2014Onderwijsconcept 2015
Locatie Zetten
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 0 Inleiding .................................................................................................................................... 3 Hoofdstuk 1. Kenmerken van de leerlingenpopulatie .................................................................................. 5 1.1 De leerlingen ................................................................................................................................... 5 1.2 Doelgroepen & deskundigheid ........................................................................................................ 6 1.3 Scholen van herkomst ..................................................................................................................... 6 1.4 Behandelduur OGH ......................................................................................................................... 6 1.5 In-en uitstroom ................................................................................................................................ 6 Hoofdstuk 2 Aanmelding en toelating........................................................................................................... 7 2.1 Eén kind - één plan, in samenwerking met de Otto Gerhard Heldringstichting ............................. 8 2.2 Afstemming behandeling en onderwijs......................................................................................... 10 2.3 Commissie van Begeleiding (CvB).................................................................................................. 13 Hoofdstuk 3 Oudercontacten ...................................................................................................................... 14 Hoofdstuk 4 Brugfunctie ............................................................................................................................. 16 Hoofdstuk 5 Resultaten in relatie tot handelingsgericht werken op De Brouwerij .................................... 18 5.1 Handelingsgericht werken binnen De Brouwerij. ......................................................................... 18 5.2 Ontwikkelingsperspectief .............................................................................................................. 18 5.3 Leerrendementen en resultaten ................................................................................................... 18 5.4 Opbrengstgericht werken.............................................................................................................. 18 Hoofdstuk 6 Brouwerij Instructiemodel en Klassenmanagement ............................................................. 20 Hoofdstuk 7 Speciaal voortgezet onderwijs ................................................................................................ 21 7.1 Leerroutes De Brouwerij Zetten .................................................................................................... 21 7.2 Kerndoelen per uitstroomprofiel .................................................................................................. 24 Hoofdstuk 8 Gesloten groepen ................................................................................................................... 26 Bijlage 1 1-zorgroute en werkwijze CvB ...................................................................................................... 27 Bijlage 2 Planmatige leerlingenzorg De Brouwerij Zetten........................................................................... 33 Bijlage 3 Fase-model Leren leren ................................................................................................................ 34 Bijlage 4 Brouwerij Instructiemodel & Klassenmanagement voor de leerkracht ....................................... 41 Bijlage 5 Toetsprotocol van De Brouwerij. .................................................................................................. 43
september ’14
2
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Hoofdstuk 0 Inleiding De Brouwerij Zetten is een locatie van scholengemeenschap De Brouwerij voor leerlingen met een gedrag- en/of leerstoornis, en/of een psychiatrische aandoening, waar zowel leerlingen als medewerkers worden uitgedaagd hun talenten optimaal te benutten en in praktijk te brengen. Steeds weer een nieuwe kans, rust en structuur, respect voor elkaar en onderlinge diversiteit, uitgaan van eerder verworven competenties en integrale behandeling zijn kernbegrippen. De Brouwerij Zetten creëert, in het aanbieden van een multidisciplinaire combinatie van onderwijs en zorg, een professionele sfeer en structuur, met als doel optimale ontwikkelingskansen van en scholingsmogelijkheden en opleidingsperspectieven voor de leerlingen te bewerkstelligen. De Brouwerij Zetten biedt onderwijs aan jongeren geplaatst op de Otto Gerhard Heldringstichting (OGH). Daarnaast heeft De Brouwerij Zetten een brede regiofunctie voor leerlingen met een extra ondersteuningsvraag. De brouwerij Zetten voor de OGH De OGH is een particuliere, gespecialiseerde instelling voor de jeugdzorg plus, voor jongeren met ernstige gedrags- en vaak psychiatrische problemen. Deze jongeren hebben veelal diverse intelligentieniveaus en competenties en zijn tussen de 12 en 18 jaar oud. De OGH draagt zorg voor de verzorging, opvoeding en behandeling van deze jongeren, met als doel hen zo optimaal mogelijk voor te bereiden op probleemloze re-integratie in de samenleving. Alle 120 geplaatste jongeren volgen onderwijs op De Brouwerij Zetten. De Brouwerij Zetten biedt een ruim onderwijsaanbod aan voor VSO leerlingen, waarin de volgende vormen van voortgezet onderwijs zijn verenigd: Praktijkgericht onderwijs, VMBO en HAVO. Op De Brouwerij Zetten vormen de individuele mogelijkheden, behoeften en beleving van de leerling steeds het uitgangspunt. Het onderwijs is er nadrukkelijk op gericht leerlingen zelf keuzes te laten maken voor hun toekomst, hetgeen voor de leerlingen inhoudt dat ze inzicht hebben in hun toekomst/ontwikkelperspectief en dit mee laten wegen in de keuze van de opleiding. Om de toestroom naar de arbeidsmarkt te vergroten, biedt De Brouwerij Zetten eveneens middelbaar beroepsonderwijs MBO op niveau 1 en 2 in de sectoren Zorg & Welzijn, Detailhandel, Techniek, Horeca en AKA (2014 Entree). VSO-leerlingen volgen onderwijs in een groep van maximaal 12 leerlingen. Elke groep heeft een vaste (stamgroep)leraar. De Brouwerij Zetten OGH kent vier gesloten afdelingen, te weten het Groote Huys, Pyramide en de Observatiegroepen Tympaan en Rietkamp. Op het Groote Huys verblijven maximaal 11 meisjes, Op de Pyramide maximaal 10 jongens en op de Observatiegroepen Tympaan en Rietkamp verblijven 20 jongens en meisjes. Op drie van de vier gesloten afdelingen wordt het onderwijs intern verzorgd, dat bestaat uit regulier onderwijs en diverse beroepsopleidingen. Een klas van de Tympaan en Rietkamp is een overgangsklas van gesloten naar besloten en is gesitueerd in het hoofdgebouw. Een goede afstemming tussen onderwijs en behandeling, school en instelling is noodzakelijk om tot realisatie van het principe ‘één kind - één plan’ te komen. Daartoe is er multidisciplinair overleg georganiseerd tussen de school en instelling waaraan leraren, behandelcoördinator, groepsleiding, interne begeleiders en orthopedagogen deelnemen.
september ’14
3
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
De Brouwerij Zetten voor leerlingen uit de regio (externe leerlingen)
De Brouwerij Zetten voor leerlingen vanuit de regio is een locatie van scholengemeenschap De Brouwerij die VSO-onderwijs verzorgt voor leerlingen in de leeftijd van 12 t/m 18 jaar met een gedrags- en/of leerstoornis, en/of een psychiatrische stoornis. Dit gebeurt binnen de jeugdzorg plus setting op de locatie Zetten vanuit een reguliere thuissituatie. De kracht van De Brouwerij Zetten voor de leerlingen uit de regio wordt gevormd door een deskundig team van leerkrachten die gespecialiseerd zijn in de pedagogische en didactische begeleiding op maat van deze leerlingen. De leerkrachten hanteren een persoonlijke benadering waarbij aandacht en betrokkenheid is voor de ontwikkeling van elke leerling. Hierbij worden ze ondersteund door een commissie van begeleiding waarin gedragswetenschappers, intern begeleiders en een locatiedirecteur zitting hebben. Voor iedere leerling wordt op basis van een ontwikkelingsperspectief een plan op maat gemaakt, dat regelmatig wordt geëvalueerd en bijgesteld op basis van de individuele ontwikkelingsbehoeften van de leerling. De Brouwerij kan door middel van diagnostisch onderzoek leerproblemen, gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek vaststellen. De Brouwerij Zetten besteedt veel aandacht aan huisregels, omgangsnormen, orde, rust en veiligheid. Er wordt intensief samengewerkt met Jeugdzorg (Plus) en verschillende vormen van ambulante jeugdhulpverlening. Verder wordt er nauw samengewerkt met de leerplichtambtenaar, reclassering, maatschappelijk werk, MST functionarissen en de wijkagent. De Brouwerij Zetten bevindt zich op een unieke locatie met unieke facilitaire voorzieningen, afgestemd op de behoeften en de verschillende uitstroomprofielen van leerlingen met een bijzondere leervraag. Leerlingen vinden rust in een omgeving met weinig prikkels, voorzien van erkende en beschermde stageplekken, waaronder het leerwerkbedrijf dat bij uitstek een prima arbeidstraining centrum is, gericht op competentieverwerving. De dienstverlening van De Brouwerij Zetten is gestoeld op de volgende uitgangspunten en principes: 1) Integrale behandeling 2) Competentiegericht leren 3) Emancipatie 4) De standaard is anders zijn 5) Steeds een nieuwe kans De kracht van De Brouwerij Zetten wordt gevormd door de persoonlijke benadering, heldere trajecten, sterke begeleiding en duidelijke structuur (1 kind 1 plan). De betrokkenheid van het personeel bij leerlingen is groot en er wordt veel aandacht besteed aan huisregels, veiligheid en omgangsnormen. De leraren van De Brouwerij Zetten stellen voor iedere leerling binnen zes weken na binnenkomst een eigen ontwikkelperspectief (OPP) op. Het OPP kent pedagogische en didactische doelen, die afgestemd worden op de onderwijsbehoeften en mogelijkheden van de leerling en op de gestelde behandeldoelen van de OGH. Uitgangspunten bij het opstellen van het ontwikkelperspectief zijn: de onderwijsbehoeften van de leerling staan centraal; afstemming en wisselwerking: het gaat niet alleen om de leerling, maar om de leerling in wisselwerking met zijn omgeving.
september ’14
4
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Hoofdstuk 1. Kenmerken van de leerlingenpopulatie 1.1 De leerlingen De leerlingen op De Brouwerij Zetten hebben de leeftijd vanaf 12 tot en met 18 jaar. De locatie Zetten verzorgt binnen het VSO regulier onderwijs, praktijkgericht onderwijs en competentie gericht onderwijs. Het intelligentieniveau van de leerlingen varieert van zeer moeilijk lerend, moeilijk lerend, normaal lerend, met uitschieters naar leerlingen met een hoogbegaafd niveau, sommige in combinatie met een (vermoeden van) een psychiatrische diagnose, als ook leerlingen met zeer ernstige gedragsproblemen. In het schooljaar 2013-2014 is de verhouding jongens en meisjes vanuit de instelling nagenoeg evenredig verdeeld geweest. Bij de externe leerlingen vanuit de regio, zie je een hoger aantal jongens. OGH De leerlingen van De Brouwerij Zetten vanuit de OGH zijn jongeren die veelal geplaatst zijn vanuit een gedwongen kader en hebben een verplichte status van aanwezigheid op de OGH en op de gelieerde school. Deze jongeren zitten zowel in een gesloten setting als in een besloten setting. De leerling heeft vaak een combinatie van zeer ernstige gedragsproblemen , onderwijsstagnatie met een achterstand op sociale en emotionele ontwikkeling. Externe leerlingen uit de regio Leerlingen vanuit de regio zijn veelal jongeren die uitvallen in het reguliere circuit en vallen onder de leerplichtwet. De leerling heeft vaak een combinatie van ernstige gedragsproblemen, (langdurige) onderwijsstagnatie in combinatie met een achterstand op sociale en emotionele ontwikkeling. Kenmerken leerlingenpopulatie in de onderwijspraktijk Voor de leerlingen van De Brouwerij Zetten uiten deze kenmerken zich in de onderwijspraktijk vaak in: • het moeilijk aanvaarden van regels; • problemen in de sociale omgang; • grensoverschrijdend en/of agressief gedrag; • problemen met leeftijdgenoten; • moeilijkheden in communicatie; • niet meer naar school willen. Daarnaast is er veelal sprake van een vorm van verslaving en is er door deze multiproblematiek een gebrek aan vermogen tot: • plannen; • juiste beslissingen nemen; • het uitvoeren van complexe taken en/of opdrachten; • samenwerking. Zowel de leerlingen van OGH als de externe leerlingen laten leerproblemen, achterstanden en/of hiaten in diverse vakken zien en zijn gebaat bij een persoonlijke benadering binnen een duidelijk traject, met sterke begeleiding en een duidelijke structuur. Contra-indicaties: Naast indicaties kunnen er voor de leerlingen ook enkele contra-indicaties geformuleerd worden. Contra-indicaties zijn: Fors middelengebruik/verslaving, met name aan harddrugs Zware psychiatrische problematiek in engere zin (bv. psychose, schizofrenie)
september ’14
5
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
1.2 Doelgroepen & deskundigheid De Brouwerij Zetten geeft onderwijs aan leerlingen met onderwijsbeperkingen in relatie tot psychiatrische problematiek en/of ernstige gedragsproblematiek. Dit zijn:
Leerlingen met (ernstige) gedragsproblemen, denk hierbij o.a. aan ADHD, ODD, CD. Leerlingen met een aan autisme spectrum verwante stoornis Leerlingen met een persoonlijkheidsstoornis, denk hierbij o.a. aan borderline i.o Leerlingen met een psychiatrische stoornis, denk hierbij o.a. schizofrenie. Leerlingen met een licht verstandelijke beperking danwel leerlingen met een hogere begaafdheid. Leerlingen met een leerstoornis, denk hierbij o.a. dyslexie, dyscalculie, NLD. Veelal valt er bij de leerlingen van de Brouwerij niet te spreken over een enkele stoornis maar is er vaak sprake van een comorbiditeit van bovenstaande omdat een stoornis vaak niet op zichzelf staat maar door meerdere factoren beïnvloed wordt. 1.3 Scholen van herkomst De scholen van herkomst variëren van voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs tot praktijkonderwijs en ROC’s. Tevens is er een grote groep leerlingen die gedurende een langere periode geen onderwijs heeft genoten. 1.4 Behandelduur OGH De behandelduur van de OGH-leerlingen kan variëren van 3 maanden tot 18 maanden (afhankelijk van leeftijd en duur van de uitgesproken machtiging). De gemiddelde opnameduur was in 2013 en 2014 11 maanden. De in 2013 gestarte pilot “trajectbehandeling” bij de OGH wordt in 2014 volop ingezet en uitgevoerd. Door trajectbehandeling zie je een duidelijke terugname in de verblijfsduur van leerlingen ontstaan. Het schooltraject bij De Brouwerij Zetten is hierdoor korter en ligt de uitdaging op het vlak van aansluiting op uitstroomperspectief en plaatsing nabij huis. 1.5 In-en uitstroom OGH leerlingen Door de wisselende instroom, doorstroom en uitstroom van de OGH leerlingen ziet De Brouwerij Zetten ongeveer 300 leerlingen per schooljaar. Leerlingen van de OGH gaan binnen maximaal 3 dagen met startprogramma naar school, tenzij het behandeltraject een andere aanpak wenst. Externe leerlingen De Brouwerij streeft ernaar om een aanvullende onderwijsvoorziening te zijn voor de regio in combinatie met zorg, waarin leerlingen zowel in de vorm van overbruggingsonderwijs als in langdurig eindonderwijs het hoogst haalbare scoren. Bij elke aanmelding is een Toelaatbaarheidsverklaring vereist.
september ’14
6
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Hoofdstuk 2 Aanmelding en toelating OGH leerlingen De Brouwerij Zetten is een instellingsgebonden school en heeft een nauwe samenwerking met haar instellingspartner. In de samenwerkingsovereenkomsten is opgenomen dat De Brouwerij alle bij de instelling ingeschreven jongeren, opneemt in het onderwijsprogramma. De OGH is een particulier behandelcentrum voor observatie, verzorging, opvoeding, behandeling en begeleiding van jongeren met ernstige en gecompliceerde gedragsproblemen. Jongeren van de OGH worden automatisch ingeschreven en toegelaten tot De Brouwerij (prestatiecontract OGH/De Brouwerij en het toezichtkader van de inspectie voor jeugdzorg). De Brouwerij Zetten streeft ernaar om de leerling binnen maximaal 3 dagen na de aanmelding op school toe te laten. De toelatingsprocedure in het geval van de OGH heeft in ieder geval de volgende uitgangspunten: er is sprake van een integrale benadering door de OGH én De Brouwerij volgens het uitgangspunt één kind - één plan; de leerling is in staat onderwijs te volgen binnen de schoolse omgeving van De Brouwerij en voldoet aan één van de opleidingen die De Brouwerij aanbiedt. (zie bijlage 1, 1-Zorgroute en werkwijze CvB De Brouwerij Zetten)
INTERNE LEERLINGEN
INSTROOM
Bericht opname vanuit instelling (per e-mail naar Front Office)
Intake door Front Office Alleen bij VSO leerling
Aanmelding / intake verwerken
Administratie Brieven versturen naar: - ouders - SvH - SWV - Evt. voogd Front Office
september ’14
Overdracht naar CvB en leerkracht 7
- Schoolinformatie opvragen - OPP voorblad invullen - Digitaal dossier aanmaken
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Externe leerlingen De Brouwerij Zetten heeft een regiofunctie en zoekt daarin een nauwe samenwerking met samenwerkingsverbanden, scholen, ouders, Jeugdzorg (Plus) en verschillende vormen van ambulante jeugdhulpverlening. Verder wordt er nauw samengewerkt met de leerplichtambtenaar, reclassering, maatschappelijk werk, MST functionarissen en de wijkagent.
september ’14
8
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
september ’14
9
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
2.1 Eén kind - één plan, in samenwerking de Otto Gerhard Heldringstichting De samenwerking gaat uit van het principe: één kind - één plan. Dat wil zeggen dat het onderwijs een vast onderdeel is binnen het behandelplan. De verantwoordelijkheid voor het onderwijs ligt bij De Brouwerij, de eindverantwoordelijkheid voor het behandelplan de OGH. De Brouwerij stelt een ontwikkelperspectief op voor de leerling. Op basis van dit plan begeleidt De Brouwerij de leerling naar een situatie, waarin het weer mogelijk is om op effectieve wijze onderwijs te volgen binnen vervolgonderwijs, toeleiding naar arbeid of dagbesteding. De wijze waarop De Brouwerij met de leerling hieraan werkt, gebeurt aan de hand van het fase-model. Dit model wordt in hoofdstuk 4 toegelicht. Zodra de behandeling bij de OGH wordt beëindigd, wordt de leerling in principe op basis van artikel 40, lid 3 van de Wet op de Expertisecentra, bij De Brouwerij uitgeschreven. Bij het ontbreken van een passende aansluiting op vervolgonderwijs, kan er een verlenging van onderwijstaken vanuit De Brouwerij ingezet worden, totdat er een passende aansluiting gevonden is. 2.2 Afstemming behandeling en onderwijs Om tot een goede afstemming van het principe één kind - één plan’ te komen, bestaan de volgende overlegmomenten tussen De Brouwerij en de OGH: • structureel overleg door de gedragswetenschapper van De Brouwerij en de behandelcoördinatoren en de OGH. Dit betreft vaak de afstemming tussen het behandelplan en het individueel ontwikkelingsperspectief; • structurele begeleiding van leraren door intern begeleider en gedragswetenschapper; • deelname van gedragswetenschapper of intern begeleider (indien mogelijk/wenselijk) van De Brouwerij bij behandelplanbesprekingen van de OGH, waarbij ook ouders zijn uitgenodigd. Op deze manier wordt voortdurend gezocht naar een effectieve uitvoering van onderwijs inclusief behandeling; • structureel overleg tussen groepsleiding en leraar over leerlingen. • Dag-lijsten en journaals. Na aanmelding en intake bij OGH hebben leerling en groepsleiding binnen twee werkdagen een intake op De Brouwerij Zetten met de intakefunctionaris. Zij worden hierin ondervraagd over het onderwijsverleden. Afhankelijk van leeftijd, voorgeschiedenis onderwijs en/of wensen aangaande beroepskeuze in geval van arbeidstoeleiding, worden de mogelijkheden binnen De Brouwerij Zetten in kaart gebracht om tot een passend traject te komen. In de eerste week op De Brouwerij heeft de leraar persoonlijk contact met groepsleiding over de voortgang in de klas. Ondertussen stemmen behandelcoördinator en de gedragswetenschapper behandelplan en OPP op elkaar af. Na zes weken krijgen behandelcoördinator en groepsleiding van de OGH het document ontwikkelingsperspectief opgestuurd en worden zij uitgenodigd dit document te bespreken met de verantwoordelijke leraar. september ’14
10
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Eenmaal per schooljaar worden groepsleiders in de gelegenheid gesteld aanwezig te zijn bij een informatiemiddag om de gang van zaken en de vorderingen op het gebied van onderwijs te bespreken. De gedragswetenschapper heeft in de eindfase contact met ouders/verzorgers over de uitstroom naar de school van herkomst of naar een nieuwe setting. In deze eindfase is ook de behandelcoördinator en ITB-er van de OGH betrokken en daar waar nodig een onderwijsconsulent of ambulante begeleiding. Ouder(s)/verzorger(s) worden op zorgvuldige wijze meegenomen in het traject van vervolgsetting. Incidenten contact De leraar stelt de groepsleiding altijd op de hoogte wanneer er een incident heeft plaatsgevonden op school. Leraar en groepsleiding spreken af hoe en wanneer de leerling op die dag, mag terugkeren in de klas. Wanneer er een ernstig incident heeft voorgedaan, wordt er een groot overleg gepland tussen directeur, behandelcoördinator, groepsleiding en gedragswetenschapper. Zij bepalen uiteindelijk het vervolg/bijstelling van het schooltraject. Alle incidenten worden beschreven en verwerkt in het registratiesysteem. stukken: incidenten protocol en werkgroep samenwerking GL en Leraar)
Overlegstructuur SGM De Brouwerij en de OG Heldring Opnieuw vastgelegd in augustus 2014 WAT
WIE
WAAR
HOE VAAK
WAT BESPREKEN
WIE INITIEERT
Uitwisseling
Leden CVB en leden Vakgroep BC
OGH
Minimaal 2 x per jaar (sept – feb)
Evaluatie samenwerking in breedste zin van het woord
Locatie directeur OGH en Brouwerij
10-Minuten gesprek
Leraar en mentor leefgroep
Brouwerij
Minimaal 2 x per jaar (septdec) (janjuni)
Informatieoverdracht, voortgang didactisch/ pedagogisch traject
Mentor
Behandelplanbespreking
BC, Itb-er, pedagogisch medewerker, ul, leraar/IB-er, specialistische behandelaren
OGH
Minimaal 2 x per jaar (mogelijk Brouwerij ook aanwezig bij VB)
Evaluatie - behandeling - didactisch/ pedagogisch traject/ OPP - vervolgtraject
BC
Afstemmingsoverleg
BC, Itb-er (op afroep) ortho’s en IB-er
Brouwerij
-2 weken na opname OGH
Observatiepunten + verkenning behandeling + didactisch en pedagogisch traject
Ortho/BC
Voortgang didactisch en pedagogisch traject -4 keer per jaar Trajectbespreking
Werkgroep Integraal
september ’14
Trajectbureau, IB-er en Itb-er
Trajectbureau
Op initiatief van betrokkenen
Vervolgtrajecten
Traject-bureau of Itb-er
Locatiedirecteur Brouwerij en
Brouwerij/
1 x per 4 weken
Afstemming beleid OGH en De Brouwerij
Locatiedirecteur OGH
OGH
11
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten Locatie-directie OGH Bestuur/algemeen directeur
Bestuur Brouwerij, RvB OGH
Brouwerij/
Periodiek
OGH
Afstemming beleid Prestatiecontract/samen werkingsovereenkomst
Bestuur of Werkgroep Integraal
Wanneer er sprake is van het niet volgen van een volledig onderwijsprogramma, wordt dit afgestemd met de behandelaar van de OGH en de gedragswetenschapper van De Brouwerij. De afstemming rondom de leerling staat beschreven in een document, geschreven door de behandelaar van de jongere en de gedragswetenschapper van De Brouwerij. Deze brief/verantwoording zit in het leerlingendossier en het aangepaste onderwijsprogramma staat vermeld in het document ontwikkelingsperspectie.
september ’14
12
2.3 Commissie van Begeleiding (CvB) Teamleden, directies, IB& ortho’s Teamleden, directies, IB& ortho’s Teamleden, directies, IB& ortho’s De Commissie van Begeleiding is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de leerlingenzorg en volgt daarbij de zorgroute. (zie bijlage 1,1-Zorgroute en werkwijze CvB en bijlage 2, planmatige leerlingenzorg De Brouwerij Zetten) De zorgroute wordt gecoördineerd vanuit de Commissie van Begeleiding, waarbij de leraren een belangrijke taak hebben bij het opstellen van specifieke doelstellingen, het meedenken bij het opstellen van het ontwikkelingsperspectief en bij het observeren, registreren en toetsen (zie bijlage 5 toets protocol) van de leerling. Het ontwikkelingsperspectief wordt beschreven aan de hand van cognitieve- en psychologische gegevens, beschermende- en belemmerende factoren én ondersteuningsbehoeften. Deze gegevens zijn de uitgangspunten voor het beschrijven van het ontwikkelingsperspectief en ondersteunen bij het maken van een gefundeerde keuze naar het uitstroomprofiel. De intern begeleider begeleidt, met name, de leerkrachten bij het opstellen van de specifieke doelstellingen door middel van: Analyse methodegebonden- en methodeonafhankelijke toetsen Klassenobservaties gericht op de leerling en/of gericht op leerkrachtgedrag De kerntaak van de intern begeleider is onderwijskundige begeleiding en ondersteuning van de leerkracht van de lespraktijk op de werkvloer. De gedragswetenschapper levert haar bijdrage vanuit gedragswetenschappelijke achtergrond en is met name gericht op de ontwikkelings- en/of gedragsproblematiek van de leerlingen. De gedragswetenschapper draagt zorg voor gerichte diagnostiek en begeleiding bij casuïstiek van leerlingen waarbij handelingsverlegenheid ontstaat binnen de school. Waar nodig verricht de gedragswetenschapper observaties en doet onderzoek, waarna een advies (en begeleiding) volgt aan leerkracht, ouders/ verzorgers en behandelaars. De locatiedirecteur is de voorzitter van de Commissie van Begeleiding en is verantwoordelijk voor de werkwijze van het CVB (zie bijlage 1: 1-Zorgroute & Werkwijze CVB). De Commissie van Begeleiding werkt volgens vaste agendapunten en verwerking notulen. Op deze manier houdt de CVB een totaal overzicht op alle leerlingen met daaraan de vervolgacties gekoppeld. Het lezen van de notulen gebeurt na, iedere CVB vergadering door het gehele team, aangezien hierin vervolgacties genoteerd staan (zie server l: schijf) De hoofdbehandelaar (psychiater Karakter) is, op afroep, aanwezig in het CVB.
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Hoofdstuk 3 Oudercontacten OGH leerlingen Aangezien de leerlingen van de OGH een OTS status hebben, is rechtstreeks contact met ouders niet altijd mogelijk. Echter streeft De Brouwerij ernaar zoveel mogelijk contacten te onderhouden met ouders en/of verzorgers in samenwerking met de OGH in het kader van het integraal werken. In de praktijk komen oudercontacten steeds vaker voor en dan met name in de eindfase van het behandel/onderwijstraject in het kader van uitstroom. Week 0 Week 1 Week 2 Week 6 2x p/jaar 4x p/jaar 4x p/jaar
Kennismaking op De Brouwerij, ouders/verzorgers en leerling 1e Behandelplanbespreking, ouders, behandelaars Na overleg behandelaar en gedragswetenschapper, wel of geen telefonisch contact met ouders over het verder inwinnen van schoolinformatie en het op de hoogte brengen van ouders over de schooltraject. Document ontwikkelingsperspectief wordt besproken met ouders/verzorgers 10 minutengesprek over voortgang OPP met groepsleiding/mentor Afstemmingoverleg BC, ITB, Gedragswetenschapper en IB over voortgang Voorlichting verzorgers onderwijsconcept, onderwijsaanbod en werkwijze van school. Indien wenselijk vanuit ouders of De Brouwerij en met de goedkeuring van OGH, worden ouders direct geïnformeerd over de voortgang en/of vervolgtraject van hun kind.
Externe leerlingen Na aanmelding bij Brouwerij Zetten hebben ouders/verzorgers een intakegesprek bij het frontoffice. Onderdeel van deze kennismaking op De Brouwerij Zetten is een rondleiding, bezoek aan de klas en een voorstelronde aan het CvB. Met name in de eerste weken is er veelvuldig contact tussen leerkracht, CvB en ouders/verzorgers om de ingeslagen weg goed te monitoren en eventueel bijstellen waar nodig. Ouders ontvangen wekelijks per mail een korte terugkoppeling over het verloop van de week en voortgang van hun kind. Na 6 weken krijgen ouders het document ontwikkelingsperspectief opgestuurd en worden zij uitgenodigd dit document te bespreken op school met de verantwoordelijke leerkracht. Incidenten De leerkracht stelt altijd de ouders op de hoogte wanneer er een incident heeft plaatsgevonden op school. Door leerkrachten wordt er altijd een incidentenregistratieformulier ingevuld. Mocht het incident zo ernstig zijn dat er sprake is van schorsing of verwijdering, dan wordt dit volgens bestaande afspraken door de directeur van De Brouwerij uitgesproken en afgehandeld. Ouders worden bij schorsing altijd telefonisch en schriftelijk op de hoogte gebracht door de directeur van De Brouwerij. Bij de start van het schooljaar wordt er voor de ouders/verzorgers en startbijeenkomst georganiseerd waarin relevante informatie wordt verstrekt en er ruimte is voor vragen van ouders/verzorgers. Daarnaast is er de ruimte om de eventuele vragen over individueel trajecten met ouders/en verzorgers te spreken.
september ’14
14
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten Cyclus oudercontacten externe leerlingen Week 0 Week 1 Week 7 3x per jaar 1 x per jaar
Kennismaking op De Brouwerij, ouders en leerling Telefonisch contact over de voortgang van de leerling, ouders en leerkracht Een nieuw telefonisch contact wordt ingepland Oudercontact op school voor bespreking OPP, ouders en leerkracht Bespreking en evaluatie van het OPP Bij aanvang schooljaar is er een kennismakingsbijeenkomst.
september ’14
15
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Hoofdstuk 4 Brugfunctie De brugfunctie van De Brouwerij is het weer op gang brengen van een verstoorde of gestagneerde (leer)ontwikkeling. De kerntaak van De Brouwerij is het geven van onderwijs aan leerlingen met onderwijsbelemmeringen en/of (leer)achterstanden die samengaan met een psychiatrische problematiek (of een vermoeden van die samenhang) Doormiddel van dossieranalyse, informatie van de school van herkomst, observaties van de leerkracht a.d.h.v. registratie formulier Leren Leren, observaties van intern begeleider en/of gedragswetenschapper wordt in kaart gebracht in welke fase de leerling functioneert. Voortdurend wordt bekeken, d.m.v. registratie, wat de leerling nodig heeft om een overstap te kunnen maken naar de volgende fase, dit wordt vertaald in een specifieke doelstelling op het gebied van werkhouding/taakaanpak (document ontwikkelingsperspectief, OPP). De volgende onderdelen hebben, binnen het fase-model, de aandacht; taakaanpak, uitgestelde aandacht/hulp vragen zelfstandig (door)werken, samen spelen en samen werken en reflectie op het werk. (zie bijlage 4, fase-model leren leren) Fase-model De visie op het fasemodel, in verhouding tot overbruggingsonderwijs; de leerling ontwikkelt zich binnen de leerlijn Leren Leren, met het fasemodel als uitgangspunt. Het fasemodel beschrijft de voorwaarden die nodig zijn om tot de leren te komen (fase 1) t/m het verantwoordelijk zijn voor het eigen onderwijsleerproces (fase 4). Het vaststellen van de beginsituatie voor een leerling komt tot stand door middel van: dossieranalyse, informatie van de school van herkomst, observaties van de leerkracht a.d.h.v. registratie formulier Leren Leren, observaties van intern begeleider en/of gedragswetenschapper. Zo wordt in kaart gebracht in welke fase de leerling functioneert. Voortdurend wordt bekeken, d.m.v. registratie, wat de leerling nodig heeft om een overstap te kunnen maken naar een stap in de fase of een overstap naar een volgende fase. Deze stappen worden vertaald in een specifieke doelstelling op het gebied van werkhouding/taakaanpak (document ontwikkelingsperspectief, OPP). De volgende onderdelen hebben, binnen het fase-model, de aandacht: taakaanpak, uitgestelde aandacht/hulp vragen, zelfstandig (door)werken, samen spelen en samen werken en reflectie op het werk Fase 1: Startfase In de startfase is de leerkracht veelal in de nabijheid van de leerling. De leerling wordt voortdurend ondersteunt binnen het onderwijsprogramma. Drempels die in het verleden hebben gezorgd voor stagnatie van de schoolgang worden zoveel als mogelijk weggenomen. De leerling verwerkt enkelvoudige (didactische) opdrachten, in opdracht en directe nabijheid van de leerkracht. Fase 2: Leer- en werkvoorwaardelijke fase Het verbeteren van de taakaanpak en het leer- en werkgedrag staat centraal. De leerlijn ‘Leren Leren’ is hierbij het uitgangspunt, aangezien de leergebiedoverstijgende doelen voorwaarden zijn om tot leren te komen. In fase 2 wordt met name gewerkt aan: het verbeteren van de leermotivatie, het vergroten van de concentratie, het leren maken van een plan en het verwerken van een meervoudige opdracht met aansturing van de leerkracht. Het onderwijs in deze fase geeft richting op welke wijze de gestelde schooldoelen behaalt kunnen worden.
september ’14
16
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten Fase 3: Leer- of werkeffectuerende fase Dat wat geleerd is, moet zich stabiliseren. Onderwijs is leidend om de gestelde leergebiedspecifieke doelen te behalen, daarnaast wordt de leerlijn ‘Leren Leren’ verder uitgediept. In fase 3 wordt toegewerkt naar: het werken met een planning, het werken aan meervoudige opdrachten, het verantwoordelijk zijn voor eigen werk (dagtaak/weektaak) en leert de leerling effectieve hulpvragen te stellen aan de leerkracht. Fase 4: Uitstroomfase De leerling heeft geleerd om gebruik te maken van uiteenlopende strategieën en vaardigheden voor het opnemen, verwerken en hanteren van informatie. De leerling voelt zich verantwoordelijk voor eigen leerwerk en voert leertaken uit zonder directe aansturing van de leerkracht. De leerling weet op adequate wijze aan te geven wat hij/zij nodig heeft op het gebied van leren en gedrag. In het schooljaar 2014-2015 zal het fasemodel verder worden geïmplementeerd op de locatie Zetten.
september ’14
17
Hoofdstuk 5 Resultaten in relatie tot handelingsgericht werken op De Brouwerij Passend onderwijs in breed perspectief Een veilige en gezonde omgeving, goed onderwijs en passende zorg en ondersteuning dragen bij aan een succesvolle schoolloopbaan. Iedere leerling moet de gelegenheid krijgen binnen zijn/haar mogelijkheden ten volle te ontplooien in een schoolklimaat van hoge verwachtingen. * Referentiekader Passend Onderwijs, Eindversie, 21 februari 2012 5.1 Handelingsgericht werken binnen De Brouwerij. Het onderwijsaanbod wordt systematisch afgestemd op de basisbehoeften en onderwijsbehoeften van iedere leerling. Het begrip afstemming staat centraal; afstemming op de leerling, op de leermogelijkheden van de leerling en de verwachting wat betreft het ontwikkelingsperspectief van de leerling. Binnen handelingsgericht werken worden leerlingen aangesproken op hun mogelijkheden en talenten, en richt de leraar zich op betrokkenheid, welbevinden en optimale (leer)ontwikkeling van de leerling. 5.2 Ontwikkelingsperspectief De beschermende, belemmerende factoren en ondersteuningsbehoeften van de leerling, in combinatie met de cognitieve/didactische gegevens die voorhanden zijn, vormen de basis van het concept ontwikkelingsperspectief. De leraar werkt met de leergebied-overstijgende en leergebiedspecifieke kerndoelen binnen de leerroute van de leerling. Hiaten binnen een leerlijn krijgen specifieke aandacht binnen het onderwijs en staan beschreven in aparte domeinen van het ontwikkelingsperspectief. 5.3 Leerrendementen en resultaten Het leerrendement van de leerling wordt op vaste evaluatiemomenten langs de leerverwachting gelegd om het onderwijs voortdurend te kunnen bijsturen. Leerroute A, B en C werken met Cito en methoden gebonden toetsen die vervolgens door de leraar en intern begeleider worden geanalyseerd, zodat opbrengsten gecheckt worden aan de verwachtingen en daar waar nodig krijgt het onderwijs een extra impuls. Leerroute B, C en D werken met het TOA toetsinstrument (combinatie CITO) en methoden gebonden toetsen. TOA bevat verschillende mogelijkheden waarmee het niveau vastgesteld kan worden op taal-, reken- en studievaardigheid en competenties gemeten kunnen worden die horen bij leren, loopbaan en burgerschap. Leraar en intern begeleider analyseren de toetsgegevens om het onderwijs optimaal in te kunnen richten. 5.4 Opbrengstgericht werken De Brouwerij heeft een opbrengstgerichte cultuur, met aandacht voor goede leerprestaties. Dit heeft een positieve invloed op alle elementen van opbrengstgericht werken. Een school die opbrengstgericht werkt, zet zich planmatig in voor het verbeteren van de vorderingen van leerlingen, hetgeen effect heeft op de leerresultaten. Dit gebeurt door hoge doelen te stellen, gericht hieraan te werken en leerlingen systematisch te volgen in hun vorderingen. Met regelmaat analyseert de CVB opbrengsten en legt deze langs de verwachtte uitstroomperspectieven, zij trekt hieruit conclusies welke vervolgens worden omgezet in verbetermaatregelen. Doelstelling van De Brouwerij Zetten in het schooljaar 2014-2015, 85% van haar leerlingen behaalt de specifieke doelstellingen in het OPP.
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Opbrengstgerichte leerkrachten De Brouwerij werkt met opbrengstgerichte leerkrachten; zij hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en stellen, daar waar mogelijk met de leerling, ambitieuze doelen. Deze doelen worden altijd opgesteld, in combinatie met de beschermende-, belemmerende factoren en onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling. De leerkrachten geven gerichte feedback aan de leerlingen wat betreft de voortgang en ontwikkeling (procesgerichte feedback). De leerkrachten houden rekening met de verschillen tussen de leerlingen door de lesstof en instructie af te stemmen op de ieders capaciteiten. Doelstelling van De Brouwerij Zetten in het schooljaar 2014-2015 blijft, 100 % van de leerkrachten werkt planmatig met de onderwijsplanning in de klas, met daarin aandacht voor de specifieke doelstellingen per individuele leerling. Tijdens observaties in de klas, door de intern begeleider en de locatieleiding, wordt deze onderwijsplanning naast de instructievaardigheden, als ook het orthopedagogisch leerkrachtgedrag gelegd, Opbrengstgericht werken op leerlingniveau Wanneer een leerling een leerachterstand heeft opgelopen op de school van herkomst, analyseert de leerkracht, samen met de Intern begeleider, de toetsen en het leerprobleem. Vervolgens biedt de leerkracht extra hulp die aansluit bij de specifieke doelstellingen die staan opgesteld in het ontwikkelingsperspectief. De leerkrachten hebben voldoende orthodidactische kennis om de leerlingen op maat te bedienen. Bovenstaande heeft een positief effect op de opbrengsten van individuele leerlingen en daarmee op de opbrengsten van de gehele school. Opbrengsten op schoolniveau Ook in het schooljaar 2014-2015 worden didactische opbrengsten in kaart gebracht, op het gebied van Nederlands en rekenen aan de hand van de referentieniveaus. Intern begeleider maakt deze driemaal per jaar op uit het TOA toets systeem en het CITO systeem. Deze opbrengsten zullen vervolgens door het CvB tegen de landelijke gemiddelden aangelegd worden en worden beoordeeld. Op sociaal emotioneel gebied worden de afnamegegevens bij instroom en bij uitstroom van SEOL vergeleken en bekeken op behaalde doelen. Vanuit deze analyses, stelt het CVB doelen op om opbrengstgericht werken voortdurende actueel te houden. Doelstelling van De Brouwerij Zetten in het schooljaar 2014-2015, Aan het eind van schooljaar 2014-2015, heeft het CVB een uitgebreide analyse van de opbrengsten op het gebied van Nederlands en rekenen na de hand van de referentieniveaus, met daarnaast een goed beeld van de behaalde resultaten op het sociaal emotioneel gebied. Met deze uitkomsten wordt er voor het schooljaar 2015-2016 een plan van aanpak beschreven om daar waar nodig de opbrengsten naar een hoger plan te krijgen.
september ’14
19
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Hoofdstuk 6 Brouwerij Instructiemodel en Klassenmanagement De Brouwerij werkt met het directe instructiemodel. Directe instructie is een onderwijsmethode die nadruk legt op structuur, duidelijkheid en positieve ondersteuning van de leerling. Eén van de cruciale activiteiten bij directe instructie is het maken van een gedegen lesplan en planning. De leerkracht bereidt de les voor en verdeelt de stof en activiteiten over de beschikbare tijd. A. Start les Elke les start met een introductie. Hierin wordt de nieuwe leerstof voorbereid, de leerkracht geeft een samenvatting (samen met de leerlingen) van de leerstof die al eerder aan bod is geweest en haalt relevante voorkennis op met de leerlingen. Het lesdoel wordt voor de komende les met de kinderen besproken. B. Presentatie / interactieve groepsinstructie Tijdens de instructie wordt de nieuwe leerstof gepresenteerd. Belangrijk is hierbij verduidelijking van het doel, uitleg geven, voordoen en duidelijke voorbeelden geven. Instructies moeten niet vragend gegeven worden, maar je moet zelf verwoorden. Belangrijk is ook het vragen stellen en interactie. Door vragen te stellen kan de leerkracht een beeld vormen van het begrip van de kinderen. C. Begeleide (in)oefening Tijdens deze fase kunnen de kinderen onder begeleiding van de leerkracht oefenen. Als de opdrachten gerelateerd worden aan het lesdoel is het vooral voor de zwakke leerlingen duidelijker waarom de opdracht belangrijk is en wat ze precies gaan oefenen. Om interactie tussen leerlingen te creëren zijn verschillende vormen van samenwerkend leren een mogelijkheid, zoals denken-delen-uitwisselen. De leerlingen kunnen samen praten over het antwoord op een vraag. Zwakkere leerlingen leren op deze manier van betere leerlingen en kunnen ook met een goed antwoord komen. D. Zelfstandig (of in duo's) toepassen/verlengde instructie Bij deze fase wordt de groep in tweeën gesplitst. De leerkracht geeft verlengde instructie aan risico en zwakke leerlingen. De andere kinderen zijn zelfstandig aan het werk met verwerkingsopdrachten die aansluiten bij de groepsinstructie. Tijdens de verlengde instructie wordt de groepsinstructie nog eens herhaald (reteaching), wordt nog eens extra geoefend of worden leerlingen alvast voorbereid op de volgende les (preteaching). E. Feedback zelfstandig werkengroep en instructiegroep Na de verlengde instructie kunnen deze leerlingen ook zelfstandig aan het werk en krijgen de andere leerlingen feedback op hun gemaakte werk. F. Afsluiting De les wordt gezamenlijk afgesloten. Er wordt besproken of de leerlingen het doel hebben bereikt. Ook is er alvast een vooruitblik naar de volgende les, er wordt verteld wat dan aan de orde zal komen. Vooral voor de zwakke leerlingen is dit belangrijk, omdat het verbinden van nieuwe kennis aan wat ze al weten vaak problemen oplevert. (Bijlage 4: Brouwerij Instructiemodel & Klassenmanagement voor de leerkracht)
september ’14
20
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Hoofdstuk 7 Speciaal voortgezet onderwijs
Leerroute
VMBO BK/KGT A
TL/Havo B
P gericht/AKA C
MBO D
Leeftijd
12-18 jaar
12-18
12-18 jaar
16- 18 jaar
Cognitief niveau (IQ) Min. functioneel niveau
80 >
80 >
60-80
80 >
1F – 2F
2F >
> 1F
1F – 2F
Leerlijnen
VSO
VSO
PRAKTIJKKLAS/VSO/MBO 1
MBO 1-3
Einddoelen
VMBO//MBO 2-4 (startkwalificatie)
Vervolgonderwijs
Certificeren KPC Diploma AKA Assistent arbeid MBO 2 (startkwalificatie) Dagbesteding/ Vervolgonderwijs MBO 1-2. Arbeid(beschermd/betaald).
(Startkwalificatie)
Uitstroomprofiel
Havo/MBO 4/HBO Certificeren TL – Havo (startkwalificatie) Vervolgonderwijs
Volg en toetsing
CITO/SEOL
CITO/TOA/SEOL
CITO/TOA/SEOL
TOA/SEOL
Vervolgonderwijs MBO 3-4 Arbeidstoeleiding
7.1 Leerroutes De Brouwerij Zetten Leerroute A Leerroute A is voor leerlingen van 12 tot 18 jaar. Het leerstofaanbod omvat de basis kader leerweg, gemengd theoretische leerweg van het voortgezet onderwijs. De Brouwerij Zetten biedt onderwijs in de vakken Nederlands, Engels, Rekenen/Wiskunde, Biologie, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Maatschappijleer I en II, Handvaardigheid, Muziek en Sport. De leerling werkt met het groepsprogramma en daar waar hiaten bestaan in de leerontwikkeling wordt gewerkt met individuele ontwikkelingsperspectieven, aansluitend op het leerniveau. De leerlingen in de leerroute A werken vanuit een stamklas en volgen roulerend vakgericht onderwijs in niveauklassen. Wanneer een leerling op het VMBO leerjaar 2-3 de leeftijd van 15,8 jaar heeft bereikt, wordt er bekeken of het perspectief doorgang vindt of dat er gekeken dient te worden naar een overstap naar leerroute C of D. Leerroute B Leerroute B is voor leerlingen van 12 tot 18 jaar. Het leerstofaanbod omvat de theoretische leerweg en Havo van het voortgezet onderwijs. De Brouwerij Zetten biedt onderwijs in de vakken Nederlands, Engels, Rekenen/Wiskunde, Biologie, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Maatschappijleer I en II, Handvaardigheid, Muziek en Sport. De leerling werkt met het groepsprogramma en daar waar hiaten bestaan in de leerontwikkeling wordt gewerkt met individuele ontwikkelingsperspectieven, aansluitend op het leerniveau. De leerlingen in de leerroute B werken vanuit een stamklas en volgen roulerend vakgericht onderwijs in niveauklassen. Er wordt een hoge mate van zelfstandigheid verwacht. Leerroute C Leerroute C is voor leerlingen die zeer moeilijk leren door een verstandelijke beperking en of
september ’14
21
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten leerlingen die meer praktisch leren. In de leerroute C zitten zowel leerlingen van 12 t/m 15,8 jaar waarbij de onderwijsbehoefte gericht is op praktisch leren (PRAKTIJKKLAS) met eventueel een uitstroom naar specifieke beroepskeuze binnen een MBO 1 opleiding, als wel leerlingen van 15,5 t/m 18 jaar waarbij AKA het hoogst haalbare is. De Brouwerij Zetten MBO biedt aan de hand van de referentiekaders (Meijerink), onderwijs in de vakken Nederlands en Rekenen, met daarnaast veel aandacht voor LLB. Op basis van uitslagen vanuit TOA, volgen deze leerlingen binnen niveauklassen hun lessen. Aanvullend krijgen de leerlingen Koken & Huishoudelijke activiteiten, technische vaardigheden, handvaardigheid, groen en sport. Leerroute D Leerroute D is voor leerlingen van 15,5 tot 18 jaar in een beroepsopleiding. De Brouwerij Zetten MBO biedt aan de hand van de referentiekaders onderwijs in de vakken Nederlands, Engels, Rekenen en LLB. Op basis van uitslagen vanuit TOA, volgen deze leerlingen binnen niveauklassen hun lessen. Daarnaast krijgen zij creatieve vorming en sportlessen. Het competentiegericht leren gebeurd in de erkende simulatielokalen van De Brouwerij en/of via begeleide en onbegeleide stageplekken bij geaccrediteerde stage bedrijven in de regio. In samenwerking met omliggende ROC’s, wordt er op het gebied van techniek, horeca, zorg en detailhandel gewerkt aan het behalen van een diploma op niveau 1 en 2. De Brouwerij Zetten kent drie beroepsoriëntatieklassen binnen het MBO. Elke nieuwe leerling binnen de leerroute D start in een van deze klassen. Hier wordt na de hand van toetsing, snuffelstages en verder oriëntatie van de leerling een bewuste keuze gemaakt voor beroepsopleiding met bijpassend niveau. Gemiddeld duurt deze periode 2 maanden en stromen zij daarna uit naar een specifieke beroepsopleiding. Onderwijsaanbod voor leerlingen uit de regio Jongeren die uit de regio komen en onderwijs volgen bij de Brouwerij, locatie Zetten, maken gebruik van een eigen unit binnen het schoolgebouw. Deze unit heeft een eigen ingang, een kleinschalig eigen schoolplein en eigen schooltijden (vast rooster). De klassen bestaan uit maximaal 10 leerlingen, met 1 vaste docent voor alle theorievakken in een vast leslokaal. Locatie Zetten biedt het volgende qua onderwijs aan jongeren uit de regio: -
VMBO Basis-Kader: Een klas voor jongeren met gedragsproblematiek die het 1e of 2e leerjaar volgen van Basis of Kader. Naast de theoretische vakken wordt er in praktische vorm gewerkt aan vaardigheden en leergebied overstijgende doelen.
-
Diplomagerichte klas: een klas voor leerlingen met internaliserende problematiek, gericht op het behalen van een diploma TL of Havo (of certificaten hiervan) door middel van staatsexamens. Het instroomniveau is VMBO-TL: leerjaar 3 en 4, of HAVO: leerjaar 4 en 5.
-
Klas MBO niveau 1/AKA: 2 klassen waarin Beroepsonderwijs wordt gegeven binnen een cluster 4 setting. Deze klas is voor jongeren met een minimale leeftijd van 15 jaar en 8 maanden die zijn vastgelopen binnen het VMBO op regulier of speciaal onderwijs. Of die zijn vastgelopen in het MBO op een ROC. Door middel van
september ’14
22
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
onderwijs en stages is het behalen van een MBO niveau 1 het hoofddoel. Waardoor doorstroom naar MBO niveau 2 mogelijk wordt. -
Leerwerk traject (ook wel Lingeboerderij genoemd): een individueel traject (onderwijs op maat) voor jongeren met gedragsproblematiek met een minimale leeftijd van 15 jaar en 8 maanden. Doel is het behalen van een MBO-niveau 1/ AKA diploma door middel van onderwijs en veel praktijk. De richting bestaat uit Techniek/Onderhoud/Groen.
september ’14
23
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
7.2 Kerndoelen per uitstroomprofiel Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs
Uitstroomprofiel Arbeidsmarkt
Uitstroomprofiel Dagbesteding
LEERGEBIEDOVERSTIJGENDE KERNDOELEN (Hoofdstuk 7.2.1) LEERGEBIEDSPECIFIEKE KERNDOELEN Nederlands
Nederlandse taal en communicatie
Nederlandse taal en communicatie
Engels
Engels
n.v.t.
Wiskunde
Rekenen en wiskunde
Rekenen en wiskunde
Mens en natuur
Mens, natuur en techniek
Mens, natuur en techniek
Mens en maatschappij
Mens en maatschappij
Mens en maatschappij
Kunst en cultuur muziek
Culturele en muzikale oriëntatie en creatieve expressie
Culturele en muzikale oriëntatie en creatieve expressie
Bewegen en sport
Bewegen en sport
Bewegen en sport
KERNDOELEN VOORBEREIDING OP ARBEID* n.v.t.
(Hoofdstuk 7.2.2)
n.v.t.
KERNDOELEN VOORBEREIDING OP DAGBESTEDING n.v.t.
(Hoofdstuk 7.2.3)
n.v.t.
* de praktische vormen gelden niet voor de gesloten groepen door de facilitaire beperkingen.
7.2.1 Leergebiedoverstijgende kerndoelen De leergebiedoverstijgende kerndoelen betreffen vier thema's: 1 Leren leren Het ontwikkelen van een open en flexibele leerhouding en het leren toepassen van leerstrategieën. Het leren (mede)verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces en het actief werken aan de eigen ontwikkeling en met zelfvertrouwen kennis opbouwen is belangrijk. Kerndoelen 'Leren leren': 1. De leerling ontwikkelt een open en flexibele houding ten opzichte van de wereld om hem heen, mede in het kader van een leven lang leren. 2. De leerling leert doelgericht en planmatig te leren en daarbij strategieën te gebruiken. 3. De leerling leert verschillende soorten informatie te zoeken, te beoordelen en te gebruiken. 2
Leren taken uitvoeren
september ’14
24
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten Het leren, zo planmatig, methodisch en zelfstandig mogelijk, taken uit te voeren en hierbij zo nodig hulp te vragen. Het doel is een zo groot mogelijke zelfstandigheid en eigen regie van de leerling. Voor een deel van de leerlingen geldt dat de zelfredzaamheid blijvend (intensieve) aandacht vraagt. Kerndoelen 'Leren taken uitvoeren' 5. De leerling leert zich redzaam en weerbaar te gedragen bij de uitvoering van dagelijkse activiteiten. 6. De leerling leert op doelgerichte, planmatige en methodische wijze taken en Activiteiten uit te voeren. 7. De leerling leert samen te werken aan een taak of activiteit. 3 Leren functioneren in sociale situaties De beperking en/of problematiek van leerlingen op De Brouwerij Zetten maakt dat bepaalde competenties, met name op sociaal, emotioneel en communicatief gebied, niet door iedereen als vanzelf worden ontwikkeld of kunnen worden geleerd. De verdere ontwikkeling van deze competenties in allerlei contexten vraagt extra aandacht. Kerndoelen 'Leren functioneren in sociale situaties' 8. De leerling leert op adequate wijze om te gaan met eigen gevoelens en wensen. 9. De leerling leert respectvol en verantwoordelijk om te gaan met anderen. 4 Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief. Het ontwikkelen van een positief zelfbeeld en een realistische kijk op de eigen toekomstmogelijkheden vormen cruciale doelen. Kerndoelen 'Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief' 10. De leerling krijgt zicht op de eigen voorkeuren, interesses en toekomstwensen op het gebied van werken, wonen, vrije tijd en burgerschap. 11. De leerling leert afwegingen en keuzes te maken die leiden tot een passend persoonlijk toekomstperspectief, met realiseerbare mogelijkheden en kansen. 7.2.2 Kerndoelen voorbereiding op arbeid (passend bij het crebo en de OER van opleiding en ROC) 1. 2. 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 4.
De leerling verkent actief werkvelden en beroepen, bij voorkeur in de eigen regio. Hierbij kan men denken aan de volgende subdoelen: De leerling leert vaardigheden om werk te verwerven, te behouden en om van werk te veranderen. De leerling ontwikkelt algemene competenties voor arbeid, met name de volgende: De leerling leert samen te werken en te overleggen. De leerling leert instructies en procedures op te volgen. De leerling leert bij arbeidsmatige taken de juiste materialen en middelen op een doelmatige en doelgerichte manier in te zetten. De leerling leert de eigen beroepsmatige werkzaamheden te plannen en te organiseren. De leerling leert kwaliteit te leveren in arbeidsmatige situaties. Dit houdt onder andere in: De leerling leert ethisch en integer te handelen in beroepssituaties. De leerling leert om te gaan met veranderingen en zich aan te passen. De leerling leert met druk en tegenslag om te gaan. De leerling ontwikkelt specifieke beroepsvaardigheden die passen bij de eigen keuzes, mogelijkheden en beperkingen.
september ’14
25
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten Afhankelijk van het gekozen beroep kan dat een combinatie zijn van vakspecifieke fysieke, manuele en/of mentale vaardigheden, kwaliteiten of vermogens zijn. 7.2.3. Kerndoelen 'Voorbereiding op dagbesteding' Deze kerndoelen zijn gericht op praktische voorbereiding op (arbeidsmatige) dagbesteding en omvatten de volgende vier domeinen: 1. brede, praktische oriëntatie op werkvelden en dagactiviteiten (werk- en activiteitenexploratie), 2. vaardigheden om zo veel mogelijk eigen sturing te geven aan (levens-)loopbaan: verwerven, behouden en (indien nodig) veranderen van werk- of activiteitensetting (loopbaansturing), 3. ontwikkeling van algemene competenties voor functioneren in werk/dagactiviteiten en in wonen, vrije tijd en samenleving (praktische burgerschap). 4. ontwikkeling van specifieke vaardigheden gericht op activiteiten en werkzaamheden, waaronder zo zelfstandig mogelijke redzaamheid in voor de leerling voorkomende situaties.
Hoofdstuk 8 Gesloten groepen In de gesloten groepen waarin het onderwijs intern aangeboden wordt, is door de geïsoleerde setting van leraar en leerling, als wel door de facilitaire beperkingen gekozen voor een afwijkende opzet. Voor de observatiegroepen Tympaan en Rietkamp geldt dat zij in gemiddeld 2 maanden dat zij gesloten zitten, voor de leerroute C en D, dat leerlingen met name aan de refentieniveaus op Nederlands, Rekenen en LLB werken. Voor de leerroute A en B wordt vastgehouden aan de bestaande route. In de gesloten meisjesgroep Grote Huys en de gesloten jongensgroep, waarin de leerlingen verblijven, werken de leerlingen in leerroute C en D ook aan vakinhoudelijke vakken.
september ’14
26
Bijlage 1 1-zorgroute en werkwijze CvB 1-Zorgroute en werkwijze CvB De Brouwerij Zetten Instroom Week 1; opname jongeren OGH en extern Actie Inhoud Betrokkenen Dag 1 Intakefunctionaris meldt IB-er, (OGH) nieuwe leerling aan CVB gedragswetenschap Aankondigingsmail/ per, telefoontje/ daglijsten Intakefunctionaris, OGH ‘nieuwe leerling’ directeur. aan CVB* Frontoffice Dag 1 Intakeformulier Intakefunctionaris, (OGH en extern) groepsleiding Intake leerling Frontoffice Frontoffice
Materiaal Aanmaken nieuw dossier (papier & digitaal)
Opmerkingen Intakefunctionaris maakt dossiers aan
Intakeformulier De Brouwerij.
Intakefunctionaris verzorgt inschrijfsets
Dit kan een voorlopige plaatsing zijn. Aan de hand van dossieranalyse, gegevens school van herkomst en intakegesprek beslist CVB in welke klas de leerling start. Na het opstellen van OPP kan er een andere (beter aansluitende)keuze worden gemaakt. Intakefunctionaris legt contact met school van herkomst én mailt document aanmelding.
Dag 2 (OGH) Leerling gaat mee in plaatsingsoverleg op dinsdag of donderdag
Inschatten juiste leeromgeving van leerling.
CvB en leraar
Klassenlijsten en intake informatie.
Dag 2-3** (OGH) Instroommoment donderdag of dinsdag.
CVB bepaalt in welke klas de nieuwe leerling komt
IB-er = instroomcöordinator
Dag 5 (OGH en extern) CvB/ Frontoffice zet Opp klaar voor leraar. Deze dient binnen vier
Intakefunctionaris mailt school van herkomst: - cognitieve gegevens - leerstof gegevens - advies
IB-er, gedragswetenschap per, directeur
Document: Aanmelding leerling school van herkomst & schrijfwijzer Dossieranalyse
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten weken ingevuld te zijn.
september ’14
ontwikkelperspectief -handelingsverlegenheid
28
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Dag 2-3; start leerling op De Brouwerij Actie Inhoud (OGH en extern) Informatie leerling Informatie inwinnen invoegen in het dossier. verwijzende scholen. rooster/planning van de klas door leraar (OGH en extern) Door middel van toetsen verder het niveau bepalen (OGH en extern) Fase 1 Startfase
Materiaal Dossier, info school van herkomst en aanzet voorblad OPP Methodes en toetsen aansluitend bij niveau Bijlage 2: Fase-model fase 1
Opmerkingen Informatie over leerling wordt door de leraar gemaakt.
Betrokkenen IB-er, gedragswetenschap per Leraar, IB-er, leerling
Materiaal Document ontwikkelingspers pectief CITO, TOA toetsmateriaal, methodegebonden toetsen
Opmerkingen Gegevens behandelaar en school van herkomst zijn hierbij belangrijk Toetsanalyses worden besproken met IB-er en leraar voor opstellen OPP en specifieke doelstellingen.
Betrokkenen Leraar, leerling, intern begeleider, gedragswetenschap per
Materiaal SEOL vragenlijst (digitale vragenlijst sociaal emotionele
Opmerkingen Uitslag SEOL wordt gebruikt bij opstellen specifieke doelstelling sociaal-emotionele ontwikkeling.
De leerling is volledig op school, in de klas
Leerling, leraar, team, CVB
De leerling verwerkt enkelvoudige (didactische) opdrachten in opdracht en directe nabijheid van de leraar.
Leerling en leraar
Dag 4-5; Voorblad OPP (ontwikkelingsperspectief) Actie Inhoud (OGH en extern) Dossieranalyse, Voorblad OPP omzetten gegevens in voorblad OPP (OGH en extern) De leerling maakt CITO Afname / TOA toetsen en (methodegebonden) methode gebonden toetsen voor niveau toetsen bepaling, wanneer niveau van leerling onduidelijk is Week 4; specifieke doelstellingen Actie Inhoud (OGH en extern) Leraar en leerling SEOL vragenlijsten scoren SEOL vragenlijst eerste zes weken
september ’14
Betrokkenen Leraar / intakefunctionaris Frontoffice
29
De leraar informeert het CVB hoe het met de leerling gaat. In fase 1 wordt bepaald wat de leerling nodig heeft om een effectief schoolprogramma te kunnen volgen. Drempels die in het verleden hebben gezorgd voor stagnatie van de schoolgang worden zoveel als mogelijk weggenomen.
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Specifieke doelstellingen
Leraar formuleert specifieke doelstellingen op gebied van werkhouding/taakgedra g, cognitieve ontwikkeling, sociaal emotionele ontwikkeling
Leraar, CVB
Week 5; vaststellen OPP (ontwikkelingsperspectief) Einde fase instroom Actie Inhoud Betrokkenen (OGH en extern) Aan de hand van alle CVB, leraar Vaststellen gegevens wordt uitstroomprofiel (OPP) uitstroomprofiel (OPP) vastgesteld Week 6; OPP definitief Start fase doorstroom Actie Inhoud Betrokkenen (OGH en extern) OPP wordt naar Ouders/verzorgers Definitief OPP ouders/verzorgers Evaluatie oktober, gestuurd januari, maart en juni BPV 1 Behandelplan (MDO) Ouders/verzorgers, Behandelplanbespreki OGH en OPP De leerling ng bij OGH Brouwerij rondom de behandelaars en leerling worden gedragswetenschap besproken. per school (OGH en extern) Specifieke doelstellingen Leerkracht, IB-er en OPP a.d.h.v. Ortho evalueren/bijstellen klassenbezoeken en Oktober, januari, observaties. maart en juni (OGH en extern) Het verbeteren van de Leerling, leraar, Fase 2 taakaanpak en het leer- CVB Leer- en werk en werkgedrag staat voorwaardelijke fase centraal. De leerlijn ‘Leren leren’ september ’14
30
ontwikkeling) Document OPP (ontwikkelingspers pectief), analyse toetsen, SEOL, voorblad OPP.
Bijlage 2: Fase model Leren Leren biedt doelen aan die passen bij de domeinen werkhouding / taakgedrag en eventueel sociaal-emotionele ontwikkeling.
Bijlage 2: Fasemodel Leren Leren, fase 2, 3 en 4 Materiaal Document OPP, toetsgegevens, analyses, dossier
Opmerkingen
Materiaal OPP Bijlage 4: begeleidende brief bij OPP OPP behandelplan/ MDO leerling
Opmerkingen Intakefunctionaris verstuurt OPP met brief 1 Ouders/verzorgers. Uitgenodigd voor gesprek met leraar over inhoud OPP. Administratief medewerker mailt OV-verslag naar ouders en school van herkomst, dit is tevens voortgangsverslag.
Observatieverslag en en notulen CvB
OPP ter voorbereiding voor de klassenbespreking meenemen.
Bijlage 2: Fasemodel fase 2 Specifieke doelstellingen Observatie
In fase 2 wordt met name gewerkt aan: het verbeteren van de leermotivatie, het vergroten van de concentratie, het leren maken van een plan en het
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
(OGH en extern) Fase 3 Leer- of werk effectuerende fase
is hierbij het uitgangspunt. Het onderwijs in deze fase geeft richting op welke wijze de gestelde schooldoelen behaalt kunnen worden. Dat wat geleerd is, moet zich stabiliseren. Onderwijs is leidend om de gestelde leergebiedspecifieke doelen te behalen, daarnaast wordt de leerlijn ‘Leren Leren’ verder uitgediept.
verslagen
Leerling, leraar, CVB
Uitstroomfase (uitstroom wordt gecoördineerd door frontoffice) Start uitstroomfase Actie Inhoud Betrokkenen (OGH) Gesprek met school van Gedragswetenschap Opstarten procedure herkomst over per, school van uitstroom terugkeer leerling of herkomst of onderzoek toekomstige school vervolgonderwijs. (OGH en extern) Toelaatbaarheid Gedragswetenschap Toelaatbaarheid verklaring procedure per, Frontoffice, verklaring opstarten met of zonder school van (bij niet terugkeer school van herkomst herkomst, ouders naar school van herkomst) (OGH en extern) Gesprek met Gedragswetenschap Ouders/verzorgers ouders/verzorgers over per, informeren vervolgtraject ouders/verzorgers,
september ’14
31
Bijlage 2: Fasemodel Leren Leren, fase 3 Specifieke doelstellingen Observatie verslagen
verwerken van een meervoudige opdracht met aansturing van de leraar. Fase 2 kan ook eerder ingezet worden, ligt aan voortgang. leerling! In fase 3 wordt toegewerkt naar: het werken met een planning, het werken aan meervoudige opdrachten, het verantwoordelijk zijn voor eigen werk (dagtaak/weektaak) en leert de leerling effectieve hulpvragen te stellen aan de leraar. Fase 3 kan ook eerder ingezet worden, ligt aan voortgang leerling! Fase 3 kan ook te hoog gegrepen zijn en blijft een leerling langer in fase 2.
Materiaal
Opmerkingen Samen met BC en/of ITB zoeken naar juiste leef/woon/werk en of onderwijsomgeving.
Aanvraag Toelaatbaarheid verklaring
School van herkomst is verantwoordelijk voor aanleveren van informatie voor de samenwerkingsverbanden. Frontoffice is casemanager van traject.
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
(OGH en extern) Leerling aanmelden nieuwe school
Aanmelden van leerling aan nieuwe school door ouders
Evaluatie specifieke doelstellingen en Eind OPP (OGH en extern) leraar en (waar SEOL vragenlijst 2 mogelijk) leerling scoren SEOL vragenlijst (nr. 2)
leerling Frontoffice, ouders/ verzorgers
Aanmeldformulieren
Ouders/verzorgers zijn verantwoordelijk voor aanmelden van de leerling bij de nieuwe school. De Brouwerij is adviserend hierin en zorgt voor een warme overdracht.
SEOL vragenlijst (digitale vragenlijst sociaal emotionele ontwikkeling Observatieverslag leerling
Uitslag SEOL wordt gebruikt bij opstellen/evalueren specifieke doelstelling sociaal-emotionele ontwikkeling.
Leraar, CVB
Document OPP
Specifieke doelstellingen worden geëvalueerd en opnieuw opgezet (voor vervolgsetting). Het OPP krijgt een bijlage met daarin nuttige informatie over de leerling. Handelingsadviezen voor de leraar, als ook cognitieve vorderingen etc. Frontoffice verzorgt compleet dossier naar school van herkomst.
leraar, leerling
(OGH en extern) Afronding OPP Behandelplanbespreki ng bij OGH. OPP bespreking met ouders (OGH en extern) Evaluatie specifieke doelstellingen (OGH en extern) Eindevaluatie leerling
Behandelplan OGH en OPP De Brouwerij rondom de leerling worden besproken. OPP wordt besproken met ouders. Specifieke doelstellingen in OPP evalueren en eventueel bijstellen leraar schrijft eindevaluatie overbruggingsperiode op De Brouwerij
Ouders/verzorgers, leerling behandelaars en gedragswetenschap per school
Leraar, CVB
Bijlage; eindevaluatie schoolperiode DeBrouwerij.
(OGH en extern) Dossier naar vervolgsetting
OPP OV verslagen, toetsgegevens (CITO LOVS, TOA, SEOL), eindevaluatie
CVB en Frontoffice
Dossier
september ’14
32
Frontoffice mailt OV-verslag naar ouders en school van herkomst, dit is tevens voortgangsverslag.
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Bijlage 2 Planmatige leerlingenzorg De Brouwerij Zetten
september ’14
33
Bijlage 3 Fase-model Leren leren Fase 1: Startfase In de startfase is de leerkracht veelal in de nabijheid van de leerling. De leerling wordt voortdurend ondersteunt binnen het onderwijsprogramma. Drempels die in het verleden hebben gezorgd voor stagnatie van de schoolgang worden zoveel als mogelijk weggenomen. De leerling verwerkt enkelvoudige (didactische) opdrachten, in opdracht en directe nabijheid van de leerkracht.
1. Taakaanpak Fase 1: Startfase - Luistert en kijkt naar de uitleg van een opdracht in een één op één situatie - Voert een simpele enkelvoudige taak tot het einde uit - Controleert of de taak klaar is (alles gebruikt) - Pakt en ruimt zijn materialen op - Wijst aan waar hij moet beginnen
Fase 2: Leer- en werkvoorwaardelijke fase Het verbeteren van de taakaanpak en het leer- en werkgedrag staat centraal. De leerlijn ‘Leren Leren’ is hierbij het uitgangspunt, aangezien de leergebiedoverstijgende doelen voorwaarden zijn om tot leren te komen. In fase 2 wordt met name gewerkt aan: het verbeteren van de leermotivatie, het vergroten van de concentratie, het leren maken van een plan en het verwerken van een meervoudige opdracht met aansturing van de leerkracht. Het onderwijs in deze fase geeft richting op welke wijze de gestelde schooldoelen behaalt kunnen worden.
Fase 3: Leer- of werkeffectuerende fase Dat wat geleerd is, moet zich stabiliseren. Onderwijs is leidend om de gestelde leergebiedspecifieke doelen te behalen, daarnaast wordt de leerlijn ‘Leren Leren’ verder uitgediept. In fase 3 wordt toegewerkt naar: het werken met een planning, het werken aan meervoudige opdrachten, het verantwoordelijk zijn voor eigen werk (dagtaak/weektaak) en leert de leerling effectieve hulpvragen te stellen aan de leerkracht.
Fase 4: Uitstroomfase
Fase 2: Leer- en werkvoorwaardelijke fase - Luistert en kijkt naar de uitleg van een opdracht in een groepsinstructie voordat hij aan de taak begint - Herhaalt de opdracht die hem is gegeven (wat ga je nu doen?) - Verbetert na aanwijzingen de manier waarop hij een taak uitvoert - Plant met hulp van de leerkracht twee taken achter
Fase 3: Leer- of werkeffectuerende fase - Voert twee taken achter elkaar uit met behulp van een planner - Kijkt hoe de leerkracht een taak aanpakt en neemt deze aanpak over - Geeft aan wanneer hij toe is aan een moeilijkere taak - Bepaalt zelf in welke volgorde hij een taak uitvoert - Probeert de fout herstellen - Leest van het bord of
Fase 4: Uitstroomfase
De leerling heeft geleerd om gebruik te maken van uiteenlopende strategieën en vaardigheden voor het opnemen, verwerken en hanteren van informatie. De leerling voelt zich verantwoordelijk voor eigen leerwerk en voert leertaken uit zonder directe aansturing van de leerkracht. De leerling weet op adequate wijze aan te geven wat hij/zij nodig heeft op het gebied van leren en gedrag.
- Zet door en past oplossingen toe bij een taak die hij moeilijk of eng vindt - Plant zelfstandig meerdere taken achter elkaar: op een dag(deel) - Achterhaalt bij een veelvoorkomende (of belangrijke) fout waar de fout zit - Plant zelfstandig meerdere taken achter elkaar op meer dagen - Plant taken van een vakgebied voor een week (agendabeheer)
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten - Gaat zorgvuldig met materialen om
elkaar - Bedenkt en vertelt hoe hij een taak gaat aanpakken - Begint na de uitleg met zijn taak
2. Uitgestelde aandacht/hulp vragen Fase 1: Startfase Fase 2: Leer- en werkvoorwaardelijke fase - Luistert naar de klassikale - Begrijpt wanneer de regels start van de les voor uitgestelde aandacht - Houdt zich aan de 4 gelden werkregels voor het - Wacht met een vraag tot de zelfstandig werken (stil groepsleider bij hem is zijn/zachtjes praten, blijven - Weet de volgorde van de zitten, geen hulp vragen) ronde - Kan de volgorde va de ronde aangeven - Weet wanneer de leerkracht beschikbaar is voor hulp en wanneer niet september ’14
35
taakkaart wat en hoeveel hij moet doen - Plant zelfstandig meerdere taken achter elkaar (binnen één vak) - Kiest uit twee manieren om een taak aan te pakken de beste manier - Kijkt hoe medeleerlingen een taak aanpakken en neemt de strategie over - Weet wanneer hij hulp nodig heeft - Geeft aan wat hij verwacht te kunnen: aantal taken in een bepaalde tijd - Geeft aan wat hij verwacht te kunnen: qua eigen vaardigheden - Controleert zijn eigen taak en corrigeert waar nodig - Schat in hoeveel taken hij afkrijgt binnen een bepaalde tijd
- Maakt een huiswerkplanning in de agenda - Stelt zichzelf bij een bekende taak een tijdsdoel (dan moet ik het af hebben) - Houdt bij meerdere taken het overzicht van wat wanneer moet gebeuren (agenda, actielijstje) - Stelt prioriteiten wanneer er meerdere dingen tegelijk moeten gebeuren - Geeft vooraf aan bij welk resultaat hij tevreden is met zijn werk - Maakt een plan voor de aanpak van een klein project (volgorde van taken, duur van taken, tijdsindeling, benodigheden) - Maakt voor drie vakken een volledige weekplanning waarin onderscheidt is tussen instructietijd, zelfstandig werken en huiswerk - Houdt bij zijn planning rekening met eerdere ervaringen
Fase 3: Leer- of werkeffectuerende fase - Lost zelf praktische zaken/problemen op - Hanteert de afgesproken regels om problemen op te lossen (bv. hulp van medeleerling of leerkracht, op zoeken) - Schat in of hij na de uitleg alle taken kan maken en vraagt anders direct extra hulp in de startronde - Kan omgaan met
Fase 4: Uitstroomfase
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
3. Zelfstandig (door)werken Fase 1: Startfase - Maakt gebruik van hulp
september ’14
- Weet de volgorde van de ronde - Kan de volgorde van de ronde aangeven - Benoemt de regels voor het zelfstandig werken
verschillende regels in verschillende lessituaties
Fase 2: Leer- en werkvoorwaardelijke fase - Voert een korte, voor gestructureerde opdracht uit en maakt die af zonder te stoppen - Pakt vervolgwerk na het afronden van een taak - Werkt 10 minuten zelfstandig aan een bekende taak - Probeert de taak nog een keer wanneer het de eerste keer niet lukt - Lost een klein materiaalprobleem op zonder anderen te storen (papier vol, ander potlood nodig) - Pakt bij een probleem een wachtwerkje
Fase 3: Leer- of werkeffectuerende fase - Werkt 15 minuten zelfstandig aan een taak - Maakt een langdurige opdracht af als daar af en toe aanwijzingen voor worden gegeven - Werkt harder door om een taak af te krijgen als de leerkracht dit aangeeft - Maakt gebruik van een wachtwerkje als hij vast loopt of lost het probleem op een andere manier op - Hanteert de zelfstandig werken regels bij alle vakken - Slaat een probleem over en gaat door met een ander deel van zijn werk (ook ander vakgebied) - Werkt zelfstandig door zonder klassikaal teken - Zoekt oplossing bij tegenslag met een taak (aanwijzingen onleesbaar, spullen onvindbaar) - Begint aan een volgende taak waarvan hij weet dat hij deze zelfstandig mag en kan doen - Werkt netjes en/of snel afhankelijk van de eisen die aan de taakuitvoerig worden
36
Fase 4: Uitstroomfase - Werkt 30 minuten zelfstandig aan een taak - Volgt een stappenplan om een grotere taak uit te voeren - Zet door bij een taak die hij moeilijk of eng vindt (iets vragen aan andere leerkracht, iets uitleggen aan andere leerling, gymoefening die niet lukt) - Werkt door bij externe afleiding (onderbouw speelt buiten, maken lawaai) - Houdt zelf de tijd in de gaten om op tijd het werk af te krijgen - Zet zich langere tijd in voor een taak die hij niet leuk vindt of die niet lukt - Werkt door bij interne afleiding (schrijft vragen en gedachten die afleiden op) - Werkt een uur zelfstandig aan een taak op een dag
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten gesteld 4. Samenspelen en samenwerken Fase 1: Startfase Fase 2: Leer- en werkvoorwaardelijke fase - Vraagt of hij iets mag - Deelt materiaal met andere gebruiken van een ander leerlingen - Speelt en werkt naast andere - Voert met een medeleerling leerlingen een opdracht uit onder leiding van de leerkracht - Vraagt of hij mee mag spelen - Helpt op verzoek anderen bij het uitvoeren van een taak (even helpen tillen)
september ’14
37
Fase 3: Leer- of werkeffectuerende fase - Speelt zowel een leidende als volgende rol in spel - Houdt zich aan afspraken over wie, wat en waar bij het uitvoeren van een gezamenlijke opdracht - Werkt samen in duo's aan een activiteit die beperkt overleg vraagt - Spreekt met een ander af wie wat gaat maken - Werkt samen in duo's aan een schoolopdracht (veel overleg) - Bespreekt een probleem onder leiding van een leerkracht - Bespreekt een probleem onder leiding van een leerkracht
Fase 4: Uitstroomfase - Voert met een medeleerling zelfstandig een opdracht uit en rondt de taak samen af - Zegt op een aardige manier dat hij een idee van een ander niet leuk vindt - Werkt langere tijd samen met medeleerlingen bij het uitvoeren van een gezamenlijke opdracht - Voert zonder aansporing zijn deel van de taken uit bij het samenwerken met een medeleerling - Laat de ander zijn eigen taak uitvoeren - Doet aan een ander voor hoe de taak gedaan moet worden - Helpt uit zichzelf een ander die hulp nodig heeft bij het uitvoeren van een taak - Legt zich neer bij een groepsbeslissing - Zet zijn capaciteiten adequaat in - Werkt samen met kleine subgroepen (2-3 personen) met beperkt overleg - Maakt met medeleerlingen een taakverdeling en neemt hierbij ook minder leuke taken op zich - Werkt samen met kleine subgroepen (2-3 personen) aan opdrachten die veel overleg vragen - De leden van de subgroep: wisselen ideeën met elkaar uit, maken afspraken over wie wat doet en houden zich hieraan, geven
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten complimenten aan iemand die het goed doet - geeft feedback aan een medeleerling waarmee hij samenwerkt (wat goed is en wat beter kan/moet) - Past in onderling overleg tussentijds afspraken aan - Maakt afspraken over de taakverdeling in een subgroep (4-6 personen) - Heeft een eigen bijdrage in het bespreken van de taakverdeling - Helpt een ander om iets in te brengen in de groep (wat vind jij?) - Noemt een aantal van de eigen capaciteiten (wat kan je goed?) - Benoemt een gebruikt capaciteiten van medeleerlingen - Past zijn gedrag aan na terechte kritiek van een medeleerling - Neemt bij samenwerken aan een taak een leidende en volgende rol - Benoemt naast zijn capaciteiten ook zijn beperkingen bij het uitvoeren van taken (--> en verdeelt op basis daarvan de rollen tijdens het samenwerken) 5. Reflectie op werk Fase 1: Startfase - Vertelt wat hij die ochtend/middag heeft gedaan m.b.v. dagritmekaarten - Geeft tijdens een activiteit aan dat hij het (te) makkelijk of moeilijk vindt - Geeft aan welke taken hij moeilijk vond en welke makkelijk september ’14
Fase 2: Leer- en werkvoorwaardelijke fase - Vertelt in een paar stappen hoe hij zijn taak heeft aangepakt - Geeft aan of de taak makkelijk of moeilijk was en of hij goed heeft gedaan - Zoekt de fout op als de leerkracht vraagt nog eens goed te kijken 38
Fase 3: Leer- of werkeffectuerende fase - Onderbouwt zijn mening over de kwaliteit van een gemaakte taak (goed, omdat) - Geeft aan op welk gebied zich een probleem voordeed en welke oplossing is gekozen (bij materiaal, taak of samenwerking) - Legt samen met leerkracht
Fase 4: Uitstroomfase - Stelt vorderingen bij zichzelf vast (dit ging beter dan de vorige keer) - Kijkt naar en praat over overeenkomsten en verschillen tussen eigen en andermans werk/aanpak - Evalueert de periode van zelfstandig werken gericht op de voorbereiding, het proces en het
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten - Vertelt na afloop van een taak wat hij heeft gedaan - Vertelt wat hij die ochtend/middag heeft gedaan (zonder visuele steun) - Controleert het gemaakte werk
september ’14
- Beoordeelt samen met de leerkracht hoe hij zijn taak gedaan heeft (werkwijze, snel/langzaam, resultaat) - Geeft aan in welke vakken hij goed en minder goed is
39
een relatie tussen deze beoordeling en afspraken voor de volgende keer - Vertelt achteraf waarom iets goed, minder goed of fout is gegaan - stelt zo nodig zijn tijdsplanning bij (meer/minder tijd nodig): voor een enkelvoudige taak, voor een taaksysteem - Reageert zonder boos te worden op kritiek op zijn werk
resultaat - Evalueert planning en uitvoering van zijn dag-/meerdagen/weektaak op basis van de feedback - Reflecteert zowel op het resultaat van een taak als op het proces (hoe heb ik het aangepakt) - Evalueert zijn eigen werkdag gericht op de voorbereiding, het proces en het resultaat - Beoordeelt of hij de juiste prioriteiten heeft gesteld en geeft aan welke gevolgen dit heeft voor een volgende planning - Past zijn werkstijl (kwaliteit t.o.v. hoeveelheid) aan waar nodig - geeft en ontvangt feedback van een medeleerling op zijn gemaakte werk - Onderscheidt daarbij persoonlijke (kun je zelf beïnvloeden) en externe oorzaken - Verbindt consequenties voor de volgende keer aan zijn beoordeling - Beoordeelt of hij een uitgevoerde taak goed had voorbereid en uitgevoerd en verbindt hier consequenties aan voor de volgende keer - Schat in wat nodig is om de leerstof te beheersen (aanvullende instructie/oefenstof nodig) - Bespreekt met anderen hoe hij zijn project heeft aangepakt gericht op de voorbereiding, het proces en het resultaat - Evalueert eigen werkweek (er is een balans tussen positieve en negatieve punten)
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten - Komt met suggesties voor aanpassingen op inhoudelijke (wat wil/moet ik leren) en procesmatige aspecten van het onderwijsleerproces
september ’14
40
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Bijlage 4 Brouwerij Instructiemodel & Klassenmanagement voor de leerkracht De Brouwerij werkt met het directe instructiemodel. Directe instructie is een onderwijsmethode die nadruk legt op structuur, duidelijkheid en positieve ondersteuning van de leerling. Eén van de cruciale activiteiten bij directe instructie is het maken van een gedegen lesplan. De leerkracht bereidt de les voor en verdeelt de stof en activiteiten over de beschikbare tijd. Directe instructie; ± 10 minuten (zie bijlag 3, Directe instructie per stap). 1. Terugblik (wat weet je nog?1) 2. Doel van de les benoemen (wat ga je vandaag leren?) 3. Instructie (samen met de leerkracht oefenen) 4. Inoefenen (zelf doen) 5. Verwerken (zelf doen) 6. Terugkoppeling – evaluatie (wat heb je geleerd en hoe ging het?) Hoe gaat dit nu in zijn werk? Zelfstandig verwerken: 1. volgt direct op de instructie 2. is een inoefening van wat net geleerd is 3. is een activiteit waarbij alle kinderen hetzelfde doen 4. is een activiteit waarbij kinderen individueel werken 5. wordt snel gevolgd door correctie Terwijl zelfstandig werken: 1. niet betrekking hoeft te hebben op de zojuist geïnstrueerde leerstof 2. een gedifferentieerd aanbod biedt 3. gespreid wordt over langere tijd: dag- of weektaken 4. ook de mogelijkheid tot samenwerken biedt 5. niet direct gecorrigeerd hoeft te worden.
1
Komt overeen met de picto’s voor de leerlingen in de klas
september ’14
41
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten Het directe instructiemodel 1. (DAGELIJKSE) TERUGBLIK • een samenvatting van de voorgaande stof om de leerlingen snel bij het nieuwe gedeelte van de stof te betrekken en ze ervoor te motiveren; • bespreek het werk en sta nog even stil bij eventuele moeilijkheden of veel voorkomende fouten; • haal de benodigde voorkennis op die nodig is voor het begrijpen van de nieuw aan te bieden leerstof. 2. Doel van de les benoemen (PRESENTATIE) • geef vooraf de lesdoelen en/of lesoverzicht aan en probeer de motivatie van de leerlingen op die manier positief te beïnvloeden; • onderwijs in kleine stappen en laat die onmiddellijk volgen door inoefenen; • geef veel voorbeelden / demonstraties / illustraties om de leerlingen zo veel mogelijk te laten begrijpen wat die doet, zodat die in staat is het geleerde in nieuwe situaties toe te passen; • gebruik heldere taal (zeg: "vlinders en bijen" i.p.v. "niet alle insecten"); • ga na of de leerlingen de leerstof begrijpen door het stellen van productvragen (het antwoord is een reproductie van feiten) en procesvragen ('waarom' -vragen richten zich op een uitleg). Bedenk hierbij dat de antwoorden op productvragen niet altijd een goede indicatie zijn voor 'het begrijpen van de leerstof'. • vermijd uitweidingen of niet ter zake doende afdwalingen; • geef aan het einde van de presentatiefase een samenvatting van de hoofdzaken; 3. Instructie / (in)oefening • laat de leerlingen onder nauwgezette begeleiding oefenen en geef voortdurend feedback (om de paar minuten) over hun antwoorden, waarbij het belangrijk is dat de leerlingen horen dat het goed gaat of horen waarom iets fout is; • geef korte en duidelijke opdrachten die door alle leerlingen gemaakt kunnen worden en die direct aansluiten bij datgene wat is uitgelegd tijdens de presentatiefase; • stel veel vragen; • zorg dat alle leerlingen betrokken blijven en laat niet steeds maar 1 leerling aan het woord en de rest passief toekijken hoe deze leerling de sommen/opdracht maakt; • zorg voor hoge successcores; • ga zoveel mogelijk door met oefenen tot de leerlingen de stof onder de knie hebben; 4. (INDIVIDUELE)VERWERKING • zorg dat de leerlingen onmiddellijk beginnen en laat ze hun werktijd dus efficiënt gebruiken; • zorg dat de inhoud gelijk is aan die van de voorafgaande lesfase (zie: 3); • zorg voor een ononderbroken oefenfase. In 10 a 20 minuten kunnen leerlingen voldoende taken uitvoeren om een bepaalde bedrevenheid te bereiken; • laat de leerlingen eventueel elkaar helpen; • laat de leerlingen weten dat hun werk gecontroleerd wordt, zodat zij zelf hun eigen werk serieus nemen; • kijk het werk van de leerlingen zo snel mogelijk na. 5. Terugkoppeling – Evaluatie (PERIODIEKE TERUGBLIK ) • bijvoorbeeld elke maandag of na elk afgerond leerstofonderdeel. 6. 1 - 4 TERUGKOPPELING • geef vaak en regelmatig feedback • corrigeer fouten onmiddellijk • geef vooral procesfeedback: waarom is iets goed of fout? • geef veel aanmoediging. september ’14
42
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Bijlage 5 Toetsprotocol van De Brouwerij. De Brouwerij werkt met een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Bij het vaststellen van de beginsituatie bij leerlingen, waarbij het startniveau niet duidelijk is vanuit de dossiergegevens van de school van herkomst, worden de VSO Cito toetsen en/of het TOA toets systeem. Deze toetsen worden geanalyseerd en gewaardeerd, waardoor beredeneerde keuzes in het onderwijsaanbod gedaan kunnen worden. De Brouwerij, locatie Zetten, gebruikt voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen de volgende genormeerde instrumenten: Cito VSO,TOA en SeoL voor sociaal emotionele ontwikkeling, met daarnaast de analyses uit methodegebonden toetsen. Deze analyses worden uitgevoerd door de leerkracht en intern begeleider. Het leerrendement van de leerling wordt op vaste evaluatiemomenten langs de leerverwachting gelegd om het onderwijs voortdurend te kunnen bijsturen. De afname van de toetsen gebeurt aan de hand van het Toetsprotocol, welke Brouwerijbreed ingezet is. De toetskalender van Cito en TOA wordt zoveel mogelijk gehanteerd en daar waar nodig om een begin, tussen en/of eindsituatie in kaart te brengen wordt hier van afgeweken Methodegebonden toetsen De leerling wordt, volgens de leerlijn van de methode, periodiek getoetst op de kennis en vaardigheden die de leerling zich eigen heeft gemaakt. De leerkracht gebruikt hiervoor de toetsen die horen bij de leerboeken waaruit de leerlingen les krijgen. Deze toetsen worden methodegebonden toetsen genoemd. De methodegebonden toetsen worden gebruikt als afsluiting van een bepaalde hoeveelheid leerstof. Als de leerkracht een bepaald onderwerp heeft behandeld, kan hij met deze toetsen direct en vrij eenvoudig zien of de leerling zich de stof heeft eigen gemaakt en kan toepassen. De toetsuitslagen worden geregistreerd (digitaal en/of in klassenmap) en geanalyseerd (in samenspraak met de Intern Begeleider en collega leerkrachten). Waar nodig wordt de lesstof aangepast of wordt er een periode gewerkt aan hiaten. Zo wordt er volgens de leerlijnen gewerkt en loopt de leerling zo min mogelijk achterstanden op. Methodegebonden toetsen zijn een hulpmiddel bij het beantwoorden van vragen als: beheerst de leerling de lesstof die ik heb aangeboden nav de specifieke cognitieve doelstelling gesteld in het ontwikkelingsperspectief? hoe presteert deze leerling (of groep) in vergelijking tot leeftijdsgenoten? maakt deze leerling voldoende groei door? op welk niveau kan ik de lesstof aan deze leerling (of aan deze groep) aanbieden? Het Toetsprotocol is opgezet in twee delen De Brouwerij , SO afdeling De Brouwerij , VSO afdeling
september ’14
43
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten De Brouwerij, SO-afdeling. Algemeen Het gebruik van de SO-toetsen Wanneer gebruiken we welke toets? De toetsperiode/toetsplanning De evaluatie van de toetsen, uitleg scores (hoe hier verder mee om te gaan). Algemeen: Toetsen zijn een hulpmiddel voor de leerkracht om het onderwijs zo optimaal mogelijk af te stemmen op het niveau en de behoeften van de leerling. Welke (methodegebonden of methode afhankelijke) toets en bij welke leerling de leerkracht de toets ook afneemt: het is altijd van belang om te realiseren waarom de leerling de toets maakt: welke informatie wil je als leerkracht uit de toets halen? hoe gebruik je deze informatie bij het afstemmen van het onderwijsaanbod op de leerling? Met deze vragen in het achterhoofd bepaalt de leerkracht of de toets past bij wat je van een leerling wilt weten. Samengevat kan de leerkracht de toetsen het beste op de volgende manier selecteren: bij leerlingen met een vertraagde ontwikkeling kies je de toets die qua functioneringsniveau het beste past bij de stof die de leerling beheerst en aangeboden heeft gekregen. Daarbij kan je de tussentoetsen gebruiken als gemakkelijkere varianten van de toetsen voor de medio- en eindmomenten. bij leerlingen met een normale ontwikkeling kies je de toets die bij de normale ontwikkeling past en zal je meestal geen tussentoetsen inzetten. Als de leerling de M4toets heeft gemaakt, zal de leerling het volgende toetsmoment de E4-toets maken. door- en terugtoetsen is alleen zinvol indien het niveau van de leerling meer dan een jaar afwijkt van het niveau van de afgenomen toets én de uitslag je onvoldoende informatie geeft om het onderwijsaanbod te bepalen. Toetsen zijn een hulpmiddel bij het beantwoorden van vragen als: beheerst de leerling (of groep) de lesstof die ik net heb aangeboden? hoe presteert deze leerling (of groep) in vergelijking tot leeftijdsgenoten? maakt deze leerling (of groep) voldoende groei door? op welk niveau kan ik de lesstof aan deze leerling (of aan deze groep) aanbieden? Reguliere toetsen van Cito Met de toetsen van het Cito volgsysteem primair onderwijs volgt de leerkracht de vorderingen van leerlingen op een systematische wijze. De leerkracht krijgt hiermee inzicht in de resultaten van het geboden onderwijs op leerling-, groeps- en schoolniveau. Deze informatie geeft houvast bij het plannen van het onderwijsaanbod. Voor de verwerking van de toetsgegevens biedt het Computerprogramma LOVS niet alleen de mogelijkheid om resultaten te registreren, maar ook om toetsgegevens te analyseren. Heeft de leerling geen specifieke onderwijsbehoeften en is het niveau en de groei van de leerling vergelijkbaar met leeftijdsgenoten? Dan neemt de leerkracht standaard toetsen af uit het Cito Volgsysteem primair onderwijs. Het is niet de bedoeling dat leerlingen zonder specifieke behoeften of beperkingen een aangepaste toets maken. De toets dient immers aan te sluiten bij de wijze waarop het onderwijs wordt aangeboden. Indien de leerkracht in het onderwijsaanbod geen aanpassingen voor de leerling doet, maakt de leerling dus gewoon de standaard toets. Er wordt gebruik gemaakt van de volgende toetsen: Taal voor kleuters
Rekenen voor kleuters Tak (groep 1 t/m 4) september ’14
44
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten Avi/DMT Begrijpend Lezen Rekenen Spelling Studievaardigheden Technisch Lezen Woordenschat Het gebruik van SO-toetsen Geen twee leerlingen zijn gelijk: de één gaat met sprongen door de leerstof heen, de ander stap voor stap. Om ook leerlingen met extra onderwijsbehoeften en/of een vertraagde ontwikkeling goed te volgen, maken we gebruik van de Cito-toetsen voor speciale leerlingen. De toetsen zijn zelfstandig te gebruiken en bestemd voor leerlingen die functioneren op het niveau van groep 3 tot en met groep 8 van het basisonderwijs. De toetsen zijn zowel afneembaar in het speciaal (basis)onderwijs, als bij leerlingen met extra onderwijsbehoeften in het reguliere onderwijs. Wat is het verschil tussen reguliere toetsen en de SO-toetsen? De toetsen voor het SO zijn zodanig aangepast dat de leerkracht de vaardigheid van leerlingen zo optimaal mogelijk volgt. Deze toetsen voor speciale leerlingen verschillen soms met de andere toetsen van het reguliere Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS). Hieronder de belangrijkste verschillen op een rijtje: De toetsen hebben meer structuur (opgaven zijn geclusterd) en een korte instructie. Ook zijn de taken korter dan de eerdere toetsen. Er zijn kleinere ontwikkelstappen tussen twee toetsmomenten dan bij de eerdere toetsen. Dit noemen we tussentoetsen, bijvoorbeeld tussen M3 en E3 is er ook een toets M3/E3. De toetsen zijn zowel digitaal als op papier. De lay-out is aangepast. De vergelijking met leerlingen uit het reguliere onderwijs blijft bestaan. Centraal in de rapportage staan niet de normeringen I tot en met V. In plaats daarvan is er het functioneringsniveau. Met het functioneringsniveau bedoelen we het vaardigheidsniveau van de leerling in relatie tot de gemiddelde niveaus in het basisonderwijs. Twee voorbeelden maken dit duidelijk. Als de vaardigheid van een leerling overeenkomt met die van een gemiddelde leerling aan het eind van groep 4, dan krijgt deze leerling functioneringsniveau E4. Een functioneringsniveau M4/E4 betekent dat het vaardigheidsniveau van een leerling tussen het gemiddelde van medio groep 4 en eind groep 4 ligt.
september ’14
45
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten SGM De Brouwerij maakt gebruik van de volgende SO toetsen: Begrijpend Lezen voor speciale leerlingen, groep 3 t/m 8 Rekenen voor speciale leerlingen, groep 3 t/m 8 Spelling voor speciale leerlingen, groep 3 t/m 8 Wanneer gebruiken we welke toets? De leerkracht bepaalt per leerling welke toets het beste past. Bij de keuze van een passende toets gebruikt de leerkracht de volgende gegevens: - indien aanwezig de uitslag van de vorige toetsafname: bekijk het functioneringsniveau van de leerling op deze toets. Wanneer de leerling wel vooruit is gegaan, maar minder snel dan een gemiddelde basisschoolleerling, kiest de leerkracht de (tussen)toets die op deze toets volgt. Wanneer de leerling bijvoorbeeld bij de vorige toets een score had waarbij gescoord werd op het gemiddelde niveau van midden groep 5, dan kiest de leerkracht voor het volgende toetsmoment de M5E5-toets. Zo hoeft de leerling niet een te moeilijke toets te maken en ook niet twee keer dezelfde toets. - het onderwijsaanbod: welke stof heeft de leerling de afgelopen tijd aangeboden gekregen? Het heeft geen zin om leerlingen een toets voor te leggen waarin veel opgaven voorkomen waarvan de inhoud nog niet is behandeld. - het competentiegevoel van de leerling: is de leerling erg faalangstig? Kies dan voor een toets die niet te moeilijk is. - de samenstelling van de groep: maakt bijna de hele groep de toets M5, maar past volgens u de E5-toets goed bij één leerling van de groep? Dan kan de leerkracht ervoor kiezen om de hele groep dezelfde toets voor te leggen of één of meerdere leerlingen de digitale versie te laten maken. De leerkracht maakt zelf een afweging tussen praktische en inhoudelijke overwegingen. CITO Eindtoets basisonderwijs. De CITO Eindtoets Basisonderwijs biedt uitkomst bij het kiezen van het juiste brugklastype. De resultaten van de toets helpen de intern begeleider, de leerkracht, de leerling en de ouders bij de keuze van een geschikt type voortgezet onderwijs. Leerlingen die hiervoor in aanmerking komen zijn leerlingen die didactisch op groep 6 t/m 8-niveau werken en 12/13 jaar zijn. Het is mogelijk om de eindtoets 2 jaar achter elkaar af te nemen. De toetsperiode. Voor de reguliere toetsten wordt er gebruikt gemaakt van de Cito toetskalender (www.cito.nl/onderwijs/primair%20onderwijs/lvs_toetsen/toetskalenders.aspx). De huidige (normale) Cito-toetsen mogen alleen op die momenten getoetst worden, aangezien je te maken hebt met een normering die op dat moment geldt (meestal januari en juni). Bij toetsing op andere momenten, is de normering niet reëel. Voor de SO-toetsen geldt het volgende: deze toetsen zijn op elk moment in het jaar af te nemen, omdat bij deze toetsen het functioneringsniveau centraal staat. Op deze manier kan de koppeling worden gemaakt met het regulier onderwijs. Hierbij kan de Cito-toetskalender aangehouden worden, maar kunnen tussentijds ook toetsen worden afgenomen. De evaluatie van de toetsen, uitleg scores (hoe hier verder mee om te gaan). - Signaleren: De leerkracht start met het afnemen en nakijken van de toetsen. De resultaten verwerkt de leerkracht tot leerling- en groepsrapporten. Zo heeft de leerkracht direct zicht op het niveau van de leerlingen en op de groei die zij doormaken. - Analyseren: Wanneer het niveau of de groei van een leerling of een groep lager is dan verwacht, stelt de leerkracht vast op welk vlak de problemen liggen. Afhankelijk van het pakket gebruikt de leerkracht daar rapportages uit het Computerprogramma LOVS, papieren analyseformulieren of speciale diagnostische toetsen voor. - Handelen: De analyse van toetsresultaten geeft de leerkracht houvast bij het plannen van het onderwijsaanbod. De leerkracht kan hierbij gebruikmaken van aanwijzingen en suggesties in de handleiding bij een toets en de begeleiding van de intern begeleider. september ’14
46
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
Bij een volgende toetsafname bepaalt de leerkracht welk effect de actie heeft gehad. Dan begint de leerkracht weer aan een nieuwe cyclus van signaleren, analyseren en handelen. Bij toetsen van het Cito, maakt De Brouwerij gebruik Niveau groepsgrootte Vergeleken met lln. op de basisschool I 20% Beste leerlingen II 20% Tussen beste en gem. III IV
20% 20%
V
20%
van onderstaande tabel. Wat Wat doen? weergeven in ev/hp? Zeer goed Verder toetsen Goed bekijk per leerling: verder toetsen of niet Gemiddelde score Voldoende Tussen gem. en Onvoldoende foutenanalyse+ zwakste hulp in de klas, volgende toetsperiode toets opnieuw afnemen overleg met IB Zwakste leerlingen Zwak foutenanalyse + hulp in de klas, volgende toetsperiode toets opnieuw afnemen overleg met IB
Het vergelijken van toetsresultaten De toetsen voor SO en SBO zijn gekoppeld aan de toetsen voor het reguliere basisonderwijs. Daardoor kan de intern begeleider de toetsresultaten van de leerlingen vergelijken met de niveaus in het reguliere basisonderwijs. Bovendien kunnen scholen de toetsgegevens uitwisselen, wanneer leerlingen van de ene schoolsoort naar de andere doorstromen. Functioneringsniveaus Het functioneringsniveau geeft aan op welk niveau een leerling functioneert in vergelijking met leerlingen die het reguliere programma doorlopen. Bijvoorbeeld: een leerling heeft op de Cito-toets Begrijpend lezen M5 een vaardigheidsscore behaald van 8. Deze vaardigheidsscore komt overeen met de vaardigheidsscore van een gemiddelde leerling op het toetsmoment M4. Het functioneringsniveau van de leerling is dus M4. De betekenis hiervan is dat de vaardigheid van de leerling overeenkomt met de vaardigheid van de gemiddelde leerling halverwege groep 4.
september ’14
47
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten Toetsprotocol van SGM de Brouwerij, VSO-afdeling. Binnen de afdelingen van het VSO gebruikt De Brouwerij het toetsingssysteem van het CITO en van TOA. Beide worden, afzonderlijk van elkaar, hieronder toegelicht. CITO Algemeen Het gebruik van de VSO-toetsen Wanneer gebruiken we welke toets? Toetsperiode De evaluatie van de toetsen, uitleg scores (hoe hier verder mee om te gaan). Algemeen Voor de klassen 1, 2, 3 en voor de zgn. praktijkklassen (Pro) maken we gebruik van CITO toetsen. Voor de klas 4, 5 ( en eventueel 6 VWO) maken we gebruik van TOA toetsen (zie TOA toelichting). De uitslagen hiervan zullen aan het OPP worden toegevoegd. Toets 0 t/m 3 maakt deel uit van het Cito Volgsysteem voortgezet onderwijs. De resultaten van de leerlingen kunnen vergeleken worden met landelijke normen. De toetsen voor de onderbouw zijn onmisbare instrumenten om de kwaliteit van het onderwijs in kaart te brengen, de prestaties van de leerlingen te volgen en onderwijskundige beslissingen te ondersteunen. Het gebruik van de VSO-toetsen Met de toetsen meet de leerkracht de prestaties van de leerlingen op kernvaardigheden vanaf de brugklas tot en met de derde klas. Zo weet de leerkracht wat het niveau is van de leerlingen en of ze vooruitgaan. Verdere functies van het toetsen: het niveau bepalen van de leerlingen de vooruitgang in kaart brengen/houden de prestaties van de leerlingen op kernvaardigheden meten de kwaliteit van het onderwijs in kaart brengen indicatie op referentieniveaus en ERK ( Europees referentiekader bij Engels) de koppeling aan de referentieniveaus taal en rekenen. Per 1 augustus 2010 zijn deze referentieniveaus volgens het Referentiekader wettelijk vastgesteld (rapport Meijerink). Wanneer gebruiken we welke toets? Alle toetsen in het volgsysteem hebben zoveel mogelijk betrekking op dezelfde kernvaardigheden. Alle toetsen zijn op drie niveaus: Vmbo-bb Vmbo-kb/gt Havo-Vwo
september ’14
48
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten
De toetsen geven een beeld van de positie van de leerling vergeleken met het landelijk gemiddelde tot op zes niveaus: Vmbo-bb lwoo Vmbo-bb Vmbo-kb Vmbo-gt Havo Vwo Wat zijn de kernvaardigheden? Nederlands leesvaardigheid. Nederlands woordenschat. Nederlands taalverzorging (werkwoordspelling, grammatica en spelling nietwerkwoorden). Engels leesvaardigheid. Engels woordenschat. Engels schrijven. Rekenen en wiskunde (meten, meetkunde, verbanden, getallen, verhoudingen). Toetsperiode Toetsingsmomenten Toets: 0 Toets: 1 Toets: 2 Toets: 3 Toetsingsmoment Sept/okt eerste April/juli eerste Febr./mei April/juli leerjaar leerjaar tweede leerjaar derde leerjaar Meting Nulmeting Voortgang Voortgang Voortgang Doel Zicht op Zicht op niveau Zicht op niveau Zicht op niveau aanvangsniveau - Toets 0 Met deze toets bepaalt de leerkracht het niveau van de leerlingen. Het is een beginmeting voor het volgen van de leerlingen in het voortgezet onderwijs. Daarnaast geven de rapportages een indicatie van de referentieniveaus taal en rekenen. - Toets 1 , Toets 2 en Toets 3 Met deze toetsen meet de leerkracht of de leerlingen op het vereiste niveau blijven en hoe hun voortgang is vergeleken met de gemiddelde voortgang in verschillende schooltypen. Ook bij de Toets 1 en Toets 2 staat een indicatie van de referentieniveaus taal en rekenen. Daar er leerlingen zijn op De Brouwerij die op verschillende momenten van het schooljaar binnenstromen, kan er eventueel met de toetsingsmomenten geschoven worden. De scores kunnen enigszins beïnvloed worden indien er wordt afgeweken van de adviesperiode. Daarnaast kan het zijn dat er de resultaten niet binnen de gestelde periode kunnen worden afgegeven. De evaluatie van de toetsen, uitleg scores. Na de afname van de toetsen stuurt de leerkracht de antwoordbladen naar CITO. Zij verwerken de resultaten en binnen tien werkdagen ontvangt de leerkracht voor iedere leerling een overzichtelijke niveaurapportage op papier. De leerkracht krijgt ook toegang tot de internetrapportage. Deze biedt de mogelijkheid uitgebreide voortgangsrapportages en verschillende groepsoverzichten te downloaden. Zo kan de leerkracht zien of de vooruitgang van de leerlingen overeenkomt met de voortgang van andere leerlingen in Nederland.
september ’14
49
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten TOA Algemeen Het gebruik van de toetsen Wanneer gebruiken we welke toets? Toetsperiode De evaluatie van de toetsen, uitleg scores (hoe hier verder mee om te gaan). Algemeen Voor het VSO, richting beroeps- arbeidstoeleidende trajecten, zet De Brouwerij TOA in. De TOA, Toolkit Onderwijs en Arbeidsmarkt, is een digitale toetsenbank met een schat aan toetsen, op dit moment meer dan 320. Met behulp van deze toetsen kunnen leerlingen tal van vragen zoals die zich voordoen in de praktijk van onderwijs, bedrijfsleven, re-integratie of inburgering beantwoorden. De TOA is een webbased toetssysteem. Via de homepage van deze website (www.toets.nl) logt de leerling eenvoudig in met een gebruikersnaam, code en wachtwoord. Hij/zij heeft dan toegang tot de toetsen. Zo kan de leerling snel, efficiënt en eenvoudig gemeten worden. Het gebruik van de toetsen De TOA zijn goedgekeurd door de Onderwijsinspectie. Zowel de toetsen volgens het Common European Framework (CEF) of Europees referentiekader (ERK) als volgens het referentieniveau Meijerink. De toolkit bevat taaltoetsen voor de referentieniveaus 1F, 2F en 3F voor lezen, luisteren en schrijven. De rekentoetsen gebaseerd op het Raamwerk Rekenen/Wiskunde zijn gekoppeld aan de volgende vier domeinen: Getallen, hoeveelheden, maten (GHM) Gegevensverwerking, onzekerheid (GO) Ruimte en vorm (RV) Verbanden, veranderingen, formules (VV) De toetsen zijn geschikt voor de intake, als voortgangsinstrument en als afsluitende toets. De TOA biedt mogelijkheden tot het toetsen van de volgende gebieden: taalvaardigheid Nederlands taalvaardigheid Engels taalvaardigheid Duits Loopbaan en Burgerschap Ook bevat de toolkit taaltoetsen Nederlands, Duits en Engels op alle niveaus van het CEF de volgende deelgebieden: lezen luisteren schrijven spreken gesprekken voeren Wanneer gebruiken we welk toets? De toetsen worden gebruikt voor: - het inschatten van het startniveau schoolperiode - het klassikaal meten van de voortgang van een groep gedurende het jaar - het achterhalen welke kennis of vaardigheden nog ontbreken bij de zwakkere leerling. Voor de zeven kerntaken voor Leren, Loopbaan- en Burgerschap zoals die geformuleerd zijn voor het MBO (brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap) bevat de TOA een intaketoets (één toets voor alle zeven kerntaken) en zeven examens (één per kerntaak). Daarbij differentieert de toolkit tussen enerzijds niveau 1 en 2 en anderzijds niveau 3 en 4. De intaketoets bestaat uit meerkeuzevragen en is diagnostisch van aard. De uitslag geeft weer aan welke kernta(a)k(en) de leerling nog aandacht moet besteden. De zeven examens bestaan uit twee delen: een multiple-choice deel en een proeve van bekwaamheid. september ’14
50
Onderwijsconcept De Brouwerij, locatie Zetten Toetsperiode TOA toetsen worden het gehele jaar afgenomen. Dit gebeurt bij binnenkomst en bij uitstroom. De structuur van de afname van TOA Bij de binnenkomst op De Brouwerij worden toetsen afgenomen om het startniveau te bepalen. Vervolgens zal, afhankelijk van de verblijfsduur, een tussenmoment worden ingepland voor een toets (tussentijds evaluatiemoment). Aan het einde van het verblijf/ voor examenafname zal de leerling wederom worden afgetoetst. Zo is de lijn waarin de leerling zich ontwikkeld duidelijk zichtbaar. Deze resultaten worden in het OPP verwerkt. Afhankelijk van het niveau zal de leerling passende methoden krijgen waaruit verder gewerkt wordt naar het vervolgniveau. Voorbeeld afname: Datum Afname niveau instroom
Eerste afname
Tweede afname
Derde afname
Bij de gesloten afdelingen van De Brouwerij is de volgende structuur geldig: Er worden vier toetsen afgenomen bij de leerlingen, waardoor er een basisniveau bekend zal worden. Door de beperkte vrijheden binnen de klas en het gesloten kader worden de hoeveelheid toetsen en de inhoudelijke vraag verminderd. Deze toetsen zijn: Rekenen intaketoets 1F-2F-3F Nederlands voorschatter A1-C1 Engels voorschatter A1-C1 Taalverzorging 1F-2F-3F De evaluatie van de toetsen, uitleg scores (hoe hier verder mee om te gaan). De uitslag van een toets geeft een niveau weer. Dit niveau geeft aan of de leerling de competenties heeft (afhankelijk van het vak welke getoetst is) om een beroepsopleiding uiteindelijk met een diploma af te ronden. Per beroepsopleiding en niveau wordt er een bepaald referentieniveau geëist. Indien leerlingen dit niveau nog niet hebben bereikt, is het belangrijk dat zij hier voldoende aandacht aan besteden binnen de gestelde lestijd.
september ’14
51