www.researchportal.be - 1 Feb 2016 23:55:04
Onderzoeksprojecten (1 - 20 van 48) Zoekfilter: Classificaties: Duitse taal- en letterkunde
In welke mate is de receptie van literaire werken afhankelijk van geslachtsspecifieke verschillen ? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is de bedoeling de receptie van enkele literaire teksten van schrijfsters vanuit het gender-perspectief te analyseren. Ook populaire literatuur wordt bij het onderzoek betrokken. De onderzoeksgroep is interdisciplinair en interuniversitair. Hij is een aantrekkelijk forum voor jonge onderzoekers Duitse taal- en letterkunde uit het hele land. De deelnemers geven om de beurt lezingen over resultaten van hun onderzoek die gevolgd worden door discussies over de gevolgde metodologie. Graag zou de onderzoeksgroep het onderzoek in de komende jaren verder willen uitdiepen. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • MICHEL VANHELLEPUTTE • MADELINE LUTJEHARMS • Margrit MULLER Heidy
Het belang van de impliciete lezer voor de beeldvorming in de literatuur Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is de bedoeling van de werkgroep, "gender"-gebonden denkbeelden in literaire teksten te analyseren. Voor het onderzoek van denkbeelden en stereotypen in de literatuur is het van groot belang, naast de auteur en de literaire personages ook met de dimensie van de impliciete lezer (W. Iser) rekening te houden, want deze is vatbaar voor manipulatorische ingrepen en voor "gender"-gebonden projecties.Omdat de verhouding tussen verteller en de (denkbeeldige) lezer in autobiografisch vertelproza bijzonder duidelijk naar voren komt, zal het onderzoek worden toegespitst op autobiografisch vertelproza. De eerste onderzoeksresultaten zullen in juli 1998 worden bekendgemaakt naar aanleiding van een internationaal congres over autobiografisch vertelproza van Duitstalige schrijfsters aan de universiteit van Manchester. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy
'Biografieloosheid als levenshouding'. Autobiografie als zelfenscenering in het proza van Friederike Mayröcker. Een poststructuralistische tekstanalyse en haar theoretische consequenties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek concentreert zich op het werk van de Oostenrijkse schrijfster Friederike Mayröcker, over wie nauwelijks serieus secundair materiaal bestaat. Het project heeft twee doelstellingen: een literatuurwetenschappelijke analyse maken van haar prozawerk sinds 1988, en een bijdrage leveren tot de theorievorming over autobiografisch schrijven. Na een grondige studie van de bestaande feministische en poststructuralistische theorieën, wordt een close reading uitgevoerd van vijf prozawerken van Mayröcker. Daarbij worden volgende elementen onderzocht: de subjectvorming van het schrijvende ik; het lichaam als epistemologische kracht; ( deconstructie van de ) autobiografie als biecht; het retorische spel met de lezer. De bevindingen van dit onderzoek leiden tot een aanvulling op en een verfijning van de bestaande theorieënover autobiografisch schrijven. Het geheel wordt geconcipieerd als een monografie over Friederike Mayröcker. Uitgaand van de titel van het project werd tot nu toe voornamelijk aandacht besteed aan de betekenis van het begrip Selbsterfindung voor het proza van Friederike Mayröcker. Ik concentreerde mij daarvoor in de eerste plaats op het boek mein Herz mein Zimmer mein Name. Tijdens het onderzoek vond een voortdurende wisselwerking plaats tussen de lectuurervaringen bij het lezen van dit boek en het theoretische kader dat ik opstelde. Er werd gestart met een onderzoek naar de relatie tussen de narratieve structuur van het boek en de manier waarop het subject vorm aanneemt doorheen de tekst. Al snel werd duidelijk dat beide componenten eigenlijk samenvallen: de opbouw van de tekst vormt tegelijk de contouren van het ik dat die tekst uitspreekt/schrijft. De tekst is met andere woorden een portret, een gelaats- of lichaamsafdruk als het ware, van het ik. Deze bevinding vertoont overeenkomsten met het begrip prosopopoeia, dat volgens Paul de Man ('Autobiographie als Maskenspiel') in het centrum van de autobiografie staat. De afdruk is een afdruk van een afwezig lichaam, een dodenmasker. Deze bevinding, gekoppeld aan de interpretatie dat het boek een - weliswaar illusionaire - poging onderneemt om het tijdsverloop, en daarmee de komende dood, op te heffen, kan ertoe leiden dat we voor dit prozaboek van Mayröcker de term autobiografie vervangen door thanatografie. Het illusionaire karakter van de poging om het tijdsverloop op te heffen vormde het uitgangspunt van het onderzoek sinds maart 2000. In Mayröckers tekst lijken twee tegenovergestelde krachten, gekoppeld aan twee uiteenlopende poeticale opvattingen, aan het werk. Enerzijds hanteert de auteur een vorm van experimenteel schrijven, met haast mechanische productiemethodes waarin de uniciteit van de auteur verdwijnt; anderzijds hangt de auteur een idee van auctoriele inspiratie, van 'bevlogenheid' aan. Het resultaat is een narratieve structuur waarin een strijd woedt tussen metafysica-kritiek en een metafysisch verlangen. Maar het blijft niet bij een strijd, Mayröckers schriftuur ontwerpt ook alternatieven die deze dichotomie opheffen en die zich niet laten definiëren met de aan deze dichotomie inherente kenmerken. Het analyseren zowel van de voornoemde tegenstelling als van haar alternatieven nam een flink stuk van het jaar 2000 in beslag. Samengevat ligt de belangrijkste opdracht voor de komende twee jaar in de analyse van vier andere prozaboeken van de auteur. De voorbije anderhalf jaar werd voornamelijk besteed aan de uitbouw van een theoretisch kader dat zich kon plooien naar de specifieke eigenschappen van Mayröckers schriftuur, zoals die in haar boek mein Herz mein Zimmer mein Name tot uiting komen. Zoals blijkt uit de vorderingsstaat van het onderzoek bleek de confrontatie tussen dit boek en het theoretische kader uiterst vruchtbaar te zijn voor het openen van toegangswegen tot Mayröckers eigenzinnige werk. Daarom wordt dit kader grotendeels meegenomen voor de analyse van de vier andere werken (Reise durch die Nacht, Das Herzzerreißende der Dinge, Stilleben en Lection). Echter, vermits deze werken onderling grote structurele verschillen vertonen (waar mein Herz mein Zimmer mein Name als één doorlopende zin is geconcipieerd, bestaat bijvoorbeeld Das Herzzerreißende der Dinge uit een opeenvolging van korte genummerde fragmentarische hoofdstukken; Stilleben op zijn beurt onderscheidt binnen de verschillende hoofdstukken nog eens aparte momentopnames, enz.), zal ook dit kader naar gelang van het onderzochte boek gemodificeerd moeten worden. Het gehele verdere onderzoek zal blijven draaien rond de begrippen 'ik', 'zelf', 'subject'. Daarom zal tot slot teruggekoppeld worden naar de, al dan niet feministische, poststructuralistische theorievorming rond de autobiografie en zal de vraag beantwoord worden in hoeverre het zinvol is om voor Mayröckers specifieke manier van Selbsterfindung de term autobiografie te behouden.
Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy
In welke mate zijn gesprekken in literaire teksten afhankelijke van gender-specifieke variabelen? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het is de bedoeling dialogen tussen mannen en vrouwen in recente literaire teksten vanuit het gender-perspectief discoursanalytisch te analyseren. In 1999 - in het eerste jaar van het project - hebben de leden van de werkgroep zich vertrouwd gemaakt met de recente literatuur over (feministische) discoursanalyse. In 2000 hebben zij gesprekken in vertelproza van vrouwelijke Zwitserse auteurs uit de jaren 1970 tot 2000 geanalyseerd. Er bleek dat niet alle werken van het tekstcorpus optimaal geschikt zijn voor dit onderzoek omdat er maar relatief weinig dialogen in voorkomen en omdat vele gesprekken op monologen lijken. In 2001 heeft de groep zich op de analyse van populaire literatuur geconcentreerd en ook literaire werken van mannen bij het onderzoek betrokken. Over dialogen in literaire prozawerken is er nog niet veel gender-specifiek onderzoek verricht; dankzij de steun van de OZR kan de werkgroep pionierswerk verrichten. De onderzoeksgroep is interuniversitair en biedt een wetenschappelijk forum aan doctorandi Duitse taal- en letterkunde uit het hele land. Het project is interdisciplinair: taal- en letterkundigen werken actief mee in deze onderzoeksgroep. Op die manier kan de groep bijdragen tot het overbruggen van de kloof tussen taal- en literatuurwetenschap. In 2000 heeft de groep driemaal vergaderd. Er werden teksten van Zwitserse schrijfsters geanalyseerd. S. Bossaert gaf een lezing over de resultaten van haar licentieverhandeling over 'Taal en gender. Linguïstische analyse van de interactie in de schoolklas en bij een vrouwelijke arts'. In de tweede helft van het jaar 2000 bleek het noodzakelijk het tekstcorpus uit te breiden en wat meer te variëren dan oorspronkelijk gepland. Er is meer tijd nodig om meer teksten van uiteenlopende aard te analyseren. De tot nu toe behaalde resultaten zijn interessant en veelbelovend. Bovendien biedt de onderzoeksgroep een goed forum aan jonge onderzoekers Duitse taal- en letterkunde uit het hele land. Graag zou de onderzoeksgroep het onderzoek in de komende jaren verder willen uitdiepen en de resultaten in 2002 openbaar bekend maken in het kader van een colloquium en een wetenschappelijke bundel van de proceedings. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy
Bijdrage tot een retorica van de revoluties. Een discoursanalytische benadering tot de taal van de revoluties in de Duitstalige pers en literatuur tussen 1880 en 1939. Universiteit Antwerpen Abstract: De studie beoogt een analyse van de taal en de historische receptie van de Franse Revolutie in de Duitse pers en literatuur tussen 1880 en 1939. Daarbij wordt zowel van literaire als ook van niet-literaire teksten uitgegaan om een zo breed mogelijke tekstcorpus als uitgangsbasis voor het onderzoek te kunnen gebruiken. Het doel is aan de hand van deze historische discoursanalyse de rol van de Franse Revolutie en hun belangrijkste vertegenwoordigers in het Duitsland van de eeuwwisseling en van de Weimarer Republiek na te gaan. Waar liggen in deze receptie de verbanden met de Russische Revolutie, hoe uiten zich deze verbanden in de gebruikte taal? Wat zijn de kenmerken van 'revolutionaire taal', hoe evalueren deze kenmerken in de vreemde taal en in een verschillende culturele context? Organisaties: • INTERFACULTAIRE ONDERZOEKSGROEP VERGELIJKENDE LITERATUURWETENSCHAP • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Diana Phillips • Grazia Berger
Organisatie internationaal congres over jeugdliteratuur aan de VUB op 25 en 26 augustus 2000 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit congres wil cultuurhistorisch en mentaliteitskritisch onderzoek leveren over het jeugdboek. De jeugdliteratuur, als tekstmedium dat vertaald wordt in vele talen, is een belangrijk forum voor interculturele contacten. In de lezingen staat de vraag centraal op welke manier de jongeren in recente en oudere jeugdliteratuur geconfronteerd worden met migratie, vluchtelingenproblematiek, racisme en andere componenten van de hedendaagse multiculturele samenleving en Europa. Hoe komen de verschillende mentaliteiten en diverse cultureke achtergronden in jeugdboeken tot uitdrukking? Maar de doelstelling van het congres beperkt zich niet tot thematisch gebonden motiefonderzoek. Jeugdliteratuur is het voorwerp van uiteenlopende interessen. Verschillende bijdragen houden dan ook rekening met de impact van economische en vertaaltechnische factoren en met de inbreng van uitgevers en illustratoren. Organisaties: • Germaanse Talen
Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy
Diglossie in het Nederlands-Duitse grensgebied, Gelderse Achterhoek-Westmünsterland. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar het functieverlies van het desbetreffende Nederlandse en Duitse dialect enerzijds en het structuurverlies van beide anderzijds.//..Onderzoek naar de rol van zowel taalexterne als taalinterne factoren in de twee voornoemde ontwikkelingen. Aansluiting aan gelijkaardig lopend onderzoek wordt nagestreefd. Organisaties: • WERKGROEP NAAMKUNDE • Individueel onderzoek taalkunde
Onderzoekers: • Ludgerus Kremer
Nietzsches receptie van en invloed op concepties van vrijheid in de Russische literatuur en wijsbegeerte.
Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de Russische literaire teksten te detecteren en te onderzoeken die een rol hebben gespeeld in Nietzsches theorievorming. Daarnaast zal onderzocht worden welke impact Nietzsche heeft gehad op de Russische literatuur en wijsbegeerte van de zilveren eeuw (1890-1920). Hierbij zal het probleem van de individuele vrijheid als thematische leidraad fungeren. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck • Thomas Langerak
Nietzsches mythopoëem van de 'eeuwige terugkeer': zijn visie op antieke mysteriën en het vroege christendom, invloed op zijn literaire en filosofische praktijk en interactie met de filologische en godsdiensthistorische debatten terzake Universiteit Gent Abstract: Het project wil in de eerste plaats nagaan welk visies Nietzsche op antieke mysterie-culten enerzijds en het vroege christendom anderzijds uitwerkt. Ten tweede willen we aandacht besteden aan Nietzsches verhouding tot de "Altertumswissenschaft" van zijn tijd - in het bijzonder tot de studies over de mysteriën. Ten derde wil het onderzoek de narrativiteit van de terugkeerleer diepgaand onderzoeken en de evoluties en perspectieven die Nietzsches werk er tegenover inneemt in kaart brengen. Ten vierde streeft het onderzoeksproject naar de uitdieping van Nietzsches concept van 'interculturele transactie'. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck • Danny Praet
Ontsluiting van de kinderkamer : dislocatie van het kindmotief in de actuele, westerse jeugdliteratuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontsluiting van de kinderkamer : dislocatie van het kindmotief in de actuele, westerse jeugdliteratuur. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Katrien Vloeberghs • Vivian Liska
Flandern in Not. Een onderzoek naar de beeldvorming rond Vlaanderen in Nazi-Duitsland (1933-1945). Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie beoogt de analyse van de beeldvorming rond Vlaanderen in Nazi-Duitsland. Deze beeldvorming zal onderzocht worden vanuit verschillende invalshoeken in een gevarieerd corpus van Duitstalige boeken en tijdschriften uit de periode 1933-1945: met betrekking tot de inhoud (terugkerende themata, synchrone incon-sistenties en diachrone veranderingen), met betrekking tot de vorm (beeldgebruik, genres, narratologische structuren, pragmatische strategieën, intertekstuele verwijzingen') en met betrekking tot de specificiteit van fictie in de constructie van dit beeld. Aansluitend wordt de wisselwerking van deze beeldvorming met een ruimer historisch en politiek-ideologisch kader onderzocht. Organisaties: • Literatuurwetenschap • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska
Iedere diepzinnige geest heeft een masker nodig: Napoleon, Kaspar Hauser en de familieroman in het werk en de waan van Friedrich Nietzche. Een pscyhohistorische analyse Universiteit Gent Abstract: We willen aantonen dat Nietzchers waan geen accumulatie van afzonderlijke voorstellingen is die ontspringen aan de deviante creativiteit van een ziek filosoof. Integendeel: ze vormt één coherent geheel met motieven en thematische complexen die frequent opduiken in zijn werken en schrijfsels en op een gegeven moment één dreigende constellatie gaan vormen die de directe aanleiding is voor de uitbarsting van de waan. Er is dus geen bruek tussen de "nog-gezonde" en de "zieke" Nietzche. Het onderzoek van deze imaginatieve continuïteit zal ons in staat stellen de verschillende delen van Nietzsches waan in één geheel te integreren en ze te begrijpen als bouwstenen van zijn in hoofdzaak op de receptie van historische fenomenen en personen gebaseerde psychobiografie. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Jan Art • Benjamin Biebuyck
Het "Balkanisme" binnen de Oostenrijkse literatuur en cultuur: Bosnië-Herzegovina 1878-1918. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project gaat na in hoeverre er binnen de Oostenrijkse cultuur (18e ' 20e eeuw) een imagovorming en een redenering m.b.t. de Balkan aan de gang was, die men met de koloniale literaturen van dat tijdperk zou kunnen vergelijken; m.a.w. wat er voor imago's voor het zelf en het andere/het vreemde van "de Balkan" gecreëerd werden, in het bijzonder i.v.m. Bosnië-Herzegovina dat door Oostenrijk-Hongarije was bezet en geannexeerd (1878-1918). Organisaties: • INTERFACULTAIRE ONDERZOEKSGROEP VERGELIJKENDE LITERATUURWETENSCHAP • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Roland Duhamel • Kathleen Gyssels
Sprookjes opnieuw bekeken. Studie over de intertekstuele dialoog tussen sprookjestheorie en Duitse, Engelse en Nederlandse sprookjesbewerkingen in de periode van 1970 tot 2000. Universiteit Antwerpen
Abstract: Sinds de jeugdliteratuur door de literatuurwetenschappers serieus wordt genomen als onderzoeksveld, worden vooral sprookjes uitvoerig bestudeerd. De meeste aandacht ging tot nu toe uit naar de sprookjes die verzameld zijn door de gebroeders Grimm. `Volwassen' literatuurtheorieën zoals de psychoanalyse, het feminisme, structuralisme en poststructuralisme hebben gezorgd voor nieuwe perspectieven op de oude teksten. Tegelijkertijd was en is er een levendige belangstelling voor de sprookjes bij auteurs en illustratoren. Schrijvers verzinnen nieuwe sprookjes en herschrijven de traditionele versies, en die verhalen worden vaak uitgegeven met vernieuwende illustraties. Voor mijn doctoraatsproject onderzoek ik de wisselwerking tussen het theoretisch discours over sprookjes enerzijds en de fictiebewerkingen anderzijds. Hoewel in beide genres vaak dezelfde ideeën uitgedrukt worden, hebben ze hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Aangezien kinderen meestal geen toegang hebben tot literatuurtheoretische teksten, kunnen de sprookjesbewerkingen gedeeltelijk dezelfde functie vervullen: vaak bieden zij immers een kritische blik op de versies van Grimm. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Vanessa Joosen
Publicatie doctoraatsthesis : "Im Manuskript an den Rand geschrieben". Spiegelschrift und Diskurs in Rainer Maria Rilkes "Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge. Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie doctoraatsthesis : "Im Manuskript an den Rand geschrieben". Spiegelschrift und Diskurs in Rainer Maria Rilkes "Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge. Organisaties: • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Diana Phillips
Het economisch leven en discours in de Oostenrijkse literatuur van het Fin-de-siècle tot heden. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt de representatie van het economisch leven en discours in de Oostenrijkse literatuur van het Fin-de-siècle tot heden onderzocht via een systematische, economisch getinte lectuur van literaire teksten uit die periode. Tevens wordt gefocust op methodologische en interdisciplinaire aspecten (de interferentie tussen literatuur(studie) en het economische: Hoe beïnvloeden methoden en inzichten uit de economie het uitzicht van de literatuur/studie? Welke rol spelen literaire teksten en literatuurwetenschap in het economisch leven en discours? Organisaties: • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Ingeborg Dusar
Prijs van de BFVUG 2005. Universiteit Antwerpen Abstract: Prijs van de BFVUG 2005. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Ine Van linthout
Sprookjes opnieuw bekeken. Studie over de intertekstuele dialoog tussen sprookjestheorie en Duitse, Engelse en Nederlandse sprookjesbewerkingen in de periode van 1970 tot 2000. Universiteit Antwerpen Abstract: Sinds de jeugdliteratuur door de literatuurwetenschappers serieus wordt genomen als onderzoeksveld, worden vooral sprookjes uitvoerig bestudeerd. De meeste aandacht ging tot nu toe uit naar de sprookjes die verzameld zijn door de gebroeders Grimm. `Volwassen' literatuurtheorieën zoals de psychoanalyse, het feminisme, structuralisme en poststructuralisme hebben gezorgd voor nieuwe perspectieven op de oude teksten. Tegelijkertijd was en is er een levendige belangstelling voor de sprookjes bij auteurs en illustratoren. Schrijvers verzinnen nieuwe sprookjes en herschrijven de traditionele versies, en die verhalen worden vaak uitgegeven met vernieuwende illustraties. Voor mijn doctoraatsproject onderzoek ik de wisselwerking tussen het theoretisch discours over sprookjes enerzijds en de fictiebewerkingen anderzijds. Hoewel in beide genres vaak dezelfde ideeën uitgedrukt worden, hebben ze hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Aangezien kinderen meestal geen toegang hebben tot literatuurtheoretische teksten, kunnen de sprookjesbewerkingen gedeeltelijk dezelfde functie vervullen: vaak bieden zij immers een kritische blik op de versies van Grimm. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Vanessa Joosen
Van vraag tot voorwaarde: Synchrone en diachrone emergentie van asyndetische conditionele zinsconstructies in het West-Germaans in het kader van de grammaticalisatietheorie en de 'theodistiek' Universiteit Gent Abstract: Het project odnerzoekt de diachrone en synchrone discoursbasis van conjunctieloze conditionele zinsconstructies in het West-Germaans. Er zal worden nagegaan (a) hoe deze kunnen worden opgevat als grammaticalisaties van dialogen bestaande uit een ja/nee-vraagzin en een declaratieve zin en (b) in hoeverre het Duits en Nederlands mbt deze constructies (tot in de 17de eeuw) een eenheid vormden in vergelijking met het Engels. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Luc De Grauwe • Torsten Leuschner
De vraag naar de taal. Een studie van de poëtische en visueel-artistieke tekensystemen en va de intermediale en intertekstuele verbindingen tussen deze systemen in Duitsland na 1990. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van het doctoraatsproject van Noël Reumkens is in de eerste plaats de vergelijking van de tekensystemen van poëzie en visuele kunst in de Berlijnse Republiek (i.e. de Bondsrepubliek Duitsland na de val van de Muur). Het gaat hier om een vergelijking van de verschillende
manieren waarop deze "betekenis", resp. "betekenisloosheid" construeren. De poëzie en visuele kunst van de negentiger jaren en het begin van het nieuwe millennium tonen beide zowel thematisch als formeel een grote affiniteit met de historische Avantgarde (zie o.a. de poëticale teksten van Thomas Kling). Intermediale gedichten van Friederike Mayröcker, Thomas Kling, Durs Grünbein en Ulrike Draesner worden aan een grondige vergelijkende analyse onderworpen. Het proefschrift van Noël Reumkens over Kunst, Künstler, Konzept und Kontext. Intermediale und andersartige Bezugnahmen auf VisuellKünstlerisches in der Lyrik Mayröckers, Klings, Grünbeins und Draesners wordt op 18 september 2009 aan de Vrije Universiteit Brussel verdedigd. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Margrit MULLER Heidy