relevannbsp;te chemi Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Bert Sels • Stijn Van de Vyver
Een supramoleculaire benadering voor de katalytische omzetting van biomassa. KU Leuven Abstract: Cellulose biedt potentieel als alternatieve koolstofbron voor de aanmaak van biobrandstoffen en chemicaliën. De depolymerisatie van cellulose tot kleinere moleculen geldt als één van de belangrijkste strategieën in het concept van een zogenaamde bioraffinaderij. Deze nieuwe chemische bouwstenen kunnen immers worden aangewend in reeds bestaande petrochemische processen. Waar in eerste instantie op zoek werd gegaan naar conventionele heterogene katalysatoren voor de omzetting van cellulose, blijft de hamvraag hoe de diffusieproblemen van dergelijke water-onoplosbarebiopolymeren kunnen beperkt worden. Dit postdoctoraal onderzoek is gericht op de parallelle studie van twee supramoleculaire benaderingen voor een innovatief ontwerp van nieuwe katalysatoren voor de omzetting van biomassa. Meer specifiek verkent het project de
synthese, functionalisatieen katalytische toepassing van polymeren voor de katalytische omzettingvan biomassa-afgeleide koolhydraten tot industrieel relevannbsp;te chemi Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Bert Sels • Joost Van Aelst
Een studie vna nieuwe kwantitatieve convergentistructuren in de kanstheorie en hun toepassingen in de stochastische analyse en de niet-parametrische en parametrische statistiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Een eerste pijler is de theoretische studie van enkele kwantitatieve convergentiestructuren in maattheoretische context, in het bijzonder op ruimten van kansvariabelen en kansmaten. We bestuderen in de eerste plaats nieuwe structuren die meer inzicht verschaffen in de pWassersteinmetriek, die momenteel zowel wat betreft haar toepassingen als haar structurele aspecten actief onderzocht wordt. Een tweede pijler is het toetsen van de theoretische kennis aan verscheidene toepassingen in de stochastische analyse (convergentie van Fellerprocessen, martingalen en oplossingen van stochastische differ-entiaalvergelijkingen) en de statistiek (convergentie van reguliere schatters in parametrische en niet-parametrische modellen). Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Ben Berckmoes
Een studie van de interactie tussen frame theorie en approach theorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Een studie van de interactie tussen frame theorie en approach theorie. Organisaties: • ANALYTISCHE EN TOPOLOGISCHE STRUCTUREN • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Christophe Van Olmen
Een studie van de interactie tussen frame theorie en approach theorie. Universiteit Antwerpen Abstract: Approach frames vormen een puntvrije abstractie van approach ruimten. De eigenschappen van deze categorie worden bestudeerd in dit onderzoek, er wordt nagegaan welke begrippen uit zowel approach theorie als frame theorie natuurlijk zijn in deze nieuwe context en hoe de zo ontstane interactie tussen approach theorie en frame theorie nieuwe nuttige begrippen oplevert in approach theorie. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Robert Lowen • Christophe Van Olmen
Een studie naar statistische en dynamische factoren die de impact van projectreserves op het projectsucces kunnen voorspellen en beheren Universiteit Gent Abstract: Het project bestaat uit drie onderzoeksfasen. Een eerste studie mikt op een statische integratie van project planning en risico analyse in een project controle omgeving. Een tweede fase beoogt een dynamische integratie van verstoringsfactoren in een project controle omgeving. In een laatste integrerende fase wordt een allocatiemodel van reservemiddelen ontwikkeld om het project tot een succesvol einde te brengen. Organisaties: • Vakgroep Beleidsinformatica en Operationeel beheer
Onderzoekers: • Mario Vanhoucke
Een structurele en functionele studie van niet-vertebraten haemoglobines. Universiteit Antwerpen Abstract: De objectieven van het project zijn : (1) onderzoek naar de mogelijke rol van niet-vertebraten Hbs in het NO metabolisme (2) de rol van tyrosine op positie B10 en E7 in de kinetiek van de O2 binding van Hb (3) studie van een minimaal hemaglobine. Organisaties: • Eiwitchemie • Proteïnechemie, proteoomanalyse en epigenetische signalisatie (PPES)
Onderzoekers: • Luc Moens
Eén-staps aptameerselectie uit een 'pre-designed' bibliotheeligonucleotiden via digitale lab-on-a-chip technologie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Jeroen Lammertyn
Eén-stap aptameerselectie op een digitale lab-on-a-chip. KU Leuven Abstract: text-autospace:none">mso-ansi-language:NL;mso-fareast-language:EN-US" lang="NL">Het succes van een aptameerselectie-procedure wordt bepaald door de selectie-efficiëntie en deuiteindelijke affiniteit en specificiteit van de geselecteerde aptameren voor hundoelmolecule. In dit project zal een digitaalmicrofluïdisch platform ontwikkelt worden waarop een één-stap-aptameerselectiekan uitgevoerd worden. bold;mso-bidi-fontstyle:italic">Om dit te bereiken zullen onderstaandedoelen bereikt moeten worden:text-autospace:none">mso-ansi-language:NL;mso-fareastlanguage:EN-US" lang="NL"> Ontwerp en fabricatievan een digitaal microfluïdisch platform waarop de één-stap aptameerselectieuitgevoerd kan
worden. Dit omvat naast het chipontwerp en de microfabricatie,de integratie van lasertechnologie in de opstelling.text-autospace:none">mso-ansilanguage:NL;mso-fareast-language:EN-US" lang="NL"> Integratie van deoligonucleotide bibliotheek op het oppervlak van de digitale chip via magnetischepartikels e Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Jeroen Lammertyn • Deborah Decrop
Een single molecule microscopie studie naar de rol van alpha-secretaseziekte van Alzheimer KU Leuven Abstract: Alzheimers disease (AD), the most common form of dementia, is characterized by the accumulation of a small peptide, the ß-amyloid peptide(Aß), in the brain. This neurotoxic peptide is generated by sequential cleavage of the amyloid precursor protein (APP) by two enzymes, ß and alpha-secretase. These two enzymes are obvious and main therapeutic targets of AD.In an alternative pathway, APP is cleaved by alphasecretase, which prevents the formation of Aß and consequent accumulation inthe brain. Recent studies have shown that regulation of ADAM10, an enzyme with alpha-secretase activity, affects the levels of Aß in the brain.Importantly, it was found that some patients with AD present mutations in this enzyme.In this project we aim to understand the mechanisms behind the regulation of ADAM10 at a molecular level. We will combine advanced biology protocols with cutting edge fluorescence microscopic technologies to characterize the interaction of ADAM10 with APP in live cellsat a single mo Organisaties: • Afd. Moleculaire Visualisatie & Fotonica
Onderzoekers: • Willem Annaert • Johan Hofkens • Hideaki Mizuno • Susana Rocha
Een simulatiemodel voor de aanloopprocedure in de haven van Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: De aanloopprocedure voor de haven van Antwerpen is een complex geheel van operationale regels en nautisch-technische nevenvoorwaarden om een vlotte toegankelijkheid tot de haven te garanderen. D.m.v. discrete event simulatie wil het onderzoeksteam de huidige toestand analyseren en voor onderwijs- en onderzoeksdoeleinden aan systeemoptimatisatie doen. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Willy Winkelmans
Een silicium compatibele laser op basis van colloïdale kwantumdots Universiteit Gent Abstract: Dit project combineert ultracompacte siliciumgolfgeleiders met een deklaag van colloidale kwantumdots voor de realisatie van silicium compatibele lichtbronnen. Het project omvat de synthese van de kwantumdots, het ontwerp van de golfgeleiderstructuren, de optische karakterisatie van de materialen en de realisatie van de eigenlijke laserstructuren. Organisaties: • Vakgroep Informatietechnologie
Onderzoekers: • Zeger Hens • Dries Van Thourhout
Een schaalbare onderbouw voor multi-paradigma modelleren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bouwt de fundamenten van Multi-Paradigma Modelleren in de vorm van de ModelVerse, een conceptueel raamwerk en een oplslagplaats voor multi-paradigma modellen. Dit vormt de basis voor gedistribueerd en collaboratief modelleren van systemen alsook van de gebruikte modelleertalen. Om modelleertalen expliciet te modelleren dienen hun concrete en abstracte syntax gemodelleerd, alsook hun semantiek. Voor semantiek moet ofwel een interpreter/simulator of een mapping (transformatie) naar een gekend formalisme gespecifieerd worden. De ModelVerse ondersteunt modelmanipulaties zoals documentatie, analyse, simulatie, (software) synthese en evolutie. Deze zijn alle gebaseerd op modeltransformatie. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Hans Vangheluwe • Yentl Van Tendeloo
Een schaalbare gedistribueerde infrastructuur voor probabilistische gegevensbanken. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek in probabilistische gegevensbanken situeert zich in het raakvlak van gegevensbanken en probabilistische grafische modellen. Ons eerder werk in dit gebied startte meer dan 6 jaar geleden aan de Universiteit van Stanford met de ontwikkeling van het probabilistische gegevensbanksysteem "Trio". Tot op de dag van vandaag vormen probabilistische gegevensbanken een rijk onderzoeksdomein met tal van interessante en nog onderkende aspecten. Met dit projectvoorstel willen we de verkenning motiveren van een nieuwe, gedistribueerde en schaalbare infrastructuur voor probabilistische gegevens. We beginnen bij het ontwikkelen van een dergelijke volledige infrastructuur echter niet van nul. Inderdaad, de rode draad in dit project is te bekijken hoe bestaande methoden (inclusief door onze eerder ontwikkelde methoden) kunnen worden aangepast tot gedistribueerde scenario's, en om op deze manier gegevensbeheer en probabilistische inferentie te versnellen door middel van parallelle query evaluatie voor een SQLgebaseerde omgeving. Op dit moment zijn dergelijke gedistribueerde probabilistische gegevensbanksystemen niet voorhanden. We merken echter op dat in "Machine Learning" reeds methoden zijn ontwikkeld voor gedistribueerde probabilistische inferentie. Spijtig genoeg ondersteunen deze methoden SQL niet. Omgekeerd zijn huidige gedistribueerde gegevensbanksystemen niet voorzien van probabilistische inferentie en ze laten geen onzekere gegevens
toe. Het doel van dit project is om een brug te slaan tussen methoden in gegevensbanken en machine learning. Dit is nog nooit eerder onderzocht, voor zover geweten, in de literatuur. We zijn ervan overtuigd dat het voorgestelde onderzoek tal van intrigerende en uitdagende aspecten bevat voor een doctoraatsthesis, zowel vanuit een theoretisch als vanuit een systeemontwikkeling perspectief. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Martin Theobald • Hernan Blanco
Een reflectie van de wereld in het landschap. Aspecten van rituele en funeraire praktijken bij de vroegere bevolking van de Sajan-Altaj regio Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de studie van het archeologische landschap van het Altaj-Sajanisch gebergte door een archeologisch en geofysisch onderzoek van de regio en van de funeraire en rituele structuren die door de bevolkingsgroepen van het Laat-Neolithicum tot de Turkse periode zijn achtergelaten. Daarmee wil het bijdragen tot het onderzoek naar de rol van geografische en geologische factoren in antropogentische processen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois • Rudi Goossens • Alain De Wulf
Een raamwerk voor het creëren en exploreren van cross-platform expressiecompendia KU Leuven Abstract: Het meten van genexpressie op een genoom schaal is ondertussen routine is geworden in de meeste moleculaire laboratoria. Hierdoor is in het publiek domein een onschatbare hoeveelheid genexpressie metingen beschikbaar voor diverse modelorganismen. Hoewel uitgebreid in de gendimensie, beperkt elke individuele genexpressie studie zich tot het meten van de expressie in een enkele conditie. Door data van verschillende labos te combineren in een enkel expressiecompendium kan een meer globaalbeeld bekomen worden van de conditieafhankelijkheid van transcriptionele regulatie en dus genexpressie. De bedoeling van deze thesis was dan ook om een methodologie te ontwikkelen die het toelaat om aande hand van publiek beschikbare expressiegegevens op een semi-automatische wijze een organisme-specifiek expressiecompendium te bouwen. Hierbijwerd geopteerd voor een cross-platform compendium waarbij gegevens gemeten op verschillende microarray platformen worden gecombineerd in een uniform compendium. Der Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kathleen Marchal • Kristof Engelen • Qiang Fu
Een publiek beschikbare Economische Onzekerheids-Indicator voor de G8 landen m.b.v. tekst mining. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project focussen we op de vraag: hoe kunnen we onzekerheid omtrent economisch beleid meten? Recent ontwikkelden we een EPU (Economic Policy Uncertainty) index voor België, door online nieuwsartikels van de grootste kranten te minen. Gegeven de veelbelovende resultaten die we bekwamen, wensen we deze tekst mininggebaseerde methodologie toe te passen voor andere landen (de G8 landen) en zullen we een publieke website creëren waar deze index wekelijks automatisch zal worden geupdate. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Walter Daelemans • David Martens
Een programmeertalenparadigma voor Ambient Intelligence. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gedreven door een steeds verdere miniaturisering van computers, de opkomst van stabiele draadloze netwerktechnologie (zoals bvb. BlueTooth en WiFi), de steeds verder doorgedreven integratie van ad-hoc hardware (zoals GSM, PDA, mp3-spelers, domoticasystemen) en het verschijnen van zogenoemde "wearable hardware", wordt er in academische middens steeds meer gewag gemaakt van Ambient Intelligence (kort: AmI). De visie achter AmI is dat in de toekomst personen onafgebroken omgeven zullen zijn door een processorenwolk die bestaat uit de hierboven beschreven apparaatjes en het netwerk gevormd door hun onderlinge communicatie (een zg. "Personal Area Network" of PAN). De bedoeling van AmI is dat applicaties die draaien op dit dynamisch bepaalde netwerk naadloos samenwerken met elkaar en met andere apparatuur die in de wolk verschijnt doordat personen zich geografisch verplaatsen. Deze visie werd door de IST Advisory Group (ISTAG) van de Europese Commissie naar voren geschoven als ÈÈn van de strategische onderzoekspunten binnen het europese 6'de kaderprogramma. Om haar visie kracht bij te zetten heeft de ISTAG een lijvig document geschreven dat een reeks realistische scenario's beschrijft van de beoogde status en gebruik van AmI omtrent 2010. Verschillende onderzoekstakken zoals context-adaptation, ubiquitous computing, intelligent buildings en pervasive computing worden door AmI onder ÈÈn en dezelfde onderzoeksvisie samen gebundeld. Het feit dat dit door alle betrokken onderzoeksvelden wordt onderschreven bewijst de organisatie van het eerste europese symposium dat recent in Nederland plaats heeft gevonden en waarop deze verschillende onderzoekstakken allen in de vorm van artikels vertegenwoordigd waren (ref: website en proceedings). Dat dit niet zomaar een nieuw modegrilletje is bewijst dat prestigieuze instituten zoals het MIT en Philips Research recent hun visies rond AmI hebben gepubliceerd. Vanuit een technisch-wetenschappelijk standpunt is AmI nog lang niet verwezenlijkt. Naast het optimimaliseren en integreren van de nodige hardware en netwerktechnologie is er immers een enorme kloof in de software engineering te dichten. Vermits gebruikers zich met hun hardware zich relatief t.o.v. mekaar gaan verplaatsen gaat het hier dus over een uiterst dynamisch gedefinieerd gedistribueerd systeem dat bovendien open is aangezien onvoorziene processoren de PAN wolk kunnen betreden en verlaten. Het bouwen van zulke systemen zal dus nog een grootte-orde complexer zijn dan wat we vandaag kennen als een gedistribueerd systeem. Ze zullen dus m.b.v. de huidige programmeertalen quasi niet te programmeren zijn. De huidige generatie van programmeertalen heeft immers geen enkele voorziening om om te gaan met dynamisch bepaalde context en om adequaat te reageren op onvoorziene omstandigheden zoals delen van programma's en/of gegevens die plots niet meer voorhanden zijn omdat een gebruiker de wolk heeft verlaten. De enige wapens die de huidige programmeertalen aanbieden om deze complexiteit te bedwingen zijn de selectie ("if") en foutafhandelingsmechanismen ("try catch"). In het onderzoek naar voor geschoven in dit voorstel zullen we trachten een consistent, wetenschappelijk onderbouwd, programmeertalenparadigma te definiÎren (en van een experimentele implementatie te voorzien) dat speciaal is toegespitst op het bouwen van AmI
toepassingen. Eigenschappen van het beoogde model zijn (merk op: om de leesbaar te bewaren hebben we soms voor het engelstalige vakjargon geopteerd): ï contextgevoeligheid: Huidige programmeertalen baseren hun operaties op namen die in de zichtbaarheid (Eng: "scope") van de programmatekst voorkomen. Zulke lexicale namen zijn momenteel de enige manier om code te parametriseren. De problematiek van AmI dwingt ons echter na te denken over programma's die zich in verschillende (geografische) contexten anders gaan gedragen. Met de deze dynamiciteit in acht genomen, zal het op klassieke wijze parametriseren van programma's met contextparameters echter tot code leiden waarvan de algoritmiek totaal vervuild zal zijn met contextparametrisatie-instructies. Dit is immers in "gewone" gedistribueerde systemen reeds heel problematisch. In ons voorstel zullen we varianten van dynamische scoping (zoals ooit verwijderd uit Lisp) opnieuw onder de loupe nemen teneinde code makkelijker contextafhankelijk te maken. Monad-gebaseerde technieken (de "wormgaten" van functionele programmeertalen) zouden bijvoorbeeld soelaas kunnen brengen. ï mobiliteit: De door ISTAG beschreven AmI scenario's geven nu reeds aan dat sterke mobiliteit een onmiskenbaar onderdeel van AmI zal vormen. Hiermee wordt draaiende software bedoeld die zich verplaatst tussen verschillende hardwarecomponenten aanwezig in de processorenwolk en de berekening na de verplaatsing gewoon verder zet alsof er niets aan de hand was. Deze vorm van mobiliteit eist een aantal voorzieningen in de systeemsoftware die momenteel hun intrede doen in wijdverspreide virtuele machines. De abstracties om er conceptueel over te redeneren op programmeertaalniveau staan echter nog in hun kinderschoenen. Dit punt zal beslist ÈÈn van de belangrijkste foci zijn in het onderzoek. ï prototypes: Ons paradigma zal object-georienteerd zijn. De verdiensten van het inkapselen van interne staat in objecten zijn immers overduidelijk in alle lagen van de informatica. Een belangrijk probleem in het kader van mobiliteit is dat transmissie van objecten eveneens de transmissie van de transitieve afsluiting van hun klassestructuur eist. Dit heeft heel wat technische en conceptuele problemen tot gevolg. We zullen ons daarom richten op zogenoemde prototype-gebaseerde talen. Dit zijn klasseloze talen waarin objecten "gewoon" aangemaakt worden door attributen te groeperen, of, door bestaande objecten te klonen. Deze talen zijn doorgaans dynamisch getypeerd wat tevens een enorm voordeel is gegeven de dynamiek waarvan hier sprake. Ze hebben ook het voordeel over zeer krachtige meta- en reflectiefaciliteiten te beschikken. ï parallellisme en distributie: AmI leidt quasi per definitie tot parallelle en gedistribueerde programma's. Daarvoor zullen we teruggrijpen naar bestaande paradigma's zoals actors. Doch, aanpassing van dit model zal nodig zijn wegens de dynamiciteit van de processorenwolk. Momenteel denken we hiervoor bijvoorbeeld aan wat we "multivalues" noemen, een soort waarden die tegelijk meerdere objecten kunnen bevatten. Berichten gestuurd naar zulke waarden zijn zich niet bewust van het aantal objecten die de waarde op een gegeven ogenblik bevat en worden dan ook in parallel verstuurd. Alle resultaten die uit de in parallel verstuurde berichten worden vergaard vormen opnieuw zo'n multivalue. Deze vorm van "object-georienteerde vectorinstructies" laten toe heel wat programmeerpatronen rechtstreeks te abstraheren. ï partial failure voorzieningen: De toepassingen die in een AmI omgeving zullen draaien zullen moeten kunnen adequaat reageren op onvoorziene situaties t.g.v. apparaatjes die onverwacht de processorenwolk verlaten. Geavanceerde taalconcepten om met zulke "partial failure" om te gaan zullen dus deel uitmaken van het beoogde paradigma. Hiervoor kan gekeken worden naar moderne foutafhandelingsmechanismen die veel verder gaan dan de simplistische "try catch" techniek uit de gangbare programmeertalen. Zulke mechanismen worden momenteel ontwikkeld in het kader van object-georienteerde programmeertalen. ï transactievoorzieningen: Onvoorziene veranderingen in de hardwareconstellatie kunnen aanleiding geven tot de noodzaak van het volledig ongedaan maken van (een deel van) de uitvoering van een programma. In het jargon wordt gesproken van atomaire transacties (die men in zijn geheel kan afbreken of doorvoeren) om omkeerbare berekeningen (Eng: reversible computations) te ondersteunen. In plaats van zulke begrippen op te nemen in een bibliotheek of in zogenoemde middleware, zullen ze in ons model een centrale plaats innemen in de basisbegrippen van het programmeerparadigma. Dit zijn de voornaamste punten waar we tijdens ons onderzoek rekening zullen mee houden. Voor sommige van de hierboven eigenschappen (bvb mobiliteit, distributie en partial failures) is het onderzoek er ÈÈn van innovatie. Voor andere (zoals bvb. metatechnieken en parallelisme) ligt de moeilijkheid eerder in integratie. De bedoeling is immers van niet in de val van "overfeaturing" te trappen door ÈÈn of andere bestaande taal uit te breiden met verschillende uitpuilende taalfeatures die op niet consistent wijze interageren. De bedoeling is wel vanaf nul een nieuw wetenschappelijk onderbouwd programmeerparadigma te bedenken dat bovenstaande eigenschappen in een minimum aantal gestroomlijnde concepten huisvest. Het laboratiorium waar dit onderzoek zal gebeuren (PROG) heeft een rijke ervaring in het ontwerp van object-georienteerde programmeertalen. Recent werd deze ervaring geherorienteerd in de richting van mobiliteit in de context AmI in het kader van o.m. IWT projecten en van bursalen (zowel IWT als FWO). Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • Tom VAN CUTSEM • THEO D'HONDT
Een probabilistische aanpak voor het verbeteren van gegevenskwaliteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Floris Geerts
Een principiële benadering voor het verbeteren van datakwaliteit: het overbruggen van theorie en praktijk. Universiteit Antwerpen Abstract: De verbetering van de kwaliteit van gegevens is erkend als een van de belangrijkste uitdaging voor het beheren van gegevens. De behoefte aan effectieve methoden om fouten in de data te detecteren, om objecten te identificeren van mogelijk onbetrouwbare gegevensbronnen, en om deze fouten te herstellen is evident. Inderdaad, er is een toenemende vraag naar dergelijke methoden vanuit verscheidene hoeken in onze huidige digitale samenleving en vanuit de industrie in het bijzonder. Om tegemoet te komen aan deze vraag, is meer fundamenteel onderzoek in data quality vereist en de praktische mogelijkheden hiervan dienen te worden gerealiseerd. Meer specifiek, voortbouwend op eerder onderzoek, een uniforme theorie zal worden ontwikkeld om de kwaliteit van gegevens te verbeteren in een verscheidenheid van toepassingsgebieden. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Floris Geerts
Een principiële benadering voor het verbeteren van datakwaliteit: het overbruggen van theorie en praktijk. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit.
Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Floris Geerts
Een praktische beslissingsprocedure voor de keuze van niet-lineaire afhankelijkheidsstructuren: een toepassing op de samenhang van activa binnen vermogensportefeuilles. Universiteit Antwerpen Abstract: Eén van de problemen waar zowel academici als niet-academici mee geconfronteerd worden wanneer gebruik wordt gemaakt van copula's, is de vraag hoe te kiezen uit het grote aanbod van copula's. Welke copula of welke familie van copula's moeten in een bepaalde situatie gebruikt worden om het beste resultaat te krijgen, en een optimale schatting te krijgen van de echte onderliggende afhankelijkheidsstructuur? De keuze kan immers cruciaal zijn voor het resultaat, b.v. als het gaat om het bepalen van prijzen voor financiële producten (derivaten e.a.). Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het nodig om een methode te ontwikkelen die toelaat om de verschillende copula's en de verschillende families met elkaar te vergelijken, en te zoeken naar mogelijke (statistische) verwantschappen tussen de verschillende copula's. Bovendien is het interessant na te gaan, of het dan mogelijk is om goede eigenschappen van verschillende copula's met elkaar te combineren. Organisaties: • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Ann De Schepper • Frederik Michiels
Een optisch/infrarood studie van actieve galactische kernen op middelhoge roodverschuiving Universiteit Gent Abstract: In deze studie combineren we waarnemingen van een steekproef van actieve galactische kernen in het optische, nabije en verre infrarood met Monte Carlo stralingsoverdrachtssimulaties met als doel om de kosmische evolutie van actieve galactische kernen te onderzoeken en om het unificatiemodel te testen. Organisaties: • Vakgroep Wiskundige natuurkunde en sterrenkunde
Onderzoekers: • Maarten Baes
Een optische melksensor voor het opvolgen van koegezondheid KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Wouter Saeys • Cornelius Rasenberg
Een oplossing voor de ruis- en stabiliteitsbeperkingen van optische vezels in precisie-spectroscopie: op weg naar betere prestaties voor de HERMES spectrograaf KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Natuurkunde en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Conny Aerts • Hans Van Winckel • Gert Raskin
Een ontwikkelingspsychologische studie van deductief, inductief en abductief redeneren: Werkgeheugen, executieve functies en oogbewegingen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Walter Schaeken
Een ontwerpproces voor parallelle dataverwerking in embedded systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: In het toepassingsdomein van embedded systemen is er nood aan ontwerptechnieken voor parallelle dataverwerking in FPGA's. In dit project zal, aan de hand van een case studie rond patroonherkenning, een ontwerpproces worden ontwikkeld met behulp van een high-level synthesis tool. Dit zal leiden tot nieuwe generieke inzichten in het ontwerpproces voor FPGA-code, alsook tot het efficiënter ontwikkelen van algoritmes te gebruiken binnen experimenteel onderzoek in de deeltjesfysica. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Paul De Meulenaere • Nick Van Remortel
Een onderzoekskaart over de mobiliteit van de adel in de Oostenrijkse Nederlanden Universiteit Gent Abstract: De ?all-in-one? onderzoekskaart combineert de kennis over het historische landschap gebaseerd op een retrogressieve kaartanalyse met 18de-eeuwse geografische data over transport en mobiliteit uit kaarten en brieven van de cartograaf Joseph de Ferraris. Daarbij belicht ze nieuwe onderzoeksvragen over transport en mobiliteit van de adel in de Oostenrijkse Nederlanden en over afstand en nabijheid in hun sociale netwerken. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Een onderzoeksinitiatief naar de isolatie en identificatie van biotensiden, geproduceerd uit recycleerbare oliën en vetten. Universiteit Antwerpen Abstract: Sophorolipiden (SL), gesynthetiseerd door micro-organismen met verschillende substraten, treden naar voor als biotensiden met een brede waaier van industriële toepassingen. Het is wenselijk een efficiënt en consistent analytisch platform te ontwikkelen voor de scheiding, de identificatie en kwantificering van de verschillende SL in het complex fermentatiemengsel d.m.v. LC-MSn. Specia-le aandacht wordt hierbij besteed aan de veranderingen van de SL-samenstelling en de verschil-lende toegevoegde lipofiele substraten. Organisaties: • Biomolecular & Analytical Mass Spectrometry (BAMS)
Onderzoekers: • Edgard Esmans
Een object-geöriënteerde shared-memory omgeving voor herconfigureerbare hardware Universiteit Gent Abstract: Momenteel wordt veel onderzoek gedaan naar systemen die zowel een klassieke instructieset-processor (ISP) als herconfigureerbare hardware (bv. FPGA) bevatten. Hierbij richt men zich vooral op systemen waarbij berichten worden uitgewisseld tussen de ISP en de FPGA. In dit onderzoek willen we nagaan hoe de communicatie tussen ISP en FPGA via een gedeeld geheugen kan gebeuren. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Dirk Stroobandt
Een numerieke evaluatie van het verband tussen de aerodynamica en de akoestiek van vleermuis morfologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Herbert Peremans
Een nieuw verband tussen ijzer- en vitamine C-metabolisme: de rol van cytochromen b561. Universiteit Antwerpen Abstract: Vitamine C (ascorbaat) speelt een essentiële rol in talrijke fysiologische processen in dieren en planten. In het voorgestelde project wordt de rol van een recent beschreven klasse van een wijdverspreide groep van membraaneiwitten, cytochromen b561, in ascorbaat- en ijzermetabolisme bestudeerd. Arabidopsis thaliana zal worden gebruikt als modelorganisme. De resultaten zullen bijdragen tot het begrijpen van vitamine C en ijzermetabolisme in planten en dieren. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Han Asard
Een nieuw type van kostenefficiënte proefopzetten voor product- en procesinnovatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Heidi Arnouts • Peter Goos
Een nieuw paradigma voor het bedieningsproces in wachtlijnsystemen, met toepassingen in computer- en communicatienetwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Benny Van Houdt
Een nieuw paradigma voor druggebruik en het bepalen van gezondheidsrisico's: metingen via rioolwater-epidemiologie op het niveau van de gemeenschap (SEWPROF). Universiteit Antwerpen Abstract: SEWPROF aims to develop interdisciplinary and cross-sectoral research capability for the next generation of scientists working in the newly-emerging fileld of sewage epidemiology. It will provide an integrated approach towards public health monitoring at a community level based on innovative sewage epidemiology techniques. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Guido Van Hal • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs
Een nieuw leven voor oude verbindingen: toepassing van de transannulaire omleggingsreactie van geactiveerde lactamsystemen op diazepinederivaten.
KU Leuven Abstract: Diazepine derivatives are well known privileged scaffolds in medicinal chemistry, and a lot of research has been devoted to their synthesis andbiological evaluation. In previous work in our group, we made the serendipitous finding that diazepinedione systems can undergo a rearrangementreaction, giving rise to completely new molecules with potentially interesting biological activities. By performing a rearrangement reaction onthe compounds, we can potentially switch the biological activity of these systems and revive the interest in these systems, this time as precursors for novel molecules. In the current project, we will further optimise the discovered cascade reaction and apply its chemistry to the synthesis of a diversified library of bioactive derivatives. During the courseof the work we will try to adhere to the principles of sustainable chemistry (e.g. perform solvent-free reactions) and look for the implementation of novel microfluidic and flow techniques for the optimisation of Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Wim De Borggraeve • Johannes Vrijdag
Een nieuwe XEL-microscoop voor synchrotrontoepassingen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel een XEOL-microscoop te ontwikkelen, die gekoppeld kan worden aan een elektro- of milieu (environmental) chemische cel voor het gebruik aan synchrotroninfrastructuur. De microscoop zal in-situ, tijdsgeresolveerde moleculaire beelden en spectra kunnen maken van oppervlakken die blootgesteld worden aan een brede waaier van omgevingen. De laterale resolutie zal variëren van 1 tot 50 ?m. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Annemie Adriaens
Een nieuwe visie op multi-jet productie bij de Large Hadron Collider. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Elementaire-Deeltjesfysica
Onderzoekers: • Pierre M S J Van Mechelen • Albert Knutsson