www.researchportal.be - 25 Oct 2015 20:37:48
Onderzoeksprojecten (1 - 20 van 76) Zoekfilter: Zoekopdracht: technology assessment
Wervelbedverbranding van mest: technologische ontwikkelingen en duurzaamheidsevaluatie KU Leuven Abstract: Door de transitie van extensieve naar intensieve veehouderij, hebben een aantal regios een overschot aan mest, ten opzichte van de opname van nutriënten (voornamelijk stikstof en fosfor, en in mindere mate kalium) door gewassen. Desondanks blijkt het uitrijden van mest op landbouwgrondnog steeds een belangrijke verwerkingstechniek voor dierlijke mest. De resulterende overbemesting kan leiden tot milieuproblemen, zoals bijvoorbeeld eutrofiëring van oppervlaktewater. Alternatieve verwerkingstechnieken voor de grote hoeveelheid dierlijke mest in de EU-28 zijn dus noodzakelijk. Het verbranden van pluimveemest, meestal opgehaald als combinatie van uitwerpselen en strooisel van de stallen, in daartoe voorziene grote installaties is technisch mogelijk dankzij het relatief lagevochtgehalte en hoge verbrandingswaarde. Na verbranding van de mest, typisch in een wervelbedverbrander, wordt de hitte van het verbrandingsgasgebruikt om stoom op te wekken, die via een turbine hernieuwbare, biogene el Organisaties: • Afd. Procestechnologie v. Duurzame Syst.
Onderzoekers: • Carlo Vandecasteele • Jo Van Caneghem • Pieter Billen
Watermerken in een end-to-end veiligheidsketen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Content distribution applications such as digital broadcasting and online press platforms, video-on- demand services (VoD) , video conferencing or surveillance are confronted with difficulties with respect to quality guarantees, security measures and intellectual property management. Varying bandwidth conditions, error-prone network behavior and secure delivery through encryption are questions that are successfully addressed in today's practical systems, but no satisfying solution was found until now to copyright enforcement on the end-user's side. Once the encrypted content is delivered and decrypted by the end-user, the content provider loses track and intellectual property rights are not necessarily preserved. Digital watermarking can complement cryptography in this scenario by imperceptibly embedding information within the content itself. The embedded message can carry ownership information for copyright enforcement, a unique code related to each buyer for traitor tracing (fingerprinting) or even content descriptions, like structural features for authentication or quality assessment. In a typical end-to-end distribution scenario, the content is encrypted at the content creation side, leaving limited possibilities for adaptation. Decrypting along the way to perform the required video processing operations (transcoding, watermarking, etc) and subsequent re-encrypting is highly inefficient. Moreover, not all stakeholders might/should have access to the decryption key. Decryption in the network creates a flaw in the overall security of the system, as the unencrypted essence can potentially be intercepted. Efficient integration of watermarking with encryption would bring an innovative solution to secure multimedia content distribution. This research will explore the possibilities behind creating such a system, aiming at the creation of a fully applicable solution that would bring today's industry standards to the next level. This study can be categorized into two parts: integration of watermarking with encryption and improving the watermarking systems. We will not consider designing new encryption systems, but instead will focus on efficient combination of the existing encryption standards and the investigation of security compromises in the proposed watermarking-encrypting systems. Concerning encryption, there are three schemes with great possibilities that will be investigated and could give the answer to an efficient watermarking-encrypting system, namely homomorphic encryption, invariant encryption and partial encryption. The first two approaches are interesting as they provide means of realizing complex operations (such as watermarking) in the encrypted domain itself. The latter one is important as it provides a flexible and easy to implement solution, but often at the cost of security. As for watermarking, research areas where we will make improvements are optimization of the embedding and detection mechanisms and integration of error correcting and in particular, insertion deletion codes. These concepts and the research possibilities are explained in more detail in the Project Description section of this proposal. Organisaties: • Elektronica en Informatica
Onderzoekers: • Ann DOOMS
VZV-vaccinatie bij kinderen en volwassenen ouder dan 50: evaluatie van gezondheidstechnologie Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit project willen we schatten dmv simulatiemodellen wat de effectiviteit en kosten-effectiviteit is van de verschillende opties van gebruik van varicella-zoster virus vaccins in Belgie,zowel in kinderen als in volwassenen, en rekening houdende met indirecte groepsimmuniteitseffecten die hierbij optreden. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Philippe Beutels
Visualisering van GABAa Receptor deficiënties bij patiënten met het fragiele-X-syndroom door middel van PET-scans. Universiteit Antwerpen Abstract: De laatste jaren zijn onze inzichten in de pathosfysiologie van het fragiele X syndroom enorm toegenomen. Echter, een gerichte behandeling is nog niet mogelijk. In eerdere studies toonden wij aan dat de hoeveelheid GABA(A) receptoren significant is verminderd bij in diermodellen van het fragiele X syndroom. De GABA(A) receptor is een uitermate geschikte target voor drug therapie. Echter, voor we drug trials kunnen initiëren op patiënten met het fragiele X syndroom, moeten we de bevindingen van diermodellen bevestigen op patiënten. Metingen van de GABA(A) receptor in patiënten kunnen op een non-invasieve manier door middel van project position emission tomography (PET) scan na toediening van gelabeld flumazenil. In dit project stellen wij voor om PET scans van een aantal patiënten te vergelijken met die van een aantal controles. Op deze manier willen wij onze hypothese versterken en drug trials op patiënten stimuleren. Organisaties: • Cognitieve Genetica (COGNET)
Onderzoekers: • Frank Kooy
Virtuele Open Access landbouw en aquacultuur repository: het delen van wetenschappelijke onderzoek met betrekking tot landbouw, voedsel en milieu: VOA3R Universiteit Hasselt Abstract: VOA3R is een vernieuwend onderzoeksproject en staat voor: "Virtual Open Access Agriculture & Aquaculture Repository: Sharing Scientific and Scholarly Research related to Agriculture, Food, and Environment". Het doel van het VOA3R project is de verspreiding en de toegankelijkheid van de output van het Europees onderzoek in landbouw en aquacultuur te verbeteren door een innovatieve benadering met behulp van open access onderzoeksproducten. Dit zal bereikt worden door een experimentele benaderingen van wetenschappelijke (meta)data en door het creëren van diensten die bestaande open access repositories integreren met publicatiemanagement systemen. Op basis van een strikte open access strategie, zal de VOA3R dienst bibliotheken, document collecties en andere publicatiesystemen connecteren door middel van een geavanceerde zoekinterface die rekening houdt met de specifieke aspecten van het onderzoek (methodes, variabelen, metingen, instrumenten, technieken, e.d.) in de specifieke domeinen. De gebruikers van de VOA3R dienst zijn academici en onderzoekers, maar ook studenten en mensen uit de praktijk, die ofwel wetenschappelijke onderzoeksoutput wensen op te zoeken of te publiceren. Het project is gefocust op de domeinen landbouw, aquacultuur en leefmilieu, gebruik makend van bestaande modellen in deze domeinen. Maar de technologie en de bijhorende modellen zullen bruikbaar zijn voor andere academische disciplines. Het VOA3R platform hergebruikt bestaande en voldragen technologie voor metadata and semantiek om een geavanceerde en geïntegreerde gemeenschapsgerichte service voor de retrieval van relevante open content en data op te zetten. De service zal de onderzoekers de mogelijkheid bieden om hun informatiebehoeften te formuleren in de termen aangepast aan de wetenschappelijke methodes in hun werkveld (variabelen, technieken, evaluatiemethoden, interessevelden, etc.) en gecombineerd met begripsomschrijvingen zoals beschreven in metadata. In de gemeenschapsbenadering zullen nieuwe evaluatiemethodes aangebracht worden (bijvoorbeeld ratings, publieke commentaren en besprekingen, social tagging en linken van aanverwante rapporten) die het klassieke peer review proces zullen aanvullen en een nieuwe dimensie geven. De ontwikkelde technologie zal beschikbaar gesteld worden in open source, zodat het servicemodel kan overgenomen worden door ondernemingen (ook KMOs) en andere vormen van instellingen. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Marc GOOVAERTS
Veiligheidsimpact evalueren. Een beslissingsondersteunend systeem voor veiligheidstechnologieën Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het SIAM beslissingsondersteunend systeem zal de complexiteit versimpelen die gepaard gaat met het nemen van veiligheidsmaatregelen en technologieën. SIAM zal de kloof dichten tussen het perspectief van voorkomen of verstoren van criminele bedreigingen en het perspectief van potentiële inbreuken op de vrijheid die gekoppeld is aan veel veiligheidsmaatregelen en technologieën. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Rosamunde VAN BRAKEL • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT • Kristof VERFAILLIE
Titel vermeld in boek als bijlage : Media en technologie Gebruik en acceptatie v. informatie en communicatie technol ogie:een constructieve en techniology assessment benadering met het oog op het realiseren v.e. publieksgericht innov.b Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het politiek -ekonomische discours en de research-prioriteiten inzake Informatie en Communicatie Technologie(ICT) worden grotendeels bepaald door een technologische optimistische visie: wat technologisch kan ,zal ook lukken.Totaal andere realiteit staat daar echter tegenover :technologie kan niet uit haar maatscappelijke context geïsoleerd worden, en is deels een sociale constructie .Dit betekent dat gebruikers een rol spelen in hey informatietechnologische innovatieproces.Geleidelijk beginnen wetenschappelijke inzichten in de sociale dynamieken en de gebruikersaspecten van ICT veld te winnen.Dit lopende OZR-project knoopt hierbij aa, door intensief empirisch en theoretisch onderzoek te verrichten naar 'de actieve' inbreng van 'residentiële ' gebruikers in het innovatieproces.Het onderzoek bevindt zich momenteel in de empirische fase.Daarvoor is deels externe financiering aangezocht , maar voor de verdere verloop van het empirisch onderzoek wordt bijkomende OZRfinanciering gevraagd. Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-CLAUDE BURGELMAN
The diagnose van zoönotische and bodem-overgedragen worminfecties in Centraal Vietnam Universiteit Gent Abstract: Worminfecties komen frequent voor in Vietnam omdat de transmissie ervan wordt geholpen door het gebruik van stoelgang en afvalwater in de landbouw, het eten van rauwe groenten/vlees/vis, en slechte hygiene. Gebrekkige diagnose hindert de studie van epidemiologische patronen en het evalueren van controleprogramma?s. We willen de diagnostische capaciteit van IMPE Qut Nhon verbeteren door opleidingen, verbeteren van de laboratoriuminfrastructuur, technologietransfer en regionale samenwerking. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Pierre Dorny
Terminale sedatie al dan niet gecombineerd met het onthouden van de toediening van vocht en/of voeding als alternatief voor euthanisie; de casus van het levenseinde van ouderen in Vlaamse rusthuizen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Terminale sedatie (TS) al dan niet incombinatie met het onthouden van vocht en voeding (OVV) is een veel voorkomende medische praktijk aan het levenseinde van ongeneeslijk zieke patiënten. Vaak wordt hierbij geopperd dat TS en OVV zouden aangewend worden als een meer aanvaardbaar alternatief voor euthanasie. Dit onderzoek gaat na wat de feitelijke medische praktijk is mbt TS en OVV in rusthuizen, welke problemen hulpverleners ervaren bij het voeden van rusthuisbewoners, wat de karakteristieken zijn van TS- en of OVV-besluiten, wat de impact is van de ev. wilsonbekwaamheid van de patiënt, hoe zorgverstrekkers staan tav TS en OVV versus het gebruik van letale middelen en hoe zij dit verantwoorden en of dit ethisch kan worden gejustifieerd. Het onderzoek zal via observaties, focusgroepen en diepte-interviews de visies en
handelswijzen van de zorgverleners mbt deze problematiek worden onderzocht. In een empirisch kantitatief gedeelte tenslotte zullen een 500-tal rusthuisbewoners met OVV en TS gevolgd worden tot aan het overlijden en op verschillende momenten vragenlijsten ingevuld worden door zorgverleners en naasten aangaande o.a. karakteristieken van bewoners, de gevolgde besluitvorming, evolutie in de toestand van de bewoner, kwaliteit van en tevredenheid met de geleverde zorg. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Sam RYS • JOHAN BILSEN
Terminale sedatie al dan niet gecombineerd met het onthouden van de toediening van vocht en/of voeding als alternatief voor euthanasie: de casus van het levenseinde van ouderen in Vlaamse rusthuizen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: PROBLEEMSTELLING Het onderzoek betreft het ethisch probleemgebied rond een drietal soorten beslissingen bij het levenseinde: euthanasie, terminale sedatie (TS; dit is het buiten bewustzijn houden van de patiënt tot aan het overlijden door het toedienen van sedativa als antwoord op refractaire symptomen)23 en een specifieke niet-behandelbeslissing, namelijk het zich onthouden van de kunstmatige toediening van vocht en voedsel (OKVV). De studie schrijft zich meer bepaald in in de lijn van een empirisch ondersteunde ethiek: de justificaties die in de praktijk door de betrokken actoren worden aangedragen, zullen worden geëxpliciteerd, kritisch onderzocht en beoordeeld aan de hand van normatieve wijsgerige opvattingen over de rechtvaardiging van medische beslissingen bij het levenseinde. Daardoor zal op een meer evidence-based manier kunnen gedebateerd worden over een al dan niet terechte ethische differentiatie tussen deze beslissingen, wat belangrijke implicaties heeft voor de medische praktijk en voor de regelgeving daarrond. Een eerste vaststelling is dat de maatschappelijke impact van TS en OKVV op de wijze van sterven groter is dan men zou verwachten. Uit gegevens verzameld door de onderzoeksgroep blijkt dat TS, in vergelijking met andere Europese landen, heel vaak voorkomt in Vlaanderen (8.2% van alle overlijdens versus 5.7% in Nederland, 4.8% in Zwitserland, 3.2% in Zweden en 2.5% in Denemarken) , en wordt vaak (3.2%) gecombineerd met OKVV.18 Om de justificatiepraktijken terzake te onderzoeken wordt de problematiek van de oudere patiënten in rusthuizen voorgesteld. Uit eerdere studies verricht door de aanvragers is immers gebleken dat de incidentie van de opzettelijke toediening van middelen in letale doses ("actieve" levensbeëindiging) bij oudere patiënten (65+; 3.9%) lager ligt dan bij jongere patiënten (6.7%).1 Niet-behandelbeslissingen, waaronder OKVV, komen vaker voor bij oudere patiënten dan bij jongere (17.2% versus 14.6%).1 Andere bevindingen van de onderzoeksgroep zijn: (1) dat in Vlaanderen meer dan 1/5 van alle sterfgevallen plaatsvindt in rusthuizen2; (2) dat OKVV frequenter wordt toegepast in rusthuizen dan andere MBLs1-2,24 OKVV wordt zowel in de medische als in de medisch-ethische literatuur algemeen weergegeven als een belangrijke beslissing bij het levenseinde van patiënten.23;25-26 Bij oudere patiënten die in rusthuizen verblijven, hangt OKVV vaak samen met het door de patiënt voorafgaand en spontaan staken van het natuurlijk tot zich nemen van voedsel en/of drank. Bij de overweging door het medisch team om na het staken van natuurlijke voeding/vochtopname niet over te gaan tot de kunstmatige toediening van vocht en/of voeding heeft de gevorderde graad van dementie van de patiënt vaak een belangrijke invloed.25,27-28 OKVV, al dan niet in combinatie met terminale sedatie wordt internationaal ook vaak genoemd als een meer acceptabel alternatief voor euthanasie of geassisteerde zelfdoding.23;27,29 In landen waar euthanasie wettelijk niet is toegelaten kan het weigeren van vocht en voeding door de (dementerende) patiënt, gevolgd door TS, een laatste en wettelijk toegelaten uitweg bieden uit een dilemmasituatie. In de ethische literatuur bestaat een debat over de morele vraag of euthanasie (de toediening van letale middelen op mondeling en/of schriftelijk verzoek van de patiënt zelf) al dan niet equivalent is aan TS. Sommigen argumenteren dat TS (al dan niet samen met OKVV) behoort tot de "normale" medische praktijk, terwijl euthanasie daar geen deel van uitmaakt.20 De posities over de medische "normaliteit" van TS hangen daarbij samen met de justificaties aangebracht voor TS. Sommigen argumenteren bijvoorbeeld dat TS een toepassing is (of kan zijn) van de doctrine van het dubbel effect (DDE: het overlijden wordt dan beschouwd als een neveneffect van de sedatie). TS zou daarom als een vorm van "palliatie" duidelijk kunnen worden onderscheiden van euthanasie, die de dood van de patiënt uitdrukkelijk beoogt.30 Anderen zijn van mening dat DDE niet kan worden uitgebreid op zo'n wijze dat TS erdoor kan worden gejustifieerd.31 Nog anderen menen dat er een belangrijk ethisch verschil is tussen enerzijds TS in het geval van imminente dood en anderzijds TS samen met OKVV (ook wel Early Terminal Sedation genoemd), waarbij TS + OKVV op gelijkaardige justificatieproblemen stoot als euthanasie en als daarmee equivalent kan worden beschouwd, tenminste als er een verzoek van de patiënt aan voorafgaat.32 Indien niet, staat volgens deze laatsten de uitvoering van TS gelijk aan de toediening van letale middelen zonder verzoek van de patiënt. Nog anderen menen dat de combinatie van een op zich niet letale handeling (wegnemen bewustzijn), samen met een niet-behandelbeslissing (OKVV) niet neerkomt op iets doen, maar nog altijd een vorm van laten is. Die laatste conclusie wordt versterkt door de overweging dat de patiënt zelf sowieso de natuurlijke vocht- en voedseltoename had gestaakt.33 In verband met deze conceptuele vragen stelt zich ook een probleem mbt tot de feitelijke medische praktijk bij TS/OKVV. Vaak wordt het vermoeden uitgesproken dat TS/OKVV de arts de mogelijkheid biedt om de eis van de geïnformeerde toestemming vanwege de patiënt of zijn vertegenwoordigers af te zwakken of naast zich neer te leggen (cfr. problematiek van de dementie), om een moeilijk communicatieprobleem met de patiënt en/of diens naasten uit de weg te gaan, of om de administratieve last van de euthanasiemelding te vermijden. De wijze van gebruik van TS + OKVV, eerder dan haar conceptueel karakter zelf, zou haar dan ethisch problematisch kunnen maken. Organisaties: • Medische Sociologie • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Sam RYS • JOHAN BILSEN • LUC DELIENS • REGINALD DESCHEPPER
Technology Assessment van de zorgverstrekking. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoek wordt de impact van het gebruik van medische technologieën op het zorgverstrekkingsproces bestudeerd. Dit onderzoek vertrekt bij de vraag waarop wetenschappelijke en medisch-technologische ontwikkelingen tot stand komen en invloed hebben op de kenmerken van zorgverlening, meer in het bijzonder op de beroepskenmerken van zorgverleners, de organisatie van het werk en het behoud van autonomie van patiënten. Dit onderzoek tracht de huidige discussie over ontwikkeling en toepassingen van technologie in de medische wereld vanuit het breed perspectief van TA te bestuderen. Om de complexiteit van de probleemstelling hanteerbaar te maken wordt het onderzoek toegespitst op 3 domeinen en wordt medische technologie in dit onderzoek overwegend beperkt tot medische hulpmiddelen en medische procedures (niet zozeer geneesmiddelen). De ontwikkelingen worden aan de hand van drie case-studies onderzocht : intensieve zorg, neonatologie en palliatieve zorg. Organisaties: • Medische Sociologie
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • MARCUS LEYS
Technologische ontwikkelingen in de medische wereld en de gevolgen voor de zorgverstrekking : de ontwikkeling van een technologie assessment methodologie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Technology assessment in de gezondheidszorg beperkt zich in grote mate tot kosten-baten of kosten utiliteitsoverwegingcn bij de implementatie van technologie. Het ontbreekt nog in sterke mate aan verdergaande analyses. Dit onderzoek heeft een tweeledige doelstelling. Enerzijds bestudeert het de impact van het gebruik van medische technologieen op het zorgverstrekkingsproces. Het onderzoek vertrekt bij de vraag waarop wetenschappelijke en medisch-technologische ontwikkelingen tot stand komen en invloed hebben op de kenmerken van zorgverlening, meer in het bijzonder op de beroepskenmerken van zorgverleners (professionalisering en autonomie), de kwaliteit van zorg, dc organisatic van het werk en het behoud van autonomic van patiënten (kwaliteit van leven). Het onderzoek spitst zich toe op 3 domeinen (de geboorte en de rol van vroedvrouwen, een domein in het curatief-therapeutisch ingrijpen (bvb intensive care) en palliatieve zorg. Anderzijds tracht het onderzock een TA-methodologie te ontwikkelen waarin vanuit interdisciplinaire invalshoek een prospektieve inschatting mogelijk wordt van de sociale implikaties van nieuwe medische technologie. De verworven inzichten uit het eerste deel van het onderzoek leiden tot de ontwikkeling van een methodologie, waarin prospektieve evaluaties mogelijk zijn en waarin gebruik gemaakt wordt van interdisplinaire inzichten en waarin ook gebruikers een inbreng kunnen hebben in de evaluatie van een technologie. Organisaties: • Medische Sociologie • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • FREDDY LOUCKX • MARCUS LEYS
Technologische Innovatie en Technology Assessment. Universiteit Antwerpen Abstract: Technologische Innovatie en Technology Assessment. Organisaties: • Engineering Management
Onderzoekers: • Lieve Goorden
SpraakAlgoritmen voor Klinische en Educatieve toepassingen Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt een verfijning van de spraakherkenning en de spraaksynthese met het oog op de toepassing ervan in klinische en educatieve toepassingen. Voor spraakherkenning zal gekeken worden naar de aanwending van alternatieve representaties van spraak, zoals b.v. articulatorische representaties en modulatiespectra, alsook naar de ontwikkeling van betere akoestische modellen voor de fonemen van spraak op basis van deze representaties. Voor spraaksynthese zal vooral aandacht gaan naar de synthese van spraak met een hoge kwaliteit (b.v. natuurlijke prosodie) en naar de synthese van spraak die synchroon loopt met de spraak van een testpersoon. Het project beoogt ook het ontwerp, de uitwerking en de evaluatie van nieuwe klinische en educatieve testen, steunend op spraaktechnologie, voor de beoordeling van lees- en articulatieproblemen. Organisaties: • Vakgroep Elektronica en informatiesystemen
Onderzoekers: • Jean Martens
Seksualiteit in de laatste levensfase: ervaringen en behoeften bij terminaal zieke patiënten en hun partners, en de rol van hulpverlening Vrije Universiteit Brussel Abstract: De laatste jaren is er toenemende belangstelling en onderzoek rond het verlenen van psychosociale steun voor terminaal zieken, dit zowel in België als in andere landen. Hoewel goede palliatieve zorg gericht is op zowel fysieke als psychosociale en existentiële behoeften van patiënten en familie valt het op dat seksualiteit afwezig is als een wezenlijke component van de behoeften-evaluatie en zorg-bepaling. Uit recentelijke literatuur blijkt echter dat veel patiënten seksualiteit als waardevol achten binnen de gevorderde stadia van hun ziekte, en dat het belangrijk is om hierover met hun zorgverleners te kunnen communiceren. Toch hebben de meeste zorgverleners moeite om seksualiteit bespreekbaar te maken in de palliatieve setting, en is er weinig bekend over de reden waarom ze worstelen met dit niveau van communicatie in de klinische praktijk. De voorgestelde studie beoogt het longitudinaal onderzoeken van de seksuele ervaringen, problemen en behoeften van terminaal zieke patiënten en hun partners, alsook de rol van de zorgaanbieders met betrekking tot dit onderwerp. De gegevens worden verzameld via kwalitatief onderzoek, met inbegrip van face-to-face interviews met patiënten en hun partners, focusgroep interviews met zorgverleners in de oncologie en palliatieve zorg, en paneldiscussies met experts. Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • Charlotte BENOOT • JOHAN BILSEN
Research and interdisciplinary assessment on the information society: networks, uses and roles of the State Vrije Universiteit Brussel Abstract: Volgend op de reeds bestaande samenwerking op onderzoeksvlak tussen de drie betrokken partners CITA-CRID, LENTIC en SMITwerd er besloten om een interuniversitaire attractiepool op te zetten rond een project dat een grondig onderzoek en evaluatie wil opzetten over het begrip informatiemaatschappij en meer in het bijzonder de informatiesnelwegen in België. Uitgaande van een diepgaand conceptueel onderzoek en een grondige empirische analyse wil dit onderzoeksteam bijdragen tot het uitwerken van bruikbare beleidsopties voor de informatiemaatschappij. Bovendien zullen publicaties en regelmatig geplande open seminaries bijdragen tot de valorisatie van dit onderzoek. Het onderzoek wordt gestructureerd rond drie assen : economie van de innovatie en ontwikkeling van netwerken,gebruikersdynamieken en rol van de staat in de informatiemaatschappij, die elk een conceptueel, empirisch en een evaluatief prospectief luik zullen bevatten Organisaties: • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • JEAN-CLAUDE BURGELMAN
REPROTECT : Development of a novel approach in hazard and risk assessment of reproductive toxicity by a combination and application of in vitro, tissue and sensor technologies.(zie ook EU199B-Rogiers) Vrije Universiteit Brussel Abstract: CONAM (Consensus networking on alternative methods within Europe) werd voorgesteld door ECOPA (European Consensus Platform on 3Rs Alternatives. Deze VZW promoot het 3R's concept: Reduction, Refinement, Replacement - Verfijning, vermindering en Vervanging)bij dierexperimenten . Nieuw voor deze vereniging is dat zowel dierenwelzijnsorganisaties, de dierproefuitvoerende industrie, de academische wereld, de overheid op gelijkwaardige basis vertegenwoordigd zijn). CONAM stelt zich tot doel de verwezenlijking van de uitbouw van een degelijk netwerk voor 3R-alternatives verspreid over alle Europese landen, de samenwerking bevorderen,aandacht vestigen op nieuwe initiatieven met betrekking tot alternatieve methoden en technologieën en de verspreiding ervan. Organisaties: • Toxicologie, Dermato-cosmetologie en Farmacognosie • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • VERA ROGIERS • JOHAN SMITZ
REACTION - Remote Accessibility to Diabetes Management and Therapy in Operational healthcare Networks Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt het onderzoeken en ontwikkelen van een intelligent dienstenplatform dat professionele monitoring en therapie management kan bieden aan diabetes patiënten in verschillende gezondheidsinstellingen verspreid over de EU Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Eugenio MANTOVANI • Paul QUINN • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
PRISMS - De privacy en veiligheid spiegels Vrije Universiteit Brussel Abstract: Niet beschikbaar Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Criminologie • Metajuridica
Onderzoekers: • Gloria GONZALEZ FUSTER • Francesca MENICHELLI • JENNEKE CHRISTIAENS • SERGE GUTWIRTH • Kristof VERFAILLIE
PRESCIENT: Privacy en opkomende velden van wetenschap en technologie : naar een gemeenschappelijk raamwerk voor privacygerichte en ethische evaluaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: rivacy is a multifaceted concept, a moving target and a salient topic in technology policy-making. PRESCIENT will provide an early identification of privacy and ethical issues arising from emerging technologies and their relevance for EC policy. It will contribute to the quality of research in the field of ethics, by distinguishing between privacy and data protection and analysing the ethical, legal and socio-economic conceptualisations of each. The project unfolds in four stages. The first stage is ANALYSIS: the partners will provide a state-of-the-art analysis of privacy and data protection as conceptualised from an ethical, socio-economic and legal perspective. The second stage is CASE STUDIES wherein the partners will identify the privacy, data protection and ethical issues arising from five different emerging technologies and their applications. The third stage focuses on CITIZENS. The partners will analyse various existing surveys to assess citizen concerns and knowledge of the way in which their data are collected, stored and used and their concerns about new technologies and how their concerns have changed over time. The partners will examine 20 top websites and interview data collectors to assess how easy or difficult it is for citizens to access their information and to find out how it is being used. The fourth and final stage focuses on development of a NEW FRAMEWORK FOR PRIVACY AND ETHICAL IMPACT ASSESSMENTS. The partners will develop four scenarios as an element in this new framework, which is based on an integration of the results of this study and on privacy impact assessment guidelines such as those of the UK. The partners will invite a multi-disciplinary panel of 10 external experts to comment on their deliverables and discuss the issues raised in a workshop at each stage. The project will conclude with a final conference to which experts, policy-makers and other stakeholders will be invited in order to debate the project's findings and recommendations. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Rocco BELLANOVA • Raphaël GELLERT • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT