Onderzoek naar topbeloningen 2010 De beloning van topbestuurders ten opzichte van medewerkers
Utrecht, 1 juni 2011 Frank Hendriks Mariska Stuivenberg
1
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave ..................................................................................................... 2 1.
Inleiding...................................................................................................... 3
2.
Uitgangspunten voor de Berekening ............................................................... 3
3.
Selectie van Ondernemingen ......................................................................... 6
4.
Resultaten ................................................................................................... 7
4.1.
Financiële instellingen ................................................................................ 8
4.2.
Bouwondernemingen ................................................................................10
4.3.
Diensten, handel en transport ....................................................................12
4.4.
Industrie .................................................................................................14
4.5.
Metaal en elektrotechniek ..........................................................................16
5.
Conclusies ..................................................................................................18
BIJLAGE 1 ...........................................................................................................19 BIJLAGE 2 ...........................................................................................................20 BIJLAGE 3 ...........................................................................................................21
2
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
1. INLEIDING Topbeloningen zijn in toenemende mate onderwerp van publieke discussie. Ook binnen vakbonden. De FNV-bonden hebben in een congresresolutie als beleidsuitgangspunt geformuleerd dat het hoogste salaris binnen een onderneming maximaal 20 maal zo hoog is als het laagste salaris in de onderneming. Dit uitgangspunt is bekend geworden onder de naam ‘Factor 20’.
Factor 20:
Vast salaris topbestuurder is maximaal 20. Vast salaris laagst betaalde medewerker
De FNV Vakcentrale, FNV Bondgenoten en FNV Bouw hebben aan Basis & Beleid Organisatieadviseurs B.V. gevraagd te analyseren hoe de norm Factor 20 zich verhoudt tot de realiteit bij ondernemingen met een AEX- of AMX beursnotering, aangevuld met ondernemingen die voor het arbeidsvoorwaardenbeleid van de bonden van belang zijn. Dat is voor het eerst gebeurd over 2009. Recent zijn de gegevens van topbestuurders over 2010 beschikbaar. In dit rapport is de verhouding tussen het inkomen van de voorzitter Raad van Bestuur en het laagste binnen de onderneming over 2010 geanalyseerd en hoe deze zich heeft ontwikkeld ten opzichte van 2009. Voor dit onderzoek heeft Basis & Beleid gebruik kunnen maken van de databank van de Volkskrant over de beloning van de topbestuurders van AEX- en AMX-ondernemingen en de lijst van toegevoegde ondernemingen 1. 2. UITGANGSPUNTEN VOOR DE BEREKENING Uitgangspunten voor de berekening van Factor 20: • Factor 20 heeft betrekking op de verhouding van het vaste loon van de voorzitter van de Raad van Bestuur. Onder vast loon van de voorzitter wordt verstaan het basissalaris van de voorzitter van de Raad van Bestuur. Een aantal bedrijven in de lijst vermeldt in de jaarrekening niet de individuele beloning van de voorzitter van de Raad van Bestuur. In dat geval is de beloning van de totale Raad van Bestuur gedeeld door het aantal leden van de Raad van Bestuur 2. In de weergave van de resultaten is steeds bij de voorzitter van de Raad van Bestuur tussen haakjes “(gem.)” vermeld. • Er is binnen de FNV geen norm genoemd voor de totale beloning. FNV Bondgenoten heeft als uitgangspunt dat variabele beloning voor bestuurders aan de top van een onderneming niet meer moet zijn dan 50% van de vaste beloning.
1
Met uitzondering van de gegevens van Friesland Bank, Arcadis, en VolkerWessels die op dat moment in het databestand van de Volkskrant nog niet beschikbaar waren. 2 Daarbij gaat het om FrieslandCampina, Rabobank, Dura Vermeer, van Wijnen Holding, Strukton, TBI Holdings en VolkerWessels.
3
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
•
Onder variabele beloning wordt verstaan bonussen, aandelenwinsten en optiewinsten. Pensioenopbouw en overige inkomsten van de voorzitter van de Raad van Bestuur zijn niet meegeteld als variabele beloning. De peildatum in dit onderzoek is 31 december 2010. Dat wil zeggen dat gegevens over de beloning van de voorzitter van de Raad van Bestuur betrekking hebben op het jaar 2010. Deze zijn gerelateerd aan de CAO-lonen van medewerkers op 31 december 2010.
Uitgangspunten voor het vaststellen van de vaste beloning voor medewerkers: • In het onderzoek wordt uitgegaan van de beloning voor een vakvolwassen medewerker (meestal 23 jaar en ouder). De jeugdschalen die in veel CAO’s voorkomen zijn niet gehanteerd. • In het onderzoek is het maximum, de hoogste trede, van de loonschaal opgenomen. In veel CAO’s is het namelijk gebruikelijk dat bij normaal functioneren de hoogste trede kan worden bereikt. • Van de medewerkers is het CAO-loon verhoogd met vakantiegeld (genormeerd op 8% 3), en - indien van toepassing - andere vaste beloningselementen als eventuele vaste 13e maand of (vaste) eindejaarsuitkering. Indien in de CAO een eenmalige uitkering is opgenomen voor 2009 of 2010 is dit bedrag - hoewel niet structureel - meegenomen als vast beloningselement. • In het onderzoek is uitgegaan van de laagst toegepaste loonschaal in de CAO. Dit is niet altijd de laagste loonschaal in de loontabellen. Indien uit de CAO niet te herleiden is welke laagste schaal daadwerkelijk wordt toegepast, heeft Basis & Beleid bij de vakbondsbestuurders nagevraagd welke laagste schaal daadwerkelijk in gebruik is. In elf ondernemingen (ASML, ABN Amro, Ballast Nedam, BAM, Dura Vermeer, Heijmans, Heineken, ING, Friesland Campina, Martinair, NS, Océ, Philips, Smit Internationale, Strukton, TBI Holdings, Unilever en VolkerWessels) leidt dit tot het toepassen van een hogere schaal dan de laagste in de CAO. • Van acht ondernemingen is de laagste schaal genomen, omdat (nog) niet bekend is welke laagste schaal daadwerkelijk wordt toegepast. Dit geldt voor de volgende ondernemingen: Aalberts Industries, Arcelor Mittal, Draka, Gasunie, KPN, Nutreco, Randstad en Ten Cate. • Het komt regelmatig voor dat binnen een concern meerdere CAO’s worden toegepast. Bijvoorbeeld een bedrijfstak-cao voor één deel van het concern en een ondernemings-cao voor een ander deel van het concern. Indien dit binnen een concern voorkomt is uitgezocht welke functie, conform CAO het laagst wordt beloond. Dit niveau is als uitgangspunt genomen voor het berekenen van de factor. • Hoewel het aandeel variabel loon in het inkomen van werknemers veelal klein is, komt het wel voor. Variabel loon van de werknemer is echter in deze rapportage buiten beschouwing gelaten. Uitgangspunten voor de vaststelling van het vaste en variabele loon van topbestuurders: 3
In de meeste Cao’s is een vakantietoeslag van 8% opgenomen, al komt soms een ander percentage voor (bijvoorbeeld 8,33%).
4
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
•
Van de voorzitter van het Raad van Bestuur zijn voor het vaststellen van het vaste loon de bonussen, optiewinsten, aandelenwinsten en overige inkomsten buiten beschouwing gebleven, evenals de pensioenvoorziening. De vergelijking spitst zich dus toe op de vaste elementen. De verschillen in totale beloning (vast en variabel) tussen de voorzitter en de medewerkers zijn vaak groter in vergelijking met de verschillen in de vaste beloning. In de beloning van de topbestuurders zijn namelijk veel variabele beloningselementen opgenomen. Uit de gegevens van de onderzochte bedrijven blijkt dat de totale beloning van de topbestuurders in 2010 slechts voor 39% bestaat uit vast salaris, en voor 47% uit bonus en aandelenwinsten. Overzicht beloningselementen topbestuurders
Aandeel in inkomen 2010 2% 8% Basissalaris 39%
21%
Bonus Optiewinsten Aandelenwinsten Pensioen Overige inkomsten
4% 26%
Bij de bepaling van de omvang van aandelen en optiewinsten is in het onderzoek rekening gehouden met : • De waardestijging in 2010 van aandelen die al voor 2010 zijn toegekend en bij aanvang 2010 nog niet zijn verkocht. • Het verschil tussen de uitoefenprijs van opties en de marktwaarde (als opties in 2010) zijn uitgeoefend. Optiewinsten zijn vooral gerealiseerd door de CEO’s van Fugro (2010: 3,5 miljoen) en KPN (2010: € 1,5 miljoen). Winsten op aandelen zijn er in 2010 vooral voor de CEO’s van Royal Dutch Shell en KPN (beiden meer dan € 4 miljoen.) en voor de CEO’s van Akzo Nobel, ASML, Randstad en Unilever (meer dan € 1 miljoen.). •
Als gedurende het jaar een nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur wordt benoemd, heeft de Volkskrant het salaris en andere beloningscomponenten omgerekend naar een jaarsalaris. Voor de ondernemingen waarvan de gegevens rechtstreeks zijn ontleend aan de jaarverslagen is dezelfde systematiek toegepast.
5
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
3. SELECTIE VAN ONDERNEMINGEN De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd voor het selecteren van ondernemingen: • De onderneming heeft een AEX- of AMX-notering. • Het jaarverslag geeft inzicht in de honorering van bestuurders. • Binnen de onderneming geldt een CAO (ondernemings- of bedrijfstak-CAO), die is afgesloten met FNV Bondgenoten of FNV Bouw. Een aantal ondernemingen met AEX- en AMX-notering in 2009 en 2010 is niet opgenomen in het onderzoek omdat: • er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over het inkomen van de topbestuurder (of de Raad van Bestuur), bijvoorbeeld na overname door private equity-fondsen (bijv. Hema, Maxeda, en NXP (oud Philips Semiconductors) en C1000). • ze zijn opgegaan in andere ondernemingen: bijv. Fortis (geïntegreerd in ABN AMRO), Smit Internationale (geïntegreerd in Boskalis) en Super de Boer (geïntegreerd in Jumbo). • ze geen CAO afsluiten met AbvaKabo FNV, FNV Bondgenoten en FNV Bouw: bijvoorbeeld: ASMI, Crucell, Eurocommercial, Fugro, Imtech, Logica, Prologis, SBM Offshore, USG, Vastned Retail, Wereldhave, Wessanen, TomTom en Unibail/Rodamco. De lijst van AEX- en AMX-bedrijven is uitgebreid met de volgende ondernemingen die van belang zijn voor het arbeidsvoorwaardenbeleid van FNV Bondgenoten: • • •
ABN AMRO Air France/KLM De Nederlandsche Bank
• • • •
Delta Lloyd FrieslandCampina Gasunie Grontmij
• • • •
KPN Nedap NS Rabobank
Bij KPN is de beloning aan de top vergeleken met het minimumloon, omdat de CAO voor postbezorgers op dat niveau betaalt. Deze CAO wordt door Abvakabo FNV afgesloten. In het domein van FNV Bouw zijn naast de BAM-groep (AEX-genoteerd) en Heijmans (AMX-genoteerd) de volgende ondernemingen toegevoegd aan het onderzoek: • TBI Holdings • Ballast Nedam. • Strukton. • Dura Vermeer. • VolkerWessels. TBI Holdings is wel meegenomen, ook al vermeldt TBI in de jaarrekening 2010 nog slechts de totale beloning van de Raad van Bestuur zonder onderscheid naar inkomenscategorieën. In 2009 is het onderscheid tussen vast en variabel inkomen van de CEO nog wel te maken. Bij de bouwondernemingen in het onderzoek is de CAO Bouwnijverheid van toepassing voor medewerkers. De beloning van de topbestuurders van de verschillende ondernemingen is dus gerelateerd aan steeds hetzelfde salaris voor medewerkers.
6
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
4. RESULTATEN Voor de weergave van de resultaten zijn de ondernemingen ingedeeld in de volgende categorieën: • Financiële instellingen • Bouwondernemingen • Sectoren Diensten, Handel & Transport • Metaal en elektrotechniek • Industrie. Per onderneming wordt getoond in een tabel: • Het basissalaris van de voorzitter van de Raad van Bestuur (CEO) 4 • Het totaalinkomen van de voorzitter van de Raad van Bestuur (CEO) 5 • De opslag op het basissalaris die de CEO ontvangt in de vorm van bonus, aandelen en opties (=variabele beloning), pensioenopbouw en overige inkomsten 6 • De verhouding tussen het variabele loon van de CEO en het vaste loon (basissalaris) van de CEO. Hiervoor hanteert FNV Bondgenoten de norm van 50% 7 • De verhouding tussen het basissalaris van de CEO 8 en het vaste inkomen van de laagstbetaalde medewerker (waarvoor de norm geldt van Factor 20) In de grafieken wordt in de donkerblauwe kolom de Factor 20 van de desbetreffende onderneming in 2010 uitgedrukt, in lichtblauw de Factor 20 in 2009. De eerste grafiek bij de sectoren laat zien hoe het vaste loon van de voorzitter van de Raad van Bestuur zich verhoudt tot het laagste loon. De tweede grafiek toont de vergelijking van het variabel loon van de topbestuurders met hun vaste beloning. De rode stippellijn in deze grafiek geeft de norm van FNV Bondgenoten aan voor de verhouding tussen het variabel loon voor de topbestuurders en hun vaste beloning. Aan het einde is een overzicht opgenomen met de gehanteerde arbeidsvoorwaarden per onderneming.
4 5 6 7 8
Soms het gemiddelde salaris van de leden van de Raad van Bestuur. Soms het gemiddelde van de totale beloning van alle leden van de Raad van Bestuur. Of de gemiddelde totale beloning van de leden van de Raad van Bestuur Of van de gemiddelden van de leden. Of het gemiddelde van de leden van de Raad van Bestuur
7
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
4.1. Financiële instellingen In onderstaande tabel is - in volgorde van de berekende factor - te zien hoeveel de topbestuurders in de onderzochte financiële instellingen in 2010 hebben ontvangen aan basissalaris, variabele beloning en totaal inkomen.
Bedrijf
CEO
Variabel/Vast
Vast loon CEO / laagste loon (Factor 20)
ING
J. Hommen
1.353.000
0
-
1.353.000
0%
48,8
Rabobank (gem.)
P. Moerland
1.133.333
283.333
300.000
1.716.667
25%
34,9
Aegon
A. Wynaendts
955.542
0
627.076
1.582.618
0%
31,5
SNS Reaal
R. Latenstein
581.000
0
121.000
702.000
0%
24,7
Delta Lloyd
N. Hoek
650.000
0
120.600
770.600
0%
24,2
ABN Amro
G.Zalm
563.000
0
165.000
728.000
0%
22,9
Friesland Bank
C. Beuving
434.182
0
9.000
443.182
0%
19,4
De Ned. Bank
N. Wellink
406.650
0
10.662
417.312
0%
13,9
Pensioen Variabel en overig
Vast
Totaal inkomen
Verhouding tussen vaste beloning van topbestuurders en vast loon van medewerkers in de laagste (gebruikte) loonschaal binnen de onderneming in 2010 en 2009.
Financiële instellingen Vast loon CEO / laagste loon 2010
49
Norm vast
Idem 2009
49
35
34 32
31
31
25 23
24
23 21
19
20
17 14
ING
Rabobank (gem.)
Aegon
SNS Reaal
8
Delta Lloyd
ABN Amro
14
Friesland Bank De Nederlandsche Bank
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
Verhouding tussen variabele en vaste beloning van topbestuurders in 2010 en 2009
Financiële instellingen
59%
50%
29%
27% 25%
4%
ING
Rabobank (gem.)
Aegon
SNS Reaal
Delta Lloyd
Variabel/Vast 2009
Variabel/Vast 2010
ABN Amro
Friesland Bank De Nederlandsche Bank Norm
Resultaten: • Van de acht onderzochte financiële instellingen overschrijden zes instellingen de norm van Factor 20. Twee banken, de Nederlandsche Bank (2010: factor 14) en de Friesland Bank (2010: factor 19), blijven onder deze norm. • De overschrijding bij ABN Amro (2010: factor 23) is in 2010 beperkt en is afgenomen ten opzichte van 2009. • In 2009 was het verschil met de norm bij Delta Lloyd (2009: factor 21) en SNS Reaal (2009: factor 23) relatief beperkt, maar dat verschil is in 2010 toegenomen. • Vooral Aegon (2010: factor 32), Rabobank (2010: factor 35) en ING (2010: factor 49) scoren veel hoger dan de norm van Factor 20. • Voor de Friesland Bank is de factor voor het vaste loon binnen de norm. Bij de bank is halverwege 2010 (15 juli) een nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur aangetreden. Het salaris is omgerekend naar een jaarsalaris, overige inkomsten zijn er in 2010 nauwelijks geweest. • Er is bij de financiële instellingen in 2010 weinig variabele beloning uitgekeerd. Alleen bij Rabobank is variabele beloning uitgekeerd, (gemiddeld) 25% van het gemiddelde vaste salaris van de leden van de Raad van Bestuur. • Als Jan Hommen niet zijn aanvankelijk toegekende bonus (van € 1,2 mln.) zou hebben teruggegeven, had ING ook in deze vergelijking de norm (50%) ruimschoots overtreden.
9
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
4.2. Bouwondernemingen In onderstaande tabel is - in volgorde van de berekende factor - te zien hoeveel de topbestuurders in de onderzochte bouwondernemingen in 2010 hebben ontvangen aan basissalaris, variabele beloning en totaal inkomen.
Pensioen Variabel en overig
Vast
Totaal inkomen
Bedrijf
CEO
TBI Holdings (gem.)
E. v.d. Assem
886.000
0
-
886.000
0%
30,8
Dura Vermeer (gem.)
J. Dura
589.000
0
-
589.000
0%
20,5
BAM
N. de Vries
554.000
89.000
93.000
736.000
16%
19,3
Ballast Nedam
T. Bruijninckx
479.000
162.000
147.000
788.000
34%
16,7
Heijmans
G. Witzel
456.052
256.529
177.372
889.953
56%
15,9
Strukton (gem.)
Sanderink
408.439
0
408.439
0%
14,2
404.510
381.335
882.891
94%
14,1
VolkerWessels (gem.) G. v.d. Aast
97.046
Variabel/Vast
Vast loon CEO / laagste loon (Factor 20)
Er wordt bij TBI, Strukton en Dura Vermeer geen onderscheid gemaakt tussen vaste en variabele inkomensbestanddelen. Het gemiddelde is in het onderzoek opgenomen als vast inkomen. Verhouding tussen vaste beloning van topbestuurders en vast loon van medewerkers in de laagste (gebruikte) loonschaal binnen de onderneming in 2010 en 2009.
Bouwondernemingen Idem 2009
Vast loon CEO / laagste loon 2010
Norm vast
31 25 21
20
19 17
18
17
16
13
10
20
16 14
14
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
Verhouding tussen variabele en vaste beloning van topbestuurders in 2010 en 2009.
Bouwondernemingen 94%
56% 50%
34%
22% 16%
Variabel/Vast 2009
Variabel/Vast 2010
Norm
Resultaten: • In 2010 zit de vaste beloning van zes grote ondernemingen onder of vrijwel op de norm van Factor 20. In 2009 voldeden drie van de destijds onderzochte zeven ondernemingen niet aan de norm: BAM (2009: factor 21) zat bijna op de norm en TBI (2009: factor 31) en VolkerWessels (2009: factor 34) gingen er ruim overheen. • Bij Heijmans (2010: 56%) en VolkerWessels (2010: 94%) is de variabele beloning meer dan 50% van het vaste loon. • Ook bij Ballast Nedam is er een belangrijk verschil tussen totale beloning en vaste beloning, maar de hoogte van de variabele beloning ligt binnen de norm van 50%.
11
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
4.3. Diensten, handel en transport In onderstaande tabel is - in volgorde van de berekende factor - te zien hoeveel de topbestuurders in de onderzochte ondernemingen in de sectoren diensten, handel en transport in 2010 hebben ontvangen aan basissalaris, variabele beloning en totaal inkomen.
Bedrijf
CEO
Vast
TNT
P. Bakker
KPN
A. Scheepbouwer
Ahold Randstad
Vast loon CEO / laagste Totaal Variabel/ loon inkomen Vast (Factor 20)
Pensioen Variabel en overig
918.000
679.326
1.006.461
6.938.981
J. Rishton
945.000
1.219.551
B. Noteboom
823.000
2.060.274
Air France/KLM
P.-H. Gourgeon
750.000
15.000
Grontmij
S. Thijssen
418.000
167.000
NS
A. Meerstadt
473.391
0
Arcadis
H. Noy
438.000
486.000
Nedap
R. Wegman
321.000
102.000
243.832
1.841.158
74%
50,0
7.945.442
689%
44,8
446.000
2.610.551
129%
42,8
245.000
3.128.274
250%
39,4
765.000
2%
27,8
75.000
660.000
40%
20,9
10.489
483.880
0%
17,3
111.000
1.035.000
111%
15,2
26.000
449.000
32%
12,3
-
-
Verhouding tussen vaste beloning van topbestuurders en vast loon van medewerkers in de laagste (gebruikte) loonschaal binnen de onderneming in 2010 en 2009.
Diensten, handel en transport Vast loon CEO / laagste loon 2010
54
Idem 2009
Norm vast
55
45
45 43
43 39
38
28 26 21
21 18
17
15
15 12
TNT
KPN
Ahold Supermarkten
Randstad
Air France/KLM Grondpers.
12
Grontmij
NS
Arcadis
12
Nedap
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
Verhouding tussen variabele en vaste beloning van topbestuurders in 2010 en 2009.
Diensten, handel en transport
250%
129% 111%
110%
97% 88% 74%
70% 44%
KPN
32% 32% 15%
2%
689% 631% TNT
50%
40%
23%
Ahold Supermarkten
Randstad Air France/KLM Grondpers.
Grontmij
Variabel/Vast 2009
Variabel/Vast 2010
NS
Arcadis
Nedap
Norm
Resultaten: • Binnen de onderzochte onderneming binnen diensten, handel en transport is de topbeloning van zes van de negen topbestuurders hoger dan Factor 20. Hierin vallen vooral TNT (2010: factor 50), KPN (2010: factor 45), Ahold (2010: factor 43) op. De norm Factor 20 wordt met meer dan 100% overschreden. Ook bij Randstad (factor 39) wordt de factor bijna het dubbele van de norm. De hoge factor bij TNT heeft zowel te maken met het loon van de CEO als het loon van de postbezorger (ter hoogte van het minimumsalaris). • De verschillen tussen variabele en vaste beloning zijn bij KPN (2010: 689%), Randstad (2010: 250%), Ahold (2010: 129%), Arcadis (2010: 111%) en TNT (2010: 74%) zeer groot. KPN spant de kroon met een variabel inkomen voor Ad Scheepbouwer dat bijna 7 keer zo hoog is als zijn vaste inkomen. In de jaarrekening van 2010 wordt als beloning voor Ad Scheepbouwer een lagere variabele beloning genoemd namelijk € 2,4 miljoen in plaats van de bijna € 7 miljoen die we in het onderzoek hebben opgenomen. Het verschil ontstaat omdat de Volkskrant rekening houdt met de gestegen marktwaarde van in vorige jaren voorwaardelijk toegekende aandelen die in 2011 kunnen worden verkocht en van opties die in 2010 zijn uitgeoefend.
13
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
4.4. Industrie In onderstaande tabel is - in volgorde van de berekende factor - te zien hoeveel de topbestuurders in de onderzochte ondernemingen in de industrie in 2010 hebben ontvangen aan basissalaris, variabele beloning en totaal inkomen.
Vast
Pensioen Variabel en overig
Vast loon CEO / laagste Totaal Variabel/ loon inkomen Vast (Factor 20)
Bedrijf
CEO
Royal Dutch Shell
P. Voser
1.500.000
8.067.932
955.190
10.523.123
538%
56,9
Unilever
P. Polman
1.072.000
2.723.354
88.000
3.883.354
254%
33,9
FrieslandC ampina (ge C . 't Hart
980.000
260.000
160.000
1.400.000
27%
33,4
DSM
F. Sijbesma
766.000
683.655
113.292
1.562.947
89%
32,1
Heineken
J.-F. van Boxmeer
950.000
1.306.250
464.000
2.720.250
138%
29,6
Ten C ate
L. de Vries
613.000
521.600
240.000
1.374.600
85%
26,9
Nutreco
W. Dekker
632.303
453.145
139.287
1.224.735
72%
26,8
Akzo C oatings
H. Wijers
765.700
3.475.920
726.900
4.968.520
454%
26,6
Draka
F. Dorjee
550.000
740.000
133.000
1.423.000
135%
25,9
C SM
G. Hoetmeer
594.000
525.944
231.000
1.350.944
89%
20,3
Wavin (Owase)
H. ten Hove
359.333
50.163
114.657
524.153
14%
13,5
Gasunie
P.C . van Gelder
260.001
29.467
12.062
301.530
11%
9,4
Verhouding tussen vaste beloning van topbestuurders en vast loon van medewerkers in de laagste (gebruikte) loonschaal binnen de onderneming in 2010 en 2009.
Overig industrie Vast loon CEO / laagste loon 2010
Idem 2009
Norm vast
57
38 34 33
33 30
32 33 30 27 24
26
27
26
27 27
26 25 20 20 20
17 13
13 9
14
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
Verhouding tussen variabele en vaste beloning van topbestuurders in 2010 en 2009.
Overig industrie
254%
208%
168% 150% 138%
147%
89%
135%
89%
85% 72% 68%
81%
60%
48% 27% 27%
50%
33%
27% 14% 11%
538%
11%
454%
Variabel/Vast 2009
Variabel/Vast 2010
Norm
Resultaten: • De norm wordt in 2010 binnen de onderzochte ondernemingen in de overige dienstverlening in negen van de twaalf ondernemingen overschreden. Vooral Shell (2010: factor 57), Unilever (2010: factor 34), FrieslandCampina (2010: factor 33), DSM (2010: factor 32) en Heineken (factor 30) overschrijden deze norm. • Alleen Gasunie, Wavin en CSM voldoen bij het vaste inkomen aan de norm. Bij de eerste twee is het verschil tussen vast en totaal inkomen veel kleiner dan bij de andere ondernemingen. • Het verschil tussen de vaste beloning en variabele beloning is ook nog eens erg groot bij negen van de twaalf ondernemingen. Het totale inkomen is bij vijf ondernemingen zelfs ruimschoots meer dan het dubbele van de norm: Shell (2010: 538%), Akzo Nobel (2010: 454%), Unilever (2010: 254%), Heineken (2010: 138%) en Draka (2010: 135%). • Bij ondernemingen als Unilever, Akzo en Royal Dutch Shell zijn de verschillen tussen de variabele beloning en vaste beloning voor de topbestuurder zeer groot; Shell (538%), Akzo Nobel (454%), en Unilever (254%).
15
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
4.5. Metaal en elektrotechniek In onderstaande tabel is - in volgorde van de berekende factor - te zien hoeveel de topbestuurders in de onderzochte ondernemingen in de metaal en elektrotechniek hebben ontvangen aan basissalaris, variabele beloning en totaal inkomen.
Bedrijf
CEO
Vast
Vast loon CEO / laagste Totaal Variabel/ loon inkomen Vast (Factor 20)
Pensioen Variabel en overig
Aalberts Industries
J. Aalberts
518.000
389.000
907.000
75%
24,4
Océ
R. van Iperen
674.736
325.895
181.164
-
1.181.795
48%
25,4
ASML
E. Meurice
757.000
2.063.458
269.327
3.089.785
273%
26,0
Philips
G. Kleisterlee
1.100.000
1.459.053
321.778
2.880.831
133%
46,3
Arcelor Mittal
L. N. Mittal
1.233.010
516.804
1.749.813
42%
49,6
-
Verhouding tussen vaste beloning van topbestuurders en vast loon van medewerkers in de laagste (gebruikte) loonschaal binnen de onderneming in 2010 en 2009.
Metaal en elektrotechniek Vast loon CEO / laagste loon 2010
Idem 2009
Norm vast
50 46
47
42
26
26
25
26
24
24 20
16
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
Verhouding tussen variabele en vaste beloning van topbestuurders in 2010 en 2009.
Metaal- en elektrotechniek
305% 273%
142%
133%
75% 60% 48%
42%
41%
50% 30%
Arcelor Mittal
Philips
ASML
Variabel/Vast 2010
Variabel/Vast 2009
Océ
Aalberts Industries Norm
Resultaten: • Alle ondernemingen overschrijden de norm voor het vaste inkomen van Factor 20. De overschrijding is zeer fors bij Arcelor Mital (2010: factor 50) en bij Philips (2010 factor: 46). • Drie van de vijf onderzochte ondernemingen overschrijden ook de norm voor het variabele inkomen: 50% van het vaste inkomen. Vooral bij ASML (2010: 273%) en Philips (2010: 133%) is de variabele beloning hoog ten opzichte van het vaste inkomen. Ook Aalberts (2010: 75%) komt boven de bij norm uit.
17
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
5.
CONCLUSIES
Uit bijgaande grafieken voor de ondernemingen waarop de Factor 20 van toepassing is, kan het volgende worden vastgesteld: De norm Factor 20 (bijlage 1): • Van de 50 onderzochte ondernemingen voldoen slechts 15 ondernemingen aan de norm Factor 20 die de FNV hanteert. Dat is 30% van de onderzochte ondernemingen. In bijna 70% van de ondernemingen valt de factor hoger uit dan de gehanteerde norm. • Uitschieters, met een factor die zelfs hoger uitkomt dan 40 zijn: Royal Dutch Shell (2010: factor 57%), TNT (2010: factor 50), Arcelor Mittal (2010: factor 50), ING (2010: factor 49), Philips (2010: factor 46), KPN (2010: factor 45) en Ahold (2010: factor 43). • Hoewel ook bij sommige financiële instellingen de norm overschreden wordt, vinden de uitschieters in overschrijdingen plaats in andere sectoren, namelijk grote industriële bedrijven en dienstverleners. Verhouding variabele en vaste beloning van topbestuurders (bijlage 2): • In 21 van de 50 onderzochte ondernemingen is in 2010 geen variabele beloning toegekend aan de topbestuur van de onderneming. • In 29 ondernemingen is aan de topbestuurder variabele beloning toegekend. De norm die FNV Bondgenoten hanteert als uitgangspunt voor variabele beloning van bestuurders - maximaal 50% van de vaste beloning – wordt in 19 van de 50 bedrijven overschreden. Uitschieters zijn: o KPN: 689%. o Royal Dutch Shell: 538%. o Akzo Coatings: 454%. o ASML: 273%. o Unilever: 254% o Randstad: 250%. • In 2010 bestond het inkomen van topbestuurders voor gemiddeld 41% uit een variabel inkomen (bonus, optiewinsten, aandelenwinsten). Dit aandeel is fors gestegen ten opzichte van 2009. In 2009 was het aandeel variabele beloningselementen 27% over een groep vergelijkbare ondernemingen.
18
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
19
Vast loon CEO / laagste loon 2010 Idem 2009
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
Norm vast
60
Royal Dutch Shell
TNT
Arcelor Mittal
45
ING
50
Philips
43
KPN
Ahold Supermarkten
40
Randstad
Rabobank (gem.)
Unilever
32 32
FrieslandCampina (gem.)
DSM
30
Aegon
28 27 27 27 25 26 26 25 24 24
Heineken
Air France/KLM Grondpers.
Ten Cate
Nutreco
Akzo Nobel
ASML
Draka
Océ
SNS Reaal
23
Aalberts Industries
30
Delta Lloyd
20 21 19 19 20
ABN Amro
Grontmij
Dura Vermeer (gem.)
CSM
Friesland Bank
17 17 15 16 14 14 14 13
BAM
NS
Ballast Nedam
Heijmans
Arcadis
Strukton (gem.)
VolkerWessels (gem.)
12 12
De Nederlandsche Bank
20
Wavin (Owase)
Nedap
Nedap
10
Gasunie
BIJLAGE 1
Verhouding vaste beloning CEO/laagste loon; alle ondernemingen 54 57
49 50
46
39
35 33 34
9
0
BIJLAGE 2
Variabele beloning/Vaste beloning CEO; alle ondernemingen 800% 689%
700%
600% 538%
500%
454%
400%
300%
250% 254%
273%
200%
100% 50%
48% 56% 32% 34% 40% 42% 27% 25% 11% 14% 16%
85% 89% 89% 94% 72% 74% 75%
111%
129% 133% 135% 138%
0%
Variabel inkomen CEO/Vast inkomen CEO 2010
20
Variabel inkomen CEO/Vast inkomen CEO 2009
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011
Norm max
BIJLAGE 3: OVERZICHT ARBEIDSVOORWAARDEN PER ONDERNEMING
Bedrijf ING Rabobank (gem.) Aegon SNS Reaal Delta Lloyd ABN Amro
Friesland Bank De Nederlandsche Bank
maximum laagste 13e schaal maand
Max Jaarsalaris laagste trede EJU
25.570 30.012 27.981 21.748 24.798 22.661 20.700 27.086
ja ja ja ja nee ja ja ja
27.700 32.513 30.312 23.560 24.798 24.549 22.425 29.344
28.765 28.765 28.765 28.765 28.765 28.765 28.765
nee nee nee nee nee nee nee
18.351 22.447 22.093 20.904 25.987 20.023 27.343 28.706 26.011
Hoogte EJU nee nee
P P P
nee 8,3%
maximum laagste schaal na EJU 27.700 32.513 30.312 23.560 26.865 24.549
nee nee
22.425
28.765 28.765 28.765 28.765 28.765 28.765 28.765
nee nee nee nee nee nee nee
28.765 28.765 28.765 28.765 28.765 28.765 28.765
nee nee nee nee nee nee nee nee nee
18.351 22.447 22.093 20.904 25.987 20.023 27.343 28.706 26.011
nee nee nee nee 4,0% nee nee 0,6% nee
18.351 22.447 22.093 20.904 27.027 20.023 27.343 28.873 26.011
24.354 23.756 26.905 24.533 21.239
nee nee ja ja nee
24.354 23.756 29.147 26.578 21.239
2,0% nee nee nee nee
24.841 23.756 29.147 26.578
26.351 31.078 28.448 23.898 31.933 22.751 23.580 28.836 21.239 27.035 26.711 25.647
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja
26.351 31.078 28.448 23.898 31.933 22.751 23.580 28.836 21.239 27.035 26.711 27.784
29.344
Bedrijf Dura Vermeer (gem.) BAM Ballast Nedam Heijmans Strukton (gem.) VolkerWessels (gem.) TBI Holdings (gem.) Bedrijf TNT KPN Ahold Supermarkten Randstad Air France/KLM Grondpers. Grontmij NS Arcadis Nedap
P
P 0
Bedrijf Arcelor Mittal Philips ASML Océ
Aalberts Industries
P
21.239
Bedrijf Royal Dutch Shell Unilever FrieslandCampina (gem.) DSM Heineken Ten Cate
Nutreco Akzo Coatings
Draka CSM Wavin (Owase) Gasunie
21
P p p
P
nee 1,8% 3,0% nee 0,5% nee nee nee nee 8,3% nee nee
26.351 31.622 29.302 23.898 32.093 22.751
23.580 28.836
21.239 29.287 26.711 27.784
10118/4/FNV BG/eindrapportage/01-06-2011