Onderzoek naar (kansen op) verbindingen met en voor kwetsbare mensen in de samenleving Onderzoeksrapportage in opdracht van het Leger des Heils
Amsterdam, mei 2012 Projectnummer: Z1182 drs. Yvette Randsdorp drs. Tessa van Groenestein drs. Björn Lambertz
Het auteursrecht op dit rapport ligt bij het Leger des Heils. Voor het vermelden van de naam Motivaction in publicaties op basis van deze rapportage - anders dan integrale publicatie - is echter schriftelijke toestemming vereist van Motivaction International B.V.
Inhoudsopgave
1 Hoofdconclusies
1
2 Maatschappelijke problemen in Nederland 2.1 Over welke maatschappelijke onderwerpen maakt men zich zorgen? 2.2 In hoeverre vindt men maatschappelijke issues zorgelijk?
2 2 3
3 Omgaan met maatschappelijke problemen 3.1 Hoe goed is de hulpverlening geregeld in Nederland? 3.2 Wie heeft er schuld aan de maatschappelijke problemen? 3.3 Not in my backyard 3.4 Daklozen
4 4 5 6 7
4 Visie op het eigen leven 4.1 Zingeving 4.2 Sociaal isolement
9 9 10
5 Imago 5.1 Bekendheid van het Leger des Heils 5.2 Wat wil men zelf bijdragen?
11 12 14
Bijlage 1: Achtergrond en opzet van het onderzoek
16
Bijlage 2: Onderzoekstechnische informatie
17
Bijlage 3: Ongewogen en gewogen data
18
1
Hoofdconclusies Na gezondheidsproblemen zien Nederlanders armoede en criminaliteit als de belangrijkste maatschappelijke problemen van deze tijd. Ook sociale armoede wordt als probleem erkend door de Nederlandse samenleving. Dit blijkt uit het feit dat een overgrote meerderheid van de Nederlanders het zorgelijk vindt dat er in de maatschappij mensen zijn die eenzaam zijn. Daarnaast geeft een meerderheid aan dat mensen te veel op zichzelf gericht zijn en dat steeds meer mensen in Nederland zich eenzaam voelen. Dat laatste is daadwerkelijk terug te zien. Het aantal Nederlanders dat aangeeft zich eenzaam te voelen is de afgelopen jaren steeds meer toegenomen. Wat dit onderzoek duidelijk laat zien is dat zodra problemen voor mensen dichterbij komen, zij veel milder zijn in hun oordeel over de schuldvraag. Veel minder mensen dan in 2008 geven bijvoorbeeld aan dat mensen die werkloos zijn daar zelf schuldig aan zijn. In Nederland beseft men heel goed dat dakloos worden iedereen kan overkomen, vooral op het moment dat men zonder werk komt te zitten en er alleen voor staat. Toch hebben de meeste Nederlanders geen rooskleurig beeld van daklozen. Zij worden meer nog dan vorige jaren geassocieerd met negatieve kenmerken als alcoholisme, overlast op straat, criminaliteit, illegaliteit, profiteren en agressie. Een deel van de bevolking meent dat deze mensen zelf voor hun situatie kiezen, immers iedereen in Nederland die dat nodig heeft kan toch hulp krijgen. Nederlanders zijn ambivalent in hun houding ten aanzien van kwetsbare groepen. Aan de ene kant zijn ze van mening dat de situatie van kwetsbare groepen zorgelijk is, dat iedereen recht heeft op hulpverlening en dat er te weinig aandacht is voor mensen met bepaalde problemen. Aan de andere kant leggen ze de schuld wel vaak bij de mensen zelf en willen ze er zeker niet mee geconfronteerd worden (‘not in my backyard’). Nog meer dan in 2008 zijn Nederlanders op zoek naar zingeving. Het aantal Nederlanders dat aangeeft behoefte te hebben aan iets wat hun dagelijks leven zinvoller maakt, is fors toegenomen evenals het aantal mensen dat zinvol leven een moeilijke opdracht vindt. Een deel van de bevolking geeft hier uiting aan door vrijwilligerswerk te doen of zich als mantelzorger in te zetten. Deze ontwikkeling geeft aan dat er potentieel meer mensen gestimuleerd kunnen worden om zich in te zetten voor anderen. Op die manier snijdt het mes aan twee kanten: mensen kunnen iets voor een ander betekenen waardoor ze hun leven zinvoller kunnen maken én op die manier komen zij in aanraking met kwetsbare groepen wat meer begrip kweekt voor deze groepen.
1
2
Maatschappelijke problemen in Nederland Gezondheidsproblemen worden als het meest belangrijke maatschappelijke probleem van deze tijd gezien. Nederlanders vinden vooral kwetsbare groepen zorgelijk die zelf niets aan hun benarde situatie kunnen doen (zoals kinderen) of waar zij mogelijk zelf hinder van kunnen ondervinden (mensen die crimineel gedrag vertonen). Verslaafden, daklozen en mensen met overgewicht vindt men naar verhouding minder zorgelijk.
2.1
Over welke maatschappelijke onderwerpen maakt men zich zorgen?
Uit de tien voorgelegde maatschappelijke problemen worden gezondheidsproblemen door de Nederlandse bevolking als de belangrijkste gezien. Andere veelgenoemde onderwerpen zijn: armoede, criminaliteit en schending van mensenrechten. Kunt u deze maatschappelijke problemen rangschikken naar belangrijkheid van 1 tot 10? Basis:2012 (n=1.246) 1e plaats Gezondheidsproblemen 4,1
24%
Armoede 4,2
17%
Criminaliteit 4,3
18%
Schending van mensenrechten 5,0 Psychische nood 5,5
14% 5%
Milieuvervuiling 5,8 Eenzaamheid 5,9 Dakloosheid 6,4 Verslavingsproblematiek 6,4 Gebrek aan zingeving 7,4
6% 4% 5% 3% 6%
De blauwe balken in bovenstaande figuur geven het percentage van de Nederlandse bevolking weer dat het betreffende probleem aanduidt als meest belangrijk. De rode cijfers geven de gemiddelde plaatsing in de rangorde van 1 tot 10 weer.
2
Dat sociale armoede door de huidige samenleving wordt erkend als probleem blijkt uit het feit dat net als in de voorgaande jaren een overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking aangeeft dat mensen te veel op zichzelf gericht zijn en dat steeds meer mensen zich eenzaam voelen. Tabel 1: In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken? 2012 2008 2003 2002 2001 % mee eens Mensen zijn te veel op zichzelf gericht* 88 84 89 91 90 Steeds meer mensen voelen zich eenzaam 75 74 79 80 81 in Nederland** In Nederland bestaat geen echte armoede 36 27 41 44 38 Basis: 2012: n=1246, 2008: n=1181, 2003: n=1277, 2002: n=1064, 2001: n=1040 * Tot en met 2008 gesteld als: Mensen in Nederland zijn te veel op zichzelf gericht en houden te weinig rekening met anderen. ** Tot en met 2008 gesteld als: Steeds meer mensen voelen zich eenzaam in Nederland door toenemende individualisering
2.2
In hoeverre vindt men maatschappelijke issues zorgelijk?
Veel Nederlanders vinden de voorgelegde maatschappelijke issues zorgelijk. Meer dan de helft van de Nederlanders vindt alle voorgelegde situaties op z’n minst enigszins zorgelijk. In hoeverre vindt u de volgende situaties zorgelijk binnen onze maatschappij? Basis: 2012 (n=1.246) percentages van 3% of lager zijn niet weergegeven
Kinderen die de dupe zijn van de problemen van hun ouders
66%
Mensen die seksueel misbruikt zijn
31%
61%
33%
64%
Mensen die crimineel gedrag vertonen
30%
4
Mensen met psychische problemen
33%
55%
9%
Mensen die financieel niet rond kunnen komen Mensen die door ouderdom niet meer meedoen aan de samenleving Mensen die eenzaam zijn
33%
53%
10%
30% 26% 29%
Mensen die verslaafd zijn aan drugs
31%
Mensen die bovenmatig alcohol gebruiken
Mensen met overgewicht
Heel erg zorgelijk
15%
51%
17%
46%
33%
17%
44%
19%
17%
53%
13%
51%
18%
39%
Enigszins zorgelijk
Niet zo zorgelijk
Mensen die gokken
15%
54%
Mensen die werkloos zijn
Mensen zonder een vaste woon- of verblijfplaats
51%
3
21% 28% 30%
Helemaal niet zorgelijk
4 4 5 6 10%
Weet niet
3
Omgaan met maatschappelijke problemen Bijna driekwart van de Nederlanders is van mening dat iedereen in principe de hulp kan krijgen die hij of zij nodig heeft. De Nederlandse bevolking legt de schuld van veel problemen bij de persoon zelf. Mensen die in het criminele circuit terechtkomen, verslaafd raken of dakloos zijn, hebben dat volgens velen aan zichzelf te danken. Coulanter is de Nederlander tegenover werklozen. In het huidige economische klimaat is het oordeel over werkloosheid en ontslag milder geworden; het is iets geworden dat ook beleefd wordt als iets dat iedereen kan overkomen. ‘Allemaal prima, als ik er maar geen last van heb’. Dit lijkt voor velen de huidige houding tegenover kwetsbare groepen. Iemands persoonlijke situatie is van grote invloed op de wijze waarop hij of zij aankijkt tegen kwetsbare doelgroepen in de samenleving en de hulpverlening aan die doelgroepen. Opvallend is dat mensen die zelf dakloos zijn geweest en mensen die nu een voorziening voor daklozen in hun wijk hebben aanmerkelijk coulanter staan tegenover opvangvoorziening voor daklozen of psychiatrische patiënten.
3.1
Hoe goed is de hulpverlening geregeld in Nederland?
Bijna alle Nederlanders (92%) zijn van mening dat iedereen in Nederland recht heeft op hulpverlening en driekwart meent dat iedereen die dat nodig heeft ook hulp kan krijgen. Niet voor alle problematiek is voldoende aandacht in de Nederlandse samenleving. Volgens 78% van de Nederlanders wordt er onvoldoende gedaan tegen criminaliteit en ook voor mensen met psychische problemen of een drugsverslaving is te weinig aandacht.
4
Tabel 2: In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken? 2012 2008 2003 2002 2001 % mee eens Iedereen in Nederland heeft recht op hulp92 90 96 96 97 verlening Criminaliteit wordt onvoldoende aangepakt 78 ----Iedereen die dat wil en nodig heeft, kan in 73 62 69 74 74 Nederland hulp krijgen Het is in Nederland zeer gemakkelijk om 70 64 73 78 67 jarenlang ten onrechte een uitkering te ontvangen Er is te weinig aandacht voor mensen met 64 ----psychische problemen We zijn er met zijn allen verantwoordelijk 57 56 62 63 67 voor dat iedereen voldoende geld heeft* In Nederland hoef je geen schulden te 46 38 40 47 43 hebben Drugsverslaafden worden nauwelijks seri38 40 43 44 47 eus genomen In Nederland worden mensen met overge34 ----wicht buitgesloten Basis: 2012: n=1246, 2008: n=1181, 2003: n=1277, 2002: n=1064, 2001: n=1040 * Tot en met 2008 gesteld als: We dragen met zijn allen de verantwoordelijkheid dat iedereen voldoende geld heeft om rond te komen.
3.2
Wie heeft er schuld aan de maatschappelijke problemen?
Uit dit onderzoek blijkt dat een groot deel van de Nederlandse bevolking vanuit eigen schuld denkt. Veel Nederlanders schrijven hun medeburgers een grote verantwoordelijk toe bij bepaalde problemen. Dit geldt met name voor criminaliteit, verslaving, overgewicht en financiële problemen. Een uitzondering is werkloosheid; in deze economisch moeilijke tijd is er begrip voor werkloosheid en wordt de schuld vaker buiten de werkloze gelegd. Het percentage mensen dat aangeeft moeite te hebben om rond te komen is nu 28% (dit is 1 op de 4 Nederlanders!) en is daarmee verdub1 beld ten opzichte van vier jaar geleden . Over het algemeen geldt dat zowel vrouwen als jongeren (18-24 jaar) milder zijn in hun oordeel. Zij schrijven de verschillende problemen minder vaak toe aan de eigen verantwoordelijkheid van mensen dan mannen en oudere leeftijdsgroepen.
1
In 2008 was 14% het eens met de stelling “Ik maak mij zorgen of ik deze maand wel financieel kan rondkomen. In 2012 is dat 28%. 5
In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken? Mensen die ..., zijn daaraan zelf schuldig Basis: 2012 (n=1.246) percentages van 3% of lager zijn niet weergegeven
crimineel gedrag vertonen
11%
3% verslaafd zijn
46%
15%
37% 53%
24%
5
te kampen hebben met overgewicht
5
24%
53%
14%
4
niet met geld om kunnen gaan
5
25%
51%
15%
4
niet in staat zijn hun eigen kinderen op te voeden
6
33%
geen vaste woon- of verblijfplaats hebben
6
35%
eenzaam zijn werkloos zijn
16%
28%
te kampen hebben met psychische problemen
29%
3.3
Grotendeels mee oneens
11%
44%
Grotendeels mee eens
7
6 10%
54%
24%
door ouderdom niet meer meedoen aan de samenleving
Helemaal mee oneens
44%
22%
52%
5
18%
51%
5
15%
54%
5
11%
Helemaal mee eens
5 Weet niet
Not in my backyard
De meerderheid van de Nederlanders is van mening dat iedereen in Nederland recht heeft op hulpverlening. Wanneer het erop aankomt, willen veel mensen hier echter niet teveel mee geconfronteerd worden: 51% zou het vervelend vinden als er een opvangcentrum voor psychiatrische patiënten bij hen in de buurt komt. Het zogenaamde NIMBY-effect (Not in My BackYard) speelt meer dan voorheen duidelijk een rol en dit zien we met name terug in de houding tegenover een opvangcentrum voor psychiatrische patiënten. Tabel 3a: In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken? 2012 2008 % mee eens Ik vind het een probleem als er een opvangcentrum 52 54 voor daklozen bij mij in de buurt komt* Basis: 2012: n=1246, 2008: n=1181 * de vraag is gesteld als “Ik vind het geen enkel probleem als er een opvangcentrum voor daklozen bij mij in de buurt komt” en gekeken is naar het percentage oneens. Tabel 3b: In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken? 2012 2008 % mee eens Ik zou het vervelend vinden als er een opvangcentrum voor psychiatrische patiënten bij mij in de buurt komt Basis: 2012: n=1246, 2008: n=1181 6
51
42
Nederlanders die zeggen geen vrienden te hebben, staan minder welwillend tegenover de vestiging van een opvang voor daklozen of psychiatrische patiënten bij hen in de buurt. Nederlanders die nu woonachtig zijn in een wijk met voorzieningen voor daklozen staan juist positiever tegenover een opvangcentrum voor daklozen of psychiatrische patiënten in hun buurt. Ook Nederlanders die zelf problemen hebben gehad (zoals ex-daklozen) staan positiever tegenover opvangcentra bij hun in de buurt. Tabel 4: Leesvoorbeeld: Van de mensen die zeggen: ‘Ik heb geen vrienden’, vindt 60% een opvangcentrum voor daklozen in de buurt een probleem.
% vindt opvangcen- % vindt het vervelend als trum daklozen in de er een opvangcentrum buurt een voor psychiatrische probleem* patiënten in de buurt komt
Nederland 18-70 jaar (n=1246) 52% 51% Ik heb geen vrienden (n=144) 60% 54% Ik heb op dit moment hulp van een instantie 44% 37% voor schuldhulpverlening (n=41) Ik woon in een wijk met een voorziening voor 35% 39% daklozen (n=95) Ik ben weleens dakloos geweest (n=49) 24% 24% * is % oneens met de stelling ‘Ik vind het geen enkel probleem als er een opvangcentrum voor daklozen bij mij in de buurt komt’
3.4
Daklozen
Bij de voorgaande metingen was een verharding zichtbaar van het beeld dat men heeft van daklozen. De huidige meting laat een vergelijkbaar beeld zien. Nog steeds worden daklozen veelal geassocieerd met negatieve kenmerken als alcoholisme, drugsverslaving, overlast op straat, criminaliteit, illegaliteit, profiteren en agressie. Veel Nederlanders beseffen echter wel dat daklozen over het algemeen gewoon mensen zijn zoals wij allemaal (72%). Tabel 5: In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken over daklozen in Nederland? Daklozen zijn over het algemeen… 2012
2008 2003 2002 % mee eens 56 40 40 50 30 31 39 43 40
2001
alcoholist 57 34 drugsverslaafd 53 26 een belangrijke oorzaak van overlast op 44 38 straat zeer goed in staat om voor zichzelf op te 40 40 49 47 45 komen zelf in staat woonruimte te krijgen 31 25 33 32 32 crimineel 29 24 16 15 11 profiteurs van de samenleving 23 21 21 20 15 agressief 21 18 14 13 10 Basis: 2012: n=1246, 2008: n=1181, 2003: n=1277, 2002: n=1064, 2001: n=1040 7
Tabel 6: In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken? 2012 2008 2003 2002 2001 % mee eens Er zijn steeds meer daklozen in Nederland 55 ----In Nederland zijn duizenden zwerfjongeren 46 49 55 54 59 Basis: 2012: n=1246, 2008: n=1181, 2003: n=1277, 2002: n=1064, 2001: n=1040 Tabel 7: In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken over daklozen in Nederland? Daklozen zijn over het algemeen… 2012 2008 2003 2002 2001 % mee eens gewone mensen zoals wij allemaal 72 69 71 72 74 kwetsbare mensen 72 70 69 68 73 Basis: 2012: n=1246, 2008: n=1181, 2003: n=1277, 2002: n=1064, 2001: n=1040
8
4
Visie op het eigen leven Hoewel de meeste Nederlanders tevreden zijn met hun leven, houdt zingeving van het leven hen bezig. Bijna de helft van de Nederlanders heeft behoefte aan iets wat hun dagelijkse leven nog zinvoller maakt. Een deel van de bevolking geeft hier uiting aan door vrijwilligerswerk te verrichten. Vrijwilligers kunnen een belangrijke bijdrage leveren om eenzame mensen en ouderen uit een sociaal isolement te halen. Ook de kerk kan hierbij een rol spelen; veel mensen zien de kerk als ontmoetingsplek.
4.1
Zingeving
82% van de Nederlanders geeft aan tevreden te zijn met zijn of haar eigen leven. Dit is 10% minder dan 10 jaar geleden, maar nog steeds een hoog percentage. Het 2 lijkt aan te sluiten bij het geluksonderzoek van The Earth Institute waaruit blijkt dat Nederland ruim is bedeeld. Op de ranglijst van gelukkigste landen neemt Nederland de vierde plaats in. Volgens die onderzoekers zijn naast het hebben van geld zaken als sociale cohesie, persoonlijke vrijheid, veiligheid, gezondheid en werkgelegenheid minstens zo belangrijk voor het geluksgevoel. Ondanks dat men over het algemeen tevreden is met het leven, houdt de vraag naar zingeving veel mensen bezig; zij denken na over de zin van het leven en over hoe zij het leven nog zinvoller kunnen maken. Het aantal Nederlanders dat aangeeft dat het leven geen zin heeft is sterk toegenomen, 1 op de 8 (t.o.v. 1 op de 12 in 2008); dit wil zeggen dat er op dit moment ruim 1,3 miljoen Nederlanders van 18 tot en met 70 jaar zijn die het leven geen zin vinden hebben. Tabel 8: In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende uitspraken? 2012 2008 2003 2002 2001 % mee eens Ik ben tevreden met mijn huidige leven 82 83 92 93 91 Ik heb behoefte aan iets wat mijn dagelijkse 49 34 30 30 27 leven nog zinvoller maakt Zinvol leven vind ik een moeilijke opdracht 38 29 40 39 42 Ik vind dat anderen in mijn omgeving een 23 16 11 9 10 beter leven hebben dan ik Ik voel mij vaak ongelukkig 18 11 5 4 -Ik vind het leven geen zin hebben 12 8 3 3 3 Basis: 2012: n=1246, 2008: n=1181, 2003: n=1277, 2002: n=1064, 2001: n=1040 Een manier om het leven een zinvolle invulling te geven is om er te zijn voor anderen. Er zijn mensen die zich actief inzetten voor hun omgeving: 26% van de respondenten doet meer dan twee uur per week vrijwilligerswerk en 17% is mantelzorger. Deze percentages liggen het hoogst onder de christelijke doelgroep (33% doet meer dan twee uur per week vrijwilligerswerk, 21% is mantelzorger). 2
World Happiness report van the Earth Institute, April 2012 9
4.2
Sociaal isolement
Sommige mensen komen in een sociaal isolement terecht. Uit ons onderzoek komt naar voren dat 12% geen vrienden heeft; dat komt neer op 1,3 miljoen Nederlanders tussen de 18 en 70 jaar. Het aantal Nederlanders dat aangeeft zich vaak eenzaam te voelen is in de laatste jaren verdriedubbeld: dit zijn er nu 1,7 miljoen. Ouderen zijn een groep waarvan vaker gedacht wordt dat ze eenzaam zijn. Opvallend is dat juist de ouderen (65-70 jaar) uit dit onderzoek het minst van alle leeftijdscategorieën aangeven zich eenzaam te voelen (10%) en dat juist jongeren (18-24 jaar) een groep is die vaker aangeeft dat ze zich vaak eenzaam voelen (21%). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat jongeren anno nu eerder toe durven geven dat zij eenzaam zijn, terwijl hier voor de ouderen veel meer een taboe op rust. Als die hypothese juist is dan zou het percentage Nederlanders dat zich vaak eenzaam voelt in werkelijkheid nog een stuk hoger kunnen liggen.
Tabel 9: Wilt u aangeven welke uitspraken op uzelf betrekking hebben? 2012 2008 2003 2002 2001 % mee eens Ik voel me weinig verbonden met de men25 26 21 21 21 sen in mijn omgeving Ik voel mij vaak eenzaam 15 10 5 4 5 Ik heb geen vrienden 12 12 9 9 -Ik voel me vaak buitengesloten in de Ne10 14 10 10 8 derlandse samenleving Basis: 2012: n=1246, 2008: n=1181, 2003: n=1277, 2002: n=1064, 2001: n=1040
10
5
Imago In het huidige onderzoek naar maatschappelijke issues is ook het imago van het Leger des Heils uitgevraagd. Het Leger des Heils heeft een zeer hoge naamsbekendheid. Vrijwel alle Nederlanders kennen de organisatie. Men kent het Leger des Heils vooral van televisie, collectes en de straat. Eén op de vijf Nederlanders kent iemand die wel eens contact heeft gehad met het Leger des Heils. Dat zijn veelal personen die bij het Leger des Heils werken/hebben gewerkt of hulp hebben gevraagd aan het Leger des Heils. Het beeld dat mensen hebben van het Leger des Heils is voornamelijk positief en vrij stabiel. Ten opzichte van de meting in 2004 zijn er weinig verschuivingen. Het Leger des Heils wordt door de Nederlanders omschreven als een hulporganisatie voor daklozen, zwervers en andere hulpbehoevenden. Majoor Bosshardt en het christelijke geloof zijn ook sterke associaties die men bij het Leger des Heils heeft. Wel is het beeld dat mensen hebben redelijk eenzijdig. Vooral het opkomen voor kwetsbare mensen en het (financiële) armoedeprobleem worden als thema’s van het Leger des Heils gezien. De problematiek omtrent sociale armoede en uitsluiting, wat een belangrijk speerpunt is van het Leger des Heils, wordt minder herkend als thema. Men denkt ook dat vooral dak- en thuislozen baat hebben bij een organisatie als het Leger des Heils. Dit terwijl het Leger des Heils zich veel breder voor meerdere kwetsbare groepen inzet. Wat betreft bedrijfsvoering zien veel mensen het Leger des Heils als een professionele organisatie met veel vrijwilligers. Paradox Meer nog dan in 2004 heeft het merendeel van de Nederlanders veel respect en een hoge mate van sympathie voor alle activiteiten van het Leger des Heils. We zien dan ook een hoge waardering voor de organisatie. Dit uit zich echter niet direct in een hoge bereidheid om het Leger des Heils financieel te steunen. Een soortgelijke paradox zien we ook ten aanzien van vrijwilligerswerk: een substantieel deel van de Nederlandse bevolking geeft aan het een interessante organisatie te vinden om vrijwilligerswerk voor te doen, maar als het er op aankomt zeggen veel mensen toch niets voor het Leger des Heils te willen doen.
11
5.1
Bekendheid van het Leger des Heils
Het Leger des Heils is een zeer bekende organisatie onder de Nederlandse bevolking; de geholpen naamsbekendheid is 95%. Niet alleen de christelijke bevolking is goed bekend met de naam (98%), ook de niet-gelovigen en de andersgelovigen hebben bijna allemaal van de organisatie gehoord (93% resp. 98%). Welk van onderstaande organisaties kent u? (Basis: 2012, n=1.246) Leger des Heils
95%
Rode Kruis
94%
KWF Kankerbestrijding
94%
Wereld Natuur Fonds
92%
Greenpeace
91% 89%
Amnesty International 75%
Humanitas
71%
Vluchtelingenwerk
68%
Kerk Stichting (Z)onderdak Geen van deze
5% 3%
Wanneer aan de Nederlanders die het Leger des Heils kennen wordt gevraagd wat het Leger des Heils volgens hen in de samenleving zou moeten doen, geven de meesten aan dat het Leger des Heils gewoon door moet gaan met wat het nu al doet. Blijkbaar vindt men het werk dat het Leger des Heils doet zinvol en passend bij de organisatie. Deze mensen geven het Leger des Heils ook allemaal een ruime voldoende. Mensen die deze vraag met ‘weet niet’ of ‘geen antwoord’ beantwoorden, geven het Leger des Heils een lager rapportcijfer. Wat zou het Leger des Heils volgens u in de samenleving moeten doen? (Open) (Basis: kent het Leger des Heils, n=1.189) Ze doen al genoeg/zo doorgaan Hulp bieden Alle sociaal zwakkeren/arme mensen helpen Bekendheid geven aan wat zij doen/betere promotie
30% 7% 6% 5%
Daklozen opvangen
3%
Hulp bieden zonder Christelijke klank/geen geloof
3%
Moderner worden
1%
Stoppen met Leger des Heils/haalt niets uit
1%
Overige antwoorden Weet niet/geen antwoord
12
4% 41%
Het gemiddelde rapportcijfer voor het Leger des Heils onder de Nederlandse bevolking bedraagt een 7,2. Dat is vrijwel gelijk aan het oordeel dat de Nederlanders in 2004 gaven (7,3). Hoe waardeert u het Leger des Heils als geheel? (Basis: kent het Leger des Heils, n=1.189)
29% 26%
16% 11% 2%
1%
1%
2%
6%
1
2
3
4
5
6% 6
13
7
8
9
10
5.2
Wat wil men zelf bijdragen?
Op de vraag wat men zelf voor het Leger des Heils zou willen doen, antwoordt 46% ‘niets’ en 25% ‘weet niet’. Daarentegen zijn er circa 800.000 Nederlanders (7%) die bereid zijn om vrijwilligerswerk te doen voor het Leger des Heils of op een andere manier willen bijdragen: donaties (9% = ruim 1 miljoen), helpen met kleine klusjes (3% = 340.000) of het brengen van kleding (3% = 340.000). Doneren Het Leger des Heils is niet de enige organisatie in Nederland die zich inzet voor kwetsbare groepen in onze samenleving. Zij vist in dezelfde vijver met potentiële donateurs van veel andere goede doelen. Wanneer men €100,- te verdelen heeft over diverse goede doelen, geeft 63% van de respondenten aan dat zij een deel hiervan aan het Leger des Heils zullen schenken. In totaal gaat gemiddeld 13% van 3 het te verdelen bedrag naar het Leger des Heils . Stel dat u 100 euro heeft om te doneren. Hoe zou u dat over deze organisaties verdelen? (% van het totaalbedrag dat aan het betreffende doel wordt gegeven) Basis: 2012, kent organisatie 29%
KWF Kankerbestrijding 15%
Rode Kruis
14%
Wereld Natuur Fonds
13%
Leger des Heils
8%
Amnesty International Greenpeace Kerk
7% 5%
Vluchtelingenwerk
4%
Humanitas
4%
Stichting (Z)onderdak
0%
3
Let op: in de praktijk is dit aandeel mogelijk lager. Door het invullen van deze vragenlijst over het Leger des Heils is men mogelijk vaker geneigd om aan te geven dat men zou doneren aan het Leger des Heils. 14
Vrijwilligerswerk Het Leger des Heils kent ‘supporters’ die zo nu en dan op vrijwillige basis meehelpen aan een stukje maatschappelijke dienstverlening. Aan de respondenten is gevraagd voor wat voor goed doel zij zich zouden willen inzetten indien zij een dag vrijwilligerswerk zouden doen. Slechts een kleine groep geeft in dat geval de voorkeur om iets te doen voor de doelgroepen die men primair associeert met het Leger des Heils: zwerfjongeren en daklozen. Liever zet men zich in voor eenzame ouderen en kinderen zonder ouders.
Stel dat u een dag aan vrijwilligerswerk mag besteden, voor welk goed doel zou u dat willen doen? (Basis: alle respondenten, n=1.246) Eenzame ouderen
28%
Kinderen zonder ouders
28%
Het milieu
8%
Mensen met lichamelijke problemen
7%
Arme mensen
5%
Mensen met psychische problemen
5%
Mensen met levensvragen
5%
Zwerfjongeren
4%
Daklozen
1%
Verslaafden
1%
Ex-gedetineerden
1%
Anders, namelijk:
6%
Iedereen heeft zijn eigen hobby’s en interesses. Het verschilt dan ook van persoon tot persoon welke activiteiten men bij voorkeur zou ondernemen tijdens een dag vrijwilligerswerk. Sommigen willen graag iets creatiefs doen, anderen zijn liever sportief bezig. Stel dat u een dag aan vrijwilligerswerk mag besteden, welke van de volgende activiteiten zou u graag willen uitvoeren? Kunt u hieruit een top 3 samenstellen? Basis: 2012 Samen koken / samen eten (n=733)
39%
Sport en spel (n=495)
38% 34%
Ontmoeting / gezelligheid (n=850) Uitstapje (n=847)
31%
Kunst en theater (n=282)
30%
Creatief (n=532)
26% 1e plaats
15
31%
29%
28%
34%
34%
32%
37% 34% 34% 2e plaats
33% 36% 40% 3e plaats
Bijlage 1: Achtergrond en opzet van het onderzoek Achtergrond Ook in 2001, 2002, 2003 en 2008 heeft het Leger des Heils onderzoek laten uitvoeren naar de aard, omvang en beleving van maatschappelijke problemen door de Nederlandse bevolking. Van 2004 tot en met 2007 waren er andere zaken die de aandacht van het Leger des Heils verdienden en zijn er geen metingen uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor 2009 tot en met 2011. Doelstelling van het onderzoek Het Leger des Heils inzicht geven in de aard en omvang van maatschappelijke problemen in Nederland en de houding van de Nederlandse bevolking ten opzichte van deze problemen, om het Leger des Heils draagvlak te bieden om sociale issues op de maatschappelijke agenda te zetten. Onderzoeksmethode Om de resultaten van deze meting te kunnen vergelijken met de voorgaande metingen, is de methode gelijk gehouden aan die van de vorige metingen. Dat betekent dat het kwantitatieve onderzoek uitgevoerd is via online onderzoek onder het internetpanel van Motivaction (Stempunt.nu). De steekproef (n=1246) is herwogen, zodat een representatieve afspiegeling van de Nederlandse bevolking verkregen is. Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 7 t/m 9 maart 2012. Een representatieve afspiegeling van de Nederlandse bevolking is gerealiseerd door propensityweging toe te passen. Dit kan als volgt worden uitgelegd. Bij een internetpanel waar mensen zichzelf voor kunnen aanmelden, zijn bepaalde groepen mensen oververtegenwoordigd, en andere groepen ondervertegenwoordigd. De geavanceerde techniek van propensityweging maakt het mogelijk om steekproeven te herwegen die op belangrijke demografische én psychografische variabelen een optimale afspiegeling vormen van de populatie. Mensen die niet over een computer met een internetverbinding beschikken, zijn niet in de steekproef vertegenwoordigd. Te denken valt daarbij aan daklozen, mensen die door hun verslaving zijn opgenomen in een kliniek, gedetineerden en mensen in een verzorgings- of verpleeghuis. Doelgroep De doelgroep in het onderzoek is de Nederlandse bevolking van 18 t/m 70 jaar (net als in 2008). In de metingen van 2001, 2002 en 2003 is dezelfde doelgroep gehanteerd: Nederlandse bevolking vanaf 18 jaar; hier is echter geen bovengrens gehanteerd. De resultaten zijn wel vergelijkbaar met die van 2008 en 2012 gezien het feit dat Nederlanders in de leeftijd van 71 en ouder een relatief klein percentage van de Nederlandse bevolking uitmaken en de internetpenetratie onder deze groep toen nog relatief laag was. Het absolute aantal Nederlanders van 18 t/m 70 jaar in Nederland is: 11.349.330 (bron: CBS StatLine, cijfers december 2011). Vragenlijst De vragenlijst bestond naast maatschappelijk kwesties en de visie op het eigen leven uit nog andere onderdelen, zoals hoe de Nederlander aankijkt tegen (het werk van) het Leger des Heils, werken bij het Leger des Heils en welke beelden de Nederlander heeft over daklozen. Dit rapport gaat in op de resultaten ten aanzien van de maatschappelijk kwesties en de visie op het eigen leven waarbij uitkomsten uit het imago onderzoek zijn meegenomen. 16
Bijlage 2: Onderzoekstechnische informatie
Kwantitatief onderzoek Veldwerkperiode −
Het veldwerk is uitgevoerd in de periode 7 t/m 9 maart 2012.
Methode respondentenselectie −
Uit het StemPunt-panel van Motivaction.
Incentives −
De respondenten hebben als dank voor deelname aan het onderzoek zogenaamde Stempunten ontvangen.
Weging −
De onderzoeksdata zijn gewogen (zie ook de bijlage gewogen en ongewogen data), daarbij fungeerde het Mentality-ijkbestand als herwegingskader. Dit ijkbestand is wat betreft de sociodemografische gegevens gewogen naar de Gouden Standaard van het CBS.
Responsverantwoording online onderzoek −
In de veldwerkperiode is aan 4650 personen een uitnodigingsmail verstuurd. Op de slotdatum van het veldwerk (zie bij Veldwerkperiode) was het gewenste aantal vragenlijsten ingevuld en is de toegang tot de vragenlijst op internet afgesloten.
Overige onderzoekstechnische informatie −
Overige onderzoekstechnische informatie en een exemplaar van de bij dit onderzoek gehanteerde vragenlijst zijn op aanvraag beschikbaar voor de opdrachtgever.
17
Bijlage 3: Ongewogen en gewogen data
Kenmerken
Ongewogen
Gewogen
n
%
n
%
Leeftijd 18 t/m 24 jaar 25 t/m 34 jaar 35 t/m 44 jaar 45 t/m 54 jaar 55 t/m 70 jaar
113 157 211 276 489
9 13 17 22 39
161 213 285 257 331
13 17 23 21 27
Opleidingsniveau Hoog (wo/hbo) Middel (havo/vwo/mbo/mavo) Laag (lbo/basisschool/geen opleiding)
316 623 307
25 50 25
323 639 285
26 51 23
Geslacht Mannen Vrouwen
654 592
52 48
623 623
50 50
18