www.researchportal.be - 1 Jul 2016 17:48:56
Onderzoeksprojecten (4900 - 4950 van 7401) Zoekfilter: Classificaties: EXACTE WETENSCHAPPEN (P)
Software Engineering Concepten voor Datadeling in Mobiele Netwerken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject spits zich toe op het formuleren van oplossing voor de problemen die zich op software niveau manifesteren als gevolg van vaak voorkomende disconnecties tijdens het coördineren van data die gedeeld wordt over een mobiel ad-hoc netwerk. We focussen meer concreet op vier deelproblemen. Ten eerste gaan de huidige software bibliotheken meestal uit van ``vlakke'' informatie. Ten tweede bestaan er geen technisch expliciet gemaakte propagatiestrategieën waarmee men declaratief kan voorschrijven hoe data gepropageerd wordt over een netwerk van mobiele nodes. Ten derde zijn deze technieken ``alles of niets'' en laten ze dus niet toe om op fijnmazige manier stukken van objectgrafen te delen tussen verschillende gedistribueerde partijen. Ten vierde bieden de bestaande systemen geen hulp wanneer ontvangers data verwachten van meerdere bronnen. Het probleem dat we trachten op te lossen in dit onderzoeks project bestaat er dus uit dat de huidige systemen om data te delen in een mobiel adhoc netwerk onvoldoende fijnmazige controle geven over hoe en met wie data gedeeld wordt en hoe deze data geselecteerd kan worden uit de ambient. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • WOLFGANG DE MEUTER
Karakterisering van stedelijke morfologie en landgebruik op basis van hoge resolutie remote sensing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project bestaat erin een methode te ontwikkelen om stedelijke morfologie op een gedetailleerde, objectieve en generische wijze te beschrijven, uitgaande van hoge resolutie remote sensing data die informatie verstrekken over de tweedimensionale structuur (variatie in bodembedekking) en de hoogtecomponent van de stedelijke omgeving. Informatie met betrekking tot stedelijke bodembedekking zal afgeleid worden uit beeldmateriaal afkomstig van optische hoge resolutie sensoren (type Ikonos, Quickbird). Voor de hoogtecomponent zal beroep gedaan worden op stereoscopische analyse van optische hoge resolutie beelddata of beschikbare LIDAR gegevens. De morfologische karakterisering van het stedelijk weefsel zal worden uitgevoerd op het niveau van homogene stedelijke eenheden (bouwblokken, ingesloten door het stratennetwerk, of delen van bouwblokken), op basis van ruimtelijke maten (spatial metrics), ontleend aan het landschapsecologisch onderzoek, en op basis van nieuwe, nog te definiëren maten (urban metrics), die specifiek ontwikkeld zullen worden om stedelijke structuren optimaal te typeren. Het gebruik van spatial metrics in combinatie met remote sensing data voor de analyse van stedelijke morfologie wordt als erg veelbelovend beschouwd. Totnogtoe werd echter relatief weinig onderzoek rond dit thema verricht, vooral omdat de hoge resolutie data vereist om dit type onderzoek uit te voeren tot voor kort niet voorhanden waren. Een belangrijk element in dit onderzoek, naast de typering van stedelijke morfologie zelf, is de analyse van de relatie tussen verschillende types van stedelijke morfologie, die aan de hand van remote sensing data en spatial metrics kunnen beschreven worden, en diverse vormen van landgebruik, die een eerder functionele betekenis hebben (residentieel, industrieel, commercieel, recreatief landgebruik,...). Het automatisch extraheren van informatie omtrent landgebruik uit remote sensing gegevens vormt inderdaad één van de belangrijkste uitdagingen van het huidig onderzoek rond stedelijke remote sensing en is in sterke mate afhankelijk van het succes waarmee karakteristieke verschillen in stedelijke morfologie, eigen aan bepaalde vormen van landgebruik, aan de hand van beelddata kunnen beschreven worden en, eventueel in combinatie met andere types van gegevens (socio-economische data), aan specifieke vormen van landgebruik kunnen worden gekoppeld. Organisaties: • Geografie
Onderzoekers: • FRANK CANTERS
Biodiversiteit, populatiedynamica en metabolietanalyse van gefermenteerde groenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Spontane fermentatie en backslopping zijn fermentatietechnieken die van oudsher toegepast worden om de sensorische kwaliteit, veiligheid en houdbaarheid van voedingsproducten te verbeteren. Door de onvoorspelbaarheid en oncontroleerbaarheid van deze technieken, wordt meer en meer overgeschakeld op bulkstarterculturen, welke reeds toegepast worden in een aantal sectoren (bijvoorbeeld zuivel, vlees en brood). In andere sectoren, waaronder de groentefermentatie, verkeert het gebruik van starterculturen nog in een experimenteel stadium. In tegenstelling tot industriële bulkstarterculturen, zijn natuurlijk voorkomende, wild-type stammen, die traditionele fermentaties domineren, competitiever en hebben zij uitgebreider metabolische capaciteiten om de aromavorming en voedselveiligheid te verbeteren. Voor de ontwikkeling van geschikte starterculturen is echter een uitgebreide kennis van de biodiversiteit van het desbetreffende ecosysteem, de populatiedynamica van het fermentatieproces en de substraatconsumptie en metabolietproductie in relatie tot organoleptische eigenschappen en microbiële interacties van uitzonderlijk belang. Dergelijke studies zijn schaars bij gefermenteerde groenten. Er bestaat nochtans een interessant, aan belang toenemend marktpotentieel voor dergelijke producten, in het bijzonder omwille van het gezond imago van gefermenteerde levensmiddelen. Daartoe zal in voorgesteld project getracht worden om de microbiële biodiversiteit en populatiedynamica van bepaalde gefermenteerde groenten in kaart te brengen. Na de ontwikkeling van een methode voor het bestuderen van het metaboloom van gefermenteerde levensmiddelen in een vaste matrix, zal deze methode aangewend worden om het metaboloom van bepaalde gefermenteerde groenten op te helderen. Tenslotte zullen geselecteerde (autochtone) melkzuurbacteriën toegepast worden als functionele startercultuur voor de gerichte fermentatie van bepaalde groenten. De biodiversiteit en populatiedynamica zullen bestudeerd worden door middel van cultuurafhankelijke (selectieve uitplatingen, gevolgd door repPCR-fingerprinting) en cultuuronafhankelijke methoden (PCR gevolgd door denaturerende gradiëntgelelectroforese). Wat betreft de metaboloomanalyse, zal bijzondere aandacht besteed worden aan het opstellen van een geschikte gaschromatografie(GC)massaspectrometrie(MS)-methode. Staalname van de verschillende metabolieten zal plaatsvinden door middel van statische headspace of solid phase microextraction. Wanneer het interessant zou zijn om het metabolisme van bepaalde verbindingen, die niet of nauwelijks via GC-MS analyseerbaar zijn, op te volgen, zullen tevens methoden voor andere analysetechnieken ontwikkeld worden, waaronder hogedrukvloeistofchromatografie en vloeistofchromatografie-MS. De bekomen methodologie zal gebruikt worden om zowel stalen van gefermenteerde groenten uit Roemenië en Zuid-Italië als bacteriële culturen, bekomen met de uit gefermenteerde groenten verkregen isolaten, te onderzoeken naar de aan- of afwezigheid van specifieke bacteriële metabolieten met (potentiële) rol in de kwaliteitsaspecten van gefermenteerde groenten. De starterculturen die het interessantst bevonden worden, zullen onderzocht worden naar hun kinetisch gedrag tijdens gesimuleerde laboratoriumfermentaties (10 l werkvolume). Daarnaast zullen ook kleinschalige fermentaties uitgevoerd worden in groente-extracten, teneinde na te gaan in welke mate de simulatiemedia de realiteit benaderen. Tenslotte zullen geselecteerde starterculturen gebruikt worden om een bepaalde groente te inoculeren en een gecontroleerde fermentatie op te starten, waarbij tevens de vergelijking zal gemaakt worden met een spontane fermentatie van diezelfde groente en met een op azijn ingelegd analoog.
Het doctoraatsonderzoek zal gebeuren in samenwerking met het Institute of Biology Bucharest (IBB, Dr. Medana Zamfir), waarmee reeds voordien een bilateraal project in verband met de biodiversiteit van Roemeense zuivelproducten aangegaan werd (BWS02/04, 2002-2005). Daarenboven zal een bilaterale samenwerking aangegaan worden met het Dipartemento di Protezione delle Piante e Microbiologia Applicata (Universitá degli Studi di Bari, Prof. Dr. Marco Gobbetti). Voor het taxonomisch deel zal tevens samengewerkt worden met de BCCM gist- en bacteriecultuurcollecties. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST
De ontwikkeling van nieuwe adhesines gebaseerd op Als-proteïnen van Candida albicans en Flo-proteïnen van Saccharomyces cerevisiae. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De ontwikkeling van nieuwe adhesines gebaseerd op Als-proteïnen van Candida albicans en Flo-proteïnen van Saccharomyces cerevisiae. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • LODE WYNS
Deelname van de UA, UGent en VUB in het CERN CMS (Compact Muon Solenoïd) experiment aan de LHC (Large Hadron Collider) in CERN. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project maakt deel uit van de zg. Big Science financiering voor deelname aan grote internationale onderzoeksfaciliteiten. De financiering laat de deelname toe aan het CMS experiment in CERN en behelst logistieke steun onder de vorm van personeel, bijdragen tot de 'Maintenance and Operation' van de detector en uitbouw van lokale GRID infrastructuur. Organisaties: • Natuurkunde
Onderzoekers: • WALTER VAN DONINCK • STEFAAN TAVERNIER • CATHERINE DE CLERCQ • Jorgen D'HONDT
ITEA 05023 ESNA-BE : European sensor network architecture Vrije Universiteit Brussel Abstract: The emerging technology of wireless sensor networks creates new opportunities for innovative applications, but poses new technical challenges for constructing such applications. The ESNA (European sensor network architecture) project makes development of wireless sensor network applications more effective by providing a standard architecture, technology and application-development guidelines, as well as proof-of-concept implementations. ESNA establishes wireless sensor networks as a technology discipline serving business needs. This is done in three ways: 1.By exploring and modelling detailed application requirements that drive technology development, 2.By exploring and further develop technologies for sensor network applications; and 3.By exploring methodology and business aspects of sensor networks. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • KRIS STEENHAUT
Ex post evaluatie van het PDPO 2000-2006: evaluatie opleidingen in bosbouw - evaluatie maatregelen 9.3.8. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Europese Plattelandsbeleid is de tweede pijler van het Europese landbouwbeleid. De uitwerking van de tweede pijler gebeurd door de lidstaten via zesjaarlijkse programmeringsdocumenten plattelandsontwikkeling (PDPO). De eerste periode liep van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2006. Deze opdracht kadert in de ex-post evaluatie van de realisaties en impacts van het Vlaamse PDPO. De VUB bekeek de realisaties en impact van de bosmaatregelen binnen het Vlaamse PDPO. Deze maatregelen waren gericht op het bebossen van landbouwgronden, het herbebossen van gekapte percelen, het opmaken van uitgebreide bosbeheerplannen, het ondersteunen van voorlopig erkende bosgroepen, het ondersteunen van het ecologische beheer van bossen en de openstelling van prive-bossen. Deze opdracht werd uitgevoerd in een consortium met IDEA Consult, Belconsulting en de vakgroep Landbouweconomie (UGent) in opdracht van het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse Overheid. Organisaties: • Menselijke Ecologie
Onderzoekers: • David PROOT • LUC HENS • Rik DE VREESE
Popularisering van wetenschappen, techniek en technologische innovatie: Geo-Info (WI-2007-032) Universiteit Gent Abstract: Er wordt en elektronische leeromgeving ontwikkeld voor geografische excursies in de middelbare school. Studenten kunnen hiermee informatie vinden over het studiegebied en leerkrachten kunnen excursiepunten uitwisselen. De website wordt ontwikkeld met Google Maps API, gebruik makend van HTML, PHP, Javascript, XML, AJAX en MySQL Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Prijs Onderzoeksraad 2007 (prijs F. Verbeure - fac. Wetenschappen). Universiteit Antwerpen Abstract: Prijs Onderzoeksraad 2007 (prijs F. Verbeure - fac. Wetenschappen). Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Milorad Milosevic
Prijs Onderzoeksraad 2007 (Prijs F. Vandendriessche - biomed.wetenschappen) Universiteit Antwerpen Abstract: Prijs Onderzoeksraad 2007 (Prijs F. Vandendriessche - biomed.wetenschappen) Organisaties: • VIB DMG - Neurogenetica
Onderzoekers: • Godelieve Claes
Robuuste statistische procesbeheersing met toepassingen in de controle van de kwaliteit van diervoeder (Type3). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een schema te ontwikkelen voor het ontwerpen van robuuste calibratiemodellen voor heterogene spectrale gegevens in de context van een kwaliteitsproces. Door de complexe, hoogdimensionale structuur van de spectrale gegevens zijn er meer geavanceerde multivariate statistische methodes nodig dan de veelgebruikte meervoudige lineaire regressiemodellen. Meer nog, de complexe en heterogene natuur van de gegevens vereisen het gebruik van robuuste versies van principaalcomponentenregressie en van de partiële kleinste kwadratenregressie. Een doelstelling van het project is om te bepalen welke methode tot het beste calibratiemodel leidt en om verbeteringen aan de huidige robuuste principaalcomponentenmethode te suggereren. Gedurende het ontwerpen van het schema voor de bouw van calibratiemodellen, zal een substantieel deel gewijd worden aan robuuste preprocessingtechnieken (cluster methodes inbegrepen), aan modelvalidatie en aan een 'out-of-control'-actieplan dat de werkvloer in staat zal stellen om de voorspellingen die gemaakt worden door het calibratiemodel zinvol te gebruiken. Door het gebruik van robuuste statistische technieken hopen we een calibratiemodel te kunnen opstellen dat een meer betrouwbare procescontrole toelaat. Bovendien moeten de calibratiemodellen het mogelijk maken een correcte identificatie te verrichten van loten die buiten de specificatielimieten vallen. Hiervoor zullen de grafische hulpmiddelen behorende bij de robuuste statistische methodes benut worden. Deze grafieken, die uitschietermappen genoemd worden, classificeren de steekproeven in reguliere data, verticale uitschieters, slechte hefboompunten of goede hefboompunten. Voor kwaliteitscontrole doeleinden is het cruciaal om de verticale uitschieters en slechte hefboompunten te inspecteren omdat deze respectievelijk corresponderen met steekproeven die een grote responswaarde hebben bij een normaal spectrum en steekproeven met abnormale respons waarden alsook een afwijkend spectrum. Het gebruik van robuuste preprocessingtechnieken en robuuste gegevensclustering zal bijdragen tot de kwaliteit van de voorspellingen door de calibratiemodellen. De nieuwe ontwikkelde procedures zullen uitgebreid getest worden op gesimuleerde data alsook op reële datasets van bedrijven als SESVANDERHAVE en op onze testgegevens van Aveve Veevoeding. Een dataset van Aveve Veevoeding bevat metingen van gemalen steekproeven. Een tweede bevat de spectrale gegevens van ongemalen steekproeven. De data werden verzameld om calibratiemodellen te bouwen voor kwaliteitscontroledoeleinden. Het bouwen van een geschikt calibratiemodel op basis van deze gegevens met de standaardmethodes aangereikt door de aanwezige software bleek niet mogelijk. Dit komt door de heterogene structuur van de data en suggereert dat het gebruik van robuuste preprocessingmethodes en robuuste multivariate statistische technieken, waarvan sommigen nog dienen ontwikkeld te worden, meer aangewezen zijn. Een bijkomende interessante onderzoeksvraag bij Aveve is of de dataset voor ongemalen voeding bruikbaar is om een goed calibratiemodel te construeren. Een positief antwoord hierop zou Aveve in staat stellen enkel de ongemalen steekproeven te gebruiken en daardoor de operatorafhankelijke en tijdrovende vermaling te vermijden. Verder kan de Aveve studie gebruikt worden om na te gaan of clusteringmethodes de voorspellende kracht van de robuuste calibratiemodellen verhogen. Dit is omdat elk van de twee datasets bestaat uit metingen van verschillende veevoedersoorten. In ideale omstandigheden leidt het robuuste schema dat uitgewerkt wordt in dit project tot calibratiemodellen die meteen geimplementeerd kunnen worden op de productie-eenheden van Aveve. Deze praktische implementatie zal een automatisch 'out-of-control'-actieplan vereisen. De ontwikkeling van dit plan is één van de hoofddoelen van dit project. Organisaties: • Engineering Management • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Sabine Verboven • Peter Goos
Gezondheidseconomisch onderzoek en mathematische modellering van infectieziekten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Samuel Coenen • Pierre Van Damme • Herman Goossens • Philippe Beutels
Oligomere Analogen van Poly(zwavelnitride) voor Halfgeleidertoepassingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Nieuwe geconjugeerde materialen, hybrieden van organische en anorganische geconjugeerde systemen, bruikbaar voor halfgeleidertoepassingen zoals sensoren en organische geheugens, zullen worden gesynthetiseerd, gekarakteriseerd m.b.v. diffractie- en spectroscopische methoden, en geëvalueerd als elektro-actieve componenten in deze toepassingen. Organisaties: • Structuurchemie
Onderzoekers: • Frank Blockhuys
Eigenschappen en milieurisico's van atmosferische aërosoldeeltjes die tegenwoordig vrijgesteld worden uit de Chernobyl kerncentrale. Universiteit Antwerpen Abstract: Tegenwoordig is het gevaar van de straling die vrijkomt uit de Chernobyl IV reactor, die geëxplodeerd is in 1986, sterk verminderd wegens het radioactief verval. Niet tegenstaande stoot de brandstof van deze concrete betonnen afsluiting, de zogenaamde 'Sarcofaag', nog voortdurende atmosferische aërosolen vrij. Deze aërosolen kunnen tegenwoordig het grote gevaar zijn, niet enkel lokaal, maar ook over afstanden van meerdere honderden kilometers. Dit hangt sterk af van de fysische en de chemische eigenschappen van de uitgestoten aërosolen. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Anna De Maeyer-Worobiec
Laag-dimensionele gecorreleerde systemen op nanoschaal. Universiteit Antwerpen Abstract: Theoretische studie van correlatieeffecten in klassieke en kwantum systemen zoals o.a. laag dimensionele systemen bestaande uit colloïdale deeltjes, stofferige plasma's en nanostrukturen gemaakt van supergeleiders en grafeen. Teams met complementaire expertise in computationele technieken en met een gemeenschappelijke interesse in multi-disciplinaire onderwerpen worden samengebracht. Organisaties: • Theorie van de gecondenseerde materie
Onderzoekers: • Francois Peeters
Ontwikkeling en gebruik van een 4D-GIS systeem ter ondersteuning van de conservatie van de Calacmul-site (Mexico) Universiteit Gent Abstract: Binnen het kaderwerk van het R&D samenwerkingsakkoord tussen BELSPO en UNESCO/WHP (2007-2011) helpt een Belgisch team van experten de UNESCO en lokale partners met het conservatiemanagement van UNESCO-sites. Het Belgisch consortium ontwerpt en implementeert een 4-dimensionaal GIS voor de deskundigen van het ?Biosphere Reserve and Archaeological Urban Centre van Calakmul/Yucatan Paninsula (Mexico)? Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
Complexatie van DNA met amfifiele kationische verbindingen Universiteit Gent Abstract: Door middel van organische synthese worden amfifiele moleculen gemaakt die met DNA multimoleculaire hydrofobe complexen vormen. Hun efficiëntie bij het intacte transport van DNA tot in de celkern zal met gespecialiseerde biofysische technieken zoals FRAP, DLS, FCS en Single Particle Tracking geëvalueerd worden. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Joseph Demeester
VERKOOP van massa spectrometer Ar-Ar aan Mrs. Deborah Colley (USA) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mass spectrometer voor Ar-Ar en K-Ar datering werd als "spare parts" verkocht aan de US Geological Survey in Reston Virginia (VS) Organisaties: • Geologie
Onderzoekers: • Philippe CLAEYS
W&T samenwerking China :Research on fingerprints of Chinese Materia Medica to develop standard and research protocols evaluating their identity, safety and reproducibility. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project heeft de volgende objectieven: Definieren van fingerprintontwikkelingsmethodologieen in klassieke hoge Druk Vloeistofchromatografie (HPLC) Fingerprint data analyse en defnieren van fingerprint analyseprotocols Isolatie en karakterisatie van individuele kruidencomponenten Definiëren van fingerprintontwikkelingsmethodologieen in geminiaturiseerde scheidingstechnieken Definiëren van fingerprintontwikkelingsmethodologieen in tweedimensionale HPLC Vergelijken van HPLC fingerprints met metabolome analyse via 1H NMR spectrometrie en multivariate analysetechnieken Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Een fundamentele aanpak voor de modellering van de (trans)esterificatie in de productie van biodiesel Hogeschool Gent Abstract: De productie van biodiesel is de laatste jaren snel toegenomen. Deze stijgende trend zal zich in de komende jaren voortzetten met de ingebruikname van talrijke nieuwe productie-eenheden zowel in België, Europa als de rest van de wereld. De productie van biodiesel is gestart aan het begin van het vorige decennium. Na een initiële toename stagneerde de totale productiecapaciteit in de 2e helft van de jaren 90. In deze periode ging het vooral om piloot- en demonstratieprojecten en leidde de productiekost tot een significant duurdere biobrandstof dan de conventionele, fossiele brandstoffen. Rond de eeuwwisseling echter is de interesse in biodiesel significant toegenomen vooral omwille van politieke en milieugerelateerde initiatieven in het kader van het terugdringen van de CO2 emissies. Deze interesse in biodiesel wordt nog versterkt door de prijsstijging van de fossiele brandstoffen die zich de laatste jaren hebben voorgedaan. De huidige productieprocessen van biodiesel hebben doorgaans plantaardige oliën als grondstof zoals koolzaadolie, zonnebloemolie, palmolie, sojaolie, … (Ma en Hanna, 1999; Pinto et al., 2005). Dergelijke oliën hebben een hoge viscositeit en een inferieure verbrandingskwaliteit. Echter, de hoofdcomponenten van deze oliën, nl. triglyceriden en vrije vetzuren, kunnen omgezet worden tot alkylesters die wel de gewenste eigenschappen
vertonen en in min of meerdere mate corresponderen met de eigenschappen van de huidige fossiele brandstoffen. Homogene basische katalyse wordt in hedendaagse processen gebruikt voor de transesterificatie van triglyceriden (Vicente et al.2004) . Deze katalyse vormt met de huidige technologie het beste compromis tussen productiecapaciteit en technologische uitdagingen (Lotero et al., 2005). De triglyceriden worden immers snel omgezet tot de gewenste alkylesters, maar de vrije vetzuren reageren met de basische katalysator tot de corresponderende zouten die zeep-achtige eigenschappen vertonen. Een zure katalysator is in staat om zowel de transesterificatie van triglyceriden te verzorgen als de esterificatie van de vrije vetzuren, echter, vooral de transesterificatiereacties verlopen significant trager over een zure katalysator dan over een basische katalysator (Lotero et al., 2005). Een tweede uitdaging met betrekking tot de huidige uitvoering van biodieselproductieprocédés is het homogene karakter van de katalysator. Dit maakt extra scheidingsoperaties noodzakelijk en bovendien moet bij de materiaalkeuze van een productie-eenheid rekening gehouden worden met het agressieve karakter van sterke basen. Heterogene katalysatoren (waaronder ook ionenwisselaars, zie Bondioli (2004) en Shibasaki-Kitakawa et al.(2007)), zowel basische als zure, bieden een mogelijke uitweg (Fukuda et al., 2001). Recent werden enzymatische katalysatoren (lipazen) als alternatief voorgesteld, welke eveneens kunnen geïmmobiliseerd worden op een ionenwisselaar (Al-Zahair, 2005). Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Chemie
Onderzoekers: • Jeriffa De Clercq • Evelien Van de Steene
FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship (Mathusamy Venkatraj, Indië) in het kader van het project "Ontwerp, synthese en evaluatie van diverse enzym inhibitoren als potentieel antiparasitaire verbindingen". Universiteit Antwerpen Abstract: FWO-Visiting Postdoctoral Fellowship (Mathusamy Venkatraj, Indië) in het kader van het project "Ontwerp, synthese en evaluatie van diverse enzym inhibitoren als potentieel antiparasitaire verbindingen". Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Koen Augustyns
Duurzaamheidsevaluatie van opties voor energetische valorisatie van biomassa in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: De globale doelstelling van dit doctoraal onderzoek is inzicht verwerven in de ecologische en socio-economische duurzaamheid van de meest relevant biomassastromen en biomassa-technologiecombinaties ( BTC's) in Vlaanderen. Hiervoor is een inventarisatie en evaluatie nodig op korte en middellange termijn van de belangrijkste mogelijkheden tot energetische valorisering van (eigen en ingevoerde) biomassastromen in Vlaanderen. De verschillende pistes moeten vervolgens tegenover elkaar afgewogen worden. Een groot gedeelte van het doctoraat zal zich daarom concentreren op de opmaak van een voor Vlaanderen aangepast duurzaamheidsmodel, ontwikkeld op basis van de internationaal beschikbare LCA-gegevens voor specifieke biomassastromen, een gegevensbestand van aangepaste energietechnologieën (1ste en 2de generatie), en een uitgebreide, vergelijkende studie van duurzaamheidscriteria en -modellen. Met behulp van het uiteindelijk weerhouden/ontwikkelde duurzaamheidsmodel en economisch modellen zullen relevante opties voor energievalorisering van potentiële biomassastromen in Vlaanderen afgewogen worden naar duurzaamheid, energie-efficiëntie en kosten. De uiteindelijk te beantwoorden vragen zijn: -welke zijn voor Vlaanderen de optimale biomassa-technologiecombinaties? -waarvoor en hoe moet Vlaanderen zijn eigen biomassastromen (gekweekt of afval) ecologisch en economisch optimaal inzetten? Organisaties: • Milieu Ecologie en Microbiologie (ENdEMIC) • Duurzame energie en luchtzuivering: DUeL
Onderzoekers: • Jean Kretzschmar • Veerle Buytaert
Krachtige Ingebedde Systemen (KIS) Universiteit Gent Abstract: De Associatieonderzoeksgroep ?Krachtige Ingebedde Systemen? bundelt de krachten binnen de Associatie Universiteit Gent rond het thema ?Ingebedde Systemen?. Hierbij werd in eerste instantie gefocust op visiesystemen, gaande van het algoritmisch ontwerp van visiesystemen tot het fysiek ontwerp van het visiesysteem in de vorm van geoptimaliseerde software die draait op een computerarchitectuur of van specifieke hardware, al dan niet herconfigureerbaar. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Jean Van Campenhout
Ontwikkeling van randapparatuur voor geconditioneerde X-stralen nanotomografiemetingen Universiteit Gent Abstract: Een X-stralen nanotomograaf is een toestel dat toelaat om op niet-destructieve wijze beelden van het inwendige van materialen en voorwerpen te produceren met een ruimtelijke resolutie die beter is dan 1 micrometer. Het voorgestelde project beoogt de ontwikkeling van randapparatuur aan de nieuwe nanotomograaf van de UGent die zal toelaten om samples te gaan bestuderen onder geconditioneerde sampleomstandigheden zoals gecontroleerde temperatuur, vochtigheidsgraad, luchtdruk, atmosfeersamenstelling, duw- of trekkrachten enz. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Luc Van Hoorebeke
Differentiële beeldvorming: optimalisatie van de technologie ? uitwerking valorisatieplan specifiek toegepast op kwaliteitsbepaling van diamanten Universiteit Gent Abstract: Differentiële beeldvorming is een nieuwe methode voor de detectie van defecten in homogene materialen die industriële toepassingsmogelijkheden heeft. Ze is onder bepaalde omstandigheden immers veel gevoeliger dan standaard X-straleninspectie. Vooral in de diamantsector bestaat er een grote interesse in de technologie. Momenteel is het echter nog niet volledig duidelijk welke defecten te visualiseren zijn en er is nog heel wat onderzoek vereist om de techniek industrieel toepasbaar te maken.
Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs • Luc Van Hoorebeke
Polaire ruimten, duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden Universiteit Gent Abstract: De bedoeling van het porject is het bekomen van resultaten over: (1) classificatie van dichte schier veelhoeken met drie punten per rechte (2) hypervlakken en projectieve inbeddingen van duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden zoals polaire Grassmannianen (3) substructuren van (duale) polaire ruimten (4) genererende rang van duale polaire ruimten en gerelateerde meetkunden. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Bart De Bruyn
Ab initio chemische kinetiek: van geïsoleerde moleculen tot supromoleculaire systemen Universiteit Gent Abstract: De focus van dit project is om de chemische kinteiek op een grote varieteit van systemen af te leiden gaande van geïsoleerde naar suparamoleculaire systemen. Teneinde deze doelstelling te bereiken bevat het proejct een methodologisch luik en een toepassingsgericht luik. De toepassingen situeren zich binnen de heterogene katalyse, homogene katalyse en heterocyclische chemie. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Veronique Van Speybroeck
Optimalisering en actualisering van de emissie- inventaris ammonniak landbouw Universiteit Gent Abstract: De landbouw is de grootste bron van ammoniak emissies. Binnen dit project wordt de ammoniak emissie in Vlaanderen via een rekenmodel geactualiseerd. Er wordt rekening gehouden met de meest recente gegevens binnen het landbouwbeleid en de daar geldende milieumaatregelen. Organisaties: • Vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie
Onderzoekers: • Herman Van Langenhove
Gebruik van tank-mix hulpstoffen voor een efficiëntere gewasbescherming Universiteit Gent Abstract: Hulpstoffen verbeteren de performantie van gewasbeschermingsmiddelen door de efficiëntie van de actieve stof te verhogen, de formulering te stabilizeren en de risico's voor gebruiker en milieu te verlagen. Hulpstoffen zijn een belangrijk deel van de formulering maar over hun impact op het milieu (toxiciteit) is weinig geweten. Dit project onderzoekt de milieu-impact aan de hand van residustudies en biosensortesten. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Walter Steurbaut
Classificaties en representaties van meetkundes Universiteit Gent Abstract: Dit project handelt over classificaties en representaties van meetkunden. We zullen proberen nieuwe classificatieresultaten te bekomen overs chier veelhoeken, in het bijzonder over veralgemeende veelhoeken. Met representaties bedoelen we ofwel een projectieve inbedding, een niet-abelse representatie, een pseudo-inbedding, of een inbedding in een andere meetkunde. Organisaties: • Vakgroep Wiskunde
Onderzoekers: • Bart De Bruyn
Darwin’s laatste idee in getallen uitgedrukt: onderzoek naar de invloed van bioturbatie op de biogeochemie van de zeebodem en de impact op de globale koolstof kringloop Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het reilen en zeilen van de aarde wordt gestuurd door de globale cycli van koolstof, stikstof, en andere elementen. Menselijk handelen oefent vandaag een sterke invloed uit op deze cycli met o.a. kimaatverandering als gevolg. Het onderzoek naar deze biogeochemische cycli is het terrein van de biogeologie, waarbij de gekoppelde evolutie van aarde en leven centraal staat. Het meeste onderzoek gaat vandaag uit naar de geomicrobiologie, waar men de invloed van de micro-organismen op globale variabelen, zoals de zuurstof en kooldioxide concentraties in de atmosfeer, onderzoekt. In dit project kijken we echter naar de impact van "macro-organismen", zoals bodemdieren en wortelende planten, wiens effecten op de bodem "bioturbatie" worden genoemd. Charles Darwin was de eerste die zich realizeerde hoe belangrijk bioturbatie wel is voor lokale bodemprocessen, en wijdde er zelfs zijn laatste boek aan. Darwin zou waarschijnlijk zeer verbaasd zijn over de reikwijdte van de effecten die we hier onderzoeken. Recent onderzoek in de paleo-ecologie wijst immers uit dat bioturbatie een belangrijke rol speelde in de "Cambrische explosie", de snelle evolutie van het leven op de oceaanbodem zowat 540 miljoen jaar geleden. De ontwikkeling van een gravende levensstijl zorgde voor een heuse omwenteling in het biogeochemisch functioneren van de oceaanbodem, waaraan de Cambrische bodembewoners zich moesten aanpassen. In dit project onderzoeken we de details van deze omwenteling, en breder, de gevolgen van mariene bioturbatie voor koolstof sequestratie en de globale koolstof kringloop. Dit doen we met behulp van een "virtuele ocaanbodem", een computermodel dat de biogeochemie van de oceaanbodem simuleert. Via computersimulaties berekenen we dan de geochemische effecten die gepaard gaan met het construeren en ventileren van gangenstelsels, en met het groeien van plantenwortels. Dergelijke simulaties verschaffen inzicht in hoe bioturbatie de omzetting van organisch materiaal in de oceaanbodem beïnvloedt, en wat de gevolgen hiervan zijn op de globale koolstof kringloop. Organisaties: • Scheikunde
Onderzoekers:
• Filip MEYSMAN • FRANK DEHAIRS
Relational Visual Recognition (Relationele visuele herkenning) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Luc De Raedt • Tinne Tuytelaars • Laura Andreea Mocanu
Van specifieke sturing naar generiek stuurplatform (VOLGES). Universiteit Antwerpen Abstract: Van specifieke sturing naar generiek stuurplatform (VOLGES). Organisaties: • Antwerp Systems and software Modelling (AnSyMo)
Onderzoekers: • Serge Demeyer
Verbeterde virtuele private ad-hoc netwerken Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen • Vakgroep Informatica
Onderzoekers: • Peter Dedecker • Joris Moreau
Moleculair biologische analyse van het intracellulair transport van actinebindende proteïnen, en hun rol in de kern Universiteit Gent Abstract: Onderzoek naar pendeltransport van cytoskelet proteïnen naar en uit de kern. Voornamelijk accent op de invloed van nucleaire actine bindende proteïnen op actine-RNA polymerase II interactie, en hun invloed op RNA polymerase II-afhankelijke genexpressie. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Gettemans
Modellering van elementaire reacties die bijdragen tot de vorming van geconjugeerde polymeren Universiteit Gent Abstract: Binnen dit project zullen moleculaire modelleringstechnieken aangewende worden om elementaire reactiestappen die bijdragen tot de vorming van geleidende polymeren te onderzoeken. Deze klasse van polymeren hebben tal van toepassingen en hebben reeds aangetoond groot potentieel te hebben voor nieuwe nanogefunctionaliseerde materialen. De elementaire reactiestappen die optreden in het begin van het polymerizatieproces zijn echter nog niet goed begrepen. Binnen dit project zal ondermeer nagegaan worden indien de polymerizatie verloopt via een anionische of radicalaire route. Organisaties: • Vakgroep Fysica en Sterrenkunde
Onderzoekers: • Veronique Van Speybroeck
Productie-scheduling van batch-processen: in elke situatie van strategie naar actie Hogeschool Gent Abstract: Productieprocessen in de biotech- en voedingsindustrie hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat producten in groepen (batches) gemaakt worden. Het efficiënt plannen van zulke batch-processen is een belangrijke uitdaging. Dit is immers een erg complexe materie omwille van vele, soms subtiele beperkingen onder andere qua tijd, productiecapaciteit of onvoorziene gebeurtenissen die een bestaande planning in de war sturen. Dit bemoeilijkt het opstellen van een goede productieplanning. In het verleden, en vaak ook nu nog, is dit de taak van een menselijke expert die met zijn indrukwekkende kennis over het bedrijf en het productieproces in staat is goede planningen op te stellen die de beschikbare middelen (zoals machines en personeel) zo efficiënt mogelijk inzetten om de productie-doelstellingen te behalen. Dit noemt men scheduling. Bij schaalvergroting en de toenemende complexiteit in de praktijk van de productie-industrie groeit echter de nood om dit schedulen te automatiseren. Daar bestaan al verschillende tools voor en het onderzoek naar steeds betere technieken is erg actief. Een bedrijf dat schedulingsoftware in huis heeft, kan een indrukwekkende winst boeken wat betreft efficiëntie. In het bijzonder in KMO's1 in de biotech- en voedingsindustrie is deze overstap echter niet altijd vanzelfsprekend. Het implementeren van een geïnformatiseerde scheduling-oplossing brengt een zware investering met zich mee die voor een KMO moeilijk te dragen is. Batch-processen zijn moeilijk wiskundig te modelleren en de optimalisatietechnieken ervoor zijn complexer dan in andere productieprocessen. Bovendien zijn de voordelen van scheduling¬software niet altijd meteen duidelijk. Het gaat om een erg ingrijpende wijziging in de organisatie van het bedrijf die extra kosten met zich meebrengt. Vaak is de expertise die nodig is om een geschikte scheduling-oplossing te selecteren en te implementeren (nog) niet in het bedrijf aanwezig. Als deze implementatie niet goed opgevolgd en begeleid wordt is de kans op mislukking reëel. Toch is een KMO die wil doorgroeien vroeg of laat verplicht om de stap te zetten naar scheduling-software. De bedoeling van dit onderzoeksvoorstel is om de drempel naar implementatie van een scheduling-oplossing in KMO's uit de biotech- en voedingsindustrie te verlagen door enerzijds te bepalen welke schedulingsoftware er op dit moment voldoet aan hun noden en anderzijds een draaiboek uit te werken dat hen helpt bij het implementeren ervan. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur • Departement Bedrijfsinformatie • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Levensmiddelenwetenschappen en Technologie • Vakgroep Informatica/Wiskunde
Onderzoekers: • Wim De Bruyn • Bert Van Vreckem • Mia Eeckhout
Procedurale modellering van materialen en geometrie voor realistische beeldsynthese. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Philip Dutré • Ares Lagae
Ontwikkeling van een bio-elektronische neus op basis van geïmmobiliseerde olfactorische neuronen KU Leuven Abstract: Elektronische neuzen zijn toestellen die gassensoren met patroonherkenningstechnieken combineren. Ze werden voorgesteld als snelle en goedkope alternatieven voor menselijke smaakpanels of analytische instrumenten. Maar in feite presteren deze toestellen niet goed in de aanwezigheid van vluchtige stoffen die zelfs in kleine concentraties een typisch karakteraan een bepaald aroma meegeven, waardoor het onderscheidbaar wordt van andere gelijkaardige aromas. Met het idee om het beste van zowel biologische als elektronische systemen te combineren, was de hoofddoelstellingvan deze thesis om het potentieel te onderzoeken van een connectie tussen de biologische geursensoren (de olfactorische receptorneuronen) met een optisch of elektronisch meetplatform om hun reacties op aromacomponenten uit te meten. Ook werd een systeem geconstrueerd waarmee verschillende aromas op gecontroleerde wijze konden geproduceerd worden. Dergelijksysteem zou gebruikt kunnen worden om bioelektronische neuzen te ka Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Evelien Micholt
Genetische karakterisatie van pesticide-degraderende bacteriën in de Mekong delta van Vietnam KU Leuven Abstract: De Mekong-delta is de grootste landbouwregio van Vietnam. Om te kunnen voldoen aan de vraag naar voedsel vanwege de lokale bevolking en te kunnen voorzien in de productie van gewasteelten voor export worden steeds meer chemische meststoffen en pesticiden toegepast. Diverse chemische klassen van herbiciden, fungiciden en insecticiden werden in de delta gebruikt, resulterend in een contaminatie van het oppervlaktewater en sedimenten. Het lot van de resterende pesticiden en de microbiële degradatiecapaciteiten aanwezig in de bodems van de Mekong-delta zijn echter grotendeels ongekend. Deze studie onderzoekt de hypothese dat de continue selectiedruk van pesticiden in de landbouwbodems van de Mekong-delta heeft geresulteerd in een aangepaste bacteriële gemeenschap die de intensief gebruikte pesticiden kan afbreken en/of mineraliseren. De algemene doelstelling van dit onderzoek was het verwerven van kennis over de biodegradatievan enkele huidig gebruikte pesticiden in de Mekong-delta en de g Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • René De Mot • Dirk Springael • Thi Phi Oanh Nguyen
Wetenschappelijke opdracht met het oog op verder onderzoek in de biomedische fysica. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke opdracht met het oog op verder onderzoek in de biomedische fysica. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Willem Decraemer
Eigenschappen van crystalline gegradeerde ringen waarvan de grondring (graad 0) een Dedekind Domein is. Universiteit Antwerpen Abstract: Eigenschappen van crystalline gegradeerde ringen waarvan de grondring (graad 0) een Dedekind Domein is. Organisaties: • Fundamentele Wiskunde
Onderzoekers: • Freddy Van Oystaeyen • Tim Neijens
Performantieanalyse en ontwerp van routeringsprotocols voor car-to-car en car-to-infrastructure communicatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Performantieanalyse en ontwerp van routeringsprotocols voor car-to-car en car-to-infrastructure communicatie. Organisaties: • Modeleren van Systemen en Internet Communicatie (MOSAIC)
Onderzoekers: • Christian Blondia • Erwin Van de Velde
Verandering van ensemble in kleine systemen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in het onderzoek naar veralgemeende statistische fysica. De standaardwijze waarop de overgang tussen ensembles bewerkstelligd wordt, is met een Legendre-transformatie. Deze manier om over te gaan van het ene ensemble naar het andere wordt ingegeven door de thermodynamica en is aangewezen voor grote systemen. Voor kleine systemen is er nog geen theorie voorhanden. In dit onderzoek wordt geconcentreerd op de verandering van ensembles in kleine systemen. Vooreerst is het belangrijk experimenten te
analyseren waarbij ensembles vergeleken worden. Om twee ensembles te kunnen vergelijken doet men twee verschillende reeksen van experimenten. In een eerste reeks experimenten meet men het gemiddelde van de fluctuerende kracht (uitgeoefend door de molecule op de krachtsensor), in functie van een vaste eindpositie. Het resultaat is een plot van de gemiddelde kracht ten opzichte van de eindpositie «F>[x]). In een tweede reeks van experimenten houdt men de kracht op de molecule constant en meet men het gemiddelde van de fluctuerende eindpositie. Het resultaat is een plot van de gemiddelde eindpositie ten opzichte van de kracht «x>[F]). Het verband tussen beide functies is niet triviaal. In grote systemen stelt dit probleem zich niet, daar in de thermodynamische limiet (voor veel moleculen) dit verband volgt uit de equivalentie van ensembles. Voor mijn doctoraat wil ik eerst een concreet model opstellen dat dergelijke experimenten beschrijft met behulp van een aantal parameters. Het theoretisch ensemble bevat dus twee parameters die overeenstemmen met twee fluctuerende variabelen, de eindpositie en de kracht. In de twee reeksen van experimenten wordt steeds één van deze variabelen constant gehouden en de gemiddelde waarde van de andere gemeten. Vervolgens kunnen we dan de theoretische en experimentele waarden met elkaar vergelijken. Op die manier kunnen dus twee experimenten die overeenkomen met twee verschillende ensembles met steeds één parameter, verklaard worden vanuit één theoretisch model met twee parameters. Uiteindelijk wil ik een verband leggen tussen de twee experimenten, zodat uit de meetwaarde van het ene experiment, de meetwaarde van het andere experiment voorspeld kan worden. Dit is dan een voorbeeld van een overgang tussen twee ensembles voor een eindig systeem. In een later stadium wil ik deze methodiek veralgemenen. .Technieken uit de wiskundige statistiek kunnen hierbij gebruikt worden. Deze methode om over te gaan van het ene ensemble naar het andere, moet dan verder getest worden. Organisaties: • Wiskundige natuurkunde
Onderzoekers: • Jan Naudts • Erik Van der Straeten
Structuuranalyse van synthetische metaalcomplexen, overgangsmetaalionbevattende eiwitten en ionenkanalen aan de hand van elektronen paramagnetische resonantie en resonante ramanverstrooiing. Universiteit Antwerpen Abstract: Uiteenzetting van projecten : a)Structuurbepaling van metallo jacobsen's complexen. b)Structuuranalyse van de heemzak in verscheidene globine-eiwitten. c)Analyse van koperbinding aan prionen en priongerelateerde eiwitten. d)Afstandsmetingen in spingelabelde ionenkanalen. Organisaties: • Biofysica en Biomedische Fysica
Onderzoekers: • Sabine Van Doorslaer • Evi Vinck
Gecombineerde "Thin window" EPMA en Micro Raman technieken voor de chemische en structurele karakterisatie van milieudeeltjes: optimalisatie van de meetstrategie en data interpretatie; correlatie met data van XANES en XRD. Universiteit Antwerpen Abstract: De voortzetting van het postdoctoraal onderzoek zal zich in eerste instantie focusseren op de verdere optimalisatie van de meetstrategie voor de combinatie van analyses met "thin window" Elektronen Probe X-stralen Microanalyse (EPMA) en Micro-Raman Spectrometrie (MRS), die in de voorbije jaren werd uitgetest. Deze innoverende toepassing zal onderzocht worden voor zowel de chemische samenstelling als de fysische en structurele karakteristieken van milieupartikels met een natuurlijke of antropogene oorsprong. Aandacht zal ook besteed worden aan de interpretatie van de resultaten van beide technieken en dit zowel voor de metingen van onafhankelijke EPMA en MRS instrumenten als via een gecombineerd EPMA/MRS toestel. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Rene Van Grieken • Anna De Maeyer-Worobiec
Modelgebaseerde elektronenmicroscopie: Van visuele interpretatie van de waarnemingen naar precieze metingen van fysische structuurparameters. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een doorbraak te realiseren naar kwantitatieve, modelgebaseerde elektronenmicroscopie zodat fysische parameters, die de structuur van een materiaal beschrijven, precies gemeten kunnen worden uit de waarnemingen. Zowel vanuit theoretisch als vanuit experimenteel standpunt wordt hiernaar gestreefd. Dit betekent enerzijds dat de methodologie verder ontwikkeld en uitgebreid zal worden en anderzijds dat door toepassing van de methodologie op experimentele waarnemingen aangetoond zal worden dat precieze metingen ook in de praktijk haalbaar zijn. Organisaties: • Elektronenmicroscopie voor materiaalonderzoek (EMAT)
Onderzoekers: • Dirk Van Dyck • Gustaaf Van Tendeloo • Sandra Van Aert
Design, synthese en evaluatie van krachtige en selectieve inhibitoren van prolyl peptidasen van clan SC. Universiteit Antwerpen Abstract: Omwille van de unieke structuur van proline zijn slechts relatief weinig peptidasen in staat om peptide bindingen met proline door te breken. Veel biologisch actieve peptiden bevatten evolutionair geconserveerde proline resten als regulerende elementen voor proteolyse, en daarom hebben proline specifieke peptidasen waarschijnlijk belangrijke fysiologische functies met een groot potentieel als doelwit voor geneesmiddelenonderzoek. Opvallend is dat, bij mensen, de enzymen die specifiek Pro-Xaa bindingen knippen, uitsluitend in Clan SC kunnen gevonden worden. Het zijn allen enzymen van het serine-protease type met een katalytische triade in de lineaire volgorde Ser-Asp-His. Het doel van dit project is om voor de katalytisch actieve Pro-Xaa peptidasen (DPP IV, DPP II, DPP 8, DPP 9, FAP en POP), krachtige en selectieve inhibitoren te ontwikkelen. Deze zullen in de eerste plaats gebruikt worden bij het functioneel karakteriseren van de verschillende enzymen en, waar mogelijk, bij hun verdere validering als doelwit in de medicamenteuze behandeling van pathologieën. Voor DPP IV werd reeds aangetoond dat inhibitoren kunnen gebruikt worden in de behandeling van type II diabetes, terwijl er voor inhibitie van de andere eiwitten aanwijzingen zijn voor toepassingen in de oncologie (FAP), immunologie (DPP II), en de beïnvloeding van geheugen en leerprocessen (POP). Bij het rationele design van
de inhibitormoleculen wordt gebruikt gemaakt van drie elementen: enzym-mechanisme, substraatspecificiteit en 3D-structuur (modeling technieken). Bij de synthese wordt gestreefd om, indien mogelijk, gebruik te maken van combinatoriële en parallel synthetische technologieën. De biochemische en eventuele biologische evaluatie tenslotte, gebeurt in nauwe samenwerking met onderzoeksgroepen die expertise hebben op het gebied van de verschillende doelwitenzymen. Organisaties: • Medicinale chemie (UAMC)
Onderzoekers: • Pieter Paula Frans Van Der Veken • Achiel Haemers • Koen Augustyns
Modificatie van poreuze dragers voor de vorming van organisch-anorganische hybride materialen. Universiteit Antwerpen Abstract: De twee krachtlijnen van dit onderzoeksproject zullen gebaseerd zijn, enerzijds op het rechtstreeks combineren van zeolieten met mesoporeuze materialen. Anderzijds, zal de vorming van hybride materialen nagestreefd worden in welke mesoporeuze dragers worden gemodificeerd met organische groepen om alzo de selectiviteit te verhogen. Organisaties: • Laboratorium adsorptie en katalyse
Onderzoekers: • Pegie Cool • Vera Meynen
Gecombineerde numerieke simulaties van de groei van nanodeeltjes in reactieve plasma's en de depositie van nanomaterialen. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit projectvoorstel is via numerieke simulaties een beter inzicht te verkrijgen in het gedrag van reactieve koolstofhoudende (methaan (CH4) en acetyleen (C2H2)) plasma's, voor de vorming en depositie van nanogestructureerde koolstoffilms en nanomaterialen (zoals (U)NCD en CNT). We wensen op een volledig geïntegreerde manier de vorming, de groei en het gedrag van de nanodeeltjes in het plasma, de interactie van deze deeltjes met het substraat en de wand, en de vorming van de nanomaterialen te beschrijven. Organisaties: • Plasma, Laser Ablatie en Oppervlakte-modellering (PLASMANT)
Onderzoekers: • Annemie Bogaerts • Erik C L Neyts