www.researchportal.be - 31 Jan 2016 12:20:14
Onderzoeksprojecten (80 - 100 van 336) Zoekfilter: Classificaties: Bedrijfsbeleid
Samenwerkingsstrategieën voor het bouwen van logistieke netwerken. Universiteit Antwerpen Abstract: De postulant wenst verder te bouwen op het empirisch onderzoek rond logistieke samenwerking door op modelmatige wijze een antwoord te bieden op de vraag hoe logistieke dienstverleners hun netwerken kunnen hertekenen met het oog op een duurzame en stabiele samenwerking. Hierbij staat de idee van een "samenwerkingspool" centraal, waarin coöpererende LDVs elk gezamenlijk te bedienen klanten of gezamenlijk uit te voeren activiteiten inbrengen. Aangezien het onderzoek rond het modelleren van coöperatieve logistieke netwerken nog in zijn kinderschoenen staat, zal de aandacht uitgaan naar single-echelon structuren, waarbij voor een gegeven klantenbestand de distributiecentra optimaal gelocaliseerd worden (in tegenstelling tot multi-echelon structuren waarbij tegelijkertijd ook de locatie van productiecentra wordt bepaald; zie v.b. Dullaert et al., 2005). Binnen de single-echelon structuur zal aandacht besteed worden aan twee probleemtypes. Het enkelvoudige distributieprobleem (EDP) behandelt de situatie waarin klanten via het distributiecentrum van de LDV enkel goederen ontvangen, zonder dat ze zelf goederen verzenden (v.b. bij de verkoop aan huis van diepvriesproducten). Bij het complexere meervoudige distributieprobleem (MDP) verzenden én ontvangen klanten via de LDV goederen (v.b. bij de behandeling van pakjes door koerierdiensten). De structuur van beide problemen laat echter toe dat resultaten uit de analyse van het EDP reeds de basis kunnen vormen voor de analyse van het MDP. Organisaties: • ITMMA
Onderzoekers: • Wout Dullaert • Christophe Theys
Empirisch onderzoek naar loopbaansystemen voor technische medewerkers: een alternatieve benadering via carrièreoriëntaties en persoonlijkheid. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek poogt de problemen met 'traditionele' loopbaansystemen voor technische medewerkers en industriële onderzoeks- en ontwikkelingsorganisaties te verklaren door na te gaan wat de relatie is tussen de carrière-oriëntaties van technische medewerkers, hun persoonlijkheidskenmerken, en hun voorkeur voor alternatieve carrière-benaderingen waarmee op het ogenblik in industriële O&O-organisaties geëxperimenteerd wordt. Organisaties: • Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap
Onderzoekers: • Dirk Buyens
Robuuste statistische procesbeheersing met toepassingen in de controle van de kwaliteit van diervoeder (Type3). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een schema te ontwikkelen voor het ontwerpen van robuuste calibratiemodellen voor heterogene spectrale gegevens in de context van een kwaliteitsproces. Door de complexe, hoogdimensionale structuur van de spectrale gegevens zijn er meer geavanceerde multivariate statistische methodes nodig dan de veelgebruikte meervoudige lineaire regressiemodellen. Meer nog, de complexe en heterogene natuur van de gegevens vereisen het gebruik van robuuste versies van principaalcomponentenregressie en van de partiële kleinste kwadratenregressie. Een doelstelling van het project is om te bepalen welke methode tot het beste calibratiemodel leidt en om verbeteringen aan de huidige robuuste principaalcomponentenmethode te suggereren. Gedurende het ontwerpen van het schema voor de bouw van calibratiemodellen, zal een substantieel deel gewijd worden aan robuuste preprocessingtechnieken (cluster methodes inbegrepen), aan modelvalidatie en aan een 'out-of-control'-actieplan dat de werkvloer in staat zal stellen om de voorspellingen die gemaakt worden door het calibratiemodel zinvol te gebruiken. Door het gebruik van robuuste statistische technieken hopen we een calibratiemodel te kunnen opstellen dat een meer betrouwbare procescontrole toelaat. Bovendien moeten de calibratiemodellen het mogelijk maken een correcte identificatie te verrichten van loten die buiten de specificatielimieten vallen. Hiervoor zullen de grafische hulpmiddelen behorende bij de robuuste statistische methodes benut worden. Deze grafieken, die uitschietermappen genoemd worden, classificeren de steekproeven in reguliere data, verticale uitschieters, slechte hefboompunten of goede hefboompunten. Voor kwaliteitscontrole doeleinden is het cruciaal om de verticale uitschieters en slechte hefboompunten te inspecteren omdat deze respectievelijk corresponderen met steekproeven die een grote responswaarde hebben bij een normaal spectrum en steekproeven met abnormale respons waarden alsook een afwijkend spectrum. Het gebruik van robuuste preprocessingtechnieken en robuuste gegevensclustering zal bijdragen tot de kwaliteit van de voorspellingen door de calibratiemodellen. De nieuwe ontwikkelde procedures zullen uitgebreid getest worden op gesimuleerde data alsook op reële datasets van bedrijven als SESVANDERHAVE en op onze testgegevens van Aveve Veevoeding. Een dataset van Aveve Veevoeding bevat metingen van gemalen steekproeven. Een tweede bevat de spectrale gegevens van ongemalen steekproeven. De data werden verzameld om calibratiemodellen te bouwen voor kwaliteitscontroledoeleinden. Het bouwen van een geschikt calibratiemodel op basis van deze gegevens met de standaardmethodes aangereikt door de aanwezige software bleek niet mogelijk. Dit komt door de heterogene structuur van de data en suggereert dat het gebruik van robuuste preprocessingmethodes en robuuste multivariate statistische technieken, waarvan sommigen nog dienen ontwikkeld te worden, meer aangewezen zijn. Een bijkomende interessante onderzoeksvraag bij Aveve is of de dataset voor ongemalen voeding bruikbaar is om een goed calibratiemodel te construeren. Een positief antwoord hierop zou Aveve in staat stellen enkel de ongemalen steekproeven te gebruiken en daardoor de operatorafhankelijke en tijdrovende vermaling te vermijden. Verder kan de Aveve studie gebruikt worden om na te gaan of clusteringmethodes de voorspellende kracht van de robuuste calibratiemodellen verhogen. Dit is omdat elk van de twee datasets bestaat uit metingen van verschillende veevoedersoorten. In ideale omstandigheden leidt het robuuste schema dat uitgewerkt wordt in dit project tot calibratiemodellen die meteen geimplementeerd kunnen worden op de productie-eenheden van Aveve. Deze praktische implementatie zal een automatisch 'out-of-control'-actieplan vereisen. De ontwikkeling van dit plan is één van de hoofddoelen van dit project. Organisaties: • Engineering Management • Wiskunde, statistiek en actuariaat
Onderzoekers: • Sabine Verboven • Peter Goos
Mergers en acquisities - impact op merkimago. Universiteit Antwerpen Abstract: Mergers en acquisities worden empirisch onderzocht in relatie tot merkwaarde. Dit wordt toegepast op hypotethische mergers in de banksector in twee landen (in casu België en Maleisië). Het onderzoeksinstrument dat ontworpen wordt dient de houdingen van de consument tegenover zijn huidige bank te meten en de impact op de merkwaarde onder de hypothese dat deze een andere bank overneemt ofwel zelf wordt overgenomen. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Marcel Weverbergh
Media legitimiteit, nieuwsdruk en milieucommunicatie door ondernemingen. Universiteit Antwerpen Abstract: We onderzoeken het verband tussen medialegitimiteit m.b.t. milieugedrag en kwaliteit van milieurapportering (via jaarverslagen en persberichten). De communicatiestrategie van een onderneming m.b.t. milieu wordt verondersteld tegelijkertijd haar milieulegitimiteit, de persbelangstelling en de kwaliteit van haar rapportering te beïnvloeden. Bijkomend onderzoeken we de vervangende versus aanvullende rol van verschillende communicatiekanalen. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Walter Aerts
De co-creatie van kennis door klanten : de aard en impact tijdens het innovatieproces van high-tech dienstverleningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Recente ontwikkelingen binnen de informatie-en communicatietechnologieën (ICT) evenals de toenemende digitalisering van onze samenleving bieden tal van mogelijkheden om de klant te betrekken binnen het innovatieproces. Innovatie is een activiteit die gericht is op de ontwikkeling van kennis. In deze studie onderzoeken we op welke manier die klantenbetrokkenheid kan bijdragen tot de creatie van kennis en bestuderen we hoe deze kennis opgebouwd door de klant het innovatiesucces van high tech dienstverleningen beïnvloed. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Annouk Lievens
De financiering van startende ondernemeningen in Vlaanderen: determinanten van het opstartkapitaal en het gebruik van bootstrap financiering. Universiteit Antwerpen Abstract: Startende ondernemingen hebben geen 'track record' of opgebouwde reputatie en worden geassocieerd met een hoog falingsrisico. Toch moet een nieuwe ondernemer erin slagen voldoende startkapitaal bijeen te krijgen. Deze studie wil de determinanten van zowel het opstartkapitaal als van het gebruik van bootstrap financiering in pas gestarte venootschappen in kaart brengen. Bovendien wordt de impact van bootstrap financiering op de ondernemingsprestaties onderzocht. Organisaties: • Accountancy en financiering
Onderzoekers: • Eddy Laveren
Een model-gebaseerde aanpak voor het evalueren van de impact van verkeersmaatregelen op verkeersveiligheid en milieu Universiteit Hasselt Abstract: De hoofddoelstelling van dit onderzoek bestaat erin de impact te bestuderen van verkeers- en mobiliteitsmaatregelen op de verkeersveiligheid, het milieu en de menselijke gezondheid. Daarom wordt in dit project een framework ontwikkeld bestaande uit verschillende modellen die aan elkaar zullen worden gekoppeld: een activiteiten-gebaseerd transportmodel, een agent-gebaseerd toedelingsmodel, een emissiemodel en een verkeersveiligheidsmodel. Dit framework moet beleidsmakers toelaten de effecten van maatregelen te evalueren op verschillende aspecten gebruik makend van een geïntegreerd model. Via een valorisatiecomite, bestaande uit gebruikersorganisaties vanuit het beleid, de software-industrie en de verzekeringssector, worden de resultaten van dit project in de praktijk toegepast. Organisaties: • Beleidsinformatica • Verplaatsingsgedrag • Data-analyse en Modellering • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Tom BELLEMANS
Involving volunteers and their effect on the governance and functioning of private non-profit organisations. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Involving volunteers and their effect on the governance and functioning of private non-profit organisations. Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS
Europese regio?s voor innovatieve productiviteit Universiteit Gent Abstract: Ontwikkelen en testen op 24 piloot-bedrijven van een effectieve methode voor het invoeren van Lean Manufacturing principes in KMO?s, gebaseerd op het Plato principe met de steun van excellente bedrijven in de deelnemende regio?s. Organisaties: • Vakgroep Technische bedrijfsvoering
Onderzoekers: • Hendrik Van Landeghem
Studieopdracht, voorstudie/exploratie van de (socio-)economische rechtvaardiging en meerwaarde van een afvalbergingsproject. Vrije Universiteit Brussel Abstract: MONA vzw is een regionale instantie die een continue betrokkenheid dient te garanderen van de Molse bevolking bij besluitvormingsprocessen omtrent het beheer van radioactief afval met reële of mogelijke implicaties voor de gemeente Mol en de ruimere regio. Naar aanleiding van een afvalbergingsproject wenst MONA vzw een voorstudie/exploratie te laten uitvoeren van de socio-economische rechtvaardiging en meerwaarde van dit bergingsproject met (boven)lokale impact. Van het onderzoeksteam wordt concreet verwacht dat: (1)Een richtinggevend denkkader wordt uitgewerkt met wetenschappelijk gefundeerde concepten rond socio-economische impact; (2)Bovenvermeld denkkader toegepast wordt op de casus door gerichte strategische en operationele onderzoeksvragen te stellen. Centraal bij het uitvoeren van de opdracht staat de financieel-economische meerwaarde en effecten waarbij twee scenario's beschouwd worden, met name realisatie en niet-realisatie van het project. Hierbij dienen de verschillende strategische vraagstukken, hefbomen, types returns en verschillende vormen van economische ontwikkeling geïdentificeerd te worden. Indien relevant, bestaat ook de mogelijkheid om te vergelijken met andere, gelijkaardige gevallen. De Vrije Universiteit Brussel, meer bepaald de Vakgroep Bedrijfseconomie en Strategisch Management, doet hierbij een voorstel om deze opdracht uit te voeren. Het projectvoorstel is als volgt opgebouwd. In sectie 2 wordt de vakgroep kort voorgesteld en worden de teamleden die de opdracht zullen uitvoeren kort voorgesteld zodanig dat MONA vzw een inzicht krijgt in de studie- en beroepskwalificaties van de teamleden (uitgebreide CV's worden in bijlage gevonden). In sectie 3 wordt, rekening houdend met de beperkingen gesteld in het bestek, uitgelegd hoe de teamleden het bestek hebben geïnterpreteerd en welke invulling aan de opdracht wordt gegeven in termen van methodologie, afstemming met de opdrachtgever, etc. Sectie 4 omvat de fasering en de budgetbepaling. In sectie 5 worden diverse bijlagen gevonden zoals de uitgebreide CV's en referentielijsten. Organisaties: • Elektronica en Informatica • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK • ALAIN VERBEKE • Michael DOOMS
Development of regional products and tourism to upgrade socio-economic structure of Wielkopolska and East Flanders Universiteit Gent Abstract: Het Regtour-poz project bouwt voort op de vorige samenwerking tussen de Economische Raad van Oost-Vlaanderen (EROV), Universiteit van Gent (UGent) en Nationale Vereniging voor Ontwikkeling van Plattelandsgebieden (NADRA) - door goede contacten met de professoren en de onderzoekers van de landbouw Universiteit van Poznan in Polen. Het nieuwe project focust op de ontwikkeling van regionale producten als hulpmiddel voor het stimuleren van toerisme in Wielkopolska. De belangrijkste doelstelling van het huidige project is een samenwerkingsnetwerk te creëren om regionale producten en toerismeactiviteiten te ontplooien. Het samenwerkingsnetwerk zal de sociaal-economische structuur van beide gebieden bevorderen. Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Jacques Viaene
Strategie-implementatie en in hoofdzaak vertikaal-alignement in publieke organisaties Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Management en Organisatie
Onderzoekers: • Sebastian Desmidt
Colleges aan ULB ikv. Engelstalig programma. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colleges aan ULB ikv. Engelstalig programma. Organisaties: • Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid
Onderzoekers: • Elvira HAEZENDONCK
Trendanalyse als meerwaarde bij innovatie? Hogeschool Gent Abstract: Heel wat tijdschriften en kranten hebben het over trends. Er zijn verschillende marktonderzoeksbureaus die trends analyseren en er artikels over publiceren. Trendwatchers hebben het erg druk met uiteenzettingen over de maatschappelijke trends, markttrends, consumententrends en producttrends. Een klein vooronderzoek wijst inderdaad op het belang van trends in onze samenleving. Maar wat is nu precies een trend en hebben trends enige wetenschappelijke waarde op gebied van innovatie ? Welke rol kunnen trends spelen binnen het innovatieproces ? Welke bedrijven doen aan trendanalyse ? En op welke manier ? Uit een relatief klein literatuuronderzoek lijkt het erop dat trendonderzoek in een aantal toonaangevende bedrijven cruciaal is met het oog op het ontwikkelen van nieuwe producten, nieuwe campagnes, nieuwe managementtechnieken, nieuwe technologieën,... Maar over welke bedrijven gaat het hier en hangt het ook af van de sector waarin het bedrijf actief is ? De hoofddoelstelling van dit project is dan ook te onderzoeken of trends een meerwaarde kunnen bieden in het innovatieproces van de Belgische bedrijven.
Organisaties: • Departement Bedrijfskunde Aalst • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Toegepaste Economie • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Grietje Vermoortele • Ruth DeVreese • Petra Couck • Iris Vermeir
Financial flows within business groups. KU Leuven Abstract: Dochters van groepsbedrijven kunnen naast de externe kapitaalmarkt beroep doen op een interne markt. Vele aspecten omtrent de werking van de interne kapitaalmarkt blijven echter onbestudeerd en er is discussie over het al dan niet efficiënte verloop van financiële processen binnen groepen. Als bijdrage zullen ten eerste elementen inzake de werking van de interne kapitaalmarkt, namelijk cash en buitenlandse affiliatie, onderzocht worden bij dochterondernemingen. Ten tweede wordt de productiviteit van dochterondernemingen in competitieve markten bestudeerd. Dit project zal zich toespitsen op niet-beursgenoteerde groepen uit continentaal Europa. Alhoewel deze organisatievorm daar economisch belangrijk is, blijft het aantal studies zeer beperkt. Organisaties: • OG Finance Leuven
Onderzoekers: • Cynthia Van Hulle • Nico Dewaelheyns • Rosy Locorotondo
De proces- en effectiviteitsgevolgen van kennisdiversiteit in management teams. Universiteit Antwerpen Abstract: Kennisdiversiteit binnen het management team (MT) kan beschouwd worden als een dubbelzijdig zwaard: enerzijds kunnen MT's die bestaan uit leden met diverse kennis profiteren van een grotere verscheidenheid aan relevante informatie en vaardigheden, maar anderzijds ondervinden ze vaak problemen bij het uitwisselen en/of integreren van de diverse kennis binnen het team. In deze studie onderzoeken we de proces- en effectiviteitsgevolgen van kennisdiversiteit in MTs en pogen we een antwoord te geven op de vragen hoe de interne processen binnen het MT beïnvloed worden door kennisdiversiteit en hoe en in welke omstandigheden MT kennisdiversiteit kan leiden tot betere bedrijfsresultaten. In verschillende deelstudies wordt o.a. gekeken naar de invloed van de CEO bij het integreren van diverse kennis binnen het MT, naar de impact van kennisdiversiteit op innovatiecapaciteit en naar de individuele beslissingsbevoegdheid van de leden van het MT. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Christophe Boone • Paul Matthyssens • Tine Buyl
Branded content: effectiviteit en aanvaardbaarheid in een cross-cultureel perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Ten gevolge van de dalende effectiviteit van de traditionele reclamespot, zoeken adverteerders naar alternatieven zoals brand placement, om tot de consument door te dringen. Brand placement is een hybride reclamevorm waarbij een commerciële boodschap in een mediacontext wordt geïntegreerd. Dit onderzoek zal nagaan op welke manier bepaalde factoren (reacties van de consument op tv-programma's, herhaalde blootstelling aan brand placement, voorafgaande merkervaring, het onthullen van het feit dat gebruik gemaakt wordt van brand placement) de effectiviteit en aanvaardbaarheid van brand placement beïnvloeden. Organisaties: • Marketing
Onderzoekers: • Patrick De Pelsmacker • Marijke Wouters
Analyse van de impact van socialenetwerinformatie op de predictieve performantie van modelleren voor analytische klantenbeheersystemen Universiteit Gent Abstract: In dit project stellen we voor sociale netwerkinformatie aan te wenden voor doeleinden van analytische CRM meer in het bijzonder de twee activiteiten van klantenretentie/verloop (customer churn) en cross/up-sell. Het eerste tracht te vermijden dat bedrijven klanten verliezen aan hun concurrenten. Het tweede is vooral gericht op het meer verkopen aan bestaande klanten. Organisaties: • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Dirk Van den Poel
Op zoek naar een nieuw paradigma voor de professionele carrière: Individu versus organisatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksvraag "In hoeverre bepalen individuele, carrièrepsychologische variabelen (nl. carrièrevoorkeuren van een individu) versus organisationele, personeelsstrategische variabelen (nl. carrièrekansen aangeboden aan een individu) het carrièretype (nl. de mobiliteitsvorm) alsook de definitie en mate van carrièresucces (zoals gemeten volgens de drie categorieën extrinsiek-objectief, extrinsiek-subjectief en intrinsieksubjectief) van dat individu?" Theoretisch kader Dit project zal een bijdrage leveren aan de hedendaagse literatuur rond professionele carrières door in te gaan op de dringende en fundamentele oproep naar meer empirisch onderzoek rond de betekenis van de constructen 'carrière' en 'carrièresucces' (Poole, Langan-Fox & Omodei, 1993; Heslin, 2005). De materie zal worden onderzocht vanuit een dubbel, arbeids- en organisatiepsychologisch perspectief dat zowel het individu (psychologie) als de organisatie (strategie) in beschouwing neemt. Het standpunt van het individu ten opzichte van carrières en carrièresucces wordt vertegenwoordigd binnen het onderzoeksveld van de carrièrepsychologie. In de moderne carrièreliteratuur wordt in dit verband steeds vaker verwezen naar 'nieuwe' vormen van carrière en carrièresucces, waarin 'boundaryless' en 'protean' waarden steeds meer de traditionelere, bureaucratische carrièretypes zouden verdringen (Adamson, Doherty & Viney, 1998; Arthur, 1994; Dany, 2003; Fugate, Kinicki & Ashfort, 2004; Rousseau, 1995; Sullivan, 1999). Terwijl 'boundaryless' verwijst naar het psychologisch ongebonden zijn aan organisationele of functionele grenzen, waardoor laterale en inter-organisationele mobiliteit psychologisch evenwaardig worden aan opwaartse mobiliteit, impliceert de term 'protean' een voorkeur voor carrièrezelfmanagement (CZM) waarbij het individu zich laat leiden
door zijn of haar persoonlijke normen- en waardensysteem (Briscoe & Hall, 2006; Briscoe, Hall & DeMuth, 2006). Het standpunt van organisaties tegenover carrières en carrièresucces wordt dan weer weerspiegeld in de personeelsstrategie. De laatste jaren is er een trend naar werknemerssegmentatie merkbaar, die zich in de eerste plaats manifesteert in de vorm van 'talent management' strategieën. Deze vorm van organisationeel carrièremanagement (OCM) vertrekt vanuit de vaststelling dat opwaartse (hiërarchische) carrièremobiliteit en jobzekerheid in de toekomst voor steeds minder werknemers zal weggelegd zijn, en dat een segmentatie van het personeelsbestand nodig zal zijn om te zorgen dat beschikbare carrièrekansen gereserveerd worden voor diegenen met uitzonderlijke talenten - namelijk high potentials en sleutelexperts ("key experts") (Dries & Pepermans, 2007; Dries & Pepermans, 2008; McCall, 1998). In eerdere studies van eigen hand werd reeds exploratief op de problematiek van het definiëren (Dries & Pepermans, 2008; Dries, Pepermans & Carlier, 2007; Dries, Pepermans & De Kerpel, in press) en het meten (Dries, Pepermans, Hofmans & Rypens, 2007; Hofmans, Dries & Pepermans, 2007) van het construct 'carrièresucces' (CS) ingegaan. In deze studies werd een opdeling bekomen tussen drie meetvormen voor succes: ??extrinsiek-objectief (de operationalisatie van CS is gebaseerd op maatschappelijke of op onderzoek gebaseerde normen en waarden; data wordt verzameld via personeelsbestanden); ??extrinsiek-subjectief (de operationalisatie van CS is gebaseerd op maatschappelijke of op onderzoek gebaseerde normen en waarden; data wordt verzameld via zelfrapportering); ??intrinsiek-subjectief (de operationalisatie van CS is gebaseerd op persoonlijke normen en waarden; data wordt verzameld via zelfrapportering). Het oogmerk van het huidige project is om de bevindingen van de voornoemde exploratieve studies te toetsen in een model dat individu (carrièrepsychologie-CZM) en organisatie (personeelsstrategie-OCM) verbindt met twee carrière-uitkomstvariabelen nl. carrièretype en carrièresucces Organisaties: • Arbeids- en Organisatiepsychologie
Onderzoekers: • ROLAND PEPERMANS