Onderwijs en individualisering Verkorte rapportage naar aanleiding van de digitale enquête gehouden van 2 t/m 12 december 2010
Aanleiding Zowel politiek als maatschappelijk gezien lijkt een trend van individualisering zichtbaar. Onder individualisering verstaan wij in deze enquête: een situatie waarin het belang van het individu steeds vaker gesteld wordt boven het belang van de groep. De één kijkt hier positief tegenaan, de ander negatief. De Besturenraad was benieuwd naar de opinie van de leden. Hoe wordt er binnen al die scholen en schoolbesturen aangekeken tegen deze trend? Bekend is dat veel scholen en besturen kampen met een tekort aan vrijwilligers en maar met moeite de vereniging levend kunnen houden. Wij ondervroegen of dit wordt herkend, en hoe er in dat geval op ingespeeld wordt. Respons De peiling is opengesteld op vrijdag 2 december en kon worden ingevuld tot en met maandag 13 december. In totaal hebben 74 personen deelgenomen aan de peiling, vrijwel allemaal werkzaam voor schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs.
Besturenraad Ledenpanel - onderwijs en individualisering
pagina 2
Individualisering Vraag 1: Ik vind dat individualisering in de samenleving: 90% 81% 80% 70%
60% 50% 40% 30% 20% 14% 10%
5%
0% toeneemt
afneemt
gelijk blijft
Als definitie voor het begrip individualisering hanteren wij: ‘een situatie waarin het belang van het individu steeds vaker gesteld wordt boven het belang van de groep’. Het beeld is duidelijk, de overgrote meerderheid (81%) van de deelnemers is van mening dat individualisering toeneemt. In de vraag was niet opgenomen voor welke tijdsperiode men deze vraag heeft beantwoord, maar het beeld is duidelijk. Slechts 5% is van mening dat de trend van individualisering afneemt, waar 14% vindt dat deze gelijk blijft. Uit deze cijfers is niet direct op te merken of deze trend als positief of negatief gezien wordt. Uit de antwoorden blijkt al dat individualisering vooral geassocieerd wordt met zorgen en ‘ieder voor zich’. Echter wordt ook een tegenreactie gezien: sociale netwerken worden weer belangrijker. Enkele citaten: Toename ‘De focus van het onderwijsbeleid is vooral gericht op prestatieontwikkeling. Te weinig op duurzame ontwikkeling en de verbindende school.’ ‘De sociale belangstelling wordt steeds minder. het er samen voor gaan komt steeds minder voor. Een vraag hoe ligt het kind in de groep is er bijna niet meer. Alleen als het gepest wordt.’ ‘Je ziet het aan de toename in de vraag om maatwerk, en in het creëren van een ruimte voor morele vrijheid onder het motto dat alles moet kunnen.’ ‘Mensen hebben het vaak alleen maar druk met hun eigen gezin/leefeenheid en geen tijd voor dienstbaarheid aan de samenleving.’ ‘Neo liberale politiek kiest in wetgeving en maatregelen puur het individu als uitgangspunt, waardoor de samenhang en verbinding onder druk komt te staan.’ ‘Vroeger waren ouders lid van een schoolvereniging. Nu zijn ze onderwijsconsument.’ ‘Het omzien naar elkaar en het werkelijk aandacht hebben voor neemt nog steeds af.’ Gelijk/afname ‘Er komt een kentering als gevolg van schaarste in middelen en mensen waardoor meer samengewerkt wordt.’ ‘Ik denk dat die op zijn hoogtepunt is.’ ‘Ik geloof dat er een tendens is om weer op zoek te gaan naar sociale netwerken. Het hoogtepunt van de individualisering is voorbij. Men heeft elkaar nodig.’ ‘Ik vind de individualisering al redelijk ver doorgeschoten, maar het neemt m.i. niet verder toe.’
Besturenraad Ledenpanel - onderwijs en individualisering
pagina 3
Vraag 2: Ik vind de individualisering zoals die zich vandaag de dag manifesteert: 90% 82% 80% 70% 60% 50%
40% 30% 20%
18%
10% 0% overwegend positief, omdat...
overwegend negatief, omdat...
Uit de eerste vraag bleek al dat de respondenten individualisering vooral als overwegend negatief ervaren. Dit wordt duidelijk bevestigd bij vraag twee. De individualisering van vandaag de dag is overwegend negatief (82%). Een kleiner deel is van mening dat het vooral gaat om een overwegend positieve trend. Een aantal argumenten op een rij. Overwegend positief, omdat… ‘Die de eigen verantwoordelijkheid wakker maakt of houdt.’ ‘Kinderen leren beter voor zichzelf op te komen.’ ‘Mensen beter weten aan te geven wat ze willen we waarvoor ze staan.’ ‘Scholen uitgedaagd worden beter te kijken naar onderwijsbehoefte en talenten van kinderen.’ Overwegend negatief, omdat… ‘De samenhang op maatschappelijk gebied afbrokkelt. De verantwoordelijkheid voor de maatschappij en specifiek voor een leefbare wereld voor iedereen neemt af.’ ‘Het gaat in toenemende mate om 'ieder voor zich', maar dan is God niet voor ons allen!’ ‘Het 'ik' voert de boventoon. Solidariteit en samen verantwoordelijk zijn raakt meer op de achtergrond.’ ‘Het individueel belang teveel op de voorgrond staat. En daarbij staan de rechten centraal, de plichten veel minder.’ ‘Het leidt tot egocentrisme en egoïsme en het verlies van solidariteit.’ ‘Het verhaal van ''mijn broeders hoeder?'', al eeuwen oud, speelt toch steeds meer een rol in de soms zelfs vereenzamende samenleving.’ ‘Natuurlijke verbanden die door de Schepper zijn gegeven worden doorbroken (gezin, familie, natuurlijke omgeving, kerk, hiërarchisch gezag.’ ‘Op zich vind ik individualisering wel van belang, maar er is een balans nodig met gemeenschappelijkheid; de balans helt m.i. iets te ver door richting individualisering.’ ‘Per saldo negatief, want aan individualisering zitten ook goede kanten als zelfontplooiing en emancipatie.’
Besturenraad Ledenpanel - onderwijs en individualisering
pagina 4
Vraag 3: Individualisering onder leerlingen 60%
ouders
57%
50% 38%
40% 30% 20%
5%
10% 0% neemt toe
blijft gelijk
neemt af
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
docenten en medewerkers 70%
88%
64%
60% 50%
40%
32%
30% 20% 10%
3%
4%
10%
0% neemt toe
blijft neemt af gelijk
neemt toe
blijft gelijk
neemt af
Is individualisering vooral een brede, maatschappelijke trend, of zien de respondenten dat er verschil zit tussen groepen? De (voornamelijk) schoolbestuurders vinden dat individualisering onder ouders het meeste toeneemt (88%). Slechts 3% vindt dat individualisering onder ouders afneemt. In het geval van leerlingen als ook bij docenten en medewerkers, is ongeveer 60% van de respondenten van mening dat de individualisering toeneemt. Ongeveer eenderde ziet de individualisering onder hen gelijkblijven, en een klein deel ziet een afname.
Vraag 4: Stelling: door de verstatelijking en professionalisering van het onderwijs worden scholen door veel ouders gezien als overheidsvoorzieningen, en niet als maatschappelijke verbanden die je mede schept en draagt. 70% 62% 60%
50%
38%
40%
30%
20%
10%
0% eens
oneens
Deze vraag richt zich op de ouder. Hoe zien zij de school? Bijna tweederde (62%) van de respondenten vindt dat de ouder de school niet meer ziet als een maatschappelijk verband, mede geschept en gedragen door de ouders. Hier zou verstateling en professionalisering aan ten grondslag liggen. 38% is het niet met de stelling eens. Uit de toelichting blijkt dat het beeld divers is. Enkele citaten. ‘Betrokkenheid ouders beperkt zich vaak tot het leveren van kritiek of 'verhaal komen halen'.’ ‘De oorzaak is niet de verstatelijking en professionalisering het zijn gevolgen van meer klantgedrag van ouders, niet willen binden.’ Besturenraad Ledenpanel - onderwijs en individualisering
pagina 5
‘Deels wel mee eens, maar het is de taak en opdracht van de school om als maatschappelijke onderneming te functioneren en dan kan je dat beeld reduceren.’ ‘Gelukkig merken we steeds nog dat de ouders erg betrokken zijn bij het schoolse dagelijks bezig zijn van hun kroost en de leerkrachten. Wel is het opvallend, dat als er zich weer eens een probleem in de samenleving voordoet, je al gauw hoort: Daar moeten ze op school eens meer aandacht aan besteden.............., alsof de school een soort toverdoos voor probleemoplossingen is.’ ‘Ik zie hier wel een langzame kentering. In ons dorp merk ik nog voldoende draagkracht voor school.’ ‘Komt ook door de grotere bemoeienis met het onderwijs vanuit de overheid.’ ‘Mijn school is en éénpitter met een duidelijke plaats in en binding met de omgeving. mijn school wordt in de omgeving daarom zeker gezien als maatschappelijk verband en maar in heel beperkte mate als overheidsvoorziening. landelijk kan anders liggen als de binding tussen school en omgeving minder wordt; bij heel grote verbanden zie ik dat wel.’ ‘Ouders kiezen een school waar hun kind zich veilig voelt en waar de ouders welkom zijn. Als school moet je ouders uitleggen wat je van hen verwacht en ze daar op aanspreken. Ouders zien het niet vanzelf als een maatschappelijk verband, dat je samen draagt. De school moet de ouders daarin 'opvoeden'.’ ‘veel ouders gaan nog voor school als gemeenschap!’
Vraag 5: Mijn organisatie werkt actief aan het versterken van het gemeenschapsgevoel. 100%
93%
90% 80%
70% 60% 50% 40% 30% 20% 7%
10%
0% eens
oneens
In deze enquête wordt individualisme gezien als het stellen van het belang van het individu boven die van de groep. Maar werken de scholen en hun besturen er ook aan om deze trend tegen te gaan? De organisatie van 93% van de respondenten werkt actief aan het bevorderen van het gemeenschapsgevoel, waar 7% procent ontkennend antwoordt op deze vraag. De citaten hieronder geven aan dat er ondermeer gebruik gemaakt wordt van sova-trainingen, bezinningsdagen, en het vastleggen van expliciete doelstellingen. Eens
‘Actief (bovenschools) personeelsbeleid en sterke betrokkenheid van personeelsleden bij het onderwijs op de scholen.’ ‘Actief beleid op ouderparticipatie. De opdracht van de school/overkoepelende organisatie is duidelijk en wordt door de medewerkers gedragen en uitgedragen.’ ‘Bv. opzetten van sova trainingen.’
Besturenraad Ledenpanel - onderwijs en individualisering
pagina 6
‘Dit staat expliciet in onze doelstellingen.’ ‘Door ouders te betrekken in het schoolbeleid, via ouderpanels, proberen we hun beeld van te school te verbreden.’ ‘Vanuit Bijbels waarden en normen gaat het om meer dan jouw eigen geluk en welbevinden.’ ‘Veel aandacht voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden en positieve groepsvorming.’ ‘Wij proberen ons steeds meer te profileren als maatschappelijke organisatie, met dwarsverbindingen in de samenleving.’
Niet eens ‘Er wordt te weinig aandacht besteed aan de versterking van dit gevoel.’ ‘Te weinig, soms weten we ook niet zo goed 'hoe’.’
Vraag 6: De bedoeling van onderwijs die mij het meest aanspreekt is: 40%
38%
35%
30%
27%
25%
19%
20% 16% 15%
10% 5%
0% leerlingen zo leerlingen zo leerlingen goed mogelijk te gelukkig zoveel mogelijk laten presteren mogelijk te laten aan de worden samenleving te laten bijdragen
Anders
Waarom gaat het eigenlijk in het onderwijs. Is het gericht op het geluk van de leerlingen, of op hun prestaties? Of wellicht om de bijdrage van de leerlingen aan de samenleving te maximaliseren? 38% van de respondenten is van mening dat het om een combinatie van twee of drie van deze aspecten gaat. Als we kijken naar diegenen die gekozen hebben voor één van de bedoelingen, valt op dat de grootste groep (27%) van mening is dat zij als bedoeling van onderwijs zien om de leerlingen vooral ten dienste aan de samenleving te laten zijn. 19% kiest voor het gelukkig laten worden van leerlingen, waar 16% de leerlingen zo goed mogelijk wil presteren. In ieder geval kan geconcludeerd worden dat de leerling binnen het onderwijs niet enkel gezien wordt in betrekking tot zichzelf, maar voor een belangrijk deel ook in relatie tot de ander. Enkele toelichtingen geven aan hoe respondenten denken over de bedoelingen van onderwijs.
‘Deze punten gaan in een goed georganiseerde gemeenschap samen.’ ‘Een evenwicht tussen deze zaken is het beste.’ ‘Het gaat om gelukkig worden/zijn, wat mede mogelijk wordt door verantwoordelijkheid te leren nemen voor de ander en de omgeving.’ ‘Kinderen moeten zich goed voelen willen ze goed kunnen presteren.’ ‘Leerlingen hun talenten optimaal laten ontplooien.’ ‘Leerlingen te helpen en bagage (ruim opgevat) mee te geven zodat ze zelfstandig hun weg kunnen vinden in de samenleving als mensen die stevig in hun schoenen staan.’
Besturenraad Ledenpanel - onderwijs en individualisering
pagina 7
‘Leerlingen tot hun recht laten komen. De één kan en wil graag veel presteren. De ander wil gewoon (en alleen) gelukkig zijn. Weer anderen willen later veel aan de samenleving bijdragen.’ ‘De laatste stelling dekt veel, zo ook de eerste stelling. Het gaat wel degelijk om prestatie, maar niet alleen ten dienste van het kind zelf, maar ook ten dienste van de maatschappij.’ ‘Gelukkig worden in een samenleving waaraan bijdrage kan worden geleverd.’ ‘Helaas wordt ook door de nieuwe minister de eerste stelling het meest opgedrongen door te dreigen met financiële sancties. 2 is natuurlijk ook van groot belang.’ ‘Kwalificeren en socialiseren zijn onze centrale woorden.’ ‘Presteren is een onderdeel van gelukkig zijn, niet hoofddoel van onderwijs.’ ‘Wanneer we als school leerlingen kunnen helpen zichzelf en de maatschappij beter te begrijpen dan hebben we het goed gedaan. Ze kunnen dan zelfstandig beslissingen nemen over hun vervolgstappen.’
Besturenraad Ledenpanel - onderwijs en individualisering
pagina 8
Vraag: 7: Welke ontwikkelingen signaleert u op het gebied van participatie? het aantal leerlingen dat in de leerlingenraad plaats wil nemen 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
het aantal ouders dat zich in wil zetten voor de school
60%
69%
57%
50%
35%
20%
8%
10%
blijft gelijk
neemt af
6%
0%
0% neemt toe
41%
30%
20% 10%
53%
40%
30% 16%
60% 50%
40%
16%
het aantal mensen dat plaats wil nemen in het schoolbestuur
neemt toe
blijft gelijk
neemt af
neemt toe
blijft gelijk
neemt af
Heeft de veronderstelde individualisering ook effect op participatie? Is het zo dat er een afnemende of juist een oplopende trend is in de animo voor de leerlingenraad, het schoolbestuur of de inzet als ouder voor de school? Uit de reacties blijkt dat voor enkele respondenten geldt dat er geen sprake is van een leerlingenraad. De meerderheid (69%) geeft aan geen stijgende of dalende trend te zien, een kleiner maar gelijk percentage (16%) ziet een stijging respectievelijk daling. Het beeld voor de ouders is anders. Van de deelnemers aan de peiling is 57% van mening dat het aantal ouders dat zich in wil zetten voor de school afneemt. 35% procent vindt dat de inzet van ouders gelijk blijft, een klein deel (8%) ziet die inzet juist toenemen. Wanneer gekeken wordt naar het aantal vrijwilligers voor in schoolbesturen, ligt de nadruk vooral op ‘neemt af’ (53%) en ‘blijft gelijk’ (41%).
Stelling: Hedendaagse leraren zien hun vak vooral als een betaalde baan, niet als een roeping 50% 43%
45% 40% 35% 30% 25%
23%
24%
20% 15%
10% 5%
4%
5% 0% zeer mee oneens
mee oneens
neutraal
mee eens
zeer mee eens
Het onderwijsberoep is een vak dat vraagt om roeping, gevoel en overtuiging. Veel docenten hebben het gevoel dat onderwijs niet slechts hun broodwinning is, maar dat ze daar op hun plek zijn en hun verantwoordelijkheid hebben. Is het zo dat veel leraren hun vak niet meer vooral als roeping zien,
Besturenraad Ledenpanel - onderwijs en individualisering
pagina 9
maar meer als een betaalde baan? De respondenten geven voor een groot deel (43% aan) dat ze het hiermee oneens zijn. Ongeveer een kwart (28%) is het echter wel (zeer) met de stelling eens. 23% van de respondenten staat neutraal tegenover deze stelling. Enkele citaten hieronder geven meer inzicht in deze keuzes. Niet eens ‘Als het zo was dat het alleen een betaalde baan was dan bleven er niet veel over veel leraren staan met passie voor de klas.’ ‘Als ik zie hoe leerkrachten meer tijd besteden aan hun taak dan de officiële contracten aangeven en ze soms behoorlijk veel vrije tijd opofferen aan......, dan zou je het woord ”Roeping'' daar best op van toepassing kunnen laten zijn.’ ‘Gelukkig valt het grote geld nog niet te verdienen in het onderwijs. Je werkt niet alleen in het onderwijs voor een goed betaalde baan.’ ‘Maar we zijn in rap tempo bezig om die lerarengroep kwijt te raken. Regelgeving, bezuinigingen, werkdruk, ambtenarij, verantwoordingszin enz. Het houdt niet op! De lol gaat ervan af!’ Eens
‘Dat valt me wel op - leraren gaan niet meer zo vaak op in hun baan.’ ‘Er zijn gelukkig nog uitzonderingen die deze regel bevestigen. Deze stelling is m.i. ook een gevolg van de enorme toename van het werken in deeltijd in het onderwijs. Men heeft naast het werk nog genoeg andere dingen te doen.’
Neutraal ‘Het is ook een roeping. Wij nemen leerkrachten aan die betrokken zijn, maar ik vind dat ze er ook goed voor betaald moeten krijgen. Alle leerkrachten op onze school werken meer uren dan waar zij voor worden betaald. Eigenlijk zou dat niet moeten. je moet gewoon je werk goed kunnen doen in de uren die er voor staan.’ ‘Ik aarzel wel, want je ziet ook heel gedreven leraren. Bovendien heb je er zelf natuurlijk invloed op, dus als je wilt wijzen, wijs dan vooral naar jezelf als directie. Bovendien: leraarschap hoeft niet alleen een roeping te zijn!’
Besturenraad Ledenpanel - onderwijs en individualisering
pagina 10
Vraag 9: Wat wilt u verder nog kwijt over het thema van deze enquête?
‘De kracht van het chr. onderwijs zat/zit altijd in het verbindende van kind-thuis-school en vroeger hoorde daar de kerk ook nog bij. Dat wij gevoel verdwijnt, het is een feit en als er niets voor terug komt dan is dat wat mij betreft armoedig.’ ‘Het is belangrijk vanuit grondprincipes (christelijke) richting te geven aan schoolbeleid dat individualisering tegengaat.’ ‘Het lijkt wel of er een kanteling plaats vindt en dat we de grootste hoos naar individualisering al weer achter ons hebben gelaten’ ‘Het maakbaarheidsdenken neemt bij de overheid toe. Opbrengst gericht werken is zeker mogelijk, maar kinderen zijn geen jampotjes die gevuld worden.’ ‘Laten we voorzichtig zijn met het thematiseren van veronderstelde problemen - die roep je eerder daarmee op dan dat je iets bijdraagt.’ ‘Hoe minder marktwerking in het onderwijs hoe prettiger het werken is. Pas dan neemt individualisering af. Zonder afrekenmaatschappij doen leraren ook hun best (goed management zorgt daar voor), dan zullen ze het vak ook weer een roeping gaan vinden.’ ‘Ik zou de voorkeur geven aan aandacht voor de mens als persoon, niet de mens als (egocentrisch)individu. Persoonlijke aandacht betekent aandacht voor ieder mens afzonderlijk, gecombineerd met aandacht voor ieder mens in relatie tot de ander.’ ‘Individualisering kan alleen beoordeeld worden als er een context gegeven wordt.’
Conclusie Uit deze enquête blijkt dat veel schoolleiders een duidelijke trend van individualisering herkennen. Zij zijn van mening dat het belang van het individu steeds vaker gesteld wordt boven het belang van de groep. Een klein deel van de respondenten vindt dat de individualisering al op zijn retour is. Wel ziet de grote meerderheid de trend als een overwegend negatieve ontwikkeling. Daarbij valt hen op dat individualisering ten koste gaat van verbanden en solidariteit in de samenleving. Anderen zien de trend juist positief omdat het meer recht doet aan de eigen verantwoordelijkheid en talenten van kinderen en jongeren. Opvallend is de constatering van veel schoolleiders dat de betrokkenheid van ouders bij de school afneemt, net als het aantal vrijwilligers voor schoolbesturen. En hoewel de respondenten van mening zijn dat de individualisering ook onder leerlingen veelal toeneemt, blijkt dit niet in een duidelijke afname van het aantal kandidaten voor de leerlingenraad. Ook blijkt dat schoolleiders bij veel docenten een roeping zien, een klein deel is van mening dat het vak vooral gezien wordt als een betaalde baan. Hoeveel veerkracht heeft het onderwijs? Er worden veel maatschappelijke taken bij de school over het hek gegooid. Het onderwijs zit er niet op te wachten wanneer deze taken verplichtend van bovenaf worden opgelegd, maar doet er alles aan om hun verantwoordelijkheid te nemen. Bijvoorbeeld als een leerling thuis geen eten heeft gekregen of onverantwoord omgaat met geld. Maar de school beperkt zich niet tot haar ‘verplichte’ takenpakket. Hoewel het actief bevorderen van ‘de gemeenschap’ nog niet van bovenaf bij de school is neergelegd, blijkt dat een grote meerderheid van de schoolleiders in hun organisatie actief werkt aan het bevorderen van het gemeenschapsgevoel. En dat is hoopgevend.
Besturenraad Ledenpanel - onderwijs en individualisering
pagina 11