ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE
Eerste Afdeling O.R. 162 H.O. Voorstel tot wijziging van hot Koninklijk besluit van 29 februari 1932, Staatsblad 66, ter uitvoering van artikel 132, derde lid, der hogeronderwijswet (Zuidafrikaanse getuigschriften) .
•s-Gravenhage,Zfjuli I960.
AAN: Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te ' s-G
r a v e n h a g e .
Het is de Eerste Afdeling van de Onderwijsraad gebleken, dat het Koninklijk besluit van 29 februari 1932, Staatsblad 66, ter uitvoering van artikel 132, derde lid, der hoger-onderwijswot (Zuidafrikaanse getuigschriften) ten gevolge van de wijzigingen, die de organisatie van het hoger onderwijs in Zuid-Afrika sindsdien heeft ondergaan, zo verouderd is geraakt, dat het niet moer op redelijke wijze op Zuidafrikaanse getuigschriften kan worden toegepast. Dit vloeit voornamelijk voort uit de volgende omstandigheden: a.. In I932 bestonden in Zuid-Afrika slechts de vijf universiteiten, die in bedoeld Koninklijk besluit worden genoemd, ni. die van Johannesburg, Kaapstad, Pretoria, Stellenbosch en Zuid-Afrika. De universiteit van Zuid-Afrika werd gevormd door een complex van samenwerkende deel-universiteiten. De delen van de universiteit van Zuid-Afrika bostonden destijds uit de universiteits-collcges (ook wol genoemd universiteits-facultciten) te Bloemfontein, Grahamstad, Potchefstroom en Wellington, én de universiteit van Natal, waarvan een deel gevestigd was te Durban en een deel te Piotermaritzburg (de laatstgenoemde twee werkten als één universiteitsdeel samen). Ongeveer tien jaar geleden is in deze structuur een grondige wijziging gekomen. De univorsiteits-delon van Bloemfontein, Grahamstad en Potchefstroom, benevens die van Natal (nog altijd gevestigd in twee verschillende plaatsen: Durban en Pietermaritzburg) zijn inmiddels geworden vier geheel zelfstandige universiteiten. Het universiteitsdeel Wellington, dat al jaren een kwijnend bestaan geleid had, werd opgeheven. Men kan dus zeggen, dat uit de universiteit van Zuid-Afrika vier universiteiten zijn voortgekomen. Daardoor is het totaal aantal universiteiten in Zuid-Afrika op acht gebracht.
024869".115
- 2 -
b_.
Inmiddels werd de naam "universiteit van ZuidAfrika" behouden voor een geheel nieuwe instelling. De universiteit van Zuid-Afrika (nieuwe stijl) is een instelling voor z.g. "Buitenmuurse" studenten, hetgeen wil zeggen, dat de aan deze universiteit studerenden onderwijs ontvangen "buiten de muren". Dit betekent praktisch, dat zij in de regel in hun woonplaatsen vertoeven en daar uitvoerige schriftelijke lessen ontvangen, terwijl docenten op onderscheidene plaatsen in het land cursussen geven en de studenten voor bijzondere doeleinden naar een bepaalde plaats geroepen worden om gemeenschappelijk enige voordrachten te volgen.
Het komt de Afdeling voor, dat de hierboven beschreven veranderingen het in elk geval nodig maken, aan de universiteiten van Bloemfontein, Grahamstad, Natal en Potchefstroom dezelfde rechten toe te kennen als door bovenbedoeld Koninklijk besluit worden toegekend aan die van Johannesburg (thans bekend als de universiteit van de Witwatersrand), Kaapstad, Pretoria en Stellenbosch. Voor wat betreft de Universiteit van Zuid-Afrika (nieuwe stijl) acht zij het gewenst, de verdere ontwikkeling van deze instelling af te wachten. Het onder 3 ) , a_, b_, ç_, in het Koninklijk besluit bepaalde levert een andere moeilijkheid op. De hier gegeven omschrijvingen hebben uit de aard der zaak betrekking op de toestand in 1932. Bij de huidige regeling der studie in de desbetreffende faculteiten in Zuid-Afrika leidt echter een regeling als onder 3 ) , a_, getroffen tot hot merkwaardige gevolg, dat do bezitter van de B.A.-graad in bijna alle gevallen bij het afleggen van het kandidaatsexamen in de faculteit der letteren en wijsbegeerte vrijwel geheel wordt vrijgesteld. Dit komt de Afdeling op zichzelf reeds minder gewenst voor. Gezien het peil van de Zuidafrikaanse opleidingen en de niet onbelangrijke verschillen, die het peil van de Zuidafrikaanse examens vertoont, ook aan dezelfde universiteit, in verband ni. met de normen, die in verschillende jaren verschillend kunnen zijn, lijkt het haar voorkeur te verdienen, alleen aan bezitters van de B.A. honneurs-graad en van de Î.Î.A. -graad (gedeeltelijke) vrijstelling van hot kandidaatsexamen in de faculteit der letteren en wijsbegeerte, op dezelfde voorwaarden als thans in het Koninklijk besluit omschreven, te verlenen. Het bepaalde onder 3 ) , a_, zal dan een wijziging moeten ondergaan, terwijl dal onder 3 ) , b_, wat de hoofdzaak betreft onveranderd kan blijven. Voor wat betreft het bepar.lde onder 3 ) , ç_, merkt de Afdeling op, dat sinds 1932 de studie in de opvoedkunde aan alle universiteiten in Zuid-Afrika vrijwel gelijk geworden is. De inrichting van deze studie is echter zeer gecompliceerd en wel ton gevolge van het feit, dat aan verschillende universiteiten een vorm van samenwerking bestaat tussen de universiteit en hot in haar nabijheid gevestigde opleidingscollege voor onderwijzers en leraren middelbaar onderwijs. Nu is echter in de loop van de laatste kwart eeuw de graad van B.Ed. (deze schrijfwijze, afwijkend van de in bovenbedoeld Koninklijk besluit gebezigde,
- 3 blijkt de in Zuid-Afrika gebruikelijke te zijn) ook een middel geworden om onderwijsbevoegdheid te verwerven in een ander vak dan opvoedkunde. Wie bijvoorbeeld in het bezit is van de B.A.graad in Engels, is daardoor niet zonder meer bevoegd tot het geven van onderwijs in dat vak. Hij kan die bevoegdheid verkrijgen door hetzij de graad van H.A.-Engels, hetzij die van B.Ed. te behalen. Velen kiezen nu de tweede weg, omdat zij in de toekomst d^n altijd nog twee mogelijkheden hebben. Ten gevolge daarvan is echter in de B.Ed.-graad een zekere inflatie opgetreden. Met het oog op het bovenstaande lijkt het de Afdeling gewenst: 1) voor alle universiteiten in Zuid-Afrika te dezer zake oenzelfde norm aan te leggen; 2) tot het afleggen van het doctoraal examen opvoedkunde (ex artikel 4, par. 81duodecies, van hot academisch statuut) en het doctoraal examen wijsbegeerte met hoofdvak pedagogiek (ex artikel 4, par. 54, van het academisch statuut) toe te laten hen, die in Zuid-Afrika de graad van B.Ed. honneurs flf die van M.Ed. hebben verworven. Gezien de gewijzigde omstandigheden ten onzent kan het in bovenbedoeld Koninklijk besluit onder 4) bepaalde naar de mening van de Afdeling vervallen. Daarentegen komt het de Afdeling gewenst voor, in het Koninklijk besluit ook een bepaling op te nemen betreffende vrijstelling van examens in de faculteit der wis- en natuurkunde. De praktijk heeft doen zien, dat aan zulk een bepaling behoefte bestaat. Gelet op de volgorde van de faculteiten, zoals vastgesteld in artikel 76 van de hoger-onderwijswet, zullen de bepalingen van het Koninklijk besluit een vernummering moeten ondergaan. Het bepaalde onder 5) kan naar het oordeel der Afdeling ongewijzigd blijven. De studie in de diergeneeskunde te Pretoria is nog altijd een van de beste ter wereld. Er zijn te Pretoria voor dit vak een zeer groot aantal buitenlandse studenten, zowel uit het Oosten als uit het Westen, wegens de bijzondere plaats, die de beoefening der diergeneeskunde aan deze universiteit heeft verkregen door de oprichting van een groot en goed geoutilleerd researchinstituut. Samenvattend veroorlooft de Afdeling zich, Uwe Excellentie hierbij een ontwerp-wijziging van het meerbodoeld Koninklijk besluit aan te bieden. Ontwerp-wijziging Koninklijk besluit van 29 februari 1932, Stb. 66, ter uitvoering van artikel 132, derde lid, der hogeronderwijswet (Zuidafrikaanse getuigschriften) . WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinsen van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
- 4 Hebben goedgevonden en verstaan: te bepalen: Enig artikel Zij, die aan de universiteit van Bloemfontein, Grahamstad, Kaapstad, Natal, Potchefstroom, Pretoria, Stellenbosch of de Witwatersrand de B.D.-graad hebben verworven, zijn vrijgesteld van het afleggen van het kandidaatsexamen godgeleerdheid. Zij, die aan een der onder 1) genoemde universiteiten de B.A.-graad met rechtsgeleerde vakken in de faculteit der letteren hebben verworven, zijn vrijgesteld van het afleggen van het kandidaatsexamen Zuidafrikaans recht, indien bij het examen voor die graad Romeins recht als hoofdvak en Romeins Hollands recht als bijvak zijn gekozen. Zij, die aan een der onder 1) genoemde universiteiten de B.A.-graad met rechtsgeleerde vakken in de faculteit der letteren hebben verworven, zijn bij het afleggen van het kandidaatsexamen Zuidafrikaans recht vrijgesteld van het vak, bedoeld in artikel 4, par. 8, onder 1, van het academisch statuut, indien bij het examen voor die graad Romeins recht niet als hoofdvak is gekozen. Zij, die aan een der onder 1) genoemde universiteiten de LL.B.-graad hebben verworven, zijn bij het afleggen van het doctoraal examen Zuidafrikaans recht vrijgesteld van de vakken, bedoeld in artikel 4, par. 9, eerste lid, onder 1 en 2, van het academisch statuut, voorzover die vakken aan de faculteit der rechtsgeleerdheid blijken in de LL.B.-studie begrepen te zijn geweest . Zij, die aan een der onder 1) genoemde universiteiten de LL.B.-graad hebben verworven, zijn bij het afleggen van het kandidaatsexamen Nederlands recht vrijgesteld van het vak, bedoeld in artikel 4, par. 4, onder 1, van het academisch statuut, en van zodanig gedeelte van het vak, bedoeld in artikel 4, par. 4, onder 2, van het academisch statuut, als aan de faculteit der rechtsgeleerdheid blijkt in de LL.B. -studie/Tie zijn geweest. Zij, die aan een der onder 1) genoemde universiteiten de B.Sc. honneurs-graad of de EI. Sc .-graad hebben verworven, zijn vrijgesteld van hot afleggen van elk der kandidaatsexamens, die toegang geven tot het doctoraal examen in de faculteit der wis- en natuurkunde met als
- 5 hoofdvak het vak, dat bij het verkrijgen van die graad als eerste hoofdvak gediend heeft, voorzover dit vak in artikel 4, par. 32, van het academisch statuut genoemd wordt in de lijst van de hoofdvakken voor bedoeld doctoraal examen. 4) a_.
Zij, die aan een der onder 1) genoemde universiteiten de B.A. Honneurs-graad of de M.A.-graad hebben verworven, zijn bij het afleggen van het kandidaatsexamen in de faculteit der letteren en wijsbegeerte vrijgesteld van de vakken, die onderwerp van ten minste tweejarige studie zijn geweest voor een van die graden en waarin voor die zelfde graad examen is afgelegd.
b_.
Zij, die aan een der onder 1) genoemde universiteiten de M.A.-graad hebben verworven, zijn bij het afleggen van het doctoraal examen in de faculteit der letteren en wijsbegeerte vrijgesteld van een der bijvakken, indien dat vak het vak is geweest, waarvoor bij het M.A.-examen de graad is behaald.
ç_.
Zij, die aan een der onder 1) genoemde universiteiten de B.Ed.honneurs-graad hebben verworven, zijn vrijgesteld van het afleggen van het kandidaatsexamen opvoedkunde in de verenigde faculteiten der letteren en wijsbegeerte, der wis- en natuurkunde en/of der geneeskunde, en van elk der kandidaatsexamens, die toegang geven tot het doctoraal examen wijsbegeerte met hoofdvak pedagogiek in de faculteit der letteren en wijsbegeerte.
5. a»
JD.
Zij, die aan de universiteit van Pretoria de B.Sc,graad (veeartsenijkunde) hebben verworven, zijn bij het afleggen van het kandidaatsexamen diergeneeskunde vrijgesteld van de vakken, waarin zij voor die graad examen hebben afgelegd, voorzover die vakken in het academisch statuut genoemd worden. Zij, die aan de universiteit van Pretoria de EI.Sc,graad (veeartsenijkunde) hebben verworven, zijn bij het afleggen van het doctoraal examen diergeneeskunde vrijgesteld van de vakken, die bij het examen voor die graad hoofdvak zijn geweest, voorzover die vakken in het academisch statuut genoemd worden. Namens de Eerste Afdeling,
(Prof.dr. F.L.R. Sassen, voorzitter),
(mr. H. D r o p ,
^
v
secretaris).