www.researchportal.be - 27 Nov 2015 15:03:43
Onderzoeksprojecten (1 - 366 van 366) Zoekfilter: Classificaties: MENSWETENSCHAPPEN (H)
Krediet voor 4de jaar van PhD Beurs award Tran Van Thuy Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationaal recht, internationaal maritiem recht en Zeerecht. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX • Tran VAN THUY
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP-leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van 50.000 euro. Deze ZAP-startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Frederik BUYLAERT
Nieuw financieringsmodel onderzoek: ZAP-startkrediet 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met het in voege treden van het nieuw financieringsmodel onderzoek ontvangen nieuwe ZAP leden die voldoen aan de criteria voor de BOF-parameter 'mobiliteit en diversiteit' een startkrediet van EURO 50.000. Deze ZAP startkredietfinanciering wordt retroactief opgestart en toegekend aan nieuw ZAP aangesteld in 2010 en later. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Steffen DUCHEYNE
Land en natuurlijke hulpbronnen in de Romeinse wereld/Land and natural resources in the Roman world. Brussel 26-28 mei 2011 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De conferentie 'Land en natuurlijke hulpbronnen in de Romeinse wereld', gehouden in Brussel op 26-28 mei, heeft als doel het gedetailleerd bestuderen van de vele manieren waarop de Romeinen hun land en natuurlijke hulpbronnen gebruikten, hoe ze dachten over deze werkwijzen, en hoe dit bijdroeg tot het economisch ontwikkelen van hun rijk. We zijn niet per se geïnteresseerd in de werkwijze op zich, maar eerder in de structuren die deze werkwijze mogelijk maakte. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Peter ERDKAMP
Personeelsplan vakgroep Geschiedenis (HIST) + opvolging C. Lis Vrije Universiteit Brussel Abstract: Personeelsplan vakgroep Geschiedenis (HIST) + opvolging C. Lis Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS
McLuhan Jubileum Conferentie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationale McLuhan conferentie Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Karl VERSTRYNGE
Tweedaagse conferentie "verlichting en vrijmetselarij", Brussel 9-10 december 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De doelstelling van de organisatie van deze conferentie is de herbronning van het hedendaagse verlichtingsdenken en vrijdenken door de historische genese van dit gedachtegoed te reconstrueren. hierbij wordt voor alles aandacht besteed aan het baanbrekend werk van Jonathan Israel die de emancipatorische opvattingen van onze moderne geseculariseerde samenleving terugvoert naar de ideeëngeschiedenis en de mentaliteitsgeschiedenis van de Noordelijke Nederlanden in de XVIIde eeuw. Centraal staat voor hem de gedachte van Spinoza en de spinozisten. Zij zijn de grondleggers van de radicale Verlichting, gekenmerkt door een fundamentele kritiek van de religie, die uitmondt in het atheïsme. Onlosmakelijk hiermee verbonden is een uitgesproken democratische politieke theorie. In tegenstelling tot de bekende historica Margaret Jacob, die reeds eerder het concept 'radicale Verlichting' heeft gelanceerd, is Jonathan Israel evenwel van mening dat de vrijmetselarij bij het verspreiden en ontwikkelen van dit radicale gedachtegoed geen enkele rol van betekenis heeft gespeeld. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JOZEF VAN BELLINGEN • JEFFREY TYSSENS
Internationaal colloquium: "Eetcultuur: convergenties en divergenties in Europa sedert 1800. De keuken van de elite, bourgeoisie en middenklassen" (Brussel, 10 - 11 december 2010) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject bestudeert de voedingsgewoonten van de laatste twee eeuwen om inzicht te verkrijgen in sociale en culturele diversiteit en convergentie. Deze tweedaagse internationale colloquium zal de top zijn van het onderzoeksprogramma waarin FOST het onderzoek presenteert en vergelijkt met werk van international gerenommeerde studenten. Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Geschiedenis
Onderzoekers: • Nelleke TEUGHELS • PETER SCHOLLIERS • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT • Danielle DE VOOGHT
Congres APMP - Philosophy of Mathematical Practice. Eerste internationale samenkomt van de Association for the Philosophy of Mathematical Practice. 9-11 december 2010 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Congres APMP - Philosophy of Mathematical Practice. Eerste internationale samenkomt van de Association for the Philosophy of Mathematical Practice. 9-11 december 2010 Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Instituut voor vroegmoderne Geschiedenis - IEMH Vrije Universiteit Brussel Abstract: Transities en transformaties, medio 15e - medio 19e eeuw Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Griet VERMEESCH
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Stadsgeschiedenis - CITY Vrije Universiteit Brussel Abstract: Stadsgeschiedenis van de middeleeuwen en vroegmoderne tijd Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Onderzoeksgroep Alliantie UGent - VUB 'Social History (post-1750) - Network (SocHist-Net). UGent: Prof. Gita Deneckere (voorzitter), VUB: Prof. Guy Vanthemsche (co-voorzitter) - SGHBG Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sociale geschiedenis na 1750: staat, samenleving en individu/oorlog, crisis en maatschappij/cultuur, transfer en identiteit/meta- en publieksgeschiedenis/ arbeid en onderneming / eetcultuur / (nieuwe) sociale bewegingen / sociale politiek Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • GUY VANTHEMSCHE
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Roman Society Research Center (RSRC). VUB: Prof.Paul Erdkamp,Voorzitter/ UGent: Prof. Koen Verboven Vrije Universiteit Brussel Abstract: Economische, sociale, politieke en mentaliteitsgeschiedenis van de Romeinse Wereld (8e eeuw v.Chr. - 6e eeuw v.Chr.) Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Peter ERDKAMP
Internationale conferentie "Conference on the Historical Use of Images". 10 & 11 maart 2009 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colloquium over het gebruik van iconografische bronnen voor historisch onderzoek. Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Geschiedenis
Onderzoekers: • Joeri JANUARIUS • Nelleke TEUGHELS • PETER SCHOLLIERS
Monastic orders and congregations in European Civil Society, 1780-1914 Brussel 23-24 mei 2008 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De focus van deze workshop ligt op de socio- politieke gezichtspunt dat religieuze instituten als sociale actoren beschouwt. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers:
• Jimmy KOPPEN • JEFFREY TYSSENS
Het ontwerpen van een monitoring voor het beleid naar anderstaligen in de Vlaamse rand. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project peilt naar de manier waarop het Vlaams karakter en de taalverschuivingsprocessen in de Vlaamse Rand kunnen gemeten worden. Ze moeten de basis vormen van een monitoringinstrument dat op permanente basis het beleid rond het taalgebruik in de Rand kan adviseren en evalueren. Organisaties: • Geschiedenis • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • ROEL DE GROOF
The making of ... een voorleestraditie : een evaluerend onderzoek naar de beleving van het initiatief 'De boekenkaravaan' (leesweb) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Boekenkaravaan wil vooral tonen dat boeken en lezen gewoon heel leuk kunnen zijn. Kinderen worden op een speelse wijze in contact gebracht met boeken. Voorlezen bij de Boekenkaravaan is daarom ook je creatieve en speelse brein laten werken, het is ook zingen, zoeken, spelen, rijmen, raden, lachen, en nog zoveel meer... Door prestatiedruk te vermijden en geen expliciete aandacht te vestigen op het technisch lezen, kunnen kinderen ontspannen tegen boeken en lezen aankijken, wat positieve effecten heeft op het latere leesonderwijs en taalonderricht. Wanneer kinderen zo enthousiast zijn dat ze achteraf effectief zelfstandig boeken gaan lezen, zal dit een enorme meerwaarde betekenen voor hun taalniveau. Net door met boeken bezig te zijn, maken kinderen kennis met een rijk taalaanbod. Boeken bevatten woorden en formuleringen die in het mondelinge taalgebruik niet voorkomen. Zo groeien woordenschat en kennis van grammaticale structuren. Als voorlezer leer je de kinderen ook hoe je een boek leest. De verbale intelligentie wordt voortdurend gestimuleerd. Dit geeft de gezinnen de kans hun taalvaardigheid te verhogen, wat een belangrijke nevendoelstelling is van de Boekenkaravaan. Door samen boeken te lezen, leren kinderen zich tevens voor langere tijd concentreren. Ze leren mee te werken met jou, de voorlezer, ze leren om een eigen inbreng te doen... Dit bevordert hun sociale intelligentie. Door de kinderen te stimuleren om hun fantasie te gebruiken en zelf over het verhaal te vertellen, wordt er aan de muzische intelligentie gewerkt. De Boekenkaravaan stuurt voorlezers het liefst naar gezinnen thuis, omdat het lezen zo buiten de 'leer'-sfeer blijft. Hier kun je als voorlezer bovendien de ouders het gemakkelijkste aanspreken en overtuigen van het belang van voorlezen. Om echter nog meer kinderen te bereiken, wordt er ook voorgelezen bij allerlei organisaties, zoals bijvoorbeeld kinderdagverblijven, speelpleinen, asielcentra, enzovoort. De Boekenkaravaan tracht het voorlezen steeds in te bedden en structureel te verankeren in het gezin of de organisatie. Via de voorlezers probeert de Boekenkaravaan steeds de drempels van de gezinnen te verlagen, door bijvoorbeeld samen met hen naar de bibliotheek te gaan. Het voorlezen in de gezinnen vormt het fundament voor het vervolgtraject. Daar proberen we de basis in de gezinnen zo te verstevigen, dat ze na het vervolgtraject het voorleesritueel volledig in eigen handen kunnen nemen.
Samenhorigheid in de maatschappij bevorderen We willen een antwoord zijn op de zoektocht van veel mensen om ergens ingebed te zijn, om een deel in het geheel te zijn. Specifiek kansarme gezinnen willen we een kans geven om relaties aan te gaan met mensen die meer ingebed zijn in onze maatschappij, zoals de voorlezers. Voor de beoogde doelgroepen vormt de langzaam opgebouwde relatie met de voorlezers een eerste stap naar een meer uitgebreid netwerk en inbedding in de maatschappij. Specifiek voor jou als vrijwilliger komen de informele relaties met de andere vrijwilligers hier eveneens aan tegemoet. We willen ook mensen over hun eigen grenzen doen kijken, en hen aanmoedigen het contact aan te gaan met diegene die hen minder vertrouwd is. We doen dit in de hoop en het vertrouwen dat stereotiepen zo tenietgedaan kunnen worden, waardoor mensen weer onbevooroordeeld naar elkaar kunnen kijken. De opgebouwde relaties kunnen bovendien de integratie bevorderen van de doelgroepen die we beogen. Met name geldt dit ook voor bejaarden, een voor ons nieuwe doelgroep in schooljaar 2012-2013. Vaak worden bejaarden eveneens als een kansengroep, aangezien zij vaak vereenzamen tussen de muren van een rust- en verzorgingstehuis. Door hen in contact te brengen met kans- en taalarme kinderen (en eventueel hun ouders), gaan we deze vereenzaming tegen. Eveneens worden denkbeelden bijgeschaafd. Zowel over allochtonen als over bejaarden bestaan vaak negatieve denkbeelden, die door dit intercultureel en intergenerationeel contact bijgeschaafd kunnen worden. Voor achtergestelde gezinnen is het vaak een erg grote stap om deel te nemen aan artistieke of culturele activiteiten. Doordat de Boekenkaravaan erg laagdrempelig is, en cultuur letterlijk tot in de woonkamer brengt, is dit een eerste stap in de richting naar meer cultuurparticipatie. Een gezamenlijk bibliotheekbezoek met de voorlezer en het gezin kan de drempelvrees van de gezinnen wegnemen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jo Renate BAUWENS
Consortiumovereenkomst. Digitale hefbomen voor Innovatie bij Micro-ondernemingen (DIGIMO) Innovatief project om de professionalisering van micro-ondernemingen te versterken door middel van ICT-stimulering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het DIGIMO-project heeft als onderzoeksonderwerp het bezit en het gebruik van ICT in Vlaamse micro-ondernemingen. Het project heeft twee doelstellingen. Het eerste doel van het project is een beschrijving van het huidige bezit en gebruik van informatie- en communicatietechnologie door micro-ondernemingen (minder dan 10 werknemers) in Vlaanderen. Deze beschrijving vormt de basis voor de tweede doelstelling van DIGIMO, namelijk een beleidsadvies gericht naar de Vlaamse regering ten einde het bezit en gebruik van relevante technologie in de relevante doelgroep te stimuleren. In het project wordt beroep gedaan op meerdere onderzoeksmethoden, zoals studie van de relevante literatuur, expertinterviews, case studies, focusgroepen en een telefonische bevraging bij micro-ondernemingen. DIGIMO vormt een
samenwerking tussen SMIT en het KMO-IT Centrum, wiens doelstelling de bevordering van het gebruik van ICT in KMO's is. Zowel de expertise in het onderwerp als de verschillende benaderingen van de partners zouden moeten resulteren in een allesomvattende evaluatie van het onderzochte onderwerp. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jos PIERSON
Internationale conferentie "Perspectives on Mathematical practices 2007" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project heeft als bedoeling de organisatie van een internationale conferentie als follow-up van een eerdere conferentie in 2003. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Bart VAN KERKHOVE • JEAN VAN BENDEGEM
Kunstenplatform Vrije Universiteit Brussel Abstract: Kunstenplatform Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS
Internationaal congres 2007 (16 en 17 maart 2007) : Accountability of human rights violations by international organizations - aansprakelijkheid voor schendingen vanmensenrechten door internationale organisaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze internationale conferentie analyseert of internationale organisaties rekenschapplichtig zijn voor mensenrechtenschendingen. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
Specifieke consultancy opdracht mbt. EU projecten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Specifieke consultancy opdracht mbt. EU projecten. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PIETER BALLON
Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2006: Wetenschapsmethodologie Humane Wetenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De stuurgroep Onderwijsvernieuwing, onder leiding van Vice-rector Onderwijs prof. S'Jegers, keurde nieuwe onderwijsprojecten goed die cofinanciering krijgen uit het Fonds voor OnderwijsVernieuwingsProjecten (OVP-Fonds). Dit interne Fonds werd in mei 2006 opgericht om, na afloop van de convenantprojecten, continuïteit in onderwijsvernieuwing te kunnen garanderen. De doelstelling is tweeledig: verbreiden van resultaten van innovatieve onderwijsprojecten en initiëren van nieuwe projecten. In de ronde OVP-2006 werden vanuit de verschillende faculteiten projectaanvragen ingediend voor een totaalbedrag van ruim 500.000 euro. Vier projecten vielen in de prijzen: 1) GIMMICS, een nieuw onderwijsmodel voor het aanleren van kennis en vaardigheden toegepast in de apothekerspraktijk, projectverantwoordelijke prof. S. Sarre. 2) Wetenschapsmethodologie Humane Wetenschappen, projectverantwoordelijke prof. G. Vanthemsche. 3) Diagnosticeren en bijsturen van leerbegeleiding tijdens de klinische stage geneeskunde, projectverantwoordelijke prof. S. Schol. 4) Ontwerpen, realiseren en implementeren van geïntegreerde practicaprojecten voor verschillende opleidingen. Casestudy: toepassen van licht in onderzoek in wetenschappen en toegepaste wetenschappen, projectverantwoordelijke JP De Greve. De projecten zullen binnen de looptijd van twee jaar tot praktische toepassingen leiden. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • GUY VANTHEMSCHE
Internationaal congres 2007 (16 en 17 maart 2007) : Accountability of human rights violations by international organizations - aansprakelijkheid voor schendingen van mensenrechten door internationale organisaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De internationale conferentie analyseert of en hoe internationale organisaties rekenschapplichtig zijn voor mensenrechtenschendingen. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
Stimuleringsbeleid voor het ICT-gebruik bij KMO's. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De uiteindelijke doelstelling van dit onderzoek is input te leveren voor een stimuleringscampagne betreffende ICT adoptie en gebruik gericht op de Belgische KMO. Om tot deze input te komen, werd voor het wetenschappelijk onderzoek vertrokken vanuit volgende vijf onderzoeksvragen: (1) Wat is de huidige status van het ICT-gebruik van Belgische (kleine) KMO's? (2) Welke (deel)sectoren kampen met de belangrijkste achterstand wat betreft ICT-gebruik? (3) In welke (deel)sectoren is het opportuun stimuleringsacties te ondernemen en wat zijn de opportuniteiten, noden en behoeften? (4) Wat zijn - ook rekening houdend met de persoonlijke (sociale) karakteristieken van zaakvoerders - de
belangrijkste knelpunten en drijfveren die ICT-gebruik beïnvloeden? (5) Hoe kunnen de knelpunten overkomen worden? Of met andere woorden: op welke manier kan het ICT-gebruik in kleine ondernemingen gestimuleerd worden? In dit rapport wordt op zoek gegaan naar antwoorden op deze vijf vragen. Opeenvolgend zullen de volgende zaken besproken worden: (1) de problematiek van ICT adoptie en gebruik in Belgische KMO's, (2) de relevantie van een sector specifieke benadering, (3) de gehanteerde methoden in het onderzoek, en (4) de resultaten van het onderzoek. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jos PIERSON • Dorien BAELDEN
Gepriviligeerde (erfgoed)sites van de smaak. Bronnen en culinair erfgoed in kastelen en abdijen in Vlaanderen : en ontwikkelingsgerichte verkenning. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de wijze waarop historiografie van de keuken van de elites in Belgie in 19e en 20e eeuw kan geschieden. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS
Studiedag (27 mei 2005) : regionale oproepen en interactieve digitale televisie . (RegTV & iDTV) Vrije Universiteit Brussel Abstract: STUDIEDAG 'REGIONALE TELEVISIE EN IDTV': ABSTRACTS 1 - Kijker/gebruiker van regionale digitale televisie In deze sessie nemen we de kijker als uitgangspunt en trekken we uit het voorhanden zijnde publieksonderzoek lessen i.v.m. de inhoudelijke mogelijkheden die regionale televisie in de (nabije) toekomst te bieden kan hebben. We geven eerst een overzicht van en inzicht in de rol, functies, mogelijkheden en betekenis van regionale televisie voor het publiek. We baseren ons hiervoor op (1) onderzoek naar het kijkgedrag en de kijkverwachtingen van de Vlaming, (2) casestudies van regionale tv-zenders in eigen land, (3) onderzoek naar de consumptie van regionale berichtgeving en (4) buitenlands onderzoek naar regionale televisiekijkers. Hoewel van de realiteit wordt uitgegaan, grijpen we de onderzoeken tegelijk aan om een toekomstgericht perspectief te ontwikkelen. Een nieuw televisiebestel met nieuwe mogelijkheden dient zich immers aan. Interactieve digitale televisie biedt inderdaad enkele nieuwe applicaties en interactie - mogelijkheden voor de gebruiker. Deze applicaties zullen kort worden toegelicht, waarbij de specifieke focus ligt op de kijker/gebruiker. Welke applicaties of diensten vindt hij nuttig? Welke applicaties zijn interessant voor regionale omroepen? Welke applicaties kunnen een bedreiging vormen voor regionale omroepen? Door een antwoord te geven op deze vragen, trachten wij enkele specifieke aandachtspunten voor de regionale omroepen aan te reiken die hun strategie inzake digitale televisie mee helpt vorm te geven. 2 - IDTV en beleid - Europees kader en impact op Vlaamse regelgeving, buitenlands beleid inzake IDTV Deze presentatie bestaat uit twee te onderscheiden delen. In het eerste gedeelte wordt de huidige Vlaamse regelgeving inzake regionale televisie (meer bepaald de Decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, zoals meest recentelijk gewijzigd op 5 mei 2004) geschetst binnen het nieuw Europees regelgevend kader voor elektronische netwerken en -diensten. Zowel dit kader als het gewijzigde Decreet worden belicht vanuit het standpunt van de regionale omroepen: wat is er veranderd op het gebied van doorgifteverplichtingen, vergunningen etc., en wat zijn de nieuwe mogelijkheden voor regionale omroepen in een digitale omgeving? Daarnaast wordt ook kort de regelgeving inzake televisie-inhoud besproken en wordt deze ook hier gekaderd in de Europese context -meer bepaald, de Richtlijn Televisie Zonder Grenzen en het herzieningsproces hiervan dat nu aan de gang is. In een tweede gedeelte gaan we in op een ruimere notie van beleid voor regionale omroepen. Dit houdt in dat we op zoek gaan naar beleidsvisies van een aantal Europese overheden inzake regionale omroepen in het digitale tijdperk. Het gaat daarbij om vragen als: denken beleidsmakers aan regionale televisiezenders bij het uittekenen van een (digitaal) omroepbeleid? Hoe zien zij de rol en de werking van regionale omroepen in het televisielandschap? Worden er initiatieven ontwikkeld ter ondersteuning van regionale en lokale omroepen? En ten slotte ook: zijn regionale omroepen in de ons omringende landen bezig met digitale televisie, en zo ja, wat betekent dit voor bijvoorbeeld hun programma-inhoud en het zendgebied waarin zij opereren? Vanzelfsprekend zal bij het hanteren van een dergelijk comparatief perspectief niet uit het oog worden verloren dat niet alleen de historische achtergrond en politieke en economische context van regionale omroepen in andere landen soms grondig verschillen van de Vlaamse situatie, en dat zelfs het begrip 'regionale omroep' een vlag is die vele ladingen dekt. Niettemin kunnen vele van de huidige ontwikkelingen in Vlaanderen niet los worden gezien van hun Europese antecedenten, zowel wat beleidsformulering betreft als voor de technologische, economische en sociale context van digitale televisie. De bedoeling is echter zeker niet een exhaustief overzicht te geven van beleidsopties en ontwikkelingen doorheen de hele Europese Unie, of om al te uitgebreid en technisch op de genoemde contexten in te gaan. 3 - Reclamemogelijkheden Interactieve Digitale Televisie De introductie van Interactieve Digitale Televisie (IDTV) brengt een sterke personalisering van het massamedium televisie met zich mee. IDTV laat de interactief betrokken kijker toe om te interageren met de content van reclameboodschappen. De interactieve mogelijkheden van IDTV brengen zowel bedreigingen als opportuniteiten met zich mee voor adverteerders. De ontwikkeling van VoD en het bijhorende 'time shifting' gedrag van de kijker worden door adverteerders met arendsogen opgevolgd; het skippen van reclamespot wordt door deze technologie immers zeer gemakkelijk. Het traditionele TV business model, dat gebaseerd is op reclame-inkomsten dreigt hierdoor ineen te stuiken. Naast deze bedreigingen, biedt IDTV omgekeerd interessante opportuniteiten voor adverteerders. Zo laat IDTV de adverteerder toe om zeer specifieke doelgroepen te targetten. Daarnaast ontstaan er tal tal van nieuwe reclameformats die zowel vanuit het oogpunt van branding, als van direct mailing veelbelovend zijn. Toch blijven adverteerders sceptisch t.o.v. IDTV om te investeren en te adapteren in hun marketingmix. Tal van variabelen spelen hierbij een rol. Organisaties: • Culture, Emancipation, Media and Society • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Jos PIERSON • KRISTEL VANDENBRANDE • Veroline CAUBERGHE • Simon DELAERE • Wendy Van den Broeck
Studiedag : Zaken voor de Kunst.(6 mei 2004 - Kunstcentrum deSingel) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Op 6 mei organiseert het steunpunt re-creatief Vlaanderen een studievoormiddag in deSingel te Antwerpen. In de muziek- en de podiumkunstensector is het behalen van een minimum aan eigen inkomsten door gesubsidieerde organisaties sedert enkele jaren een vast gegeven van het subsidiebeleid. De praktijk wijst uit dat vooral de inkomsten uit bedrijfssponsoring voor die organisaties vrij gering zijn. Daarom lanceerde de afdeling Muziek, Letteren en Podiumkunsten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap eind 2000 een oproep om een onderzoeksproject uit te werken dat moest peilen naar mechanismen en processen die spelen binnen de praktijk van bedrijfssponsoring in de sector van muziek- en podiumkunsten. Deze opdracht resulteerde in het onderzoeksrapport 'Zaken voor de kunst - Onderzoek naar de mechanismen en processen binnen de muziek en podiumkunsten in Vlaanderen anno 2003', uitgevoerd door Prof. dr. Katia Segers en Bram Lievens van de Vrije Universiteit Brussel. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS
Interuniversitaire Buitenlandse Francqui-Leerstoel toegekend 2001-2002 aan Prof. John DERMOTT-DEVINE (Jurist Univ. College Dublin, Univ South Africa & Univ. Cape Town en dir. Centre for marine studies). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Interuniversitaire Buitenlandse Francqui-Leerstoel toegekend 2001-2002 aan Prof. John DERMOTT-DEVINE (Jurist Univ. College Dublin, Univ South Africa & Univ. Cape Town en dir. Centre for marine studies). Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX
Casterman & Hamers leerstoel van Geschiedenis, filosofie en Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Leerstoel Casterman-Hamers beantwoordt aan de vraag naar een cross-disciplinaire universitaire opleiding over de geschiedenis en de filosofie van de wetenschappen. De leerstoel wordt georganiseerd door VUB-Crosstalks met ondersteuning van de Université Libre de Bruxelles (ULB). Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Naar een new deal voor leidinggevenden in innovatieve arbeidsorganisatie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • Arbeids-, Organ.- & Pers.psychologie
Onderzoekers: • Koen Marichal • Jeroen Stouten
Geen Nederlandstalige Titel KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • N. N.
Advanced Ultra-sensitive magnetometry infrastructure. Automatic. KU Leuven Abstract: Application for a squid- vsm MPMS3. Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Margriet Van Bael • Jean-Pierre Locquet • Christian Van Haesendonck • Andre Stesmans • Kristiaan Temst • André Vantomme • Guy Koeckelberghs • Liesbet Lagae • Thierry Verbiest • Johan Vanacken
Conflict behavior in Top management teams KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Faculteit Theologie en Religiewetensch. • Arbeids-, Organ.- & Pers.psychologie
Onderzoekers: • Martin Euwema • Isabelle Ulenaers
The bright and dark side of leadership KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • Arbeids-, Organ.- & Pers.psychologie
Onderzoekers: • Martin Euwema • Wilmar Schaufeli • Anouk Decuypere
Translating the Media for Linguistic Minorities: Language and Translation Policies in Iran KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OG Vertaling & Interc. Transfer Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Meylaerts • N. N.
Social tourism and the perception of the offer. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE Business Management Research Brussel
Onderzoekers: • Tineke Faseur • Britt Jennes
Een historisch pedagogisch onderzoek naar de omgang met personen met een handicap tijdens de Belgische kolonisatie van Congo (1908-1960) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • Historische Pedagogiek
Onderzoekers: • Pieter Verstraete • Evelyne Verhaegen
Alliances of emerging market firms in Europe: Roots and evolution of competitive advantages. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE IBSE Antwerpen
Onderzoekers: • Filip De Beule • Ernst Verwaal
Het gebruik van riviervalleien door prehistorische jagers-verzamelaars: een studie in de oostelijke Vlaamse Vallei KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Philip Van Peer
Kunst tegen de stroom van 'collectieve Sisyphus' in: de casus van Allan Sekula's 'Ship of Fools / The Dockers' Museum' (2010-2013). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Kunstwetenschappen Leuven
Onderzoekers: • Hilde Van Gelder • Mieke Bleyen
De retoriek van honger en overvloed: de Belgische agro-voedselpolitiek, c. 1925-1955 KU Leuven Abstract: Vanaf de late negentiende eeuw namen dewereldwijde landbouwproductie, deinternationale handel in voedingswaren en devoedingsindustrie een hoge vlucht. Voorde Europese regeringen was dit wennen: zij moesten hun nationaleagro-voedselpolitiek drastisch aanpassen aan deuitdagingen van de zichglobaliserende markt.Hoe deed België dit, een klein endichtbevolkt land dat bijzonder marktgevoelig
was? Het project wil de sociale spanningen enpolitieke discussies blootleggen omtrent de vraag naar en het aanbod aanvoedsel tijdens de cruciale maar nog onontgonnen interimfase 1918-1958 Normal 0 21 false false false NL-BE X-NONE X-NONE <w:LatentStyles DefLockedState="false" DefUnhideWhenUsed="true" DefSemiHidden="true" DefQFormat="false" DefPriority="99" LatentStyleCount="267">mso-tstyle-rowband-size:0;msotstyle-colband-size:0;mso-style-noshow:yes;mso-style-priority:99;mso-style-parent:"";mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt;mso-paginatio Organisaties: • OG Modern.& Samenlev. 1800-2000 Leuven
Onderzoekers: • Yves Segers • Helena Van Molle
Politiek in het openbaar : de opkomst van de massamedia en de legitimiteit van de monarchie in Europa. De jaren 1870 tot 1930 KU Leuven Abstract: Het vertrekpunt van dit onderzoeksproject is de stelling dat de massamedia opgang maakten in de laatste drie decennia van de negentiendeeeuw. Vertrekkend vanuit de vraag hoe dit heeft bijgedragen aan het herdefiniëren van politieke legitimiteit, focust dit project op de monarchie. Deze institutie was in de meeste Europese landen een belangrijke, of zelfs dedominante politieke speler.Door haar persoonlijk karakter werd de monarchie (meer dan andere politieke instanties) sterk beinvloed door de 'revolution of visibility', wat interessante Europese casussen oplevertvoor vergelijking, uitwisseling gedeelde ervaringen . Hoewel de monarchie doorgaans geassocieerd wordt met oude politieke krachten, moet zij tegen deze achtergrond ook gezienworden als deel uitmakend van de opkomst van de moderniteit. Het doel daarvan is niet om de verdienste van de monarchie als een moderne of zelfs noodzakelijke instelling opnieuw in vraag te stellen, maar eerder om het enorme potentieel dat deze ontegensprek Organisaties: • OG Modern.& Samenlev. 1800-2000 Leuven
Onderzoekers: • Martin Kohlrausch
Competitie in de grammatica KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG ComForT Brussel
Onderzoekers: • Guido Vanden Wyngaerd
Een iconisch-liturgisch perspectief op de natuurervaring: studie van het hermeneutische en motivationeel-ethische potentieel KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • William Desmond • Johan De Tavernier
Het onvergeeflijke KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Nicolas Fernando de Warren
Samenwerking in basisonderzoek tussen bedrijven en universitaire (top) onderzoekers KU Leuven Abstract: Prior empirical studies (e.g. Gambardella, 1992; Cockburn and Henderson, 1998; Fabrizio, 2009; Leten et al., 2011, with the exception of Lim, 2004) have found positive performance consequences of conducting in-housebasic research for firms in the pharmaceutical industry. The primary arguments relate to the deeper insights that basic research can provide toguide the firm in its innovative efforts, and the role of an active involvement in basic research in attracting the most talented researchers to the firm (e.g. Nelson, 1959; Rosenberg, 1990; Salter Martin, 2001). Furthermore, studies suggest that the benefits of in-house basic research are greater when (basic) research is conducted in collaboration with university scientists (Belderbos et al., 2004; Furman and MacGarvie, 2009). The purpose of this project is to explore in much greater detail the role of university scientists as firms key partners in basic research. First of all, we aim to analyze the conditions for effective collabor Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Stijn Kelchtermans • Bart Leten • Massimo Riccaboni
Trajecten van Acculturatie en Contact in Etnisch diverse Sociale netwerken (TRACES) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Karen Phalet
Bestrijden van abiotische stress: de kracht van 'zoete' weerstand KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TC Bioengineering Technologie Geel
Onderzoekers: • Wim Van den Ende • Johan Ceusters
Understanding the unemployment phenomenon in South Africa KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • Arbeids-, Organ.- & Pers.psychologie
Onderzoekers: • Hans De Witte • N. N.
Steden en nieuwkomers: buurten en aankomsten in periode 1880-1914 en 1980-2015 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar urban question, vergelijkende studie naar ontwikkeling van buurten in periode van 1880-1914 en 1980-2015 Organisaties: • Geschiedenis • Criminologie • Sociologie • Geografie
Onderzoekers: • Anne WINTER • Helga DE VALK • Bas VAN HEUR • ERIC CORIJN • ELISABETH ENHUS • PATRICK DEBOOSERE
Kwaliteit, veiligheid en gezondheid van voeding sinds 1950: maatschappelijke controverse en biotechnologische veranderingen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project richt zich op de jaren voorafgaand aan voedselschandalen uit de jaren 1990, met een langetermijn visie om veranderingen in de representatie van voedselveiligheid, voedselkwaliteit en vertrouwen van de consument te onderzoeken. De wijze van winkelen voor de dagelijkse voeding is drastisch veranderd gedurende de tweede helft van de 20e eeuw. Supermarkten werden de meest verspreide vorm van kleinhandel in West - Europa (met maximaal 90 % van de totale omzet) . Dit veranderde de verhoudingen tussen klant en winkel wat het vertrouwen betreft. Een sterke en betrouwbare merkidentiteit was nodig om een constante stroom van klanten te verzekeren. De centrale focus van deze studie ligt op de manier waarop deze grootschalige kleinhandelaars de band met hun klanten hebben vorm gegeven. Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Industriêle Microbiologie • Geschiedenis • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • Filip DEGREEF • PETER SCHOLLIERS • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT • Luc DE VUYST • FREDERIC LEROY
The Notion of Fiction in Nietzsche's Ethical Thinking: An Engagement with Foucault's and Deleuze's Interpretations of Nietzsche's View of Morality KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Nicolas Fernando de Warren
Governments markets: institutions and regulation for a changing world.nbsp; KU Leuven Abstract: A crucial choice facing our society is the trade-off between a "laisse" market-based organiznd a stronger role for state
Onderzoekers: • Patrick Van Cayseele • Hylke Vandenbussche • Maarten Goos
• Jozef Konings • Frank Verboven • Johannes Van Biesebroeck • Gerald Willmann
Ontwerp en realisatie van een geautomatiseerd en online systeem voor deanalyse, beschrijving en interpretatie van onderzoeksgegevens over de identiteit van katholieke scholen in een pluraliserend onderwijslandschap. Integratie van inhoudelijke, technische KU Leuven Abstract: Aan het Centrum Academische Lerarenopleiding in de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen wordt sinds 2007 een uitgebreide onderzoeksmethodologie ontwikkeld om de levensbeschouwelijke en religieuze identiteit van katholieke onderwijsinstellingen in kaart te brengen. Dit gebeurt in samenwerking met het Catholic Education Commission of Victoria (CECV) inAustralië. Naast documentenanalyse en interviewonderzoek, wordt daarbijook gebruik gemaakt van een pakket vragenlijsten die online aangeboden worden op http://identiteitsonderzoek.be/ (in het Nederlands) en http://www.schoolidentity.net (in het Engels). De resultaten van dit vragenlijstonderzoek verschijnen op het computerscherm in de vorm van geautomatiseerde datatabellen en grafieken, die vervolgens geïnterpreteerd moeten worden.
Specifiek aan deze cruciale stap in het onderzoek doet dit doctoraatsproject in de Religiestudie een significante bijdrage. De onderzoeksvraag luidt: kunnen we de computer zo programmeren dat hij de ond Organisaties: • OE Pastoraaltheol. en Empirische Theol.
Onderzoekers: • Didier Pollefeyt • Jan Bouwens
The effect of written corrective feedback on the interlingual lexico-grammatical errors of Spanish L1 beginners and advanced EFL university writers: a cross-sectional corpus-based study KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Antwerpen
Onderzoekers: • Kris Buyse • N. N. • Elke Van Steendam
Budgettair beleid. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Economische Geschiedenis Leuven
Onderzoekers: • Erik Buyst • Jakob Vanschoonbeek
Information, networks and survival in international expansion of European small and medium-sized enterprises. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE IBSE Antwerpen
Onderzoekers: • Ernst Verwaal • Anna Pastwa
Acculturation Attitudes of Parents and The Role of Acculturation Patterns in Minority and non-Minority School Careers KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Prof.Opleiding & Ontw.& Levenslang Leren
Onderzoekers: • Ides Nicaise • N. N.
Enhancing the inclusiveness of ECEC systems KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Ides Nicaise • Özgün Ünver
De ongerechtvaardigde verrijking in het Belgisch privaatrecht: een onderzoek naar de werking van een algemeen verrijkingsverbod KU Leuven Abstract: Een leverancier van stookolie vult per vergissing de tank van een verkeerde persoon. De leverancier eist dat de ontvanger de factuur betaalt opgrond van de onverschuldigde betaling. Toch past de rechtspraak in dergelijke feitenconstellaties frequent de vordering uit ongerechtvaardigde verrijking toe. De ongedaanmaking van ongewettigde vermogensverschuivingen blijkt een gedeelde eigenschap te zijn van de onverschuldigde betaling en de ongerechtvaardigde verrijking. Deze functionele gemeenschappelijkheid doet de vraag rijzen hoe het algemene
verbod van ongerechtvaardigdeverrijking zich verhoudt ten opzichte van concrete restitutievorderingen. Wanneer kan de ongerechtvaardigde verrijking effectief voorzien in een autonome restitutieverbintenis en wanneer fungeert het slechts alsverklaring voor concrete rechtsfiguren?Een functioneel en inductief rechtsvergelijkende methode zal uitmaken op welke manier de werkingvan de ongerechtvaardigde verrijking een positiefrechtelijk rol kan en dient te Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Brussel
Onderzoekers: • Sophie Styns • Annick De Boeck • Jonas Lambrechts
Van onrechtmatig naar rechtmatig: een strafrechtelijke analyse van eigendomsgeschillen in de transnationale handel in cultuurgoederen KU Leuven Abstract: De illegale circulatie van cultuurgoederen vormt een van de sleutelproblemen van de internationale kunsthandel. Kunstvoorwerpen en antiquiteiten die in een ver of recent verleden uit publieke of private collecties werden gestolen, uit oorlogsgebied werden ontvreemd of zelfs rechtstreeksvan archeologische sites werden geroofd, duiken met grote regelmaat op in het bezit van kunsthandelaars, musea of particuliere verzamelaars. Het behoeft geen betoog dat bestolen eigenaars zullen trachten om hun geliefde voorwerpen te recupereren, wanneer zij erin slagen deze (soms na lang speurwerk) te traceren. Een beroep op het privaatrecht blijkt hierbijechter in vele gevallen juridisch een waarlijk hindernissenparcours. Inde voorbije decennia werden dan ook talrijke alternatieve mechanismes voor restitutie geopperd, van internationaalrechtelijke, buitengerechtelijke en zelfs ethische aard.Rechtsleer en rechtspraak wijzen in die zoektocht recent ook in de richting van het strafrecht als een nieuwejuri Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Brussel
Onderzoekers: • Frank Verbruggen • Bert Demarsin • Eva Testelmans
For the Time Being. The Relationship Between Digital Technology and Knowledge in Science KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE Literatuurwetenschap Leuven
Onderzoekers: • Stefan Gradmann
Een empirisch onderbouwd raamwerk voor de normatieve macrostudie van wetenschap. Universiteit Gent Abstract: Door het begrijpen (via de ideeën van de wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn), simuleren (dankzij agent-gebaseerde modellen) en testen van empirische patronen (dankzij zeer grote scientometrische datasets) zal ik een raamwerk ontwikkelen om normatieve claims te kunnen maken over de wenselijkheid van wetenschappelijk macrobeleid met de bedoeling om beter te begrijpen wat wetenschappelijke vooruitgang is en hoe we het kunnen promoten. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Eric Schliesser
Post-Kantiaans Idealisme in de Vroege psychologie: Wilhelm Wundts Psychofysiologische Theorie van de Wilsact en de Idealistische Opvatting over het Lichaam. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In my doctoral dissertation, I argued that Helmholtz's proto-psychological theory of perception has demonstrable roots in Fichte's metatheoretical view of the subject as an active, striving being (e.g., De Kock 2012, forthcoming(1), forthcoming(2)). In doing so, I addressed a crucial shortcoming in the historiography of contemporary scientific psychology, i.e., the almost complete disregard for the relation between early German psychology and post-Kantian idealism. This neglect is surprising, given the ubiquity of idealist metaphysics in German universities during the 19th century, and idealism's preoccupation with themes that were central in early psychological theories. A particular challenge in this area of research pertains to the apparent difficulty of reconciling idealism's abstract view of the subject, with early psychology's attempt to relate mental functions to the physiological body. Therefore, I want to develop my doctoral investigation in two novel directions, which are closely intertwined. On the one hand, I will further examine Fichte's transcendental theory of subjectivity, by focusing on the way in which it determined his view of the body. On the other hand, I will shift the scope from Helmholtz's to Wilhelm Wundt's psychophysiology. The overarching research goal is to investigate to what extent that Fichte's idealist conception of the body can provide a valuable framework to Wundt's psychophysiological analysis of voluntary action. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Steffen DUCHEYNE • Liesbet DE KOCK
Een systeem biologische benadering van Wnt signalisatie in kraakbeen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Skeletale Biologie en Engineering
Onderzoekers: • Rik Lories • Tine Peeters
NOVA DOMUS: Netwerk van Amerika en Europa voor mobiliteit van doctorandi tussen universiteiten. KU Leuven
Abstract: Nova Domus wordt gecoordineerd door de Universitat de Barcelona, deel van de vereniging van Catalaanse universiteiten. De belangrijkste doelstelling is om gezamelijke initiatieven, programma's en projecten te organiseren met als doel het verbeteren van het universitaire system, als ook universiteiten de mogelijkheid te bieden om zich verder te ontwikkelen op het vlak van onderzoek. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • N. N.
City and Society in the Low Countries (ca. 1200-ca.1850). The condition urbaine: between resilience and vulnerability Vrije Universiteit Brussel Abstract: Resilience has often been discredited as a contextual concept, in that it only applies to Western societies with their strong inclination for individualism. Therefore, we will pay attention to a myriad of agents and factors contributing to or hindering urban resilience, ranging from the creative entrepreneur, via informal circuits and bonds of reciprocity, neighbourhood networks to formal institutions and eventually urban governments. In doing so, it is our intention to escape from an optimistic belief in progress or 'affluent stability.' We will also address the structural failures of urban societies in the West, for example, their inability to fundamentally deal with problems of social inequality. Our investigation is guided by the hypothesis that the complex interplay between causal factors touches upon the 'urban core' of societal developments itself and will help to explain how urban societies continue to innovate, adapt and/or reproduce themselves under severe challenges. The common goal of the different research projects proposed by the network is to give a realistic and contingent evaluation of the opportunities, challenges, successes and failures of urban societies. Inspired by the challenges of present-day urbanisation, three work packages propose to critically investigate 'urban resilience' in the historical Low Countries: (1) Environmental Challenges of City Life: Resilience and Precariousness; (2) Urban Memories and Counter-Memories; (3) Urban Community Building: Inclusion and Exclusion. These themes will be the object of a resolutely international and interdisciplinary analysis, including - besides history - such disciplines as the study of visual and literary culture, archeology, and geography. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Laat-middeleeuwse 'Besloten hofjes' in de Lage Landen. Bijdrage tot gender en artistieke expressie KU Leuven Abstract: During the late Middle Ages a unique type of mixed media recycled andremnant art arose in houses of religious women in the Low Countries:Enclosed Gardens. These are retables, sometimes with painted side panels, the central section filled not only with narrative sculpture, but also with all sorts of trinkets and hand-worked textiles. Adornments include relics, wax medallions, gemstones set in silver, pilgrimage souvenirs, parchment banderoles, flowers made from textiles with silk thread, semi-precious stones, pearls and quilling (a decorative technique using rolled paper). The ensemble is an impressive and one-of-a-kind display and presents as an intoxicating garden. In this research project the exceptional heritage of such Enclosed Gardens is interpreted from a range of approaches. The Enclosed Garden is studiedas a symbol of paradise and mystical union, as the sanctuaryof interiority, as thenbsp;of the sensorium (in particular the sense of smell), as a typical gendered product, and Organisaties: • OG Kunstwetenschappen Leuven
Onderzoekers: • Barbara Baert
In het voetspoor van Newton? 's Gravesande wetenschappelijke methodologie Vrije Universiteit Brussel Abstract: This proposal will scrutinize W.J. s Gravesande's (1688-1742) scientific methodology, who was one of the most influential advocates of Newtonianism on the Continent. s Gravesande further developed Newton's natural philosophy and dealt with physical problems that were left unaddressed by Newton. Surprisingly, there are few detailed studies of 's Gravesande's methodological views proper and their relevance for his scientific practice. This research project seeks to fill in this scholarly void by providing a historical and philosophical account of s Gravesande's methodology both in precept and in practice. Following s Gravesande's own statements, many scholars have been led to believe that 's Gravesande was a follower of Newton's methodology without, however, providing detailed justification for this claim. The overarching goal of this research proposal is to explicate s Gravesande's scientific methodology and to determine whether or not his methodology may be rightfully considered as Newtonian. The promoter of this research project has recently provided a historically detailed and systematically rich account of Newton's methodology. In the research project at hand, this account will be used to ascertain whether s Gravesande's methodology was based on Newton's methodology (and, if so, to what extent) or whether he was relying on different methods. Given its set-up, this research proposal will have broader implications for the study of 18th-century Newtonianism in general. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Steffen DUCHEYNE
Getalgevoel: Analyse en beïnvloeding. KU Leuven Abstract: nbsp; Het centrale thema van het GOA project is de relatie tussen lagere orde en hogere orde aspecten van getalgevoel, in relatie schoolse rekenen. Aspecten van lagere orde zijn het snel en foutloosherkennen van kleine aantallen, het vergelijken van aantallen, e.d. Hogere orde aspecten hebben betrekking op meer complexe wiskundige kennis en vaardigheden zoals het inzichtelijk en flexibel kunnen omgaan met (grotere) getallen en bewerkingen.In het onderzoek staan volgende vragen centraal:·nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Wat is de basis van getalgevoel?·nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe verhouden lagere en hogere orde aspecten van getalgevoel zich tot elkaar?·nbsp;nbsp;nbsp; nbsp;Hoe ontwikkelen lagere en hogere orde aspecten van getalgevoel zich in normaal ontwikkelende subjecten en in subjecten met rekenproblemen, en hoe is die ontwikkeling gerelateerd aan hun leerprestaties m.b.t. het vak wiskunde/statistiek?·nbsp;nbsp;nbsp;nbsp; Hoe kunnen we de ontwikkeling van getalgevoel, en langs deze weg van de leer Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers:
• Jan Elen • Lieven Verschaffel • Patrick Onghena • Wim Van Dooren • Bert De Smedt • Bert Reynvoet
Redelijke aanpassingen, evenredigheid en de rol van de rechter. KU Leuven Abstract: In dit project wordt een onderzoek gevoerd naar de redelijke aanpassingenplicht. Het concept van de redelijke aanpassingen heeft opgang gemaakt in de VS en is in ons rechtssysteem doorgedrongen dankzij een Europese Richtlijn. De plicht vereist van werkgevers en anderen op wie ze van toepassing is, dat zij de noodzakelijke wijzigingen aanbrengen die ervoor moeten zorgen dat personen met een handicap hun beperking kunnen overstijgen. Voorbeelden zijn: het verlagen van drempels, het aanpassen van uurroosters, het voorzien van tolken e.d. Rechtbanken blijken moeite te hebben bij de invulling en toepassing van dit begrip omdat de wetgeving hieromtrent weinig houvast biedt. Daardoor mislopen personen met eenhandicap vaak de bescherming waar zij recht op hebben. In dit onderzoek wordt getracht een werkbare definitie aan te bieden die het reeds bestaande concept de vereiste diepgang kan geven. In deeerste plaats zal de aandacht gaan naar de onderliggende gelijkheidsbeginselen. Daarnaast zal re Organisaties: • Instituut voor Constitutioneel Recht
Onderzoekers: • André Alen • Stefan Sottiaux • Annelies D'Espallier
The Balkans: Pathways towards EU integration and Regional Cooperation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Peter Vermeersch
Ontwikkeling van een instrument voor de evaluatie van de ondersteuningsbehoeften in handicapsituaties. KU Leuven Abstract: Personen met een ernstig gezondheidsprobleem kunnen terugvallen op een systeem van tegemoetkomingen die worden beheerd door de Directie-Generaal Personen met een Handicap van de FOD Sociale Zekerheid. Dat systeem geeft onder bepaalde voorwaarden recht op een integratietegemoetkoming. Inlijn met het VN-verdrag en de concepten in het kader van de Internationale Classificatie van het menselijk functioneren wordt de huidige evaluatiebenadering achterhaald en ontoereikend ervaren. Dit onderzoek heeft bijgevolg tot doel om een nieuwe evaluatieschaal te ontwikkelen die voldoet aan de Belgische context van de integratietegemoetkoming. Organisaties: • HIVA-OG Verzorgingsstaat en Wonen
Onderzoekers: • Lode Godderis • Sofie Kuppens
European Youth and Value Change. Comparative Research on Political Attitudes and Behaviours among European Youth. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Marc Hooghe
Schaarste en sociale onrust in Afrika: Een kritische analyse KU Leuven Abstract: Dit project behandelt de volgende centrale onderzoeksvraag: waarom zijner tijdens de voedselprijsstijgingen van 2007-2008 rellen uitgebroken in sommige Afrikaanse landen, maar niet in andere? Uit de literatuur blijkt dat economische kenmerken en politieke risicofactoren een belangrijkeinvloed kunnen hebben op het verband tussennbsp;hoge internationale voedselprijzen en gewelddadige protesten. Deze karakteristieken kunnen echter de spreiding van rellen over verschillende Afrikaanse landen onvoldoende verklaren. In dit onderzoek wordt nagegaan in welke mate horizontale ongelijkheden of politieke, sociale en economische ongelijkhedentussen identiteitsgroepen een land kwetsbaar kunnen maken voor het uitbreken van rellen. Horizontale ongelijkheden kunnen volgens sommigen leiden tot politieke instabiliteit en gewelddadige uitbarstingen omdat ze grieven creëren voor de leden van een groep en omdat mobilisatie gefaciliteerd wordt door een gedeelde identiteit. De identiteitsgroep kan gevormdwor Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Arnim Langer • Leila Demarest
Authentic cooperative or team learning environments: How do student andcontext characteristics influence process and product? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Prof.Opleiding & Ontw.& Levenslang Leren
Onderzoekers: • Filip Dochy • Anne Boon
The Mental Number line, the external number line, and elementary schoolmathematics achievement KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep EERD Brussel
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Koen Luwel • Dominique Peeters
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Maarten Simons • Enma Polonia Campozano Aviles
. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit PPW Kulak
Onderzoekers: • Sarah Gielen • Chloé Meredith
Verhaal van schuldeisers op een onverdeeldheid KU Leuven Abstract: Dit onderzoek vertrekt vanuit de vaststelling dat de huidige Belgische wettelijke regeling zeer schaars is omtrent de verhaalsrechten van een schuldeiser wiens schuldenaar slechts over een aandeel of andersoortige rechten in een onverdeeldheid beschikt. Het onderzoek wil nagaan welke bouwstenen kunnen worden aangereikt op basis van rechtsvergelijkende en rechtshistorische analyse van de bestaande wetgeving en heersende opvattingen in rechtsleer en rechtspraak in België en de buurlanden om tot een toetsingskader te komen. Aan de hand hiervan zal worden gezocht naar de meest geschikte regeling voor de verhaalsrechten van een schuldeiser opeen aandeel of andersoortige rechten op een vrijwillige onverdeeldheid. Het onderzoek heeft als uiteindelijk opzet om een dieper inzicht in het vermogen als juridisch begrip te verschaffen. Organisaties: • Inst. voor Handels- en Insolventierecht
Onderzoekers: • Matthias Edward Storme • Leen De Keyser
De wisselwerking tussen het handelspraktijkenrecht en het contractenrecht KU Leuven Abstract: Op 11 mei 2005 zag Richtlijn 2005/29/EG inzake de harmonisatie van het oneerlijke handelspraktijkenrecht in Europa het licht. Waar het toepassingsgebied van deze Richtlijn al door verschillende auteurs aan de kaak werd gesteld, nemen wij als vertrekpunt voor ons onderzoek artikel 3, lid2. Dit artikel bepaalt het volgende: "Deze richtlijn laat het verbintenissenrecht en, in het bijzonder, de regels betreffende de geldigheid, deopstelling en de rechtsgevolgen van contracten onverlet." Met deze bepaling lijkt Europa er ten stelligste van overtuigd dat een strikte scheiding geldt tussen het handelspraktijkenrecht en het verbintenissenrecht. Wij stellen echter de aanwezigheid vast van talrijke raakvlakken tussen beide, zowel in de precontractuele als de contractuele fase, en beogen deze wisselwerking grondig in kaart te brengen. Dit onderzoek analyseert in de eerste plaats de wisselwerking tussen oneerlijke handelspraktijkenen de geldige totstandkoming van een overeenkomst. Daarnaast wordt Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Evelyne Terryn • Joke Goddaer
De overheidswaarborg in het publiek en privaat recht KU Leuven Abstract: In dit onderzoek zal worden nagegaan hoe overheidswaarborgen als instrument kunnen worden ingezet, onder andere in het licht van financieel-economische crisissen. De recente onrust op de financiële markten illustreert dat bij beleidsmakers het besef toeneemt dat er in bepaalde omstandigheden maatregelen nodig zijn om de (vrijemarkt)economie bij te stellen en het vertrouwen in het systeem te waarborgen. De overheidswaarborg is een dergelijke maatregel. De overheid kan optreden als persoonlijke zekerheidssteller, waarbij zij zich ertoe verbindt de verplichtingen van een schuldenaar (geheel of gedeeltelijk) na te komen wanneer deze in gebreke zou blijven. De overheid gebruiktop die manier haar economisch gewicht als onderpand om het evenwicht inde markt te herstellen. De vraag stelt zich welke regels hierbij moeten worden nageleefd. Traditioneel wordt er aangenomen dat overheidswaarborgen enkel via het publiek recht (de publiekrechtelijke weg) kunnen worden toegekend. Toch kan men zich Organisaties: • Inst. voor Handels- en Insolventierecht
Onderzoekers: • Joeri Vananroye • Steven Lierman • Karel-Jan Vandormael
The problem of legitimacy and accountability in international NGO's KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Educatie en Samenleving
Onderzoekers: • Joke Vandenabeele • Mieke Berghmans
Kwalificatie en voorvraag - de lege lata en de lege europea ferenda KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Europees Recht
Onderzoekers: • Geert Van Calster • Sara Berte
Vreemde vrouwen. De receptie van vrouwelijke auteurs in Vlaanderen tijdens het interbellum (1918-1940) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Vertaling & Interc.Transfer Brussel
Onderzoekers: • Elke Brems • Dorien De Man
Neuroplastische mechanismen aan de basis van de betrokkenheid van de prefrontale cortex en de hippocampus in extinctie-, omkerings- en categorieleren. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens • Hans Op de Beeck • Rudi D'Hooge • Detlef Balschun
Overgang naar de adolescentie: Genen, contexten en interacties. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Luc Goossens • Wim Van Den Noortgate • Stephan Claes • Hilde Colpin • Karla Van Leeuwen
En route. De internationale trajecten van de Vlaamse literatuur in de 20ste eeuw. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Vertaling & Interc.Transfer Brussel
Onderzoekers: • Elke Brems • Reinhilde Meylaerts
BALKAN JUSTICE. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Leuvens Instituut vr Criminologie (LINC)
Onderzoekers: • Stephan Parmentier
INSPECTflow. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Patrick De Causmaecker
De volkenbond, prostituees en hun "rehabilitatie" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit project wil ik een vergelijkende analyse maken van de internationale initiatieven van de Volkenbond rond de rehabilitatie van prostituees en de visie van prostituees zelf over het fenomeen prostitutie. Enerzijds wil ik het discours van de Volkenbond en zijn nationale (gouvernementele en niet-gouvernementele) partners over prostitutie en de rehabilitatie van prostituees analyseren. Anderzijds zal de socioeconomische achtergrond van prostituees uit twintig verschillende landen aan bod komen om de motivaties om zich te prostitueren en de oplossingen om uit het prostitutiemilieu te stappen te vergelijken. Zo wil het onderzoek zowel aansluiting vinden bij de studie van internationale en vrouwenorganisaties en hun visie op sociale kwesties, alsook een historisch perspectief bieden aan actuele debatten over prostitutie. Het
vernieuwende van deze studie is dat de mening van de betrokken personen een centrale plaats in het onderzoek krijgt. Gebruik makend van het bronnenmateriaal over rehabilitatieprogramma's en de antecedenten van prostituees dat in het archief van de Volkenbond (VN-bureau in Genève) bewaard is, wil ik drie hoofdvragen beantwoorden. Wat was de visie van de Volkenbond en zijn nationale partners op prostitutie? Hoe definieerden prostituees zelf arbeid, prostitutie en rehabilitatie? En in welke mate speelde de socio-economische achtergrond van de geïnterviewde prostituees een rol bij het uitoefenen van prostitutie en bij de wil of onwil om uit het prostitutiemilieu te stappen? Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Magaly RODRIGUEZ GARCIA Maria
Toetsing van het hedendaagse structuralistisch realisme in de wetenschapsfilosofie met behulp van het denken van Alfred North Whitehead. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoeksproject toetsen we het hedendaagse structuralistisch realisme in de wetenschapsfilosofie met behulp van het denken van Alfred North Whitehead. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Ronald DESMET • JEAN VAN BENDEGEM
De kleppenfluit tussen 1790 en 1850: haar historische uitvoeringspraktijk en de consequenties daarvan voor de huidige praktijk in solo- en kamermuziek met klavier en strijkers, gezien vanuit het perspectief van de uitvoerende musicus. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit doctoraat is een artistiek en theoretisch diepgaand onderzoek van de ingetoetst kleppenfluit in zijn glorietijd (ca. 17901850). Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Peter SWINNEN
Artiesten of bedelaars? Aanpassingsstrategieën van rondtrekkende entertainers in Brabant (1750-1914) Vrije Universiteit Brussel Abstract: This project aims to gain insight into the migration patterns, income strategies and cultural repertoires of itinerant entertainers in Brabant in the 'long nineteenth century' (1750-1914). Making their living with public performances ranging from singing, making music, acting and puppetry to acrobatics and bear dancing, they travelled over short and long distances with their shows and brought entertainment to people who did or did not have regular access to amusement. The transition from preindustrial to industrial society confronted them with new opportunities and constraints, inciting permanent adaptations of their trajectories and shows. While they are often dismissed sideways as folklorist remnants of a bygone age or as 'beggars in disguise', this research aims to explore the relative success of their cultural repertoires and income strategies in their own right in a period of societal transformation. Using repressive sources on the one hand and requests and permissions for itinerant performances on the other hand as the main source materials, this research project aims to establish a balanced, comparative and long-term view on both the relative success of their survival strategies and their cultural importance during the transition from preindustrial to industrial society, with due attention for dynamics of social differentiation, professionalization, commercialisation, the expansion of urban leisure facilities and changing migration policies. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Wiskundige afleiding: logica, intuïtie en cognitie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Als logische afleidingen niet de manier wiskundigen reden passen, wat is dan de onderliggende logica van wiskundige bewijzen? Het huidige onderzoeksproject beoogt een paar stappen op weg naar een antwoord op deze vraag door de kleinste eenheid van wiskundige bewijzen te onderzoeken: wiskundige gevolgtrekking. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
'Belgische' eetcultuur als kenmerk van nationale identiteit op de Wereldtentoonstellingen (London 1851 to Shanghai 2010). Een historisch-archeologisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Er heerst een algemene consensus onder sociale wetenschappers dat voedsel een medium is voor sociale en culturele communicatie en een belangrijke rol speelt in de constructie van nationale en regionale identiteiten. In deze hoedanigheid vormt voedsel een krachtig semiotisch middel dat naties kunnen aanwenden om algemene maar zorgvuldig geconstrueerde kennis over hun identiteit, tradities een vooruitgang te verspreiden onder het publiek. Afgezien van hun economische intentie, is het net dit soort educatieve doeleinden die de Wereldtentoonstellingen wensten te dienen. Er zijn echter maar weinig studies naar het voedsel dat werd geserveerd en/of gepresenteerd op de Wereldtentoonstellingen en naar hoe hun semiotische potentieel werd benut en versterkt aan de hand van de materiële context en/of begeleidende beelden en tekst. Dit project draagt bij aan de recente interesse in het verband tussen voeding en nationalisme/regionalisme als een kenmerk van en constructief element in een identiteit. Het tracht te achterhalen of de constructie en promotie van een 'traditionele eetcultuur' gebruikt werd als een instrument in de legitimatie en identiteitsconstructie van een natie. Het onderzoek combineert een historische en interpretatief-archeologische benadering om het voedsel dat gepresenteerd en geserveerd werd door de Belgische deelnemers aan de Wereldtentoonstellingen tussen 1851 en 2010 te analyseren, waarbij specifieke aandacht wordt besteed aan de tekstuele en materiële context waarin dit voedsel aan het publiek werd aangeboden of voorgesteld. Het zal bestuderen welke voedingsmiddelen en gerechten en wiens eetcultu(u)r(en) geselecteerd werden, wie deze selectie maakte, hoe ze werden voorgesteld, waarom en met welk doel. Daarbij zal het aandacht hebben voor de interactie tussen nationale, regionale, gewestelijke en lokale regeringen en de bedrijven die betrokken waren in dit proces. Het onderzoek kan bijdragen aan een beter begrip van hoe cultureel erfgoed en
nationale identiteit wordt geconstrueerd en zal een historisch perspectief bieden op de toenemende nadruk op nationale en regionale individualiteit die volgde op de Europese eenmaking, waarin eetcultuur een prominente rol krijgt toebedeeld. Door de focus op de horizontale en verticale interactie en spanningen laat deze studie bovendien toe de dynamiek van identiteitsconstructies op Europees, nationaal en regionaal niveau te analyseren. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Nelleke TEUGHELS • PETER SCHOLLIERS
Ondernemerstrategieën van bouwaannemers. De casus Antwerpen, 1490-1670 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bouwen en de bouwambachten hebben reeds lang architectuurhistorici en sociaal-economische historici gefascineerd. De meeste aandacht ging naar de bouwwerken zelf en het ambachtelijke kader waarin de bouwvakkers werkten. Dit project zal de ondernemingsstrategieën onderzoeken van aannemers actief op de private huizenmarkt in vroegmodern Antwerpen. Deze aannemers vervulden een cruciale functie in het samenbrengen van kapitaal en arbeid met de bedoeling het bouwproces te optimaliseren en winsten te maken via speculatieve investeringen. Het onderzoek zal zich richten op verschillende types aannemers, hun samenwerkingsverbanden, hun financiële en speculatieve investeringen, de deelmarkten waarop ze zich richtten en de kenmerken van hun constructies en renovaties. De beschikbare bronnen met betrekking tot vastgoed zijn zo uitzonderlijk rijk, dat ze de ondernemingsstrategieën van aannemers in de bouw veel beter kunnen vatten dan van ondernemers in om het even welke andere sector. Het onderzoek zal leiden tot een beter begrip van de dynamiek en de financiële strategieën van ondernemers die actief waren binnen een corporatief kader en zal inzichten bijbrengen die de specifieke context van Antwerpen overstijgen. Tegelijkertijd zullen de secundaire onderzoeksvragen met betrekking tot verschillende types van private woningen en tot de prijsvorming en prijsevolutie van vastgoed, betere inzichten opleveren in de processen die tot geleidelijke verandering van de sociale topografie van vroegmoderne steden hebben geleid. Organisaties: • Geschiedenis • Architectonische ingenieurswetenschappen
Onderzoekers: • Anne WINTER • Heidi DENEWETH • Inge BERTELS
De veranderende relatie tussen metafysica, fysica en wiskunde. Van Newton tot Lagrange (1687-1788) Vrije Universiteit Brussel Abstract: This project aims to show that the disentanglement of metaphysics and physics and the corresponding mathematization of physics took much longer, and was much more complex, than is commonly assumed. Reconsidering the changing relationship between metaphysics, physics and mathematics in the wake of Newton's Principia (1687-1788), the project thus challenges the view that the socalled Scientific Revolution immediately gave birth in a straightforward manner to physics as we know it today. During the seventeenth century metaphysical and scientific questions were often intertwined inseparably, and it was only during the eighteenth century that the strong conviction grew that the pursuit of physics must be separated from metaphysical questions. This decline of metaphysics was, as the story goes, inversely proportional to the increased belief in the power of mathematics to describe reality. However, in the seventeenth century the geometrical approach of Galileo, Huygens or Newton hardly looked anything like mathematical physics today. Only during the eighteenth century, in virtue of the development of the calculus, did mathematical physics gain its more formal character. My project aims to examine this evolution from both a historical and philosophical point of view. In particular, it will reflect about some of the methodological, epistemological and ontological assumptions which underlie the enormous theoretical and practical success of modern physics. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Steffen DUCHEYNE
Solid State NMR Characterization of Functional Nanoporous Materials KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Johan Martens
Diversity-Oriented Synthesis of Novel Heterocycles by Combination of Döbner-type and Ugi Multicomponent Reactions. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Erik Van der Eycken
First-order solving and learning KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Luc De Raedt
Novel Approaches to Authenticated Encryption and Whitebox Cryptography KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Bart Preneel
Local probing of novel materials using Mössbauer spectroscopy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Kern- en Stralingsfysica
Onderzoekers: • André Vantomme • Lino da Costa Pereira
MHD waves around giant gas planets KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Marcel Goossens • Tom Van Doorsselaere
FIRST DEMONSTRATION OF THE OCCURRENCE OF PAN-COLONIC PRESSURIZATION ASSOCIATED WITH RELAXATION OF THE ANAL SPHINCTER IN HEALTHY SUBJECTS. A RELEVANT PHYSIOLOGICAL MECHANISM ABSENT IN A SUBGROUP OF PATIENTS WITH CHRONIC IDIOPHATIC CONSTIPATION? KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Jan Tack
Critical Edition and Annotated Translationof Ps.-Justin's Quaestiones christianorum ad gentiles and Quaestiones gentilium ad christianos KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Johan Leemans
Problems and Prospects for Performance-Based Virtue Epistemology KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Christoph Kelp
The transformed socio-economic cleavage and the radical right in Belgium, the Netherlands and France. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Marc Swyngedouw • Bart Meuleman
Does ethnicity trump class in Europe? Understanding ethnic consciousness and other group processes underlying immigrant origin ethnic minorities voter choice in Europe. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Marc Swyngedouw • Bart Meuleman
Holocene landscape dynamics and settlement patterns in the 15th Upper Egyptian nome KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Nabije Oosten Studies Leuven
Onderzoekers: • Harco Willems
Negotiating identity: Identity threat in minority school trajectories
Identiteit in sociale context: Identiteitsdreiging in de schoolloopbanen van minderheden KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Karen Phalet • Batja Gomes de Mesquita • Colette van Laar
Brain mechanisms of fear conditioning and extinction KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Onderzoekers: • Rudi D'Hooge
Bio-ecological moderators of processes of peer selection and socialization of internalizing and externalizing behaviors: Actor-driven changes in social networks and behavior. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Hilde Colpin
Understanding number sense at the neural level KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Lieven Verschaffel • Bert De Smedt • Bert Reynvoet
The use of essential oil components in combination with standard antifungal compounds to prevent biofilm formation by Candida albicans KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Patrick Van Dijck • Katrien Lagrou • Adrian Liston
From a basic understanding of the interactions of antibacterial peptides with the outer membrane towards next generation enzybiotics KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Johan Robben • Marc De Maeyer • Rob Lavigne • Abram Aertsen
Evolutionary Insights of C3 Mophotype Bacteriophages using Phylogenomic Network and Strucutral Characterization of a Novel Bacteriophage-Encoded Gene Relevant to CRISPR DNA Regulation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Rob Lavigne
Quantum chemical studies of stability and reactivity of coated nanoclusters KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Afdeling Kwantumchemie en Fysicochemie
Onderzoekers: • Arnout Ceulemans • Minh Tho Nguyen
Extraction of rare earths from alkaline aqueous solutions by ionic liquids KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Koen Binnemans • Bart Blanpain • Thomas Van Gerven
Synthesis and chiroptical study of all-conjugated ABC triblock copolymers KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Polymeerchemie en -materialen
Onderzoekers: • Guy Koeckelberghs
Response of microbial communities and process performance to changes in substrate composition in anaerobic digestion KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TC Chemische Procestechnologie De Nayer
Onderzoekers: • Bart Lievens • Raf Dewil
Machine Understanding of Text KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Marie-Francine Moens
Design and analysis of permutations for lightweight cryptography KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Vincent Rijmen • Liesbet Van der Perre
Analysis, Design and Implementation of Multichannel Audio Systems KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Marc Moonen • Toon van Waterschoot
Impact of intracellular distribution of protein aggregates on resuscitation after hydrostatic pressure stress in Escherichia coli O157:H7 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Abram Aertsen
Analysis of a complex phenotype in yeast using comparative genomics KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Kevin Verstrepen
Stress induced Alternative Splicing in Arabidopsis thaliana KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Vera van Noort
Theoretical study of structure, physical and chemical properties of transition-metal alloy clusters KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Peter Lievens • Ewald Janssens
Electronic and vibrational properties of nitrogen doped graphene KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Christian Van Haesendonck
Active resonant metamaterials as a robust and adaptive lightweight solution in noise control engineering KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Wim Desmet • Bert Pluymers
The role of post-translational modifications in autoantigen generation in type 1 diabetes. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Onderzoekers: • Chantal Mathieu • Lutgart Overbergh
Unraveling reward processing and delay aversion in ADHD: a promising synergy KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Psychiatrie
Onderzoekers: • Marina Danckaerts • Jurgen Lemiere • Saskia Van der Oord
Role of histone deacetylase 6 (HDAC6) in amyotrophic lateral sclerosis KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium voor Neurobiologie (VRC)
Onderzoekers: • Ludo Van Den Bosch • Wim Robberecht • Philip Van Damme
Genetic variants are associated with immunophenotype in health and autoimmune disease. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium voor Neuro-immunologie
Onderzoekers: • Bénédicte Dubois • An Goris • Adrian Liston
Development of nanoplatforms for cancer diagnosis and therapy. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers:
• Catherine Verfaillie • Manoj Kumar
Growth factor signal interpretation in stem cells and the early embryo KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Catherine Verfaillie • Zhuofei Xu
European Historical Populations Samples - Network KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Koenraad Matthys
disABILITY MUNDUS EUROPEAN JOINT DOCTORATE KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr.Intercultural.,Migr.& Minderh.
Onderzoekers: • Patrick Devlieger
Development of brief treatment protocols as part of a translational research program on fear extinction. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Tom Beckers • Dirk Hermans
RSA and respiratory psychophysiology KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Omer Van den Bergh • Ilse Van Diest
Solid State NMR Characterization of Functional Nanoporous Materials KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. vr Oppervlaktechemie & Katalyse
Onderzoekers: • Johan Martens
BEAT. KU Leuven Abstract: PROJECT TITLE : (URL:http://www.beat-eu.org/)Biometrics Evaluation and Testing Keywords: Biometric technologies - evaluations benchmarking The goal of BEAT is to propose a framework of standard operational evaluations for biometric technologies. This will be achieved by (1) developing an online and open platform to transparently and independently evaluate biometric systems against validated benchmarks, (2) designing protocols and tools for vulnerability analysis, and (3) developing standardization documents for Common Criteria evaluations. Additionally, legal aspects will be considered to address the issues of both privacy data protection and Intellectual Property and so ensure that the BEAT framework can be used by the research community and companies. There will be three outcomes of this project. The first is that the reliability of biometric systems will be measurable and thus should lead to a meaningful increase in performance. The second is that technology transfer from research Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
TranSearch 2020: Translation Research Training for New Social Needs KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OG Vertaling & Interc. Transfer Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Meylaerts
Paris. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
Steunpunt Ruimte: Monitoring & beleidsevaluatie KU Leuven Abstract: Het Instituut voor de Overheid biedt ondersteuning bij de uitwerking van werkpakket 4 - monitoring en evaluatie. De doelstellingen van dit werkpakket zijn:Ondersteunen van de coherentie tussen de onderzoekslijnen en tussen de ruimtelijke processen op verschillende schalen.Voorstellen van nieuwe kwantitatieve en kwalitatieve methoden om ruimtelijke processen en transformaties ruimtelijk te analyseren.Verder ontwikkelen van de ruimtemonitor van een instrument dat de toestand van de ruimte in kaart brengt naar een beleidsondersteunend systeem geschikt voor een cyclisch planningsysteemOntwikkelen van verschillende methodes voor beleidsevaluatie en hetevalueren van een aantal ruimtelijke processen/projecten met het oog op het formuleren van suggesties voor aanpassingen van de planningsinstrumenten, -processen en concepten. Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Geert Bouckaert
The role of self-psychology in consumption experience and consumption decisions KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Luk Warlop • Siegfried Dewitte • Sabrina Bruyneel • Andrea Weihrauch
Behavioral analysis of phenotypic plasticity in ecdysozoan model organisms KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Jozef Vanden Broeck • Liliane Schoofs • Roger Huybrechts
Design of versatile and upscalable chemical synthesis pathways towards biofilm inhibitors. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Moleculair Design en Synthese
Onderzoekers: • Erik Van der Eycken • Jozef Vanderleyden • Marc De Maeyer • Dirk De Vos • Upendra Kumar Sharma
Reducing the energy consumption of sensor networks KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - MICAS
Onderzoekers: • Wim Dehaene • Sofie Pollin • Marian Verhelst
Understanding the rapid resistance development of Escherichia coli O157:H7 to high hydrostatic pressure KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Centr. Levensmidd.- & Microb. Technol.
Onderzoekers: • Abram Aertsen • Elisa Gayán
Titania nanoparticles for toxicology studies KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Afdeling Vaste-stoffysica en Magnetisme
Onderzoekers: • Jean-Pierre Locquet • Jin Won Seo • So Yoon Lee
Multi-fluid modeling of solar plasmas in thermal non-equilibirum. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Stefaan Poedts • Yana Maneva
SAXS studies of intermediate filaments and small heat-shock proteins KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Biokristallografie
Onderzoekers: • Sergei Strelkov • Aliaksandr Shkumatau
Nymph. Motief, Fantoom, Affect. Een bijdrage tot de studie van Aby Warburg (1866-1929) KU Leuven Abstract: Een close-reading van Aby Warburgs (1866-1929) geschriften over een iconografisch en stilistisch fenomeen in het Florentijnse quattrocente: dedansende nimf als antiquiserend motief (bv. bij Guirlandaio). Warburg geldt als één van de grondleggers van de iconologische methode en preciesmet betrekking tot de Ninfa fiorentina ontwikkelde hij zijn basisbegrippen van Ekphrasis en Pathosformel. Het essay gaat bovendien nog een stapverder en onderzoekt het voortleven en de impact van Warburgs Nimf-onderzoek in het huidige kunsthistorische discours, zoals bij Georges Didi-Huberman e.a. In die zin vormt het onderzoek een belangrijke methodologische en paradigmatische bijdrage aan ons vakgebied. Bovendien heb ik hier een hermeneutiek ontwikkeld die de ruimte tussen de kunstgeschiedenis en de psychoanalyse verkent. Organisaties: • OG Kunstwetenschappen Leuven
Onderzoekers: • Barbara Baert
De textielnijverheid in Romeins Egypte Vrije Universiteit Brussel Abstract: De textielnijverheid was, naast voedingsproductie, de grootste economische sector in de pre-industriële maatschappij. Toch hebben we hier weinig informatie over. Domineerden landeigenaren deze sector, of lieten ze het over aan de kleinschalige ambachtslieden en handelaren? Deze en andere vragen zullen beantwoord worden in dit project dat zich focust op de textielnijverheid uit het Romeins Egypte, de best gedocumenteerde provincie van het Rijk. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Peter ERDKAMP
De Veranderende Prestatie van de Europese Unie in het Internationale Milieu- en Klimaatbeleid Begrijpen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de veranderende prestaties van de EU in het Internationale milie-en klimaatbeleid te begrijpen. Het project zal ook een belangrijke bijdrage leveren aan huidige academische debatten over de belangrijkste factoren die de EU "actorness" , rol en invloed in, internationale instellingen, multilateralisme en internationale zaken in het algemeen vorm geven. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • Sebastian OBERTHUR
Concort KU Leuven Abstract: Consumer science is touching the lives of 493 million EU Consumers withtheir consumption representing 58% of the EU GDP, yet the insights of consumer research typically fail to have a substantial impact on consumerwelfare. The EC acknowledges the problem and places it high on its policy priorities. Consumer research is scattered across several disciplinesin the social sciences with little communication occurring between research and practice. The CONsumer Competence Research Training (CONCORT) tackles these issues. We abandon the marketing perspective of the persuasive agent trying to affect consumer decisions, and aim to pioneer research from the consumer perspective. We study consumer competence, a broad set of abilities, intuitions, knowledge and skills consumers need in order to make decisions that help them navigate successfully in the economic environment. CONCORT will train 14 ESRs in this new perspective, in 8 high level partners: Three business schools, 2 broad universities, a Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Siegfried Dewitte
AUSPICE: AUditing and aSsurance framework for cloud service-enabled ProCessEs KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers:
• Monique Snoeck • Jan Vanthienen
Combined super-resolution fluorescence and electron microscopy for catalysis research KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Johan Hofkens • Maarten Roeffaers
OPW2014/02 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Mathijs Lamberigts
The interdiscipline of Cultural Evolution as a new lens on contemporary challenges (indicatief) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Marketing Leuven
Onderzoekers: • Siegfried Dewitte
Talent en excellentie in Wetenschap en Techniek. Een interventiestudie in het kader van het project TalentenKracht. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Ervaringsgericht Onderwijs
Onderzoekers: • Ferdinand Laevers • Veerle De Winter
(Im) Perfect Design A research that aims to develop an innovative design method to unite the design strategies of the prototypical craftsman and industrial designer in contemporary jewellery design KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Duurzaam Materialenbeheer
Onderzoekers: • Ludo Froyen • Lore Langendries
Cultural aspects of health behavior: An anthropological study on Congolese people with a disability and their networks in transnational spaces KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr.Intercultural.,Migr.& Minderh.
Onderzoekers: • Patrick Devlieger • Jori De Coster
De (on)deelbaarheid van het kind KU Leuven Abstract: In de huidige generatie is het weinig kinderen gegeven om tot aan het bereiken van hun meerderjarigheid een gezin te vormen met hun beide wettelijke ouders. Gelet op het zeer liberale karakter van de Belgische echtscheidingswetgeving België heeft na de Scandinavische landen en Nederland de kortste juridische procedure om uit de echt te scheiden ligt de drempel naar de echtscheiding laag en kinderen van samenwonende koppels hebben een nog hogere kans om een relatiebreuk van hun ouders mee te maken. In 2006 dwong de Belgische wetgever de rechters voor de eerste maal in een wettelijk keurslijf bij hun oordeel over de verblijfsregelingen van minderjarigen en verplichtte hen om bij betwistingen inzake de verblijfsregeling van kinderen prioritair te onderzoeken ofde regeling van co-ouderschap kon uitgesproken worden. In dezelfde wet creëerde hij een coherent wettelijk kader voor dwangmaatregelen, dat eenouder ter wille kon zijn bij de weigering tot uitvoering van een verblijfsregeling do Organisaties: • Instituut Familierecht en Jeugdrecht
Onderzoekers: • Patrick Senaeve • Christine Van Roy
LECTIO. Leuven Centre for the Study of the Transmission of Texts and Ideas in Antiquity, the Middle Ages and the Renaissance KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract
Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Johan Leemans • Michèle Goyens • Peter Van Deun • Brigitte Meijns • Jan Papy • Gerd Van Riel • Russell Friedman • Stefan Schorn
The Governance of Space: Interdisciplinary Perspectives on the Air-Space Distinction KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Dirk Vandepitte • Christoffel Waelkens • Jan Wouters
Petrus de Rivo, de controverse 'de futuris contingentibus', en de Leuvense universiteit in de 15de eeuw. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Russell Friedman
Tackling cybercrime: digital forensics for embedded computer systems and computing applications KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Bart Preneel • Stefan Bogaerts • Wouter Joosen • Joseph Dumortier • Frank Verbruggen • Eva Lievens
Leuven Children of Immigrants Longitudinal Study (LeuvenCILS) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Sociale en Culturele Psychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Jacques Billiet • Ides Nicaise • Marc Swyngedouw • Karen Phalet • Bart Meuleman • Batja Gomes de Mesquita
IWT-LBO-BACTERIËLE PATHOGENEN. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Gentechnologie
Onderzoekers: • Rob Lavigne
Verdrinken in Narcissus´ spiegel: psychologische lezingen van Griekse en Romeinse literatuur uit de Keizertijd. KU Leuven Abstract: Het project beoogt aan te tonen dat de manier waarop literatuur in de Keizertijd werd geproduceerd en geconsumeerd ertoe bijdroeg dat de topperformers uit deze periode - die het grootste deel van de nu nog bewaarde literatuur produceerden - vaak narcistische karaktertrekken vertonen diezich manifesteren in hun leven en in hun literaire werken. Bovendien schiep het directe karakter van literatuurbeoefening in deze periode een klimaat waarin succes en mislukking (en potentiële trauma´s) dicht bij elkaar liggen. Aan de hand van studies van teksten van Philostratus, AulusGellius, Favorinus, Aelius Aristides, Lucianus, Epictetus en Marcus Aurelius wil het project een nieuwe blik werpen op de verhouding tussen socio-culturele data en psychologische condities, en, via een doorgedreven aandacht voor de publieke receptie van deze teksten en figuren, de cultureel bepaalde grenzen van het normale en het pathologische bevragen. Organisaties: • OG Tekst en Interpretatie Leuven
Onderzoekers: • Anke Gilleir • Luc Van der Stockt • Jeroen Lauwers
Leren en geheugen herenigd: de effecten van herinneringsmanipulaties op selectieve conditionering. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Bram Vervliet
"Toen Politieke Economie nog Populair Was": De Receptie van Politieke Economie¨in Groot-Brittannië, 1817-1847 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Tekst en Interpretatie Brussel
Onderzoekers: • Ortwijn de Graef • Tom Toremans • Brecht de Groote
Kwantumkansrekening in cognitie: Een casestudie in beslissingsmodellen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Kwant. Psychologie en Indiv. Verschillen
Onderzoekers: • Francis Tuerlinckx • Wolfgang Vanpaemel
De invloed van online en face-to-face bemiddeling KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema
Profilering van de opleidingen in de FEB-portfolio op basis van het disciplinaire future self. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Wilfried Lemahieu
Klank en licht in beweging: onderzoek naar een media-onafhankelijke intermediale methode voor muziekcompositie Vrije Universiteit Brussel Abstract: onderzoek naar een media-onafhankelijke intermediale methode voor muziekcompositie Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Toegang tot de rechtspraak. Stedelijke rechtelijke procedures en het gebruik van de pro deo procedure in civiele rechtspraak in de Nederlanden, zestiende tot achttiende eeuw Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek zal beoordelen in hoeverre de huishoudens onder de stedelijke bevolking echt toegang krijgen tot het gerechtelijk systeem door de relatieve sociale insluiting van de stedelijke gemeenschappen te onderzoeken. Daarbij zal het ons begrip van sociale betrekkingen in de vroege moderne stedelijke context aanzienlijk verbeteren. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER • Griet VERMEESCH
Politieke cultuur en de dood: funeraire praktijken bij politieke elitegroepen tussen 1850 en 1940 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project bespreekt de relatie tussen 'politieke culturen' en de praktijken rond de dood van 100 toonaangevende publieke figuren in België tijdens de jaren 1850 tot 1940, drie institutionele niveaus worden onderzocht. Het eerste niveau van analyse is gewijd aan tien koninklijke begrafenissen. Het tweede niveau richt zich op begrafenissen van leiders van overheid, voorzitters van de Houses of Parliament en prominente personen die de eer van een staatsbegrafenis ontvingen. Het derde niveau onderzoekt de funeraire cultuur gemanifesteerd rond de dood van de burgemeesters van Gent, Brussel, Antwerpen en Luik om de stedelijke liberale politieke cultuur te reconstrueren. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • JEFFREY TYSSENS
Verbetering van de prestaties op saxofoon door het integreren van recente ontwikkelingen in de positieve wetenschap in de artistieke uitvoering
Vrije Universiteit Brussel Abstract: De saxofoon werd vanaf 1840 ontwikkeld door de Belgische bouwer van muziekinstrumenten Adolphe Sax (1814-1894), naar wie het instrument ook is vernoemd, en die er op 28 juni 1846 in Frankrijk een patent op verwierf. In dit project gaan we na wat de verbeteringen van de prestaties op saxofoon zijn door het integreren van recente ontwikkelingen in de positieve wetenschap in de artistieke uitvoering. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Peter SWINNEN
Verklaring in wiskunde. Een filosofische analyse van de verklarende kracht van wiskundige bewijzen en visualisaties en hun rol in wetenschappelijke verklaring Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is de systematische analyse van het bestaan van wiskundige bewijzen in wetenschap. Dit onderzoeksonderwerp bestaat uit kwesties waas wiskundige claims een essentieel onderdeel zijn van een wetenschappelijke verklaring. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Bart VAN KERKHOVE
Ondernemers, ambachtsmeesters, arbeiders en commerçanten. Productierelaties in de Brusselse bouwsector, 1685-1789 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek richt zich op het begrijpen van hoe de productierelaties waren in de Brusselse bouwsector tijdens de zeventiende en de achttiende eeuw. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Whose citizen then? Minority languages and the minorities in Europe: the case of Iranian minorities in Sweden KU Leuven Abstract: FP7-PEOPLE-2010-ITN-263954 TIME: Translation Research Training: An integrated and intersectoral model for Europe Organisaties: • OG Literat-Discours-Identiteit Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Meylaerts
Privacy for Online Messaging KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - COSIC
Onderzoekers: • Maria Claudia Diaz Martinez
Understanding Chinese and European structural foreign policy at the crossroads between interculturality and diversitycomparitive analysis andcase-study(DR Congo). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE LINES
Onderzoekers: • Stephan Keukeleire
Unity and diversity: an investigation of managerial coaching in 'BRIC countries' - a study of Brazil, Russia, India China from 2003to 2013. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Arbeids- & Org.psych. & Opleid.kunde
Onderzoekers: • Martin Euwema
SustAinable data GovernAnce: Contextual InTegrity as privacY management tool KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OE ICRI / CIR
Onderzoekers: • Joseph Dumortier
Number sense: towards new investigational and instructional methods KU Leuven Abstract: Dit junior fellowship + project is gekoppeld aan de GOA 2012/010 getiteld: Getalgevoel: ontwikkeling en analyse. Het centrale thema van deGOA is: Analyse van de relatie tussen lagere en hogere orde aspecten van getalgevoel, in relatie tot schoolse wiskundige vaardigheid, en van demogelijkheid en de effecten van de stimulering van getalgevoel via edeucatieve computerspelen. Het GOA project bestaat uit vijf luiken, waarvan het vierde luik is: Getalgevoel bij de overgang van natuurlijke naar rationale getallen. De bedoeling van dit fellowship + project is bij te dragen aan het gepland onderzoek in het kader van luik 4 van de GOA én mee te werken aan de ontwikkeling van de geplande computerondersteunde spelomgevingen.
Organisaties: • Instructiepsychologie en -technologie
Onderzoekers: • Jan Elen • Lieven Verschaffel • Patrick Onghena • Wim Van Dooren • Bert De Smedt • Bert Reynvoet
The role of MMP-3 in survival and regeneration of retinal ganglion cells: insights from mouse models for optic neuropathies. KU Leuven Abstract: OT10/033
Role of matrix metalloproteinases in development, survival and regeneration of retinal ganglion cells: insights for treatment of glaucoma Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons
The inhibitory circuitry in the visual cortex of mice with visual deficits KU Leuven Abstract: OT09/22 Vision and cortical plasticity Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Lutgarde Arckens
Molecular determinants of reduced HIV integration in Elite Controllers KU Leuven Abstract: OT/09/047 2009-2013 All promoters and copromoters approve this application. Organisaties: • Moleculaire Virologie en Gentherapie
Onderzoekers: • Zeger Debyser • Rik Gijsbers
Public service leadership in world perspective and Training top civil servants: a comparative research programme KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Geert Bouckaert • Annie Hondeghem
Decoding the self-generated wave fluctuations and their role in the formation of the solar wind KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Stefaan Poedts • Marian Lazar
The nature of intensity oscillations in the solar corona KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Marcel Goossens • Tom Van Doorsselaere
Motor Cortical Perturbations in 3-Dimensional Reaching Movements KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Bewegingscontrole & Neuroplasticiteit
Onderzoekers: • Ilse Jonkers • Stephan Swinnen
Performance Federalism in Australia KU Leuven Abstract: This project will adopt a case study method to provide in-depth analysisof critical factors in performance manage mentsystems in eachAustralian jurisdiction. The project is devising the newterm of performance federalism uniqueto the A ustralian contextwhere it is relevant since the performance management< br>his project will adopt a case study method to provide in-depth analysisof critical factors in performance manage mentsystems in eachAustralian jurisdiction. The project is devising the newterm of performance federalism uniqueto the A ustralian contextwhere it is relevant since the performance management< br>is project will adopt a case study method to provide in-depth analysisof critical factors in performance manage mentsystems in eachAustralian jurisdiction. The project is devising the newterm of performance federalism uniqueto the A ustralian contextwhere it is relevant since the performance management< br>s project will adopt a case study method to provide in-dep Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Geert Bouckaert
Exploiting space-scale separation in a multiscale method for plastic deformation of polycrystalline materials KU Leuven Abstract: ZKC0318 / IDO/08/009 Ontwikkeling van een geoptimaliseerd meerschalenmodel voor de simulatievan plastische vormgeving van metalen Organisaties: • Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde
Onderzoekers: • Dirk Roose • Paul Van Houtte
Socio-economic alternatives for a more inclusive Europe 2020 KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Ides Nicaise
Using microfluidic technology to locally modify biomaterials to improve bone healing KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Skeletale Biologie en Engineering
Onderzoekers: • Frank Luyten • Jan Schrooten • Liesbet Geris
Onderzoeksopdracht: Begeleiding tweede en derde fase bestuurskrachtmeting plattelandsgemeenten (2013-2015) KU Leuven Abstract: De hoofddoelstelling van deze opdracht is het toepassen van een verfijnde methodiek van bestuurskrachtmeting op twee groepen van een 15-tal plattelandsgemeenten. De meting dient te gebeuren aan de hand van een indicatorenset, om zo te komen tot een eerste, ruwe bestuurskrachtschets, maar blijft daartoe niet beperkt. Doel is om deze gegevens ook als vertrekpunt te nemen voor een visitatie met het oog op wederzijds leren en het zoeken naar oplossingen voor vastgestelde knelpunten inzake bestuurskracht die zich typisch of versterkt manifesteren bij plattelandsgemeenten. De opdracht behelst dus enerzijds het uitwerken van een objectiverende probleemformulering (wat is de bestuurskrachtproblematiek van plattelandsgemeenten?) en anderzijds een oplossingsanalyse voor gedetecteerde problemen in nauwe samenwerking met de beleidsverantwoordelijken met betrokken gemeenten zelf (hoe kan de bestuurskracht versterkt worden en wat leren plattelandsgemeenten van elkaar?). De methodiek moet dus inh Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Geert Bouckaert
Quantifying the importance of eco-evolutionary processes structuring natstems KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc De Meester • Jelena Pantel
EuropeanaPhotography. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Frederik Truyen
De rol van mentalisatie in de behandeling van borderline persoonlijkheidsstoornis KU Leuven Abstract: Deze studie onderzoekt de rol van mentalizatie (de capaciteit om zichzelf en anderen te zien in termen van interne mentale toestanden) in de behandeling van patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis
Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Patrick Luyten • Rudi Vermote
xxx KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Jan Masschelein • Thomas Storme
Charles Taylor: Van secularisatie naar een post-seculiere religie KU Leuven Abstract: This thesis will be a critical study of Charles Taylor's view on secularization and the future of religion. In his most recent book, A Secular Age, Taylor develops a new view on the development of the West and the rise of a secular culture. reacting against former secularization theories (such as those of Löwith, Blumenberg, or Gauchet) he develops his own Reform Master Narrative emphasizing mainly the moral dimension of the whole development and not only the intellectual one (as in Löwith, Blumenberg or Gauchet). In addition, Taylor defends the necessity of an internal approach to religion in order to fully understand not only the past ofreligion but also its future. What can be the place of religion in a post-secular society? And what kind of religion? As Taylor is mainly talking about the West, in a last chapter I will try to apply these questions to the situation in my home-country, India. Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • André Cloots • Sabu George Madathikunnel
Lange-termijn follow-up van ouders en kinderen in het kader van internationale adopties KU Leuven Abstract: Deze studie wil meer inzicht verkrijgen in de ontwikkelingstrajecten van adoptiekinderen en hun ouders Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Nicole Vliegen • Patrick Luyten
Genexpressie profilering in de hippocampus en amygdalain een ratmodel voor contextuele generalisatie KU Leuven Abstract: My project's main focus is to investigate the geneticunderpinnings of generalization of context conditioning,an important mechanism in the development ofpathological anxiety. More specifically, I will investigatethe role of the hippocampus and amygdala in contextualgeneralization to gain more insight in the individualgenetic differences that may favor "pathological"generalization versus "healthy" discrimination. Given thescope of the G&M3 Expert Panel, including experimental,clinical, neuro- and biological psychology, I felt that thiswas an appropriate panel for judging the merits of myproposal. Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Dirk Hermans • Laura Luyten
Eigen Initiatief (EI): projet visant à renforcer l'Université Catholique de Bukavu la Chaire interuniversitaire des Droits de l'Homme à l'Est de la RDC. (République Démocratique du Congo-RD Congo) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit VLIR EI-project richt aan de Université Catholique de Bukavu een Mensenrechten-Humanitair recht centrum op. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
Tussen lokale autonomie en nationale migratiepolitiek: Het beleid ten aanzien van 'vreemdelingen' in Antwerpen en Brussel, 1750-1914. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de rol te onderzoeken van locale autoriteiten bij de ontwikkeling van een nationaal migratiebeleid gedurende de periode 1750-1914. In dit langetermijnperspectief gaat de aandacht naar elementen van continuïteit en discontinuïteit bij de behandeling van buitenlandse (niet-nationale) migranten in de stad Antwerpen. Onderzoek naar het nationaal migratiebeleid wordt totnogtoe gekenmerkt door een top-downbenadering, waarbij vooral wettelijke, filosofische en politieke dimensies van de moderne nationale wetgeving centraal stonden. Dit project opteert voor een bottom-up benadering en wil onderzoeken hoe de regelgeving effectief werd toegepast in een lokale context, waar er interactie optrad met gewoonten en praktijken uit het ancien régime en waar ook lokale belangen een rol speelden bij de keuze voor een specifieke behandeling van buitenlandse migranten. De focus zal liggen op de interacties tussen de lokale en nationale besturen waarbij speciale aandacht zal uitgaan naar de omslag in de loop van de negentiende eeuw van niet-lokale naar niet-nationale nieuwkomers als het belangrijkste doelwit van het migratiebeleid. Het doel van dit onderzoeksproject is tweevoudig: (1) de historiografische opsplitsing te overbruggen tussen in hoofdzaak sociaalhistorisch onderzoek naar het ancien régime dat de nadruk legt op lokale vormen van migratieregulering en in hoofdzaak politiekhistorisch onderzoek naar de nieuwste tijden dat een nationaal perspectief hanteert bij de studie van het migratiebeleid; (2) het idee bij te sturen van een scherpe discontinuïteit tussen de praktijk van het migratiebeleid tijdens het ancien régime en het ''moderne'' Europa. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Anne Teresa De Keersmaeker: De Partituur van een choreograaf. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project archiveert op een vernieuwende wijze het werk van choreografe Anne Teresa De Keersmaeker Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen • Kunstwetenschappen en Archeologie • Geschiedenis • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • FRANCOIS SCHEELINGS • JEAN VAN BENDEGEM • Hans DE WOLF • JOHAN CALLENS
Beleidsvoorbereidend onderzoek VUB (BVO): BSI - Een multidimensionale analyse van de dialectiek "stad-universiteit" in Brussel Vrije Universiteit Brussel Abstract: Brussel is in vele opzichten van belang: als politieke actor, economische motor, sociaal laboratorium en culturele vormgever. Maar Brussel speelt ook een belangrijke rol als producent en transfereerder van "kennis". Het stadsgewest kan op dat vlak indrukwekkende cijfers voorleggen. Met zowat 76.000 studenten, omkaderd door 14.000 docenten, onderzoekers en administratief en technisch personeel aan 5 universiteiten/universiteitsafdelingen en tal van hoger onderwijsinstellingen beschikt Brussel over een uitzonderlijke concentratie van onderzoeksen onderwijsactiviteiten (Van Camp & Witmeur, 2008, 1 & 3). Ondanks het grote gewicht van het hoger onderwijsveld in Brussel is er naar deze thematiek nog maar weinig onderzoek verricht. Wat is precies de impact van de universiteiten en hogescholen in Brussel? En welke wisselwerking is er tussen de publieke en private actoren in de stad enerzijds en de universiteiten en hogescholen anderzijds? In dit onderzoeksproject wordt niet alleen de evidente economische dimensie onder de loep genomen, maar worden ook gerelateerde en tegelijk onderling verbonden aspecten op het sociale, culturele, stedenbouwkundige en demografische vlak geanalyseerd. Dit onderzoeksproject vormt zo een eerste aanzet om deze problematiek op een omvattende, multidimensionale manier te benaderen en te analyseren. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Joost VAESEN
Een multidimensionale analyse van de dialectiek "stad-universiteit" in Brussel (BSI) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Brussel is in vele opzichten van belang: als politieke actor, economische motor, sociaal laboratorium en culturele vormgever. Maar Brussel speelt ook een belangrijke rol als producent en transfereerder van "kennis". Het stadsgewest kan op dat vlak indrukwekkende cijfers voorleggen. Met zowat 76.000 studenten, omkaderd door 14.000 docenten, onderzoekers en administratief en technisch personeel aan 5 universiteiten/universiteitsafdelingen en tal van hoger onderwijsinstellingen beschikt Brussel over een uitzonderlijke concentratie van onderzoeksen onderwijsactiviteiten (Van Camp & Witmeur, 2008, 1 & 3). Ondanks het grote gewicht van het hoger onderwijsveld in Brussel is er naar deze thematiek nog maar weinig onderzoek verricht. Wat is precies de impact van de universiteiten en hogescholen in Brussel? En welke wisselwerking is er tussen de publieke en private actoren in de stad enerzijds en de universiteiten en hogescholen anderzijds? In dit onderzoeksproject wordt niet alleen de evidente economische dimensie onder de loep genomen, maar worden ook gerelateerde en tegelijk onderling verbonden aspecten op het sociale, culturele, stedenbouwkundige en demografische vlak geanalyseerd. Dit onderzoeksproject vormt zo een eerste aanzet om deze problematiek op een omvattende, multidimensionale manier te benaderen en te analyseren. 2. Werkpakketten Een zicht krijgen op de multidimensionele wisselwerking tussen stad en universiteit is niet eenvoudig, door de veelheid aan expertises die voor elk van de domeinen vereist is. Precies op dit vlak kan het Brussels Studies Institute (BSI), het nieuwe platform omtrent kennis over Brussel opgericht door de ULB, VUB en FUSL, een rol spelen en een meerwaarde creëren. Het BSI brengt namelijk academische experts met heel uiteenlopende profielen en expertises samen, van verschillende instellingen, disciplines en taalgroepen. Een stuurgroep, bestaande uit academici en experts op het terrein, zal in overleg met de financiers worden samengesteld om dit onderzoeksproject op te volgen. Deze stuurgroep zorgt ook voor de verdere inhoudelijke afbakening van de te onderzoeken dimensies. Dit onderzoeksproject, met een looptijd van 12 maanden, is onderverdeeld in vier verschillende werkpakketten (zie het uitgewerkte projectvoorstel voor meer informatie omtrent de doelstellingen, gehanteerde methodologie en aanwezige expertise). Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Joost VAESEN
The impact of metadata on translator performance: how translators work with translation memories and machine translation. KU Leuven Abstract: Professionele vertalers gebruiken verschillende elektronische hulpmiddelen om productiviteit en kwaliteit te verbeteren. De twee meest prominente hulpmiddelen zijn vertaalgeheugens, en meer recent machinevertaling. Dit proefschrift onderzoekt hoe de werking van vertaaltools en hun specifieke grafische gebruikersomgeving de prestatie van vertalers beïnvloeden. De studie werd uitgevoerd in de vorm van een experiment met tien professionele vertalers die werkten van het Engels naar het Spaans op het gebied van softwarelokalisatie. Het onderzoek stelde vast dat vertaalmetadata een verzameling van meta-informatie over de voorgestelde vertaalsuggesties die door de tools ter beschikking wordt gesteld invloed hebben op prestatie-indicatoren zoals snelheid, kwaliteit en typinspanning. De studie stelde ook vast dat vertalers meer tijd doorbrengen met nadenken over hoe ze een bepaald segment kunnen vertalen dan met feitelijk typen of wijzingen aanbrengen in de voorgestelde vertalingen. De resu Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch. • OG Vertaling & Interc. Transfer Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Meylaerts
De rol van miRNAs in differentiatie van induced pluripotent stem cells (iPSC).
KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Catherine Verfaillie
Assessing Regulations on Trade and Investments: a Legal and Economic Approach KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep GIC Brussel
Onderzoekers: • Jan Van Hove
QUALITAS. Assenssing li Quality through Testing and Certification. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG QLVL Antwerpen
Onderzoekers: • Hendrik Kockaert
Younion. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Valeria Pulignano
Books from the Southern Netherlands in the Viceroyalty of Peru (1532-1808) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Nieuwe Tijd Leuven
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt • Werner Thomas • Ulrike Fuss
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversiteit Antwerpen, Alexander Coppens. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Universiteit Antwerpen, Alexander Coppens. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Political Constructivism and Ontology: John Rawl's Freestanding Political Conception Versus Liberal and Religious Comprehensive Doctrines. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Braeckman
De Nouvelle Théologie herbekeken: een kritisch onderzoek van Yves Congars theologische conflicten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Mathijs Lamberigts
Logische Geometrie en haar Toepassingen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Roger Vergauwen
Peer review in historisch perspectief. Wetenschappelijk publiceren in dekunde in West-Europa (1750-1950) KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Cultuurgesch. vanaf 1750 Leuven
Onderzoekers: • Katelijne Wils
Why does Spanish have a dozen pseudocopulas to express change-of-state?Towards a cognitvie-functional account KU Leuven Abstract: Het Spaans beschikt over een dozijn werkwoorden die als pseudocopula gebruikt kunnen worden om verandering uit te drukken. Het ontbreekt alsnogaan een diepgaande analyse die hun distributie beschrijft en peilt naarde conceptuele verschillen die de werkwoordkeuze bepalen. Het project beperkt zich niet tot de studie van de aspectuele restricties van het werkwoord en de lexicale semantiek van het gezegde, maar beoogt een zo integraal mogelijke beschrijving te bieden van de variatiemogelijkheden van zowel het onderwerp als het werkwoord en het gezegde. Vertrekkend van de hypothese dat aan elk werkwoord een verschillende voorstelling van kinesis en evolutie beantwoordt, zullen voor elk van de drie constituenten meerdere parameters worden onderzocht in het licht van hun mogelijke bijdrage aan de specifieke interpretatie van de dubbele eventstructuur (veranderingsproces en resulterende toestand). Om de graad van grammaticalisatie en van lexicale persistentie van het pseudocopulatief gebruikt Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Nicole Delbecque • Bert Cornillie • Lise Van Gorp
De verhouding tussen de opstallen en de grond. KU Leuven Abstract: In dit proefschrift staat de verhouding tussen de grond en de opstallen centraal. In een eerste luik van het onderzoek wordt de onroerende natrekking op functionele wijze geanalyseerd, waarna we de bestaande juridische uitgangspunten met betrekking tot de onroerende natrekking bespreken. Hieruit blijkt dat alle onderzochte rechtsstelsels vetrekken van de superficies solo cedit-regel, op grondwaarvan de opstallen in beginsel worden nagetrokken tot de grond.Ineen tweede deel onderzoeken we de huidige juridische instrumenten om af te wijken van deze natrekkingsregels, waardoor eigendomsrechten boven en onder elkaar gestapeld worden en meervoudig grondgebruik mogelijk wordt gemaakt. Uit het voorgaande blijkt dat het toenemende meervoudig grongebruik ertoe noopt om de klassieke uitgangspunten met betrekking tot de werking van de onroerende natrekking te herijken. Hierdoor neemt de gebruiker van de grond, in plaats van de grondeigenaar, een steeds centralere rol in.Ten slotte wordt een model Organisaties: • Instituut voor Familiaal Vermogensrecht
Onderzoekers: • Alain Laurent Verbeke • Vincent Sagaert • Sofie Bouly
From head noun over complex preposition to progressive aspect marker KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Kristin Davidse • Lieven Vandelanotte • Lieselotte Brems • Tinne Van Rompaey
African modernism, changing field KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Hildegarde Heynen
ADHD and Reward: from basic mechanisms to behavior and intervention KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Marina Danckaerts • Saskia Van der Oord • Elien Segers
Anger Expression between Young Adults of Different Cultures and Effective Anger Management Devoid of Cultural Bias KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Jozef Corveleyn • Jessie Dezutter • Jobi Thomas Thurackal
Creativiteit in het spel? De Griekse weergave van expliciet Hebreeuws woordspel op basis van eigennamen in Pentateuch en Twaalf Profeten. KU Leuven Abstract: In het reeds gevoerde onderzoek binnen de discipline van de vertaaltechniek van de Septuaginta (LXX) is er te weinig ruimte voor eennauwkeurige omschrijving van de vrijheid die Griekse vertalers aan dedag legden bij het vertalen van Hebreeuwse teksten. A fortiori geldt dit voor LXX boeken die doorgaans gekarakteriseerd worden als letterlijke vertalingen. Bovendien beperkt de minieme aandacht voor vrijere weergaven in de betrokken teksten zich meestal tot een studie vanlexicale en syntactische fenomenen. Dit proefschrift wil de verschillende vormen van linguïstische creativiteit traceren die de LXX vertalers en de revisoren alfa´, σ´ en θ´ laten blijken in de Griekse weergave en/of eventuele compensatie van een specifieke Hebreeuwse literair-stilistische figuur, met name expliciet Hebreeuws woordspel op basis van eigennamen. Hierbij vormen de teksten in Pentateuch en Twaalf Profeten het uitgangspunt. Beide corpora typeert men als zeer dicht bij de Hebreeuwse bron Organisaties: • OE Bijbelwetenschap
Onderzoekers: • Bénédicte Lemmelijn • Valérie Kabergs
Belgiës belasting van Trusts Op zoek naar en coherente techniek voorde belasting van trusts en het voorkomen van misbruik. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Fiscaal Recht
Onderzoekers: • Luc De Broe • Axel Haelterman • Robert Neyt
Chinese visies op de internationale rechtsstaat : de oorsprong, impact van en vooruitzichten op het ontstaan van een consensus over de rechtsstaat op internationaal niveau. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters • Matthieu Burnay
De Europese erfrechtverklaring KU Leuven Abstract: Op 27 juli 2012 publiceerde de Europese Unie een verordening waarin de verwijzingsregels voor internationale nalatenschappen worden geharmoniseerd ('Erfrechtverordening'). In deze verordening wordt tevens een Europese erfrechtverklaring ingesteld, die erfgerechtigden, beheerders van de nalatenschap en testamentuitvoerders moet toelaten hun erfrechtelijke prerogatieven in een andere lidstaat te staven. In die zin biedt de Europese erfrechtverklaring een supranationaal alternatief voor de gelijkaardige nationaalrechtelijke instrumenten die reeds in veel lidstaten bestaan, maar die eerder zelden in een andere lidstaat hun volle werking kunnen ressorteren. In dit proefschrift wordt onderzocht welke de juridische functie is van de Europese erfrechtverklaring, op welke manier de Europese erfrechtverklaring zich verhoudt tot de bestaande nationaalrechtelijke instrumenten en of de Europese erfrechtverklaring in haar huidige vorm afdoende werking heeft om het doel te vervullen waartoe zij werd Organisaties: • Instituut voor Familiaal Vermogensrecht
Onderzoekers: • Walter Pintens • Alain Laurent Verbeke • Elise Goossens
Tackling Urban Issues with Ludic Engagement KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Thomas Laureyssens • Andrew Vande Moere
De vormende invloed van de Chinezen op de Franse jezuïetenmissionarissen. KU Leuven Abstract: De aankomst van Franse jezuïetenmissionarissen in China in 1688 betekende een belangrijke verandering in de vroege Sino-Europese contacten. Ze werden niet gezonden als missionarissen door de paus maar als "Mathématiciens du Roy" door Louis XIV. Hun achtergrond was niet langer die van derenaissance (zoals bij Matteo Ricci of Ferdinand Verbiest), maar een Frankrijk dat in de transitie zat tussen renaissance en moderniteit. Tenslotte waren hun westerse geschriften over China niet enkel proto-etnografische beschrijvingen, maar grondige studies over een brede waaier van aspecten van Chinese cultuur, wetenschap en kunsten die uiteindelijk verlichtingsdenkers zoals Voltaire, Montesquieu, Rousseau en Leibniz zouden beînvloeden.Dit project wil een nieuwe en frisse blik werpen op dit onderwerp door te kijken naar de Chinese zijde van het verhaal: hoe hebben de Chinezen geïnterageerd met de Franse jezuïetenmissionarissen en hoehebben ze vorm gegeven aan de informatie die de missionarissen naar Eu Organisaties: • OG Sinologie Leuven
Onderzoekers: • Nicolas Standaert
IWT-TBM-DYSL-X. KU Leuven Abstract: DYSL-X: A game based tool for early risk detection of dyslexia in preschoolers. Organisaties: • OE Gezins- en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Pol Ghesquière • Ann Goeleven • Jan Wouters
Naar een neo-ecologische ethiek van solidariteit: aan analyse van de participatieve en distributieve dimensies van intragenerationele en intergenerationele klimaatrechtvaardigheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gezien de omgekeerde relatie tussen de historische verantwoordelijkheid en de kwetsbaarheid voor de mondiale klimaatverandering, is de integratie van zowel het intra- als intergenerationele aspect in een theorie over klimaatrechtvaardigheid noodzakelijk. De klemtoon op intragenerationele (i.e. ruimtelijke) distributie -heden dominant in zowel het pragmatisch-politieke discours van het Kyoto Protocol en het Akkoord van Kopenhagen als het theoretische discours - laat echter intragenerationele participatie, alsook de gehele intergenerationele kwestie, buiten beschouwing. De hoofddoelstelling van dit project bestaat uit de constructie van een opvatting over klimaatrechtvaardigheid die rekening houdt met zowel huidige als toekomstige generaties en die zowel de participatieve als de distributieve dimensie integreert. In de eerste fase zal nagegaan worden welke specifieke participatieve en distributieve kwesties inherent zijn aan de inter- en intragenerationele aspecten van klimaatrechtvaardigheid. De bevindingen hieruit zullen in de tweede fase leiden tot de constructie van een overkoepelend ethisch perspectief op klimaatrechtvaardigheid. Deze normatieve fase behelst een analyse van enerzijds de ethiek van verbondenheid, om participatieve rechtvaardigheid te conceptualiseren, en anderzijds van het neo-ecologisch perspectief op distributieve rechtvaardigheid. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Sigrid STERCKX
Een filosofische studie van medische informatiestromen in de medische diagnostiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Redeneren/ infereren en argumenteren kunnen verschillen van situatie tot situatie. Daarom is het essentieel om een inzicht te verwerven in deze varieteit. In dit onderzoek nemen we de medische context als gegeven/ omdat in de hedendaagse geneeskundige praktijk een ruim aanbod aan informatiestromen voorhanden is. Het is voor de arts niet altijd even eenvoudig om op basis van onduidelijke en onzekere informatie tot een diagnose te komen. Bovendien is het noodzakelijk geworden dat de patient geïnformeerd wordt over haar/zijn toestand zodat zij/hij mee kan beslissen over verdere onderzoeken en behandelingen. Dit onderzoek zal zich richten op de informatiestromen tussen allerhande actoren die informatie binnenkrijqen, verwerken en doorgeven tijdens een diagnostisch proces. Aan de hand van door de onderzoeker geconstrueerde casussen, bestaande logica's en expertsystemen zal nagegaan worden wat er precies gebeurt en eventueel misloopt in het proces dat leidt tot de diagnosestelling. Hierbij zal tevens uitvoerig ingegaan worden op de informatie waarover de betrokkenen de facto beschikken en zouden kunnen beschikken; met bijzondere aandacht voor onzekerheid met betrekking tot deze informatie. Deze onderzoeksvragen zullen worden uitgespit zowel vanuit het perspectief van formele benaderingen (i.e. logica's en expertsystemen) als vanuit informele benaderingen (i.e. een wetenschapsfilosofisch literatuuronderzoek en empirische studies). Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
De invloed van nationale juridische culturen op de theorie en praktijk van het internationaal publiekrecht: een vergelijkende case studie van Frankrijk en de Verenigde Staten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationaal publiek recht is traditioneel beschouwd als een universeel lichaam van normen die staten en bepaalde andere entiteiten bindt. Ondanks de universaliteit, kan men vaststellen dat beoefenaars van internationaal recht het vaak oneens zijn met vakgenoten uit andere landen. Hoewel er al verschillende redenen opgegeven zijn, heeft een mogelijke reden nog weinig aandacht gekregen: de nationale wettelijke cultuur. Dit project vertrekt vanuit het standpunt dat nationale wettelijke cultuur de manier vorm geeft aan de wijze waarop recht beoefenaars internationaal recht bekijken. De ambitie van dit project is om een alternatief te bieden aan de perceptie rond internationaal recht, en om te contribueren aan vergelijkend internationaal recht. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX
Samenwerkingsproject VUB-ULB: De Groote Oorlog Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Eerste Wereldoorlog, die ook de Wereldoorlog of de Grote Oorlog werd genoemd was een wereldoorlog gecentreerd in Europa die begon op 28 juli 1914 en duurde tot 11 november 1918 (nog altijd bekend als wapenstilstandsdag). Voor een deel werd de wapenwedloop in 1912 en 1913 aangespoord door nationalistische en militaristische groepen, die hun regeringen passiviteit in het gezicht van externe bedreigingen verweten. Sommige historici hebben gewezen op de toenemende populariteit van het militarisme en het radicaal-nationalisme als oorzaken voor de oorlog. Alle grootmachten van de wereld waren bij deze oorlog betrokken, die werden samengesteld in twee conflicterende allianties: de geallieerden (gecentreerd rond de Triple Entente van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland) en de centralen (oorspronkelijk gecentreerd rond de Triple Alliantie van Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië). Deze bondgenootschappen reorganiseerden zich (Italië vocht voor de geallieerden) en breidden zich uit naarmate er meer landen meededen met de oorlog. Uiteindelijk werden er meer dan 70 miljoen militairen, waaronder 60 miljoen Europeanen, gemobiliseerd in een van de grootste oorlogen in de geschiedenis. Meer dan 9 miljoen soldaten werden gedood, vooral als gevolg van de grote technologische vooruitgang in vuurkracht zonder overeenkomstige ontwikkelingen in mobiliteit. Het was het op vijf na dodelijkste conflict in de wereldgeschiedenis, dat vervolgens de weg vrijmaakte voor politieke veranderingen zoals revoluties in de betrokken landen. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • GUY VANTHEMSCHE
Transcriptieregulatie in Archaea: Lrp-achtige regulatoren van de hyperthermoacidofiel Sulfolobus solfataricus. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Algemene inleiding Prokaryoten kunnen ingedeeld worden in twee domeinen, Bacteria en Archaea (1,2). Alhoewel bacteriën en archaea morfologisch sterk op elkaar lijken, verschillen ze op moleculair niveau minstens evenveel van elkaar dan van eukaryoten. Vele gekarakteriseerde archaeële soorten zijn extremofielen. Sulfolobus solfataricus is een hyperhermoacidofiel crenarchaeon dat optimaal groeit bij een pH 2-3 en een temperatuur van 80°C. Sulfolobales worden teruggevonden in zwavelrijke heetwaterbronnen, zogenaamde solfatara (3). De studie van Archaea is een grote uitdaging gezien hun vrij recente ontdekking (eind jaren '70) waardoor er nog maar weinig geweten is over deze organismen. Wat wel geweten is, o.a. dankzij de kennis van archaeële genoomsequenties, is dat zij vele unieke eigenschappen hebben, maar dat zij ook een aantal eigenschappen delen met Bacteria enerzijds en eukaryoten anderzijds (4). Het archaeële basale transcriptie-apparaat is fundamenteel verschillend van de bacteriële tegenhanger en blijkt een vereenvoudigde versie te zijn van het eukaryotische apparaat (5-7). Archaeële transcriptie-initiatie vereist eerst en vooral de binding van de TATA bindende proteïne (TBP) ter hoogte van de TATA box. In suboptimale condities wordt deze binding gestimuleerd door transcriptiefactor E (TFE) (8). Vervolgens bindt transcriptiefactor B (TFB) het complex. Doordat deze proteïne het 'factor B recognition element' (BRE) in de promoter herkent neemt het transcriptie-initiatie complex de juiste oriëntatie aan (9). TFB is ook verantwoordelijk voor de recrutering van RNA-polymerase, waarna de transcriptie kan gestart worden. Archaeële RNA-polymerasen zijn tevens homologen van de eukaryotische enzymen (10). Er is nog maar zeer weinig geweten over transcriptie-regulatie in Archaea (11,12). Op basis van archaeële genoomsequenties wordt voorspeld dat Archaea vooral transcriptieregulatoren bezitten van het bacteriële type, vaak met een helix-turnhelix (HTH) DNA-bindend motief (13). Dit is een verrassende vaststelling, en doet de vraag ontstaan hoe deze klassieke bacterieel-type regulatoren interageren met de verschillende componenten van een eukaryotischachtig basaal transcriptie-apparaat. Slechts een gelimiteerd aantal archaeële regulatoren werden gekarakteriseerd, waarvan het merendeel behoort tot de 'Leucine-responsive Regulatory Protein' (Lrp) familie van regulatoren. Deze regulatorfamilie heeft leden in zowel Archaea als Bacteria, maar niet in de eukaryoten (14). Er bestaan zowel globale als specifieke Lrpachtige regulatoren, en meestal heeft hun functie te maken met het aminozuurmetabolisme. Het archetype is de globale regulator E. coli Lrp (15). Er werden tot op heden vier kristalstructuren van Lrp-achtige proteïnen bepaald: twee bacteriële en twee archaeële, beide van Pyrococcus soorten (16-18). De monomeer-structuren vertonen een grote homologie: ze bevatten allemaal een N-terminaal DNA-bindend domein met een HTH motief en een C-terminaal domein met een ??-sandwich vouw. Dit laatste domein wordt 'Regulator of Amino acid Metabolism' (RAM) genoemd en is verantwoordelijk voor de oligomerizatie van de proteïne en cofactorbinding (19). De functie en co-factor van archaeële Lrp-achtige regulatoren is haast nooit gekend, behalve in het geval van LysM van S. solfataricus (20). Wij bestuderen ondermeer Ss-LrpB, een ander Lrp-achtig proteïne van S. solfataricus. Dit proteïne bindt het controlegebied van zijn eigen gen, wat wijst op een autoregulatie, zoals het geval is voor de meeste Lrpachtige proteïnen. Deze binding gebeurt ter hoogte van drie specifieke bindingssites (Box 1, Box 2 en Box 3) met een geconserveerde sequentie en is coöperatief (Fig. 1A; 21). 'Ingel' footprinting heeft aangetoond dat eerst Box 1 en Box 3 gebonden worden vooraleer ook de middelste Box gebonden wordt (Fig. 1B). Box 2 heeft dan ook de minst geconserveerde sequentie, en de laagste bindingsaffiniteit. Met behulp van Atomic Force Microscopy (AFM) hebben we de architectuur van deze proteïne-DNA complexen met een verschillende stoichiometrie kunnen analyseren (Fig. 1C; 22). Hieruit bleek dat, wanneer de drie Boxen gebonden zijn door elk een Ss-LrpB-dimeer, deze dimeren interageren en dat het DNA sterk vervormd wordt. Het DNA draait zelfs rond de Ss-LrpB-dimeren met een gemiddelde buigingshoek van 260°. Op basis van de drie Box-sequenties werd een 15 bp lange, palindromische consensus-bindingssite afgeleid. Vertrekkende van deze consensus-sequentie, hebben we de DNAbindingsspecificiteit van Ss-LrpB nauwkeuriger bestudeerd door analyse van complexvorming met alle saturatie-mutanten van één helft van de consensus, en tevens bindingssites met niet-klassieke basen, abasische posities, dubbele mutanten, inserties of deleties. (23). Op basis van deze uitgebreide analyse werd vastgesteld dat elke positie bijdraagt maar dat een CG bp op een welbepaalde positie (en het symmetrisch equivalent) cruciaal zijn voor Ss-LrpB-binding. Het centrum wordt gebonden in de kleine groef en de palindromische halfsites in de grote groef. Tot slot werden kristallen bekomen van het C-terminale RAM-domein van Ss-LrpB. X-stralen diffractie resulteerde in een dataset met een resolutie van 2 Å (24). Figuur 1. A. Locatie van de drie specifieke bindingsplaatsen (Boxen) die gebonden worden door Ss-LrpB en de promoterelementen in het controlegebied van Ss-lrpB. B. Schematisch overzicht van de sequentiële binding van Ss-LrpB aan de drie Boxen. De pijl wijst op een stijgende SsLrpB-concentratie. C. Voorbeelden van AFMbeelden van Ss-LrpB-DNA complexen met 1 Box, 2 Boxen en 3 Boxen gebonden, respectievelijk. Onderaan wordt een schematische representatie getoond van de meting van de buigingshoek: een geobserveerde hoek van 100° komt overeen met een reële hoek van 260° in het geval van DNA omwikkeling. Doelstellingen van het project De voorafgaande resultaten met betrekking tot SsLrpB vormen een stevige basis voor verder onderzoek naar deze regulator. Zo zullen we trachten zijn fysiologische rol te ontrafelen en te ontdekken welke genen worden gereguleerd. Ook het moleculaire mechanisme van autoregulatie en regulatie van andere targets (positief/negatief) gaan we proberen uit te zoeken. Tot slot zal een deel van het project gewijd worden aan structurele aspecten. Voor specifieke topics zal het onderzoek tevens uitgebreid worden naar andere archaeële Lrp-achtigen, Ss-Lrp en Sa-Lrp (25,26). De aanpak zal multi-disciplinair zijn en een combinatie van verschillende technieken zal toegepast worden. Het project kan ingedeeld worden in twee luiken: 1. Onderzoek naar de fysiologische rol van Ss-LrpB; 2. Werking en structuur van Lrp-achtige proteïnen. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Eveline PEETERS • DANIEL CHARLIER
Redeneren tussen theorieën. Een model voor een epistemologie met logische middelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1 PROBLEEMSTELLING EN SITUERING Eén van de gevolgen van de recente heropleving van de formele epistemologie (Fitelson, 2007), is dat men zich opnieuw is gaan afvragen hoe dit onderzoeksdomein zich tot de standaard kennisleer verhoudt en er uiteindelijk ook weer bij kan aansluiten. Deze vraag dringt zich niet in het minst op voor de formele epistemologie die gebruikmaakt van formeel-logische methoden (voornamelijk d.m.v. epistemische en doxastische logica's, zie Hintikka (1969)). Hoe men een brug tussen de formele en standaard epistemologie kan slaan, is evenwel niet onmiddellijk duidelijk. Volgens Hendrick's "Mainstream and Formal Epistemology" (Hendricks, 2006), moet men in de eerste plaats de structurele gelijkenissen tussen de formele en standaard epistemologie verduidelijken. Het erkennen van een kern van gemeenschappelijke problemen en methoden geeft ongetwijfeld aan waarom het zinvol is om de kloof tussen beide domeinen te dichten, maar het geeft niet aan hoe we hun onderlinge interactie precies kunnen vormgeven. Om hierin te slagen, is het noodzakelijk om formele en niet-formele theorieën op een precieze en systematische manier aan mekaar te linken. Dit aspect van de relatie tussen de formele en standaard kennisleer bleef tot nu toe onderbelicht. Het doel van het voorgestelde onderzoek is om hiervoor een algemeen methodologisch kader uit te werken. Doordat het de precieze relatie tussen formele en informele modellen van de belangrijkste epistemische concepten als onderwerp heeft, onderscheidt dit onderzoek zich duidelijk van de meer voor de hand liggende vraag hoe we logische methoden kunnen aanwenden om problemen uit de standaard epistemologie op te lossen. Het dieperliggende probleem waarop dit onderzoek zich toespitst, is de vraag waarom deze logische methoden, ondanks de vele gekende problemen (Dretske, 1970; Hocutt, 1972), relevant kunnen zijn. Wat hiervoor in de eerste plaats verduidelijkt moet worden, is hoe abstracte en schijnbaar sterk geïdealiseerde modellen voor kennis en overtuiging de meer gesofistikeerde analyses uit de standaard kennisleer kunnen vervolledigen en mogelijk zelfs kunnen corrigeren. Formeler uitgedrukt: kunnen theorieën waarvan de respectievelijke abstractieniveaus niet exact overeenkomen aan mekaar gerelateerd worden? [bemerk de analogie met het probleem van het kennis toekennen in een taal die niet de taal van het kennend subject is en de problemen die rijzen wanneer 'higher-level' theorieën aan 'lower-level' theorieën gerelateerd moeten worden] Door het vanuit dit perspectief te benaderen, verruimen we de oorspronkelijke zoektocht naar potentiële bruggen tussen formele en informele analyses tot een meta-reflectie over het doel en het functioneren van de bekende logische modellen van epistemische en doxastische toestanden. De kern van zo'n meta-reflectie is volgende vraag: hoe kan redeneren binnen een formeel systeem ons iets bijleren over het informele
systeem waarop het gebaseerd is? Preciezer, welke informatie over de individuele thesen van een informele theorie kan men uit de (corresponderende) individuele thesen van de gerelateerde formele theorie bekomen? Om een al te enge benadering van deze vraagstelling uit te sluiten, wordt niet enkel de logische representatie van statische noties, maar ook van de dynamische processen die deze toestanden wijzigen in dit onderzoek betrokken. Een uitbreiding met deductieve en communicatieve processen dringt zich daarom op. Op het formele vlak heeft dit vooral betrekking op de epistemische logica's van de tweede generatie die meer aandacht hebben voor sociale, interactieve en dynamische aspecten van de cognitie (Baltag & Moss, 2004; van Ditmarsch et al., 2007). Met betrekking tot de standaard epistemologie, komt dit neer op de integratie van inzichten met betrekking tot 'rechtmatige beweringen' (het probleem van wat geldt als proper assertion, zie DeRose (2002); Douven (2006); Hawthorne (2004); Williamson (2000)) en de voorwaarden voor het bekomen van kennis door getuigenis (de problemen van testimony en trust, zie Coady (1973); Graham (1997); Fricker (2006)). Tenslotte, laat de integratie van het probleem van kennis-uitbreiding door deductief redeneren dit onderzoek ook aansluiten bij één van de meest centrale problemen in de kennisleer en de filosofie van de logica. Samengevat, is het doel van dit project de conceptuele analyse en de formele explicitering van de relatie tussen formele representaties van cognitieve toestanden en acties (die automatisch op een welbepaald abstractie-niveau functioneren) en informele, maar meestal erg genuanceerde inzichten in de interactie van kennis, overtuiging, deductief redeneren, assertion en trust (maar die niet noodzakelijk op een welbepaald of vast abstractie-niveau functioneren). Dit doel kan enkel bereikt worden door middel van een geïntegreerde aanpak. Concreet, omvat dit de uitwerking van (1) een algemene strategie voor het formuleren van 'bridge principles', (2) een generiek formaat en algemeen kader waarin de respectievelijke formele en niet-formele theorieën uitgedrukt, gesitueerd en indien nodig ook bijgestuurd en uitgebreid kunnen worden en (3) de toepassing van deze strategie voor elk van de genoemde epistemische concepten en fenomenen. Doordat de meeste problemen die uit deze initiële vraagstelling voortkomen, benaderd zullen worden vanuit de filosofie van de informatie (in het bijzonder de abstractie-methode), sluit dit project aan bij diverse onderzoekssporen die binnen het doctoraatsonderzoek uitgewerkt werden. De belangrijkste zijn: (i) het verband tussen het logisch pluralisme, de pluralistische interpretering van informatie-inhoud en de abstractie-methode en (ii) de verantwoording aan de hand van infomorfismen van een op adaptieve logica gebaseerd nietmonotoon informatie-concept. 2 'BRUG PRINCIPES' De meest voor de hand liggende illustratie van de problematische relatie tussen formele en informele theorieën, is het verband tussen het theoretische concept van de logische gevolgrelatie en de praktische concepten van het redeneren en het afleiden. Dat het theoretisch concept constitutief of op zijn minst relevant zou moeten zijn voor de actuele praktijk van het (deductief) redeneren, is een wijdverbreide doch vage en meestal slechts impliciet aanwezige veronderstelling. Deze eerder naïeve visie wordt ongetwijfeld versterkt door de historische band tussen de logica, de studie van het redeneren en de argumentatietheorie, maar is daarom nog niet onbetwist. Zo werd bijvoorbeeld het meer pessimistische standpunt dat logica niet in het bijzonder relevant is voor het menselijk redeneren meermaals door Gilbert Harman verdedigd (Harman, 1986). Ook in Fitelson's recentere analyse van de relatie tussen confirmatie en logisch gevolg, vindt men een gelijkaardig standpunt terug (Fitelson, 2006). In het algemeen komt zo'n pessimistische visie neer op de ontkenning dat er niet-triviale 'brugprincipes' bestaan die de formele logische gevolgrelatie met de praktijk van het redeneren verbinden. Ook in de huidige context waar de relatie tussen formele en standaard kennisleer centraal staat, heeft deze pessimistische visie verstrekkende gevolgen. De reden hiervoor is dat de skeptische argumenten die tot dit pessimisme leiden veralgemeend kunnen worden en zo alle 'brug-principes' tussen logische systemen en hun canonieke toepassingsdomein verwerpen. Net zoals de naïeve visie, is ook dit veralgemeende pessimisme niet onbetwist. De argumenten waarop het steunt, beperken niettemin de manoeuvreer-ruimte bij het formuleren van adequate 'brugprincipes'. In het bijzonder tonen deze aan dat de meeste naïeve voorstellen (bv. indien A door ? geïmpliceerd wordt, dan moet wie van alle elementen van ? overtuigd is, ook A aan haar overtuigingen toevoegen) onhoudbaar zijn. Het impliceert het eveneens dat een traditioneel logisch revisionisme (het afzwakken van de onderliggende logica) deze voorstellen niet kan redden. De overtuigingskracht van zo'n veralgemeend pessimisme, is vooral aan de structuur van de bewuste argumenten te wijten. Voor het propositionele geval argumenteert men dat wanneer volgens een deductiestandaard L het zo is dat A door ? geïmpliceerd wordt, terwijl de redenering van ? naar A niet aanvaardbaar is, men de deductiestandaard L moet herzien. Analoog, argumenteert men dat wanneer volgens een epistemische logica L het zo is dat KB door KA geïmpliceerd wordt, hoewel het mogelijk is om A maar niet B te weten, de epistemische logica L aan herziening toe is (voor een doxastische logica is het argument gelijklopend). De cruciale eigenschap van zulke redeneringen, is dat de loutere veronderstelling dat logica constitutief is voor het redeneren volstaat om alle logische systemen (tenzij de lege of nul-logica) zonder meer te verwerpen. Hoewel epistemische en doxastische logica's zelf reeds naar cognitieve relaties verwijzen, zijn zij hier niet immuun voor. De mogelijkheid van een op logica gebaseerde formele epistemologie komt zo op de helling te staan. Eén van de beweringen die doorheen dit onderzoek hard dienen te worden gemaakt, is dat voldoende verfijnde 'brug-principes' het logisch-epistemologisch project wel veilig kunnen stellen. Het belangrijkste inzicht hierbij is dat voor dit doel aanvaardbare 'brug-principes' zelf geen deel kunnen uitmaken van het logisch systeem noch in de object-taal van dat systeem uitgedrukt kunnen worden. 3 ABSTRACTIE In tegenstelling tot de suggestie dat een logischformele kennisleer met adequate 'brug-principes' uitgebreid moet worden, is het meer gangbaar om doxastische en epistemische logica's te interpreteren als representaties van de kennis of overtuigingen van sterk geïdealiseerde agents of als rationaliteits-normen voor diezelfde agents. Zulke verwijzingen naar een geïdealiseerde rationaliteit volstaan echter niet om alle gangbare tegenwerpingen te weerleggen (zie Stalnaker (1991) voor een kritische evaluatie). Ook volstaan zulke manoeuvres niet om te ontkomen aan de 'slippery slope' van het steeds verder afzwakken van de onderliggende logica. De les die we uit dit falen kunnen trekken, is dat we niet via veronderstelde idealiseringen het onderwerp van onze theorieën moeten herzien, maar dat we deze theorieën aan hun respectievelijke abstractie-niveau moeten koppelen. Een kritische blik op Hendricks' voorstel dat formele epistemologie de structuur aanbrengt die nodig is om standaard epistemologische strategieën en methoden (b.v. het construeren van tegenvoorbeelden) te regimenteren, verduidelijkt waarom het belangrijk is om verschillen in abstractie-niveaus te herkennen. Het weerlegt namelijk de initieel plausibele suggestie dat formele structuren rechtstreeks gebruikt kunnen worden om de in de standaard epistemologie impliciet aanwezige informele structuren te preciseren en te vervolledigen. Het alternatief dat als onderdeel van dit onderzoek voorgesteld wordt, is dat formele structuren gebruikt worden om over minder expliciet uitgewerkte structuren te redeneren. In tegenstelling tot de eerste optie, veronderstelt deze tweede optie niet dat beide structuren of theorieën op hetzelfde abstractie-niveau functioneren. In deze context, draagt de abstractie-methode (Floridi & Sanders, 2004) waarop deze inzichten steunen twee dingen bij: het structureert de zoektocht naar geschikte 'brug-principes' en het geeft een verklaring voor het falen van de meer voor de hand liggende principes. De formele basis voor de idee dat 'brug-principes' geen deel uitmaken van een formele theorie, maar een link vormen die ons toelaat om met die theorie over een andere theorie te redeneren, steunt op Barwise en Seligman's werk over information flow (Barwise & Seligman, 1997). De kern hiervan is het feit dat één theorie informatie kan bevatten over een andere theorie en men bijgevolg de eerste kan gebruiken om over de tweede te redeneren. Als we bedenken dat de meest bekende problemen in de epistemische logica (cfr. de spanning tussen het behouden van elk syntactisch detail versus het streven naar semantische algemeenheid) te wijten zijn aan het feit dat onze intuïtieve structuren meer verfijnd zijn dan hun formele tegenhangers, dan lijkt deze voorstelling van de feiten heel wat accurater dan Hendricks' oorspronkelijke voorstel. Het verder binnen Barwise en Seligman's systeem preciseren van het inzicht dat 'brugprincipes' ons toelaten om 'tussen twee theorieën' te redeneren, heeft als voordeel dat het mede verklaart waarom adequate principes niet alleen relatief zwak, maar ook niet-monotoon zijn. Het in deze context toepassen van Barwise en Seligman's inzichten vormt een nieuw en onverwacht gebruik ervan. De geschetste formele strategie is niet de enige die een uitzicht biedt op adequate 'brug-principes'. Het is zelfs niet de meest plausibele, maar ze biedt wel een aantal unieke voordelen. Wat alle plausibele strategieën verbindt, is het verwerpen van een radicaal logisch revisionisme (enkel de lege logica is onvoorwaardelijk toepasbaar). Samen met de vaststelling dat monotone gevolgrelaties systematisch een te grote en/of te beperkte gevolgverzameling opleveren, is dit van bij het begin een centrale overweging geweest bij de ontwikkeling van adaptieve logica's (Batens, 1997, 2007). Het verschil tussen de adaptieve of niet-monotone aanpak en het huidige voorstel, is dat adaptieve logica's bekeken kunnen worden als logische systemen die zelf de 'brug-principes' bevatten die adequaat zijn voor een bepaald toepassingsdomein. Dit overstappen naar een ander soort logica (i.p.v. het louter afzwakken ervan) biedt ongetwijfeld een meer voor de hand liggende uitweg voor het geschetste probleem, maar sluit een benadering waarbij meer aandacht uitgaat naar abstractie-niveaus en systeem-externe 'brug-principes' niet uit. De voorgestelde aanpak geeft een preciezere analyse van het probleem en van de mogelijkheden om ze op te lossen. De adaptieve aanpak, daarentegen, biedt de mogelijkheid om exclusief te focussen op de exacte structuur van het nietmonotoon redeneren dat nodig is om tussen verschillende theorieën en abstractie-niveaus te redeneren. Beide strategieën zijn eerder complementair en dit uit zich ook in de formele details (in het bijzonder in het feit dat, net zoals 'brug-principes', de werking van adaptieve logica's niet door een verzameling axioma's exhaustief gekarakteriseerd kan worden). 4 BEOOGDE RESULTATEN EN MEERWAARDE Wat is nu precies de meerwaarde van de voorgestelde strategie
om de interactie tussen formele en standaard epistemologie te bestuderen? Een antwoord op deze vraag kan gegeven worden vanuit het perspectief van dit onderzoek, maar ook vanuit de specifieke methode die voorgesteld wordt. Zoals vermeld, beperkt dit onderzoek zich niet tot epistemische en doxastische toestanden of tot de rol van het deductief redeneren bij de uitbreiding hiervan, maar heeft het als doel om 'brugprincipes' te formuleren die zowel statische als dynamische en zowel individuele als sociale en interactieve kennistheoretische concepten met mekaar in verband brengen. Naast de breedte van dit onderzoek, is het belangrijk dat de voorgestelde strategie oog heeft voor eigenschappen van de relatie tussen de formele en standaard epistemologie die door andere strategieën niet zo expliciet benaderd kunnen worden. In vergelijking met meer traditionele voorstellen, zoals Streumer's "For all propositions p1 , ..., pn and q, if the conjunction of p1 , ..., and pn entails q, then there is a reason against a person s both believing that p1 , ..., and that pn and believing the negation of q" (Streumer, 2007), heeft de huidige strategie alleszins meer dan minimale logische beperkingen te bieden. In vergelijking met de niet-monotone aanpakken waarbij 'brug-principes' deel uitmaken van het logisch systeem, laat de vooropgestelde strategie het toe om een aantal cruciale onderscheiden explicieter naar voor te brengen. De twee belangrijkste zijn: (i) het verschil tussen louter logische en epistemische of doxastische gevolgrelaties en (ii) het verschil tussen abstractie en idealisering. Het eerste onderscheid wordt reeds ten dele naar voor gebracht door niet-monotone of adaptieve inferenties te beschouwen als epistemische of doxastische gevolgrelaties en ze daarom als conditionele doxastische of epistemische operatoren te formaliseren. Het onderscheid tussen idealisering en abstractie heeft dan weer betrekking op de manier waarop we de door een model voorspelde epistemische eigenschappen interpreteren: dit kan als eigenschappen van de agents waarover we redeneren, maar kan ook als eigenschappen van het gebruikte formele kader zijn. Dit onderscheid is vooral van belang voor de interpretatie van de traditioneel ongewenste eigenschappen van formele systemen: in het eerste geval worden deze eigenschappen veelal als idealiseringen van de cognitieve vermogens van de relevante agents begrepen, in het tweede geval betreft het slechts abstracties (want adequate 'brug-principes' wijzen erop dat het bekomen model geen informatie verschaft met betrekking tot die eigenschappen dit schijnbaar geïdealiseerd zijn). Wanneer 'brug-principes' in het formele model opgenomen worden, zijn het dit soort nuances die verdwijnen. Tenslotte, telt deze aanpak nog twee meer algemene verdiensten. Zo biedt het een nieuw perspectief op de rol van het logisch modelleren binnen de formele epistemologie en herinterpreteert het traditionele argumenten voor logisch revisionisme in termen van het verfijnen i.p.v. het verwerpen van modellen. Ook is dit een project dat niet blijft steken bij de evidente vraag hoe een epistemologie met logische modellen de inzichten van de standaard epistemologie kan incorporeren (van Benthem, 2006), maar biedt het vooral een meer accuraat perspectief op de praktijk van het logisch modelleren. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM • Patrick ALLO
HET RITORNEL. Een nieuw concept KU Leuven Abstract: Gilles Deleuze en Félix Guattari maken het ritornel tot hun belangrijkste filosofisch concept. In dit proefschrift wil ik het ritornel situerenin hun werk en zowel de artistieke als de filosofische functie die ze het toekennen, toelichten. Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Roland Breeur • N. N.
. KU Leuven Abstract: Samenvatting Risico, kwetsbaarheid en beschermende aspecten van veerkracht en hoop in Peru, met een onderzoek naar 'communitybased leaders'Roxanna Morote RíosPromoters: Prof. Dr. Jozef Corveleyn en Prof. Dr. Odin Hjemdal; Co-promotor: Prof. Dr. Patricia Martinez Uribe. Het onderzoek naar de beschermende aspecten van veerkracht heeft in de afgelopen decennia het gezichtsveld van de klinische psychologie verruimd (Davydov, Stewart, Ritchie, & Chaudieu, 2010). Veerkracht verklaart psychosociaal welzijn ondanks zware levensomstandigheden(zoals oorlog, armoede) of psycho-biologische kwetsbaarheid (genetischeaandoeningen, verwaarlozing in het gezin of geweld). Recentelijk zijn empirische onderzoekskaders voor veerkracht ontwikkeld, maar deze zijn nauwelijks getest in Latijns Amerika (Ahern, Kiehl, Sole, & Byers, 2006; Campo, Granados, Muñoz, Rodríguez, & Trujillo, 2012; Windle, Bennett, & Noyes, 2011). Deze dissertatie bestudeert de verbanden en de relevantie van veerkracht Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Jozef Corveleyn • Roxanna Morote Rios
De rol van correctieve feedback in impliciete taalverwerving via serious games KU Leuven Abstract: Tegenwoordig zijn games -- in al hun varianten -- niet meer weg te denken uit de samenleving en winnen ze aan populariteit bij een almaar breder wordend publiek. Ze worden ook steeds meer ingezet voor andere doeleinden dan louter vermaak. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van games voor publiciteit, voor het creëren van bewustzijn rond maatschappelijke thema's en ter ondersteuning van opleiding en vorming, zoals het aanlerenof inoefenen van een taal. Deze serious game beweging past inzichten en technieken uit het ontwerpen van games toe met het oog op het verhogen van de betrokkenheid van wie geïnformeerd of opgeleid moet worden. Dit kan bijvoorbeeld door de leeromgeving te voorzien van mogelijkheden om een constante stroom van geïndividualiseerde feedback te genereren.Eerder onderzoek, voornamelijk met games die niet ontwikkeldwerden voor taalonderricht, toont aan dat games sterke katalysatoren kunnen zijn voor het leren van een (vreemde) taal. Wie speelt, pikt gemakkelijk nieuwe w Organisaties: • OG FranItalCo Kulak
Onderzoekers: • Geraldine Clarebout • Piet Desmet • Frederik Cornillie
PTEN aggregation in human tumors KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Switch Laboratorium
Onderzoekers:
• Frederic Rousseau
Exploiting unconventional QR-algorithms for fast and accurate computations of roots of polynomials KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde
Onderzoekers: • Raphaël Vandebril • Thomas Mach
F+ Grant for Carlo Invernizzi Accetti at the Leuven Centre for Global Governance Studies KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters
The Development of Ethnocentric Attitudes among Belgian Adolescents: the Role of Segregation KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centrum voor Politicologie
Onderzoekers: • Marc Hooghe • Thomas de Vroome
Social expectancies and emotions in daily life KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Kwant. Psychologie en Indiv. Verschillen
Onderzoekers: • Peter Kuppens
Optimization and control of nonsmooth dynamical systems with time-delays KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Numer. Analyse en Toeg. Wiskunde
Onderzoekers: • Wim Michiels
Enabling power supply for zero-damage micro-EDM machining KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling PMA
Onderzoekers: • Dominiek Reynaerts • Jun Qian • Fei Yang
Cognitieve robot controle door intra-operatieve beeldverwerking . KU Leuven Abstract: Chirurgische robots werken in een fragiele en complexe omgeving. Elke verkeerde beweging of actie kan daarom noodlottige gevolgen hebben. Een nieuwe generatie van chirurgische robots moeten daarom uitgerust worden met sensoren om hun onmiddellijke omgeving te observeren, te interpreteren en in rekening te brengen tijdens de eigen actie. In dit project worden verschillende technieken om de omgeving op te meten bestudeerd en op basis van deze informatie intelligente robot controle technieken af te leiden. Dit onderzoek kadert in gynecologische en cardiovasculaire domeinen maar de resultaten zijn ook breder inzetbaar. Organisaties: • Afdeling Biomechanica
Onderzoekers: • Jozef Vander Sloten • Emmanuel Vander Poorten • Benoît Rosa
Eigendomsrechten op nieuwe onlichamelijke objecten KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Rechtsgeleerdheid Kulak
Onderzoekers: • Vincent Sagaert • Michiel Vanwynsberghe
SF fellowship Ashish ARORA KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoekseenheid MSI Leuven
Onderzoekers: • Reinhilde Veugelers • Bruno Cassiman • Rene Belderbos
F+ Grant for Joris Larik at the Leuven Centre for Global Governance Studies KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Internationaal Recht
Onderzoekers: • Jan Wouters
Spectacle and Critique. A phenomenological theory of art in Levinas KU Leuven Abstract: My project tries to diminish the bad reputation of Levinas's reading ofart by examining the phenomenological insights into the nature of art underlying this scheme. It overviews Levinas's tenents on image-consciousness, on account of which his analysis of the change in the temporality of consciousness is reconstructed. As a result, the scene is set for a critique that relocates art in Levinas's theory of hypostatic manifestation and describes the full scope of the temporal shift between anonymity and conceptuality in the reception of artworks. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Rudi Visker
Generalisatie van exteroceptieve en interoceptieve prikkels. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Leerpsych. en Exp. Psychopathologie
Onderzoekers: • Tom Beckers • Dirk Hermans • Holly Miller
The English musical Renaissance KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Pieter Bergé
Importers, exporters and productivity: a portrait of slovenian firms that trade¨goods. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Monetaire & Informatie-econ. Leuven
Onderzoekers: • Jozef Konings
Translating 3D new echocardiographic imaging technology into clinical practice. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiologie
Onderzoekers: • Frank Rademakers • Jan D'hooge • Piet Claus • Jens-Uwe Voigt
Proteomic analysis of HIV-1 nuclear import. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire Virologie en Gentherapie
Onderzoekers: • Zeger Debyser
Semi-automatische softwareverificatie: technieken en evaluatie. KU Leuven Abstract: Jan Tobias Muehlberg Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers:
• Frank Piessens
Tot aan het licht en weer terug - versnelling en afremming van relativistische¨jetstromingen. KU Leuven Abstract: Oliver Porth Organisaties: • Afdeling Plasma-astrofysica
Onderzoekers: • Giovanni Lapenta
'Role of cancer cell-derived exosomes in immunogenic cell death and as potential biomarkers of anti-tumour immune response' KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Celdoodonderzoek & Therapie
Onderzoekers: • Patrizia Agostinis • Willem Annaert • Johannes Swinnen • Shaun Martin
Social Commerce and business intelligence techniques. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Bart Baesens
Naar een christelijk open verhaal: een onderzoek naar de theologische implicaties van de openheid ervan KU Leuven Abstract: Dit project zal nagaan hoe Gods liefde kadert binnen het model van het open verhaal zoals dat uitgewerkt werd door Lieven Boeve. Boeve biedt dit model als een instrument om de christelijke traditie voor de actuele, postmodern genoemde context te recontextualiseren. Dit project zal aantonen dat Gods liefde het best begrepen wordt als een houding van gekwalificeerde openheid voor de ander, mogelijk tot op het punt waarop het zelf opgeofferd wordt. Boeves idee van de onderbreking zal beschouwd worden als uitnodiging om de openheid van Gods liefde te benadrukken. Deze open liefde komt bij uitstek tot uiting in het zenden van Gods Zoon in de wereld opdat allen zouden leven. Jean-François Lyotards kritiek op het christendom als groot verhaal zal in overweging genomen worden ende uitdaging ervan zal opgenomen worden in de vraag van openheid voor onherleidbare andersheid. Het antwoord zal gevonden worden in een christelijk open verhaal van liefde dat zich weigert te sluiten voor de Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Lieven Boeve • Phillip Davis
Leerlingenvervoer in Vlaanderen: mogelijheden en voorwaarden. KU Leuven Abstract: In het buitengewoon onderwijs kan een kind vervoer krijgen naar dedichtstbijzijnde school van zijn keuze. Het vervoersysteem dat vormkrijgt op basis van dit afstandscriterium heeft steeds vaker te kampenmet lange reistijden voor de leerlingen uit het buitengewoon onderwijs.Dit onderzoek heeft als doel om een alternatief uit te werken voor hetcriterium afstand voor het leerlingenvervoer in het buitengewoononderwijs.Om hier een antwoord op te kunnen bieden wordt in het voorgesteldeonderzoeksopzet de mobilitei tsproblematiek geïntegreerd met eenpedagogische en organisatorische invalshoek. De lange reistijden bijleerlingenvervoer kunnen namelijk toegeschreven worden aan verschillendebeïnvloedende factoren die we kunnen categoriseren onder drieinvalshoeken: de organisatie van het buitengewoon onderwijs,administratieve behandeling van het recht op leerlingenvervoer en tenslotte de organisatie vanhet leerlingenvervoer. Voor elk van dezefactoren wordt het Vlaamse buitengewoon onderwijs met het Organisaties: • OE Instituut voor de Overheid
Onderzoekers: • Annie Hondeghem
Emotion dynamics in depression (visit Prof. Thompson) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Kwant. Psychologie en Indiv. Verschillen
Onderzoekers: • Peter Kuppens
Assessing participation in forest resource management KU Leuven Abstract: Er is recent veel onderzoek gedaan naar de discussies en conflicten diebestaan tussen de autoriteiten en de lokale gemeenschappen in beschermde natuurgebieden inzake de kwesties van bescherming en participatie in het beheer. Er is daarbij een brede erkenning van het feit dat dit beheerniet enkel kennis en expertise vraagt betreffende de natuurlijke condities en de noodzakelijke technische interventies, maar dat ook expertise nodig is inzake de sociale organisatie en het bevorderen van de leerprocessen van de betrokken (politieke) sociale en culturele systemen. Ondanks deze erkenning zijn de pogingen om de participatie van lokale gemeenschappen in het beheer van beschermde gebieden te stimuleren in heel wat delen van de wereld, niet succesvol gebleken. Zeker ook in veel ontwikkelingslanden waar lokale gemeenschappen vaak sterk afhankelijk zijn van deaanwezige natuurlijke hulpbronnen. Veel onderzoekers beklemtonen dat niettegenstaande de retoriek, die voortdurend wijst op de substantiële
Organisaties: • OE Educatie, Cultuur en Samenleving
Onderzoekers: • Daniël Wildemeersch • Jan Masschelein
Museuminventaris: op een methodologisch verantwoorde manier het roerend erfgoed van de NMBS-Groep in kaart brengen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' NMBS-Holding - Public Affairs & External relations.' hebben voor het project ' Museuminventaris: op een methodologisch verantwoorde manier het roerend erfgoed van de NMBS-Groep in kaart brengen. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • FRANCOIS SCHEELINGS
'Commodificatie' van menselijk lichaamsmateriaal, ethiek en regulering - Een analyse van de aard en kracht van 'commodificatie'-argumenten in de contexten van orgaantransfer, biobanken en octrooiering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een analyse van de aard en kracht van 'commodificatie'-argumenten in de contexten van orgaantransfer, biobanken en octrooiering. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen • Metajuridica
Onderzoekers: • Sigrid STERCKX • Kristof VAN ASSCHE • SERGE GUTWIRTH
De deconstructie van grenzen en vertrouwelijkheid in de E.U.: een analyse van historische representaties van de "anderen" en van hedendaagse dagelijkse praktijken in grensgebieden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar de vorming van identiteit in de inter-regio Belgisch en Nederlands Limburh aan de hand van drie mogelijke subvragen: voeding ("courses"), huwelijkspatronen ("intercourses") en ideologie ("discourses"). Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Karen ARIJS • PETER SCHOLLIERS
ANalyse van de taalstudie in de Vlaamse Rand. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Brussel wordt als migratieregio gekenmerkt door een hoge mate van culturele en taaldiversiteit. Dit heeft ook zijn impact op de omliggende Vlaamse gemeenten, hetgeen vanuit de Vlaamse overheid leidde tot een specifiek integratiebeleid met de taal als basis. De bedoeling van het onderzoek is een accuraat beeld te schetsen van de huidige taaldiversiteit en het taalgebruik van de bevolking van deze gemeenten, de basis te leggen om een toekomstige vergelijking mogelijk te maken zodat de taalverschuiving over de tijd dieper kan geanalyseerd worden en het effect van beleidsmaatregelen aan de hand van een aantal parameters te toetsen. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • ANN MARES • MACHTELD DE METSENAERE
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUniversité de Québec, Patrick Bizintwari Vrije Universiteit Brussel Abstract: Studie over het recht op een eerlijk proces voor de militaire jurisdicties in Burundi Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
congres "Logica, Kennis en Taal" 14-15 maart 2013. Vrije Universiteit Brussel Abstract: congres "Logica, Kennis en Taal" Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Bart VAN KERKHOVE
Subsidie Internationaal Conference ‘De Radicale Verlichting: Het grote verhaal en zijn details' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het thema van deze internationale conferentie is de zogenaamde, Radicale Verlichting. De Radicale Verlichting verwijst naar een veelzijdige denkstroom binnen het Europese verlichtingsdenken, die grote nadruk legt op politieke hervormingen en activisme, persoonlijke vrijheid,
sociale gelijkheid, en de kritiek van de religie. De Radicale Verlichting kan men aantreffen in het werk van een aantal zeventiende-en achttiendeeeuwse materialisten, atheïsten, vrijdenkers, spinozisten en pantheïsten. De algemene doelstelling van deze conferentie is om lopende onderzoek naar de Radicale Verlichting een extra impuls te geven. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Steffen DUCHEYNE
Voeding en (inter)nationale tentoonstellingen in de 19de en 20ste eeuw (Brussel: 17/9/2013-20/09/2013) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Food and international exhibitions in the 19th and 20th centuries (ICREFH Colloquium, Brussels 17 to 20 September 2013) Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS
FOST voor Brusselicicous Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deelname in een reeks populaire activiteiten (lezingen, eetmomenten, ....) Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Geschiedenis • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • MARC JACOBS • PETER SCHOLLIERS • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT
Identiteitsconstructie: dagelijks leven, ontmoetingsplaatsen en beelden van Italiaanse migranten in Brussel 1880-1935. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt bij te dragen tot de studie van de "lived experience" en beeldvorming van migranten in hun onthaalsteden. Het sluit aan bij recent onderzoek m.b.t. identiteitsconstructie dat vooral tot uiting komt bij confrontatie meyt de andere(n). Het project wil onderzoek doen naar processen van integratie, cohesie, segregatie en racisme. Het richt zich op de Italiaanse gemeenschap in Brussel tussen 1880 en 1935. Constructie van identiteit (eigenheid) zal worden bestudeerd vanuit twee nauw met elkaar verwante invalshoeken: de dagelijkse levensomstandigheden van Italianen in Brussel en de wijze waarop deze mensen werden bekeken door de autochtone bevolking. Wat het eerste betreft, richt het onderzoek zich op de huisvesting van migranten, hun beroepen, de winkels waar ze zich bevoorraadden en hun sociale en culturele contacten. Ruime aandacht zal gaan naar de publieke plaatsen van de Italiaanse gemeenschap (winkels, restaurants, cafés, clubs, kerken, markten, ...). Het aanverwante luik (de "blik van de Brusselaar") betreft een studie naar beeldvoring in pers en literatuur. Wat dit luik betreft, ligt het accent op de vier jaren waarin Brussel een internationale tentoonstelling herbergde, wat gepriviligieerde momenten van confrontatie en contact betekenden. Aan bronnen geen gebrek: bevolkings- en vreemdelingenregisters, advertenties (kranten, weekbladen, brochures), lokale, nationale en internationale kranten, politiearchieven (in Brussel en Firenze), adresboeken, mondelinge geschiedenis, iconografisch materiaal. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Olivier DE MARET • PETER SCHOLLIERS
Epistemische logica met justificatie en contexten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project stelt het formaliseren van een epistemologisch contextualisme voorop. De nadruk ligt daarbij op kennistheorieën die de onderzoekspraktijk centraal stellen in hun definitie van context. Dit project heeft twee luiken: - De ontwikkeling van een epistemische logica waarin (a) kennisuitspraken contextgevoelig zijn en (b) expliciet verwijst naar de beschikbare verantwoording kan worden verwezen. Epistemische logica met justificatie dient als basis en wordt uitgebreid met agenda's en acties om contexten te wijzigen. - De toetsing van de oorspronkelijke (informele) contextualistische kennistheorieën aan de gevolgen van de formele theorie. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Seculiere naastenliefde? Een kritische bevraging aan de hand van de filosofie van Friedrich Nietzsche. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale vraagstelling luidt: in hoeverre is het behoud van naastenliefde in een seculier wereldbeeld mogelijk? We werken deze vraagstelling verder uit in twee probleemstellingen: (1) in hoeverre is ook vanuit niet-godsdienstige optiek naastenliefde intrinsiek verbonden met het idee van een (religieuze) transcendentie, zodat het realiseren ervan binnen een louter seculier wereldbeeld problematisch wordt? (2) Is er dan een vorm van naastenliefde denkbaar die louter gefundeerd is op seculiere gronden? Op welke manier zou deze dan seculier gefundeerd worden? Wij wensen deze doelstellingen te benaderen aan de hand van de filosofie van Friedrich Nietzsche, waar een niet-godsdienstig wereldbeeld tot in zijn uiterste consequenties is doorgedacht. We maken een omvattende studie van de rol van de naastenliefde in het werk van Nietzsche, vertrekkend vanuit de hierboven geformuleerde probleemstellingen. Deze studie wenst op die manier een analytische bijdrage te leveren vanuit niet-godsdienstige standpunt aan het debat van een seculiere naastenliefde. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • ELSE WALRAVENS
Levenslopen aan de rafelrand: 'bedelaars' en 'landlopers' in Belgische Rijksweldadigheidskolonies. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: In 'Levenslopen aan de rafelrand' wordt nagegaan welke mannen en vrouwen tijdens de jaren 1890-1910 in Belgische Rijksweldadigheidskolonies terecht kwamen en waarom. Onderzocht wordt in welke mate het ging om personen vervolgd in het kader van een geconcerteerde repressie ten aanzien van bedelaars en landlopers en in welke mate om vrijwillige opnamen. In eerste instantie leidt dit naar een analyse van doelstellingen der beleidsmakers en de lokale variaties in de toepassing van de wetgeving. Op de tweede plaats willen we de levenslopen van de onderscheiden groepen 'kolonisten' recontrueren. Wat was er zo specifiek aan hun levenstraject dat ze ofwel voor vervolging in aanmerking kwamen ofwel op eigen initiatief een verblijf binnen de muren opzochten? Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER • CATHARINA LIS
Twee eeuwen privé-liefdadigheid in Antwerpen: een studie over gulle gevers en hun leefwereld, 1598-1795. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek betreffende de armenzorg in het vroegmoderne Europa is tot nu toe hoofdzakelijk gericht geweest op de .ontvangers., dus op de verschillende categorieën van ondersteunden, terwijl aan de .gevers., dus aan de personen die geld of goederen schonken aan armen/behoeftigen of aan liefdadige/filantropische instellingen, veel minder aandacht werd besteed (Lis, Soly & Van Damme, Jütte, von Hippel, e.a.). In het licht van de hervormingen van de sociale politiek in de zestiende en zeventiende eeuw is de belangstelling voor het uitgavenbeleid van de openbare instellingen belast met de armenzorg begrijpelijk, maar te eenzijdig. Private schenkingen vormden voor de betrokken instanties immers een cruciale bron van inkomsten en bleven dat tot in de achttiende eeuw doen. De bestudering van het 'geefgedrag' van particuliere schenkers vormt dan ook het opzet van dit project. Er zijn de laatste jaren weliswaar een aantal interessante studies over liefdadigheid/filantropie in het premoderne Europa verschenen, maar deze buitenlandse onderzoekingen staan het nog lang niet toe om algemene conclusies te formuleren. Dat hangt zowel samen met de complexiteit van de problematiek, als met de beperkingen die het bronnenmateriaal doorgaans oplegt. Caritatieve acties, en de motieven daartoe, staan niet los van de maatschappelijke context waarin ze een specifieke vorm krijgen. De impact van sociaal-economische, politieke, cultureel-ideologische factoren op de inkomsten uit liefdadigheid, en de veranderingen die daarin optraden, dient te worden bevraagd met de nodige terughoudendheid ten aanzien van monocausale verklaringen. Een genuanceerde aanpak ligt echter niet voor de hand. Zelden is het mogelijk om voor een lange periode gegevens bijeen te brengen die licht werpen op lange-termijn trends, op korte-termijn fluctuaties (impact feestdagen, crissisen etc.) , op anonieme giften (offerblokken), op min of meer zichtbare giften (zondagomhalingen in kerken), op testamentaire en andere schenkingen, enzovoort. Vandaar dit project. Met name de sociaal-economische, politieke en vooral cultureel-ideologische veranderingen die in de loop van de zeventiende en achttiende eeuw in Antwerpen optraden, maken dat een onderzoek naar de privé-liefdadigheid in de Scheldestad het toestaat om de determinanten van het 'geefgedrag' te bepalen. Ook na de zestiende-eeuwse bloeiperiode waren in Antwerpen nog elites . en dus mogelijke rijke gevers . aanwezig, met aanzienlijke fortuinen die tot in de achttiende eeuw niet moesten onderdoen voor deze in andere Europese middelgrote tot grote steden (Degryse). Tegelijk was de stedelijke maatschappij er aan een aantal spanningen onderhevig. Het is de vraag hoe wijzigende economische, demografische, sociale en cultureel-ideologische patronen zich op het gebied van liefdadigheid/filantropie vertaalden. Maar bovenal hebben de vragen die aan de grondslag liggen van dit project, te maken met hoe de liefdadige gift, in een gegeven materiële en religieuze context context, in verband staat met de heersende ideeën en beeldvorming over bezit, gemeenschap, en godsvrucht (cf. Rubin). Twee invalshoeken m.b.t. de cultureel-ideologische dynamiek van de liefdadige gift dienen onder de aandacht gebracht te worden. Antwerpen was, zeker tijdens het tweede kwart van de zeventiende eeuw, een bolwerk van de Contra-Reformatie in de Spaanse Nederlanden. Als eerste invalshoek kan een mentaliteitshistorische studie met betrekking tot de factor .religiositeit. in relatie tot caritas dus niet ontbreken. In het verlengde van mijn licentiaatsverhandeling over de beeldvorming over geld in diverse .populaire. teksten, is het de bedoeling de gedenkschriften en de testamentaire beschikkingen van schenkers, te toetsen aan het ideologische discours van preekboeken, moraliserende geschriften, enzovoort. De centrale vraag in dit verband is hoe de Antwerpse privé-liefdadigheid naar de achttiende eeuw toe evolueerde (kwantitatief), in het bijzonder of het langzame proces van dechristianisering seculiere liefdadige tendenzen impliceerde (kwalitatief). Via een tweede invalshoek kunnen we anticiperen op de kritiek van historici die de auteurs van bestaande studies over liefdadigheid/filantropie verwijten louter een .structurele. ideeëngeschiedenis te bieden, zonder de concrete individuele motivaties in rekening te brengen (cf. Cavallo). De spirituele verankering van liefdadigheid op zichzelf kan niet verklaren waarom, en aan wie, leden van bepaalde elites en sociale middengroepen schenkingen deden. Is het mogelijk de liefdadige intenties te verfijnen tot op het niveau van de verhoudingen binnen de milieu.s van die bewoners van Antwerpen die aan liefdadigheid deden? De honderden bewaard gebleven testamenten van de .gevers., aangevuld met verdere biografische gegevens over de betrokkenen, kunnen ons zeker op weg helpen hierop een antwoord te geven. Deze meer sociologische benadering sluit aan bij theoretische studies over sociale cohesie en giften in het verleden (Komter, Davis, e.a.). Naast de waarde van de Antwerpse situatie als complexe gevalsstudie ligt de beschikbaarheid van een unieke reeks bronnen aan de basis van dit project. In Antwerpen was de armenzorg in grote mate gecentraliseerd onder de Kamer der Huisarmen. In het OCMW-archief van Antwerpen beschikt men daardoor over een uitzonderlijk rijke verzameling bronnen voor de bestudering van de privé- liefdadigheid, die tot nu toe nauwelijks benut werd. De inkomsten- en memorieboeken van de aalmoezeniers geven voor de zeventiende en achttiende eeuw bijna onafgebroken de diverse vormen van liefdadige schenkingen weer, en staan het ons toe om via de kwantitatieve verwerking van de gegevens, voor een lange periode een beeld te vormen van de inkomsten uit liefdadigheid. Dit buitengewoon rijke archieffonds bevat immers niet alleen een groot aantal originele testamenten, maar ook continue reeksen, waarin per .geefkanaal. ( collectes, offerblokken, ...) systematisch werd opgetekend wat de wekelijkse opbrengsten waren. Dit unieke bronnenmateriaal is tot nog alleen maar voor de late zestiende en vroege zeventiende eeuw aangeboord (Haemers, Soly). Afbakeningen zijn arbitrair. Toch kan voor de verwerking van de kwantitatieve gegevens 1598 als startjaar dienen, het moment waarop met de komst van de aartshertogen, en een weinig later het Twaalfjarig Bestand, een relatieve rust kon bijdragen om de motor van de Contra-Reformatie in de zuidelijke Nederlanden op een hoog toerental te laten draaien. Eind achttiende eeuw lijkt de komst van de Fransen in 1795 een verantwoorde einddatum. De armenzorg kreeg toen een .burgerlijk. in plaats van een .religieus. karakter, met de installatie van een "Bureel van Weldadigheid" en de "Commissie van Burgerlijke Godshuizen". Tot slot vermelden we nog de recente aanzetten om de inzichten in de problematiek van liefdadigheid/filantropie voor comparatief onderzoek te gebruiken. Niet enkel de vergelijking van de liefdadige tradities in verschillende landen en periodes, maar ook het comparatief onderzoek naar de caritas in de grote monotheïstische godsdiensten wordt bepleit (cf. Cohen). Wij hopen met dit project, voor wat onze gewesten betreft, een eerste bijdrage te kunnen leveren, die dank zij de uitzonderlijke mogelijkheden die het bronnenmateriaal biedt, een veel meer dan lokale betekenis zou hebben. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER • HUGO SOLY
Subsidie Internationaal congres ‘The Radicale Verlichting: Het grote verhaal en zijn details' Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het thema van deze internationale conferentie is de zogenaamde, Radicale Verlichting. De Radicale Verlichting verwijst naar een veelzijdige denkstroom binnen het Europese verlichtingsdenken, die grote nadruk legt op politieke hervormingen en activisme, persoonlijke vrijheid, sociale gelijkheid, en de kritiek van de religie. De Radicale Verlichting kan men aantreffen in het werk van een aantal zeventiende-en achttiende-
eeuwse materialisten, atheïsten, vrijdenkers, spinozisten en pantheïsten. De algemene doelstelling van deze conferentie is om lopende onderzoek naar de Radicale Verlichting een extra impuls te geven. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Steffen DUCHEYNE
Co-fin bij OZR1772 : Eergerelateerd geweld en geweld in naam van de eer: mythe of realiteit? Een pilootonderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eergerelateerd geweld kan, in de context van migratie, begrepen worden als een vorm van gendergerelateerd, geweld dat als functie heeft cuturele grenzen van minderheidsgroepen te bepalen en de morele eigenheid van de groepsidentiteit af te bakenen ten aanzien van de genderspecifieke normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Daarbij worden aan meisjes/vrouwen en jongens/mannen verschillende rollen en normen opgelegd. Eergerelateerd geweld omvat niet alleen (pogingen tot) eremoord en eerwraak maar ook gedwongen huwelijken, gedwongen maagdelijkheid, vrijheidsberoving, opsluiting enz. In tegenstelling tot andere Europese landen (zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Konrnkrijk en Zweden) is er tot op heden, geen grondig en systematisch onderzoek gebeurd naar het fenomeen in Belgie. Voorliggend onderzoek wenst in een eerste fase een brede exploratieve studie uit te voeren in Vlaanderen (voorkomen, kenmerken, types, ) en in een tweede fase een kwalitatief diepteonderzoek uit te voeren dat gericht is op conceptuele verheldering en theoretische begripsvorming. Daarbij wensen we na te gaan wat de betekenis en invloed is van concepten van (mannelijke)eer en (vrouwelijke) bescheidenheid op gebied van seksuele en relationele moraal in enkele culturele minderheidsgroepen, en in welke mate deze al dan niet een invloed uitoefenen op gedragsregulering en sanctionering in de vorm van dwang en geweldpleging. Dit houdt ook in na te gaan wat de relatieve impact is van verschillende factoren en determinanten van geweldpleging in de context van migratie, in welke mate en op welke gronden dit geweld verschilt van andere vormen van partner en intrafamiliaal geweld in de gastsamenleving, en in hoeverre al dan niet sprake is van (angst voor) een stigmatiserende perceptie van de culturele 'ander'. Organisaties: • Onderzoeksgroep Vrouwenstudies • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Jessie VAN DEN HEUVEL • Gily COENE
Argumentieve netwerken: een nog steeds ontbrekende integratie van filosofische benaderingen van argumentatie met AImodellen, met een toepassing op de wiskundige praktijk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 3. Onderzoeksdoelen. Ons eerste doel is gebaseerd op de vaststelling dat de beide domeinen van argumentatietheorie en het onderzoek naar argumentatieve netwerken op het huidige moment relatief onafhankelijk van elkaar werkzaam zijn (zoals kan vastgesteld worden door een bibliografische vergelijking). Nochtans is het onze overtuiging dat ze elkaar vruchtbaar kunnen inspireren. Daarom is een vergelijkende studie van beide domeinen dringend nodig. Om te vermijden, evenwel, dat dit geen "louter" theoretisch onderzoek wordt, is ons tweede en meer specifiek doel om, zoals reeds aangegeven, te zoeken naar toepassingen in de praktijk(en) van de wiskunde. Hoewel er reeds een paar bescheiden aanzetten bestaan om bewijzen te lezen als argumentaties, zie bvb. [Abe07], [Ben08a], [Ben08b], dient het "echte" werk nog verricht te worden. Het mag trouwens vermeld worden dat in deze aanzetten Stephen Toulmin, één van de grote verdedigers van de informele argumentatietheorie, een centrale rol speelt. De keuze van de gevalstudie, namelijk het classificatietheorema van de eindige, simpele groepen, is in eerste instantie bepaald door het gegeven dat geen individuele wiskundige in staat is het gehele bewijs te vatten, wat betekent dat het moet 'gedeeld' worden in de wiskundige gemeenschap. Dit betekent zoveel als een uitnodiging om gebruik te maken van argumentatie en argumentatieve netwerken, het kernthema van dit onderzoeksvoorstel. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Eergerelateerd geweld en geweld in naam van de eer: mythe of realiteit? Een pilootonderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eergerelateerd geweld kan, in de context van migratre, begrepen worden als een vorm van gendergerelateerd, geweld dat als functie heeft cuturele grenzen van minderheidsgroepen te bepalen en de morele eigenheid van de groepsidentiteit af te bakenen ten aanzien van de genderspecifieke normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Daarbij worden aan meisjes/vrouwen en jongens/mannen verschillende rollen en normen opgelegd. Eergerelateerd geweld omvat niet alleen (pogingen tot) eremoord en eerwraak maar ook gedwongen huwelijken, gedwongen maagdelijkheid, vrijheidsberoving, opsluiting enz. In tegenstelling tot andere Europese landen (zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Konrnkrijk en Zweden) is er tot op heden, geen grondig en systematisch onderzoek gebeurd naar het fenomeen in Belgie. Voorliggend onderzoek wenst in een eerste fase een brede exploratieve studie uit te voeren in Vlaanderen (voorkomen, kenmerken, types, ) en in een tweede fase een kwalitatief diepteonderzoek uit te voeren dat gericht is op conceptuele verheldering en theoretische begripsvorming. Daarbij wensen we na te gaan wat de betekenis en invloed is van concepten van (mannelijke)eer en (vrouwelijke) bescheidenheid op gebied van seksuele en relationele moraal in enkele culturele minderheidsgroepen, en in welke mate deze al dan niet een invloed uitoefenen op gedragsregulering en sanctionering in de vorm van dwang en geweldpleging. Dit houdt ook in na te gaan wat de relatieve impact is van verschillende factoren en determinanten van geweldpleging in de context van migratie, in welke mate en op welke gronden dit geweld verschilt van andere vormen van partner en intrafamiliaal geweld in de gastsamenleving, en in hoeverre al dan niet sprake is van (angst voor) een stigmatiserende perceptie van de culturele 'ander'. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Gily COENE
Kritische analyse Sigmund Freuds 'Der Mann Moses'. Hedendaagse reflecties over religie & traditie in naturalistische antropologie. Natuur als overvloed. Niet-reductionistisch alternatief naturalisme: religiekritiek Spinoza, Nietzsche &Freud
Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Algemene situering van het postdoctoraal onderzoek De voorbije zeven jaar heb ik de religiekritiek van Freud onderzocht. Als postdoctoraal onderzoeker heb ik me toegelegd op de problematiek van het naturalisme in zijn werk over Mozes (Freud, 1939). Voor Freud kan de religie niet vanuit het bovennatuurlijke worden begrepen en hij stelt twee alternatieven voor: de religiekritiek vanuit de wetenschappelijke rationaliteit (onder meer het positivisme, Freud 1927, 1933) of het beschrijven van de religie als een mogelijkheid voor culturele evolutie (Freuds werk over Mozes, waarin het monotheïsme een Verlichting 'avant la lettre' is. Spinoza en Schiller spelen een grote rol). Tegelijk is Freuds denken over religie naturalistisch. Hij ontkent niet dat de beleving van de religieuze mens 'religieus' is, maar wel dat deze beleving het laatste is dat over religie kan worden gezegd. Hiermee begint de zoektocht naar de oorsprong van de religie en de genealogie van de cultuur. In dit kader heb ik ook de invloed van Darwin en Lamarck op Freud geëvalueerd. Vooral in zijn laatste werk biedt Freud een niet-reductionistische visie op de religie (Freud 1939 zie vorig project). 2. Context van het hedendaagse debat omtrent religie en wetenschappen De negentiende-eeuwse tegenstelling tussen religie en wetenschap is nog deels terug te vinden in het hedendaagse debat, wanneer de wetenschappelijke pogingen om de religie te verklaren lijnrecht tegenover de apologie van de eigenheid van de religie staan. Een voorbeeld van deze laatste strekking is Eliade, voor wie elke poging om de oorsprong van de religie te vatten, gedoemd is om de essentie van de religie, het heilige, te miskennen (Eliade, 1969, 158). Daartegenover toont de opmars van evolutionaire interpretaties van de religie het vertrouwen in methodes en veronderstellingen voor de mens en de cultuur, die oorspronkelijk alleen op de biologie van toepassing waren (P. Boyer 1999, S. Atran 2002, D. Hamer 2005, Pinker 2004, Dennett 2005). 'Naturalisme' lijkt dan hoofdzakelijk één invulling te kennen: het wetenschappelijke darwinisme (als adaptationisme). Dit hedendaagse darwinisme draagt echter een aantal basisvooronderstellingen van haar negentiende-eeuwse erfenis mee. Malthus' populatiewet was voor Darwin een 'natuurlijke wet' voor de mens: strijd, tekort en schaarste bepalen menselijke verhoudingen. Natuurlijke selectie betekent dat veranderingen gedacht worden vanuit utiliteit en voordeel. Evolutie ontwikkelt zich volgens een bepaalde rationaliteit, wat leidt tot een optimalisatie van adaptaties en plezier-pijn reflecties veroorzaken vooruitgang. Daarbij heeft de recente convergentie tussen evolutionaire biologie en cognitieve psychologie de aandacht toegespitst op de cognitieve aspecten van evolutie. Naturalisme impliceert de continuïteit tussen de mens en de rest van de natuur. Door deze continuïteit als een analogie tussen natuurlijke en culturele processen te beschouwen, lijken de aanhangers van dit reductionistische naturalisme echter de mogelijkheid verloren te hebben om nieuwe inzichten bij te brengen, die het oorspronkelijke denkkader over de natuur verlaten. Tegelijk wordt deze interpretatie van naturalisme onterecht voorgesteld als het meest overtuigende immanente alternatief voor een essentialistische en transcendente visie op religie. 3. Opzet en invulling van het onderzoek Dit project wil een filosofische uitweg bieden voor de impasse, door de mogelijkheid te onderzoeken van een religiekritiek die wel degelijk naturalistisch is, zonder reductionistisch te zijn. Vanuit de bovengeschetste problematiek en het reeds gevoerde onderzoek komen drie auteurs in aanmerking: Spinoza, Nietzsche en Freud. De hypothese van het project is dat ze een originele bijdrage hebben geleverd aan de naturalistische religiekritiek en dat hun perspectief een mogelijk alternatief biedt voor de impliciete veronderstellingen van het wetenschappelijke naturalisme. Tevens heeft het onderzoek naar een niet-reductionistisch naturalisme ook methodologische implicaties, in het bijzonder voor de 'genetische drogredenering' in het werk van Freud en Nietzsche. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Tinneke BEECKMAN
Van 'What-if' verhalen tot 'What-if' alternatieven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek heeft als doel om twee soorten modaliteiten die een rol spelen bij het redeneren over wiskundige kennis te bestuderen. Enerzijds zijn er de wiskundig-epistemische 'might' modaliteiten (we- modaliteiten) die slaan op wat een bepaalde wiskundige kennis niet kan uitsluiten en anderzijds zijn er de 'what IF' 'counterfactual' modaliteiten (wi-modaliteiten) die verwijzen naar wat het geval zou zijn mocht de wiskunde er anders hebben uitgezien. Door middel van een formele analyse wil dit onderzoek zowel het specifieke van dit soort modaliteiten contrasteren met de meer gangbare modaliteiten als het onderscheid tussen we- en wi-modaliteiten zelf verduidelijken. Daarnaast wil het de inzichten die hieruit voortvloeien laten aansluiten bij thema's uit de filosofie van de wiskunde. De belangrijkste vragen die in het kader van dit onderzoek rijzen hebben betrekking op de waarheids- en beweerbaarheidsvoorwaarden van deze modaliteiten en van epistemische of indicatieve voowaardelijke zinnen. De context-gevoeligheid van zulke epistemische uitspraken vormt hierbij een cruciale moeilijkheid daar contexten zowel de beweerbaarheid (Stalnaker, 1999) als de waarheidsvoorwaarden ten dele lijken te beïnvloeden (Egan et al., 2005). Een bijkomende moeilijkheid bij wi-modaliteiten is dat deze soms betrekking hebben op tegenlogische alternatieven. Hierdoor lijken ze prima facie triviaal: ofwel zijn ze allemaal waar ofwel allemaal vals. Deze Traditionele opvatting is zeker niet de meest vruchtbare. Een beter inzicht in de wiskundige praktijk en haar formalisering (Löwe & Muller, 2008; Wilhelmus, 2008) lijkt daarom vereist om te begrijpen hoe deze modaliteiten functioneren. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Amor technologiae. Een kritische reflectie op het gebruik van nieuwe informatietechnologie aan de hand van het werk van Marshall McLuhan en Andrew Feenberg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Nieuwe informatietechnologieën (digitale media) kennen sinds geruime tijd een ontzaglijke opgang. De publieksreceptie ervan verloopt vaak kritiekloos en zelfs 'hartstochtelijk', ondanks steeds kritische waarschuwingen van techniekfilosofen. Onderhavig projectvoorstel stelt de vraag naar die sterke gehechtheid. Ze doet dat - gezien het tribalistische, tot participatie uitnodigende karakter van nieuwe informatietechnologie - op basis van het werk van Marshall McLuhan en Andrew Feenberg. Probleemstelling Het thema behoeft een genuanceerde benadering; wellicht moet vermeden worden de 'liefde voor informatietechnologie' terug te voeren, enerzijds tot lege, technofiele behoeften (cf. Rapp, 1995, 1999), anderzijds tot een symptoom van een beschaving-in-crisis (cf. Bauman, 2005). Enkel in het spanningsveld tussen technofobie en technofilie, tussen dystopie en utopie kan het verschijnsel afdoend behandeld worden. Aldus splitst de probleemstelling zich in twee vragen: 1. Waarom zijn we zo gehecht, verknocht aan onze informatietechnologie, ook al zou deze op controle en uniformisering gericht zijn en eventueel noodlottige effecten hebben? (dystopisch aspect) 2. Kunnen mensen een voldoende kritisch potentieel ontwikkelen ten opzichte van informatietechnologie, wanneer ze ze doorgaans achteloos omarmen als leniging van - bestaande of nieuw ontstane - behoeften? (utopisch aspect) Deze vragen zijn urgenter dan ooit in een tijd waarin nieuwe 'tools', gadgets en diensten elkaar aan een hoog tempo opvolgen. Niet slechts het effect van informatietechnologie, de bemiddeling van technologische artefacten of hoe mensen met informatietechnologie omgaan zijn aan de orde: ook de sterke emotionele aanhechting tussen mens en informatietechnologie dient in het licht gesteld te worden. 'Verlangen' mensen nieuwe informatietechnologieën? 'Verleiden' deze ons? Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Marc VAN DEN BOSSCHE
Lessen gegeven door Dr. An Jacobs aan Hogeschool Antwerpen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Lessen gegeven door Dr. An Jacobs aan Hogeschool Antwerpen Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • An JACOBS
Dat smaakt naar thuis. Voeding, identiteit, plaats en herinnering in Europa vanuit een historisch perspectief (19e en 20e eeuw) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Exploratie van het concept 'thuis' in relatie tot eetcultuur Organisaties: • Geschiedenis • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT
Handleiding van beleid en procedures - globaal en regionaal programma Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
project Vlaamse gebarentaal 2011: ik ben ook maar een mens Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel de productie van een documentaire op basis van levensverhalen van rolmodellen in de Vlaamse dovengemeenschap. De documentaire zal worden uitgegeven door Acco, als dvd, in bijlage bij het boek 'ik ben ook een mens'. Empowerment in de Vlaamse en Globale Dovengemeenschap, gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van Dr. Goedele De Clerck. Daarnaast zal de documentaire ook online toegankelijk zijn voor idereen via een website. De verhalen van jongere en oudere dove rolmodellen, mannen en vrouwen van een verschillende achtergrond, geven een divers beeld van inspirerende levenstrajecten van leden van de Vlaamse Dovengemeenschap. Wat doof zijn betekent in het dagelijks leven, maar ook reflecties rond teleurstellingen en hoop, dromen en teleurstellingen, frustraties en uitdagingen, vriendschap en solidariteit... Welke levenswijsheid hebben dove rolmodellen verworven in de loop van hun leven? Wie of wat is voor hen inspirerend geweest? Organisaties: • Vakgroep Internationaal publiekrecht
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Het ontstaansproces van stedelijke wetgeving: de impact van middengroepen. Antwerpen in de achttiende eeuw. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Stedelijke wetgeving - Antwerpen 18de eeuw Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • HUGO SOLY • Griet VERMEESCH
Depotonderzoek : Realisatie van depotonderzoek ikv uitbouw van een regionaal depotbeleid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project onderzoekt de mogelijkheden om voor instellingen die Vlaams documentair erfgoed beheren, tot een geïntegreerd overkoepelend depotbeleid te komen in Brussel. Opdrachtgever: VGC. Organisaties: • Onderzoekscentrum Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer • Geschiedenis
Onderzoekers: • Bart BALLAUX • FRANCOIS SCHEELINGS
Redeneren over kwantum informatie: een modaal-logisch perspectief op de fundamenten van de kwantum mechanica en de filosofische implicaties ervan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project staat het logisch redeneren over kwantum informatie centraal. Meer bepaald, stelt dit project een filosofische analyse voor van de kwalitatieve en semantische eigenschappen van kwantum informatie. Door kwantum informatie een ontologisch statuut te geven en er een semantisch betekenis aan toe te kennen, plaatst dit project zich tegenover de huidig heersende opvattingen over kwantum informatie als een louter kwantitatief meetbaar gegeven. We stellen voor om in dit project de notie van 'informatie' een invulling te geven binnen de context van de Modale logica. Dit project stelt tevens de terugkoppeling voor naar het onderzoek in de filosofie van de fysica. Meer bepaald, het analyseren van de ruimtelijke en temporele eigenschappen van kwantum informatie zal nieuwe filosofische implicaties opwerpen voor de gangbare interpretaties van de kwantum mechanica. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • SONIA SMETS • JEAN VAN BENDEGEM
Scheepvaart binnen de exclusieve economische zone: een vrijheid in gevaar of eerder een gevaarlijke vrijheid? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met de creatie van de exclusieve economische zone (EEZ) door middel van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee (1982 Verdrag) heeft de internationale gemeenschap het probleem van de overbevissing op volle zee (VZ) willen tegengaan. Het juiste juridische statuut van deze nieuwe zone, die zich bevindt tussen de territoriale zee (TZ), waar de kuststaat de soevereiniteit over heeft, en de VZ, gelegen buiten de nationale jurisdictie, gaf tijdens de conferentie aanleiding tot een confrontatie die onopgelost bleef. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX
Netwerken van staat en kapitaal: oorlog, militaire instituties en ondernemers in de Nederlanden (ca. 1670 - ca. 1795) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project richt zich op de probleemstelling hoe binnen de Republiek en de Zuidelijke Nederlanden de staat en ondernemers via hun onderlinge netwerken samenwerkten om de middelen voor oorlogvoering te verwerven. Daartoe wordt geanalyseerd in hoeverre dit soort netwerken in de Zuidelijke Nederlanden in structuur en opzet verschilden van die in de Noordelijke Ne-derlanden. Tevens zal worden onderzocht in hoeverre deze netwerken met elkaar overlapten en of de overheden in de Nederlanden een beroep deden op netwerken die ook door bijvoorbeeld Engelse, Duitse of Franse betaalheren werden onderhouden. De centrale vraag van dit project is of het zwaartepunt van die netwerken zich binnen "de macht" (de staat) dan wel binnen "de markt" (handelaars/ondernemers) bevond en in hoeverre het gewicht van "de markt" werd teruggedrongen in de loop van de achttiende eeuw. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • CATHARINA LIS • HUGO SOLY
Rekenschapsplichtigheid voor mensenrechtenschendingen door internationale organisaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project heeft als doel te onderzoeken via welke technieken, mechanismen en fora internationale organisaties en/of hun lidstaten rekenschapsplichtig (kunnen) gemaakt worden voor schendingen van mensenrechten gepleegd door, of toe te schrijven aan, deze internationale organisaties. Er zal in het bijzonder nagegaan worden hoe bestaande mechanismen voor het direct of indirect aansprakelijk stellen van internationale organisaties kunnen verbeterd worden, en welke nieuwe mechanismen kunnen/moeten ontwikkeld worden om die aansprakelijkheid te versterken. De eerste fase van het project zal in de eerste plaats bestaan uit "desk research", d.w.z.grondige literatuurstudie en het uitwerken van een analytisch-conceptueel kader, met een sterke klemtoon op zowel intra-disciplinariteit (het bestuderen van de relatie tussen de rechtstakken "internationaal publiekrecht", "recht der internationale organisaties", "recht van de mensenrechten", deels ook "internationaal strafrecht") als multidisciplinariteit (met openheid naar politieke wetenschappen en filosofie, met name bij de analyse van het begrip "accountability" in zijn diverse verschijnings- en operationaliseringsvormen). Ter verfijning van de probleemstelling en om een sterker empirisch inzicht in de problematiek in het kader van de werking van internationale organisaties te verkrijgen, zullen ook reeds in deze fase interviews (gebaseerd op een kwalitatieve vragenlijst) met geselecteerde personen (met name internationale en nationale ambtenaren; slachtoffers van mensenrechtenschendingen) worden gehouden. Tijdens de tweede fase zal, naast verdere "desk research", de klemtoon nog sterker op empirisch onderzoek liggen, met meer toegespitste interviews van geselecteerde kernactoren in het kader van de desbetreffende case-studies. In een derde fase worden de theoretisch/conceptuele inzichten van de eerste fase getoetst aan de inzichten verworven in het kader van de gevallenstudies van de tweede fase teneinde tot, enerzijds, een meer verfijnd theoretisch kader te komen en anderzijds praktisch relevante conclusies en aanbevelingen te formuleren. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
De historisch-ecologische analyse van boslandschappen in de Antwerpse Kempen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit interdisciplinaire project worden en aantal oude bossen (permanent aanwezig sinds 1775) in de huidige provincie Antwerpen onderzocht als historische landschappen, waarin naar gelang de bezitsverhoudingen, de toegang tot het bos en de socio-economische strategieën van boseigenaars en -gebruikers, het bos anders conceptueel werd ingevuld (als jachtpark, als vrijwoud, als marktgericht hakhoutbos of als gemeenschappelijk bos), waardoor bossen van elkaar konden verschillen qua beheervorm, botanische samenstelling, eco-technologische inrichting en ruimtelijke inrichting. We willen dus te weten komen welke wederkerige relaties er in het ancien regime bestonden tussen enerzijds sociale en economische variabelen (bezit, macht, markt) en anderzijds landschappelijke en biologische variabelen. Deze vragen worden toegepast op vier oude boscomplexen in de huidige provincie Antwerpen, met zowel een relevante variatie aan socio-economische variabelen, als met een voldoende heuristische mogelijkheden (qua historisch archiefmateriaal, qua natuurhistorische ecologische waarden en qua landschappelijke relicten). In deze samenwerking tussen natuurwetenschappers en humane wetenschappers en tussen twee universiteiten en een overheid (provincie Antwerpen) wordt zo waardevol landschappelijk erfgoed bestudeerd in comparatief perspectief met belangrijke consequenties op zowel methodologisch, thematisch als beheersmatig vlak. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Anneleen DE JAEGHER • Dries TYS
Het beeld voorbij de representatie: een virtuele ontologie als basis voor een filosofie van de fotografie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderhavig project stelt zich de filosofische vraag of beelden representaties zijn van objecten in de werkelijkheid. Fotografische beelden in het bijzonder lijken transparante kopieen te zijn van het werkelijke. We kunnen als het ware door en foto heen kijken en de voorgestelde objecten zien alsof we ze rechtstreeks in de werkelijkheid zagen. De meeste fototheoretici hebben het over foto's in termen van gelijkenis, analogie, gelijkvormigheid, herkenning. Dit zijn de categorieen van het model van de representatie. Voor een heleboel 'artistieke' foto's gaat dit model echter niet op. Foto's van Jeff Wall bijvoorbeeld kunnen niet volstaan met een beschrijving van de afgebeelde objecten en gelijkenissen met andere beelden uit de kunstgeschiedenis. De hypothese van dit onderzoek is dat beelden deels actueel zijn (het zijn representaties van objecten) en deels
virtueel (ze beschikken over een interne 'poetische' consistentie die niet gerepresenteerd kan worden). Dit project exploreert een niet representatief discours als een alternatief voor de statische, transparante en volledig actuele status van fotografische beelden. Het introduceert dynamische concepten zoals beweging, duur, herhaling, virtuele series en differentiele relaties. Het doel ervan is te voorzien in een discours dat meer recht doet aan de complexiteit van het ('artistieke') beeld. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • KATHLEEN COESSENS
Documentaire en de technologieën van het genre. Een discoursanalytische en etnografisch onderzoek naar de veranderende productiecontext van sociale, documentaire genres op de openbare omroep. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek bestudeert recente evoluties binnen factuele, documentaire televisiegenres op de Vlaamse openbare omroep. Documentaire genres werden sinds halfweg de jaren '90 verbreed en gepopulariseerd. Deze verschuiving gebeurde in de context van een openbare omroep die nood had aan een legitimering van haar bestaan binnen een competitief medialandschap en gewijzigd publiek klimaat. Deze studie onderzoekt enerzijds hoe genrediscoursen over documentaire- en de achterliggende productiepraktijken en processen - het handelen van documentairemakers binnen de opendbare omroep reguleren. anderzijds onderzoeken we hoe deze disciplinering genegotieerd wordt binnen het productieproces en hoe dit handelen van documentairemakers bijdraagt aan het genrediscours. In de praktijk betekent deze negotiëring dat documentairemakers tijdens de productie bewust en met een zekere vrijheid omgaan met gangbare discoursen, normen en werkwijzen binnen een dynamisch proces van samenwerking en onderhandeling. De srudie vertrekt vanuit een cultural studies-paradigma, weliswaar benaderd op een kritische wijze en aangevuld met poststructuralistische, Foucauldiaanse theorieën. Bij het onderzoeken van hoe disciplinering tijdens het productieproces gebeurt, worden de concepten 'govermentality' en 'Technologieën' van Michel Foucault gehanteerd. Bij het bestuderen van negotiëringpraktijken wordt beroep gedaan op de concepten 'professionele reflexiviteit' en 'interpretatieve gemeenschap'. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KRISTEL VANDENBRANDE
Antwerpen ontwerpen. Een studie naar de fysieke en sociale ruimte in de stad gedurende het laatste kwart van de negentiende eeuw. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Lokale overheden zijn in de negentiende en twintigste eeuw voortdurend geconfronteerd met de uitdaging gestalte te geven aan de stedelijke ruimtelijke structuur. Hun ambities, plannen en ingrepen betreffen niet alleen het (her)definiëren van de bestemming van de fysieke omgeving, de aanleg of heraanleg van wijken en pleinen, het openen van nieuwe straten en het oprichten van woningen. Beleidsmakers dienen ook rekening te houden met de mogelijke implicaties van ruimtelijke ingrepen. Of hun intenties en realisaties steeds de verhoopte sociale effecten hebben gesorteerd, is één van de kernvragen van dit onderzoeksproject. Deze studie zal pogen om aan de hand van deze vraagstelling de grenzen van de klassieke stedenbouwkundige geschiedschrijving te overstijgen door, om de terminologie van Henri Lefebvre te gebruiken, een brug te slaan tussen de conceived space (de abstracte ruimte zoals deze wordt gepercipieerd door de technici die haar vorm geven) en de space as directly lived (de ruimte zoals deze wordt ervaren door haar bewoners in hun dagelijkse activiteiten). In 1982 wezen R. De Meyer en M. Smets, beiden verbonden aan het departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening (ASRO) van de KULeuven, in een bijdrage gepubliceerd in het Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis reeds op de afwezigheid van enig gestructureerd onderzoek naar stedebouwkundige geschiedschrijving in België. Sedert het verschijnen van dit artikel is het aantal publicaties dat onder deze strikte noemer kan geklasseerd worden, alleszins voor hetgeen Antwerpen betreft, al lichtjes gestegen, doch is deze evolutie te beperkt om van een heuse kentering te kunnen spreken. Bovendien is het merendeel van deze studies van de hand van wetenschappers die een architecturale vorming hebben genoten en plaatst dit onderzoek de focus voornamelijk op het bouwbedrijf zelf, op het verleggen van de stenen. De sociaal historicus heeft, met zijn focus op de bewoners van deze veranderende ruimte, op de mensen, dan ook een belangrijke opdracht te vervullen binnen dit luik van de Belgische stadsgeschiedenis. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • CATHARINA LIS
Is in de mijn iedereen zwart? Materiële cultuur en het dagelijkse leven van Limburgse mijnwerkers, 1900-1960. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het betreft een onderzoek naar de alledaagse handelingen van Limburgse mijnwerkersgezinnen in de periode 1900-1960. Het is verrassend vast te stellen dat het fundamentele proces van versnelde ontwikkeling op het vlak van consumptie en levensstandaard slechts weinig werd onderzocht. Onderhavig projectvoorstel wil net onderzoeken hoe Belgische arbeidersgezinnen die snelle veranderingen beleefd hebben: betekenisgeving aan die "consumptierevolutie" staat dus centraal. De verhouding tussen arbeidersgezinnen, objecten, sociale relaties en bijhorende wisselende associaties worden blootgelegd. De alledaagsheid, die vaak verborgen blijft achter allerlei deuren, wordt hier blootgelegd aan de hand van drie deelvragen. Primo de wooncultuur (inrichting en uitrusting van de mijnwerkerswoningen), die een uitgelezen middel is om een licht te werpen op de aspiraties en wereldbeelden van de bewoners. Secundo staan we stil bij de persoonlijke intimiteit: kledij en kapsels zijn veelzeggend over de manier waarop mensen zich voorstellen naar de buitenwereld toe. Tertio belichten we eet- en feestcultuur, (nieuwe) tradities die in de mijngemeenschap gevierd werden en die kunnen opereren als een constructieve bouwsteen in de werking en de identiteit van een gemeenschap. Dit onderzoek legt voornamelijk de nadruk op het gebruik van foto's als unieke historische bron in de studie naar verborgen, banale praktijken, die bijdragen tot inzicht in actuele problemen. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Joeri JANUARIUS • PETER SCHOLLIERS
In de voetsporen van Arnold Geulincx: de filosofische disputaties van Johannes Swartenhengst. Olie op het vuur van de Leidse curatoren in de cartesiaanse strijd gedurende de Vroege Verlichting (1670-1675). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Introductie onderwerp Johannes Swartenhe(y)ngst (1644-?) was een Leidse filosofiestudent die op 22 april 1670 zijn magister in de filosofie behaalde met de verhandeling Disputatio philosophica inauguralis continens Considerationes quasdam circa mentem eiusque functiones; & corpus. In onze eindverhandeling van 2005 hebben wij deze disputatio pro gradu vertaald, en daarnaast hebben wij getracht deze geulincxiaanse
disputatie in te bedden in de politieke, religieuze en intellectuele context in de Noordelijke Nederlanden gedurende de Vroege Verlichting (Israel 1995 & 2001; Jacob 1981; Van Bunge 2001). Na zijn doctorale verdediging wordt Swartenhengst tot lector aan de Leidse universiteit benoemd van februari 1672 tot december 1675, en in deze periode produceert hij veertien disputationes sub praesidio die door zijn studenten tijdens de lessen worden verdedigd. In onze 'disseration' van 2006 hebben wij een dergelijke oefendisputatie vertaald die handelt over de natuurlijke wet (Disputatio ethico-politica de lege naturali, 1672). Voor zover wij Swartenhengsts disputaties tot noch toe hebben vertaald herkennen wij naast een algemene cartesiaanse ondertoon ook de doordringende invloed van zijn leermeester Arnold Geulincx (1624-69). Een volledige vertaling en interpretatie van Swartenhengsts werk zal ten eerste nieuw primair bronnenmateriaal aan het licht brengen, en ten tweede biedt het een verbeterd inzicht in de geulincxiaanse filosofie en haar nawerking te Leiden. Wellicht verhelderen deze disputaties daarnaast de aanleiding van het plotselinge ontslag van Swartenhengst en zijn collega C. Bontekoe in het najaar van 1675 (Otterspeer 2002; Thijssen- Schoute 1954; Van Ruler 2003; Wiesenfeldt 2002). Doelstelling onderzoek Vorig jaar hebben wij in The National Library of Scotland (NLS) en de Universitäts- und Landesbibliothek Bonn (ULB) respectievelijk twaalf en twee voorheen onbekende disputaties op naam van Johannes Swartenhengst gevonden (Swartenhengst 1672 t/m 75). Swartenhengst schreef deze disputaties tijdens zijn jaren als lector aan de Leidse universiteit, en vanuit een cartesiaans-geulincxiaanse invalshoek bespreekt hij in deze disputaties zowel ethisch-politieke, logische, als natuurwetenschappelijke kwesties. De twaalf disputaties in de NLS vormen een onderdeel van de weinig bekende Dieterichs Collectie, die in totaal c. 33.000 Duitse en Nederlandse disputaties bevat waarvan een gedeelte uniek en ongekend is. De collectie is samengesteld door de Duitse boekenverzamelaar G.S. Dieterichs (1721-1805), en ze is na diens overlijden opgekocht door The Advocates' Library (voorloper NLS) via J.F. Gleditsch in Leipzig (Nix 2002). Het doel van het voorgestelde onderzoek is ten eerste een overzicht te vormen van deze collectie, die wij inhoudelijk en historisch zullen toelichten op een internationale conferentie te Rotterdam in maart 2007. Ten tweede zullen wij trachten een diepgaand inzicht te verkrijgen in de relatie tussen de denkbeelden van Swartenhengst en Geulincx door middel van een grondige inhoudelijke en filologische analyse van het oeuvre van beide filosofen. Onze derde doelstelling is te achterhalen welke invloed de persoon Johannes Swartenhengst - als zijnde Geulincx' erfgenaam - heeft gehad binnen de zowel op nationaal als universitair niveau woedende strijd rondom het cartesianisme. Dit nieuwe bronnenmateriaal biedt een unieke gelegenheid om de onmiddellijke voortzetting van het geulincxiaanse gedachtegoed, en de receptie van diens filosofie te Leiden, in de eerste jaren na zijn overlijden te bestuderen. Wetenschappelijk belang onderzoek Het wetenschappelijke belang van het voorgestelde onderzoek ligt ten eerste in het feit dat door middel van dit onderzoek nieuwe teksten uit de geschiedenis worden opgelicht, die een aanvulling bieden op het recente onderzoek rondom de Vroege Verlichting in de Nederlanden. Ten tweede worden door middel van dit onderzoek de schijnwerpers gericht op de in Edinburgh aanwezige Dieterichs collectie. Deze in het totaal uit c. 52.000 items bestaande collectie, bevat c. 33.000 zeventiende- en achttiende eeuwse, uit Nederland en Duitsland afkomstige disputaties, die men onvolledig heeft gecatalogiseerd in een handmatig catalogus die enkel in de NLS zelf geraadpleegd kan worden. Dit verklaart waarom verschillende zeldzame, in deze collectie aanwezige disputaties, binnen de Vlaams-Nederlandse onderzoekstraditie rondom de Vroege Verlichting over het hoofd zijn gezien. Een onderzoek naar de disputaties van zowel Swartenhengst, als aanverwante figuren binnen deze collectie, biedt ten eerste een aanvulling op het huidige onderzoek rondom de Vroege Verlichting, en kan daarnaast op lange termijn de hoop bieden op financiering voor een betere catalogisering van de collectie. Ten derde wordt door middel van dit onderzoek naar Swartenhengsts disputaties nieuwe kennis ontsloten omtrent de receptie van Geulincx' filosofie binnen het cartesiaanse landschap in Leiden. In het kader van een receptiestudie van Geulincx' gedachtegoed zullen wij naast Swartenhengsts disputaties ook teksten van zijn andere leerlingen C. Bontekoe, R. Burthogge en P. Hunyadi bestuderen. Daarnaast zullen wij Geulinx' filosofie in verband brengen met het gedachtegoed van gelijktijdige denkers (zoals J. Coccejus, T. Craanen, A. Heereboord, A. Heidanus, J. de Raei, H. Regius, B. Spinoza, G. Voetius en B. de Volder), die allen een component vormen binnen de algemene receptie van het cartesianisme in de Nederlanden. Tenslotte zullen wij ook de invloed van verschillende strekkingen (zoals het atomisme, copernicanisme, erudiet libertinisme, de neo-stoa en het pantheïsme) op het intellectuele debat in beschouwing nemen. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • ELSE WALRAVENS
Het ontsluiten van twee archiefbestanden uit het Moskou-archief aanwezig in het documentatiecentrum van het KLMMRA. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Koninklijk Museum van het Leger en van krijgsgeschiedenis' hebben voor het project ' Het ontsluiten van twee archiefbestanden uit het Moskou-archief aanwezig in het documentatiecentrum van het KLM-MRA.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • FRANCOIS SCHEELINGS
Voeding en machtsnetwerken aan het Belgische hof in de negentiende eeuw. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mijn doctoraatsonderzoek wordt gefinancierd in het kader van een GOA, getiteld 'Europese cultuur en identiteit. Convergentie en divergentie in eetgewoonten, 1800-2000'. Dit mandaat eindigt op 31 december 2009. Het is de bedoeling mijn doctoraat te verdedigen in het najaar van 2009, wat zonder meer haalbaar is. Voorliggende aanvraag betreft een postdoctoraal opvangmandaat van 1 jaar. Dit mandaat zou mij de kans bieden mijn doctoraatsonderzoek te valoriseren door middel van bijkomende wetenschappelijke publicaties (in eerste instantie een boek, maar ik wens twee publicaties aan te bieden aan internationale A1-tijdschriften: één artikel dat de nadruk legt op netwerkanalyse van de 19de eeuwse elite in Brussel, een ander artikel dat de eetcultuur aan het hof belicht). Bovendien zou het mandaat mij in de mogelijkheid brengen om aanvragen voor externe postdoctorale financiering voor te bereiden en in te dienen, zowel bij FWO als bij internationale instellingen. Verder zou dit mandaat mij in staat stellen om, in afwachting van externe postdoctorale financiering, geëngageerd te blijven in diverse wetenschappelijke activiteiten, zoals de deelname aan conferenties, het geven van lezingenn de organisatie van sessies in internationale colloquia, et cetera. Voorliggend voorstel biedt een overzicht van de output die reeds gerealiseerd werd binnen het kader van mijn doctoraatsonderzoek en van de mogelijkheden tot wetenschappelijke activiteit tijdens het opvangmandaat. Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Geschiedenis
Onderzoekers: • PETER SCHOLLIERS • Danielle DE VOOGHT
Human rights and international legal discourse. 2010: Uitgave tijdschrift.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt de publicatie van een internationaal juridisch tijdschrift. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
Colloquium (contactformum) "natie en democratie" (8-9 juni 2006) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het colloquium richt de focus op de interactie tussen het sociaal-politieke democratiserings-en integratieproces en de Belgische natiestaat in de periode l890-1921. In welke mate werken democratisering en nationalisme op elkaar in? Slagen de leidinggevende kringen er al dan niet in de integratie in het kader van de natiestaat te laten gebeuren? In welke mate versterken beide tendensen elkaar? Welke conflicten ontstaan er met de regionalistische en internationale stromingen? Door ook de oorlogsperiode en de totstandkoming van de massademocratie te incorporeren kan het proces scherp getraceerd worden. Vooral tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt immers meer dan ooit een beroep gedaan op nationalisme. Organisaties: • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • ELS WITTE
Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap (WOG) : Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500- 2000 (=VERLENGING van FWOWO10) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1500-2000' van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen(FWO)is een Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap (WOG), waar PIPA de kerngroep van vormt. Dit onderzoeksnetwerk verenigt onderzoekseenheden uit 17 verschillende wetenschappelijke instellingen. Naast andere onderzoekseenheden uit de VUB en andere Vlaamse (UG, KUL, UFSIA) en Franstalige (ULB) universiteiten, nemen ook onder meer onderzoeksgroepen uit Nederland (IISG, KU Nijmegen, RU Utrecht), Groot-Brittannië (U Cambridge, London School of Economics and Political Science), Frankrijk (Lille III), Italië (UdS Bologna) en de Verenigde Staten (Cornell) deel. Het doel van dit internationale netwerk is een nieuw licht te werpen op de veranderingen die sedert de 16de eeuw hebben plaats gevonden in arbeidsverhoudingen, arbeidsprocessen en arbeidsmarkten, met bijzondere aandacht voor perioden van globale maatschappelijke transformatie, en voor stedelijke vormen van loonarbeid en zelfstandige arbeid. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • CATHARINA LIS • HUGO SOLY
De bevoogding voorbij? Het spanningsveld tussen pedagogisering en commercialisering in de leefwereld van kinderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De algemene doelstelling van dit onderzoeksproject zijn: nieuwe kennis ontwikkelen over het veranderend kindzijn vanuit interdisciplinair onderzoek, nieuwe methodologische kennis ontwikkelen m.b.t. het onderzoek naar kinderen, alsook een bijdrage te leveren aan het maatschappelijk debat omtrent kindzijn. In dit onderzoeksvoorstel staan de constructie, beleving en invulling van het kindzijn centraal. Wij vatten deze op als een dynamisch proces waarin zowel volwassenen als kinderen een actieve rol vervullen. Vandaag spelen deze processen zich af in het spanningsveld tussen pedagogisering en commercialisering. Dit spanningsveld leidt in de leefwereld van kinderen en in de omgang en relatie tussen kinderen en volwassenen tot wijzigende hiërarchische verhoudingen (cf. Lee, 2001). Deze probleemstelling vertaalt zich naar de volgende twee concrete onderzoeksdoelen en daaruit voortvloeiende onderzoeksvragen: I. Het identificeren en inzicht verwerven in de wijze waarop eigentijdse klassieke en nieuwe pedagogische instanties vorm geven aan het kindzijn met bijzondere aandacht voor de verschillen en overeenkomsten in dit constructieproces. -> Welk kindzijn construeren de klassieke pedagogische instanties (ouders, leerkrachten en klassieke cultuurinstellingen zoals musea) en de nieuwe, meer informele leerplatforms (media, populaire cultuur)? Van welk kindbeeld gaan deze pedagogische instanties uit? Hoe geven deze instellingen het kindzijn vorm? Hoe spreken zij het kind aan, hoe appeleren zij aan het kind? II. Inzicht verwerven in de constructie van het kindzijn zoals dit door (Vlaamse) kinderen in wisselwerking met het aangereikte en beschikbare symbolische materiaal gebeurt. -> Hoe vullen kinderen zelf hun kindzijn in aan de hand van het hen aangereikte symbolische materiaal? Welke narratieven, verhalen, voorbeelden, rolmodellen die de klassieke pedagogische instanties en nieuwe, informele leerplatforms aanreiken, gebruiken zij om hun kindzijn vorm te geven? Hoe voelen zij zich aangesproken? Hoe beleven zij en gaan zij om met de pedagogisering en/of commercialisering van hun leef- en belevingswereld? Dit onderzoeksvoorstel vindt aansluiting bij een internationale onderzoeksagende die zich in verschillende disciplines die zich met kinderen, media en cultuur bezighouden (pedagogiek, communicatiewetenschap en sociologie) het afgelopen decennium almaar nadrukkelijker heeft geprofileerd. - Ten eerste beschouwt men vandaag kinderen als volwaardige sociale actoren die niet alleen door hun sociale omgeving worden bepaald meer er zelf ook vorm aan geven (cf. Prout, 2002). - Ten tweede heeft het zogenaamde deficitmodel over het bedreigde kind plaats gemaakt voor een meer constructief paradigma dat ernaar streeft de veranderingen in de leefwereld van kinderen, te analyseren, te begrijpen en te verklaren vanuit het perspectief van het kind zelf. Dit sluit niet uit dat kwalijke situaties of evoluties worden gesignaleerd en geïdentificeerd, maar ze vormen niet (langer) het uitgangspunt van onderzoek naar kinderen, media en cultuur (cf. Buckingham, 2000; Marsh et al., 2005). Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KATIA SEGERS • Jo Renate BAUWENS
De vrijmetselarij en de constructie van nationale identiteiten in België (19e eeuw / vroege 20ste eeuw). Vrije Universiteit Brussel Abstract: De historische relatie tussen vrijmetselarij en de constructie van nationale identiteiten staat volop in de belangstelling. Recent werd een project dat deze problematiek op Europees niveau wil bevragen door de ESF gehonoreerd. Steunend op de jongste theoretische (constructivistische en etno-symbolistische) bevindingen rondom natievorming, wensen de promotoren bij deze werkzaamheden aan te sluiten en de specifieke bijdrage van de Belgische vrijmetselarij tot het construeren van Belgische identiteiten en subidentiteiten te onderzoeken. Daarbij wordt vertrokken van de essentiële spanning tussen het kosmopolitische doel van de organisatie en de reële band met nationalisme. In dat licht wordt de vrijmetselarij, enerzijds, extern beschouwd als afspiegeling van bredere maatschappelijke verschijnselen maar, anderzijds, ook intern als producent van culturele artefacten met expliciet nationaal of nationalistisch karakter. Deze elementen worden onderzocht op diverse niveaus. Vooreerst wordt
de graad van "geconstrueerdheid" van nationale identiteiten bevraagd. Vervolgens wordt de relevantie van de lokale, regionale, nationale en koloniale dimensies bekeken. Het recent uit de ex-USSR gerestitueerde archiefmateriaal zal hiervoor ten volle worden benut. Organisaties: • Interdisciplinaire Onderzoeksgroep Vrijmetselarij • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anais MAES • JEFFREY TYSSENS
Internationaal congres: The Contribution of Non-Western Legal Systems to international Human Rights Law. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De conferentie analyseert hoe niet-westerse juridische systemen bijdragen tot het universeel mensenrechtensysteem Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
1)Taal en identiteitsvorming in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. 2)Relatie tussen taal en identiteit. De plaats van Nederlands en Vlaams als element in de identiteitsvorming van de Brusselaar. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoek wordt nagegaan in hoeverre de deelname van personen met een verschillende taalachtergrond aan de structuren van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel bijdraagt tot de identificatie met deze gemeenschap. Organisaties: • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • MACHTELD DE METSENAERE
Loonsystemen en loonvormen op en naast de werkvloer: een sociaal-culturele geschiedenis van het loon in België, 1846 1910. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek naar vormen van loonsystemen in de Belgische industrie rond 1900. Centrale vraag is de wijze waarop het loon van arbeiders en bedienden werd berekend, rekening houdend met de gigantische veranderingen op het vlak van de technologie, de arbeidsverhoudingen en de inbreng van de overheid. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Widukind DE RIDDER • PETER SCHOLLIERS
Een verfijning van de Limited-Processing-Capacity theorie in tweede- en vreemdetaalverwerving: (h)erkenning van variabelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Taalstudie Organisaties: • Centrum voor Linguistiek • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Aline GODFROID • Alexis HOUSEN
Een historische veldanalyse van de Vlaamse derde wereldbeweging, 1995-2000. De methodologische kloof overbrugd. Vrije Universiteit Brussel Abstract: "Onbekend is onbemind" is een adagium dat in grote mate geldt voor het onderzoek naar de nieuwe sociale bewegingen (nsb), een containerbegrip waarmee we de nieuwsoortige organisaties bedoelen die uit de contestatiegolf aan het einde van de jaren 1960 zijn ontstaan. Sociale wetenschappers - sociologen en politicologen - geraken zelden verder dan "intuïtief commentaar" dat los gebaseerd is op enquêtes, interviews en intelligent guesses. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Jan VAN DE POEL • GUY VANTHEMSCHE
De ontwikkeling van een methodologisch model voor het onderzoek van de evolutie van mens en maatschappij binnen paleo-omgevingen: "naar een geoarcheologische duurzame ontwikkeling". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoewel in de laatste drie decennia archeologen en geologen regelmatig deelgenoten zijn in dezelfde projecten, blijkt toch dat ze vaak naast i.p.v. met elkaar opereren. In het beste geval bemonsteren geologen (en bij uitbreiding andere natuurwetenschappers) tijdens een archeologische campagne zelf de omgeving en de materiële cultuur van de site; al te vaak echter krijgen ze stalen ter analyse toegestuurd zonder zelf enig beeld van de onderzoekssituatie te hebben gevormd. Vervolgens, in de publicatiefase, worden de resultaten van de natuurwetenschappelijke analyses meestal als een afzonderlijk hoofdstuk (vaak een appendix) aan het rapport van het archeologisch onderzoek toegevoegd zonder dat er een gezamenlijke kritische reflectie is geweest tussen archeologen en geologen. Het onderzoekspotentieel wordt met zulke werkwijze dus niet ten volle benut. Ook in natuurwetenschappelijke studies met een sterk archeologisch/historische dimensie (bv. herkomstonderzoek van grondstoffen) blijkt nog al te vaak dat er onvoldoende of niet werd gereflecteerd met archeologen/historici over de resultaten, wat foutieve socio-economische en/of culturele interpretaties tot gevolg kan hebben (e.g., Bryan et al. 1997, Herscher 1998). Het archeologisch en geologisch onderzoek wordt bijgevolg zelden in dialoog uitgevoerd. Vanuit hun opleiding binnen respectievelijk de humane en de exacte wetenschappen zijn archeologen en geologen getraind in een verschillende 'onderzoekstaal'. Met het voorgestelde HOA-project willen we een paradigma verandering teweegbrengen: door onderzoekers op te leiden die beide 'onderzoekstalen' beheersen en die dus als Leonardo da Vinci's zowel vanuit de invalshoek van de humane wetenschappen als die van de exacte wetenschappen kunnen opereren, moet er een
onderzoeksmeerwaarde tot stand komen in beide onderzoeksdisciplines. In het 'gezamenlijk' onderzoek van archeologen en geologen, zoals bijvoorbeeld de studie van sedimenten in door de mens gebruikte grotten (e.g., Laville et al. 1980) of het bepalen van oude kustlijnen (e.g., Van Andel 1989), zijn de onderzoeksvragen steeds gericht op vraagstukken uit het verleden, meer bepaald geplaatst in een stratigrafische en evolutieve context. Dit is een problematiek waar de 21ste eeuwse mens zich maar matig bij betrokken voelt, wat hem/haar ertoe neigt om deze studies als 'luxeonderzoek' te bestempelen, aangezien de maatschappelijke relevantie ogenschijnlijk niet verder lijkt te reiken dan de eventuele creatie van toeristische trekpleisters. Het voorgestelde HOA-project wil aantonen dat door middel van de inschakeling van de studie van paleo-omgevingen in het onderzoek naar duurzame ontwikkeling, de studie van het verleden wel degelijk maatschappelijk relevant kan zijn voor de mens van de 21ste eeuw. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie • Geologie
Onderzoekers: • VIRGINIE RENSON • Jan COENAERTS • Philippe CLAEYS • KARIN NYS
Uitwijzing of subsidiëring? Lokaal beleid ten aanzien van nieuwkomers in de Zuidelijke Nederlanden, ca. 1700-1900. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt een comparatieve analyse van de motivaties, belangen, en impact van de lokale politiek die in de Zuidelijke Nederlanden ten aanzien van nieuwkomers in de loop van de achttiende en negentiende eeuw werd gevoerd. De processen van proletarisering enerzijds en economische integratie anderzijds die deze periode kenmerkten zorgden voor een groeiende arbeidsmobiliteit, die aanleiding gaf tot velerlei economische, sociale, politieke en cultureel-ideologische spanningen. Het onthaal van nieuwkomers werd hierbij een bijzonder conflictgeladen materie waarmee verschillende - dikwijls tegenstrijdige - belangen gemoeid waren, en die vele variaties vertoonde doorheen tijd en ruimte. Dit project wil de oorzaken en consequenties van deze variaties onderzoeken aan de hand van een comparatieve benadering die verschillende niveaus van ruimtelijke en diachronische analyse integreert. Als zodanig betracht het onderzoeksopzet zowel een historisch perspectief te bieden bij actuele debatten over de posities van nieuwkomers in de hedendaagse samenleving, als aansluiting te vinden bij brede discussies over de rol van arbeidsmobiliteit in de transitie van preïndustriële naar industriële samenleving. Invalshoek Een van de belangrijkste vraagstukken waarrond belangentegenstellingen en -conflicten in relatie tot het onthaal van nieuwkomers zich in de achttiende en negentiende eeuw kristalliseerden, was dat van sociaal beleid in het algemeen en armenzorg in het bijzonder. Naarmate steeds meer mensen geheel of gedeeltelijk afhankelijk werden van loonarbeid om in hun levensonderhoud te voorzien, werden sociale voorzieningen alsmaar belangrijker als aanvulling op deze onregelmatige en kwetsbare bron van inkomsten. Aangezien sociale voorzieningen doorheen deze periode voornamelijk lokaal georganiseerd bleven, betekenden nieuwkomers een extra belasting voor de lokale middelen. Tegelijk waren werkgevers gebaat bij een ruim en adequaat arbeidsaanbod, waarin onder meer door middel van inwijking werd voorzien. De door de stijgende arbeidsmobiliteit groeiende spanningen in dit domein gaven aanleiding tot een toenemende regelgeving omtrent wie wel en niet in aanmerking kwam voor armenzorg op een bepaalde plaats: de zogenoemde onderstandswoonstwetgeving, die tijdens de achttiende en negentiende eeuw in verschillende Europese gebieden sterk werd uitgebouwd (Settlement Laws in Engeland en Wales, domicile de secours in Frankrijk, Heimatrecht in de Duitse gebieden, onderstandswoonst in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden). In de breedst mogelijke zin bepaalde de onderstandswoonstwetgeving welke lokale overheid verantwoordelijk was voor de kosten van de steunverlening aan een bepaald persoon - met geboorteplaats en/of verblijfsduur als meest gangbare criteria. Aangezien de residentiële criteria om een nieuwe onderstandswoonst te verwerven doorgaans relatief streng waren, werd de wetgeving ter zake lange tijd als een rem op arbeidsmobiliteit beschouwd. De grote variaties in het eigenlijke lokaal beleid die de laatste jaren voornamelijk voor Engeland zijn blootgelegd (Wells, Snell), hebben evenwel aangetoond dat allerlei informele regelingen tussen lokale overheden onderling een meer doorslaggevende rol speelden in het aanmoedigen of ontmoedigen van migratie dan de formele criteria om een nieuwe onderstandswoonst te verwerven. Hoewel het algemene kader van de onderstandswoonstwetgeving op centraal niveau aangegeven werd, bestond er dus heel wat ruimte voor lokale variaties. De manoeuvreerruimte betrof zowel het bepalen van de precieze criteria via welke een onderstandswoonst kon verworven worden, als het voorzien van tussenoplossingen, waarbij de zorgkosten van een nieuwkomer konden vergoed worden door diens gemeente van herkomst, of door bij aankomst een borgsom te eisen. Naargelang de omstandigheden konden lokale overheden ervoor opteren om zelf in de opvang van nieuwkomers te voorzien (subsidiëring), de steunverlening terug te vorderen (laten subsidiëren), of hen terug te sturen naar hun gemeente of parochie van onderstand (uitwijzing). In de praktijk reikte de onderstandswoonstwetgeving lokale besturen dus verschillende instrumenten aan die hen in staat konden stellen om een selectief migratiebeleid te voeren. In welke mate, waarom en hoe dit het geval was, zijn vragen die totnogtoe vrijwel niet in het Belgische historische onderzoek aan bod gekomen zijn, en ze vormen een thematiek die ook voor andere landen zelden het lokale of in het beste geval nationale kader overstegen heeft. Relevantie en historiografisch kader Het belang van onderstandswoonstwetgeving en aanverwante thematiek in de sociale en economische geschiedenis van vroegmodern en negentiende-eeuws Europa in het algemeen en de Zuidelijke Nederlanden in het bijzonder kan moeilijk overschat worden. De oorzaken en gevolgen van het beleid dat ten aanzien van nieuwkomers gevoerd werd, heeft directe raakvlakken met verschillende belangrijke debatten in de recente historiografie: 1. Sociale politiek: de ruimtelijke afbakening van zorgaanspraken was zowat het hete hangijzer van vrijwel alle domeinen van sociaal beleid doorheen deze periode. Een analyse van de in- en uitsluiting van nieuwkomers ten aanzien van sociale voorzieningen, sluit dan ook meteen aan bij het bredere probleemveld van motivaties, belangen en effecten van het sociaal beleid in vroegmodern en vroegindustrieel Europa, en de mate waarin deze interventies de spanningsvelden die door de toename van loonarbeid in de hand werden gewerkt verminderden dan wel versterkten (Lis & Soly). 2. Allocatie van arbeid: het gevoerde migratiebeleid had een directe invloed op migratiebeslissingen, en bij uitbreiding op de allocatie van arbeid. Het verstrekken van armenzorg aan nieuwkomers kon een belangrijk instrument vormen om een voldoende arbeidsaanbod te verzekeren (Boyer). Omgekeerd hadden lokale overheden in achtergestelde gebieden er in principe belang bij om hun uitwijkelingen in geval van tijdelijke werkloosheid eerder van op afstand te ondersteunen, dan hen te laten terugsturen. Enkel weinig productieve immigranten, zoals bejaarden en alleenstaande moeders, bevolkten doorgaans de Engelse uitwijzingslijsten (Taylor, Wells). Eerder dan een eenduidige rem op arbeidsmobiliteit, wordt er in recente visies dan ook vooropgesteld dat juist de mogelijkheid tot zorgtransfers de bereidheid van 'productieve' migranten om te migreren zou gestimuleerd hebben, en dat de Engelse Settlement Laws op die manier bijdroegen tot een productieve allocatie van arbeid, die het specifieke Engelse pad van vroegindustriële ontwikkeling mee heeft vormgegeven (Taylor, Solar). 3. Subsidiëring van arbeid: niet alleen werd de migratie van 'productieve' migranten in hogervermelde situaties gestimuleerd, zij werd ook dikwijls gesubsidieerd: doordat hun zorgkosten terugbetaald werden door hun gemeente van herkomst, was de reële kostprijs van de arbeid van sojourners (inwoners wier onderstandswoonst zich elders bevond) laag. In sterk expanderende centra konden deze gesubsidieerde migranten zelfs de meerderheid van het lokale arbeidsaanbod uitmaken (Taylor, Hahn). In de mate dat de bereidheid van lokale overheden om uitwijkelingen te subsidiëren afhing van lokale werkgelegenheid, kwamen deze praktijken uiteindelijk neer op een subsidiëring van arbeid door achtergestelde rurale gebieden ten voordele van economische groeipolen (Van Damme). Hoewel hij de rol van zorgtransfers niet expliciet behandelt, vormden verschillende vormen van subsidiëring van arbeid door achtergestelde preïndustriële structuren ten voordele van commerciële en industriële centra volgens van Zanden een sleutelelement in de ontwikkeling van het kapitalisme. De mate waarin migratiebeleid een invloed had op de allocatie en subsidiëring van arbeid, sluit met andere woorden direct aan bij bredere debatten omtrent vroegmoderne en vroegindustriële economische ontwikkeling. 4. Integratie van nieuwkomers: aangezien het sociaal beleid ten aanzien van nieuwkomers ook een directe invloed had op hun kansen om zich in de nieuwe omgeving te vestigen en te integreren, biedt de thematiek van de onderstandswoonst een indirecte insteek in debatten omtrent het onthaal en de integratie van nieuwkomers in vroegmoderne en vroegindustriële steden, zoals die totnogtoe voornamelijk in de Franse (Menjot, Milliot, Pinol, Roche), Engelse (Clark, Souden), Nederlandse (Kooij, Lesger, Lucassen) en Duits-Oostenrijkse historiografie (Ehmer, Hahn, Steidl) zijn gevoerd. Belangrijke vaststellingen in deze debatten zijn vooral de grote variaties die er bestonden in de houdingen ten aanzien van nieuwkomers, naargelang van de
achtergrond van de migrantengroepen in kwestie, de economische, politieke en cultureel-ideologische context, en de onderlinge belangenverhoudingen op beleidsniveau. 5. Politieke centralisatie: tot slot biedt de thematiek van de onderstandswoonst een nieuw perspectief op het debat over het spanningsveld tussen tendensen tot politieke centralisatie enerzijds en lokale autonomie anderzijds (Van Damme). De mate waarin centrale en nationale overheden erin slaagden om wetgeving en praktijk te uniformeren en lokale particularismen in dit domein te overstijgen, biedt een maat voor de invloed van staatsvormingsprocessen op het lokaal sociaal beleid. Tegelijk stelt dit ook de vraag voorop welke manoeuvreerruimte er bestond voor bepaalde belangengroepen om in de wisselwerking tussen het centrale en lokale bestuursniveau het migratiebeleid mee vorm te geven, en op welke manieren deze manoeuvreerruimte beïnvloed werd door verschuivingen in het niveau van beleidsvoering. Voor de Zuidelijke Nederlanden is er buiten het pionierswerk van Paul Bonenfant voor het ancien régime en een verkennend onderzoek van Dirk Van Damme voor het negentiende-eeuwse Gent, geen historisch-wetenschappelijke literatuur voorhanden die de verschillende vraagstukken in verband met de onderstandswoonstwetgeving diepgravend behandelt. Deze afwezigheid staat niet alleen in schril contrast tot een bloeiende historische belangstelling voor deze thema's in andere landen, maar ook tot het grote belang van de onderstandswoonst in de achttiendeen negentiende-eeuwse lokale politiek en armenzorg, en de overvloed van contemporaine geschriften en archiefdocumenten die uit deze complexe regelgeving zijn voortgekomen. Waar de ordonnanties van 1617/18 richtinggevend bleven voor de hele vroegmoderne periode, zou de onderstandswoonst pas met de wet van 1891 op de hervorming van de bijstand haar belang verliezen in de administratie van openbare zorgvoorzieningen. Een inhaalbeweging wat betreft onderzoek naar onderstandswoonst in de Zuidelijke Nederlanden is niet alleen waardevol in relatie tot de sociale en economische geschiedenis van onze gewesten, maar kan door een bewust comparatief en lange-termijn perspectief ook een inhoudelijke meerwaarde geven aan de bestaande debatten omtrent onderstandswoonst die tot nu toe sterk binnen de marges van de lokale en nationale geschiedschrijving gesitueerd zijn gebleven. Zo stelt veel Engels onderzoek impliciet of expliciet de 'uniciteit' van de Engelse onderstandswoonstpraktijken voorop, wat dan weer gerelateerd wordt aan het 'specifieke' Engelse pad van industriële ontwikkeling (Solar). De Zuidelijke Nederlanden vormen een uiterst relevante casus om de verschillende vraagstukken, hypothesen en stellingen ter zake aan empirische toetsing te onderwerpen, en de 'specificiteit' van 'nationale' onderstandswoonstpraktijken nader te onderzoeken, omwille van de rijke verscheidenheid in economische, politieke, en sociale contexten op lokaal en regionaal niveau, de vroege industrialisering van bepaalde gebieden, de talrijke variaties in de onderstandswoonstbepalingen, en de rijke continuïteit in bronnenmateriaal over een zeer lange periode. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Content in a digital environment. An interdisciplinary research programme on E-publishing "FLEET". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Interdisciplinair onderzoek naar 'electronic publishing' in Vlaanderen Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Economisch Recht • Communicatiewetenschappen • Economisch, Monetair en Financieel Beleid • Metajuridica
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • KRISTEL VANDENBRANDE • FABIENNE BRISON • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT • LEO VAN HOVE • Sari DEPREEUW
Systemic change of the identification of citizens by government. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksproject over de ontwikkeling en verspreiding van de Belgische elektronische identiteitskaart van 1999 tot en met 2009. Dit project maakt deel uit van een Europees samenwerkingsverband tussen de Universiteit van Bremen, waarbij gelijkaardige projecten werden uitgevoerd in Spanje, Oostenrijk en Duitsland. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Ilse MARIEN • Leo VAN AUDENHOVE
De 'Kloosterkwestie". Religieuze instituten en hun patrimonium in België, 1773-1921. Ontwikkelng, beheer en maatschappelijk debat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject zal de financieel-maatschappelijke impact duiden en evalueren van de religieuze instituten (orden/congregaties) in de Zuidelijke Nederlanden/België tijdens de periode 1773 tot 1921. Door cruciale patronen en evoluties te identificeren, zal het belangrijke inzichten aandragen aangaande het reveil en de organisatie van het religieus leven in de negentiende-eeuwse samenleving en de wijze waarop het burgerlijk en politiek werd gecontesteerd. Het omvat twee complementaire invalshoeken. 1) de reconstructie van en de identificatie van patronen inzake de herkomst en het beheer van het roerend en onroerend patrimonium van de religieuze instituten. 2) Het bepalen van de karakteristieken en determinanten van het debat en de socio-politieke vertogen aangaande de organisatie van de religieuze instituten en hun financieel-maatschappelijke impact. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • ROEL DE GROOF • JEFFREY TYSSENS • ELS WITTE
Een filosofisch-analytisch onderzoek naar de inbreng en het belang van wiskunde, semiotiek en complexiteitstheorieën voor het formuleren van een eindig mensbeeld. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project bestudeert de menselijke eindigheid en de implicaties hiervan.
Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
De relevantie van formalisering en nood aan alternatieve logica's vr/d studie van filosofische problemen die voortvloeien uit recente ontwikkelingen in taalfilosofie, filosofie v/d wiskunde,wetenschapsfilosofie en cognitieve wetenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De relevantie van formalisering en nood aan alternatieve logica's vr/d studie van filosofische problemen die voortvloeien uit recente ontwikkelingen in taalfilosofie, filosofie v/d wiskunde,wetenschapsfilosofie en cognitieve wetenschappen. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Het beleid ten aanzien van nieuwkomers in Antwerpen, Gent en Charleroi, 1700-1900. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project betreft een deelonderzoek in het verlengde van het door het FWO gefinancierde postdoc project "Uitwijzing subsidiëring? Lokaal beleid ten aanzien van nieuwkomers in de Zuidelijke Nederlanden, ca. 1700-1900" (01/10/2007-31/09/2010 op naam van Anne Winter), dat een comparatieve analyse beoogt van de motivaties, belangen, en impact van de lokale politiek die in de Zuidelijke Nederlanden ten aanzien van nieuwkomers in de loop van de achttiende en negentiende eeuw werd gevoerd. De processen van proletarisering enerzijds en economische lntegratie anderzijds die deze periode kenmerkten, zorgden voor een groeiende arbeidsmobiliteit, die aanleiding gaf tot velerlei economische, sociale, politieke en cultureelideologische spanningen. Het onthaal van nieuwkomers werd hierbij een bijzonder conflictgeladen materie waarmee verschillende - dikwijls tegenstrijdige - belangen gemoeid waren, en die vele variaties vertoonde doorheen tijd en ruimte. Het postdoc project wil de oorzaken en consequenties van deze variaties onderzoeken aan de hand van een comparatieve benadering die verschillende niveaus van ruimtelijke en diachronische analyse integreert. Het specifieke deelonderzoek waarvoor in deze aanvraag ondersteunende financiering wordt gevraagd, betreft het in kaart brengen van het migratiebeleid ten uitvoer gebracht door de stedelijke administraties van Gent, Antwerpen en Charleroi in de achttiende en negentiende eeuw. De grote verschillen in migratiepatronen en arbeidsmarktstructuur die deze drie steden kenmerkten tijdens de betreffende periode, maken een dergelijk comparatief perspectief ten zeerste geschikt om te evalueren in welke mate (veranderingen in) migratievelden en de lokale opportuniteitsstructuur het gevoerde migratiebeleid beïnvloedden. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Een digitale toekomst voor de Europese culturele contentindustrieën? Een historische analyse en prospectieve evaluatie van het Europese beleid omtrent de creatie van een competitieve contentsector in een digitaal tijdperk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderwerp van het doctoraat is het EU-beleid ten aanzien van de "content"-industrieën, meer bepaald de audiovisuele sectoren (televisie en film). In het bijzonder rijst de vraag hoe de Europese instellingen door middel van dit beleid vorm geven aan de inhoud van deze audiovisuele contentindustrieën en wat de resultaten ervan zijn op het vlak van culturele diversiteit en economische duurzaamheid, dit alles met inachtname van de huidige digitaliseringscontext. Concreet is de doelstelling van het doctoraat drieledig: ten eerste, het EU-beleid aangaande (digitale) audiovisuele content in kaart brengen, met aandacht voor de historische wortels ervan en de politiekeconomische context, alsook met bijzondere interesse voor de digitale evoluties; ten tweede, de knelpunten en kenmerken ervan in kaart brengen met bijzondere aandacht voor de output ervan in termen van enerzijds economische leefbaarheid, anderzijds culturele diversiteit en pluralisme (empirisch-descriptief); ten derde, het beleid evalueren, met het oog op eventuele beleidssuggesties naar de toekomst toe (normatief). Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • Sophie DE VINCK
Strategieën van de roes. Nietzsches visie op Socrates, de kritische filosofie en retorische taal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de eerste fase van mijn doctoraatsonderzoek heb ik bestudeerd hoe de antagonistische relatie tussen (zelf)kritisch filosoferen en motivatie of daadkracht in de geschiedenis van de filosofie aan het licht komt. Een eerste tak van mijn onderzoek is een historisch-analytische studie van het vroegmiddeleeuwse begrip acedia, het verlies aan motivatie dat bij ascetische monniken optrad door een te reflexieve levenswijze. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Robrecht VANDEMEULEBROECKE • Marc VAN DEN BOSSCHE
Verschriftelijking, geletterdheid en stedelijke transformatieprocessen tussen Seine en Rijn (1100-1300). Een interdisciplinair en comparatief onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Huidig project beoogt, binnen een geografisch kader dat zich situeert in de regio tussen Seine en Rijn, de relatie en interactie tussen de specifieke (sociaal-culturele-politieke) ontwikkelingen inherent aan het 'verschriftelijkingsproces' enerzijds en de typisch stedelijke transformaties die zich in deze regio manifesteerden anderzijds op comparatief-inhoudelijke wijze te analyseren, en dit voor de periode van 1100 tot rond 1300. Het wenst hierbij recente vragen, zoals deze worden gegenereerd in het onderzoek dat zich respectievelijk richt op de contemporaine stedelijke transformatieprocessen en op de ontwikkeling van een 'geletterde mentaliteit', te combineren en toe te passen op de afgebakende ruimte, en dit vanuit een brongebonden analyse maar met oog voor het breder West-Europees kader. 2. Het zogenaamde fenomeen van de 'verschriftelijking' dat tijdens de volle en late Middeleeuwen plaatsvond en dat inhoudt dat binnen de middeleeuwse samenleving steeds meer individuen met schriftgebruik werden geconfronteerd en/of het zich toeëigenden, kan als een belangrijk en in essentie cultureel verschijnsel worden beschouwd
(met implicaties op politiek, sociaal, economisch en cultureel vlak) waaraan de laatste drie decennia bijzonder veel historisch onderzoek werd gewijd. Algemeen wordt aanvaard dat vanaf de zogenaamde 'lange 13de eeuw' in grote regio's van de westerse samenleving een kwantitatieve en kwalitatieve toename van het (al dan niet 'praktisch' of 'pragmatisch') schriftgebruik, of van de omgang met het 'geschreven woord', kan worden vastgesteld, wat de ontwikkeling van een (westerse) 'geletterde mentaliteit' en een 'rationeel bewustzijn' tot gevolg zou hebben gehad [Th. Behrmann, 1995]. Deze evolutie, die zou hebben geleid tot een gewijzigd mentaal klimaat waarin de 'uitvinding' van de boekdrukkunst niet zozeer als een revolutionair gebeuren maar wel als een logisch gevolg of resultaat van een langdurig proces moet worden beschouwd, wordt door de meeste mediëvisten rechtstreeks gekoppeld aan de verstedelijking die zich vanaf de 11de eeuw manifesteerde. Inherent aan dit verstedelijkingsproces was er een groei van handel en nijverheid (met acceleratieverschijnselen vanaf de 12de eeuw en een hoogtepunt in de 13de eeuw in onderscheiden regio's), en reeds vanaf de 19de eeuw werd gesuggereerd dat deze in essentie economische urbane ontplooiing rechtstreekse invloed had op het schriftgebruik, aangezien de nieuwe sociaal-economische handels- en nijverheidsstructuren, alsook de zich ontwikkelende stedelijke instellingen, een verhoogde kennis van het schrift en van de geschreven comptabiliteit vereisten [synthese van dit onderzoek in F. Rörig, 1953]. In het onderzoek uit de tachtiger en negentiger jaren, dat zich richtte op de precieze ontwikkelingen in de 'lange 13de eeuw', met aandacht voor de functie en evolutie van het praktisch schriftgebruik in de stad, op het platteland en in curiale milieus, werd de relatie tussen verstedelijking en verschriftelijking bevestigd. De veranderingen op economisch vlak enerzijds en op het niveau van de politiekadministratief-juridische stedelijke structuren - los van mogelijke commerciële of industriële groei - anderzijds, werden hierbij als belangrijke stimulerende actoren onderlijnd [overzichten in M. Mostert, 1995, 2002 en 2005, in M. Clanchy, 1992; cf. ook de reeks Gesellschaft, Kultur und Schrift. Mediävistische Beiträge onder directie van H. Keller]. 3. Bovenvermeld onderzoek heeft geleid tot nieuwe vragen met betrekking tot het 'verschriftelijkingsproces' of tot de ontwikkeling van een 'geletterde mentaliteit' [synthese in A. Adamska en M. Mostert, 2004]. Naast de meer methodologische probleempunten die betrekking hebben op de definiëring en onderzoeksmethodologie van specifieke concepten ('geletterdheid', 'mentaliteit', 'stedelijkheid', en hoe dergelijke fenomenen te onderzoeken), betreffen deze eveneens de precieze relatie tussen geletterdheid en verschriftelijking enerzijds, en verstedelijking anderzijds. De vraag wordt ondermeer gesteld naar de precieze chronologie van het verschriftelijkingsproces in de verschillende Europese regio's; naar de manier waarop concepten zoals 'identiteit', 'ceremonie' of 'publieke sfeer' in het onderzoek moeten worden betrokken; naar de differentiëring in schriftgebruik wat de verschillende sociale groepen en instellingen betreft; naar de precieze plaats van een toenemende geletterdheid in de algemene verintellectualisering binnen de Europese samenleving; naar de interne stedelijke verschillen en causale factoren wat de verschillende urbane regio's betreft; en naar de manier waarop de verschriftelijking eventueel zou hebben geleid tot een typisch 'stedelijke' cultuur met eigen registers, conventies en normen, te onderscheiden van andere culturele identiteiten [een aantal van deze vragen vormen het onderwerp van een reeks initiërende sessies op het International Medieval Congress in Leeds, 2007, georganiseerd door M. Mostert, cf. infra]. Voor elk van deze vragen dient nog diepgaand onderzoek voor de afzonderlijke Europese regio's te worden verricht. 4. Onderhavig project heeft als doel een antwoord te formuleren op een aantal van deze problemen, vanuit een comparatieve en inhoudelijke invalshoek, en dit voor de regio tussen Seine en Rijn en toegespitst op de periode van 1100 tot omstreeks 1300, met bijzondere aandacht voor de periode vóór 1250 (cf. infra voor een verantwoording betreffende deze chronologische en geografische afbakening). Het doel bestaat erin (1) een precies beeld te bieden van de evolutie in de manier waarop individuen en groepen met het schrift en met schriftgebruik (met als onderscheiden processen: 'lezen' en 'schrijven') werden geconfronteerd en omgingen, (2) een antwoord te formuleren op de vraag welke aspecten determinerend of stimulerend werkten wat betreft de toename in schriftgebruik, (3) bij dit alles oog te hebben voor de onderlinge verschillen tussen de steden in deze regio alsook voor de mogelijk ruimere geografische verschillen (of parallen) in vergelijking met andere regio's, en (4) genuanceerde hypotheses te formuleren met betrekking tot de vraag wat stedelijke 'geletterdheid' of een 'geletterde mentaliteit' inhouden en hoe deze evolueerden. Vanuit een dergelijke vraagstelling is het noodzakelijk de blik ruimer te richten dan enkel op de chronologie van de productie en bewaring van geschreven bronnen door stedelijke instellingen. Aanwijzigingen dienen te worden gezocht voor de manier (en het moment) waarop de bevolkingsgroep die traditioneel als 'ongeletterd' wordt beschouwd, met name de leken [met oog voor de gedifferentieerde betekenis die aan de term 'ongeletterd' dient te worden gegeven, cf. bijvoorbeeld reeds J.W. Thompson, 1960, en P. Riché, 1962], zich de omgang met het schrift toeëigende, en welke de precieze betekenis en implicaties hiervan waren. Dit houdt bijvoorbeeld in dat sterke aandacht gaat naar indicaties voor vroege vormen van scholing en de manier waarop deze werden georganiseerd en naar de mogelijke conflicten waartoe dit kon leiden [voor Vlaanderen, cf. bijv. H. Pirenne, 1929, M.H. Voordeckers-Declercq, 1963; meer algemeen E. Ennen, 1957; voor Parijs S.C. Ferruolo 1985]. Het impliceert eveneens dat de invloed van clericale instellingen binnen een stedelijke omgeving dient te worden geanalyseerd: als scholen/universiteit die geletterden afleverden die binnen de stedelijke organen konden worden geïntegreerd [Baldwin, 1976], als instellingen die kanselarij-activiteiten op zich namen, als instellingen waarmee burgers in conflict kwamen wat kon leiden tot jarenlang aanslepende procesdossiers die in hoge mate op schriftelijke wijze werden gevoerd [H. Noizet, 2003, eigen onderzoek]. Hierbij moet eveneens, naast de rol van economische ontwikkelingen enerzijds en politiek-juridisch-administratieve veranderingen anderzijds, de impact van uitgesproken culturele of intellectuele centra (in al hun diversiteit) in ogenschouw worden genomen. Ook de invloed van vorstelijke of grafelijke instellingen dient te worden onderkend [J. Trede, 2000]. En tenslotte dient een differentiëring te worden gemaakt wat de omgang met het schrift van de verschillende sociale groepen betreft: kan, bijvoorbeeld, enkel binnen de koopmans- en/of patriciërsfamilies reeds relatief vroeg een specifiek vorm van schriftgebruik worden vastgesteld, of zijn desbetreffend ook indicaties bij bredere bevolkingsgroepen te vinden? Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Walter YSEBAERT
Onderzoek naar de capaciteit van het Nederlandstalig secundair onderwijs in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Impact van de huidige leerlingenevoluties op de capaciteit en de organisatie van het secundair onderwijs in Brussel Organisaties: • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS
Samenwerking bij de uitbouw van het onderzoeksproject "The musician's act of creation" en expertondersteuning. Vrije Universiteit Brussel Abstract: uitbouw van het onderzoeksproject 'the musician's act of creation' en expertondersteuning bij de diverse activiteiten die door het Orpheus Research Centre in Music [ORCiM] worden ontwikkeld in het kader van Artistiek Onderzoek in Muziek. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • KATHLEEN COESSENS
Het combineren van spatieel-epistemische logica en dynamische logica voor het redeneren over niet-lokale correlaties in kwantum systemen: een logisch-filosofische studie van kwantum observaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Inleiding en Objectief van het Onderzoeksproject "Kwantum niet-lokaliteit" verwijst naar één van de meest vreemde effecten uit de microscopische wereld: de manifestatie van niettriviale correlaties tussen de meetresultaten van waarnemingen die gelijktijdig werden uitgevoerd op ruimtelijk gescheiden systemen. Het is een intrigerend feit om vast te stellen dat deze correlaties niet verklaard kunnen worden aan de hand van
een vorm van "klassieke communicatie" of via de klassieke overdracht van informatie tussen de systemen. Met andere woorden, "niet-lokaliteit" duidt op Einstein's "spooky action at a distance" tussen de delen van een verweven ("entangled") kwantum systeem: dit is wat er wordt verstaan onder de overdracht van informatie over een "kwantum kanaal". Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Sonja SMETS
Netwerken van governance in een mislukte staat. De Democratische Republiek Congo in een regionaal perspectief. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Netwerken van governance in een mislukte staat. De Democratische Republiek Congo in een regionaal perspectief. Opvolgproject van GOA I: 'Reflectie van de Natie-Staat in Centraal Africa'. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX
De veranderende rol van de Europese Raad in het institutionele kader van de Europese Unie: gevolgen voor het Europees integratieproces. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De Europese Raad die in 1974 werd opgericht, heeft een zeer specifieke rol aangenomen in het integratieproces. Niet enkel heeft hij in bepaalde gevallen dit integratieproces. Niet enkel heeft hij in bepaalde gevallen dit integratieproces afgeremd, maar daarnaast heeft de Europese Raad ook dienst gedaan als katalysator voor verdere integratie. De relatie tussen de Europese Raad en de EG-instellingen (Commissie, Raad, Europees parlement) is verfijnder dan op het eerste zicht wordt aangenomen. Zo maakt de Commissie zeer weloverwogen gebruik van dit orgaan om de Raad tot het aannemen van voorstellen aan te zetten. Hoe kan de Commissie, als exponent van surpranationaliteit, gebruikmaken van de Europese Raad, als exponent van intergouvernementele samenwerkin, om verdere impulsen te geven aan het communautaire integratieproces? De evolutie in de verhouding Europese Raad-instellingen zal diepgaand worden onderzocht om duidelijker de plaats te bepalen van de Europese Raad - instellingen zal diepgaand worden onderzocht om duidelijker de plaats te bepalen van Europese Raad in het Europese besluitvormingsproces. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • TONY JORIS
Een historisch-sociolinguïstische analyse van egodocumenten in 19de-eeuws Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sinds 1995 (aanvangdatum eerste aspirantmandaat) onderzoek ik de taalsituatie in het 19de-eeuwse Vlaanderen vanuit een historischsociolinguïstische invalshoek. Er wordt daarbij gestreefd naar een overzicht van de feitelijke taalvariatie in de diverse geledingen van de toenmalige samenleving, op basis van origineel bronnenonderzoek. De taalsituatie in Brugge fungeert als case-study. Na het afgeronde onderzoek naar de taal van de lagere en de middenklasse (doctoraat) wordt nu als sluitstuk het taalgebruik van de hogere klassen onderzocht. Hiervoor zullen in diverse archieven originele documenten verzameld worden, die dan nadien bewerkt worden tot een elektronisch bevraagbaar corpus. Een analyse van de spelling, de grammatica en de stijl wordt gekoppeld aan onderzoek naar de functies van de verschillende gebruikte taalvariëteiten. Organisaties: • Centrum voor Linguistiek
Onderzoekers: • WIM VANDENBUSSCHE
De cognitieve basis van wetenschap: een wijsgerig onderzoek naar de fundamentele continuïteit tussen wetenschappelijke en prewetenschappelijke vormen van kennisverwerving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoe is de mens als epistemisch subject feitelijk instaat kennis te verwerven? Wat zijn de natuurlijke (i.e., in de wereld gesitueerde) omstandigheden die wetenschapsbeoefening mogelijk maken? Dit project onderzoekt de implicaties voor de wetenschapsfilosofie van empirisch en theoretisch onderzoek binnen de cognitieve wetenschappen. Uitganspunt is de vraag hoe wetenschap is kunnen uitgroeien tot een betrouwbare epistemisch instrument om de wereld te leren kennen, en, meer specifiek, welke rol menselijke cognitieve processen hierin hebben gespeeld. Binnen de ontwikkelingspsychologie, neurowetenschappen en antropologie zijn er toenemende aanwijzigingen dat ons vermogen tot wetenschappelijke kennisverwerving berust op cognitieve capaciteiten die het ontstaan van wetenschap lang voorafgaan. Er bestaat een fundamentele continuïteit tussen wetenschappelijke en prewentenschappelijke vormen van kennisverwerving. Dergelijk onderzoek is zeer interessant voor wetenschapsfilosofen die pogen een naturalistisch beeld te scheppen van wetenschap als epistemische activiteit. Voortbouwend op mijn doctoraal onderzoek wil ik met dit project een algemeen theoretisch kader uitbouwen voor een cognitieve benadering van wetenschap. Dit zalik vervolgens toetsen aan specifieke casestudies. De nadruk igt op filosofie van de wiskunde, waarmee dit project uitstekend aansluit bij mijn doctoraal onderzoek en reeds gepubliceerde artikelen, en bij de activiteiten van mijn onderzoekscentrum, het Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Modellen voor "Informatief Zijn". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde onderozek wordt binnen de filosofie van de informatie gesitueerd en beoogt de uitwerking van een theoretisch kader waarbinnen diverse aan "Semantische informatie" gerelateerde concepten geïntegreerd worden. Concreet gaat de aandacht uit naar de relaties van het geïnformeerd zijn, het geïnformeerd worden en het informatief zijn. Deze drie relaties en hun onderlinge interactie worden binnen een logischformeel kader beschreven. De belangrijkste techniek hiervoor is ontleend aan Dana Scott's Domein theorie - een zeer algemeen formalisme dat ons toelaat informatie-ordeningen te modelleren. Binnen dit kader worden twee intuïtief geldige principes m.b.t. het informatief zijn geformaliseerd. Het gaat enerzijds om het semantisch zwakke principe dat "slechts dat informatief is wat buiten het bereik van louter logisch-deductieve methoden ligt", en anderzijds om het semantisch sterke principe dat "slechts sat informatief is wat accuraat de actuele wereld beschrijft". Dit eerste principe, en in het bijzonder de pluralistische interpretatie ervan, vormt (zij het zonder expliciet gebruik te maken van Scott's Domein theorie) een integraal deel van het voorafgaande doctoraatsonderzoek.
Binnen het nieuwe onderzoek wordt vooral het belang van de integratie van beide principes benadrukt. Om dit doel te verwezelijken, zullenin een eerste fase (+/- het eerste jaar) de resultaten uit het doctoraatsonderzoek aan het algemene kader van de Domein Theorie gerelateerd worden. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
'Politieke correctheid' en 'de dingen zeggen zoals ze zijn' Een analyse van discours over de multiculturele samenleving in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In politiek-maatschappelijke debatten en in de media wordt sinds de jaren '90 regelmatig gewag gemaakt van 'politieke correctheid'. 'Politieke correctheid' is een geladen term, waarvan de oorsprong verre van duidelijke n de vetekenis veranderlijk en contextafhankelijk is. Vanuit een traditie van kritisch discoursonderzoek wil dit onderzoek een historisch en theoretisch kader schetsen van 'politieke correctheid' en van de conflicterende visies op taal in de discussie daarover. Op een empirisch niveau geeft het onderzoek via een kwantitatieve inhoudsanalyse van 'politieke correctheid' in de Vlaamse pers een overzicht van de verschillende discours over 'politieke correctheid' en de evoluties daarin. Dit kwantitatieve onderzoek tooont aan dat 'politieke correctheid' in Vlaanderen voornamelijk betrekking heeft op de multiculturele samenleving. Het kwantitatieve vooronderzoek vormt de basis voor de selectie van cases die kwalitatief zullen worden onderzocht. Via drie casestudies zal het functioneren van 'politieke correctheid' als discursieve strategie in het debat over de multiculturele samenleving empirisch worden geanalyseerd. door de analyse van de discursieve strijd over de betekenis van 'politieke correctheid' levert het onderzoek een specifieke bijdrage aan de analyse van het debat over de multiculturele samenleving. het onderzoek levert tevens een bijdrage aan methodologische discussies over discoursonderzoek, o.a. door een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve methoden van tekstonderzoek. Organisaties: • Culture, Emancipation, Media and Society • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Nico CARPENTIER • Benjamin DE CLEEN
Kierkegaard's existentiële hermeneutiek als een antwoord op de crisis in de hedendaagse plichtsethiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Project omtrent Kierkegaards gedachtengoed binnen de problematiek van de crisis in de hedendaagse plichtsethiek Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Karl VERSTRYNGE
Welvaartszoekers of humanitaire vluchtelingen? Migratie, gezondheid en ethiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksvoorstel betreft medische aspecten van het migratie - en vreemdelingenbeleid en is een verderzetting van het EU Marie Curie Postdoctoral Fellowship aan de University of Warwick: Welfare-seekers or humanitarian refugees? Immigration and Residence in the EU on humanitarian and medical grounds: rights, policies and lived realities. Centraal in dit onderzoek staat de explicitering van ethische vragen en het onderzoek naar de beginselen van een normatief kader (criteria en procedurele mechanismen) dat richting kan geven aan legitimeerbare beslissingen in specifieke situaties. Het onderzoek onderzoekt verschillende perspectieven (het beleidsperspectief en datvan de betrokken migranten) en ervaringen en bevraagt deze vanuit een kritisch ethisch perspectief. Centraal staat het onderzoek naar de justificatie voor een universeel recht op gezondheid en de beginselen van een rechtvaardige verdeling van gezondheidszorg. Binnen dit kader worden ook vragen behandeld in verband met medische controle, expertise en advisering in asiel- en uitwijzingsbeslissingen, definities en concepten van gezondheid en welzijn. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Marc VAN DEN BOSSCHE • Gily COENE
Welvaartszoekers of humanitaire vluchtelingen? Migratie, gezondheid en ethiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject bouwt verder op een eerder ingediend projectvoorstel dat werd goedgekeurd in het kader van een EU Marie Curie Postdoctoral Fellowship. Het mandaat, toegekend voor 24 maanden, werd vroegtijdig beëindigd om het huidige mandaat van voltijds gastdocent aan de VUB op te nemen. Het betreft het project: "Welfare-seekers or humanitarian refugees? Immigration and residence in the E.U. on humanitarian and medical grounds; rights, policies and lived realities." (FP6-2004-Mobility-5), promotor Prof. Dr. Danièle Joly, Centre for Research in ethnic relations, University of Warwick. Dit onderzoeksvoorstel betreft medische aspecten van het migratie- en vreemdelingenbeleid en verblijfsaanvragen op basis van humanitaire en medische redenen. Een onderdeel van het voorgestelde onderzoek (verkennen literatuur- en bronnenonderzoek, voorbereidendecontacten veldonderzoek - ongeveer 20% van de vooropgestelde duur) werd uitgevoerd aan de University of Warwick. aanvraagster wenst dit onderzoek en de uitwisseling met bovengenoemde instelling binnen haar huidige opdracht verder te kunnen zetten. Omwille van andere academische opdrachten dient het onderzoek echter gespreid te worden over een langere periode. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Gily COENE
SPICE IPCA : Service platform for innovative communication environment Vrije Universiteit Brussel Abstract: SPICE is een FP6 Integrated Project waarbij de VUB verschillende luiken waarnam, met name op de communicatiewetenschappelijke, bedrijfskundige en juridische aspecten Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Economisch Recht • Communicatiewetenschappen • Economisch, Monetair en Financieel Beleid
• Metajuridica
Onderzoekers: • Anna MOSCIBRODA • CAROLINE PAUWELS • PIETER BALLON • Daniel DE BEER DE LAER • FABIENNE BRISON • SERGE GUTWIRTH • LEO VAN HOVE
Liberale proletariërs aller landen, verenigt u!? Liberale internationalistische principes binnen de internationale vrije vakbeweging (1949-1969). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Mijn doctoraal onderzoek wordt gefinancierd door een doctoraatsbeurs van het FWO-Vlaanderen. Mijn aspirantenmandaat begon op 1 oktober 2003 en eindigt op 30 september 2007. Deze aanvraag betreft een predoctoraal opvangmandaat volgend op mijn FWO-aspirantenmandaat om mijn doctoraat af te ronden (geplande verdediging: februari/maart 2008). Daarnaast is het de bedoeling om dit opvangmandaat te gebruiken om het doctoraatsonderzoek te valoriseren door middel van wetenschappelijke publicaties en om aanvragen voor externe postdoctorale financiering voor te bereiden en in te dienen. Ik plan een beroep te doen op financierende instanties zowel binnen als buiten Europa zoals het FWO, de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), het European University Institute (EUI)te Firenze en de Latijns-Amerikaanse Facultad Latinomericana de Ciencas Sociales (FLASCO) Verder zal ik geëngageerd blijven in de wetenschappelijke activiteiten die gepland zijn voor 2008, zoals de organisatie van conferenties, publicaties, lezingen, enz. Hat voorstel (zie luik2, punt7) geeft een overzicht van de output die gerealiseerd werd vanaf de aanvang van mijn FWO-aspirantmandaat en van de geplande activiteiten voor de academische jaren 2006/7 en 2007/8. Hierin wordt een samenvatting weergegeven van het doctoraatsonderzoek, de publicatiemogelijkheden en de aanvragen die tijdens het opvangmandaat zullen ingediend worden bij externe financieringskanalen. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • GUY VANTHEMSCHE
De artistieke stijl subjectieve fotografie in de professionele kunstwereld in België na de Tweede Wereldoorlog. Een onderzoek vergelijkend tussen België en het buitenland wat betreft visie, vorm en techniek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De pioniers van de Belgische fotografie. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • JOHAN SWINNEN
Next generation networks in South Africa and Flanders. A comparative perspective on policy, regulation and services Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit is een samenwerkingsproject tussen SMIT-VUB en het Link Centre in Zuid-Afrika. Het project is gericht op een uitwisseling van onderzoek en samenwerking rond onderzoek met betrekking tot next generation networks. Het projet resulteerde o.a. in een special issue van het Southern African Journal of Information and Communication, issue 8, 2007. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Leo VAN AUDENHOVE
Cross-linquistic research of South African Sign language (SASL) and Flemisch Sign Language (VGT) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Taal en letterkunde Organisaties: • Centrum voor Linguistiek
Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • Myriam VERMEERBERGEN
De dynamiek van taalactiviteit - een evolutionaire reconstructie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project wordt de dynamiek van de taalactiviteit bestudeerd vanuit een evolutionair perspectief Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Aard en oorsprong van actuele genres binnen televisieproductie. Analyse van de dynamische aard van de productieecologie in dit specifiek veld van culturele productie: een nationaal en transnationaal verhaal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek bestudeert recente evoluties binnenfactuele, documentaire televisiegenres op de Vlaamse openbare omroep. Documentaire genres werden sinds halfweg de jaren '90 verbreed en gepopulariseerd. Deze verschuiving gebeurde in de context van een openbare omroep die nood had aan een legitimering van haar bestaan binnen een competitief medialandschap en gewijzigd politiek klimaat. Deze studie onderzoekt enerzijds hoe genrediscoursen over documentaire- en de achterliggende productiepraktijken en processen - het handelen van documentairemakers binnen de openbare omroep reguleren. anderzijds onderzoeken we hoe deze disciplinering genegotieerd wordt binnen het productieproces en hoe dit handelen van documentairemakers bijdraagt een het genrediscours. In de praktijk betekent deze negotiëring dat documentairemakers tijdens de productie bewust met een zekere vrijheid omgaan met gangbare discoursen, normen en werkwijzen binnen een dynamisch proces van samenwerking en onderhandeling. De studie vertrekt vanuit een cultural studies -paradigma, weliswaar benaderd op een kritische wijze en aangevuld met poststructuralistische, Foucauldiaanse theorieën. Bij het onderzoeken vanhoe disciplinering tijdens het productieproces gebeurt, worden de concepten 'govermentality' en 'technologieën' van Michel Foucault gahanteerd. Bij het bestuderen van negotiëringpraktijken wordt beroep gedaan op de concepten 'professionele reflexiviteit' en 'interpretatieve gemeenschap'.
Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • KRISTEL VANDENBRANDE
IRISnet II:Analyse van internationale best practices met betrekking tot glasvezel breedband communicatienetwerken in een stedelijk milieu. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In Europe overwegen vele steden om te investeren in breedband optische netwerken. Dit rapport werd besteld door het Centrum voor Informatica van het Brussels Hoofdstedelijk gewest in het kader van het nadenken over de toekomst van het bestaande breedband netwerk IRISNET. Het rapport start van de assumptie dat de belangrijkste doelstelling van een toekomstig IRISNET II nog steeds het verbinden van administratieve en publieke sites zal zijn in een volledig geconvergeerd breedband netwerk. Echter, gezien vele steden een rol spelen in het stimuleren van fibre to the home (FTTH) netwerken, zal deze studie ook deze evoluties bespreken. Dit rapport omvat een literatuurstudie over fibre networks in steden, de onderliggende doelstellingen, de mogelijke business modellen en de rol van de overheid. Daarnaast worden vijf casestudies uitgevoerd die representatief zijn voor wat er gebeurd in Europese steden. Deze cases staan op zichzelf, maar dienen ook als voorbeeld in de meer algemene delen van het rapport. De terms of reference van dit rapport omvatten het uitzetten van best practices met betrekking tot fibre netwerken in Europa. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PIETER BALLON • Leo VAN AUDENHOVE
(ikv VLV95) : het taalgebruik en het omgaan met anderstaligheid in de sportclubs in de rand rond Brussel. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gegeven de diversiteit aan thuistalen van de bevolking in de rand rond Brussel worden sportclubs geconfronteerd met het feit dat hun spelers vaak verschillende talen spreken, hetgeen het voor de trainers en het bestuur extra moeilijk maakt. In dit onderzoek wordt in de eerste plaats gekeken in welke mate dat probleem zich effectief manifesteert binnen de verschillende regio's en op verschillende niveaus (van de contacten onderling tussen de spelers tot de contacten met de overheid). Hierna wordt gekeken hoe men tegen deze problematiek aankijkt en hoe men er mee omgaat, zowel op het niveau van de club als op het gemeentelijke niveau. Organisaties: • Geschiedenis • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • ELS WITTE
Breedband in de grootstad : het project URBIZONE : analyse van internationale best practices mbt opzetten van WIFIMIMAX breedbandzones in een stedelijk milieu. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In opdracht van het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest (CIBG) voerde SMIT een onderzoek uit naar internationale best practice van Wireless City Networks. Deze best practice studie richt zich op een analyse van de doelstellingen van de initiatieven, de gehanteerde business modellen, de gebruikte Publiek-Private-Samenwerkingsmodellen (Public Private Partnerships PPP) en hun relatie met de aangeboden dienstverlening. Deze analysedraagtinzichten aan voor het formuleren van aanbevelingen op het vlak van:1) Het definiëren van doelgroepen, 2) Het bepalen van (toegangs)dienstenpakketten, 3) Het versterken van concurrentie in het infrastructuuraanbod (hierbij moet de problemaitek van oneerlijke concurrentie voor ogen gehouden worden), 4) Het bepalen van een optimale PPP-formule, 5) Het stimuleren van lokale dienstenontwikkeling, 6)Het aanspreken van de innovatieve kracht van de regio. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PIETER BALLON • Leo VAN AUDENHOVE
Linguïstische complexiteit, accuraatheid en vlotheid in de verwerving en productie van een tweede taal. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het tweede-taalverwervingsonderzoek wordt geconfronteerd met twee paradoxen (Ellis 1994:107). De eerste, the paradox of formal instruction, over de problematische relatie tussen impliciete en expliciete kennis in tweede-taalverwerving, vormt reeds het onderwerp van twee door het FWO-Vlaanderen gesubsidieerde onderzoeksprojecten van de Onderzoeksgroep Vreemde-TaalVerwerving en -Onderwijs (VTVO) van de Vrije Universiteit Brussel ("Linguïstische en psycholinguïstische aspecten van taalbeschouwend onderricht en hun rol in het vreemdetaalverwervingsproces", van FWO-aspirante L. Hendrix en "Linguïstische en psycholinguïstische determinanten van de doeltreffendheid van expliciete instructie op het tweede-taalverwervingsproces" promotors M. Pierrard en A. Housen). Met het huidige project wil deze onderszoeksgroep, in samenwerking met Belgische en buitenlandse partners, haar onderzoeksdomein uitbreiden naar de tweede paradox, die in navolging van Ellis (1994) de fluency-accuracy-complexity paradox of second language acquisition genoemd wordt. Deze paradox bestaat erin dat de drie belangrijkste parameters van taalcompetentie, nl. vlotheid, accuraatheid en complexiteit, zich schijnbaar onafhankelijk van elkaar ontwikkelen in het tweede-taalleerproces. Sommige tweede-taal (T2) leerders of groepen T2-leerders ontwikkelen een vlot maar weinig complex en weinig accuraat taalgebruik in hun T2, anderen worden accuraat maar weinig vlot en complex in hun taalgebruik, enz. Het voorgestelde onderzoek wil een theoretisch en empirisch gefundeerde verklaring vinden voor deze paradox door de ontwikkeling van deze drie parameters te bestuderen in de taalproductie van Nederlandstalige leerders van het Frans en het Engels. De empirische bevindingen zullen worden gerelateerd aan drie factoren die de hoofdcomponenten vormen in een geïntegreerd model van T2-verwerving en -verwerking. (a)contextuele factoren: de aard en de hoeveelheid van de T2 input en output van de leerder. Deze factoren veroorzaken variatie in vlotheid, complexiteit en accuraatheid tussen verschillende groepen T2-leerders (inter-groep variatie). (b) individuele factoren : persoonlijkheidskenmerken van de individuele leerder (bijv. graad van extraversie) en zijn socio-psychologische oriëntatie (bijv. sterkte en orientatie van taalleermotivatie). Deze factoren zijn verantwoordelijk voor variatie tussen individuele leerders van eenzelfde groep (inter-individuele variatie). (c) psycholinguïstische factoren: de cognitieve en psycholinguïstische processen en mechanismen in de verwerving en verwerking van T2-kennis. De hypothese is dat deze factoren verantwoordelijk zijn voor de a-synchrone ontwikkeling van vlotheid, complexiteit en accuraatheid in het T2-
gebruik van de individuele leerder (intra-individuele variatie). De klemtoon in het onderzoek zal vooral liggen op de derde component, de rol van psycholinguïstische factoren in de ontwikkeling van linguïstische T2-compententie. Hierin onderscheiden wij vier subprocessen: verwerving, herstructuring, implementatie en automatisering. 1. Verwerving van nieuwe linguïstische kennis (mentale representaties: symbolen, regels, structuren) door analyse van de T2-input en de integratie van relevante informatie als declaratieve kennis in het lange-termijn geheugen. 2. Implementatie (activering) van taalkennis voor taalgebruik (productie en comprehentie). In navolging van Levelt (1989) en De Bot (1992) wordt aangenomen dat het taalproductieproces drie componenten omvat: een conceptualizer, een formulator en een articulator. Deze componenten werken op basis van procedurale kennis. 3. Automatisering van de aanvankelijk declaratieve kennis in procedurale kennis. Automatisering omvat verschillende fases en subprocessen, zoals compositie (compilatie en proceduralisering) en tuning (generalisatie en discriminatie) (Anderson 1983, 1993). Automatisering maakt verwerkingscapaciteit vrij die wordt aangewend voor de verwerving en implementatie van nieuwe linguïstische kennis (McLaughlin 1987; Van Patten 1987). 4. Herstructuring van bestaande, procedurale kennis als gevolg van de verwerving, implementatie en automatisering van nieuwe declaratieve kennis (McLaughlin 1987, 1990; Karmiloff-Smith 1986). Organisaties: • Germaanse Talen • Romaanse Talen
Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD • Alexis HOUSEN
To catch a con. Op zoek naar een nieuw filmgenre. Vrije Universiteit Brussel Abstract: -Is de confidence game film een eigen genre? Het project onderzoekt op basis van het gebruik van narratieve strategieën, personage opbouw en ideologisch gelinkte aspecten of con film een genre mag genoemd worden. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • RONALD GEERTS
Supervision & authority in nineteenth-century European industry (Brussel 8-9 december 2005) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Workshop georganiseerd aan de VUB die resulteerde in de publicatie van Van den Eeckhout (P.), ed. Supervision and Authority in Industry: Western European Experiences, 1830-1939, New York, Berghahn, 2009. Organisaties: • Centrum voor Hedendaagse Sociale Geschiedenis
Onderzoekers: • PATRICIA VAN DEN EECKHOUT
Technologie en democratie Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek zal een Zweeds en Belgisch participatieproject vergelijken ivm laagactief nucleair afval. Het bestudeert ook participatie ivm fusie-energieonderzoek. Technologie en democratie. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Startkrediet voor 2 jaar met oog op herindiening : Social aspects of technologically mediated environments and pervasive computing. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het voorgesteld project wordt sociologisch onderzoek over opkomende technologiën interactief gecombineerd met technologisch gericht onderzoek. De doelstelling is dus om nieuwe inzichten op zowel technologisch als sociologisch vlak te realiseren op basis van een samenwerking tussen beide disciplines. Algemeen gesteld wordt technologie zowel beschouwd als een technologisch vehikel als een mediatietool voor sociale relaties. Het systeem dat ontwikkeld dient te worden is een pervasief e-learning systeem, meer specifiek een pervasive city guide (PEGASUS). Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • PETER SCHELKENS
Juridisch advies omtrent impact van de Europese Unie reglementering op de Vlaamse werkgelegenheidsmaatregelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Juridisch advies omtrent impact van de Europese Unie reglementering op de Vlaamse werkgelegenheidsmaatregelen. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • TONY JORIS
Eindrapport om de beleidsdiscussie t.a.v. breedbandproeftuinen te ondersteunen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit onderzoek is te komen tot een overzicht, conceptualisering en benchmark analyse van geïntegreerde open platformen voor innovatie, zoals die tegenwoordg voorkomen doorheen heel Europa en in de wereld. Het eindrapport introduceert de generieke term van 'Testen Experimenteerplatformen' (TEP) om de faciliteiten, processen en methodologieën aan te geven voor gezamenlijke innovatie, inclusief het testen, het maken van prototypes en het confronteren van technologie met gebruikerssituaties. De focus ligt op open en innovatie-gedreven platformen die betrekking hebben op diverse technologie- en dienstenaanbieders, alsook gebruikers in verschillende stadia van technologie design, ontwikkeling en testen.
Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • Jos PIERSON • PIETER BALLON
Onderzoek discussiestuk ter ondersteuning van de IBBT-werkgroep breedbandproeftuinen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek heeft tot doel als startpunt te fungeren voor de discussie binnen de IBBT-werkgroep over breedbandproeftuinen. Het rapport wil verhelderen en discussies mogelijk maken door het tot stand brengen van een omvattend conceptueel kader. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • Jos PIERSON • PIETER BALLON
Uitvoeren van gedragswetenschappelijk onderzoek 'Vlaanderen interactief in mei' ikv IWT-project Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het proefproject Vlaanderen Interactief bestaat uit een consortium van alle belangrijke spelers in het kabel- en televisielandschap (Telenet, VRT, VMMa, VT4 en Interkabel). Het project heeft als hoofddoel de marktintroductie van interactieve digitale televisie in Vlaanderen voor te bereiden. Daarvoor zijn er twee belangrijke subdoelstellingen: 1. Technologisch: enerzijds wil men de gekozen set-top boxen en standaard (Multimedia Home Platform - norm MHP), evenals de ontwikkelde toepassingen voor iDTV uittesten op technisch functioneren. 2. Gedragswetenschappelijk: anderzijds wil men door iDTV bij een gebruikerspanel beschikbaar te maken in de huiskamer, de reacties van het publiek op deze nieuwe technologie nagaan. Zo helpt het testpanel bij de ontwikkeling en verbetering van de technologie, door technische problemen te melden en gebruikerservaringen te communiceren. Bovendien kan door de gebruikerservaringen van het testpanel al een goed idee verkregen worden van welke toepassingen men het interessantst vindt en aan welke voorwaarden bepaalde toepassingen moeten voldoen opdat men ze zou gebruiken. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • CAROLINE PAUWELS • Jos PIERSON • Wendy Van den Broeck
Stand van zaken E-democratie voor Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek werd door SMIT-VUB uitgevoerd in opdracht van viwta/Vlaams Parlement. Deze studie heeft twee centrale doelstellingen : 1) Een beknopt inzicht bieden met betrekking tot de discussie omtrent e-democratie en de inbedding ervan in de ruimere discussie omtrent democratie.2) Inzicht verschaffen in de praktijk van e-democratie met het oog op een genuanceerde visie op de mogelijkheden, beperktheden en knelpunten in de praktijk vanuit Vlaams perspectief. Van hieruit worden de hiaten in onderzoek, institutionele capaciteit en expertise ter zake in Vlaanderen gedefinieerd. Bovendien worden concrete aanbevelingen geformuleerd voor een sterkere e-democratiepraktijk in Vlaanderen. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Bram LIEVENS • Leo VAN AUDENHOVE
TN (Thematisch Netwerk) :Project in het kader van talen (ikv Socrates Programma Erasmus institutioneel contract (20022003) (participatie in ALPME project) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit Europese project beoogt met negen partners behalve de VUB (Finland, University of Jyväskylä, Nederland, IVLOS, Utrecht, Duitsland, University of Wuppertal Ierland, Trinity College, Engeland, University of Nottingham, Dept. of Education, Frankrijk, Université Marc Bloch, Italië, Universita Ca' Foscari, Venice en Spanje Barcelona, Pompeu Fabra, een Europees curriculum uit te bouwen om leraren meertalig onderwijs op te leiden. Organisaties: • Centrum voor de Interdisciplinaire Studie van Brussel
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBL'Université Paris 13, Bashwira Ngabo Justin Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-L'Université Paris 13, Bashwira Ngabo Justin Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS