ONDERZOEK NAAR DE VOCHTOMSTAND I GHEDEN VAN BET PAND TOMAKKER 33 TE NUENEN.
door : Harrie Swinkels begeleider: ir. B.G. Wolfs februari 1989.
De bouwkundewinkel is een van de acht wetenschapswinkels aan de Technische Universiteit Eindhoven. De TUE aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan personen en zaken die voortvloeien uit de toepassing of het gebruik van resultaten van het verrichte onderzoek. behoudens in geval van opzet. grove schuld of nalatigheid van de TUE of de onderzoekers.
ONDER20EK NAAR DE VOCHTOMSTANDIGHEDEN V/H PAND TOMAKKER 33 TE NUENEN
ONDER20EK NAAR DE UOCHTOMSTANDIGHEDEN U/H PAND TOMAKKER 33 TE NUENEN
Opdraehtgeefster: mevr. S. Jacobs Tomakker 33 Nuenen BetrokJ~enen
:
Woningbouwvereniging Helpt Elkander Bergvinkhof 1 Nuenen Bcuwkundewinkel Den Doleeh 2 Eindhoven
Door:
Harrie Swinkels, februari 1989
Begeleider: ir. E.G.
~olfs
2
UDORWDDRD De bouwkundewinkel is een van de acht wetenschapswinkels aan de Technische Universiteit Eindhoven. Dit onderzoek is gedaan in het Kader van projectwerk T8 bij de faculteit der Bouwkunde, vakgroep FAGO. De TUE aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan perscnen en zaken die voortvloeien uit de toepassing of het gebruik van resultaten van het verrichte onderzoek, behoudens in geval van opzet, grove schuld of grove nalatigheid van de onderzoekers.
3
INHOUDSDPGAUE Titel Uoorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Symptamen - situering woning - verschijnselen Diagnose - waterdampdruk binnen waterdampdruk buiten - vochtproductie ventilatie Ocrzaken bepaling toeneming absolute vachtigheid bespreking grafieken inzake berekende dampspanningen - berekening vochtbalans waning - kritische beschouwing - vcchtbalans hoofdslaapkamer - condensatie op enkele beglazing Remedies bewonersgedrag - bouwkundige voorzieningen - besluit LiteratuurliJst BiJlage 1 Beknopte ventilatie-instructie
1 2 3 ~
S 7 7 10 12 12 13 19 19 2~
2S 2S 28 29 30 30 32 32 33 3S 37 38
SAMENUATTING Dit rapport gaat nader in op een vochtprobleem in het pand Tomakker 33 te Nuenen. De vochtplekken en de schimmelvorming zijn hoofdzakeliJk waar te nemen op de gehele woningscheidende binnenwand. de hand van de navolgende werkwijze is het onderhavige probleem aangepakt. In eerst instantie worden de verschijnselen in samenhang met de Situatie besproken. Daarna voIgt een diagnose, waaruit de vermoedeliJke oorzaken kunnen worden gedistilleerd. Met name komen aIle aspect en van de aanwezige vochtbalans aan de orde. Dit resulteert uiteindelijk in een aantal oorzaakgebcnden aanbevelingen. ~an
Worden de adviezen integraal uitgevoerd en opgevolgd, dan zal het vochtprobleem, voor zover thans te beoordelen is, in de huidige vorm langzaam verdwijnen. De oorzaak van de vochtplekken op de woningscheidende wand zijn echter middels dit rapport niet verklaarbaar. Hiervoor zal nader onderzoek nodig zijn door een materiaal- en schimmeldeskundige.
5
Naar aanleiding van vochtproblemen in haar woning is door mevrouw Jacobs bij de Bouwkundewinkel een verzoek ingediend om te onderzoeken waar het vDchtprob1eem vandaan komt en wat er aan te doen is. Het betreffende pand is ge1egen aan te Tomakker 33 te Nuenen en is eigendom van de woningbouwvereniging Helpt Elkander.
Het in figuur 1 (z1e literatuurlijst nr. 1, in het vervolg aar:gege·".·en als: lit. 1) aangegeven werksohema is in beginsel gehanteerd biJ de behandeling van de vochtk1acht. FIGUUR 1 symptomen
1 1
vaststellen kenmerken
diagnose
via zoekschema afleiding oorzeken
oorzaken
via oouekenbeschrijving nesr oplossingen (gelijke coclering)
1.
remedl.es
oorzaakgebonden standaard-oplossingen
Alvorens Op het bovenstaande nader wordt ingegaan, voigt eerst een Korte uiteenzetting van de belangrijKste parameters die van toepasSing zijn. In principe zal er een bepaalde vechtbalans aanwezig zijn. Welnu deze vochtbalans wordt voorgesteld deor formule 1 (lit. 2). Deze formule is een benadering, doeh voldoet in soortgeliJke gevallen. FORMULE 1
D • Rd • Ti Pi - Pe + ----------n •
U
Pi - waterdampdruk binnen CN/m') Pe = waterdampdruk buiter: CN/m~) D = geproduceerde hoeveelheid damp (kg/h) Rd = gasccnstante voer waterdamp C=~62 J/kg K) - temperatwwr binnen CK) n = ventilatievoud (maal/h) U .. volume wonir:g Cm'))j c.q. v/e aar:tal vertrekJ:en
6
Door metingen wordt de waterdampdruk van binnen- en buitenlueht en het versehil daar tussen vastgesteld. Dit kan eventueel getoetst worden aan een normstel1ing. Doer gesprekken met bewoners en door waarnemingen in de wcning worden vervolgens gegevens verzameld waaruit de gemiddelde vochtproductie door de bewoners en het ventilatievoud kan worden ingeschat. Uoehtproduetie, ventilatievoud en dampdrukversehil binnen/buiten dienen in balans te ziJn. Waar dat niet klopt kunnen eonelusies getrokken werden over de vechtproduetie (extra veel leefvochtj bijvocrbeeld veel planten) of er sprake is van een extra vochtbron (biJvoorbeeld de kruipruimte), Daarbij dient het bepaalde ventilatievoud als een gegeven dat eehter geenzins volledig vaststaat. Tot slot zij nog vermeld, dat de laatste term van formule 1 de samenhang van vochtproductie, de binnen- temperatuur en de ventilatie in de woning weergeeft.
7
SVMF'TDMEN Uoordat de symptom en ter sprake komen is het zinvol om eerst de situering van de woning te bespreken. Situering woning De woning van mevrouw Jacobs is gelegen aan de Tomakker 33 te Nuenen. Het betreft een beneden woning van een woongebouw wat uit drie bouwlagen bestaat. De woning is 7 jaar oud en heeft een noord-oost / zuid-west orientatie. Uoor wat betreft de indeling van de woning, de situering, de doorsnede van het gebouw en het gevelbeeld zij kortheidshalve verwezen, naar figuur 2, 3 en ~ alsmede foto 1 en 2.
FIGUUR 2
bt~fJHl~4~fJrond
'"
-\a\c 1
1. thermohygrograaf op de kast in de woonkamer (h-:2,~m) 2. thermohygrograaf op de kast in de hoofdslaapkamer (h-:l,Sm) 3. thermohygrograaf op de grond in de kruipruimte onder de slaapkamer
B
FIGUUR 3
t.fo\.o'1
FIGUUR 'i
n
A...:tl'":
\
~
f~
~":~====;::!r =~~ ;:::11
I
;,
;I~
1,.-
~~-
Q ......:"I•
9 *....,..,..AI ." .')., .~
...... ..::... .;., :
-.
~
Foro 1 Foro 2
10
Verschijnselen Mevrouw Jacobs censtateerde zelf de velgende verschiJnselen, te weten: - muffe lucht in slaapkamers vechtplekken en schimmels ep de gehele woningscheidende binnenmuur en in diverse heeken van de slaapkamers - regelmatige condensatie ep het enkele glas in haar slaapkamer De eerste twee verschiJnselen kunnen docr miJn waarnemingen bevestigd werden. 2ie ender andere fete 3 en ~. In verband hiermee zij vermeld dat veer wat betreft de plaats van de fetc's zij verwezen naar figuur 2. Met derde verschijnsel is vriJ eenvcudig verklaarbaar (zie bIz. 29), dech is echter weI een ind1catie veer een hege relatieve vochtigheid.
Foro 3
11 ln ve:-band met de vo=htplei:!;en cp de wonin~s=heidende binnenmuur zij nog opgemerkt, dat er vier a viJf Jaar gelede n een leU;age van een standleid':'ng is geweest en dit gebrek is naar behcren verhclpen. Het is opvallend dat dit deel van de m~u:- geen '.·ochtplekken en schimmel vertoont. Te meer daar de standleiding in de hee); met de buitenmuur gesitueerd is. Ten aanzien van de vochtplekken op de woningscheidende muur ziJ nog vermeld, dat dezelfde muur aan de zijde van de buurman geen ..:ochtplekken zijn waargenomen. WeI is van belang om hierbiJ op te merken, dat het ventilatie gedrag van de bewoner van het aangrenzende pand verschillend is ten opzichte van de bewoners van het pand Tomakker 33. De buurman maakt, in te~enstelling tot mev:-ouw Jacobs, gebrui~ van de kierstand van de draairamen. Uoorts verwarmt de bewoner van het naast gelegen pand de onderhavige vertrel~ken niet.
FOTO
Lf
Tot slot is nog van belang om te vermelden, dat de woningbouwvereniging naar aanleiding van I:lachten van de bewoonster van het onderhavige pand in het naJaar van 1987 de kruipruimte heeft laten leegpompen alsmede de begane grondvloer aan de onderzijde ter plaatse van de vermoedeliJJ:e naden en kieren heeft laten voorzien van PUR-schuim. De woningbouwvereniging is, volgens een telefonische mededeling in december 1988, van mening, dat het vochtprobleem veroorzaakt wordt door het bewonersgedrag. ZiJ heeft col~ de bouwmuur laten onderzoe);en cp leU:ages, doch e:- zi jn geen lekkages geconstateerd. Eij zowel de woningbouwverenlglng als bij de bewoonster zijn in deze buurt geen gevallen be);end met een soortgelijk vochtprobleem.
12
DIAGNOSE Met behulp van zoekbomen uit de publicatie "De behandeling van vochtklachten in woningen» (lit. 1) en »Uochtklachten in de woningbouw" (lit. 3) kan men tot de conclusie komen dat het in het onderhavige geval vermoedeliJk om oppervlakte condensatie gaat. Deze hypothese zal nu aan de hand van het concrete geval getoetst gaan worden. Denkbaar is echter ook optrekkend vocht, doch dit manifesteert zich met name in oudere woongebouwen. BiJ bet onnen funderingen is volgens lit. 3, bIz. 87, praktisch nooit sprake van optrekkend vocht. Het vochtprobleem had dan in beginsel ook biJ de buurman waarneembaar moeten zijn. Uervolgens worden aIle onderdelen van de vochtbalans in de onderhavige situatie nader doorgelicht.
WATERDAMPDRUK BINNEN In de woning ziJn een drietal thermohygrografen geplaatst om de relatieve vochtigheid (RU) en de binnen temperatuur (Ti) te bepalen. Hieruit is de heersende waterdampspanning (Fi) af te Ieiden. Met behulp van tabel 16, lit. 6, bIz. 186 en de binnen temperatuur is de maximale waterdampspanning (Pmax) af te lezen. Daarna kan met behulp van formule 2 de heersende waterdampspanning berekend worden. FORMULE 2 Pi = RU • Pmax Uoor wat betreft de situering van de thermohygrografen zij verwezen naar figuur 2. De meting vond plaats van 23 november tot 15 december 1988. De thermohygrografen, welke beschikbaar ziJn gesteld door de afdeling FAGO van de TUE, ziJn eerst uitvoerig getest in een klimaatkamer op de TUE. De waarden van de temperatuur in het gebied tussen de 12 en 20°C, die de drie thermohygrografen aangaven Kwamen redelijk met elkaar overeen. AIleen de in de woonkamer geplaatste thermohygrograaf gaf over het gehele gebied 0,5 °C hoger aan. De met deze thermohygrcgraaf gevonden resultaten zijn hierop gecorrigeerd. Uoor wat betreft de RU-waarden in het gebied tussen S~ en 95~, kwamen de in de woonkamer en slaapkamer geplaatste thermohygrcgrafen goed overeen. De in de kruipruimte geplaatste thermohygrograaf week bij lage RU-waarden (50-6~%) ongeveer 10% af, doch week biJ een RU van 95% niet af. Aangezien te verwachten is dat de RU-waarde van de kruipruimte hocg (>90%) zal zijn, is deze thermohygrcgraaf in de kruipruimte geplaatst.
13 In grafiek 1,2 en 3 ziJn de gemeten waarden van de relatieve vecntigneid en de binnen temperatuur aangegeven veer de woonkamer, de neofdslaapkamer en de kruipruimte. Uervolgens ziJn de neersende waterdampspanningen uitgerekend. Met resultaat daarvan is te vinden in tabel 1 (woonkamer), 2(noefdslaapkamer) en 3 (kruipruimte). Tet slet ziJn de berekende neersende waterdampspanningen grafiscn weergegeven in grafiek ~ (weonkamer), 5 (slaapkamer) en 6 (kruipruimte). WATERDAMPSPANNING BUITEN Uoor wat betreft de buiten cendities is gebruik gemaakt van de gegevens van het KoninkliJk Nederlands Meteorologiscn Instituut. Deze gegevens zijn afkomstig van metingen uitgevoerd ep het station Eindnoven (vliegbasis Welschap). Aangenemen is dat deze gegevens en de nieruit berekende waterdampspanningen vergeliJkbaar ziJn veer de buiten emstandigneden in Nuenen. De berekende waarde van de neersende waterdampspanning (methode zie bovenstaande aspect) ziJn te vinden in tabel ~. Ook dit resuitaat is grafisch weergegeven en weI in grafiek 7. GRAFIEK 1, meting woonkamer van 23 nov. tim 15 dec. 1988.
I
I~~~~~~~~~
Pi
GRAFIEK 2, meting hoofdslaapkame~ van 23 nov. tIm 15 dec. 1988 (n.b. tempe~atuu~ wiJst ca. 0,5 °C te hoog aan)
i'I~iI\I"""mlfilla
I~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
GRAFIEK 3, meting
k~uip~uimte
van 23 nov. tIm 15 dec. 1988
1rr.h7Th7Tfri~~7r~7Trl7+rh7~~+n;+rn7inrl7T~~h7~~+n7frn~~~ri7Tnh7Th~~7+rn+ ~1!f+hi+l'+h4+hY'++hY++hH++hH+h~I+h4+hY4+hY++hH++hH+h4++h4+hY4+11~~'Hf+h!~7~4++~4+H1++H+
15
lABEL
1. beI"ekende wateI"dampspanning in de woonkamer
(N/m~)
datum
6.00 uur
12.00 uur
18.00 uur
24.00 uur
gemiddeld
24-Noy-88 25-Noy-88 26-Noy-88 27-Noy-88 28-Noy-88 29-Noy-88 30-Nov-88 01-Dec:-88 02-Dec:-88 03-Dec:-88 04-Dec:-88 05-Dec:-88 06-Dec:-88 07-Dec:-88 08-Dec:-88 09-Dec:-88 10-Dec:-88 11-Dec:-88 12-Dec:-88 13-Dec:-88 14-Dec:-88
1000 1127 1161 1143 1278 1239 1108 1150 1253 1086 1136 1235 1094 1108 1115 1136 1129 1172 1193 1136 1121
1033 1105 1121 1141 1201 1214 1129 1172 1108 1086 1101 1369 1094 1086 1094 1094 1129 1172 1172 1172 1136
1141 1105 1141 1293 1235 1209 1315 1361 1099 1143 1214 1235 1202 1099 1209 1143 1129 1293 1209 1108 1136
1214 1214 1293 1293 1275 1179 1247 1310 1230 1157 1451 1247 1240 1179 1247 1254 1264 1247 1187 1247 1172
1097,00 1137,75 1179,00 1217,50 1247,25 1210,25 1199,75 1248,25 1172,50 1118,00 1225,50 1271,50 1157,50 1118,00 1166,25 1156,75 1162,75 1221,00 1190,25 1165,75 1141,25
GRAFIEK If
Waterdampspanning woonkamer Metil"l9C" von 24 n<::Nember - 14 december 1.5,-----------------~------------------------------------~ 1.4
1.3
,... N
E
1,2
"Z
ca"
'-"
Cv
1,1
c~ s:: •
I' ::l
0.
0
It:
~ '-"
0,9
'2II
i
0,8
0.7 0,6 Berst. we.roaming in december
0,5
'l"TTT'T"T.,....,........I
-h-,.,..,.TTTTTTTTTTTTTTTTTTTTT.H'TT'T'TT'T.,.,i'TT'I'"TT'1'"TT'1l'T"Mr""I""n,......,...I"'TT"I'T'T"I"'T'T"I"'TT"rT'T"......
... meetpunten per dog
16
TABEL 2, ber:-ekende water:-dampspanning in de slaapkamer:- CN/mt) datum
6.00 uur
12.00 uur
18.00 uur
24.00 uur
gemiddeld
24-Nov-88 25-Nov-88 26-Nov-88 27-Nov-88 28-Nov-88 29-Nov-88 30-Nov-88 01-Dec:-88 02-Dec:-88 03-Dec:-88 04-Dec:-88 05-Dec:-88 06-Dec:-88 07-Dec:-88 08-Dec:-88 09-Dec:-88 10-Dec:-88 I1-Dec:-88 12-Dec:-88 13-Dec:-88 14-Dec:-88
1055 1119 1151 1151 1280 1222 1071 1087 1183 959 1052 1109 1094 1079 1064 1079 1114 1167 1167 1119 1119
1109 1106 1119 1151 1205 1119 1071 1119 1087 1039 1087 1160 1049 1004 1083 1034 1119 1151 1119 1139 1119
1109 1106 1119 1194 1189 1057 1119 1135 1039 1071 1119 1124 1083 1004 1052 1071 1087 1135 1119 1073 1119
1109 1139 1156 1211 1194 1039 1103 1167 1039 1071 1135 1094 1067 1052 1049 1071 1172 1172 1087 1087 1119
1095.50 1117,50 1136,25 1176,75 1217,00 1109,25 1091,00 1127,00 1087,00 1035,00 1098,25 1121,75 1073,25 1034,75 1062,00 1063,75 1123,00 1156,25 1123,00 1104,50 1119,00
GRAFIEK 5
Waterdampspanning slaapkamer Meti~ YOI"\ 24 I"!O'\/ember - 14 de<:«nber 1.5~----------------~~----------------------------------~
0,6
4 meetpul"\ten per dog
17
TABEL 3, berekende waterdampspanning in de kruipruimte CN/m'1) datum
6.00 uur
12.00 uur
18.00 uur
24.00 uur
gemiddeld
24-Nov-88 25-Nov-88 26-Nov-88 27-Nov-88 28-Nov-88 29-Nov-88 30-Nov-88 01-Dee-88 02-Dee-88 03-Dee-88 04-Dee-88 05-Dee-88 06-Dee-88 07-Dee-88 08-Dee-88 09-Dee-88 10-Dee-88 I1-Dee-88 12-Dee-88 13-Dee-88 14-Dee-88
1470 1442 1423 1404 1404 1386 1378 1378 1351 1351 1351 1351 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333
1470 1442 1423 1404 1404 1386 1378 1378 1351 1351 1351 1351 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333
1470 1442 1423 1404 1404 1386 1378 1378 1351 1351 1351 1351 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333
1470 1442 1423 1404 1404 1386 1378 1378 1351 1351 1351 1351 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333 1333
1470,00 1442,00 1423,00 1404,00 1404,00 1386,00 1378,00 1378,00 1351,00 1351,00 1351,00 1351,00 1333,00 1333,00 1333,00 1333,00 1333,00 1333,00 1333,00 1333,00 1333,00
GRAFIEK 6
Waterdampspanning kruipruimte Metingen yon 24 I'lCN'eITIW -
1,5
N ""
E
"z
....,
0..-c
-
1,3
-
',2
-
1,1
-
Co c. 0:1 t:l..
B..=
0
'.,E ~ ~
-
o
E. . . .
I~
1,4
Cv
14 december
0,9
-
0,8
-
0,7
-
0,6
__ •• rste w•• rnem1ng in december
0,5
II
I
111111
I
1111111111111111111111111
... meetpunten per dog
I
"
,
18
lABEL 'i, berekende waterdampspanning buiten CN/m2) datum
6.00 uur
12.00 uur
18.00 uur
24.00 uur
gemiddeld
24-Nov-88 25-Nov-88 26-Nov-88 27-Nov-88 28-Nov-88 29-Nov-88 30-Nov-88 01-Dee-88 02-Dee-88 03-Dee-88 04-Dee-88 05-Dee-88 06-Dee-88 07-Dee-88 08-Dee-88 09-Dee-88 10-Dee-88 11-Dee-88 12-Dee-88 13-Dee-88 14-Dee-88
794 809 784 746 861 1004 1017 722 612 717 1055 711 682 731 748 986 1171 940 839 895 810
911 927 867 866 652 1003 1349 664 680 876 929 789 770 829 920 961 1232 908 926 986 895
865 831 809 822 692 721 1236 601 683 817 974 746 831 731 936 1013 1131 912 708 1026 868
817 821 789 769 865 710 1171 601 677 897 798 750 819 768 1040 1183 1085 1040 929 802 999
846,75 847,00 812,25 800,75 767,50 859,50 1193,25 647,00 663,00 826,75 939,00 749,00 775,50 764,75 911,00 1035,75 1154,75 950,00 850,50 927,25 893,00
GRAFIEK 7
Waterdampspanning buiten Meti~ yon 24 J"IOII'ember - 14 december 1.5,-----------------~------------------------------------.
1.4 1 •.3
-. til
E
',2
c:."
'.1
"z ......
c" c~ s:: •
a
:I
1:1..0
t~
~......
0,9
i~
0,8
0.7 0,6
4 meetpunten per dog
19
UOCHTFRODUCTIE In deze paragraaf zal nader worden ingegaan op de vochtproductie per activiteit aismede de bepaling van de vermoedelijke totale vochtproductie in de woning. Uitgangspunt hierbij zal zijn ds methode, die W. de Gids (lit. ~, bIz. 86-12-~-61) ontwikkeld heeft en gesprekken met mevr. Jacobs inzake de vcchtproductie in de woning. Het gezin bestaat uit twes personen en een hondo Bepaling vochtproductie per dag en per uur -
personen (S~ g/h per persoon) kol;en met afzuigJ~ap (gedeel telijk aan) afwassen was drogen binnenshuis douche - planten (10 g/h per plant en 15 stuks) - kruipruimte begane gron~vloer is kierdicht gemaakt totaal per dag per uur +
2~
-
180~
9
1250 9 75~
9
2Sel 9 lS~ g 3600 9 2000 9
-----
9800 9 ~08
g/h
De hier gevonden waarde kan niet aangemerkt worden ais een extreem hoge waarde. Uoigens l i t . 3, bIz. 6.3, geldt voor een gemiddeid gezin van 3 personen, die elke dag eenmaal douchen, waar driemaal per week een was wordt gedaan en waar wordt gekookt op gas met afzuigkap, een gemiddelde vochtpraductle per etmaal van ca. 9 kg.
UENTILATIE Dit aspect valt uiteen in twee onderdelen, te weten: 1 Aanwezige ventilatie voorzieningen 2 UermoedeliJke ventilatie per uur op basis van een schattlng In deze paragraaf zal de ventilatie van de onderhavige woning aan de hand van de m~thode, die ontwikkeld is door W. de 6ids (lit. ~, blz.eE-12-~-S9), op basiS van een visuele inspectie en gegevens van de bewoonster, worden bepaald. 1. Aanwezige ventilatie vocrzieningen. slaapkamers De slaapkamers zijn vocrzien van een draairaam met :::o\/eri~. lentilatie (s::h.i.Jf ..... rooster). De netta dcorlaat van de bovenventilatie is niet exact vast te stellen, dcch zal vermoedeliJk, gelet op het type, de lengte, cppervlakte sleuven en aan;ebracht fiJnmaz:; gaes, per ventilatievcorz~ening cngeveer 110 cm~ bedragen.
rno;eliJl-:he':'d tot l:ie:--stai1d en eer;
2~
De volgende minimale ventilatie openingen zijn eomform de model bouwverordening (lit. 7, tabel 6, bIz. 11~) vereist: - hoofdslaapkamer 12~ em' - slaapkamer 1 126 em 2 - slaapkamer ~ 7G emil Hoewel de oppervlakte van de ventilatieopeningen in de twee grootste slaapkamers, indien aIleen wordt uitgegaan van de bovenventilatie, niet voldoen aan het gestelde in de model bouwverordening, kan mijns inziens weI gesproken worden van redelijke ver.tilatie veerzieningen, aangezien deor middel van de kierstand op de draairamen de benodigde ventilatievoud weI verkregen kan werden. Uccrts zij ten aanzien van de werking van de bovenventilatie nog het volgende opgemerkt. De cngunstige situering aan de aehterzijde (zie foto 5), de vervuiling van het gaas in de ventilatievoorziening alsmede de plaatsing van de gordijnen en vitrage (zie foto 6 en 7) verminderen het ventilatie debiet, zodat de tech al niet te ruim gedimensioneerde ventilatievoerzieninger. in de praktiJk niet goed zullen kunnen funetioneren. FOTO 5, aehterziJde pand met noord-oost orientatie f'
11"--..: • .
...ltV_ i:~
,,", ..,. ffiI.
'.
~
t
i.:. ~
.
0 .......
..•.._, l".,....
4
i
L_
:.
21
FOTO 5, binnenziJde hoofdslaapkamer
,,; , ..." ,. • i ~
-::;-
~
.
•
,
.~'"
"
~
..' :.- ,. .: ,I'
:
%; "'!
:.
I •••.
,'i '.
i', t
~
"1
~ .!.~:
,;;
'r
' , 4,,<1
,;
,
"
.'
"J' r ; ',,..: "'
$
t
til
.::~.
~.;
t;,: ~ 'f.'
)It
~
t'
.",
f ~:" ,t: I;: ",
, , , : . ,":{
•• 1:
; •
FOTO 7, binnenziJde slaapkamer 1
.• :
:::" . "
"" -
~
. :
i:
~
22 woonkamer/open keuken De open keuken is niet voorzien van een permanente mechanische ventilatie. Deze was oorspronkeliJk wel aanwezig doch de huidige bewoonster heeft deze voorziening 6 Jaar geleden later verwijderen en vervangen door een afzuigkap, die alleen tijdens het koken gebruikt wordt. De huidige voorziening voldoet derhalve nlet aan het gestelde daaromtrent in de model bouwverordening. In het geval dat een afzulgkap boven de kookplaat wordt aangesloten dient er tevens een afzonderlijk natuurlijk verticaal ventilatiekanaal aanwezig te ziJn. Uoorts is de woonkamer voorzien van een drietal draairamen met mogelijkheid op kierstand en bovenventilatie. Ook in dit geval geldt, dat de bovenventilatie alleen niet voldoende is (ontworpen ongeveer 330 cm 1 ,terwijl ~20 cm~ is voorgeschreven). Doeh de overige ventilatievoorzieningen kunnen mijns inziens zorgen voor een redelijk werkende ventilatie. Kruipruimte Bij het segment waar het onderhavige voehtprobleem zieh voordoet, is slechts aan een zijde een ventilatie opening aangebraeht. Dit is duidelijk onvoldoende. Er dienen zowel in de voor- ais aehtergevel voldoende ventilatie openingen aanwezig te ziJn. Bij steenaehtige vloeren wordt volgens lit. 1, bijlage 2.~, in de praktijk meestal 200 mm~ vriJe doorlaat per m~ vloeroppervlak per gevel aangehouden. Uoorts is het volgende nog van belang. BiJ een te grate watertoevoer naar de kruipruimte, zal- het zelfs met overmatige ventilatie van de kruipruimte niet lukken de relatieve luchtvochtigheid in de kruipruimte te verlagen. De potentiele verdampingscapaciteit van natte grand of water in een kruipruimte overtreft vele malen de hoeveelheid waterdamp die door ventilatie afgevoerd kan worden, aldus lit. 1, bijlage 2.1. Kortom droog ventileren lukt meestal niet, deeh de muffe lueht kan gedeeltelijk verdwiJnen. Luchttransport van vochtige lucht uit de kruipruimte naar de woonruimte vindt plaats door kieren bij de vloeraanslu!tingen en/of openingen bij leidingdoorvoeren in de meterkast of ter plaatse van doorvoeren van cv-leidingen. Zoals reeds eerder vermeld is, heeft de woningbouwvereniging de onderzijde van de begane grondvloer, ter plaatse van naden, kieren en openingen, voorzien van een laag PUR-schuim, am deze vloer 'kierdicht' te maken. Gelet op het voorgaande, wordt er van uitgegaan dat de onderhavige begane grondvloer niet '1ek' is.
23 2 Bepaling ventilatie a enbedeelde ventilatie uitgangspunt een diehte en besehut liggende flat ~ ventilatieveud van 0,3 inheud woning 220 m3 de~halve ventilatie van:
220 • 0 , 3 - 66 m;/h
b bedoelde ventilatie bl meehanisehe ventilatie - w.e. 25 m~/h - badkame~ 50 m~/h totaal b2 ventilatie
~ooste~s
Hierbij wiJk ik af van de door W. de Gids ontwikkelde methode en ga uit van het volgende: - ventilatie ~eoste~ epen in de 3 slaapkamers en 1 reoster epen in de woenkamer - stel netto dee~laat per rooste~ op 110 em L hoewel volgens de model bouwverordening uitgegaan mag wo~den van 1 mis, zal in de praktijk de gemiddelde luehtsnelheid vaak lage~ zijn. Een veilige waarde voo~ de 1uchtsnelheid in een ventilatie~coste~, aldus lit. 3, blz. 9.22, kan geste1d worden op 0,5 m/s.
=P
aantal • doorlaatopening • luehtsnelheid • sec. ~. 0,011 • 0,5 • 3600 - 79 m 3 /h
totale ventilatiestroom ~
(v)
venti1atievoud en) is
derhalve 220 m 3 /h
ongevee~
1
Uolgens lit. 2, bIz. 37, zal de giotale ventilatievewd van woningen gedurende het volledige stookseizoen 11ggen tussen 0,75 en 2.
DDRZAKEN
am een snelle indruk te krijgen van het vochtniveau in de woning kan volgens lit. 3, blz. 2.22, gebruik gemaakt worden van figuur S. De gearceerde zone in figuur 5 vormde het gebied waarin, blijkens onderzoekingen van van der Kooi (lit. 5), woningen in het algemeen liggen. Deze zone wordt klimaatklasse 2 genoemd. Gebouwen met een lage vochtproductie vallen in klimaatklasse 1 en gebouwen met een hoge vochtproductie vallen in klimaatklasse 3 of ~. FIGUUR 5 (Pal
Oampdrukv'fS chiltt'n
1200 1100 1000
I!Ii \ I I ! : !i I , IIII I ! I i I I I ! ! ! I !II I : i I I ! : : ,I i ! I : l I i I ;
I
I
I
I
I
900 , ,
ttl
I
I 800 I, I i
I
!
,
,
-:- ~, "i
i
m i i ,, i I i:I iI I ! : I ! ,, ;'111 t":': : IttI' 1 .1·r "j,
700
i
600 500
;
:
:
j
!
300
I .
i
I
200
i ,
I
,
I
I , I 100 ,I; I I
0
!!
.10
l "'{, ~
I
I
Jf
I
I '
I
I I
I
·5
I
i
'\:
:
,I
I
: i
!
I
i -.;
i I ; ,! ' !!, f
I
\
I
'.
fl'i
:
I
0
i
j :
!
i
I
,
i
I i
j
lli'L'-
'"
I
,"! : ! ! i
S
I
I
I
I
I
, ;
I
:
,I I
I
I I
,
,
:
,
, I
i
j
,.. I'
,
i i! :
:
!
I
15
20
r i-,'" 1....1"'-,.....-...,.~I I I i: ; I 11 1 if : I i II U '1 J. i I
..
,:
:
•i:
I
! ~ IJ ,I .~ II >1 ! 1 , 'L! i: '1 J :t: I if .. i
!
!
I
i
"
lit
I
i
, ,
.'i I
; I
I
'. I !
~
! , '\ ,
,
I
i II1 I !
!!
:
I
\
~
: :I
!
, I
:
;
!;
;........ -t it . l! N i i :'
400
:
,i ,
I
I
:
I
I
i i i I
!
.~
i ... .L
10
bu.' p ... !fmppr a IVUf !'C)
tussen binnen- en buitenklimaat in relatie tot de buitentemperatuur,
Dampdruk~erschillen
Op basis van de gemiddeide waterdampspanning in de woonkamer (1181 N/m~). de gemiddelde waterdampspanning buiten (867 N/mt) en de gemiddelde buitentemperatuur (6,1 °C) kan een indruk gekregen worden van de vochtigheid van de woning. Uit deze afbeelding is af te leiden dat de woning zich bevindt in klimaatklasse 2 en op het grensgebied tussen normaal en vccntig. Uoorts kan er ook gekeken worden naar de toeneming van de absolute vochtigheid volgens lit. ~.
25
BEPALING TOENEMING ABSOLUTE UOCHTIGHEID ~
D x .. ------1,2
v•
D in g/h v in m Ih If08
6x = ---------
c
1,6 g/kg
220 • 1,2 beaardeling
x < 2 g/kg
gaed (appervlaktecandensatie wardt vermoedelijk veraarzaakt door hage k-waarde of lage binnentemperatuur of een combinatie van beide), aldus lit. If, blz 86-12-If-56
BESPREKING GRAfIEKEN INZAKE BEREKENDE DAMPSPANNINGEN Uiteraard kan er oak gekeken worden naar de vachtbalans. Alvarens hierap nader wardt ingegaan warden eerst een tweetal grafieken getaand waarin de waterdampspanning van de buiten situatie, de waankamer, de haafdslaapkamer en de kruipruimte in een afbeeiding zijn aangegeven am inzicht te verschaffen in de anderiinge samenhang van deze parameters. De anderhavige parameters varmen de basis va or de ap te stellen vachtbalans. Grafiek 8 taant de waterdampspanning met een tijdsintervallen van 6 uur. Terwijl grafiek 9 de waterdampspanning taant met een tijdsinterval van 1 dag. Ten aanzien van grafiek 8 ziJn de valgende apmerkingen te maken: - P-slaapkamer voIgt enigszins gedempt het beeld van P-waankamer. Dit wiJst ap een vriJ snelle vachtverspreiding binnen de waning pieken in P-waankamer wiJzen ap een vachtpraductie tijdens het kaken. Hieruit kan de canciusie getrakken warden dat de afzuigkap niet gaed gebruikt wardt of dat de afvaercapaciteit van de afzuigkap te gering is.
Waterda m pspanni ng Metingen von 24 november - 14 december 1 ~5 1 ~4 1 ~3
""' C\J E "z
1 ~2
.....,
0''';'
1~ 1
c"o
.- C
~ o
8)
8)
0
0
Q.:J
1
ru
m
Q..c
EC 0
0.9
"0
....
11>
+'
0
0~8
~
0~7
O~6
0~5
o
buiten
+
4 tijdstippen per dog
woonkamer
<>
sla opkamer
kruipruimte
Waterdampspanni ng Metingen von 24 november -
14 december
1.5 1.4
-E "( \J
1,3 1.2
z
0'11)
1.1
c'O
.- C C 0 C II)
o0..
:J
1
0 fnr:.
0..1-
E0
0.9
'0
....
II> 0
+'
0.8
~
0,7 0.6 waarneming in december
0.5
o
buiten
+
woonkomer
gemiddelde meting per dog <> sloopkamer
kruipruimte
28 Grafiek 9 geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen, te weten: - P-kruipruimte is steeds veel hoger dan P-buiten. Variaties in P-buiten zijn niet te constateren in P-kruipruimte. Oit wijst op gebrekkige (geen) ventilatie van de kruipruimte een vergeliJking tussen P-buiten enerzijds en ?-woonkamer of P-slaapkamer anderzijds, levert op dat grote sprongen in P-buiten zich traag vertalen in P-woonkamer en P-slaapkamer. Dit wiJst op een geringe uitwisseling tussen P-buiten en P-woonkamer of P-slaapkamer en dus op een geringe ventilatie.
BEREKENING VDCHTBALANS WDNING De balans wordt, zoals reeds in de inle1d1ng vermeld is, bepaald aan de hand van formule 1. FDRMULE 1
D • Rd • Ti Pi - Pe - ----------n •
Pi Pe Rd Ti U
V
gem. wconkamer voIgt uit de gedane meting; nl. 1181 N/m1 gem. buiten volgt uit gegevens v/h KNMI; n1. 867 N/m~ is een vaste waarde; nl. ~E2 J/kg K kan benaderd worden met de gem. temperatuur in de woonkamer derhalve: 19 + 273 - 292 K is volume ongeveer 220 m3
D of n zijn hieruit te berekenen indien een van de twee geschat wordt. Ter opfrissing: schatting vochtprcductie, bIz. 19, D-~08 g/h schatting venti1atievcud, bIz. 23, n-1 maal/h Stel schatting n is juist
~
0=0,512 kg/h > schattlng 0
Stel schatting 0 is Juist
~
n-0,8 maal/h < schatting n
Conclusie: de balans is nlet geneel in evenwicht.
29
KRITISCHE EESCHOUWING Eerst wordt de ventilatieveud kr1tiseh deorgelicht. Daarna voIgt de voohtproductie in de woning. I
Aangezien '5 avonds en's naehts de gerdiJnen verrngedeliJk dieht ziJn, is een reduetie veer een de~de van tijd mijns inziens gerechtvaardigd.
::=t> 79 .. ".67 - 53
m ~ Ih
~
totale ventilatie stroom derhalve: 66
~
n - 0,8S maal/h
+
7S
-+-
53
Orndat de afzuigkap tijdens het keke~ n1et cc~ti~~ cp de hccgste stand zal stBa~ alsmede n!et lS minuten vecr tct 15 a 3" minuten na het Koken aan zal staBn, is de geschatte waBrde te laag. Uelgens lit. 3, zal de ..,'cehtpreductie '.Iocr kol:en zonder afzuigkap cp gas 2 tct 3 kg/etmaal bedragen, hetgeen 0,75 - 1,75 kg/etmaal hoger is dan de in eerste instantie gesehatte waarde.
=t>
totale voehtproduct1e derhalve: 1055" - 11sse g/etmaal
Worden de bovengenoemde aanpassingen verwerkt in de vochtbalans dan voIgt hieruit dat de balens, gelet cp de scho:nmelingen in het wat.ert:!alT.p=~wl:\le::-s::hil binner./=~~:'en. in eve~wicht is. Uochtprcduct1e ten behceve van evenwicht in vceht::alans; 0,1.f52 kg/h cf 10,ea.: k;letmaal.
Ue~a nce~ i ng
D.. x
Uiteraard he eft het bcvenstaande cok invlced cp de eerder vermelde bepaling van de tceneming van de absolute vcchti;hei:::. Deze wc~:H:. als ':52
L'!,.x-
-
lea.: .. 1,2
1,9~
g/kg
30
UOCHIBALANS HOOFDSLAAFKAMER Wordt op basis van het voorgaande een vochtbalans opgesteld voor de hoofdslaapkamer, dan voIgt hieruit het volgende: Fi Fe Rd Ii
U
gem. slaapkamer volgt uit de gedane meting; nl. 1108 N/mL gem. buiten voIgt uit gegevens v/h KNMI; nl. 867 N/m2 is een vaste waarde; nl. ~62 J/kg K kan worden benaderd met de gem. binnentemperatuur in de slaapkamer. DerhaIve: 1~ + 273 - 287 K is volume ongeveer 31 ml
ventilatie: onbedoelde ventilatie O,3*31 - 9,3 m'/h bedoelde ventilatie 0.011*0,67*0,5*3600 =13,9 m'l/h
22,6 m'l/h
totaal ~
Dmax =
0,0~1
kg/h
=
~1
g/h
Indien we er vanuit gaan, dat een slapend persoon per uur ongeveer ~5 9 vocht produceert (lit. 3), kan de conclusie getrokken worden, dat in de onderhavige slaapkamer tijdelijk een vocht overschot aanwezig zal zijn. Dit debiet zal nog worden versterkt door het gegeven, dat tijdens de slaapperiode de bedoelde ventilatie (of weI bewuste bovenventilatie) tot ongeveer nul gereduceerd zal worden, omdat de gordijnen gesloten zullen ziJn. Het gevolg hiervan zal ziJn oppervlakte condensatie op de koudste plaatsen.
CONDENSAIIE OF DE ENKELE BEGLAZING Indien ter bepaling van de teets of er oppervlakte condensatie op de ruit optreedt, wordt uitgegaan van de laagst gemeten buitentemperatuur in de periode dat er gemeten is, gelden de volgende randvocrwaarden: - laagste gemeten buiten temperatuur was op 2 december 1988 - Ie derhalve op O,3 °c - gemeten Ii is 13,5 °c - gemeten RU binnen is 73 % d
0,00~
warmte weerstand constructie (Rc) - - - ----- - 0,005 m2K/W A O,8 warmte weerstand Lucht op Lucht (Rl) wordt: 0,13 + 0,005 + 0,0~ = O,175 m~K/W wa~mte
deorgangsceefficient (X) = l/?l = 5,7
W/m~K
oppervlakte temperatuur aan de binnenziJde (Ioi) wordt: 13,5 - 5,7*0,13-(13,5-0,3)= 3,7 °c
=t>
F max 796 N/m'l.
31
P optredend 0,73 • 15~7 - 1129 N!m~ > P max ~
ontstaan van oppervlakte condensatie
Te~
ve~duidelij)~ing
van het vcorgaande is de samenhang weer
gegeven in figuur 6.
FIGUUR 6,
temperatuu~verloop
in enkel g1as
P optredend 1129 N/m-
3,7
+
"c
P max 796 N/m2.
0,3
°c
Het is een vriJ normaal verschijnsel, dat bij lage buitentemperaturen en de toepassing van enkel glas opperv1akte condensatie optreedt. Cit verschiJnsel is in de praktijk in beginse1 gedee1te1ijk cp te 10ssen door bijvoorbee1d het toepassen van dubbele beglazing. Het verschijnsel zal dan minder vaak optreden, va:;wege de hogere oppervlakte temperatuur.
32 F~
]1:::: 1'"1 I-=: D I I.::: S
Dit is in feite het belangrijkste hoofdstuk van het rapport. PuntsgewiJs zullen aanbevelingen ten aanzien van het bewonersgedrag alsmede de te treffen bouwkundige voorzieningen aan de orde komen. Tot slot wordt nog een eind conclusie gegeven. BEWONERSGEDRAG Uochtverspreiding binnen de woning Uoorkomen dient te worden dat vocht. dat geproduceerd wordt in een ruimte, a1 te snel in andere vertrekken van de woning komt. Dit vochttransport binnen de woning vindt hoofdzakeliJk plaats door luchtstromingen. Met name geldt het voorgaande voor vertrekken die nlet of nauweliJks verwarmd worden CbiJvoorbeeld slaapkamers) en waar de luchtdichtheid van de gevel (weinig of geen naden en kieren) goed is. In tegenste11ing tot nu het geval is (aIle slaapkamerdeuren open), zullen de binnendeuren van de slaapkamers gesloten dienen te worden. Het vertrek zelf moet goed geventileerd worden. Goed ventilatie gedrag Uoor wat betreft dit aspect verwijs ik kortheldshalve naar de beknopte ventilatie-instructie van het Natlonaal Isolatie Plan (NIP). Een copie hiervan is te vinden in bijlage 1. Stookgedrag van de bewoners Uoigens lit. 3, bIz. 8.16, tabel 8.2, is in de onderhavige situatie sprake van een acceptabel stookgedrag in de wocnkamer, omdat de gemiddelde binnentemperatuur >- 18°C. Uoor wat betreft de hoofdslaapkamer is het oordeel inzake het stookgedrag afhankeliJk van de vochtproductie, aangezien de gemiddelde binnentemperatuur Iigt tussen 12 en 15 ·C. Uochtproblemen behoeven in een dergelijk geval niet op te treden, indien het vertrek ruim geventileerd wordt en geen belangriJke luchttoevoer vanuit andere vertrekken plaatsvindt door het gesioten houden van binnendeuren. Gelet op het voorgaande is het raadzaam om de gemiddelde binnentemperatuur in de slaapkamers niet te laten zaJ:J~en onder de 15°C. door de verwarming zo nu en dan aan te zetten.
33 ?laatsing meubilair Temperaturen ter plaatse van (buiten) muuroppervlakken zijn lager dan de temperatuur in de desbetreffende Kamer. In hoeken en aehter meubilair kan de muureppervlakte temperatuur neg een aantal graden lager ziJn door een hoge interne warmteweerstand. Een en ander betekent, dat deze plaatsen erg gevoelig ziJn voor voeht en sehimmelproblemen. Het is dan oak raadzaam am Kasten en dergelijke, liefst niet in de hoek van een buitengevel te plaatsen, zodat de lucht gemakkelijk kan circuleren in dergeliJke hoeken. Het vochtprobleem in de hoeken van de slaapkamers wordt mede door het bovenstaande veroorzaakt. Daarnaast is het oak raadzaam am gordijnen minstens 5 em vrij van de gevel te houden. Uerlagen vochtproductie In het onderhavige geval, kan de vochtproduct~e op twea manieren verlaagd worden, te weten: - afzuiging keuken verbeteren - beperken van het drogen van de was in de waning Uoer wat betreft het eerste aspect ziJ verwezen naar het onderdeel open keuken van de bouwkundige voorzieningen. Hoewel het aanbevelenswaardig is de was buiten te drogen, is dit niet altiJd mogeliJk. Bedenk hierbiJ dat biJ het drogen van was aldus lit. 3, blz. 9.19 tot 5 kg waterdamp vriJ kan komen. WeI kan worden aanbevolen de was te drogen in een aparta kamer met de binnendeur gesloten en de ventilatie voorziening open. BOUWKUNDIGE UOORZIENINGEN Kruipruimte Gelet op de onvoldoende ventilatie van de kruipruimte, de hoge gemeten relatieve vochtigheid en de muffe lucht in de vertrekken is het raadzaam om meer ventilatie openingen ten behoeve van de kruipruimte aan te brengenj zie aanbeveling blz. 22. Open keuken Zoals reeds op blz. 22 vermeld staat, dient de afzuigkap permanent aan te staan, of afzuigkap aanzetten tijdens keken (15 minuten voor tot lS 30 minuten na het keken) en het aanbrengen van een verticaal natuurlijk ventilatiekanaal.
a
In verband met de werking van het kanaal ziJ neg epgemerkt, dat filters regelmatig dienen te worden gereinigd of vervangen.
Uentilatie voorzieningen slaapkamers Hier ziJn in beginsel meerdere oplossingen denkbaar. Het spreekt voor zich, dat het gebruiken van de draairamen op kierstand ten behoeve van ventilatie de goedkoopste oplossing is. Het nadeel van deze oplossing is, dat dergelijke voorzieningen inbraak gevoelig zijn en aanleiding kunnen geven tot tochtklachten. Het gevolg hiervan zal zijn dat deze voorzieningen in de regel continu gesloten zullen ziJn. Uoorts zal ook de bovenventilatie in verband met de aanwezige vervuiling gereinigd dienen te worden. In dit verband ziJ nog opgemerkt dat het toegepaste fijnmazig gaas vriJ snel vervuilt ten opzichte van gaas met openingen van ten minste ~ mm. Mijns inziens is reiniging van het gaas bij het toegepaste t~pe vrijwel onmogelijk. Moderne uitvoeringen van dezelfde fabrikent kunnen eenvoudig uit elkaer genomen worden, om het fiJnmazig geas te reinigen met een lauw alkali vrij zeep sopje (vloeibare groene zeep of sun-light zeep) , Daarna moet het gaas nagespoeld worden met gewoon leidingwater, waarna het rooster weer in elkaar gezet kan worden. Om blijvende doelmatigheid bij het gebruik van roosters te kunnen bewerkstelligen, stelt bijvoorbeeld de gemeente 's-Gravenhage eisen aan de uitvoering van rcosters. Wellicht kan ook een ander t~pe rooster aangebracht worden met een grotere netto doorlaat en dat eenvoudig te reinigen is. Tot slot zij nog vermeld, dat ook andere additionele ventilatie voorzieningen Cbijvocrbeeld een extra rooster) kunnen worden aangebracht. BestriJding van schimmelgroei De onderstaande uiteenzetting inzake de bestrijding van schimmelgroei is een samenvatting uit lit. 3, bIz. 9.30 tot en met 9.33. In eerste instantie moet aangetast behang en/of sterk beschimmeld schilderwerk verwijderd worden. De ondergrond kan vervolgens gedesinfecteerd worden met soda-water (circa 6 gr/l). Het oppervlak moet daarna nagespoeld worden met schoon water en dient ruim de tijd te krijgen om te drogen. Mochten er nog donkere plekken aanwezig zijn, dan kunnen deze plekken met bleekwater (1 deel bleekwater op ~ delen water) worden gebleekt. Het gedesinfecteerde oppervlak kan nu opnieuw worden behangen of geschilderd. Uoorts verdient het aanbeveling om een vlakke, gladde en niet poreuze ondergrond te realiseren, omdat het vuil hierop dan minder snel kan hechten. AfhankeliJk van de te treffen afwerking is het raadzaam om de poreuze ondergronden van een water en dampdichte niet-absorberende laag te vocrzien. Denkbaar is bijvoorbeeld een behangvernis of een latexverf.
3S Uiteraard kan ook een licht-schimmelwerende verf worden toegepast. Doch het aanbrengen van een schimmelwerende verflaag als alternatief v~~r bouwkundige maatregelen of onaangepast bewonersgedrag, wordt sterk ontraden. Om schimmelgroei duurzaam te verwijderen, dlent er eerst voer gezorgd te worden, dat oppervlakken niet langdurig te vochtig kunnen worden.
BESLUIT Waarom voornameliJk de woningscheidende wand vochtplekken vertoont, kan middels dlt rapport nlet verklaard worden. Fysisch kan er aIleen condensatie op een oppervlak optreden indien: Poi
optredend edit wil zeggen: 'verzadigingsspanning op het oppervlak is Kleiner dan de dampdruk in de lucht')
Gelet op de gemeten fluctuaties in de temperatuur ter plaatse van de slaapkamer is het waarschiJnliJk, dat de oppervlakte temperatuur van de woningscheldende wand nlet zakt onder de 12 ec, hetgeen impliceert dat op die plaats geen oppervlakte condensatie mogeliJk is (P gem optredend is 1229 N/m 2 , terwiJl P max bij 12 bC is 1~03 N/m~). Oppervlakte condensatie op de woningscheidende wand zou dan in principe aIleen op kunnen treden indien: -A. een tiJdeliJke hoge relatleve vochtigheid ter plaatse van de slaapkamer aanwezig is -B. afkoeling van de woningscheidende wand optreedt ten gevolge van ruime ventilatie. ad. A Om dit aspect te onderzoeken, is in de periode van 26 januarl tot 2 februari 1989 met behulp van een opnemer, die snel reageert op variaties in de relatieve vochtigheid, een meting uitgevoerd. Dit onderzoek leverde geen nieuwe bevindingen op en bevestigde het beeld van grafiek 2 (geen hoge pieken), Ter opfrissing: grafiek 2 gaf weer de opname met behulp van de thermohygrograaf in de slaapkamer, ad. B Dit aspect kan, gelet op de geringe ventilatievoud en het kortstondig luchten van de onderhavige ruimte, aIleen veroorzaakt worden door het woongedrag van de bewoner van de naast gelegen woning. De verrichtte oppervlakte temperatuur meting op 2 februari 1989 om ongeveer 9.~S uur, gar geen aanleiding om het voorgaande te bevestigen (oppervlakte temperatuur van de woningscheidende wand lag arhankeliJk van de plaats 1 2 C onder de ruimte temperatuur).
a
36
Kartom. de voehtplekken op de waningseheidende wand ziJn middels cit rappert niet verklaarbaar. Uermoecelijk zullen hier in het materiaal aanwezige schimmelsporen een belangrijke rol. spelen. Deze"sporen zouden kunnen ziJn ontstaan tiJdens de lekkage die ongeveer 5 Jaar g~leden heeft plaatsgevonden. Een Gel van een schimmel kan immers gemakkeliJk epnieuw uitgrceien tot een kolanie. Het bliJft opvallend, zeals reeds eerder vermeld is, dat op het destiJds behandelde eppervlak, geen sehimmelvorming plaatsvindt, terwiJl ep daze leeatie (hoel: buitenwandweningseheidende wand) eerder veehtproblemen te verwaehten zijn vanweg~ de lagere oppervlakte temperatuur. In verband met het veergaande ziJ neg epgemerkt, cat doer een van ce Rijks-uni '~'ersi tei t Utrecht bevestigd is, cat sehimmels die entstaan zijn in een veehtige pericde zicn kunnen nandhaven in een minder vochtige periede. medewerJ~er
Worden eehter de in dit heefdstuk aangegeven adviezen integraal opgevolgd, dan zal het voeh~prcbleem in de slaapkamers naar aIle waarsehijnlijkheid tot het verlecen beharen.
37
LITERATUURLIJST 1. l. Naar De handleiding van vochtklachten in woningen uitgave van het Nationaal Isolatie Programma tweede druk, 1985 2. J Uyttenbroeck en G. Carpentier dictaat binnenklimaat kursus Termische Isolatie '8~ - '85 3. A. Pleysier, M. Santbergen, H. Uedder en H. de Waal Uochthinder in de woningbouw U. Dorsser Akoesties Adviesburo b.v. tweede druk, 1987 ~.
W. de Gids syllabus 'leidt energiebesparing tot (vecht-)preblemen 7' naJaar 1985
5. J. v.d. Koei en K. Knorr De temperatuur en vechtigheid in weningen Klimaatbeheersing 2 (1973 ~90-~95) 5. E. Tammes en B. Vos Warmte- en vechttransport in bouwcenstructies Kluwer Technische Soeken b.v., eerste druk 7. Model bouwverordening UitgeveriJ v/d Uereniging van Nederlandse Gemeenten Herdruk 1987 biJge~erkt tIm 22 supplement 8. syllabus 'studiedag ventilatie v/h 1988 9. Wonen in sen gezond binnenmilieu Ministerie v UROM 1988
wrcs'
38 :1
(lit.
1, bijlage 3)
IBeknopte ventilatie·instructie I Basisregels bij woningen met goede tochtwenng en kierdichting 1. Ventileren van vertrekken Zet bij aanwezigheld voor langare tijd van een of meer personen een raam(pje) op een kier, niet aileen overdag maar ook 's nachts (slaapkamers). Heeft u een feestje? Zet dan het raam wijder open. De kiergrootte wei aanpassen aan de windkracht.
2. Luchten De woonkamer v66r het slapen gaan en de slaapkamer ncl het slapen luchten. Het raam 15 a 30 minuten openzetten. Tijdens het luchtan wei de radiator dichtdraaien of de thermostaat lagerzetten. Opmerking: voortdurend venti/eren en nu· en·dan luchten dlenen be ide te geschie· den; het een is nlet een vervanglng van het ande~ .
3. Natte ruimten (keuken, badcel) Tijdens het gebruik en nog minstens een half uur daarna zorgen dat lucht kan toestromen, anders werkt het atzuigkanaal njet. Oil kan bijvoorbeeld gebeuren door een raampje op een kier te zetten. Als de badruimte geen raam heeft, moet er een torse kier onder de deur zijn; die kier dus niet afsluiten! Worden de kanalen mecha· nlsch afgezogen. dan tijdens gebruik de ventilator op volle kracht! Bent unlet in de keuken of badcel? Zel dan de ventilator op halve stand. De laalste die doucht moet wanden en gordijn afdrogen. Doek buiten de badcel te drogen hangen.
Aanwijzingen in geval van klachten over'condensvocht (op wanden en/of plafonds, eventueel zelts schimmel) a. Constant ventileren, ook als het vertrek verlaten is; liefst twee raampjes -als het kan tegenover elkaar- op een kier zet· ten. b. C.V.·thermoslaat op 20· it 21·C zetten, 's nachts op 1S·C. c. Is een mechanische ventilatie aanwe· Zig? Laat u deze uan permanent draai· en. me! een raampje op een kier. d. Is er een kruipruimte aanwezig? Dicht dan aile kieren in de beganegrondvloer van de meterkast. het gootsteenkastje,
de C.V .• pijpdoorvoeren en langs de plin. ten. Ga na of de luchtroosters in de bui· tenzijde van de gevels ·vlak boven de • grond- open zijn. e. Staan er meubels, bijvoorbeeld kasten, tegen de buitenmuren? Zet ze 5 cm vrij van de muur. f. In een vertrek met schimmel moet geen was te drogen worden gehangen. g. Help! niets? Dan contact opnemen met de aldeling Onderhoud van de verhuurder.
Algemeen a. Geisertje zonder afvoer? Gedurig ventileren. b. Filter in de afzuigopening? RegelmaUg reinigen. c. Werken de afzuigkanalen? Raam op een kier en een papiertje voor de zuig. Buitentemperatuur
-10°C - SoC O°C SoC 10°C
mond: floept het er tegenaan of niet? d. Bliif, bijv. door beter ventileren, onder de veilige, maximale R.V. (relatieve vochtig· heid) in de tabel. Aflezen op uw hygrometer (is die geijkt?).
Maximum R.V. bij een vertrektemperatuur van:
12°C
15°C
18°C
20°C
22°C
50% S9% 69% 80% 93%
46% 54% 64%
43% 50% 59% 68% 80%
41% 48% 56% 64% 75%
40% 45% 53% 61% 71%
74%.
87%