PERSBERICHT Onderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond maandag 7 december 2009 – van 14.00 tot 17.00 uur, Brussel – Paleis der Schone Kunsten
Volgens het structuurdecreet hoger onderwijs worden de vroegere twee-cycli-opleidingen van de hogescholen omgevormd tot academisch gerichte opleidingen. Het omvormingsproces – academisering genoemd – startte in 2004 en moet in 2012 afgerond zijn. In het academiseringsproces staat de onderzoeksgebondenheid en de verwevenheid van onderzoek en onderwijs centraal. De door de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) aagestelde visitatiecommissies hebben de visitaties afgerond van de opleidingen industrieel ingenieur elektronica-ICT en elektromechanica. Het betreft 65 academisch gerichte bacheloropleidingen en masteropleidingen: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
12 academisch gerichte bacheloropleidingen Industriële wetenschappen: elektronica-ICT 12 masteropleidingen Industriële wetenschappen: elektronica-ICT 1 academisch gerichte bacheloropleiding Industrial sciences: electronic engineering 1 masteropleiding Industrial sciences: electronic engineering 1 master-na-masteropleiding e-Media 12 academisch gerichte bacheloropleidingen Industriële wetenschappen: elektromechanica 12 masteropleidingen Industriële wetenschappen: elektromechanica 12 masteropleidingen Industriële wetenschappen: elektrotechniek 1 academisch gerichte bacheloropleiding Industrial sciences: electromechanical engineering 1 masteropleiding Industrial sciences: electromechanical engineering
Elk van de commissies was samengesteld uit vijf aan de opleidingen onafhankelijke leden waarvan drie vakdeskundigen, één onderwijsdeskundige en één student. Naast de domeinspecifieke deskundigheid in de discipline en het afnemend veld, de onderwijs- en evaluatiedeskundigheid en over deskundigheid inzake de internationale ontwikkelingen van de te visiteren discipline, werd bijzondere aandacht gegeven aan de deskundigheid van de commissie om de onderzoeksgebondeheid en de verwevenheid van onderzoek en onderwijs te beoordelen. De opleidingen werden in volle transitieperiode gevisiteerd. Het academiseringsproces was op het ogenblik van de visitatie halverwege. De commissie heeft haar oordeel daardoor maar deels kunnen baseren op realisaties. Zij heeft in haar oordeel rekening gehouden met de veranderingsdynamiek van de opleidingen, geconcretiseerd in plannen, voornemens en concepten. De commissies hebben vastgesteld dat het merendeel van de opleidingen voldoet aan de basiskwaliteit. De doelstellingen van de opleidingen stemmen overeen met de decretale eisen voor een academische gerichte bachelor en master maar de duidelijkheid van de formulering is echter uiteenlopend. Dit heeft ondermeer tot gevolg dat het verschil tussen Ingenieurswetenschappen (Burgerlijk ingenieur) en Industriële wetenschappen (Industrieel ingenieur) nog te weinig in het licht gezet wordt. De wetenschappelijke kenniscomponent die in deze opleidingen altijd al aanwezig is geweest, dient in het kader van de academisering uitgebreid te worden met de ontwikkeling van eigen onderzoekscompetenties. Er bestaat
echter blijkbaar nog geen algemeen aanvaarde consensus over de aard van het onderzoek dat thuis hoort in de Industriële wetenschappen. Alle actoren zijn het er wel over eens dat de industriële relevantie van deze opleidingen moet behouden blijven. De commissies staan positief tegenover masterproefonderwerpen aangebracht door het werkveld waarvoor de competenties aanwezig in de opleidingen innovatieve oplossingen kunnen doen ontstaan. Dergelijke samenwerking bevordert het technologische niveau van de lokale ondernemingen en verankeren het toegepaste karakter van de Industriële Wetenschappen. Hoewel elke hogeschool terecht de financiële context met budgettaire beperkingen aanhaalt, slaagt het merendeel van de opleidingen er in een verantwoord, gepast en positief personeelsbeleid te voeren in functie van de academisering van de opleiding. De meeste hogescholen proberen creatief om te gaan met de beperkte financiële ruimte en het kader van de vast benoemde personeelsleden om het onderzoek en het onderwijs degelijk uit te voeren. De omkadering om zowel onderwijs als onderzoek en de koppeling tussen beide optimaal uit te bouwen is een spanningsveld in meerdere opleidingen. Er blijven nog drie jaren voor het voltooien van de academisering. Sommigen zullen het zeker halen, voor niemand is het al te laat, maar iedereen zal er nog hard moeten voor werken.
De visitatierapporten zijn beschikbaar op de website van de VLHORA als evaluatieorgaan www.vlhora.be Contactpersonen
[email protected] en
[email protected]
Industriële wetenschappen: elektronica-ICT industrial sciences: electronic engineering e-Media
De commissies vertrouwen er op dat de meerderheid van de opleidingen het academiseringsproces zullen voltooien in 2012. Twee opleidingen vormen hierop een uitzondering. De commissie heeft vastgesteld dat de doelstellingen van de opleidingen overeenstemmen met de decretale eisen voor een academische gerichte bachelor en master maar de duidelijkheid van de formulering is echter uiteenlopend. Dit heeft ondermeer tot gevolg dat het verschil tussen Ingenieurswetenschappen (Burgerlijk ingenieur) en Industriële wetenschappen (Industrieel ingenieur) nog te weinig in het licht gezet wordt. Daar toekomstige studenten hun verdere studiekeuze kunnen baseren op een vergelijkende lectuur van de doelstellingen is een duidelijke formulering van deze verschillen uiterst belangrijk. Een ander gevolg is dat een meerderheid van opleidingen er nog niet in geslaagd is een goed omschreven onderzoekcomponent in de doelstellingen op te nemen. Er bestaat blijkbaar nog geen algemeen aanvaarde consensus over de aard van het onderzoek dat thuis hoort in de Industriële wetenschappen. Academisering van de opleidingen Industrieel Ingenieur houdt in dat deze opleidingen, zonder hun industriële relevantie te verliezen, hun studenten een onderzoeksattitude en onderzoeksvaardigheden bijbrengen. De commissie heeft vastgesteld dat bij minstens twee opleidingen de academisering reeds duidelijk gevorderd is. Andere opleidingen doen wel inspanningen in de goede richting maar de onvoldoende budgettaire ruimte om nieuwe vorsers in te schakelen voor het onderwijs, de onduidelijkheden betreffende de strategieën van bepaalde associaties, de afwezigheid van onderzoekstraditie bij sommige oudere docenten en het ontbreken van echte onderzoekslabs in sommige hogescholen vormen een hinderpaal. Academisering houdt ook in dat het onderwijzend personeel betrokken is bij de wetenschapsgemeenschap. Op dit gebied moeten de opleidingen nog een inhaalbeweging doen.
internationale
Het onderwerp, de uitwerking door de student, de begeleiding door promotoren en de beoordeling van de masterproef spelen een essentiële rol in het academiseringsproces. Bij de keuze van het onderwerp moet erover gewaakt worden dat er een duidelijke en belangrijke onderzoekscomponent aanwezig is. Deze component moet echter relevant blijven voor het werkveld waartoe de opleiding van Industrieel Ingenieur leidt. Opleidingen die, om het academische karakter van hun masterproef te waarborgen, hoofdzakelijk ontwerpen kiezen die aansluiten bij het universitaire onderzoek van hun associatie lopen hierbij gevaar vooral wanneer deze associatie geen faculteit Ingenieurswetenschappen bevat. De commissie staat positief tegenover onderwerpen aangebracht door het werkveld waarvoor de competenties aanwezig in de opleiding innovatieve oplossingen kunnen doen ontstaan. Dergelijke samenwerking bevordert het technologische niveau van de lokale ondernemingen en verankeren het toegepaste karakter van de Industriële Wetenschappen. Bij de uitwerking van de thesis is een degelijke begeleiding onontbeerlijk. Het zijn de begeleiders die erover moeten waken dat er voldoende aandacht besteed wordt aan volwaardig onderzoek, zonder dat de toepasbaarheid opgeofferd wordt. Bij samenwerking met bedrijven zijn regelmatige formele contacten tussen opleiding en bedrijf onontbeerlijk. Er blijven nog drie jaren voor het voltooien van de academisering. Sommigen zullen het zeker halen, voor niemand is het reeds te laat, maar iedereen zal er nog hard moeten voor werken.
Industriële wetenschappen: elektromechanica en elektrotechniek industrial sciences: elektromechanical engineering
Het merendeel van de opleidingen voldoet aan de basiskwaliteit. De wetenschappelijke kenniscomponent die in deze opleidingen altijd al aanwezig is geweest, diende in het kader van de academisering uitgebreid te worden met reflectie hierop en met de ontwikkeling van eigen onderzoekscompetenties. Dit laatste is voor bijna alle bezochte opleidingen een nieuw gegeven. De commissie stelde vast dat de kennistoepassing wordt opgebouwd doorheen de bacheloropleiding en dat de klemtoon op de integratie van kennis bij het oplossen van concrete problemen en het effectief participeren in het onderzoek in de masteropleiding ligt. In sommige opleidingen was dit duidelijk opgenomen in de doelstellingen, in andere is het nog niet terdege geïntegreerd in het competentieprofiel. Dat ging meestal samen met de al dan niet expliciete visie van de opleiding op het academiseringsproces en onderzoek en op de integratie van onderzoek in onderwijs. Mooie voorbeelden waren de doordachte onderzoekslijnen, de onderzoeksspeerpunten en het gekaderde projectwerk. Het bruiste van de vernieuwingsinitiatieven. Curriculumhervorming was aan de orde in alle bezochte opleidingen en wel in de verschillende stadia gaande van bewustwording, planning over uitvoering tot evaluatie en bijsturing. De verschuiving van kennisgericht naar competentiegericht onderwijs leidde in alle bezochte opleidingen tot een geleidelijke heroriëntering van het onderwijsconcept. De aandacht voor het academiseringsaspect belet niet dat vrijwel alle opleidingen de brede basis voor het traditionele ingenieursprofiel wensen te bewaren. Dit bleek uit interventies van alle actoren: de link met de industrie en de sterke punten uit het verleden mogen niet verloren gaan. De commissie begreep ten volle die bezorgdheid en onthoudt dat de academisering best vorm krijgt in interactie met het werkveld. Een te sterke nadruk op de traditionele opleiding en de verworvenheden uit het verleden mogen echter de ogen niet sluiten voor nieuwe rollen en taken van de toepassingsgerichte ingenieur in een multidisciplinaire werkomgeving. Verschillende opleidingen brengen op doordachte manier een internationale dimensie in het programma. Toch blijft een aanbeveling voor het beleid van elke hogeschool gepaste stimulansen en ruimte te geven aan het personeel om een breed draagvlak in de opleidingen te kunnen creëren voor zowel het onderzoek als het buiten de eigen context kleuren van de opleidingen. Voortrekkers mogen niet langer enkelingen zijn, hoewel enkelingen altijd voortrekkers kunnen blijven. Het werkveld focust vooral op de onmiddellijke inzetbaarheid van de afgestudeerden en uit weinig interesse voor academisering en “wetenschappelijk” onderzoek. Het heeft wel belangstelling voor “toegepast” onderzoek. In het kader van onderzoek werken de meeste opleidingen samen met de industrie en met onderzoeksgroepen aan universiteiten. Alle opleidingen streven een evenwicht na tussen de academische en de professionele component van het programma. De ontwikkelingen in de professionele disciplines worden doorgaans goed opgevolgd. De opleidingen scoren sterk in hun interactie met maatschappelijke dienstverlening door de dagdagelijkse contacten van de docenten met de industrie en het contractonderzoek. De docenten blijven op die manier nauw verbonden met de actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk die zij dan ook doorgeven aan de studenten. In de meeste opleidingen werd een positieve evolutie vastgesteld van eindwerken naar masterproeven. Deze evolutie stemt overeen met de nieuwe accenten wat betreft niveauvereisten en de achterliggende doelstellingen. De onderzoekscomponent is ingevuld in vrijwel alle masterproeven maar de manier waarop die teruggevonden wordt, verschilt nog sterk van opleiding tot opleiding en zelfs van masterproef tot masterproef in eenzelfde opleiding. de onderwerpen sluiten inhoudelijk aan bij onderzoekslijnen of -domeinen, maken deel uit van het eigen onderzoek aan de hogeschool, hebben een vernieuwend karakter en zijn direct toepasbaar. De masterproef is het synthese-opleidingsonderdeel van het masterjaar, waarbij de student zijn analytisch en zelfstandig probleemoplossend vermogen aanscherpt en benut.
Hoewel elke hogeschool terecht de financiële context met budgettaire beperkingen aanhaalt, slagen de opleidingen er in een verantwoord, gepast en positief personeelsbeleid te voeren in functie van de academisering van de opleiding. De meeste hogescholen proberen creatief om te gaan met de beperkte financiële ruimte en het kader van de vast benoemde personeelsleden om het onderzoek en het onderwijs degelijk uit te voeren. De omkadering om zowel onderwijs als onderzoek en de koppeling tussen beide optimaal uit te bouwen is een spanningsveld in meerdere opleidingen. In bijna elke opleiding ontmoette de commissie gedreven onderwijsvernieuwers, waarnemende en afwachtende collega’s en enkele resolute behoudsgestemde docenten. Meermaals zijn deze verschillende houdingen een gevolg van het minder tot niet aanwerven van personeel in bepaalde perioden, waarbij vooral een leeftijdskloof opvalt tussen de 50-plussers en de min-35-ers. De opleidingen Industriële wetenschappen: elektromechanica en Industriële wetenschappen elektrotechniek hebben aangetoond in te kunnen staan voor kwaliteitsvol onderwijs. Meer en meer worden niet alleen de stevige contacten met het werkveld maar ook een toenemende graad van onderzoek geïntegreerd in de opleiding van jonge mensen tot waardevolle industriële ingenieurs.
-----