Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving Rapportage gemeente Menterwolde
Datum Status
2 december 2011 Definitief
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Colofon Contactpersoon
Lukas van der Velde T 050-5992777 M 06-29591864
[email protected] VROM-Inspectie Directie Uitvoering Regionaal Accountmanagement Cascadeplein 10 Groningen Postbus 16191 2500 BD Den Haag
Auteurs
K. Huizinga L. van der Velde
Pagina 2 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Inhoud
Inleiding........................................................................................................................ 4 1
Onderzoeksopzet ............................................................................................... 5
1.1
Onderzoeksopzet ................................................................................................................ 5
1.2
Uitvoering en rapportage ..................................................................................................... 5
2
Korte kenschets gemeente .................................................................................. 7
3
Bevindingen taakuitvoering asbest ....................................................................... 9
3.1
Bevindingen onderzoek output .............................................................................................. 9
3.2
Bevindingen onderzoek input .............................................................................................. 10
3.3
Overige zaken/bevindingen ................................................................................................ 10
4
Bevindingen taakuitvoering bodem .................................................................... 11
4.1
Bevindingen onderzoek output ............................................................................................ 11
4.2
Bevindingen onderzoek input .............................................................................................. 12
4.3
Overige zaken/bevindingen ................................................................................................ 12
5
Bevindingen taakuitvoering toezicht en handhaving bestemmingsplannen ............... 14
5.1
Bevindingen onderzoek output ............................................................................................ 14
5.2
Bevindingen onderzoek input .............................................................................................. 15
5.3
Overige zaken/bevindingen ................................................................................................ 15
6
Bevindingen taakuitvoering bouwen ................................................................... 17
6.1
Bevindingen onderzoek output ............................................................................................ 17
6.2
Bevindingen onderzoek input .............................................................................................. 18
6.3
Overige zaken/bevindingen ................................................................................................ 18
7
Beoordeling taakuitvoering en aanbevelingen ...................................................... 19
7.1
Beoordeling taakuitvoering ................................................................................................. 19
7.2
Aanbevelingen .................................................................................................................. 21
Pagina 3 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Inleiding
In het kader van het Uitvoeringsplan herziening Interbestuurlijk Toezicht (IBT) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, dient het IBT dat de VROM-Inspectie uitvoert op gemeenten per 1 januari 2012 te zijn overgedragen op provincies. Uitgangspunten voor de uitvoering van IBT zijn selectief, sober en generiek en met het primaat bij de gemeentelijke verantwoording. Op landelijk niveau wordt momenteel deze overdracht voorbereid. Met het oog op deze overdracht voert de VROM-Inspectie in 2011 korte IBTonderzoeken uit bij circa 30 geselecteerde gemeenten. De provincies worden in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan deze onderzoeken. De opzet is om de onderzoeken toe te spitsen op enkele risicothema’s, zodat het IBT concreet en relevant van karakter is. Het betreft de risicothema’s: Asbestverwijdering Bodemverontreiniging Kwaliteit en veiligheid gebouwen: constructieve veiligheid, brandveiligheid publiek toegankelijke gebouwen en binnenmilieu Bestemmingsplannen, specifiek handhaving De keuze voor deze thema’s is als volgt. In de verschillende uitvoeringsprogramma’s voert de VROM-Inspectie thematisch onderzoek uit naar de naleving van wet- en regelgeving op het gebied van milieu, ruimte en bouwen & wonen. In dit themaonderzoek constateert de VROM-Inspectie al vele jaren dat bij (met name maar niet uitsluitend) deze risicovolle onderwerpen de naleving structureel onvoldoende is. Achterblijvende uitvoering door decentrale overheden is een belangrijke medeoorzaak van deze slechte naleving. Het hoofddoel van dit project (getiteld Versterking decentrale uitvoering op risicothema’s) is om de uitvoering op de genoemde risicothema’s te verbeteren, met als gevolg dat de naleving verbetert. Hiertoe wordt onderzoek uitgevoerd bij circa 30 gemeenten waarvan de VROM-Inspectie signalen heeft van wenselijkheid van versterking van uitvoeringstaken. Alle vier thema’s worden onderzocht, ook indien geen expliciete negatieve indicaties voor taakuitvoering voor een thema voorhanden zijn. Het betreft geen diepgravend onderzoek. Het accent ligt op gerichte interviews en globaal dossieronderzoek. Dit rapport bevat de bevindingen van het nader onderzoek in de gemeente Menterwolde zoals uitgevoerd op 29 augustus (middag), 1,2 (ochtend) en 6 september 2011. Voorafgaand aan het onderzoek hebben de onderzoekers een schouw uitgevoerd in de gemeente (24 augustus). Hoofdstuk 1 gaat kort in op de onderzoeksopzet, hoofdstuk 2 geeft een korte kenschets van de gemeente, waarna in de hoofdstukken 3-6 de bevindingen voor de taakuitvoering van achtereenvolgens asbest, bodem, toezicht en handhaving bestemmingsplannen en bouwen aan de orde komen. Hoofdstuk 7 bevat conclusies en aanbevelingen.
Pagina 4 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
1
Onderzoeksopzet
1.1
Onderzoeksopzet Keuze te onderzoeken gemeenten Onderzoek wordt uitgevoerd bij circa 30 gemeenten waarvan de VROM-Inspectie signalen heeft van wenselijkheid van versterking van uitvoeringstaken. Het betreft enerzijds signalen uit thema-onderzoeken van de VROM-Inspectie op de genoemde risicothema’s en anderzijds op algemene beelden van de VROM-Inspectie van de betreffende gemeente. Ook oordelen van de provincie op basis van het regisseursschap milieuhandhaving zijn meegewogen. Benadrukt wordt dat deze signalen veelal indicaties zijn. Uit het onderzoek dient een nader beeld omtrent de taakuitvoering naar voren te komen1. Op basis van een shortlist is een keuze gemaakt voor 30 gemeenten. De gemeente Menterwolde is geselecteerd vanwege het oordeel van de provincie Groningen over de milieuhandhaving en omdat van de gemeente geen gegevens zijn ontvangen in het kader van de quick-scan asbest van de VROM-Inspectie in 2010. Onderzoek taakuitvoering per thema In samenspraak met de thema-specialisten binnen de VROM-Inspectie is per thema een korte analyse opgesteld van de taakuitvoering van de gemeente in relatie tot de wet- en regelgeving en een globaal, landelijk beeld opgesteld van aandachtspunten die wijzen op de wenselijkheid van versterking van die taakuitvoering. Op basis van deze analyse is een set onderzoeksvragen samengesteld, die een beeld moet geven van het niveau van taakuitvoering. Een onderscheid wordt gemaakt in onderzoeksvragen die op de prestaties van de taakuitvoering toespitsen (outputvragen) en vragen die betrekking hebben op de formatie en het kennis- en ervaringsniveau (inputvragen). De onderzoeksvragen zijn opgenomen in bijlage 1. De outputvragen omvatten vragen naar de aanwezigheid van relevante beleids- en handhavingsdocumenten (b.v. handhavingsjaarverslagen), de toetsing van de volledigheid van dossiers (b.v. sloopdossiers) en specifieke vragen die inzoomen op belangrijke onderdelen van de taakuitvoering (b.v. protocol asbestbranden). De inputvragen sluiten aan bij de kritieke massa criteria per deskundigheidsgebied zoals opgesteld in het kader van het programma Uitvoering met ambitie (de “KPMGkwaliteitscriteria).
1.2
Uitvoering en rapportage Het onderzoek is uitgevoerd door Lukas van der Velde en Kees Huizinga op 29 augustus, 1, 2 en 6 september 2011. Het onderzoek bestaat uit 3 fasen: voorbereiding door de onderzoekers, nader onderzoek bij de gemeente en rapportage. 1
Dit betekent tevens dat met de keuze van de te onderzoeken gemeenten geen oordeel wordt uitgesproken over de taakuitvoering op het gebied van omgevingsrecht en zelfs niet op de vier te onderzoeken risicothema’s. Pagina 5 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Het vooronderzoek betrof het raadplegen van relevante informatie zoals aanwezig bij de VROM-Inspectie zoals de informatie die is weergeven in het databeheersysteem van de inspectie voor de betreffende gemeente en relevante andere documentatie, vooral over de te onderzoeken risicothema’s. Voor het nader onderzoek is gesproken met: Harry Flap (afdelingshoofd Grondgebiedzaken) Otto Koetje (hoofd Bureau Ruimte) Priscilla van der Veen (medewerker milieutoezicht) Peter Bakker (medewerker bouwvergunningen) Paul Ratgers (medewerker bouwtoezicht) Marije Bakker (medewerker ruimtelijke ordening) Haro Swiersema (medewerker milieuvergunningverlening) Tjallie Woldhuis (Hoofd Openbare Werken) Mark Loots (Medewerker Openbare Werken, beheerder grondbank) Marten Prins (postcommandant gezamenlijke brandweer Menterwolde, Veendam en Pekela) De concept-rapportage is op 27 oktober 2011 ambtelijk besproken. Na het verwerken van de opmerkingen is de definitieve rapportage opgemaakt. Het rapport is op 30 november 2011 besproken in een – telefonisch - bestuurlijk overleg tussen de directeur-inspecteur van de VROM-Inspectie, de heer R.J.M. van den Bogert en wethouder de heer J. Batelaan van de gemeente Menterwolde. De definitieve rapportage wordt toegezonden aan College van Burgemeester en Wethouder van de gemeente Menterwolde en aan de gemeenteraad en gaat in afschrift naar het College van gedeputeerde Staten van de provincie Groningen.
Pagina 6 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
2
Korte kenschets gemeente
De gemeente Menterwolde ligt in de provincie Groningen, telt ongeveer 12.400 inwoners en heeft een oppervlakte van 81,62 km2. De gemeente Menterwolde is ontstaan op 1 januari 1990. Op deze datum zijn de gemeenten Meeden, Muntendam en Oosterbroek samengevoegd als gevolg van de gemeentelijke herindeling in Groningen. Tot de gemeente Menterwolde behoren de dorpen Muntendam, Meeden, Noordbroek, Zuidbroek, Tripscompagnie en (een deel van) Borgercompagnie. Menterwolde wordt doorkruist door de snelweg A7 en de autoweg N33 (waarvan het zuidelijk deel de komende jaren zal worden verdubbeld), waarmee de bereikbaarheid van Menterwolde nog versterkt zal worden. Door de gemeente loopt de spoorverbinding Groningen-Nieuweschans met in Zuidbroek een treinstation. Ook over het water is Menterwolde goed bereikbaar. Het Winschoterdiep, één van de hoofd vaarverbindingen in de provincie Groningen, doorkruist de gemeente. Deze vaarverbinding is van belang voor zowel de beroepsals de recreatievaart. Langs de A7 ligt het bedrijvenpark “de Gouden Driehoek”, waar de meeste bedrijfsontwikkelingen plaatsvinden. Landbouw is nog steeds de grootste bedrijfstak. In het buitengebied bevinden zich onder de grond vele hogedruk-aardgasleidingen en lopen een aantal 220 kv-leidingtracé’s. De gemeente heeft net als de meeste gemeenten in Oost-Groningen te maken met vergrijzing en een afname van het aantal inwoners, waardoor het voorzieningenniveau mogelijk onder druk zal komen te staan. De daling van het aantal inwoners (2009: 110, 2010: 40) is echter licht in vergelijking met (sommige) andere gemeenten in Oost Groningen . In een regionaal woon- en leefbaarheidsplan zijn de gevolgen van de demografische ontwikkelingen en opgaven voor de regio geformuleerd. De gemeente Menterwolde is gestart met het opstellen van een gemeentelijk woon- en leefbaarheidsplan dat naadloos aansluit op het regionale plan en met een verdieping het woonplan van 2002 herziet. De gemeente Menterwolde heeft zich teruggetrokken uit de vergaande ambtelijke samenwerking met de gemeenten Veendam en Pekela en voert de taken met betrekking tot de onderzochte risicothema’s zoveel mogelijk zelfstandig uit. Bij de samenwerkingsgesprekken met de gemeenten Pekela en Veendam is gebruik gemaakt van een benchmark onderzoek uitgevoerd door Berenschot. Hieruit kwam naar voren dat bemensing ook in vergelijking met deze buurgemeenten aan de lage kant was. Duidelijk was dat versterking nodig was, maar dit is in verband met bezuinigingen en met het gegeven dat de gemeente zich beraadt op de toekomstige taakuitvoering niet gerealiseerd. Aan het project voor de totstandkoming van een omgevingsdienst in de provincie Groningen neemt de gemeente actief deel. Naast het inbrengen van alle milieutaken (hierover is provinciebrede consensus in Groningen) wordt overwogen Wabo-brede taken in te brengen. Het college heeft zich hier inmiddels positief over uitgesproken. De ambtelijke organisatie van de gemeente Menterwolde bestaat uit de afdelingen Middelen en Ondersteuning (vacature voor bureauhoofd), Samenlevingszaken (idem) en Grondgebiedzaken. Bij de afdeling Grondgebiedzaken vinden de werkzaamheden op het gebied van vergunningverlening en handhaving voor de fysieke leefomgeving plaats binnen het Bureau Ruimte. Dit Bureau bestaat uit 11,3 fte, en zorgt voor de werkzaamheden op het gebied van volkshuisvesting en wonen, ruimtelijke ordening, milieu en bouwen, zowel beleidsmatig als vergunningverlening, toezicht en handhaving. Ook zaken als de invoering (en beheer) van de Pagina 7 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
basisadministratie gebouwen (BAG) worden binnen het bureau opgepakt. De invoering van BAG heeft veel tijd gekost, inmiddels is de beheersfase bereikt. De invoering van Wabo heeft ook veel tijd gekost (o.a. invoering van de gemeentelijke behandelmodule Powerforms) zonder dat hiervoor extra menskracht beschikbaar was. Met het raadsbesluit van oktober 2009, waarbij de samenvoeging van de ambtelijke organisaties van Menterwolde-Pekela-Veendam (MPV) is afgewezen, bezinnen het college en de gemeenteraad zich op de toekomstige samenwerkingsmogelijkheden en wensen. met het vertrek van de gemeentesecretaris per 15 november 2011 wordt tevens een wijziging doorgevoerd in het managementteam. De gemeente beschikt over een integraal handhavingsbeleid, maar deze is in 2005 opgesteld. Momenteel werkt men in regionaal verband aan het opzetten van nieuw handhavingsbeleid. Er vindt tweewekelijks een bestuurlijk handhavingsoverleg overleg, waaraan de wethouders RO en Milieu en de burgemeester deelnemen. Puntsgewijs de ontwikkelingen betreffende de beleidsgebieden die voor dit onderzoek relevant zijn: Beleid ruimtelijke ordening: Structuurvisie in kader van nieuwe Wro moet nog worden opgesteld. Gewerkt wordt aan kadernota buitengebied. Mede vanwege de financiën wordt onderzocht om structuurvisie en bestemmingsplan buitengebied tegelijkertijd te ontwikkelen. Actualisatie bestemmingsplannen is een speerpunt. Het streven is om per 2013 actuele bestemmingsplannen te hebben. Vier dorpen (Meeden, Noordbroek, Zuidbroek en Muntendam), industriegebied Gouden Driehoek (met handhavingsparagraaf) en Buitengebied. De planning voor het buitengebied is ambitieus en zal niet voor 2013 worden gehaald. Er is geen programma en ook geen verslag. Beleid Milieu: gemeente heeft een milieubeleidsplan, uitvoeringsprogramma 2011 en jaarverslag 2010. In het uitvoeringsprogramma voor toezicht en handhaving worden asbest en vrije veld handhaving (laatste met name door 2 BOA’s) als speerpunten benoemd. Beleid Bouwen: er is geen bouwbeleidsplan aanwezig en geen toetsingsprotocol. Evenmin aanwezig een programma en/of verslag.
Pagina 8 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
3
Bevindingen taakuitvoering asbest
3.1
Bevindingen onderzoek output
De gegevens van de gemeente Menterwolde bij de quick-scan uitvoering asbesttaken van de VROM-Inspectie in 2010 zijn door de gemeente wel ingevuld, maar waarschijnlijk door problemen met de mailserver van de gemeente, nooit aangekomen bij de VROM-Inspectie. De gemeente Menterwolde heeft geen kopie van de ingevulde gegevens, maar desgevraagd werd aangegeven dat op het merendeel van de onderdelen de gemeente in 2010 niet voldoende scoorde (1)2. Na aanleiding van een oefening in een leegstaand blok woningen werd de milieuhandhaver door de brandweer attent gemaakt op asbestverdachte delen op het slooptterrein. Vanuit deze melding is onderzoek gestart en volgend uit de aanpak van deze locatie is door de toezichthouders bouwen en miliue de cursus SC570 gevolgd. De medewerkers in de buitendienst (Openbare Werken) gaan allemaal de cursus asbestherkenning volgen. De prioriteit ligt nu bij het beschrijven van de werkprocessen (2). In de provincie Groningen is dit jaar een project opgestart om de kwaliteit van de vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot asbest te verhogen; een onderdeel hiervan vormt het aanbieden van een cursus voor gemeentelijke vergunningverleners en toezichthouders. Er vindt geen actieve voorlichting plaats over de risico’s van asbest richting burgers en bedrijven. Alleen op basis van vragen wordt de burger of een bedrijf geïnformeerd (3). De sloopdossiers bevatten de meest relevante zaken, zoals de aanvraag met tekening, een asbestinventarisatie, de vergunning en de vrijgave (zie bijlage 2 voor beoordeling van dossiers). Aanvullende stukken die voor een goed verloop en een goede borging van de procedure van belang zijn, ontbreken veelal. Een checklist beoordeling asbestinventarisatie is in één van de onderzochte dossiers aangetroffen. Controles van de locatie voor afgifte van de sloopvergunning (via checklist) vinden niet aantoonbaar plaats. Een overzicht waaruit blijkt dat de gemeente de aanvraag op volledigheid en juistheid heeft gecheckt ontbreken echter veelal. Ook startmeldingen, gereedmeldingen en stortbonnen zijn niet aangetroffen. Wel wordt consequent bijgehouden op welke moment er toezicht tijdens de sloop heeft plaatsgevonden en worden de resultaten van dat toezicht inzichtelijk gemaakt (4). De communicatie tussen vergunningverlening en toezicht, wordt vooral op ad-hoc basis, vanwege de korte lijnen tussen vergunningverlening en toezicht, op een praktische en doelmatige wijze wordt ingevuld. De communicatie verloopt dus prima hoewel dit niet is vastgelegd/geborgd in een werkinstructie. Toezicht is dus op de hoogte van de sloopvergunningen, en dus ook van de meest risicovolle sloopactiviteiten (6).
2
De nummers tussen haakjes verwijzen naar de betreffende onderzoeksvraag van het risicothema asbest, zie bijlage 1. Pagina 9 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Op de milieustraat vindt registratie plaats van afgifte van asbest. Deze gegevens worden door de gemeente echter niet geanalyseerd. Alleen in geval er door dezelfde aanbieder veel wordt aangeboden wordt de toezichthouder geïnformeerd (7). De gemeente hanteert een regionaal protocol asbestbranden (welke veiligheidsregio breed is vastgesteld) dat is gebaseerd op het meest recente plan van aanpak asbestbrand. Dit protocol is altijd beschikbaar in geval van calamiteiten (de storingsdienst beheert een koffer waarin het protocol is opgenomen). In de acute fase (waarbij er sprake van is dat asbest vrijkomt) vindt inzet van de brandweer plaats onder regionale commandovoering (5). 3.2
Bevindingen onderzoek input De gemeente voldoet (net) niet aan de kwaliteitscriteria kritieke massa voor het specialistische deskundigheidsgebied Bouwen/sloop en asbest. De gemeente beschikt aantoonbaar over 2 medewerkers voor activiteiten 1-6. Echter geen 1 persoon in opleiding. De gemeente voldoet hiermee wel aan de Groningse maat voor wat betreft opleidingsniveau. Echter het minimaal aantal activiteiten (enkele tientallen per jaar) wordt niet gehaald, door het lage aanbod asbestzaken (8) De gemeente beschikt ook aantoonbaar over 2 medewerkers voor activiteiten 6 en 8, voor wat betreft opleidingsniveau, maar voldoet niet aan de kwaliteitscriteria omdat minder dan 40% van de tijd besteed wordt aan het beoordelen van inventarisatierapporten en het toezicht houden op de omgang met asbest (9).
3.3
Overige zaken/bevindingen Van belang is nog te vermelden dat vanwege het feit dat alle medewerkers van de buitendienst (Openbare Werken) een cursus asbestherkenning hebben gevolgd, het aantal ogen en oren in het veld sterk is toegenomen. De lijn met de asbestdeskundigen van het Bureau ruimte is kort. Hiermee wordt dus ook een bijdrage aan de kwaliteit van de taakuitvoering geleverd.
Pagina 10 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
4
Bevindingen taakuitvoering bodem
4.1
Bevindingen onderzoek output Algemeen/beleid Binnen de gemeente vinden momenteel geen grote bouwprojecten plaats. Er vindt ook niet veel transport van grondstromen plaats (1). De bodemfunctiekaart is vastgesteld, waarbij generiek beleid wordt gehanteerd. De opzet is vrij eenvoudig: met uitzondering van industriegebied en wegbermen (industrie) is het overgrote deel van het gebied op achtergrondwaarden gezet. De bodemkwaliteitskaart is door de gemeente in 2006 opgesteld en loopt in 2011 af. De gemeente is momenteel bezig deze kaart te actualiseren. De provincie maakt de kaart (voor het buitengebied) van de gehele provincie. De gemeente Menterwolde werkt samen met een aantal Oost Groningse gemeenten aan de kaart voor het stedelijk gebied. De gemeente maakt geen gebruik van gebiedsspecifiek beleid. Er is geen sprake van overgangsbeleid. Een bodembeheerplan is in 2002 opgesteld (2). Er is geen toezichts- en handhavingsbeleid geformuleerd. Overigens maakt de gemeente in zijn algemeenheid wel gebruik van een driestappen handhavingsplan, is er sprake van een functionele scheiding tussen vergunningverlening en toezicht en hanteert de gemeente ook een actieve signalering. Hierbij speelt de oog- en oorfunctie van de buitendienstmedewerkers een belangrijke rol (zie ook 5) (3). Meldingen Besluit bodemkwaliteit De gemeente beoordeelt de meldingen. Deze meldingen komen digitaal binnen via Agentschap.nl. Bij de beoordeling wordt gekeken naar compleetheid, wie de opdrachtgever is, en waar de betreffende partij grond wordt heen vervoerd. Echter deze beoordeling wordt niet vastgelegd in de dossiers. De dossiers bevatten slechts de melding en een milieuhygiënische kwaliteitsverklaring. Zie ook bijlage 2 voor de bevindingen van dossiers van 2010 en eerste helft 2011(4). Er vindt actieve signalering plaats binnen de gemeente op grondverzet door derden. Deze actieve signalering gaat niet zover dat wekelijks door een ambtenaar specifiek het accent op grondstromen wordt gelegd, maar signaleren de milieutoezichthouder, bouw- en woningtoezicht en de buitendienstmedewerkers grondwerkzaamheden. Een protocol hiervoor is echter niet voorhanden. Buitendienstmedewerkers worden wel geïnstrueerd om te letten op afval, asbest en grondverzet. Gemeente heeft twee BOA’s in dienst (binnen Bureau Ruimte) die ook signaleren (5). De gemeente meldt ook zelf. Hiervan zijn ook voorbeelden van in de onderzochte dossiers, zoals bijvoorbeeld de ophoging van de bermen bij Noordbroek. Zie ook bijlage 2 (6). Het aantal meldingen over 2010 zoals binnengekomen bij Agentschap NL komt overeen met het aantal meldingen dat bij de gemeente in het dossier zit. Er is geen sprake van overgangsrecht, alle meldingen komen dus binnen bij Agentschap NL (7).
Pagina 11 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
De gemeente is niet betrokken bij samenwerkingsprojecten ketenhandhaving (8). Samenvoegen van grond door de gemeente De gemeente Menterwolde beschikt over een vaste, eigen opslaglocatie. Hier vind ook samenvoeging plaats van grondstromen. De gemeente is hiervoor gecertificeerd. De gemeente heeft in het verleden een brief gestuurd aan het ministerie om ontheffing te krijgen voor het mengen van grond, dit verzoek is niet gehonoreerd. Vervolgens heeft de gemeente de keuze gemaakt om de BRL 9335 certificering te verkrijgen. Dit is gelukt. Gemeente krijgt nu twee keer per jaar een auditbezoek van Eerland (certificerende instelling). Het certificaat is opgevraagd. De eigen vaste locatie is de enige locatie waar samenvoeging van grond door de gemeente plaatsvindt. Tijdens het onderzoek is deze locatie bezocht. De (afgesloten) locatie wordt alleen gebruikt door de gemeente. Derden mogen er geen gebruik van maken, dus alleen bedoeld voor toepassing van eigen grond. Dit doet de gemeente om het overzicht te kunnen behouden. Beheer vindt nu alleen plaats op afstand (9, 11). Er vindt geen gericht overleg plaats over het al of niet samenvoegen van grondstromen tussen Openbare Werken en de afdeling Toezicht en handhaving (13). 4.2
Bevindingen onderzoek input De gemeente voldoet niet aan de kwaliteitscriteria kritieke massa voor het generieke deskundigheidsgebied toezicht en handhaving bodem en evenmin aan die voor de specialistische deskundigheidsgebieden bodem, bouwstoffen en water. Naast een tekort aan fte’s mist de specialistische opleiding voor bodem en het feit dat minder dan 40% van de FTE aan bodemtaken wordt besteed. Hiervoor ontbreekt het in de gemeente gewoonweg aan voldoende activiteiten. Desgevraagd wordt aangegeven dat minder dan 10% van de tijd van zowel de vergunningverlener als de toezichthouder besteed wordt aan de bodemtaken. In feite is voor alle milieutaken binnen de gemeente 2,5 fte beschikbaar, grofweg verdeeld over toezicht, vergunningverlening en beleid (14, 15, 16). De kwaliteitscriteria worden als onnodig zwaar ervaren. De betrokken medewerkers geven aan dat met de beschikbare menskracht (met korte lijnen en inclusief ogen en oren van de buitendienstmedewerkers) in relatie tot de beperkte bodemproblematiek in de gemeente, sprake is van een goede taakuitvoering. Van belang is nog te vermelden dat in Groningen het voornemen bestaat alle milieutaken, dus ook bodem, in de RUD onder te brengen (zie ook 4.3 hieronder).
4.3
Overige zaken/bevindingen In relatie tot de provincie Groningen: Provincie heeft ook toestemming om de meldingen van de gemeente in te zien. Provincie heeft een slipdepot aan het AG Wildervankkanaal. Provinciaal bodemoverleg vindt 4 maal per jaar plaats. In relatie tot de ontwikkeling van de omgevingdienst:
Pagina 12 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Tijdens gesprek wordt door de gesprekspartners aangegeven dat het opschalen van het toezicht houden op het transport van grond naar een omgevingsdienst niet als positief voor de kwaliteit van de taakuitvoering wordt gezien. Het zal moeilijk zijn om het zicht en de greep op de bodemproblematiek zoals die nu voorhanden is, te continueren in een omgevingsdienst. Een kleine organisatie zoals in Menterwolde heeft zicht op wat er gebeurd, bewaakt de integraliteit, de afstemming is eenvoudiger en de kennis van gebied en ontwikkelingen binnen het grondgebied is hoog. De kans wordt door de betrokken medewerkers van de gemeente als hoog ingeschat dat dit grotendeels verloren gaat als de bodemtaken in een omgevingsdienst worden uitgevoerd.
Pagina 13 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
5
Bevindingen taakuitvoering toezicht en handhaving bestemmingsplannen
5.1
Bevindingen onderzoek output Afgelopen 2 jaar ligt de prioriteit op het beleidsterrein van ruimtelijke ordening geheel op actualisering bestemmingsplannen. Er liggen momenteel nog bestemmingsplannen van 1960 en er zijn ook nog een aantal witte vlekken (waar men in het verleden geen bestemmingsplan voor heeft opgesteld). Eerst zijn de kernen aan de beurt en het bedrijventerrein (Gouden driehoek) en daarna volg het buitengebied. Gereed: Noordbroek. In ontwerp Meeden. Dorpsvisie Muntendam is vastgesteld, voorontwerp bestemmingsplan is in afrondend stadium. Dorpsvisie Zuidbroek wordt eind 2011 vastgesteld, waarna bestemmingsplan volgt. Gelijkertijd wordt gewerkt aan het bestemmingsplan Bedrijventerreinen, kadernota is door college vastgesteld en aan het voorontwerp wordt de laatste hand gelegd (handhavingsparagraaf). Eindplaatje in totaal 6 plannen. Het is zeer de vraag of 2013 de actualiseringsslag gereed zal zijn omdat met het bestemmingsplan buitengebied nog moet worden begonnen (1). Er is tot nu toe geen (wettelijk verplicht) handhavingsjaarverslag opgesteld. Als oorzaak wordt aangevoerd dat hier geen capaciteit voor beschikbaar is. Wel is de gemeente voornemens om een (integraal) handhavingsjaarverslag te maken(2). De gemeenteraad wordt niet specifiek geïnformeerd over onderwerp ruimte. Wel vinden intensief 3 portefeuillehouders overleggen – 2 wekelijks – plaats: milieu, ruimtelijke ordening en integrale handhaving. Alle belangrijke handhavingsbesluiten komen in het college en in het integrale handhavingsoverleg met de portefeuillehouders ruimtelijke ordening, milieu en de burgemeester (3). In notitie Integrale handhaving gemeente Menterwolde (2005) is in globale zin iets opgenomen: Gemiddelde prioriteit/kernthema natuur: Toezicht op naleving bestemmingsplan vindt geïntegreerd plaats met toezicht op bouwregelgeving; Eens per 5 jaar luchtfoto’s, beoordeling op illegale situaties; een keer per maand rondrit 1/12 deel gemeente (Werkwijze per beleidsveld, hfst. 3 Deel B). In werkprogramma handhaving (hfst. 4) toespitsing op signaalfunctie (o.a. illegale bouw en aanlegwerkzaamheden). Voor de handhaver is de notitie integrale handhaving te globaal; wordt in de praktijk niet mee gewerkt. Door juridisch medewerker in het geheel niet (4). Er vinden controles plaats op basis van eigen waarnemingen door diverse medewerkers (o.a. de 2 BOA’s, RO-ers, leidinggevenden), maar ook van bestuurders, daarnaast vanzelfsprekend ook op basis van klachten en signalen van burgers. Ook voert de handhaver inventarisaties uit in het kader van de BAG (Basis administratie gebouwen): vergunde en ook niet-vergunde (vergunningsvrije) gebouwen moeten in systeem (voor de gemeente o.a van belang in verband met Pagina 14 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
bepaling WOZ-waarde). Aangezien meestal aan de achterkant van de percelen wordt gebouwd, maakt de gemeente hierbij gebruik van luchtfoto’s die om het jaar worden gemaakt. Deze luchtfoto’s dienen ook voor ondersteuning bij handhavingszaken om te bepalen of een bouwwerk reeds langere tijd aanwezig is. Handhaver schat dat hij 50-60% van de tijd in het veld is (waarbij ook één maal per maand een rondrit over het grondgebied van de hele gemeente wordt gemaakt). Wabo en BAG zorgen echter voor meer kantoorwerk (5). De gemeente voert handhavingsacties uit naar aanleiding van eigen waarnemingen, klachten en signalen: Dit betrof 7 gevallen van 2010 tot heden. O.a. illegaal gebruik. De indruk die tijdens de schouw in het onderzoek is opgedaan is dat qua handhaving niet veel wordt gemist in relatie tot de economische activiteiten, bouwactiviteiten en de dynamiek in de gemeente. Zie bijlage 2 voor nadere bevindingen bij een van deze dossiers. Positief is dat de problematiek van één casus projectmatig is opgeschaald om alle soortgelijke gevallen (containers in het veld en in tuinen) te beoordelen (6). RO valt binnen het Bureau Ruimte, dat weer binnen de afdeling Grondgebiedzaken valt. 2 fte voor RO: juridisch medewerker (doet ook de jurdische afhandeling van handhavingszaken) en een beleidsmedewerker. Handhaving wordt meegenomen door handhaver bouw- en woningtoezicht (7). De gemeentesecretaris is niet actief betrokken bij handhaving bestemmingsplannen. Wel is het zo dat alle belangrijke handhavingsbesluiten in het college worden gebracht (8). Er is geen sprake van structureel horizontaal toezicht van de raad op dit thema (b.v. geen vragen over ontbreken Handhavingsjaarverslag Ruimte). Wel komen zaaksgerichte handhavingszaken (in brede zin) incidenteel aan de orde in de raad (9). 5.2
Bevindingen onderzoek input De gemeente voldoet niet aan de kwaliteitscriteria kritieke massa voor het algemene deskundigheidsgebied toezicht en handhaving ruimtelijke ordening: Wat betreft activiteit 1: uitvoeren toezicht: handhaver doet vanuit bouwen woningtoezicht, toezicht op bestemmingsplannen erbij, feitelijk een beperkt deel van de tijd (10) Wat betreft activiteiten 2-5 (bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging, handhaving): 1 fte beschikbaar (was 0,5 dus verdubbeling): HBO, 3-4 jaar relevante werkervaring, maar deze besteed niet >40% van de tijd aan toezicht en handhaving ruimtelijke ordening. Bij afwezigheid neemt beleidsmedewerker taken over (11) Van belang is het voornemen van de gemeente Menterwolde om Wabo-brede taken in te brengen in een Groningse omgevingsdienst, waaronder dus mogelijk ook toezicht en handhaving bestemmingsplannen.
5.3
Overige zaken/bevindingen De gemeente heeft beleidsregels opgesteld en er is een procedure vastgesteld voor het intrekken van bouwvergunningen. Het kwam met regelmaat voor dat er geen of pas na een aantal jaren gebruik wordt gemaakt van de bouwvergunning. Het ongebruikt laten voortbestaan van bouwrechten die zijn verkregen is o.a. ongewenst om te voorkomen dat (nieuwe) planologische en stedenbouwkundige inzichten Pagina 15 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
worden doorkruist door bouwwerken die in het verleden zijn vergund maar niet zijn gerealiseerd. Er is reeds een inhaalslag gemaakt voor "oude" bouwvergunningen (afronding dit jaar met doorloop naar volgend jaar) en deze beleidsregels zijn tevens van toepassing op de huidige verleende vergunningen. Tot de onderzoeksvragen behoren nog enkele evaluerende vragen Wro ten opzchte van oude WRO. Deze konden niet worden beantwoord: zowel de juridisch medewerker als de handhaver bouw heeft geen ervaring met oude WRO.
Pagina 16 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
6
Bevindingen taakuitvoering bouwen
6.1
Bevindingen onderzoek output Constructieve veiligheid Er is een inventarisatie geweest van risicovolle gevels. Er zijn binnen de gemeente nauwelijks gebouwen van vierhoog. Recent is een appartementencomplex in Muntendam gerealiseerd van 4 hoog. Het onderwerp is dus zo goed als niet relevant (1). In Integrale handhavingsbeleidplan (2005) heeft bouw- en woningtoezicht hoge prioriteit gekregen, zwaartepunt veiligheid, maar is niet gespecificeerd naar kwaliteit bestaande voorraad, laat staan risicovolle gevelconstructies. Verwezen wordt naar woningbouwcorporaties. Geen specificatie tijd en middelen. Er wordt qua toetsing en toezicht gewerkt met checklists die via een detacheringsbureau is verkregen. De gemeente hanteert geen andere toetsings- en toezichtprotocollen (2,3). Het voornemen is overigens om de behandelmodule Powerforms uit te breiden met een digitaal toezichtsprotocol. dat gebruik maakt van de standaarden van de Verenging BWT. De aanschaf is opgevoerd voor de concept begroting 2012. Bruggen en viaducten De gemeente heeft 5 bruggen in eigendom; geen viaducten. In 2003 heeft een inspectie van de bruggen plaatsgevonden, naar aanleiding van scheurvorming in één van de bruggen. Sindsdien is geen actie meer ondernomen. Een deel van de verkeersbewegingen in de gemeente vindt plaats door zwaar materieel (agrarisch of verbonden aan NAM-activiteiten) (4). Er is geen integraal beleid voor bestaande bruggen vastgesteld. Zoals vermeld heeft in 2003 een inspectie-actie plaatsgevonden. Erkend wordt dat hier sprake is van een witte vlek (5). De wijze van inspecteren is (gezien ontbreken inspecties sinds 2003) niet afgestemd op de risico’s (7). Archivering van gegevens van de bruggen vindt niet systematisch plaats. Stukken betreffende onderhoud en inspecties zijn opgeslagen bij Openbare Werken; overige stukken (wellicht) bij de gemeente (niet gecheckt of in gemeentehuis of überhaupt stukken, zoals verleende bouwvergunningingen, aanwezig waren) (6). Brandveiligheid publiek toegankelijke gebouwen De brandweerorganisaties van de gemeenten Pekela, Veendam en Menterwolde werken sinds 2005 samen op het gebied van brandweerzorg en rampenbestrijding. Deze intergemeentelijke brandweerorganisatie hanteert voor het ramen van menskracht voor brandpreventie, (onder andere prioriteit en controle frequenties afhankelijk van type object) het PREVAP (preventieactiviteitenplan) als uitgangspunt; een specifiek gemeentelijke verdiepingsslag is niet toegepast. De huidige controlefrequentie voor de verschillende objecten zal nog tegen het licht worden gehouden, omdat deze op basis van naleefgedrag of leeftijd object zou kunnen worden aangepast. Het handhavingsbeleid van de gemeente Menterwolde loopt van 2005 tot 2008 en is niet meer actueel. (8). De gemeente voert aantoonbaar integrale brandveiligheidscontroles uit bij publiek toegankelijke gebouwen (waarbij zowel bouwkundige, installatietechnische, Pagina 17 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
gebruiks- en organisatorische aspecten worden gecontroleerd. De tekortkomingen worden vastgelegd in een dossier en de eigenaar wordt zonodig aangeschreven. Hiervoor levert de brandweerorganisatie de concepten aan die door het college van burgemeester en wethouders vervolgens wordt verzonden. De gemeente legt niet vast welke onderdelen tijdens de controle allemaal beoordeelt zijn en akkoord zijn bevonden (9). Bij de beoordeling van de bouwkundige aspecten wordt de brandwerendheid van de compartimentscheidingen ook meegenomen (10). De brandweer controleert ook of de gebruiksvergunningstekeningen nog steeds overeenkomen met de aangetroffen situatie. Indien dit niet het geval is, wordt gevraagd om een revisietekening en zo nodig wordt verzocht om een nieuwe aanvraag indien de afwijking te groot is. Hiervoor levert de brandweerorganisatie de concepten aan die door het college van burgemeester en wethouders vervolgens wordt verzonden (11). Binnenmilieu In de vier onderzochte dossiers waren ventilatieberekeningen in de aanvraag aanwezig. Er zijn geen controles van de kant van de gemeente (herberekening, of een check waaruit blijkt dat de berekening is gecontroleerd) aangetroffen(12). In de vier onderzochte dossiers waren geen toetsingen op de norm 1006 voor koudwaterleidingen aanwezig in de aanvraag. De aanvragers zijn hierop niet door de gemeente aangesproken. Het onderwerp blijkt nieuw te zijn voor de betrokken medewerkers (13).
6.2
Bevindingen onderzoek input De gemeente voldoet niet aan de kwaliteitscriteria kritieke massa voor specialistische deskundigheidsgebied bouwen/constructieve veiligheid: er is 1 fte HBO bouwkunde + aanvullende opleidingen constructeur, >5 jaar ervaring voor complexe en eenvoudige zaken (14). De intergemeentelijke brandweerorganisatie beschikt over voldoende medewerkers voor brandveiligheid voor eenvoudige activiteiten, full-time (15). De intergemeentelijke brandweerorganisatie beschikt over voldoende medewerkers voor brandveiligheid voor complexe activiteiten, full-time (16). De gemeente voldoet niet aan de kwaliteitscriteria kritieke massa voor specialistische deskundigheidsgebied bouwen/ bouwfysica. De medewerker voor constructieve veiligheid neemt ook bouwfysische aspecten voor zijn rekening, HBO, wel verdiepingscursus bouwbesluit, geen specialistische opleiding bouwfysica, wel voldoende ervaring, maar niet hoogfrequent (te weinig in gemeente aan de orde voor hoogfrequent). Van belang is het voornemen van de gemeente om Wabo-brede taken in te brengen in de Groningse omgevingsdienst.
6.3
Overige zaken/bevindingen De onderzochte dossiers zagen er gestructureerd uit en waren over het algemeen compleet. De gemeente heeft geen beleid vastgesteld waarin is aangegeven op welk niveau de aanvragen voor een vergunning worden getoetst. Het werken met het toezichts- en toetsingsprotocol van de Vereniging BWT zou hier in kunnen voorzien.
Pagina 18 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
7
Beoordeling taakuitvoering en aanbevelingen
7.1
Beoordeling taakuitvoering Asbest De kwaliteit van de taakuitvoering asbest vertoont een duidelijk stijgende tendens, in gang gezet door een incident in een van de dorpen. Twee medewerkers zijn inmiddels opgeleid tot asbestdeskundige, de buitendienstmedewerkers hebben de cursus asbestherkenning gehad, de sloopdossiers zijn op belangrijke onderdelen op orde, er is een (informele) verbinding tussen vergunningverlening en handhaving, een protocol asbestbranden wordt gehanteerd en er vindt samenwerking op provinciaal niveau plaats. Kortom, er is besef van het belang van een goede taakuitvoering op het vlak van asbest. Nog onvoldoende uitgewerkt zijn de actieve voorlichting richting burgers en bedrijven, expliciete aandacht voor de aanvoer van asbest op de gemeentelijke milieustraat. Wat betreft sloopdossiers is nog een optimalisatieslag mogelijk (leidend tot een betere borging van de kwaliteit/werkwijze), inclusief een structurele verbinding tussen vergunningverlening en handhaving. Wat betreft de kwaliteitscriteria: hieraan wordt grotendeels voldaan, met de kanttekening dat het aantal asbestzaken in een gemeente als Menterwolde geringer is dan wat in de criteria wordt genoemd als minimum. Conclusie: taakuitvoering asbest deels adequaat met duidelijke tendens richting adequaat Bodem Beleid: in algemene zin is bodembeheerbeleid op orde (aanwezigheid bodemfunctiekaart, bodemkwaliteitskaart waarbij nieuwe in de maak) en generiek bodembeheerbeleid. Wat ontbreekt is een toezichtsbeleid met daarin de uitwerking van een risico-analyse, een verwerking van de handhavingsuitvoeringsmethode enz. Meldingen: uit het onderzoek komt naar voren dat grondverzet in de gemeente gemeld wordt. Milieuhygiënische rapporten zijn in de onderzochte dossiers voorhanden. De ervaring binnen Bureau Ruimte (inclusief BOA’s), de ogen en oren van de buitendienst en de korte lijnen enerzijds en de omvang en de bodemsituatie (waar in feite weinig sprake is van veel grondverzet en bodemproblemen) van Menterwolde anderzijds rechtvaardigen de conclusie dat de gemeente op bodemgebied weinig ontgaat. Echter, de consequente vastlegging en daardoor ook borging van de werkwijze laat te wensen over. Uit de meldingendossiers is niet op te maken of en op welke punten deze zijn gecontroleerd. Samenvoegen van grond: met het certificaat BRL 9335, een goed functionerend en duidelijk afgebakend gronddepot is dit uitstekend op orde (als een van de weinige gemeenten in Nederland). Wat betreft kwaliteitscriteria: hieraan kan de gemeente niet voldoen, eigenlijk op meerdere aspecten, ook qua continuïteit: de betrokken ambtenaren hebben een breed pakket aan taken, waarvan bodem met naar schatting 10-15% van de tijd er een van is. Het onderstreept wel de kwetsbaarheid van de organisatie. Conclusie deels adequaat, tekortkomingen liggen minder in uitvoering op zich maar vooral op vlak van prioritering, borging en vastlegging
Pagina 19 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Toezicht en handhaving bestemmingsplannen Wat betreft het onderdeel bestemmingsplannen ligt het accent van de gemeente bewust op de actualisering van de bestemmingsplannen en minder op het toezicht en de handhaving van de regels in de bestemmingsplannnen omdat actuele bestemmingsplannen de basis vormt voor juridisch houdbare handhavingszaken Met betrekking tot het toezicht en handhaving van bestemmingsplannen zijn er vooral op strategisch niveau tekortkomingen. Er is geen handhavingsjaarverslag (waarmee de raad structureel wordt geïnformeerd) en in het –verouderdehandhavingsbeleid zijn geen prioriteiten benoemd op welke regels van de bestemmingsplannen bij het toezicht de nadruk zou moeten liggen. Op operationeel niveau vindt het toezicht plaats naar aanleiding van (ad hoc) eigen waarnemingen en signalen van klachten van inwoners. Gebleken is dat eventuele overtredingen van het bestemmingsplan naar aanleiding van die waarnemingen en klachten, door uitbreiding van de juridische capaciteit, meer dan voorheen ook daadwerkelijk worden aangepakt. Wat betreft kwaliteitscriteria: hieraan kan de gemeente niet voldoen, ondanks de recente capaciteitsuitbreiding handhaving. Conclusie: deels adequaat, tekortkomingen minder in de uitvoering op zich maar meer op strategisch niveau. Bouwen: Constructieve veiligheid: Vanwege het ontbreken van gebouwen met meer dan drie bouwlagen is dit onderdeel in de gemeente Menterwolde niet aan de orde, en heeft het geen zin om een oordeel uit te spreken over de uitvoering hiervan. Bruggen/viaducten: Er is geen integraal beleid voor de bestaande bruggen, evenmin is er sprake van een adequate archivering. De gemeente heeft wel, naar aanleiding van een incident in 2003 een inventarisatie gemaakt. Daardoor heeft de gemeente wel zicht op de hoeveel gemeentelijke bruggen er zijn. Echter sindsdien hebben er geen reguliere inspecties/controles van de bruggen plaatsgevonden. Conclusie: deels adequaat, met name vanwege het ontbreken van reguliere inspecties/controles van de bruggen en het vastleggen van de resultaten daarvan. Brandveiligheid: De intergemeentelijke brandweerorganisatie hanteert bij de controle van de vergunnings- en meldingsplichtige gebouwen de controlefrequenties uit het PREVAP. Ook worden aantoonbaar brandveiligheidscontroles uitgevoerd waarbij bouwkundige, installatietechnische, gebruiks- en organisatorische aspecten worden gecontroleerd. Doordat de brandweerorganisatie voor meerdere gemeenten werkt, en daardoor voldoende kritische massa bezit, is het mogelijk om ook te voldoen aan de kwaliteitscriteria. Conclusie: adequaat Binnenmilieu: Bij alle dossiers van de nieuwbouwprojecten zijn ventilatieberekeningen aangetroffen. Deze berekeningen worden echter niet aantoonbaar gecontroleerd bij vergunningverlening en de uitgangspunten waarop de berekeningen zijn gebaseerd worden ook niet aantoonbaar gecontroleerd bij het toezicht op de bouw; Het onderwerp toetsing op de Norm 1006 voor koudwaterleidingen ontbreekt in de aanvragen.
Pagina 20 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Conclusie: deels adequaat, met name vanwege het ontbreken van een toetsingsbeleid en vanwege het feit dat in de dossiers niet is vastgelegd dat de bouwaanvraag wordt getoetst op het aspect ventilatie. In algemene zin concluderend: Binnen de gemeente Menterwolde zijn de interne lijnen kort en informeel: de atmosfeer is hands-on en gericht op het vermijden van overbodige bureaucratie. Daarnaast doet zich een aantal positieve ontwikkelingen bij de onderzochte thema’s (opleidingen bij asbest, certificering gemeente bij bodem, voornemen om toetsingsen toezichtsprotocol te implementeren) voor. In relatie tot de omvang van de voorhanden problematiek voor de onderzochte risicothema’s in de gemeente Menterwolde, is sprake van een zeer behoorlijke kwaliteit van de uitvoering. Door de geringe capaciteit is het Bureau ruimte kwetsbaar in de uitvoering in geval van ziekte of vertrek van een medewerker. Het gewenste strategische niveau voor de onderzochte thema’s wordt door de beperkte capaciteit niet gehaald. Hierbij speelt ook mee dat dit als “bureaucratisch”wordt bestempeld, terwijl prioritering, borging en monitoring juist ook voor een kleinere gemeente van belang kan zijn om effectief/efficiënt te werken. 7.2
Aanbevelingen In lijn met het bovenstaande wordt aanbevolen: Asbest; -
-
-
Bodem: -
-
De procedure rond sloopvergunningen en toezicht en handhaving verder te optimaliseren door nog explicieter de stappen te doorlopen en ook de bevindingen beknopt in het dossier vast te leggen. B.v. de beoordeling van de asbestinventarisatie systematisch op te nemen in de dossiers. In het verlengde hiervan: voor afgifte van de vergunning een toezichtsbezoek af te leggen op de slooplocatie en de bevindingen beknopt vast te leggen en bij het dossier te voegen. Aandacht te schenken aan het actief voorlichten van burgers en bedrijven. Bij toezicht en handhaving gebruik te maken van de aanvoergegevens van asbest op de milieustraat.
Een toezichtsbeleid voor bodem vast te stellen, met daarin de elementen zoals weergegeven in het hoofdstuk 13 adequaat niveau van de handhavingsuitvoeringsmethode van het besluit bodemkwaliteit; Meldingen compleet en systematisch te beoordelen, en dit vast te leggen
Toezicht en handhaving bestemmingsplannen: -
De strategische component te versterken door opstellen handhavingsjaarverslg en het benoemen van handhavingsprioriteiten Bij nieuwe bestemmingsplannen buitengebied nu een inventarisatie maken wat mag volgens huidige plan, wat niet en vervolgens vaststellen wat toegestaan dient te worden in nieuwe bestemmingsplan (retrospectieve toetsing).
Pagina 21 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Bouwen: -
-
-
Als algemene aanbeveling geldt dat de gemeente een toetsings- en toezichtsprotocol gaat vaststellen, zodat de ambtenaren een houvast krijgen op welk niveau de diverse onderdelen van het bouwbesluit bij een gebouw getoetst moeten worden, zowel bij de vergunningaanvraag als bij de controle van een gebouw. Aanbevolen wordt om vervolgens ook de resultaten van de toetsing en het toezicht vast te leggen in de dossiers. Een integraal beleid voor bestaande bruggen vast te stellen met daarin de elementen zoals weergegeven in de Handreiking bruggen en viaducten van de VROM-inspectie en in het verlengde hiervan voor een adequate archivering zorg te dragen Ventilatieberekeningen aantoonbaar te controleren en de toetsing van de Norm 1006 voor koudwaterleidingen structureel op te nemen.
Pagina 22 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Bijlage 1: Onderzoeksvragen De onderzoeksvragen betreffen de thema’s asbest, bodem, toezicht en handhaving bestemmingsplannen en bouwen. Elk van de thema’s kent specifieke zwaartepunten, zoals blijkt uit de vragen. Voor de onderbouwing van de antwoorden wordt gevraagd naar relevante documenten/dossiers. Asbest Vragen n.a.v. enquête VROM-Inspectie asbest (medio 2010): 1. Herkent u zich in het beeld van de score uitvoering van asbesttaken? X van 7 onvoldoende (zie enquêteresultaten op shortlist gemeenten)? 2. Voor zover van toepassing: zijn er sinds de enquêtering (2010) en de brief (april 2011) acties ondernomen ter verbetering van de uitvoering van de taken of plannen opgesteld? Welke en zijn deze inmiddels vastgesteld? Overige outputvragen: 3. Vindt actieve voorlichting over de risico’s van asbest richting burgers en bedrijven plaats? Op welke wijze? 4. Zijn de sloopdossiers volledig? Dossiers van 2010 en 2011 van sloopvergunning-aanvragen waarbij asbestverwijdering plaatsvond, worden opgevraagd en gecheckt op volledigheid. 5. Protocol asbestbranden: hanteert de gemeente een protocol asbestbranden (opvragen) Is dit gebaseerd op het meest recente plan van aanpak asbestbrand (2006, publicatie Ministerie van VROM en BZK). 6. Is sprake van een aantoonbare, actieve communicatie tussen vergunningverlening en toezicht. Op welke wijze? Is toezicht op de hoogte van de sloopvergunningen, met name risicovolle? De meest risicovolle sloopdossiers zijn die van complexe gebouwen zoals flats, grote kantoorgebouwen, zieken/verzorgingshuizen en scholen e.d. Hoe is deze communicatie geborgd? 7. Vindt op de gemeentelijke milieustraat adequate registratie plaats van afgifte van asbest (NAW-gegevens) en worden deze gegevens geanalyseerd ? Vragen in relatie tot KPMG-kwaliteitscriteria: Kritieke massa criteria per deskundigheidsgebied/ Specialistische deskundigheidsgebieden accent Bouwen/Sloop en asbest. 8. Beschikt de gemeente aantoonbaar over 2 medewerkers (+ 1 in opleiding) voor activiteiten 1-6 en 9 (o.a. beoordelen sloopaanvragen, kunnen herkennen/inschatten asbest, toezicht op sloop en toezicht op mobiele brekers): MBO-opleiding + Basiscursus asbestherkenning, 1 jaar relevante werkervaring en enkele 10-tallen activiteiten per jaar? 9. Beschikt de gemeente aantoonbaar over 2 medewerkers voor activiteiten 6 (beoordelen asbestinventarisatie) en 8 (toezicht op omgang met asbest): HBO technische opleiding + Asbestdeskundige conform SC 570), 1 jaar relevante werkervaring en > 40% fte (hoogfrequent)?
Pagina 23 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Bodem Algemene vragen: 1. Hebben belangrijke bouwactiviteiten plaatsgevonden in 2010? En 2011? 2. Inzake beleid bodembeheer: zijn bodemfunctieklassenkaart en bodemkwaliteitskaart vastgesteld? a. Maakt de gemeente gebruik van gebiedsspecifiek beleid en is hiervoor (naast bodemkwaliteitskaart) een bodembeheernota opgesteld? b. Maakt de gemeente gebruik van overgangsbeleid en is hiervoor (naast bodemkwaliteitskaart) een bodembeheernota opgesteld? 3. Is toezichtsbeleid geformuleerd? Zo ja, inclusief de volgende elementen: Risico-analyse ja/nee Verwerking handhavingsuitvoeringsmethode ja/nee Handhavingsstappenplan ja/nee Functionele scheiding ja/nee Actieve signalering je/nee Ketentoezicht ja/nee Melden op grond van Bbk: 4. Beoordeelt de gemeente (volgens risico-analyse) de meldingen die op grond van Bbk zijn gedaan. Zo ja, beoordeling op volgende elementen: Ontvankelijkheid en volledigheid ja/nee Gegevens afkomstig van erkende intermediair ja/nee Tijdigheid ja/nee Functionaliteit ja/nee Aanwezigheid en juistheid van milieuhygiënische kwaliteitsverklaringen ja/nee Specifiek voor grond en baggerspecie: is sprake van toegestane toepassing (art. 35 Bbk), voldoet de gemelde toepassing aan eisen toepassingskader (generiek, gebiedsspecifiek, grootschalige toepassing, art. 44-46) ja/nee/n.v.t. Bij overgangsrecht: Beoordeling op basis van Vrijstellingsregeling grondverzet en Bouwstoffenbesluit? Ja/nee/n.v.t. 5. Vindt er actieve signalering plaats binnen de gemeente op grondverzet door derden? D.w.z. wordt bij grondverzet gecheckt op meldgedrag? Hoe? 6. Meldt de gemeente ook zelf? Voorbeelden? 7. Leg het aantal meldingen over 2010 zoals binnengekomen bij AgentschapNL voor: hoe verhoudt zich dat tot de bouwactiviteiten in de gemeente? (Let op situatie van overgangsrecht) 8. Is de gemeente betrokken bij samenwerkingsprojecten ketenhandhaving? Specifieke vragen over samenvoegen van grond door gemeente: Inleidende vraag: 9. Hoe gaat de gemeente om met vrijkomende grondstromen? (mogelijk meerdere opties van toepassing) a. Vindt uitbesteding plaats aan loonwerkers? Ja - zie optie 1, vraag 10 b. Beschikt de gemeente over vaste, eigen opslaglocatie zie optie 2, vraag 11 c. Beschikt de gemeente over tijdelijke opslaglocatie zie optie 3, vraag 12 Optie 1: uitbesteding aan loonwerker(s): 10. Naam/namen loonwerkers? (T.b.v. eventuele check door VI of deze loonwerkers grond, meer dan 25 m3 samenvoegen). Optie 2: eigen opslaglocatie: Pagina 24 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
11. Vindt hier samenvoeging van grondstromen (meer dan 25 M3) plaats door de gemeentelijke organisatie? Wel samenvoeging: beschikt de gemeente over een BRL 9335 erkenning? a. Indien de gemeente niet beschikt over BRL 9335 erkenning: is inmiddels besloten tot certificering over te gaan dan wel het probleem op een andere manier op te lossen b. Wel BRL 9335 erkenning. Inzien Geen samenvoeging: hoe wordt hierop toegezien? (Via vakken, borden, hekwerk?) Optie 3 (kan bestaan naast optie 1 en 2): tijdelijke opslaglocatie bij nieuwbouwwerkzaamheden, zoals uitbreidingsplannen. B.v. door hekken afgesloten gebied. Het is de opzet om de opgeslagen grond weer te gebruiken binnen het project: 12. Vindt hier samenvoeging van grondstromen (> 25 m3) plaats door de gemeentelijke organisatie, dat wil zeggen in andere zin dan tijdelijke uitname? Wel samenvoeging: beschikt de gemeente over een BRL 9335 erkenning? a. Indien de gemeente niet beschikt over BRL 9335 erkenning: is inmiddels besloten tot certificering over te gaan dan wel het probleem op een andere manier op te lossen Geen samenvoeging: hoe wordt hierop toegezien? 13. Vindt er gericht overleg plaats over het wel/niet samenvoegen van grondstromen tussen Openbare Werken en de afdeling toezicht en handhaving? Vragen in relatie tot KPMG-kwaliteitscriteria: Kritieke massa criteria per deskundigheidsgebied.Generieke deskundigheidsgebieden: Toezicht en handhaving bodem 14. Beschikt de gemeente aantoonbaar over 2 medewerkers (+ 1 in opleiding) voor activiteiten 1- 8: MBO technische opleiding + verdiepingsslag toezicht en handhaving en specialistische opleiding bodem, 2 jaar relevante werkervaring, >40% fte? Specialistische deskundigheidsgebieden: Bodem, bouwstoffen en water. 15. Beschikt de gemeente aantoonbaar over 2 medewerkers voor activiteit 1(deskundige Bodeminformatiesysteem): MBO-opleiding + Basiscursus Bis, 0-1 jaar relevante werkervaring en regelmatige invoer (>10/jaar)? 16. Beschikt de gemeente aantoonbaar over 2 medewerkers (+ 1 in opleiding)voor activiteit 2 (Ondersteuning en advisering i.k.v. vergunningverlening en toezicht en handhaving): HBO technische opleiding + specialistische opleiding bodem (post-HBO), 2 jaar relevante werkervaring en > 40% fte (hoogfrequent)? Indien uitbesteed: voldoet uitvoerende organisatie aan eisen?
Pagina 25 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Toezicht & handhaving bestemmingsplannen 1.
2.
3. 4.
5. 6.
7.
8. 9.
(Introductie) Wat is afgelopen 2 jaar bereikt op het vlak van RO, wat zijn de beleidsvoornemens? Hoe ziet dat er op hoofdlijnen uit? Is dat beleid bestuurlijk vastgesteld? Heeft de gemeente een handhavingjaarverslag Ruimte (of een combinatie met bouwen en/of milieu) opgesteld? Zo ja, biedt dit handhavingjaarverslag inzicht in de prestaties op het gebied van toezicht en handhaving van bestemmingsplannen? Zo nee, op welke wijze informeert het college van B&W de gemeenteraad over het onderwerp handhaving ruimte? Zijn er gemeentelijke handhavingsprioriteiten genoemd? Zo ja, ligt er risicoanalyse aan ten grondslag. Zo ja, welke prioriteiten? (strijdige bouwwerken; tijdelijke bouwwerken (art. 17/3.22); strijdig gebruik; permanente bewoning recreatiewoningen, andere: ….)? Heeft de gemeente toezichtscontroles (op de gemeentelijke prioriteiten) uitgevoerd? Zo ja, hoeveel? Heeft de gemeenten handhavingsacties uitgevoerd? Zo ja welke (aanschrijvingen, dwangsomprocedures, geïnde dwangsommen; proces verbaal; opheffen strijdige situatie; legaliseren; anders: …)? Organisatorische opzet RO (organogram, waar ingebed in organisatie, integrale afdeling etc. ). Aantal fte’s? Is analyse gemaakt van benodigde versus beschikbare capaciteit? Heeft gemeentesecretaris nog een belangrijke rol bij toezicht en handhaving? Voert de raad horizontaal toezicht uit?
Vragen in relatie tot KPMG-kwaliteitscriteria: Kritieke massa criteria per deskundigheidsgebied/Algemene deskundigheidsgebied Toezicht en handhaving ruimtelijke ordening (bijgevoegd): 10. Beschikt de gemeente aantoonbaar over 2 medewerkers (+1 in opleiding) voor activiteiten 1 (Uitvoeren toezicht aan de hand van de geldende lokale planologische regels): MBO-opleiding planologie/RO, 3 jaar relevante werkervaring, full-time (>70%fte)? 11. Beschikt de gemeente aantoonbaar over 2 medewerkers (+ 1 in opleiding) voor activiteiten 2-5 (o.a. bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke voorankondiging maken; handhaving bij geconstateerde bevindingen): HBO planologie/RO, 5 jaar relevante werkervaring, full-time (> 40% fte) ? In relatie tot Wro (evaluerende vragen, hoe beoordelen gemeenten nieuwe t.o.v. oude Wro) 12. Zijn de gemeentelijke bevoegdheden om bestemmingsplannen te handhaven nu wel toereikend (t.o.v. oude WRO)? 13. Hebben de handhavinginstrumenten een toereikende/effectieve uitwerking? 14. Zijn de belemmeringen voor een gemeente om adequaat op te treden/te reageren daarmee ook weggenomen? 15. Zijn gemeenten erin geslaagd het toezicht op en de handhaving van bestemmingsplannen te verbeteren? (t.o.v. situatie oude WRO)
Pagina 26 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Bouwen Gevels (constructieve veiligheid): 1. Heeft de gemeente een inventarisatie gemaakt van risicovolle gevelconstructies? Zijn de eigenaren van risicovolle gevelconstructies aangeschreven en wordt er op toegezien dat onderzoek wordt uitgevoerd? 2. Is in het handhavingsbeleid aantoonbaar opgenomen dat toezicht op de kwaliteit van de bestaande voorraad een wezenlijk onderdeel van de gemeentelijke taak is en zich ook moet richten op risicovolle gevelconstructies? Zijn hier middelen en tijd voor ingeruimd? 3. Zijn de toetsing- en toezichtprotocollen aangepast zodat de constructieve veiligheid van gevels daarin een specifiek toetspunt is en, afhankelijk van het gebouwtype, een hogere prioriteit krijgt? Bruggen & viaducten (constructieve veiligheid) 4. Heeft de gemeente bruggen en/of viaducten in eigendom? - Ja, verder naar volgende vraag - Nee, hoe zeker is dit (is er inventarisaties geweest?) - Onbekend. Waarom? 5. Is integraal beleid voor bestaande bruggen en viaducten vastgesteld (bekrachtigd door de hoogst verantwoordelijke in de organisatie)? Het beleid dient in ieder geval uit de volgende onderdelen te bestaan: o Overzicht van alle bruggen en viaducten o Beheersysteem (maximale belastingen) o Handhavingsysteem (voorkomen overbelasting) o Inspectie programma mede op basis van risico’s o Onderhoudsprogramma o Benodigde capaciteit o Benodigde middelen o Beschrijving van de wijze van voortgangsrapportage Wordt het beleid periodiek geactualiseerd (bij voorkeur jaarlijks)? 6. Beschikt de gemeente over adequaat archief waarin in ieder geval de volgende gegevens zijn opgenomen? o bestektekening en berekening o werktekeningen en berekeningen o wijzigingstekeningen en berekeningen of “as built” gegevens o wijzigingsgegevens uit de gebruiksfase o bouwvergunning met bijlagen en indien nodig, gegevens van controle berekeningen en metingen 7. Is de wijze van inspecteren afgestemd op de risico’s in de voorraad? Bijvoorbeeld bij oude kunstwerken door controleberekeningen en indien nodig door metingen of destructief onderzoek uit te voeren. Brandveiligheid publiek toegankelijke gebouwen: 8. Beschikt de gemeente over handhavingsbeleid, inclusief prioritering, gericht op brandveiligheid van publiek toegankelijke gebouwen, mede op basis van een risico-analyse? 9. Voert de gemeente aantoonbaar integrale brandveiligheidscontroles uit bij publiek toegankelijke gebouwen, dat wil zeggen dat bouwkundige, installatietechnische, gebruiks- en organisatorische aspecten worden gecontroleerd? 10. Neemt de gemeente bij bouwkundige aspecten de brandwerendheid van compartimentafscheidingen expliciet mee? 11. Controleert de gemeente of gebruiksvergunningstekeningen nog steeds overeenkomen met de aangetroffen situatie? En indien dit niet het geval is, wordt gevraagd om een revisietekening en indien de afwijking groot wordt
Pagina 27 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
verzocht om indiening van een nieuwe aanvraag voor een gebruiksvergunning? Binnenmilieu: 12. Enkele (4-5) dossiers van nieuwbouwprojecten worden opgevraagd. Gecheckt wordt op de aanwezigheid van ventilatieberekeningen en de controle van de ventilatieberekeningen door de gemeente. 13. Bij dezelfde dossiers: is getoetst is op de Norm 1006 voor koudwaterleidingen en of zijn op de bouwplaats controles uitgevoerd op deze norm? Vragen in relatie tot KPMG-kwaliteitscriteria: Kritieke massa criteria per deskundigheidsgebied/ Specialistische deskundigheidsgebieden accent Bouwen (bijgevoegd). 14. Beschikt de gemeente over 2 medewerkers voor constructieve veiligheid voor activiteiten 1-6 (o.a. controleren constructietekeningen en berekeningen op constructieve veiligheid en bruikbaarheid, toetsen van de gehele constructie van een bouwaanvraag en inspecties op uitvoering complexe constructieve zaken): HBO bouwkunde of civiele techniek+ specialistische opleiding beton-, staal- of houtconstrcucteur op HBO-niveau, , 5 jaar relevante werkervaring voor complexe zaken en 3 jaar relevante werkervaring voor eenvoudige bouwwerken,full-time? N.B. Activiteiten kunnen worden uitbesteed mits de uitbestedende overheidsorganisatie beschikt over deskundigheidsgebied vergunningverlening bouwen en toezicht wonen. 15. Beschikt de gemeente over 2 medewerkers (+ 1 in opleiding) voor brandveiligheid voor eenvoudige activiteiten (o.a. adviseren bij standaard bouw- en milieuvergunningen en meldingen, adviseren bij gebruiksvergunningen, uitvoeren van standaard inspecties brandpreventie), MBO bouwkunde of civiele techniek + basiscursus bouwbesluit + specialistische opleidng MBO medewerker brandpreventie, 5 jaar relevante werkervaring (inclusief repressie) en full time? 16. Beschikt de gemeente over 2 medewerkers ( + 1 in opleiding)voor brandveiligheid voor complexe activiteiten (o.a. adviseren bij complexe bouw- en milieuvergunningen en meldingen, uitvoeren van complexe inspecties brandpreventie), HBO bouwkunde of civiele techniek + basiscursus bouwbesluit en procestechnologie + specialistische opleiding HBO specialist brandpreventie, 3 jaar relevante werkervaring (inclusief repressie) en full time? 17. Beschikt de gemeente over 2 medewerkers ( + 1 in opleiding)voor bouwfysica, specifiek toetsen uitgangspunten en berekeningen ventilatie, EPC en luchtdoorlatendheid, HBO bouwkunde of civiele techniek, werktuigbouwkunde of natuurkunde + verdiepingscursus bouwbesluit + specialistische opleiding post HBO bouwfysica, 3 jaar toetsing + controle en hoogfrequent (>40% fte)? Activiteiten kunnen worden uitbesteed mits de uitbestedende overheidsorganisatie beschikt over deskundigheidsgebied vergunningverlening bouwen en toezicht wonen.
Pagina 28 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Bijlage 2: Beoordeling dossiers Sloopdossiers (asbest) Een vijftal dossiers (eerste helft 2011) is bekeken. 11-096 Kerkstraat 15 in Muntendam: gedeeltelijk slopen van daken in verband met verhoging, het verwijderen van asbestpanelen uit gevelkozijnen. Vergunning verleend 14 juli 2011. Sloop heeft plaatsgevonden. Volledigheid dossier: Aanvraag omgevingsvergunning met tekening: aanwezig Abestinventarisatierapport door een gecertificeerd bureau: aanwezig Ingevulde checklist beoordeling asbestinventarisatierapport: niet aanwezig Ingevulde checklist controle van de locatie voor afgifte vergunning: niet aanwezig Ingevulde checklist beoordeling vergunningsvoorwaarden: niet aanwezig Omgevingsvergunning (mogelijk met aanvullende veiligheidsmaatregelen): aanwezig Startmelding van de opdrachtgever: niet aanwezig Ingevulde checklisten van uitgevoerde controles op locatie: aanwezig Gereedmelding: niet aanwezig Vrijgaverapport laboratorium:aanwezig Ingevuld controlerapport van de vrijgave: niet aanwezig Stortbonnen: niet aanwezig Stukken van handhavend optreden: niet aanwezig 11 078 Heiligelaan 71 b in Zuidbroek betreft het verwijderen van asbesthoudende plafonds van 2 kleedkamers sportveldencomplex. Vergunning verleend 16 juni 2011. Sloop is nog niet uitgevoerd. Dus geen informatie over toezicht aangetroffen. Volledigheid dossier: Aanvraag omgevingsvergunning met tekening: aanwezig Asbestinventarisatierapport door een gecertificeerd bureau: aanwezig Ingevulde checklist beoordeling asbestinventarisatierapport: niet aanwezig Ingevulde checklist controle van de locatie voor afgifte vergunning: niet aanwezig Ingevulde checklist beoordeling vergunningsvoorwaarden : niet aanwezig Omgevingsvergunning (mogelijk met aanvullende veiligheidsmaatregelen) aanwezig Startmelding van de opdrachtgever: niet aanwezig Ingevulde checklisten van uitgevoerde controles op locatie: niet aanwezig Gereedmelding: niet aanwezig Vrijgaverapport laboratorium: niet aanwezig Ingevuld controlerapport van de vrijgave: niet aanwezig Stortbonnen : niet aanwezig Stukken van handhavend optreden: niet aanwezig 11-065, Spitsbergen 4 te Zuidbroek, betreft het verwijderen van asbestdak van een loods. Vergunning verleend op 6 juli 2011. Volledigheid dossier: Aanvraag omgevingsvergunning met tekening: aanwezig Abestinventarisatierapport door een gecertificeerd bureau: aanwezig Ingevulde checklist beoordeling asbestinventarisatierapport:aanwezig Ingevulde checklist controle van de locatie voor afgifte vergunning: niet aanwezig Ingevulde checklist beoordeling vergunningsvoorwaarden: niet aanwezig Omgevingsvergunning (mogelijk met aanvullende veiligheidsmaatregelen):aanwezig Pagina 29 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Startmelding van de opdrachtgever: niet aanwezig Ingevulde checklisten van uitgevoerde controles op locatie: Gereedmelding: niet aanwezig Vrijgaverapport laboratorium: aanwezig Ingevuld controlerapport van de vrijgave: niet aanwezig Stortbonnen: niet aanwezig Stukken van handhavend optreden: niet aanwezig
aanwezig
10-127, Tripscompagniesterweg 3 te Tripscompagnie betreft sloop boerderij , veestal, romneyloods en garage-werkplaats en bouw woning. Vergunning verleend op 1 maart 2011. Volledigheid dossier: Aanvraag omgevingsvergunning met tekening: aanwezig Abestinventarisatierapport door een gecertificeerd bureau: aanwezig Ingevulde checklist beoordeling asbestinventarisatierapport: niet aanwezig Ingevulde checklist controle van de locatie voor afgifte vergunning: niet aanwezig Ingevulde checklist beoordeling vergunningsvoorwaarden: niet aanwezig Omgevingsvergunning (mogelijk met aanvullende veiligheidsmaatregelen): aanwezig Startmelding van de opdrachtgever: niet aanwezig Ingevulde checklisten van uitgevoerde controles op locatie: niet aanwezig Gereedmelding: niet aanwezig Vrijgaverapport laboratorium: aanwezig Ingevuld controlerapport van de vrijgave: niet aanwezig Stortbonnen: niet aanwezig Stukken van handhavend optreden: niet aanwezig Aanvullende informatie; Op 1 maart 2011 is de vergunning verleend. De aanvrager heeft een melding gedaan dat in februari een mobiele puinbreker zal worden ingezet voor de sloop van de bijgebouwen. Dit heeft echter op dat moment niet plaatsgevonden, want die sloop heeft pas in april plaatsgevonden. Uit dossier is niet duidelijk wat er nu precies wanneer gesloopt is en of de sloop nu al volledig is uitgevoerd of alleen een aantal delen. (navraag leert dat bijgebouwen zijn gesloopt, de woning nog niet, maar dat de nieuwe woning in aanbouw is, als deze gereed is zal de oude woning gesloopt gaan worden) De gemeente is op 10 mei 2011 op locatie geweest, en zowel gekeken naar wat er gebouwd is als wat er gesloopt is. Overigens gebruikt de gemeente hier nog de oude aparte sloop en bouwplan vo Bodemmeldingen Een vijftal bodemmeldingen is nader bekeken (periode 2010, eerste helft 2011). Het betreft: 11/2/2010 door De Romein Infra en Milieu betreffende 9000 m3 grond afkomstig uit Westerbroek (Scheepswervenweg), toegepast t.b.v. Stikstofleider HeiligerleeZuidbroek. Aanwezig in dossier: melding + milieuhygiënisch rapport (partijkeuring grond) door CSO-Milfac. 22/9/2010 door Prorail betreffende niet gemelde hoeveelheid schone grond afkomstig uit Veendam?, toegepast voor verdubbeling spoor tracé ZuidbroekVeendam. Aanwezig in dossier: melding + milieuhygiënisch rapport (partijkeuring grond) door Terra Bodemonderzoek. 22/11/2010 door gemeente Menterwolde , 925 M3 grond, afkomstig uit Zuidbroek (Industrieweg), toegepast in Noordbroek/Sappemeersterweg. Aanwezig in dossier: Indicatieve keuring + keuring zestal partijen grond door Outline Consultancy. Pagina 30 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
18/3/2011 door gemeente Menterwolde, niet vermelde hoeveelheid schone grond, afkomst niet vermeld, toegepast in Noordbroek/Harmil voor aanvullen bermen. Aanwezig in dossier: melding + milieuhygiënisch rapport (partijkeuring grond) door Terra bodemonderzoek. 27/5/2011 door Verboon/maasland betreffende 14400 M3 baggerslib afkomstig uit Tripscompagniesterdiep, toegepast op aanliggende percelen Neroweg (ophoging land). Aanwezig in dossier: melding + onderzoeksrapporten (2) van Oranjewoud + mailwisseling tussen gemeente Menterwolde en Waterschap Hunze en Aa’s. Opmerkelijk: een deel/segment (DP 330-400) voldoet volgens onderzoeksrapport niet aan msPAF en mag daarom niet op land gebracht worden. Uit dossier wordt niet duidelijk wat met dit deel van het slib is gebeurd. Toezicht en handhaving bestemmingsplannen Voorbeelddossier: Containers Westeind, Zuidbroek. Door Wabo zijn containers vaak vergunningvrij geworden, vooral bij woonbestemmingen. Hier is inventarisatie gedaan door gemeente, waarbij containers in weiland voor paarden en voor opslag buiten woonbestemmingen werden aangetroffen. Projectje in straat n.a.v. klacht van een van de overtreders. Al begonnen voor Wabo (alles illegaal), daarna ten dele. Resultaat: 6 containers, waarvan 2 in overtreding. Een daarvan wordt gedoogd onder voorwaarden (paarden, omdat in 2000 gemeente niet is opgetreden; vervolgens in 2003 gedoogd door college) en de andere diende te worden verwijderd. Bij bewijsvoering laatste gebruik van luchtfoto’s. Bouwdossiers Vier dossiers zijn bekeken (eind 2010, eerste helft 2011) Algemeen: verzorgde, complete indruk. Elk dossier begint met voortgangslijst. Daarnaast standaardopbouw gehanteerd (1 algemene correspondentie, 2 bestemmingsplan, 3 welstand, 4 aanvraagformulier, 5 bouwvergunning, 6 zienswijzen/bezwaar, 7 milieu, 8 Wro/provincie, 9 bouwbesluit en 10 toezicht/handhaving). Dossier 11-072 Partijs/Muntendam. Het bouwen van een 2 onder 1 kap Datum aanvraag 22/5/2011 Vergunning van 15/6/2011. In aanbouw -Ventilatieberekening aanwezig, waaruit blijkt dat het voldoet aan regels bouwbesluit.. Voor zover door ons te beoordelen compleet. Door bureau Teammax. Geen bewijs van herberekening of check gemeente. -Geen toetsing aan NEN 1006 gevonden Dossier 11-010 Westerholm, De Clinge/Noordbroek, Bouw van 12 woningen + aanleg uitritten. Betreft vervangende nieubouw van 16 woningen aan Westerholm. Vergunning 29/3/2011. Volgens dossier nog niet in aanbouw -Ventilatieberekening aanwezig (PR8 Architecten) . Geen bewijs van herberekening of check gemeente. “De exacte ventilatieberekening dient nader te worden bepaald door de installateur” - Geen toetsing aan NEN 1006 gevonden Dossier 10-126 Het Loeg, Muntendam, Bouw van 6 appartementen met garage Vergunning 19/4, volgens dossier nog niet in aanbouw -Ventilatieberekening aanwezig. Uitgebreider dan twee vorige (met schets) Geen bewijs van herberekening of check gemeente. - Geen toetsing aan NEN 1006 gevonden Pagina 31 van 32
Definitief | Onderzoek taakuitvoering risicothema's leefomgeving | 2 december 2011
Dossier 10-105 De Wijde Blik, Muntendam, Bouw van koopwoning. Vergund:7/12/2010. In aanbouw (fundering maart 2011) -Ventilatieberekening aanwezig .Geen bewijs van herberekening of check gemeente. - Geen toetsing aan NEN 1006 gevonden
Pagina 32 van 32