ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES VAN VERPLEEGKUNDIGEN IN DE ZORG VOOR PALLIATIEVE PATIENTEN DOORHEEN ALLE SETTINGS IN VLAANDEREN
1 maart 2008
Onderzoek naar het competentieprofiel van een verpleegkundige werkzaam in palliatieve zorg
Samenvatting Sinds de ingang van palliatieve zorg ontstonden er steeds meer opleidingen, door meer instanties. Bovendien wordt dit meer opgenomen in de basisopleiding. Vandaag is er o.a. onduidelijkheid over het niveau van deskundigheid, de inhoud, de waarde van diploma’s/getuigschriften. Dit onderzoek bestudeerde de aanwezigheid van competenties t.a.v. palliatieve zorg, het relatieve belang, het onderscheid in generieke en specifieke, de effectieve en wenselijke plaats van aanleren, en dit alles vanuit alle settings. De bevraging vertrok vanuit het EAPC-document via een descriptieve cross-sectionele mail survey. 271 verpleegkundigen uit alle settings namen deel aan dit onderzoek. Deze waren gemiddeld 41,8 jaar, hadden gemiddeld 28,6 jaar ervaring, waarvan gemiddeld 7,5 jaar in palliatieve zorg. De steekproef bestond uit verpleegkundigen (40%), hoofdverpleegkundigen (23%), coördinatoren
(10%)
en
docenten
(10%).
Zij
rangschikten
de
competenties
in
belangrijkheid. Er werden fingerprints per setting ontwikkeld. Dezelfde analyse gebeurde voor de aanwezigheid van de competentie. Beide toonden aan dat iedere setting eigen competenties vraagt én dat het onderwijs zich sterk richt naar de WZC. Bovendien is er een enorme druk op de basisopleiding.Op basis van dit onderzoek kan een globaal concept van opleiding in de palliatieve zorg ontwikkeld worden. Dit kan dienen voor de uitbouw van een degelijk én onderbouwd VTO-beleid, de ontwikkeling van een toetsingsinstrument voor de kwaliteit van opleidingen én gezien het Europese vertrekpunt, een mogelijke nationale én internationale herhaling.
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 2 van 22
Inleiding De FPZV ziet het als haar taak om partners uit het werkveld, de opleidingswereld en het beleid samen te brengen om te werken aan een globaal concept van opleiding in palliatieve zorg. Hierbij werd gestart met de opleiding voor verpleegkundigen. Daarnaast is de FPZV de bevoorrechte getuige van de noden en verwachtingen inzake opleiding vanuit de dagelijkse praktijk in het werkveld. Vanuit deze expertise wil ze waken over de kwaliteit en relevantie van de bestaande opleidingen. Om deze doelstellingen te bereiken, vertrokken we vanuit een document van de European Association for Palliative Care, nl. ‘A guide to the development of palliative nurse education in Europe’. Op basis hiervan stelde de werkgroep beroeps- en opleidingsprofielen een competentieprofiel van een verpleegkundige in palliatieve zorg op. In dit uitermate interessante document worden 3 verschillende niveaus van deskundigheid in palliatieve zorg onderscheiden. In onderstaande tabel (overgenomen uit het document van het EAPC) wordt een overzicht gegeven van de drie onderscheiden niveaus.
Niveau A
Basis (niet-gediplomeerd) Basis (gediplomeerd)
Niveau B
Gevorderd (gediplomeerd)
Niveau C
Specialistisch (gediplomeerd)
Toekomstige verpleegkundigen (verpleegkundigen in opleiding). Verpleegkundigen werkzaam in een algemene gezondheidszorgsetting1, die geconfronteerd zouden kunnen worden met palliatieve zorgsituaties waarin een aangepaste benadering van de patiënt en zijn omgeving aanbevolen wordt. Verpleegkundigen die ofwel werkzaam zijn in de specialistische palliatieve zorg2, of in een algemene setting. Verpleegkundigen die regelmatig geconfronteerd worden met palliatieve zorgsituaties (zoals oncologie, thuiszorg, pediatrie en ouderenzorg). Verpleegkundigen die verantwoordelijkheid dragen in de verschillende palliatieve zorg structuren. Zij kunnen geconsulteerd worden en/of actief deelnemen in het geven van opleidingen en het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek.
Dit onderscheid tussen verschillende niveaus van deskundigheid sluit aan bij een belangrijke basisvisie van de FPZV inzake opleiding.
1
Thuissituatie, woonzorgcentra, of instituten waar palliatieve zorg slechts een onderdeel vormt van de klinische activiteiten. 2 De uitdrukking “specialistische palliatieve zorg” heeft betrekking op de volgende structuren: hospice, unit voor palliatieve zorg, diensten aangeboden in een ziekenhuis, thuiszorgteams.
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 3 van 22
Het streefdoel van de FPZV is namelijk het verspreiden van de palliatieve zorgcultuur in de hele gezondheidzorg. Dit doel kan niet bereikt worden door het opleiden van een beperkt aantal sterk gespecialiseerde verpleegkundigen alleen. Er moet opleiding in palliatieve zorg voorzien worden voor verpleegkundigen in opleiding; verpleegkundigen werkzaam in verschillende settings en in verschillende functies in de gezondheidzorg, die op verschillende manieren in contact komen met palliatieve patiënten. Het opleidingstraject moet mogelijk maken dat de verpleegkundige zich kan aanpassen aan de maat van zorgbehoevendheid van palliatieve patiënten. De betrachting is dat de verpleegkundigen op een kwalitateitsvolle manier kunnen omgaan met palliatieve zorgsituaties en hun competenties kunnen vertalen in hun palliatieve zorgbenadering, zodat ook zij op een kwalitatieve manier kunnen omgaan met palliatieve zorgsituaties.
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 4 van 22
Onderzoek Een competentieprofiel is echter niet hanteerbaar als er geen toetsing is tussen opleiding en werkveld. De FPZV zag zichzelf hierin als brug tussen beiden. Dit temeer omdat als basis voor afstemming, kwaliteitsbewaking en overleg met de overheid het noodzakelijk is dat dit competentieprofiel een breed draagvlak heeft binnen het werkveld en onderwijs in palliatieve zorg. Daartoe werd in oktober 2005 een onderzoek gestart via elektronische bevraging van verschillende (gespecialiseerde en niet-gespecialiseerde) settings waar palliatieve zorg geboden wordt én naar onderwijsinstellingen. In mei 2007 werd de 4de en laatste fase afgerond. Er werden competentiebevragingen opgestuurd naar: - plenaire werkgroep beroeps- en opleidingprofielen - een honderdtal rusthuizen in Vlaanderen (RVT, ROB, WZC) - alle palliatieve supportteams in Vlaanderen - alle palliatieve eenheden in Vlaanderen - alle dagcentra in Vlaanderen - alle multi-disciplinaire begeleidingsequipes in Vlaanderen - deze vijf voorgaande telkens zowel rechtstreeks als via de betreffende werkgroepen in de Federatie - de 15 regionale netwerken palliatieve zorg
Schematisch overzicht van de tijdslijn: Stap
1
2
3
Toelichting Vertaling van het Onderzoek ivm EAPC document competenties
Vertaling naar huidige structuur
Timing
Finalisatie 2008
Inhoud
10/05
-
2006
EAPC document Niveaus Vlaamse structuur
-
Toetsing Co Belangrijkheid Co Niveau van Co Specifiek versus generiek
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
-
Landschapsverkenning Suggesties Lacunes
Pagina 5 van 22
Hierna wordt een beschrijving van de respondenten gegeven voor de verschillende fasen. Fase 1: relevantie van de geformuleerde competenties Vraagstelling: ‘Vindt u deze competentie van belang om uw functie binnen uw setting goed uit te oefenen ?’ Deze eerste fase zagen we als een testfase. Het doel was om de lijst van competenties te toetsen op volledigheid, helderheid van taal en eenduidigheid van de competenties. We ontvingen 72 ingevulde compententiebevragingen. De beschrijving van respondenten in functie van hun setting wordt weergegeven in tabel 1. Setting Aantal Dagcentra Dienst vorming en opleiding (ministerie) Hogeschool Multidisciplinaire begeleidingsequipe Netwerk palliatieve zorg Palliatief supportteam Palliatieve thuiszorg Palliatieve zorg (freelance) Palliatieve zorgeenheid Woon- en zorgcentra Modulaire beroepsopleiding Totaal
1 1 15 7 7 13 7 1 13 1 6 72
Percentage 1,4 1,4 20,8 9,7 9,7 18,1 9,7 1,4 18,1 1,4 8,3 100,0
Tabel 1: overzicht van de respondenten van fase 1 volgens setting
Om onze respondenten iets beter te omschrijven wordt in tabel 2 een overzicht gegeven van de functie waarin de respondenten werkzaam zijn. De vier grote groepen zijn docenten, hoofdverpleegkundigen, netwerkcoördinatoren en verpleegkundigen. Functie Aantal Adviseur Coördinator Arts Docent Freelance vormingsmedewerker Hoofdverpleegkundige Middenkader Psycholoog Referentieverpleegkundige Sociaal verpleegkundige Verpleegkundig specialist Verpleegkundige Vormingsverantwoordelijke palliatieve zorg Totaal
1 14 1 21 1 17 1 1 2 2 1 9 1 72
Percentage 1,4 19,4 1,4 29,2 1,4 23,6 1,4 1,4 2,8 2,8 1,4 12,5 1,4 100,0
Tabel 2: overzicht van de respondenten van fase 1 volgens functie
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 6 van 22
Als laatste descriptieve analyse vermelden we de leeftijd en de ervaring van de respondenten in tabel 3.
Overzicht van jaren ervaring Leeftijd Totaal aantal jaren ervaring Aantal jaren ervaring palliatieve zorgen Aantal jaren werkzaam in functie
Aantal 72 72 72 69
Minimum 26 1 0 0
Maximum 59 35 16 35
Gemiddelde 43,19 18,47 6,21 7,33
Tabel 3: overzicht van de respondenten van fase 1 in functie van leeftijd, totaal aantal jaren ervaring, aantal jaren ervaring in palliatieve zorg en aantal jaren ervaring in huidige functie
Fase 2: belangrijkheid van de geformuleerde competenties Vraagstelling: ‘Hoe belangrijk vindt u deze competentie om uw functie binnen uw setting goed uit te kunnen oefenen?’ Respondenten konden de belangrijkheid scoren op een vierpuntenschaal: totaal geen belang, weinig belang, veel belang en onontbeerlijk. In deze fase kregen we 271 antwoorden binnen. Dezelfde descriptieve analyses dan in fase 1 worden hieronder weergegeven. Setting
Docent Hobu Docent MBV Palliatieve zorg eenheid Palliatief support team Multidisciplinaire begeleidingsequipe Palliatieve thuiszorg Netwerk Palliatieve zorg Woon- en zorgcentra Dagcentra Ministerie dienst opleiding Freelancer palliatieve zorgen Ziekenhuis referentie oncologie Totaal
Aantal 20 9 32 27 30 84 17 47 1 1 2 1 271
Percentage 7,4 3,3 11,8 10,0 11,1 31,0 6,3 17,3 ,4 ,4 ,7 ,4 100,0
Tabel 4: overzicht van de respondenten van fase 2 volgens setting
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 7 van 22
Functie
Hoofdverpleegkundige Coördinator Middenkader Verpleegkundige Referentieverpleegkundige Verpleegkundig specialist Sociaal verpleegkundige Psycholoog Vormingsverantwoordelijke Adviseur Freelance medewerker Docent Arts Pastoraal werk(st)er Totaal
Frequency 63 29 10 110 11 1 4 2 6 1 2 29 2 1 271
Percent 23,2 10,7 3,7 40,6 4,1 ,4 1,5 ,7 2,2 ,4 ,7 10,7 ,7 ,4 100,0
Tabel 5: overzicht van de respondenten van fase 2 volgens functie
Descriptive Statistics
Leeftijd Totaal aantal jaren ervaring Aantal jaren ervaring palliatieve zorgen Aantal jaren werkzaam in functie
N 271 271 259 251
Min. 23 1 0 0
Max. 59 36 29 35
Gemiddelde 41,81 18,65 7,37 9,09
Std. Deviation 7,515 7,923 5,228 7,481
Tabel 6: overzicht van de respondenten van fase 2 in functie van leeftijd, totaal aantal jaren ervaring, aantal jaren ervaring in palliatieve zorg en aantal jaren ervaring in huidige functie
Fase 3: beschikbaarheid en niveau van competentie In deze fase werden drie elementen bevraagd: • In welke mate u beschikt over deze competentie (voldoende of onvoldoende)? • Waar hebt u deze competentie verworven? • Waar vindt u dat deze competentie zou moeten verworven worden? Voor de laatste twee vragen waren er 3 antwoordmogelijkheden: - in de basisopleiding tot verpleegkundige - in een universitaire opleiding - elders (andere opleiding, praktijkervaring, stage,…) In deze fase kregen we 204 vragen ingevulde vragenlijsten terug. Descriptieve analyses van de respondenten in deze fase worden hieronder weergegeven.
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 8 van 22
Setting
Valid
Miss iTotaal
Aantal 17 3 19 21 25 66 10 38 1 200 1 201
Docent Hobu Docent MBV Palliatieve zorg eenheid Palliatief support team Multidisciplinaire begeleidingsequipe Thuisverpleegkundigen Netwerk Palliatieve zorg Woon- en zorgcentra Ministerie dienst opleiding Total System
% 8,5 1,5 9,5 10,4 12,4 32,8 5,0 18,9 ,5 99,5 ,5 100,0
Valid % 8,5 1,5 9,5 10,5 12,5 33,0 5,0 19,0 ,5 100,0
Tabel 7: overzicht van de respondenten van fase 3 volgens setting Functie
Valid
Missing Total
Hoofdverpleegkundige Coördinator Middenkader Verpleegkundige Referentieverpleegkundige Sociaal verpleegkundige Vormingsverantwoordelijke Adviseur Docent Pastoraal werk(st)er Total System
Frequency 57 20 8 85 5 1 2 1 19 1 199 2 201
Percent 28,4 10,0 4,0 42,3 2,5 ,5 1,0 ,5 9,5 ,5 99,0 1,0 100,0
Valid Percent 28,6 10,1 4,0 42,7 2,5 ,5 1,0 ,5 9,5 ,5 100,0
Tabel 8: overzicht van de respondenten van fase 3 volgens functie
Descriptive Statistics Leeftijd Totaal aantal jaren ervaring Aantal jaren ervaring palliatieve zorgen Aantal jaren werkzaam in functie Valid N (listwise)
N 201 199 195 193 186
Minimum 23 0 0 0
Maximum 58 36 25 36
Mean 41,81 19,07 7,79 9,51
SD 7,065 7,509 5,607 7,537
Tabel 9: overzicht van de respondenten van fase 3 in functie van leeftijd, totaal aantal jaren ervaring, aantal jaren ervaring in palliatieve zorg en aantal jaren ervaring in huidige functie
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 9 van 22
Fase 4: onderscheid generieke en specifieke competenties In deze fase hebben 201 personen deelgenomen aan de bevraging om elke competentie te scoren in functie van generiek of specifiek. Hierna leest u de profielschets van de respondenten in deze fase. Setting
Valid Dienst vorming en opleiding (ministerie) Hogeschool Multidisciplinaire begeleidingsequipe Netwerk palliatieve zorg Palliatief supportteam Thuisverpleegkundigen Palliatieve zorgeenheid Woon- en zorgcentra Modulaire beroepsopleiding Total
Frequency 2 1 12 21 10 24 63 16 44 4 197
Percent 1,0 ,5 6,1 10,7 5,1 12,2 32,0 8,1 22,3 2,0 100,0
Tabel 10: overzicht van de respondenten van fase 4 volgens setting Functie
Valid ADVP AHVP Coördinator Directie Docent Arts Docent Hoofdverpleegkundige Middenkader PAS Psycholoog Referentieverpleegkundige Sociaal verpleegkundige Verpleegkundige Vormingsverantwoordelijke palliatieve zorg Totaal
Frequency 2 1 6 25 7 15 1 1 54 4 2 1 21 1 53 3 197
Percent 1,0 ,5 3,0 12,7 3,6 7,6 ,5 ,5 27,4 2,0 1,0 ,5 10,7 ,5 26,9 1,5 100,0
Tabel 11: overzicht van de respondenten van fase 4 volgens functie
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 10 van 22
Descriptive Statistics
196
Minimum 24
Maximum 60
Mean 41,64
Std. Deviation 7,416
197
0
354
20,43
25,096
186
0
31
9,10
6,338
177
0
31
8,23
6,565
N Leeftijd Totaal aantal jaren ervaring Aantal jaren ervaring palliatieve zorgen Aantal jaren werkzaam in functie Valid N (listwise)
166
Tabel 12: van de respondenten van fase 4 in functie van leeftijd, totaal aantal jaren ervaring, aantal jaren ervaring in palliatieve zorg en aantal jaren ervaring in huidige functie
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 11 van 22
Competentieprofielen Op basis van al deze gegevens ligt het huidige voorstel van competentieprofiel in functie van de drie niveaus voor. Dit is gebeurd door één groot overzicht te genereren waarbij alle competenties gerangschikt werden volgens: • Generiek zijn • Belangrijkheid • Wenselijkheid basis • Aanwezigheid • Effectief aangeleerd basis Voor niveau B en C, wat wijst op verdiepen, werd naast het cijfermatige, ook volgende criteria gebruikt voor de toetsing: • Verwijst naar moeilijker situaties aankunnen • Kennis dient flexibeler te worden gebruikt • Bezit meer kennis om te gebruiken Hierdoor bleek duidelijk dat alle competenties die over alle settings heen (=settingoverschrijdend) door 76,8 tot 100 % van de respondenten generiek worden genoemd behoren tot Niveau A. Dezelfde oefening werd gedaan op basis van de rangschikking naar wenselijkheid. Hier tekende zich een duidelijke cutt-off af op 56%. Op basis van deze criteria kwam volgende ranking tot stand. Deze werd nog door de plenaire vergadering op vijf plaatsen aangepast via de vragen: 1. Is de toekenning van de competenties aan deze niveaus aanvaardbaar? 2. Is de toekenning van de competenties aan deze niveaus zo wenselijk? 1. Algemeen competentieprofiel Competentie De verpleegkundige is zich ervan bewust dat opleiding een professionele positieve bijdrage levert . De verpleegkundige weet waar collega disciplines in het team voor staan. De verpleegkundige is op de hoogte van taboes over de dood. De verpleegkundige gebruikt ondersteunend materiaal bij pijnbeleid. De verpleegkundige heeft voortdurend aandacht aan opleiding. De verpleegkundige identificeert en en reageert adequaat op het copingmechanisme. De verpleegkundige verleent de afgestemde zorg tot na de dood. De verpleegkundige begeleidt de familie. De verpleegkundige evalueert de impact van de aangeboden zorg. De verpleegkundige heeft kennis van fysiologie en haar verschillende systemen. De verpleegkundige respecteert de visie van de patiënt en familie. De verpleegkundige begrijpt de verschillende dimensies van pijn De verpleegkundige stemt zijn zorg af op de levensovertuiging van de patiënt. De verpleegkundige begeleidt de palliatieve patiënt en zijn familie bij het bestrijden van symptomen. De verpleegkundige onderkent normale processen rond verdriet en verlies. De verpleegkundige begeleidt de patiënt en zijn familie op deskundige wijze en anticipeert op p7 problemen. De verpleegkundige heeft het inzicht en de vaardigheid om om te gaan met het specifiek p4 geneesmiddelenbeleid. p15 De verpleegkundige werkt vanuit evidence based richtlijnen. tr2 De verpleegkundige schat de waarde van evidence based handelen. gz3 De verpleegkundige kent de structuur en functie van nationale en internationale organisaties. op1 it1 gz1 p5 op2 ek5 p9 pf4 p10 p11 ek3 p1 p8 p6 pf2
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 12 van 22
Niveau A A A A A A A A A A A-B A-B A-B A-B A-B A-B A-B A-B A-B A-B
De verpleegkundige is zich bewust van eigen waarden en normen en hoe dit het professionele ek2 handelen beïnvloeden. p3 De verpleegkundige identificeert veel voorkomende symptomen De verpleegkundige kent eigen grenzen en is zich bewust van eigen sterkten en zwakten door ek4 kritische zelfreflectie. ek8 De verpleegkundige durft kijken naar zijn eigen eindigheid en heeft een visie op leven en dood p2 De verpleegkundige begrijpt het concept 'totale pijn' pf1 De verpleegkundige identificeert de impact van een ernstige zieke. ek1 De verpleegkundige kent zorgethiek en denkt na over zorgethische vraagstukken. tr1 De verpleegkundige heeft interesse voor onderzoek en leest in haar vakgebied. ek6 De verpleegkundige bezit vaardigheden om aan te voelen waar de patiënt heen wil. p16 De verpleegkundige beoordeelt kritisch de patiëntenzorg. gz4 De verpleegkundige demonstreert haar kennis van juridische aspecten. p12 De verpleegkundige herkent en anticipeert op moeilijke symptomen. it3 De verpleegkundige anticipeert zonodig proactief op veranderingen in het team. pf3 De verpleegkundige volgt aanvullende opleidingen zowel in verbale als non-verbale communicatie. p13 De verpleegkundige kent zorgbehoeften van specifieke doelgroepen, (bv. kinderen, ouderen, …). De verpleegkundige is op de hoogte van de informatie over de epidemiologie van ongeneeslijke gz2 ziekten. pf5 De verpleegkundige zorgt voor een rouwzorgaanbod voor nabestaanden. it6 De verpleegkundige ondersteunt zonodig de leden van het team pf6 De verpleegkundige fungeert als rolmodel voor collega's in de zorg. it4 De verpleegkundige ondersteunt zonodig veranderingen binnen de familiale context. p17 De verpleegkundige voorziet in bijscholing. it2 De verpleegkundige heeft inzicht in groepsdynamiek en haar leiderschapsrol in dit geheel. p14 De verpleegkundige neemt leiding en zorgt dat er volgens evidence based richtlijnen wordt gewerkt. pf7 De verpleegkundige voert een proactief beleid in samenspraak met het interdisciplinair team. ek7 De verpleegkundige fungeert als opleider en gesprekspartner. op4 De verpleegkundige moedigt evidenced based leren aan. De verpleegkundige verstrekt advies over teamwork, supervisie, conflicthantering en it5 onderhandeling. op3 De verpleegkundige bezit verschillende onderwijsmethoden en -stijlen. gz5 De verpleegkundige kent het economische aspect met betrekking tot palliatieve zorg. op5 De verpleegkundige bezit een goede kennis van volwassenenonderwijs. p18 De verpleegkundige zet een meetsysteem op. gz6 De verpleegkundige gebruikt kwaliteitsindicatoren gebaseerd op onderzoek. tr3 De verpleegkundige is actief betrokken of initiatiefnemer bij onderzoeksinitiatieven.
Dit algemene competentieprofiel werd dan opnieuw geanalyseerd per setting en dit in de volgorde van dit algemene competentieprofiel, zijnde van niveau A tot en met C. Hier hebben we gekeken naar de verhouding van de settings ten opzichte van dit algemene gemiddelde. In de volgende grafieken vind je dan ook per setting de verhouding van deze setting ten opzichte van de gemiddelde belangrijkheid terug. De competenties zijn voor de duidelijkheid van de grafiek weergegeven via de codes die je ook in de competentiebevraging terugvindt. Zo vind je op de eerste plaats de competentie OP1. De letter OP verwijst naar de dimensie van de opleiding, het cijfer 1 geeft aan dat het binnen deze dimensie om de eerste competentie gaat. Indien je dit in de competentiebevraging opzoekt, vind je terug dat OP1 staat voor de competentie ‘De verpleegkundige is zich ervan bewust dat opleiding een professionele positieve bijdrage levert aan patiënten en zijn familie in zijn ziek-zijn’.
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 13 van 22
A-B-C A-B-C A-B-C A-B-C A-B-C A-B-C A-B-C A-B-C A-B-C A-B-C A-B-C B B B B B B B-C B-C B-C B-C B-C B-C B-C B-C B-C C C C C C C C
Hoe dien je deze grafieken te lezen? 0 betekent dat jouw setting deze competentie even belangrijk vindt dan het gemiddeld belang dat er over alle settings heen aan deze competentie gehecht wordt. Negatief betekent dat jouw setting deze competentie minder belangrijk vindt dan het gemiddeld belang. Positief betekent dat jouw setting deze competentie belangrijker vindt dan het gemiddeld belang.
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 14 van 22
Vergelijking met referentie: z-toetswaarden Onderwijs (n=16) -4,00
-3,00
-2,00
-1,00
0,00
1,00
OP1 IT1 GZ1 P5 OP2 EK5 P9 PF4 P10 P11 EK3 P1 P8 P6 PF2 P7 P4 P15 TR2 GZ3 EK2 P3 EK4 EK8 P2 PF1 EK1 TR1 EK6 P16 GZ4 P12 IT3 PF3 P13 GZ2 PF5 IT6 PF6 IT4 P17 IT2 P14 PF7 EK7 OP4 IT5 OP3 GZ5 OP5 P18 GZ6 TR3
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 15 van 22
2,00
3,00
4,00
Vergelijking met referentie: z-toetswaarden Palliatieve Zorgeenheid (n=24) -4,00
-3,00
-2,00
-1,00
0,00
1,00
OP1 IT1 GZ1 P5 OP2 EK5 P9 PF4 P10 P11 EK3 P1 P8 P6 PF2 P7 P4 P15 TR2 GZ3 EK2 P3 EK4 EK8 P2 PF1 EK1 TR1 EK6 P16 GZ4 P12 IT3 PF3 P13 GZ2 PF5 IT6 PF6 IT4 P17 IT2 P14 PF7 EK7 OP4 IT5 OP3 GZ5 OP5 P18 GZ6 TR3
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 16 van 22
2,00
3,00
4,00
Vergelijking met referentie: z-toetswaarden palliatief supportteam (n=23) -4,00
-3,00
-2,00
-1,00
0,00
1,00
OP1 IT1 GZ1 P5 OP2 EK5 P9 PF4 P10 P11 EK3 P1 P8 P6 PF2 P7 P4 P15 TR2 GZ3 EK2 P3 EK4 EK8 P2 PF1 EK1 TR1 EK6 P16 GZ4 P12 IT3 PF3 P13 GZ2 PF5 IT6 PF6 IT4 P17 IT2 P14 PF7 EK7 OP4 IT5 OP3 GZ5 OP5 P18 GZ6 TR3
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 17 van 22
2,00
3,00
4,00
Vergelijking met referentie: z-toetswaarden Multidisciplinaire begeleidingsequipe (n=29) -4,00
-3,00
-2,00
-1,00
0,00
1,00
OP1 IT1 GZ1 P5 OP2 EK5 P9 PF4 P10 P11 EK3 P1 P8 P6 PF2 P7 P4 P15 TR2 GZ3 EK2 P3 EK4 EK8 P2 PF1 EK1 TR1 EK6 P16 GZ4 P12 IT3 PF3 P13 GZ2 PF5 IT6 PF6 IT4 P17 IT2 P14 PF7 EK7 OP4 IT5 OP3 GZ5 OP5 P18 GZ6 TR3
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 18 van 22
2,00
3,00
4,00
Vergelijking met referentie: z-toetswaarden Thuisverpleegkundigen (n=82) -4,00
-3,00
-2,00
-1,00
0,00
1,00
OP1 IT1 GZ1 P5 OP2 EK5 P9 PF4 P10 P11 EK3 P1 P8 P6 PF2 P7 P4 P15 TR2 GZ3 EK2 P3 EK4 EK8 P2 PF1 EK1 TR1 EK6 P16 GZ4 P12 IT3 PF3 P13 GZ2 PF5 IT6 PF6 IT4 P17 IT2 P14 PF7 EK7 OP4 IT5 OP3 GZ5 OP5 P18 GZ6 TR3
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 19 van 22
2,00
3,00
4,00
Vergelijking met referentie: z-toetswaarden netwerk palliatieve zorg (n=14) -4,00
-3,00
-2,00
-1,00
0,00
1,00
OP1 IT1 GZ1 P5 OP2 EK5 P9 PF4 P10 P11 EK3 P1 P8 P6 PF2 P7 P4 P15 TR2 GZ3 EK2 P3 EK4 EK8 P2 PF1 EK1 TR1 EK6 P16 GZ4 P12 IT3 PF3 P13 GZ2 PF5 IT6 PF6 IT4 P17 IT2 P14 PF7 EK7 OP4 IT5 OP3 GZ5 OP5 P18 GZ6 TR3
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 20 van 22
2,00
3,00
4,00
Vergelijking met referentie: z-toetswaarden Woon- en Zorgcentra (n=47) -4,00
-3,00
-2,00
-1,00
0,00
1,00
OP1 IT1 GZ1 P5 OP2 EK5 P9 PF4 P10 P11 EK3 P1 P8 P6 PF2 P7 P4 P15 TR2 GZ3 EK2 P3 EK4 EK8 P2 PF1 EK1 TR1 EK6 P16 GZ4 P12 IT3 PF3 P13 GZ2 PF5 IT6 PF6 IT4 P17 IT2 P14 PF7 EK7 OP4 IT5 OP3 GZ5 OP5 P18 GZ6 TR3
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 21 van 22
2,00
3,00
4,00
Conclusies Deze grafieken tonen duidelijk aan dat de aanwezigheid van de competenties sterk verschilt naargelang de setting waarin mensen werken. Deze resultaten zijn zeer interessant en kunnen helpen om te: • Kijken naar het profiel binnen de setting • Kijken naar de sterkten en zwakten binnen elke setting • Gebruiken in functie van eigen competenties binnen setting • Gebruiken in functie van bijscholingsmogelijkheden vanuit beleid • Gebruiken naar de verschillende overheden • Gebruiken als input in VTO-beleid? • Gebruiken als evaluatie van een VTO-beleid bij hermeting • … De Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen wil op basis van dit onderzoek een globaal concept van opleiding in de palliatieve zorg ontwikkelen. Dit kan dienen voor de uitbouw van een degelijk én onderbouwd VTO-beleid, de ontwikkeling van een toetsingsinstrument voor de kwaliteit van opleidingen én gezien het Europese vertrekpunt, een mogelijke nationale én internationale herhaling. Dit onderzoek is immers toegelaten op wetenschappelijk congres van EAPC van 2008 te Trondheim. Besluit De doelstelling van dit onderzoek om een onderbouwd concept op te bouwen, waarbij competenties aan een niveau werden toegewezen is bereikt. Ten tweede heeft de ontwikkelde onderzoeksmethodiek haar diensten bewezen. De globale resultaten, die hier in het rapport zijn opgenomen, maar zeker ook de analyses per fase en per setting zijn zeer inspirerende resultaten. De Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen kan op basis van een onderzocht competentieprofiel haar VTO-beleid gaan sturen, afstemmen en evalueren. Doordat de onderzoeksmethodiek haar diensten heeft bewezen, is het mogelijk om deze te herhalen voor andere professies werkzaam binnen palliatieve zorgen (bv. Artsen). Kortom er ligt nog veel werk op de plank, maar het is allemaal boeiend!
Lier, 1 maart 2008
Boekje-Competentieprofielen viering 1 maart 2008
Pagina 22 van 22