OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2012-2013 VAN DE BACHELOROPLEIDINGEN TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE EN TECHNISCHE INNOVATIEWETENSCHAPPEN
Het Bestuur van de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences van de Technische Universiteit Eindhoven – TU/e, gelet op de artikelen 9.5, 9.15, eerste lid, onder a, 7.13, eerste, tweede en derde lid, 9.38, onder b, en 9.18, eerste lid, onder a, alsmede artikel 7.8b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, gelet op de instemming d.d. 24 april 2012 van de Universiteitsraad, gelet op de instemming van de Faculteitsraad van de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences, gehoord het advies van de Opleidingscommissie van de opleiding Technische Bedrijfskunde respectievelijk Technische Innovatiewetenschappen, besluit deze Onderwijs- en Examenregeling (onderdeel A en B) van de opleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen vast te stellen.
Deze Onderwijs- en Examenregeling, die in werking treedt op 1 september 2012, luidt als volgt:
1
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW
ONDERDEEL A (van de OER van de bacheloropleiding)
GELDEND VOOR STUDENTEN DIE PER 1 SEPTEMBER 2012 INSTROMEN IN DE PROPEDEUTISCHE FASE VAN DE BACHELOROPLEIDINGEN BINNEN HET BACHELOR COLLEGE BETREFT: het eerste jaar van de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen, met de major Technische Bedrijfskunde resp. de majors Psychology & Technology en Sustainable Innovation
(ZIE VOOR DIT ONDERDEEL DE OER VAN DE MAJOREN TBDK/P&T/SI)
2
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW
ONDERDEEL B (van de OER van de bacheloropleiding)
GELDEND VOOR STUDENTEN DIE VOOR 1 SEPTEMBER 2012 ZIJN INGESTROOMD IN EEN BACHELOROPLEIDING VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN OF OP OF NA 1 SEPTEMBER STARTEN MET EEN SCHAKELPROGRAMMA BETREFT: de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Paragraaf 1.1 Algemeen Artikel 1.1.1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder: afstudeerdocent
een afstudeerdocent is een hoogleraar of een universitair (hoofd)docent van de faculteit
bsa
bindend studieadvies, waaraan een afwijzing kan worden verbonden, zoals bedoeld in artikel 7.8b van de wet
bsa-norm
de norm waaraan moet worden voldaan om een positief (uitgesteld) studieadvies te krijgen, zoals bedoeld in artikel 2.2.1, vijfde lid
examen
een onderzoek door de examencommissie naar de vraag of de student de tentamens van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd
examencommissie
de door het faculteitsbestuur voor elke opleiding (of groep van opleidingen) benoemde commissie ten behoeve van het afnemen van examens en ten behoeve van de organisatie en coördinatie van de tentamens; tenminste één lid is als docent verbonden aan de opleiding of aan een van de opleidingen die tot de groep van de opleidingen behoort (artikel 7.12a, eerste lid, van de wet)
examinator
een door de examencommissie aangewezen lid van het personeel dat met het verzorgen van het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid is belast of een deskundige van buiten de universiteit, ten behoeve van het afnemen van tentamens (artikel 7.12a, eerste lid, van de wet)
getuigschrift
een door de examencommissie aan de student uitgereikt bewijsstuk ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd afgelegd (artikel 7.11, van de wet); een door de desbetreffende examinator(en) aan de student uitgereikt bewijsstuk ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd (artikel 7.11, van de wet)
keuzeonderwijseenheden
een overzicht van onderwijseenheden, opgenomen in de bijlage 1 bij artikel 1.1.2, waaruit de student een keuze moet maken ter invulling van de vrije ruimte binnen zijn opleiding; die keuze behoeft de goedkeuring van de examencommissie (artikel 1.4.2, van deze regeling)
minor
een samenhangend geheel van onderwijseenheden ter verdieping dan wel verbreding van de bacheloropleiding van in totaal maximaal 30 studiepunten, dat door de student in zijn bachelorprogramma moet (hoofdstuk 3 van deze regeling) worden opgenomen 3
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW minormatrix
een overzicht van aangeboden minoren, waaruit de student kan afleiden welke minoren voor hem toegankelijk zijn
OASE
Online Administrative Study Environment
opleiding
een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden, waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken (artikel 7.3, tweede lid, van de wet)
onderwijseenheid
een onderdeel van een opleiding waaraan een tentamen of een praktische oefening is verbonden, zoals omschreven in de bijlage 1 van de OER van de opleiding
onderwijsperiode
de periode waarin het onderwijs in de opleidingen wordt verzorgd, zoals vastgesteld door het college van bestuur bij de aanvang van ieder studiejaar
OWIS
Onderwijs Informatie Systeem
platform academische dit platform is formeel een bestuurscommissie van het CvB, en heeft tot doel academische vorming (als gedefinieerd in ‘Criteria voor vorming academische bachelor en master curricula’) aan de TU/e te bevorderen praktische oefening
een onderwijsactiviteit in één van de volgende vormen: het maken van een scriptie, het maken van een werkstuk of een proefontwerp, het uitvoeren van een ontwerp- of onderzoekopdracht, het verrichten van een literatuurstudie, het doorlopen van een stage, het verzorgen van een (openbare) presentatie, het deelnemen aan veldwerk of excursie, het uitvoeren van proeven en experimenten, het schrijven van een position paper, het deelnemen aan andere noodzakelijke onderwijsactiviteiten gericht op het verwerven van beoogde vaardigheden
STU
het Onderwijs en Studenten Service Centrum van de TU/e
student
een conform de Regeling ‘Inschrijving en beëindiging inschrijving’ van de TU/e formeel door het College van Bestuur aan de opleiding ingeschreven student of extraneus
studiejaar
de periode van 1 september tot en met 31 augustus; een academisch jaar kan op andere data beginnen en/of eindigen
studielast
de studielast van elke opleiding en van elke onderwijseenheid van die opleiding wordt uitgedrukt in (hele) studiepunten (artikel 7.4, van de wet)
studiepakket
de verzameling van onderwijseenheden die voor een student het studieprogramma vormt
studiepunt
een studiepunt is gelijk aan 28 uren studie; 60 studiepunten, die gelijk zijn aan één studiejaar, is gelijk aan 1680 uren studie (artikel 7.4 van de wet)
tentamen
een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek (artikel 7.10, eerste lid, van de wet)
4
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW toets
een tussentijds onderdeel van een tentamen dat medebepalend is voor de eindbeoordeling van een tentamen
vrije minor
een minor die door de student zelf wordt samengesteld; deze minor dient te worden goedgekeurd door de examencommissie
werkdag
maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de door de Nederlandse overheid als zodanig erkende feestdagen, alsmede met uitzondering van de dagen waarop de universiteit is gesloten
wet
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 1.1.2
De opleiding
1. Wat betreft de opleiding zijn in bijlage 1 opgenomen: a. de inhoud van de opleiding en de daaraan verbonden examens, b. indien van toepassing, de inhoud van de afstudeerrichtingen, c. waar nodig, de inrichting van de praktische oefeningen, d. de studielast van de opleiding en van elk van de daarvan deel uitmakende onderwijseenheden, e. het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens en praktische oefeningen, alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden, f. of de opleiding in voltijd, deeltijd of duaal wordt verzorgd, g. of de tentamens mondeling, schriftelijk of op andere wijze worden afgelegd, h. waar nodig, dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor de toelating tot andere tentamens, i. waar nodig, de verplichting tot het deelnemen aan praktische oefeningen met het oog op de toelating tot het afleggen van het desbetreffende tentamen, j. waar nodig, de onderwijseenheden waaruit de student een keuze kan maken voor de invulling van de vrije ruimte van de opleiding, k. minoren waaruit de student een keuze kan maken, l. de aansluitende masteropleiding(en), m. overgangsregelingen, zoals bedoeld in artikel 5.3, n. voorwaarden op grond waarvan de examencommissie voor eerder met goed gevolg afgelegde tentamens in het hoger onderwijs dan wel voor buiten het hoger onderwijs opgedane kennis en vaardigheden, vrijstelling kan verlenen van het afleggen van een of meer tentamens, o. indien zo besloten, welk onderwijs in het Engels wordt gegeven en welke tentamens en examens in het Engels worden afgenomen, p. indien zo besloten, de onderwijseenheden die op basis van artikel 1.4.4 niet voor vervanging in aanmerking kunnen komen, q. de relevante domeinspecifieke disciplines, zoals bedoeld in artikel 1.1.3. 2. In bijlage 2 zijn de nadere eisen voor het uitgestelde bsa opgenomen. 3. In bijlage 3 is het schakelprogramma en de TU/e minor voor HBO’ers opgenomen. 4. In bijlage 4 zijn de voorwaarden met betrekking tot de studiecontracten opgenomen. 5. In bijlage 5 is de uitwerking van het Starprogramma binnen de bacheloropleiding opgenomen. 6. De bijlagen maken integraal onderdeel uit van deze regeling.
5
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW
Artikel 1.1.3
Kwaliteiten
Een afgestudeerde bachelor of science - is academisch gevormd binnen het domein van ‘engineering science & technology’, - is competent in de relevante domeinspecifieke discipline(s) op het niveau van de wetenschappelijke bachelor, zoals weergegeven in bijlage 1, onder q, - kan onderzoeken en ontwerpen onder begeleiding, - ziet het belang in van andere disciplines (interdisciplinariteit), - heeft een wetenschappelijke benadering van problemen en ideeën van eenvoudige aard, op basis van bestaande kennis, - beschikt over intellectuele vaardigheden en kan onder begeleiding kritisch reflecteren, logisch redeneren en tot oordeelsvorming komen, - kan communiceren over resultaten van eigen leren, denken en beslissingen, - is zich bewust van de temporele en maatschappelijke context van wetenschap en technologie (begrip en analyse), - heeft naast een herkenbaar domeinspecifiek profiel een voldoende brede basis om interdisciplinair en multidisciplinair (samen) te kunnen werken. Multidisciplinair betekent hier: gericht op andere relevante disciplines die nodig zijn om het (ontwerp- of onderzoek) probleem op te lossen. Artikel 1.1.4
Randvoorwaarden schakelprogramma
1. De inschrijving voor een HBO-schakelprogramma ten behoeve van een door de student gekozen masteropleiding staat uitsluitend open voor degene die beschikt over een HBO-bachelor getuigschrift. Het feit dat het desbetreffende getuigschrift nog niet is uitgereikt, is geen beletsel voor de inschrijving voor een HBO-schakelprogramma, mits de student beschikt over een verklaring van de examencommissie van de HBO-instelling dat hij voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een HBO-getuigschrift. 2. Een schakelprogramma omvat maximaal 40 studiepunten. 3. Een schakelprogramma kan met instemming van de examencommissie van de bacheloropleiding worden uitgebreid met maximaal 20 studiepunten aan masteronderwijseenheden, die door de examencommissie van de masteropleiding zijn goedgekeurd. De masteronderwijseenheden die tijdens het schakelprogramma zijn behaald, worden als vrijstelling opgenomen op de cijferlijst van de masteropleiding. 4. Binnen één jaar dient de student ten minste 75% van het HBO-schakelprogramma, zoals bedoeld in het tweede lid, te hebben behaald. Indien het een schakelstudent niet lukt om binnen dit jaar minimaal 75% van het HBO schakelprogramma af te ronden (exclusief de 20 studiepunten van de masteronderwijseenheden), mag de student het schakelprogramma niet voortzetten. Verder wordt de student gedurende drie jaar niet toegelaten tot hetzelfde schakelprogrammaaan de TU/e. In bijzondere gevallen kan de examencommissie hiervan afwijken. 5. Pas nadat de onderwijseenheden van het schakelprogramma zijn behaald, is de student toelaatbaar tot de door hem gekozen masteropleiding. Artikel 1.1.5
Taal
1. Gelet op artikel 7.2 van de wet is in afwijking van de hoofdregel bepaald dat het onderwijs resp. de tentamens en examens geheel of gedeeltelijk wordt gegeven resp. worden afgenomen in het Nederlands en/of het Engels. In bijlage 1, onder o, is aangegeven welk onderwijs resp. welke tentamens en examens wordt gegeven resp. worden afgenomen in het Engels. 2. Bij schriftelijke tentamens of toetsen die in het Engels worden afgenomen is het gebruik van een door de examencommissie toegelaten papieren woordenboek NL-EN/EN-NL toegestaan. 3. De student die het bezwaarlijk vindt bij een schriftelijk tentamen of toets, als bedoeld in het tweede lid, in het Engels te moeten antwoorden kan bij de examencommissie een met redenen omkleed verzoek indienen het betreffende tentamen of de toets in het Nederlands te mogen beantwoorden. 6
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW 4. Bij de beoordeling van het verzoek, bedoeld in het derde lid, houdt de examencommissie in het bijzonder rekening met de belangen van de student, de aard van de beantwoording die van de student verwacht wordt en de plaats van de betreffende onderwijseenheid in het curriculum. 5. Een verzoek als bedoeld in het derde lid wordt schriftelijk bij de examencommissie ingediend uiterlijk vier weken voor de betreffende tentamenperiode; de examencommissie besluit uiterlijk twee weken voor de betreffende tentamenperiode. 6. In artikel 3.7 zijn de regels opgenomen over de taal waarin de minoren worden gegeven. Artikel 1.1.6
Studiepakketten en aanmelden onderwijs
1. Iedere student wordt door de facultaire onderwijsadministratie voor aanvang van het studiejaar tenminste voorzien van de verplichte onderwijseenheden van zijn opleiding door deze op te nemen in een studiepakket in OWIS. 2. De student dient zich uiterlijk vijftien werkdagen voor aanvang van elk kwartiel in OASE aan te melden voor de onderwijseenheden uit het volgende kwartiel. 3. In afwijking van het tweede lid geldt dat studenten door de facultaire onderwijsadministratie automatisch zijn aangemeld voor het volgen van het onderwijs van de onderwijseenheden in het eerste kwartiel. 4. In uitzonderlijke gevallen kan een student na overleg met de opleidingsdirectie, tot vijf werkdagen voor aanvang van een kwartiel de in dat kwartiel te volgen onderwijseenheden wijzigen. De wijziging zal door de facultaire onderwijsadministratie worden doorgevoerd in het studiepakket. 5. Een student geeft vóór 1 juli voorafgaand aan het derde jaar van de bacheloropleiding, door welke minor hij wil gaan volgen. De facultaire onderwijsadministratie neemt de onderwijseenheden op in het studiepakket, zodat de student zich voor deze onderwijseenheden kan aanmelden. 6. Een student die een of meerdere onderwijseenheden, die niet tot zijn studiepakket behoren, dan wel keuzeonderwijseenheden wil volgen en daarin tentamen wil afleggen, dan wel onderwijseenheden wil vervangen zoals bedoeld in artikel 1.4.4, verzoekt ten minste acht weken voorafgaand aan het kwartiel waarin het onderwijs wordt gegeven, toestemming aan de examencommissie. 7. Wanneer een student toestemming van de examencommissie heeft verkregen, zoals bedoeld in het vorige lid, geeft de examencommissie dat terstond door aan de facultaire onderwijsadministratie. De facultaire onderwijsadministratie voegt de onderwijseenheden aan het studiepakket toe, zodat de student zich voor die onderwijseenheid kan aanmelden. 8. Voor onderwijseenheden, die geen onderdeel uitmaken van het studiepakket, mag een student zich niet aanmelden, het onderwijs niet volgen en er geen tentamen in afleggen. 9. Voor de student, die samen met de studieadviseur een studiecontract heeft opgesteld, zoals bedoeld in artikel 2.2.1, tweede lid, geeft de studieadviseur zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 1 oktober aan de facultaire onderwijsadministratie door voor welke tweedejaars onderwijseenheden deze student zich mag aanmelden. In tegenstelling tot het tweede lid geldt dat de student zich uiterlijk binnen 10 werkdagen na 1 oktober dient aan te melden voor de bewuste onderwijseenheid. Artikel 1.1.7 1.
2. 3.
4.
Studiepakketten en aanmelden onderwijs schakelstudenten
Iedere schakelstudent wordt door de facultaire onderwijsadministratie voor aanvang van het schakelprogramma voorzien van de onderwijseenheden die onderdeel zijn van zijn schakelprogramma door deze op te nemen in een studiepakket in OWIS. De student dient zich uiterlijk vijftien werkdagen voor aanvang van elk kwartiel in OASE aan te melden voor de onderwijseenheden uit het volgende kwartiel. In afwijking van het tweede lid, geldt dat de studenten door de facultaire onderwijsadministratie automatisch zijn aangemeld voor het volgen van het onderwijs van de onderwijseenheden in het eerste kwartiel. Voor onderwijseenheden, die geen onderdeel uitmaken van het studiepakket, mag een student zich niet aanmelden, het onderwijs niet volgen en er geen tentamen in afleggen.
7
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW 5.
Wanneer de examencommissie van de masteropleiding op verzoek van de schakelstudent instemt met een uitbreiding van het studiepakket met maximaal 20 studiepunten aan masteronderwijseenheden, geeft de examencommissie dit terstond door aan de facultaire onderwijsadministratie, die deze onderwijseenheden aan het studiepakket van de student toevoegt. De student kan zich vervolgens voor deze vakken aanmelden, het onderwijs volgen en er tentamens in afleggen.
Paragraaf 1.2 Tentamens Artikel 1.2.1.a Frequentie, vorm en volgorde van tentamens 1. Van de gelegenheden tot het afleggen van schriftelijke tentamens wordt jaarlijks vóór 1 augustus door het faculteitsbestuur een tentamenrooster opgesteld dat in de eerste week van augustus wordt bekendgemaakt, met dien verstande dat de interim-periode (herkansingenweek) vóór aanvang van de INTRO van de TU/e en de INTRO van de studentenverenigingen plaatsvindt. 2. Het faculteitsbestuur kan in bijzondere gevallen tot uiterlijk twee maanden voordat een schriftelijk tentamen plaatsvindt, afwijken van het in het vorige lid bedoelde rooster. De betrokken studenten worden door het faculteitsbestuur onder opgaaf van redenen onverwijld in kennis gesteld van de wijziging in het rooster. 3. Mondeling en op andere wijze dan schriftelijk af te nemen tentamens worden op een door de examinator, zo veel mogelijk na overleg met de student, te bepalen tijdstip afgenomen. 4. Tot het afleggen van de tentamens van de opleiding wordt ten minste twee maal per studiejaar de gelegenheid geboden (zie bijlage 1, onder e). 5. In afwijking van het vorige lid wordt tot het afleggen van tentamens, die als onderdeel van een gekozen minor worden gevolgd, twee maal per studiejaar de gelegenheid geboden. 6. Indien een onderwijseenheid uit een studieprogramma of minor vervalt, wordt in het eerste studiejaar dat het onderwijs in die onderwijseenheid niet meer wordt verzorgd nog ten minste tweemaal de gelegenheid geboden het tentamen in die onderwijseenheid af te leggen. 7. In afwijking van het bepaalde in het vierde en vijfde lid wordt voor het afleggen van een tentamen in een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in een bepaald studiejaar niet wordt verzorgd, in dat studiejaar ten minste eenmaal de gelegenheid geboden. 8. De examencommissie kan besluiten in bijzondere gevallen af te wijken van het aantal malen dat een tentamen kan worden afgelegd, alsmede van de vorm en de volgorde waarin het tentamen wordt afgelegd. Artikel 1.2.1.b Extra tentamenmogelijkheid in verband met de toelating tot een masteropleiding aan de Technische Universiteit Eindhoven (hardheidsclausule harde knip) 1. Wanneer er sprake is van een student, van een voorbereidende bacheloropleiding aan de TU/e, - met erkende (schrijnende) persoonlijke omstandigheden, of - die nominaal of bijna nominaal (3-3,5 jaar) studeert én maximaal 6 studiepunten mist, kan hij de examencommissie verzoeken om één extra tentamenmogelijkheid per bacheloronderwijseenheid, die hij nog niet met een voldoende heeft afgesloten. 2. Voor de procedure rondom het erkennen van (schrijnende) persoonlijke omstandigheden is artikel 2.2.2, derde tot en met zesde lid, van overeenkomstige toepassing. 3. In het besluit van de examencommissie wordt gemotiveerd of de persoonlijke omstandigheden worden erkend, welke consequenties dit voor de student heeft en wanneer, bij een positief besluit van de examencommissie, de extra tentamenmogelijkheid zal plaatsvinden.
8
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW 4. Bij de beoordeling of een student bijna nominaal studeert, kan de examencommissie besluiten om in een individuele situatie de studietijd voor bijna-nominaal studeren uit te breiden met (een deel van de of de gehele) periode die besteed is aan bestuurlijke activiteiten in het kader van studieverenigingen (of andere omvangrijke bestuurlijke activiteiten, dit naar het oordeel van de examencommissie). Om in aanmerking te komen voor voornoemde uitbreiding van bijna-nominaal studeren is een onderbouwing van de bestuurlijke activiteiten nodig waarbij de examencommissie elke aanvraag individueel afweegt. 5. De extra tentamenmogelijkheden, zoals bedoeld in het eerste lid, dienen vóór aanvang van een semester te hebben plaatsgehad en de uitslagen daarvan zijn vastgesteld, om te bewerkstelligen dat de student voor aanvang van een semester voldoet aan de eis dat een student zijn bachelordiploma behaald moet hebben, ten einde te kunnen worden toegelaten tot een masteropleiding. 6. Wanneer voldaan wordt - aan de eisen zoals gesteld in het eerste lid, én - de tentamenresultaten van de extra tentamenmogelijkheden niet tijdig bekend zijn gemaakt, én - de student geen inhoudelijke kennis voor bepaalde masteronderwijseenheden ontbeert, is artikel 1.4.c juncto artikel 2.4, tweede lid, van de OER van de masteropleiding van toepassing. Artikel 1.2.2
Geldigheidsduur en bewaartermijnen van tentamens
1. De geldigheidsduur van een tentamenresultaat is in beginsel onbeperkt. 2. De examencommissie kan echter, wanneer een tentamenresultaat ouder is dan zes jaar, een aanvullend tentamen of een vervangend tentamen opleggen. 3. Beoordeelde schriftelijke tentamens dienen gedurende ten minste twee jaren na vaststelling van de uitslag te worden bewaard. 4. Driedimensionale werkstukken dienen gedurende ten minste zes weken na vaststelling van het cijfer, doch in ieder geval gedurende een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure te worden bewaard. 5. Stageverslagen dienen gedurende ten minste zes jaar en afstudeerverslagen gedurende ten minste tien jaar te worden bewaard. Artikel 1.2.3
Mondelinge tentamens
1. Bij een mondeling tentamen wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd. 2. Bij het afnemen van een mondeling tentamen heeft de student recht op de aanwezigheid van een tweede examinator. 3. Het mondeling afnemen van tentamens is openbaar. 4. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in de vorige leden. Artikel 1.2.4
Deelname en aanmelding
1. Een student kan slechts deelnemen aan een tentamen van de opleiding indien hij is ingeschreven bij de opleiding, met inachtneming van de in bijlage 1, onder h en i, voorgeschreven volgtijdelijkheid en de onderwijseenheid is opgenomen in zijn studiepakket. 2. Een student die aan een centraal georganiseerd schriftelijk tentamen wenst deel te nemen meldt zich uiterlijk vijf werkdagen voor de desbetreffende tentamenperiode daarvoor aan bij het STU op de door het STU bepaalde wijze. 3. De student is verplicht zich voorafgaand aan of tijdens de eindtoets op verzoek van de examinatoren dan wel surveillanten te legitimeren met het voor dat studiejaar geldig bewijs van inschrijving en zijn collegekaart. Bij gebreke van een collegekaart kan een student zich ook identificeren met een geldig legitimatiebewijs. Wanneer de student hiertoe niet in staat is, mag hij niet deelnemen aan de het tentamen.
9
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW 4. Een student die reeds drie keer een tentamen zonder goed gevolg heeft afgelegd, dient voorafgaand aan de daarop volgende keer dat hij zich voor dat tentamen wenst aan te melden, met de studieadviseur afspraken te maken over zijn studieaanpak aan de hand van een door de student opgesteld studieplan. 5. Het zich aanmelden voor een tentamen maar niet verschijnen of het gemaakte tentamenwerk/ tentamenantwoordformulier niet inleveren, wordt, voor toepassing van het vierde lid, beschouwd als het niet met goed gevolg hebben afgelegd van het tentamen. 6. Het werk van de student die zonder zich te hebben aangemeld deelneemt aan een tentamen, wordt niet beoordeeld. De student wordt beschouwd als niet te hebben deelgenomen aan het tentamen. Indien er sprake is van bijzondere persoonlijke redenen waarom de student zich niet tijdig heeft aangemeld voor deelname aan een tentamen, kan de examencommissie besluiten dat de examinator het ingeleverde werk toch moet beoordelen. 7. De examencommissie stelt vast of de student voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot een tentamen. 8. Ter vervanging van een centraal georganiseerd schriftelijk tentamen kan de examencommissie in bijzondere omstandigheden de student een vervangend tentamen toestaan. 9. Aanmelding voor onderwijsactiviteiten, zoals praktische oefeningen en colleges, waar dat om organisatorische en/of educatieve redenen noodzakelijk wordt geacht, dient te geschieden volgens de regels zoals die gepubliceerd zijn in OASE. Voor studenten die zich niet volgens deze regels, voor de aangegeven sluitingsdatum, aanmelden voor een onderwijseenheid kan dit betekenen dat deelname aan de betreffende onderwijseenheid in die periode niet mogelijk is. De examencommissie kan uitzonderingen op dit lid toestaan. Artikel 1.2.5
Terugtrekking
1. Een student kan zich na aanmelding uiterlijk vijf werkdagen voordat het tentamen plaatsvindt terugtrekken door middel van mededeling daarvan aan het STU op de door het STU bepaalde wijze. 2. Terugtrekking voor een tentamen korter dan vijf werkdagen voordat het tentamen plaatsvindt, wordt voor de toepassing van artikel 1.2.4, vierde lid, beschouwd als het niet met goed gevolg hebben afgelegd van een tentamen. 3. De studieadviseur kan in bijzondere gevallen, na een schriftelijk verzoek daartoe van de student te hebben ontvangen, bepalen dat een terugtrekking, als bedoeld in het vorige lid, geen gevolgen heeft voor de toepassing van artikel 1.2.4, vijfde lid. De studieadviseur geeft dit terstond door aan de facultaire onderwijsadministratie. Artikel 1.2.6
Beoordeling van tentamens, toetsen en praktische oefeningen
1. Beoordeling van tentamens, toetsen en praktische oefeningen vindt plaats door examinator(en). Wanneer een tentamen van onderwijseenheden die onderdeel zijn van de propedeutische fase met een vijf is beoordeeld en het resultaat van invloed is op het bindend studieadvies, dient het tentamen door een tweede examinator te worden beoordeeld. De vaststelling van het uiteindelijke resultaat geschiedt na overleg tussen de eerste en tweede examinator. 2. De vaststelling van het resultaat van tentamens, toetsen en praktische oefeningen geschiedt per individuele student, waarbij dit verdeeld kan zijn in een aantal componenten. 3. a. De beoordeling van een tentamen, alsmede van het onderzoek, genoemd in artikel 1.3.1, tweede lid, van dit reglement, wordt uitgedrukt in hele getallen volgens de beoordelingsschaal 0 t/m 10 dan wel met een ‘vrijstelling’ (VR). b. De beoordeling van praktische oefeningen wordt uitgedrukt in hele getallen volgens de beoordelingsschaal 0 t/m 10 dan wel in Onvoldoende (ON), Voldoende (VO), Goed (GO), Zeer Goed (ZG) of Gedaan (GN).
10
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW
4.
5.
6. 7.
8.
Wanneer het een toets of praktische oefening betreft, die meetelt voor het eindcijfer, dient in de studeerwijzer van de betreffende onderwijseenheid vermeld te zijn in welke vorm en – met inachtneming van de termijn in artikel 1.2.7 – op welke termijn beoordeling en/of terugkoppeling naar de student zal plaatsvinden en hoe de herkansing van de praktische oefening is geregeld. c. De beoordeling van toetsen wordt uitgedrukt in tienden op de beoordelingsschaal 0 t/m 10. d. De beoordeling van het bacheloreindproject wordt uitgedrukt in halve getallen, op de beoordelingsschaal 0 t/m 10. e. Indien de eindbeoordeling van een tentamen of praktische oefening een gewogen of ongewogen gemiddelde is van de resultaten van toetsen en/of praktische oefeningen dan worden deze resultaten uitgedrukt in tienden. a. Een tentamen is met goed gevolg afgelegd, indien het is beoordeeld met een cijfer 6 of hoger, dan wel wanneer daarvoor een VR is verleend. b. Een praktische oefening is met goed gevolg afgelegd, indien het is beoordeeld met een cijfer 6.0 of hoger respectievelijk VO, GO, ZG of GN, dan wel daarvoor een VR is verleend. c. Ten aanzien van onderwijseenheden met een vakcode beginnend met ‘0’ of ‘1’ geldt dat indien de eindbeoordeling van een tentamen een gewogen of ongewogen gemiddelde is van de resultaten van toetsen, elk voorzien van een eigen vakcode, het betreffende tentamen slechts met goed gevolg, als bedoeld onder a en b, kan worden afgelegd indien de toetsen zijn beoordeeld met een 5.5 of hoger, met dien verstande dat één toets mag zijn beoordeeld met tenminste een 5.0. d. Het bacheloreindproject is met goed gevolg afgelegd, indien het is beoordeeld met een cijfer 6.0 of hoger. Indien de student zich wel voor een tentamen heeft aangemeld, maar niet is verschenen of zich niet tijdig heeft teruggetrokken, wordt de tentamenuitslag voor de toepassing van artikel 1.2.4, vierde lid, beschouwd als het niet met goed gevolg hebben afgelegd van een tentamen en wordt de uitslag aangeduid met ‘niet verschenen’ (NV). Indien een student heeft gefraudeerd wordt de tentamenuitslag voor de toepassing van artikel 1.2.4, vierde lid, van deze regeling beschouwd als ‘onvoldoende’ (ON). De beoordelingscriteria worden uiterlijk bij aanvang van een toets of een tentamen bekend gemaakt. Vooraf wordt de puntenverdeling bij de vragen bekendgemaakt. In uitzonderingsgevallen kan de docent de examencommissie verzoeken de normering achteraf aan te passen De wijze van beoordeling is zodanig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van zijn tentamen of toets tot stand is gekomen.
Artikel 1.2.7
Uitslag
1. De examinatoren stellen de uitslag van schriftelijk tentamens of schriftelijke toetsen van onderwijseenheden die onderdeel zijn van de propedeutische fase zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen tien werkdagen na afloop van een tentamen of toets vast voor die studenten die te maken krijgen met een studieadvies zoals bedoeld in artikel 2.2.1. Voor studenten waarvoor dit studieadvies niet van toepassing is en voor andere onderwijseenheden geldt dat de uitslag zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijftien werkdagen na afloop van een tentamen of van een toets wordt vastgesteld. Wanneer een student voor een extra tentamenmogelijkheid in aanmerking komt, zoals bedoeld in artikel 1.2.1.b, zesde lid, wordt de uitslag van het extra tentamen in ieder geval ten minste 20 werkdagen vóór aanvang van de eerstvolgende tentamenperiode vastgesteld. Wanneer de student daarmee voldoet aan de eisen van het bachelorgetuigschrift, kan de examencommissie op verzoek van de student een verklaring opstellen, waaruit dat blijkt. 2. In afwijking van de eerste volzin uit het eerste lid stellen de examinatoren de uitslag van: a. schriftelijke tentamens of van schriftelijke toetsen van onderwijseenheden die onderdeel zijn van de propedeutische fase gemaakt in de tentamenperiode van het vierde kwartiel zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf werkdagen na afloop van het tentamen of de toets vast; 11
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW
3. 4.
5.
6.
7.
8. 9.
10.
b. schriftelijke tentamens gemaakt in de interimperiode zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf werkdagen na afloop van het tentamen vast, met dien verstande dat de uitslagen van deze tentamens minimaal vijf werkdagen vóór 1 september dienen te zijn vastgesteld. De examinatoren stellen niet later dan één werkdag na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en delen deze direct mede aan de student. Ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie vooraf op welke wijze en binnen welke termijn de student in kennis wordt gesteld van de uitslag. Wanneer over de inlevering van een praktische oefening een termijn of datum is afgesproken, kan de examencommissie besluiten die praktische oefening toch te laten beoordelen wanneer de student vanwege bijzondere persoonlijke redenen een praktische oefening niet tijdig heeft ingeleverd. De examinatoren stellen de uitslag van een praktische oefening zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijftien werkdagen na ontvangst ervan vast. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid stellen examinatoren de uitslag van een schriftelijke toets, die buiten de tentamenperiode wordt afgenomen, zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf werkdagen na afloop van de toets vast. Indien de desbetreffende examinatoren door bijzondere omstandigheden niet in staat zijn te voldoen aan het bepaalde in de voorgaande leden, melden zij dit met redenen omkleed aan de examencommissie. De betrokken studenten worden door de examencommissie onverwijld van de vertraging op de hoogte gesteld, onder vermelding van de termijn waarbinnen de uitslag alsnog bekend wordt gemaakt. Dit lid kan door examinatoren niet worden ingeroepen wanneer het onderwijseenheden betreft die onderdeel zijn van de propedeutische fase. Van de uitslag van een tentamen wordt door of namens de examencommissie aan de student schriftelijk dan wel elektronisch een verklaring uitgereikt. Bij de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, als bedoeld in artikel 1.2.8, en de mogelijkheid tot nabespreking, als bedoeld in artikel 1.2.9, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. Voor de datering van een tentamen geldt de datum waarop het schriftelijk tentamen is gehouden of het mondelinge tentamen is afgelegd. Voor de datering van een praktische oefening geldt de datum waarop het verslag definitief is ingeleverd dan wel de mondelinge eindpresentatie is gehouden, dan wel, indien er geen sprake is van een verslag of een eindpresentatie, de praktische oefening is afgerond.
Artikel 1.2.8 Inzagerecht schriftelijke tentamens 1. Gedurende ten minste twintig werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. Tegen kostprijs kan op verzoek van de student een kopie van het beoordeelde werk worden verstrekt. 2. Gedurende de termijn, genoemd in het eerste lid, kan elke belanghebbende op zijn verzoek kennisnemen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examinator maakt binnen vijf werkdagen nadat het desbetreffende verzoek is ontvangen, bekend op welke plaats en tijd de in het eerste en tweede lid bedoelde inzage of kennisneming geschiedt. 4. Indien de student en/of belanghebbende aantoont buiten zijn schuld verhinderd te zijn of te zijn geweest op de vastgestelde plaats en tijd te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn.
12
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW Artikel 1.2.9
Nabespreking tentamens
1. Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de uitslag van een mondeling tentamen vindt op verzoek van de student dan wel op initiatief van de examinatoren een nabespreking plaats tussen de examinatoren en de student. In dat geval wordt de gegeven beoordeling gemotiveerd. 2. Indien door of vanwege de examencommissie een collectieve nabespreking wordt georganiseerd na afloop van een schriftelijk tentamen, worden het tijdstip en de plaats van de nabespreking door de examencommissie bekend gemaakt. 3. Indien een student buiten zijn schuld verhinderd is of is geweest bij de collectieve nabespreking aanwezig te zijn dan wel indien geen collectieve nabespreking is of wordt georganiseerd, kan een student binnen twintig werkdagen nadat de uitslag van het schriftelijk tentamen aan hem is bekend gemaakt, de examinator (gemotiveerd) verzoeken om een individuele nabespreking. Vervolgens wordt een individuele nabespreking gepland. Paragraaf 1.3 Examens Artikel 1.3.1
Aanmelding en terugtrekking
1. Een student dient zich uiterlijk twintig werkdagen voor de datum van een examen daarvoor bij het STU aan te melden op de door het STU bepaalde wijze. 2. De examencommissie maakt tijdig aan de desbetreffende student bekend wanneer zij een onderzoek als bedoeld in artikel 7.10, tweede lid, van de wet zal verrichten. 3. Terugtrekking voor examens is toegestaan tot uiterlijk vijf dagen voordat het desbetreffende examen zou worden afgelegd. Artikel 1.3.2
Tijdvakken en frequentie examen
Tot het afleggen van het propedeutische examen en het afsluitende bachelorexamen wordt ten minste vier maal per jaar de gelegenheid gegeven. De data van de zittingen van de examencommissie worden voor aanvang van het studiejaar door de examencommissie bekend gemaakt. Artikel 1.3.3
Beoordeling en uitslag
1. a. Indien een student een tentamen meer dan eenmaal heeft afgelegd, neemt de examencommissie voor de vaststelling van de uitslag van het examen het hoogst behaalde resultaat in aanmerking. b. Indien een student voor een onderwijseenheid, waarvoor een vrijstelling (VR) is verleend, alsnog besluit het tentamen of de praktische oefening af te leggen wordt VR vervangen door de uitslag van het tentamen, indien dit met goed gevolgd is afgelegd. 2. De uitslag van het afsluitend examen is ‘geslaagd’ dan wel ‘afgewezen’, met behoud van de behaalde resultaten. De uitslag wordt gebaseerd op de status van de behaalde resultaten, zoals die vijf werkdagen voor de datum van het examen formeel staan geregistreerd. 3. Een student is voor het examen geslaagd, indien hij de tot het examen behorende tentamens en praktische oefeningen met goed gevolg heeft afgelegd dan wel voltooid, met inachtneming van de compensatieregeling van artikel 4.2 van het Examenreglement alsmede met eventueel aan de student verleende vrijstellingen op grond van artikel 1.4.1 van deze regeling en artikel 2.4 van het Examenreglement, dan wel indien het door de examencommissie ingestelde onderzoek als bedoeld in artikel 1.3.1, tweede lid, met het cijfer 6 of hoger is beoordeeld. 4. De examencommissie kan onder door haar te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg hoeft te zijn afgelegd om vast te kunnen stellen dat het examen met goed gevolg is afgelegd.
13
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW Paragraaf 1.4 Procedure goedkeuring examencommissie Artikel 1.4.1
Vrijstelling
1. Een verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een of meer tentamens wordt schriftelijk bij de examencommissie ingediend uiterlijk twee maanden voordat het tentamen wordt afgenomen. Een verzoek tot vrijstelling van het afleggen/deelnemen van een praktische oefening wordt zo spoedig als mogelijk bij de examencommissie ingediend. Voor internationale studenten, schakelstudenten en zij-instromers geldt een kortere termijn in het kwartiel waarin ze instromen. 2. Het verzoek gaat vergezeld van de bescheiden die redelijkerwijze nodig zijn voor de beoordeling of de desbetreffende student vrijstelling kan worden verleend. 3. De gronden waarop de examencommissie vrijstelling kan verlenen voor het afleggen van een bepaald tentamen of voor deelname aan een praktische oefening hebben uitsluitend betrekking op het niveau, de inhoud en de kwaliteit van de eerder door de desbetreffende student behaalde tentamens of examens, dan wel van de door de student buiten het hoger onderwijs opgedane kennis, inzicht en vaardigheden. 4. Een besluit om de vrijstelling niet te verlenen wordt door de examencommissie niet eerder genomen dan nadat de student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. 5. De examencommissie besluit binnen vier weken na ontvangst van het verzoek. 6. Het besluit tot het verlenen van vrijstelling van het afleggen van een tentamen of van deelname aan een praktische oefening wordt gelijkgesteld met de beoordeling ’voldoende’ en aangeduid met: VR. 7. Voorwaarden voor het verlenen van vrijstellingen zijn opgenomen in het Examenreglement. Artikel 1.4.2
Keuze-onderwijseenheden
1. Een verzoek tot goedkeuring van de door de student te volgen keuze-onderwijseenheden, als bedoeld in bijlage 1, onder j, wordt schriftelijk bij de examencommissie ingediend, uiterlijk vier weken voordat het onderwijs van de desbetreffende onderwijseenheden een aanvang neemt. 2. Een besluit om de goedkeuring niet te verlenen wordt door de examencommissie niet eerder genomen dan nadat de student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. 3. De examencommissie besluit binnen vier weken na ontvangst van het verzoek. 4. De examencommissie kan van de onder het eerste lid gestelde termijn afwijken. Artikel 1.4.3
Vrij programma
1. Een student die is ingeschreven voor een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs kan zelf uit onderwijseenheden die door een instelling worden verzorgd een programma samenstellen waaraan een examen is verbonden. 2. Een gemotiveerd verzoek tot toestemming voor het volgen van een vrij onderwijsprogramma wordt ten minste drie maanden voor de aanvang van het desbetreffende onderwijs ingediend bij de examencommissie. 3. De examencommissie besluit binnen vier weken na ontvangst van het verzoek. 4. Een besluit om de goedkeuring niet te verlenen wordt door de examencommissie niet eerder genomen dan nadat de student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. 5. Het besluit vermeldt de opleiding waartoe het vrije programma wordt geacht te behoren. 6. De examencommissie kan van de in het tweede lid gestelde termijn afwijken.
14
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW
Artikel 1.4.4
Vervangende onderwijseenheden
1. Een student, die zich minimaal voor de derde keer voor de opleiding heeft ingeschreven, kan maximaal drie bacheloronderwijseenheden uit het tweede of derde jaar van de opleiding waarvoor hij staat ingeschreven vervangen door andere onderwijseenheden die aan de TU/e worden gegeven, niet zijnde onderwijseenheden die onderdeel uitmaken van de propedeutische fase. 2. In bijlage 1, onder p, kan worden opgenomen welke onderwijseenheden in het kader van de toepassing van dit artikel niet kunnen worden vervangen. 3. De student, zoals bedoeld in het eerste lid, dient een schriftelijk verzoek in bij de examencommissie, waarin hij aangeeft welke bacheloronderwijseenheden - van de opleiding waarvoor hij staat ingeschreven - hij wil vervangen door andere onderwijseenheden die aan de TU/e worden gegeven, waarbij het aantal studiepunten van de vervangende onderwijseenheden gelijk of meer dient te zijn. Het verzoek gaat vergezeld van een studieplan dat de student met de studieadviseur heeft opgesteld. 4. Onderwijseenheden uit het tweede jaar van de bacheloropleiding, waarvoor de student staat ingeschreven, kunnen worden vervangen door onderwijseenheden uit het tweede of het derde jaar van een TU/e bachelor- of masteropleiding. Onderwijseenheden uit het derde jaar van de bacheloropleiding, waarvoor de student staat ingeschreven, kunnen alleen worden vervangen door onderwijseenheden uit het derde jaar van een TU/e bacheloropleiding of onderwijseenheden uit een TU/e-masteropleiding. 5. Wanneer de keuze voor een onderwijseenheid betekent dat voor het voldoen aan de voorkenniseis nog een onderwijseenheid uit de propedeuse van de bacheloropleiding moet worden behaald, dan dient de student deze onderwijseenheid buiten het curriculum te behalen. 6. Het bacheloreindproject kan niet worden vervangen. 7. De examencommissie besluit binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, waarbij uitdrukkelijk rekening wordt gehouden met de voorkennis van de student in het geval hij onderwijseenheden uit de bacheloropleiding wil vervangen door onderwijseenheden uit een masteropleiding. 8. Bij de beoordeling van het verzoek houdt de examencommissie rekening met de motivatie en de beoogde keuze van masteropleiding door de student (in relatie tot de onderwijseenheden die worden vervangen en de vervangende onderwijseenheden). 9. Een besluit om voor een of meerdere onderwijseenheden vervanging niet toe te staan, wordt niet eerder genomen dan nadat de student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. 10. Artikel 3.8 is van overeenkomstige toepassing, waarbij voor minor vervangende onderwijseenheid dient te worden gelezen. Paragraaf 1.5 Functiebeperking Artikel 1.5.1
Studeren met een functiebeperking
1. Een schriftelijk verzoek om aanpassing van het onderwijs, de tentamens, toetsen of de praktische oefeningen of om speciale faciliteiten op grond van een blijvende of tijdelijke functiebeperking dient door de desbetreffende student zo mogelijk drie maanden voordat de student zal deelnemen aan onderwijs, tentamens of praktische oefeningen, te worden ingediend bij het STU. 2. Het verzoek gaat vergezeld van de bescheiden die redelijkerwijze nodig zijn voor de beoordeling van het verzoek. Daaronder wordt in ieder geval begrepen een recente verklaring van een arts of een psycholoog of een orthopedagoog van een BIG- (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg), NIP- (Nederlands Instituut van Psychologen), of NVO- (Nederlands Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen) geregistreerd testbureau. Zo mogelijk geeft deze verklaring een schatting van de mate en de duur van de functiebeperking.
15
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW 3. STU stuurt het verzoek van de student samen met zijn advies aan het faculteitsbestuur voor zover het verzoek betrekking heeft op faciliteiten. In geval het verzoek betrekking heeft op het verlenen van aanpassingen ten behoeve van het afleggen van een tentamen, toets of praktische oefening stuurt STU het verzoek van de student en zijn advies aan de examencommissie. 4. Het besluit omtrent aanpassingen dan wel het verlenen van faciliteiten wordt binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek genomen door de examencommissie respectievelijk het faculteitsbestuur. Het draagt daarbij zorg voor de bewaking van de kwaliteit en het niveau van het onderwijs, de tentamens, de toetsen of de praktische oefeningen. 5. De eventuele aanpassing is zoveel mogelijk afgestemd op de individuele functiebeperking. De te verlenen faciliteiten kunnen bestaan uit een op de individuele situatie afgestemde vorm of duur van het onderwijs, de tentamens of praktische oefeningen, of het ter beschikking stellen van praktische hulpmiddelen.
16
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW HOOFDSTUK 2
BEPALINGEN MET BETREKKING TOT STUDIEBEGELEIDING EN STUDIEADVIES
Paragraaf 2.1 Studiebegeleiding en studievoortgang Artikel 2.1.1
Studiebegeleiding
1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, mede ten behoeve van de oriëntatie op studiewegen binnen of buiten de opleiding, zulks onder meer door middel van benoeming van één of meer studieadviseurs. Iedere bacheloropleiding heeft ten minste één studieadviseur. 2. De studieadviseur adviseert de student gevraagd of ongevraagd over alle aspecten van zijn opleiding en draagt, mede aan de hand van de studievoortgang en indien daar aanleiding toe is, zorg voor adequate verwijzing naar bevoegde organen van de TU/e, naar studentenadviseurs van STU of vertrouwenspersonen van de TU/e. 3. De studieadviseur stelt samen met de student een studiecontract op, wanneer de student een positief advies heeft ontvangen maar nog geen 40 studiepunten heeft behaald. Een dergelijk studiecontract dient de studievoortgang te bevorderen. Zie bijlage 4 voor een nadere invulling van dit studiecontract. 4. Wanneer de student een negatief bindend studieadvies heeft ontvangen, kan de studieadviseur hem verwijzen naar of adviseren over een andere, beter passende opleiding. Artikel 2.1.2
Bewaking van de studievoortgang
1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor registratie en tijdige bekendmaking van de tentamenresultaten van de individuele studenten in het onderwijsinformatiesysteem van de TU/e. 2. In voorkomende gevallen zorgt het faculteitsbestuur voor bespreking van de resultaten tussen de student en de studieadviseur. 3. Bij studievertraging wijst de studieadviseur de desbetreffende student op de mogelijkheden voor extra ondersteuning dan wel voor maatregelen die nodig zijn om verdere vertraging zo beperkt mogelijk te houden. Paragraaf 2.2 Uitgesteld bindend studieadvies Artikel 2.2.1 Bindend studieadvies (bsa) 1. Aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een bacheloropleiding, heeft de student uiterlijk 31 augustus 2012 een schriftelijk positief studieadvies over de voortzetting van de bacheloropleiding ontvangen. 2. De student, aan wie een positief studieadvies is afgegeven, maar die minder dan 40 studiepunten heeft behaald, stelt met de studieadviseur vóór 1 oktober een studiecontract op. Door middel van een studiecontract kan de mogelijkheid worden geboden om naast de resterende te halen propedeuse onderwijseenheden een aantal tweedejaars onderwijseenheden te volgen en deel te nemen aan de daarbij behorende tentamens. De student krijgt daarmee toegang tot tweedejaars onderwijseenheden van de opleiding, maar kan niet aan alle onderwijsonderdelen deelnemen. 3. De student, die zich op of na 1 februari 2012, heeft ingeschreven voor de opleiding, ontvangt pas aan het einde van het studiejaar 2012-2013 een studieadvies. 4. De student, zoals bedoeld in het vorige lid, ontvangt een schriftelijk preadvies over de studievoortgang na afloop van de tentamenperiode van het tweede kwartiel, met een uiterste termijn van vijftien werkdagen na afloop van bedoelde tentamenperiode. Dit preadvies is een waarschuwing in geval van onvoldoende studievoortgang. 17
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW 5. Voor een positief studieadvies moet de student, zoals bedoeld in het derde lid, minimaal 50% van de, op 1 september 2012, nog te behalen studiepunten uit de propedeuse hebben gehaald, met inachtneming van de aanvullende eisen zoals bedoeld in bijlage 2. 6. Wanneer de examencommissie heeft besloten dat een student vanwege erkende persoonlijke omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 2.2.2, in aanmerking komt voor een uitgesteld bindend advies, ontvangt de student uiterlijk 31 augustus 2013 een bindend studieadvies. Voor een positief studieadvies moet de student minimaal 50% van de, op 1 september 2012, nog te behalen studiepunten uit de propedeuse hebben gehaald, met inachtneming van de aanvullende eisen zoals bedoeld in bijlage 2. 7. Het bindend studieadvies wordt namens de decaan van de faculteit door de examencommissie van die opleiding gegeven. 8. Uiterlijk tien werkdagen na afloop van de tentamenperiode van het vierde kwartiel, stelt de examencommissie vast welke studenten wel, niet of voorlopig niet aan de bsa-norm hebben voldaan. 9. De studenten, die, na de termijn zoals vermeld in het achtste lid, voldoen aan de bsa-norm ontvangen van de examencommissie uiterlijk tien werkdagen voor de interim-periode een positief studieadvies. 10. De studenten die, na de termijn zoals vermeld in het achtste lid, niet voldoen aan de bsa-norm, maar daar nog wel aan kunnen voldoen door het behalen van tentamens in de interim-periode, ontvangen uiterlijk tien werkdagen voor de interim-periode, een voornemen tot het verlenen van een negatief bindend studieadvies, waarin is opgenomen hoeveel studiepunten zij hebben behaald. De studenten kunnen binnen één week na ontvangst van deze brief aangeven of ze na het bekend worden van de resultaten van de interim-periode gehoord willen worden. Indien de student van die gelegenheid gebruik wenst te maken, wordt de student door de examencommissie gehoord. De examencommissie zal uiterlijk 31 augustus 2013 een definitief besluit nemen met betrekking tot het bindend studieadvies. 11. Indien de student na het bekend worden van de relevante resultaten van de interim-periode besluit dat hij op grond van deze resultaten alsnog door de examencommissie wil worden gehoord, kan de student dat binnen 24 uur kenbaar maken. De student zal door de examencommissie worden gehoord. De examencommissie zal uiterlijk 31 augustus 2013 een definitief besluit nemen met betrekking tot het bindend studieadvies. 12. De studenten, die na de termijn zoals vermeld in het achtste lid, niet voldoen aan de bsa-norm, en daaraan ook niet meer kunnen voldoen door deelname aan de interim-periode, ontvangen uiterlijk tien werkdagen voor de interim-periode, een voornemen tot het verlenen van een negatief bindend studieadvies. De studenten kunnen binnen één week na ontvangst van deze brief aangeven of ze in de gelegenheid willen worden gesteld om door de examencommissie te worden gehoord. Indien de student van die gelegenheid gebruik wenst te maken, wordt de student door de examencommissie gehoord. De examencommissie zal uiterlijk 31 augustus 2013 een definitief besluit nemen met betrekking tot het bindend studieadvies. Artikel 2.2.2 1. 2.
Persoonlijke omstandigheden
Bij het uitbrengen van een bindend studieadvies wordt rekening gehouden met erkende persoonlijke omstandigheden. Erkende persoonlijke omstandigheden zijn: ziekte, lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis of zwangerschap van de student; bijzondere familieomstandigheden; lidmaatschap of voorzitterschap van de Universiteitsraad, de Faculteitsraad, een opleidingsbestuur of de Opleidingscommissie, alsmede het lidmaatschap van het bestuur van een stichting die blijkens haar statuten tot doel heeft de exploitatie van voorzieningen, behorende tot de studentenvoorzieningen, dan wel van een daarmee naar het oordeel van het College van Bestuur gelet op de taak gelijk te stellen orgaan; 18
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW
3.
4. 5. 6. 7.
andere, door het College van Bestuur aan te geven omstandigheden waarin betrokkene activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van de zaken van de instelling; het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel van een vergelijkbare organisatie van enige omvang, bij wie de behartiging van het algemeen maatschappelijk belang op de voorgrond staat en die daartoe daadwerkelijk activiteiten ontplooit. De in het vorige lid genoemde persoonlijke omstandigheden worden alleen in overweging genomen voor zover deze zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen twintig werkdagen na het ontstaan van de persoonlijke omstandigheid door of namens de student zijn gemeld bij de studieadviseur. Studenten die persoonlijke omstandigheden aanvoeren dienen met bewijsstukken aan te tonen dat er sprake is of is geweest van persoonlijke omstandigheden. Deze worden ingediend bij STU. De studieadviseur meldt de persoonlijke omstandigheden zo spoedig mogelijk schriftelijk bij de betreffende examencommissie. Ter beoordeling van de aangevoerde persoonlijke omstandigheden wint de examencommissie advies in bij de centrale commissie persoonlijke omstandigheden. In het voornemen tot een negatief bindend studieadvies neemt de examencommissie gemotiveerd op of de persoonlijke omstandigheden kunnen worden erkend en welke consequenties dit voor de student heeft.
19
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN MET BETREKKING TOT MINOREN Artikel 3.1
Minor
1. Iedere bacheloropleiding omvat een minor van 30 studiepunten, waarvan ten minste drie studiepunten ten behoeve van de academische vorming. 2. In afwijking van het eerste lid, geldt voor de opleiding Technische Innovatiewetenschappen, dat de minor voor de studenten van deze opleiding is ingebouwd in een programma van 60 studiepunten. 3. Er is een minorreglement waarin onder meer organisatorische zaken rondom de minoren zijn geregeld, welk reglement op de website zal worden geplaatst. 4. De besturen van de aanbiedende faculteiten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de minor. 5. De besturen van de aanbiedende en afnemende faculteiten voeren overleg over de inhoud en de erkenning van de onderwijsprogramma’s van de minoren. 6. De besturen van de aanbiedende faculteiten stellen na overleg met de besturen van de afnemende faculteiten de inhoud van de minor vast. 7. Het bestuur van de afnemende faculteit bepaalt welke minoren worden opgenomen in het programma van haar studenten. 8. De student kan zich met vragen of onduidelijkheden wenden tot de minorcoördinator van de afnemende faculteit, zijnde de faculteit waar hij is ingeschreven voor een bacheloropleiding. 9. Uiterlijk 15 maart van het studiejaar voorafgaand aan het studiejaar waarin de minor wordt aangeboden wordt de zogenaamde minormatrix gepubliceerd. Hieruit kan de student afleiden welke minoren voor hem toegankelijk zijn. 10. Het onderwijs in de minor wordt geprogrammeerd in het eerste semester van het derde jaar van de bacheloropleiding. 11. Iedere faculteit biedt ten minste één minor aan, die ook toegankelijk is voor studenten van andere faculteiten. 12. Er zijn vijf categorieën minoren: a. minoren ter verbreding van de opleiding; b. minoren ter verdieping van de opleiding binnen de eigen bacheloropleiding; c. minoren die de doorstroommogelijkheid naar een niet aansluitende masteropleiding mogelijk maken (schakelminoren); d. minoren die verzorgd worden door een andere universiteit, waarmee de TU/e een inhoudelijke samenwerkingsovereenkomst heeft; e. vrije minoren, die door de student zelf worden samengesteld. Artikel 3.2
Vrije minor
1. Het voorstel voor een vrije minor dient een samenhangend pakket te zijn, met gespecificeerde leerdoelen voor de minor als geheel. 2. De onderwijseenheden in de vrije minor bestaan zoveel mogelijk uit tweede- en derdejaars onderwijseenheden van andere opleidingen dan de opleiding waarvoor de student is ingeschreven. Eventuele eerstejaars onderwijseenheden dienen te worden beperkt tot onderwijseenheden die als voorbereiding dienen op de overige in de vrije minor opgenomen onderwijseenheden. 3. De onderwijseenheden moeten worden verzorgd door een universiteit. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie van deze voorwaarde afwijken. 4. De minor dient een verhouding te hebben van ongeveer 2:3 tussen praktisch werk en theoretisch werk. 5. De minoronderwijseenheden mogen niet of nauwelijks overlappen met de onderwijseenheden die onderdeel uitmaken van het majorprogramma van de student.
20
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW 6. De motivatie van de student in relatie tot zijn plannen en ambities dient overtuigend te zijn en aan te sluiten bij de eindtermen van de bacheloropleiding en het werkveld van de ingenieur. Het voorstel dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de examencommissie van de opleiding. Artikel 3.3
Academische vorming binnen de minor en de vrije minor
1. Het platform Academische Vorming is eindverantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van het onderdeel academische vorming in de minor. 2. Er zijn twee varianten om de academische vorming in de minor in te vullen: a. door het volgen van een ‘groot’ universiteitscollege (3 studiepunten), b. door het volgen van een ‘klein’ universiteitscollege (2 studiepunten), in combinatie met 14 lezingen van Studium Generale (1 studiepunt). 3. De lezingen van het Studium Generale kunnen gedurende de bacheloropleiding worden gevolgd. Voor het volgen van deze lezingen geldt niet de toegangseis, zoals geformuleerd in artikel 3.4, eerste lid. 4. Het onderdeel academische vorming als omschreven in het tweede lid is een verplicht onderdeel van de minor voor alle studenten van de TU/e. Het is faculteitsoverstijgend van karakter en komt niet in de plaats van andere elementen van academische vorming die specifiek zijn voor een bepaalde opleiding. 5. Het faculteitsbestuur kan een verzoek voor vervanging van de 3 studiepunten aan academische vorming binnen de door hun aangeboden minoren indienen bij het platform Academische Vorming. Een dergelijk verzoek dient uiterlijk 1 december voorafgaand aan het studiejaar waarin de minor wordt aangeboden, door het platform Academische Vorming te zijn ontvangen. Het platform Academische Vorming brengt binnen twee weken advies uit aan de rector. De rector hoort het platform Academische Vorming en het faculteitsbestuur en beslist binnen vier weken na ontvangst van het advies. 6. Wanneer een student een minor buiten de TU/e wil volgen, dient in overleg met de examencommissie een alternatieve invulling te worden gevonden voor het onderdeel academische vorming. De examencommissie informeert het platform Academische Vorming over het gekozen alternatief. 7. Wanneer een student een schakelminor wil volgen, kan de student een verzoek tot vervanging van het onderdeel academische vorming richten aan de examencommissie van zijn opleiding. 8. De examencommissie beslist binnen vier weken nadat het verzoek is ontvangen en informeert het platform Academische Vorming over het genomen besluit. 9. Een besluit om de goedkeuring niet te verlenen wordt door de examencommissie niet genomen dan nadat de student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. Artikel 3.4
Toelating tot een minor
1. Als algemene toegangseis geldt dat een student op 1 september van het studiejaar waarin hij de minor wil volgen, aan de eisen voor het propedeutisch examen moet hebben voldaan. 2. De verzorgende faculteit kan in uitzonderlijke gevallen na consultatie van de centrale minorcoördinator een minimum- of maximum aantal deelnemers voor een minor vaststellen. In geval van een maximum aantal deelnemers zal er door STU een loting dan wel een selectie op basis van motivatie door de verzorgende faculteit plaatsvinden. 3. De examencommissie van de opleiding die de student volgt, beslist of een student tot een bepaalde minor kan worden toegelaten. De controle ten aanzien van de algemene toegangseis is door de examencommissie aan STU gemandateerd. Bij twijfel zal STU advies vragen aan de bevoegde examencommissie.
21
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW 4. Namens de examencommissie informeert STU de student uiterlijk 1 juni of hij voldoet aan de algemene toelatingseis en tevens of een inschrijving leidt tot toelating tot de gevraagde minor. 5. Indien de student op 1 juni nog niet voldoet aan de algemene toelatingseis, dan beslist de examencommissie uiterlijk op 1 september of de student alsnog kan worden toegelaten tot de minor. STU brengt de student hiervan per omgaande op de hoogte. 6. Indien van toepassing zal worden vermeld waarom een student niet kan worden geplaatst voor de eerste keus van de minor die hij heeft opgegeven. De student zal bij het voldoen aan de voorwaarden altijd worden toegelaten tot een minor. Artikel 3.5
Termijn en inschrijving
1. Een student kan zich inschrijven bij de examencommissie van zijn opleiding in de maand april voorafgaande aan het studiejaar waarin hij de minor wenst te volgen. Studenten van de opleiding Technische Innovatiewetenschappen hebben zich voor aanvang van het tweede semester in het eerste jaar al ingeschreven voor een minor van die opleiding. 2. Een student is verplicht uit de voor hem toegankelijke minoren een eerste en een tweede keuze op te geven. 3. De inschrijving van een student voor een minor is definitief op het moment dat STU dit aan de student heeft bevestigd. Artikel 3.6
Goedkeuring van en toelating tot de vrije minor
1. Een schriftelijk verzoek tot goedkeuring van de door de student te volgen vrije minor, wordt uiterlijk op 1 mei van het studiejaar voorafgaand aan het studiejaar waarin de student de minor wil volgen, ingediend bij de examencommissie van de opleiding welke de student volgt. 2. Op een verzoek van de student voor het volgen van een vrije minor neemt de examencommissie van de opleiding waarvoor de student staat ingeschreven binnen vier weken een beslissing. 3. Een besluit om de goedkeuring niet te verlenen wordt door de examencommissie niet genomen dan nadat de student in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. Artikel 3.7
Taal
1. Gelet op artikel 7.2 van de wet kan de verzorgende faculteit in afwijking van de hoofdregel bepalen dat minoronderwijseenheden worden gegeven in het Engels. 2. De taal waarin een minor wordt aangeboden wordt uiterlijk 1 april voorafgaand aan het studiejaar waarin de minor kan worden gevolgd bekendgemaakt op de website. 3. De student heeft de keuze uit meerdere minoren, waarvan er ten minste één in het Nederlands zal worden aangeboden. Artikel 3.8
Kritiek
Bij kritiek van de student over zowel de procedure rondom de minoronderwijseenheden als de inhoudelijke aspecten van de minoronderwijseenheden is de examencommissie van de opleiding die de student volgt, bevoegd om gevolg te geven aan de kritiek/opmerking. De examencommissie van de opleiding die de student volgt, neemt - indien zij dit nodig acht - contact op met het faculteitsbestuur van de aanbiedende opleiding.
22
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW HOOFDSTUK 4 GETUIGSCHRIFT EN KWALIFICATIES Artikel 4.1
Getuigschrift en supplement
1. De uitreiking van het getuigschrift per opleiding geschiedt in het openbaar, tenzij de examencommissie in bijzondere gevallen anders bepaalt. 2. Op het getuigschrift worden in ieder geval de gegevens vermeld, als genoemd in artikel 7.11, tweede lid, van de wet, als mede de kwalificaties van de artikelen 4.2 en/of 4.3 (indien van toepassing). 3. Aan de student wordt bij de uitreiking van het getuigschrift tevens een supplement uitgereikt. 4. Op het supplement worden de gegevens vermeld als genoemd in artikel 7.11, derde lid, van de wet, alsmede de cijfers behaald voor de onderdelen van het examen, en desgevraagd tevens andere niet tot het examen behorende onderwijseenheden, mits de student de tentamens die aan die onderwijseenheden zijn verbonden, met goed gevolg heeft afgelegd voordat de examencommissie de uitslag van het examen heeft vastgesteld. 5. Degene die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan de examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. Artikel 4.2
Bijzondere kwalificaties propedeuse
1. Getuigschriften zoals geregeld in de volgende leden van dit artikel, worden door de examencommissie uitgereikt indien de student het examen voor de propedeuse binnen twaalf maanden heeft behaald. In bijzondere omstandigheden kan de examencommissie, op verzoek van de student, van het voorgaande afwijken. 2. De examencommissie reikt het getuigschrift ‘cum laude’ uit wanneer het rekenkundig gemiddelde van de door student afgelegde onderwijseenheden die tot de opleiding behoren, 8 of hoger is. Verder mag geen van de afgelegde onderwijseenheden die tot de opleiding behoren beoordeeld zijn met een cijfer lager dan een 6. Ten slotte mogen maximaal drie onderwijseenheden zijn beoordeeld conform de afkortingen VO (= voldoende) of VR (= vrijstelling), zoals bedoeld in art. 1.2.6. 3. De examencommissie reikt het getuigschrift ‘met grote waardering’ uit wanneer het rekenkundig gemiddelde van de door student afgelegde onderwijseenheden die tot de opleiding behoren, 7.5 of hoger is. Verder mag geen van de afgelegde onderwijseenheden die tot de opleiding behoren beoordeeld zijn met een cijfer lager dan een 6. Ten slotte mogen maximaal drie onderwijseenheden zijn beoordeeld conform de afkortingen VO (= voldoende) of VR (= vrijstelling), zoals bedoeld in art. 1.2.6. 4. Ten aanzien van de berekening van het rekenkundig gemiddelde, zoals bedoeld in de twee voorgaande leden van dit artikel, worden alleen individuele beoordelingen meegenomen. Artikel 4.3
Bijzondere kwalificaties bacheloropleidingen
1. De examencommissie reikt het getuigschrift ’cum laude’ uit wanneer het rekenkundige gemiddelde van de door student afgelegde onderwijseenheden (inclusief minoronderwijseenheden, exclusief het bachelor eindproject) die tot de opleiding behoren, 8.0 of hoger is en het bachelor eindproject met het cijfer 9.0 of hoger is beoordeeld. Verder mag geen van de afgelegde onderwijseenheden die tot de opleiding behoren beoordeeld zijn met een cijfer lager dan een 6. 2. De examencommissie reikt het getuigschrift ‘met grote waardering’ uit wanneer het rekenkundig gemiddelde van de door student afgelegde onderwijseenheden (inclusief minoronderwijseenheden, exclusief het bachelor eindproject) die tot de opleiding behoren, 7.5 of hoger is en het bachelor eindproject met het cijfer 8.0 of hoger is beoordeeld. Verder mag geen van de afgelegde onderwijseenheden die tot de opleiding behoren beoordeeld zijn met een cijfer lager dan een 6. 3. Ten aanzien van het rekenkundig gemiddelde dient te worden opgemerkt dat alleen individuele beoordelingen worden meegenomen bij de berekening van het rekenkundig gemiddelde.
23
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN Artikel 5.1
Bezwaar, beroep en klacht
1. Tegen een besluit van het faculteitsbestuur op grond van deze regeling kan binnen zes weken nadat het besluit aan betrokkene is bekend gemaakt, bezwaar worden aangetekend bij het faculteitsbestuur. Het bezwaarschrift dient te worden gezonden aan STU. 2. Tegen een besluit door of namens de examencommissie op grond van deze regeling kan binnen zes weken nadat het besluit aan betrokkene is bekend gemaakt, administratief beroep worden aangetekend bij het college van beroep voor de examens. Het beroepschrift dient te worden ingediend via de website bij STU. 3. Een student kan een klacht indienen over de handelingen of gedragingen van de universiteit die onder haar verantwoordelijkheid vallen. Een klacht kan worden ingediend via de website van STU. Klachten worden niet in behandeling genomen wanneer reeds een klacht is ingediend en afgehandeld, dan wel de mogelijkheid van bezwaar of beroep openstaat of heeft opengestaan. Algemene klachten over beleid en/of onderwijs of beleids- of onderwijsuitvoering worden niet in behandeling genomen conform deze procedure. Artikel 5.2 Wijziging 1. Een wijziging van deze regeling is niet van toepassing op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten hierdoor redelijkerwijze niet worden geschaad. 2. Een wijziging van deze regeling kan niet met terugwerkende kracht een reeds ten aanzien van een student genomen besluit beïnvloeden. Artikel 5.3
Overgangsregelingen
Artikel 5.3.1
Algemeen
1. Voor studenten, die op of voor 1 februari 2008 zijn gestart met de bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen geldt de bepaling over de minoren zoals opgenomen in de OER van het studiejaar 2007-2008. 2. De judicia zoals opgenomen in artikel 4.3 geldt voor de studentengeneratie die op of na 1 september 2007 zijn begonnen met het eerste jaar van een bacheloropleiding. Voor studentengeneraties van daarvoor gelden de judicia zoals die zijn opgenomen in het Examenreglement van het jaar waarin zij met een opleiding zijn begonnen. Artikel 5.3.2.a Overgangsregeling in verband met de invoering van bacheloropleidingen nieuwe stijl volgens het Bachelor College 1. Deze OER is van toepassing op studenten die vóór 1 september 2012 zijn ingestroomd in de reguliere bachelor opleiding alsmede de studenten die op en na 1 september 2012, doch voor 1 september 2013, instromen in de postpropedeutische fase van de bacheloropleiding. 2. Studenten die vóór 1 september 2012 zijn gestart met de opleiding, wordt tot en met het jaar 2013-2014 de gelegenheid geboden het bij die opleiding ‘oude stijl’ behorende propedeutische examen af te leggen. 3. Studenten die vóór 1 september 2012 zijn gestart met de opleiding, wordt tot en met het jaar 2015-2016 de gelegenheid geboden het bij de opleiding ‘oude stijl’ behorende bachelorexamen af te leggen. 4. Het onderwijs dat voorbereidt op het in het tweede lid genoemde examen, wordt in het studiejaar 2012-2013 op passende wijze verzorgd.
24
OER 2012-2013 Bacheloropleidingen TBdk, TBG en TIW 5. Het onderwijs dat voorbereidt op het in het derde lid genoemde examen wordt als volgt verzorgd: a. het tweede jaar van de bacheloropleiding wordt in 2012-2013 regulier en in 2013-2014 op passende wijze verzorgd; b. het derde jaar van de bacheloropleiding wordt in 2012-2013, 2013-2014 regulier en in 2014-2015 op passende wijze verzorgd. In het jaar dat het onderwijs passend wordt aangeboden, wordt voor het afleggen van een tentamen ten minste twee maal de gelegenheid geboden. 6. Wanneer de student de onderwijseenheid binnen de reguliere bacheloropleiding na afloop van het jaar waarin het onderwijs passend werd aangeboden, niet met een positief resultaat heeft afgesloten, verzoekt hij de examencommissie om een vervangende onderwijseenheid zoals die binnen de opleiding nieuwe stijl volgens het Bachelor College worden aangeboden. 7. Met passend onderwijs wordt tenminste bedoeld dat in dat jaar het onderwijs kan worden gevolgd via videocolleges en/of responsiecolleges en/of inloopspreekuur bij de docent, alsmede alternatieve colleges. Artikel 5.3.2.b Minoren 1. Minoren worden in het studiejaar 2012-2013 en 2013-2014 op reguliere basis aangeboden. Voor 2014-2015 kan de opleiding beslissen om enkele minoren toch aan te bieden, waarbij sommige onderwijseenheden kunnen worden vervangen door onderwijseenheden zoals die binnen het Bachelor College worden aangeboden. 2. In het studiejaar 2014-2015 kan de inhoud van de minor vrij door de student worden samengesteld, met inachtneming van artikel 3.2. Artikel 5.3.2.c Overstappen naar een bacheloropleiding nieuwe stijl volgens het Bachelor College 1.
2.
Een student die in het studiejaar voorafgaand aan het tijdstip van invoering van deze regeling was ingeschreven voor een bacheloropleiding kan met ingang van 1 september 2012 overstappen naar een bacheloropleiding nieuwe stijl volgens het Bachelor College, mits deze student een positief advies heeft ontvangen, zoals bedoeld in artikel 2.2.1, derde lid, onder a. Wanneer een student toestemming heeft van de examencommissie om overstappen, is artikel 2.2.1, vijfde lid, onder a, van onderdeel A van deze regeling, van overeenkomstige toepassing. Voor een student, zoals bedoeld in het eerste lid, geldt dat hij met ingang van 1 september 2013 en 1 september 2014 kan overstappen naar respectievelijk het tweede dan wel derde jaar van een bacheloropleiding nieuwe stijl volgens het Bachelor College, mits de examencommissie hiervoor toestemming heeft verleend.
Artikel 5.3.3 Overig 1. Indien deze regeling wordt gewijzigd, daaronder begrepen een wijziging van de bijlage, wordt door het faculteitsbestuur zo nodig een overgangsregeling vastgesteld. De overgangsregeling wordt opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage. 2. In de overgangsregeling wordt in ieder geval opgenomen: a. een regeling omtrent vrijstellingen die verkregen kunnen worden op grond van reeds behaalde tentamens, en b. de geldigheidsduur van de overgangsregeling.
25
Bijlage 1 bij artikel 1.1.2, eerste lid, van de Onderwijs- en Examenregeling 2012, onderdeel B, van de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen A. Opleiding Technische Bedrijfskunde (incl. Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg) a. Inhoud van de opleiding en van de daaraan verbonden examens De opleiding omvat een propedeutisch examen en wordt afgesloten met een bachelorexamen, bestaande uit respectievelijk de volgende onderwijseenheden en de daarbij genoemde studiepunten (d) en tentamenvorm (g)1: 1. onderwijseenheden behorend tot het propedeutisch examen (zie tabel A.a1) 2. onderwijseenheden behorend tot het postpropedeutisch examen (zie tabel A.a2) Aan degene die het afsluitend examen met goed gevolg heeft afgelegd wordt de graad Bachelor of Science verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het afsluitend examen vermeld, aangevuld met vermelding van het vakgebied “Industrial Engineering and Management Science”. b. Inhoud van de afstudeerrichtingen De opleiding kent de volgende specifieke afstudeerrichting, bestaande uit de volgende onderwijseenheden en de daarbij genoemde studiepunten (d) en tentamenvorm (g): Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg: 1. onderwijseenheden behorend tot het propedeutisch examen (zie tabel A.b1) 2. onderwijseenheden behorend tot het postpropedeutisch examen (zie tabel A.b2) Aan degene die het afsluitend examen met goed gevolg heeft afgelegd wordt de graad Bachelor of Science verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het afsluitend examen vermeld, aangevuld met vermelding van het vakgebied “Industrial Engineering and Management Science for Healthcare”. c. Inrichting van de praktische oefeningen De onderwijseenheden die een praktische oefening in de zin van artikel 1.1.1 omvatten zijn in de daarbij aangegeven vorm opgenomen onder (a) respectievelijk (b). d. Studielast van de opleiding en van elk van de daarvan deel uitmakende onderwijseenheden De studielast van de opleiding bedraagt 180 studiepunten. De studielast van de onderwijseenheden is aangegeven onder (a) respectievelijk (b). e. Aantal en volgtijdelijkheid van de tentamens en praktische oefeningen Onder (a) respectievelijk (b) is het aantal en de volgorde van tentamens en praktische oefeningen aangegeven. f.
Vorm van de opleiding De opleiding is voltijds en deeltijds ingericht.
g. Vorm tentamens De tentamens van de onderwijseenheden worden afgenomen op de onder (a) respectievelijk (b) aangegeven wijze.
1
deze en volgende verwijzingen betreffen telkens onderdelen van deze bijlage OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
h. Voorwaarde voor toelating tot de tentamens en praktische oefeningen Aan de hieronder opgenomen tentamens en praktische oefeningen kan slechts worden deelgenomen nadat de eerdere tentamens en praktische oefeningen, als genoemd onder (a) met goed gevolg zijn afgelegd. Aan tentamens van de postpropedeutische fase (PP) kan slechts worden deelgenomen wanneer de student het propedeutisch examen (P) succesvol heeft afgelegd. Op grond van art. 7.30, derde lid, van de wet kan de examencommissie de student, aan wie een positief studieadvies is afgegeven, op zijn/haar verzoek, onder de hierna volgende voorwaarden toelaten tot het afleggen van een of meer tentamens van de postpropedeutische fase voordat hij/zij het propedeutisch examen heeft afgelegd. De examencommissie kan een student, voordat hij/zij het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgerond, op zijn/haar verzoek toegang verlenen tot het afleggen van de postpropedeutische tentamens indien tenminste 40 ects binnen één studiejaar zijn behaald. Indien minder dan 40, maar tenminste 30 ects binnen één studiejaar zijn behaald kan de student een studiecontract aangaan met de faculteit voor het afleggen van tentamens van één of meerdere nader te specificeren tweedejaars onderwijseenheden. Met het contract verplicht de student zich de in het contract opgenomen onderwijseenheden binnen de in het contract afgesproken voorwaarden af te ronden. Het voorstel voor een studiecontract moet door de student bij aanvang van het tweede inschrijvingsjaar worden ingediend bij de examencommmissie. In bijzondere omstandigheden kan het bepaalde in de voorgaande volzinnen door de examencommissie ook toegepast worden op de student met een uitgesteld bindend studieadvies. De student kan niet deelnemen aan tentamens van derdejaars onderwijseenheden zolang hij/zij niet het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgerond. Aan het OGO Dataverwerving en –analyse TBG (1GG41) kan pas worden deelgenomen na het verkregen hebben van een positief studieadvies of na het behalen van het propedeutisch examen, op het moment van aanmelding (een kwartiel vóór de start van de onderwijseenheid). Aan het Bachelor Eindproject 1BT04 kan pas worden deelgenomen na het behalen van het propedeutisch examen; aan het Bachelor Eindproject 1GT04 kan pas worden deelgenomen na het behalen van het propedeutisch examen en het met goed gevolg afgerond hebben van of het ingeschreven staan voor de onderwijseenheid OGO Dataverwerving en –analyse TBG (1GG41), op het moment van aanmelding (een kwartiel vóór de start van de onderwijseenheid). i.
Deelname aan praktische oefeningen Aan het tentamen van de volgende onderwijseenheden kan niet worden deelgenomen dan nadat de bijbehorende praktische oefeningen met goed gevolg zijn afgelegd. - niet van toepassing -
j.
De onderwijseenheden waaruit de student een keuze dient te maken voor de invulling van de vrije ruimte van de opleiding - niet van toepassing –
k. De minoren waaruit de student een keuze kan maken Zie de Minormatrix 2011, zoals bedoeld in artikel 3.1, negende lid, op de website http://w3.tue.nl/nl/diensten/stu/onderwijs/major_minor/minoren/minormatrix_2012/
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
l.
De aansluitende masteropleidingen Het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegd bachelorexamen geeft rechtstreeks toegang tot de masteropleidingen: Operations Management & Logistics (TUE) Innovation Management (TUE) Business Information Systems (TUE) Construction Management and Engineering (TUE/TUD/UT) Industrial Engineering and Management (UT) Philosophy of Science, Technology and Society (UT) Transport, Infrastructure & Logistics (TUD) Het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegd bachelorexamen dat betrekking heeft op de afstudeerrichting Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg, geeft rechtstreeks toegang tot de masteropleidingen: Operations Management & Logistics (TUE) Innovation Management (TUE) Business Information Systems (TUE) Construction Management and Engineering (TUE) Human-Technology Interaction (TUE) Voor overige doorstroommogelijkheden wordt verwezen naar de 3TU-doorstroommatrix.
m. Overgangsregelingen - niet van toepassing n. Voorwaarden voor het al dan niet verlenen van vrijstellingen - niet van toepassing – o. Onderwijs gegeven en tentamens en examens afgenomen in het Engels 1AA41: gegeven en getentamineerd in het Engels 1BB12: getentamineerd in het Engels 1BB42: gedeeltelijk gegeven en getentamineerd in het Engels 1BB62: getentamineerd in het Engels 1BB73: gedeeltelijk gegeven en getentamineerd in het Engels 1BG02: getentamineerd in het Engels 1BT04: afhankelijk van de begeleider gegeven en getentamineerd in het Engels 1CC15: getentamineerd in het Engels 1CC41: getentamineerd in het Engels 1CC42: gegeven en getentamineerd in het Engels 1CC50: gedeeltelijk gegeven en getentamineerd in het Engels 1CC70: gedeeltelijk gegeven en getentamineerd in het Engels 1CE90: gedeeltelijk gegeven en getentamineerd in het Engels 1CG04: gegeven en getentamineerd in het Engels 1CG05: gedeeltelijk gegeven en getentamineerd in het Engels 1GG41: afhankelijk van de begeleider gegeven en getentamineerd in het Engels 1GT04: afhankelijk van de begeleider gegeven en getentamineerd in het Engels 1ZZ32: gegeven en getentamineerd in het Engels 1ZZ14: gegeven en getentamineerd in het Engels 1ZZ15: gegeven en getentamineerd in het Engels 1ZZ24: gegeven en getentamineerd in het Engels 1ZZ25: gegeven en getentamineerd in het Engels 1ZZ32: gegeven en getentamineerd in het Engels 1ZZ40: gegeven en getentamineerd in het Engels 1ZZ50: gegeven en getentamineerd in het Engels OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
p. Niet voor vervanging in aanmerking komende onderwijseenheden - zie onderstaand overzicht q. Domeinspecifieke disciplines Information Systems Operations Research Work Psychology Organization Sciences Business Economics
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
ad (p) Programma TBdk 2011-2012; 2012-2013 VAKCODE
VAKNAAM
Programma TBdk 2010 en eerder SP
Jaar
Vervanging
0Z000
Eerste jaars instructie R.S.I.
0
1
nvt
1BB12
Business information management
3
1
nee
1BB20
Verzamelingenleer en logica
3
1
nee
1BB31
Business process modelling
3
1
1CC13
Inleiding voorraadbeheersing
3
1CC14
Bedrijfseconomie 1
1CC15
Vakcode (oud)
Vaknaam (oud)
sp (oud)
jaar (oud)
Vervanging
1BB11
OGO IIS
3
1
nee
nee
1BB30
Procesmodelleren
3
1
nee
1
nee
1CC12/1CC11
Logistiek 1
3
1
nee
3
1
nee
1AA11
Inleiding Bedrijfseconomie
3
1
nee
OGO Bedrijfseconomie 2
3
1
nee
1CC17
Quality management
3
1
nee
1CC16
Quality management
3
1
nee
1JJ13
Gedrag, prestatie & organisatie: basis
6
1
nee
1JJ12
HPM1
3
1
nee
1PF01
Portfolio
0
1
nvt
1PF02
Workshop reflectie BTB
0
1
nvt
1PP22
OGO Introductie Technische Bedrijfskunde 1
3
1
nee
1PP19/29
OGO ITB 1
3
1
nee
1ZZ14
OGO Organisatiekunde
3
1
nee
1ZZ12
OGO OK
3
1
nee
1ZZ15
OGO Introductie marketing
3
1
nee
1AA22
Marketing- en inkoopmanagement
3
2
nee
2DA11
Ingangstoets wiskundige vaardigheden
0
1
nvt
2DD12
Lineaire algebra
3
1
nee
2DD15
Optimalisering
3
1
nee
2DD16
Calculus 2
3
1
nee
2DD17
Calculus 3
3
1
nee
2DD25
Calculus 1
3
1
nee
2DD26
Statistiek 2
3
1
nee
2DD18
SOR
6
2
nee
2DD28
Kansrekening
3
1
nee
2DD13
Kansrekening
3
1
nee
2DD29
Statistiek 1
3
1
nee
0AP03
Methods and models in behavioral research
6
2
nee
1BB42
OGO Ontwerpen van informatie systemen
6
2
nee
4
2
nee
1BB62
OGO Business process simulation OGO Kwantitatieve modellering en analyse van bedrijfsprocessen Analyse van productie, opslag en transportprocessen
3
2
4
2
3
2
nee
4
2
6
2
nee
1CC24 1CC32
1BB61
OGO Inl. programmeren en software engineering OGO Simulatie van operationele processen
1CC22
OGO KMAB
1BB41
nee
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
1CC42
Investeren en financieren
3
2
nee
1AA41
Financieel management
3
2
nee
1CC50
3
2
nee
1FF31
Reliability (deel 1CC50)
6
2
nee
6
2
nee
1JJ22
HPM2
6
2
nee
1JJ33
Reliability engineering OGO Gedrag, prestatie & organisatie: verdieping OGO Gedrag, prestatie & organisatie: ontwerp
3
2
1JJ32
OGO Human performance management 3
4
3
nee
1PF01
Portfolio
0
2
nvt
1PF02
Workshop reflectie BTB
0
2
nvt
1PP32
3
2
1PP41
DVA
8
2
nee
6
2
nee
1PP31
OGO MTO-TBDK
4
2
nee
1ZZ32
OGO Introductie Technische Bedrijfskunde 2 OGO Methodologie voor bedrijfskundig onderzoek en ontwerp New product development processes
6
2
nee
1ZZ31
Innovatie management
6
3
nee
1ZZ40
OGO Ontwerpen van innovatieprocessen
3
2
2DD27
Stochastische Operations Research
3
2
nee
2DD18
SOR
6
2
nee
9ST10
Toets Engels
0
2
nvt
0LL85
OGO Ethiek in bedrijfsprocessen
3
3
0L851
Ethiek in bedrijfsprocessen
3
0UC99
0
3
nvt
3
3
nee
1BB73
Invulling academische vorming Minoren CISM: Corporate information systems management Enterprise modeling
3
3
nee
1BB71
Enterprise and information modelling
6
3
nee
1BT04
OGO Bachelor eindproject
9
3
nee
1BT03
OGO Bachelor eindproject
8
3
nee
1CC60
OGO Logistiek ontwerpen
3
3
1CC70
Analyse van goederenstromen
3
3
nee
1CC41
Analyse van Goederenstromen
3
3
nee
1M999
Minorkeuze BTB studenten
0
3
nvt
1PF01
0
3
nvt
0
3
nvt
1ZZ24
Portfolio Informatie van de opleiding: Bachelorprogramma Strategie, organisatie & verandering
3
3
nee
1ZZ22
Strategie en structuur
3
1ZZ50
Purchasing and supply management
3
3
nee
1JJ23
1ZZ25
1BB72
1S120
nee
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
Programma TBG 2011-2012; 2012-2013
Programma TBG 2010 en eerder
VAKCODE
VAKNAAM
SP
Jaar
Vervanging
Vakcode (oud)
Vaknaam (oud)
sp (oud)
jaar (oud)
Vervanging
0A211
Psychologie en gebruiker
6
1
nee
0A216
Psychologie en gebruiker (OGO)
3
1
nee
0AG03
Inleiding gezondheidspsychologie
3
1
nee
0AG05
OGO Gezondheidszorg en technologie 1
3
1
nee
0AG02
OGO Gezondheidszorg en technologie 1
6
1
nee
0AG06
OGO Technologie in actie voor de gezondheidszorg
3
1
nee
0Z000
Eerste jaars instructie R.S.I.
0
1
nvt
1BB20
Verzamelingenleer en logica
3
1
nee
1BB31
Business process modelling
3
1
nee
1BB30
Procesmodelleren
3
1
nee
1BG02
Healthcare business information management
3
1
nee
1BG01
IIS HC
3
1
nee
1CC13
Inleiding voorraadbeheersing
3
1
nee
1CC12
Logistiek 1
3
1
nee
1CG02
3
1
nee
1CG01
Bedr.econ.aspecten id gezondheidszorg
3
1
nee
3
1
nee
1GG01
Inl.operationale processen HC
4
1
nee
1PF01
Bedrijfseconomische aspecten van de gezondheidszorg OGO Inleiding operationele processen in de gezondheidszorg Portfolio
0
1
nvt
1PF02
Workshop reflectie BTB
0
1
nvt
1PF03
Workshop reflectie TBG
0
1
nvt
1ZZ15
OGO Introductie marketing
3
1
nee
1AA22
Marketing- en inkoopmanagement
3
2
nee
2DA11
Ingangstoets wiskundige vaardigheden
0
1
nee
2DD12
Lineaire algebra
3
1
nee
2DD15
Optimalisering
3
1
nee
2DD16
Calculus 2
3
1
nee
2DD25
Calculus 1
3
1
nee
2DD26
Statistiek 2
3
1
nee
2DD18
SOR
6
2
nee
2DD28
Kansrekening
3
1
nee
2DD13
Kansrekening
3
1
nee
2DD29
Statistiek 1
3
1
nee
0A531
Human perception and performance
6
2
0AG01
OGO Ethiek van gezondheidszorgtechnologie
3
2
0AP03
Methods and models in behavioral research
6
2
1BB42
OGO Ontwerpen van informatie systemen
6
2
1BB41
OGO Inl.programmeren en software eng
4
2
1GG03
nee
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
1BB62
OGO Business process simulation OGO Dataverzameling en data-analyse in de gezondheidszorg OGO Kwantitatieve modellering en analyse van bedrijfsprocessen Analyse van productie, opslag en transportprocessen
3
2
1BB61
OGO Simulatie van oper.processen
4
2
8
2
nee
3
2
nee
1CC22
OGO KMAB
4
2
nee
6
2
nee
3
2
9
1JP02
OGO Gezondheidszorg en technologie 2 OGO Dataverzameling en data-analyse in de gezondheidszorg Organizational behavior and human performance
nee
1GG02
4
2
nee
2
nee
1BG41
G&T 2 OGO Dataverzameling en data-analyse in de gezondheidszorg
8
2
nee
3
2
nee
1PF01
Portfolio
0
2
nvt
1PF02
Workshop reflectie BTB
0
2
nvt
1ZZ24
Strategie, organisatie & verandering
3
2
nee
1ZZ23/2
Organisatie & strategie voor BTBG
3
2
nee
1ZZ32
New product development processes
6
2
nee
1ZZ31
Innovatie management
6
3
nee
2DD27
Stochastische Operations Research
3
2
nee
2DD18
SOR
6
2
nee
9ST10
Toets Engels
0
2
nvt
0A641
Denken en beslissen
6
3
0LG01
Gezondheidsrecht en ethiek
3
3
0UC99
Invulling academische vorming Minoren
0
3
nvt
1BB72
CISM: Corporate information systems management
3
3
nee
1BB73
Enterprise modeling
3
3
nee
1BB71
Enterprise and information modelling
6
3
nee
1CG04
Financieel management in de gezondheidszorg
3
3
nee
1CG05
Logistieke Beheersing in de Gezondheidszorg
3
3
nee
1CG03
4
3
nee
1GT04
OGO Bachelor eindproject TBG
9
3
nee
1GT03
8
3
nee
1M998
Minorkeuze BTBG studenten
0
3
nvt
1PF01
Portfolio
0
3
nvt
1ZZ50
Purchasing and supply management
3
3
nee
1BG41 1CC24 1CC32 1GG04 1GG41
Logistieke Beheersing id Gezondheidszorg OGO Bachelor eindproject TBG
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
Tabel A.a1 Verplichte onderwijseenheden behorend tot het propedeutisch examen TBdk (generatie 2011)1 1e jaar generatie 2011-2012 Semester Vakcode Toest At/m B 0Z000 A1 2DA11 A1 1BB12 A1 1BB20 A1 2DD25 A1-2 1JJ13 A1-2 1PP22 A1-2 1ZZ14 A2 1CC14 A2 2DD16 A2 2DD28 B3 1BB31 B3 1CC17 B3 2DD12 B3 2DD17 B3 2DD29 B4 1CC13 B4 1CC15 B4 1ZZ15 B4 2DD15 B4 2DD26 1
A Vaknaam Eerste jaars instructie R.S.I. Ingangstoets wiskundige vaardigheden Business information management Verzamelingenleer en logica Calculus 1 Gedrag, prestatie & organisatie: basis OGO Introductie Technische Bedrijfskunde 1 OGO Organisatiekunde Bedrijfseconomie 1 Calculus 2 Kansrekening Business process modeling Quality management Lineaire algebra Calculus 3 Statistiek 1 Inleiding voorraadbeheersing OGO Bedrijfseconomie 2 OGO Introductie marketing Optimalisering Statistiek 2
SP 0 0 3 3 3 6 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
Vorm pr s s t/s s t v t/o s s s s s s s s/o-nb s/o s/o s/o s s/o
1 * 1e 1e 1e 1e
B 2
2e 2e 2e 1e * 1e 1e 1e 1e
3
4
I
2e 2e 2e 2e 2e 1e 1e 1e 1e 1e
2e 2e 2e 2e 2e
2e 2e 2e 2e 2e 1e 1e 1e 1e 1e
Het onderwijs dat voorbereidt op het propedeutisch examen wordt in het studiejaar 2012-2013 op passende wijze verzorgd
s o v pr nb *
schriftelijk t = toets opdracht verslag practicum notebook afronding praktische oefening OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
Tabel A.a2 Verplichte onderwijseenheden behorend tot het postpropedeutisch examen TBdk (tweede jaar generatie 2011) 2e jaar generatie 2011-2012 Semester Vakcode Toets A1/B3 9ST10 A1 2DD27 A1-2 0AP03
A1-2 A1-2 A1-2 A2 B3 B3 B3 B3-4 B3-4 B4 B4 B4
A Vaknaam Toets Engels Stochastische operations research Methods and models in behavioral research
0AP07
Methods and models in behavioral research toets 1
0AP05
Methods and models in behavioral research toets 2
1CC32 1JJ23 1ZZ25 1PP32 1CC24 1CC42 1JJ33 1BB42 1ZZ32 1BB62 1CC50 1ZZ40
Analyse van productie, opslag en transportprocessen OGO Gedrag, prestatie & organisatie: verdieping OGO Methodologie voor bedrijfskundig onderzoek en ontwerp OGO Introductie Technische Bedrijfskunde 2 OGO Kwantitatieve modellering en analyse van bedrijfsprocessen Investeren en financieren OGO Gedrag, prestatie & organisatie: ontwerp OGO Ontwerpen van informatiesystemen New product development processes OGO Business process simulation Reliability engineering OGO Ontwerpen van innovatieprocessen
SP 0 3 6 0 0 6 6 6 3 3 3 3 6 6 3 3 3
Vorm s/m s s/o s/o s/nb s t/o t/o o/pres v s 0 t/0 t/o v s o
B
1
2
1e
2e
1e
1e
1e 1e 1e 1e *
3
4
I
2e 2e 2e 2e 2e * 1e * 1e
2e 2e 1e * 1e *
2e 2e
60 s o v m nb * t pres
schriftelijk opdracht verslag mondeling notebook afronding praktische oefening toets presentatie
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
Tabel A.a2 Verplichte onderwijseenheden behorend tot het postpropedeutisch examen TBdk (derde jaar generatie 2010) 3e jaar generatie 2010-2011 Semester Vakcode Toets A1-2 1M999
Vaknaam Minor
SP 30
Vorm
B3 B3 B3 B3-4 B3-4 B4 B4 B4
CISM: Corporate Information Systems Management Analyse van goederenstromen Purchasing and supply management OGO Ethiek in bedrijfsprocessen OGO Bachelor Eindopdracht Enterprise modeling OGO Logistiek ontwerpen Strategie, organisatie & verandering
3 3 3 3 9 3 3 3 60
t/o s t/o t/o v/m o o t/o
s t o v m *
1BB72 1CC70 1ZZ50 0LL85 1BT04 1BB73 1CC60 1ZZ24
A 1
B 2 *
3
4
1e 1e
2e 2e * 1e * * * 1e
I
2e
2e
schriftelijk toets opdracht verslag mondeling afronding praktische oefening
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
Tabel A.b1 Verplichte onderwijseenheden behorend tot het propedeutisch examen TBG (generatie 2011)1 1e jaar generatie 2011-2012 (1Het onderwijs dat voorbereidt op het propedeutisch examen wordt in het studiejaar 2012-2013 op passende wijze verzorgd) Semester Vakcode Toets Vaknaam SP At/m B 0Z000 Eerste jaars instructie R.S.I. 0 A1 2DA11 Ingangstoets wiskundige vaardigheden 0 A1 1BB20 Verzamelingenleer en logica 3 A1 1BG02 Healthcare business information management 3 A1 2DD25 Calculus 1 3 A1-2 0A211 6 Psychologie en gebruiker 0A213 A1-2 0 Psychologie en gebruiker toets 1 0A214 A1-2 0 Psychologie en gebruiker toets 2 0A215 A1-2 0 Psychologie en gebruiker toets 3 A1-2 0A216 OGO Psychologie en gebruiker 3 A1-2 1GG03 OGO Inleiding operationele processen in de gezondheidszorg 3 A1-2 0AG05 OGO Gezondheidszorg en technologie 1 3 A2 2DD16 Calculus 2 3 A2 2DD28 Kansrekening 3 B3 0AG06 OGO Technologie in actie voor de gezondheidszorg 3 B3 1BB31 Business process modeling 3 B3 1CG02 Bedrijfseconomische aspecten van de gezondheidszorg 3 B3 2DD12 Lineaire algebra 3 B3 2DD29 Statistiek 1 3 B3-4 0AG03 Inleiding gezondheidspsychologie 3 B4 1CC13 Inleiding voorraadbeheersing 3 B4 1ZZ15 OGO Introductie marketing 3 B4 2DD15 Optimalisering 3 B4 2DD26 Statistiek 2 3
A Vorm pr s s/t s s s s s s s o o/v s s o/w s w s s/o/nb s/o/pres s/o s/o s s/o
B
1
2
* 1e 1e 1e
2e 2e 2e
1e 1e 1e * * * 1e 1e
3
4
I
2e 2e 2e
2e 2e * 1e * 1e 1e
2e 2e 2e 1e 1e 1e 1e 1e
2e 2e 2e 2e 2e
60 s o v p
schriftelijk opdracht verslag practicum
t toets w werkstuk pres. presentatie * afronding praktische oefening
nb notebook
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
Tabel A.b2 Verplichte onderwijseenheden behorend tot het postpropedeutisch examen TBG (tweede jaar generatie 2011) 2e jaar generatie 2011-2012 Semester Vakcode Toets A1/B3 9ST10 A1 1GG04 A1 2DD27 A1-2 0A531
A1-2
A1-2 A2 B3 B3 B3-4 B3-4 B3-4 B4 B4
Vaknaam Toets Engels OGO Gezondheidszorg en technologie 2 Stochastische operations research Human perception & performance
0A533
Human perception & performance toets 1
0A534
Human perception & performance toets 2
0AP03
1CC32 0AG01 1CC24 1JP02 1BB42 1GG41 1ZZ32 1BB62 1ZZ24
A
Methods and models in behavioral research 0AP07
Methods and models in behavioral research toets 1
0AP05
Methods and models in behavioral research toets 2
Analyse van productie, opslag en transportprocessen OGO Ethiek van gezondheidszorgtechnologie OGO Kwantitatieve modellering en analyse v. bedrijfsprocessen Organizational behavior and human performance OGO Ontwerpen van informatie systemen OGO Dataverzameling en data-analyse in de gezondheidszorg New product development processes OGO Business process simulation Strategie, organisatie & verandering
SP 0 3 3 6
6 0 0 6 3 3 3 6 9 6 3 3
Vorm s/m w s s/o s/o s/o s/o s/o s/nb s o/m v s t/o v/pres t/o v t/o
B
1
2
* 1e
2e
1e
3
1e
2e 2e
1e
2e 2e
1e 1e *
4
I
2e * 1e 1e
2e 2e * 1e * 1e
2e 2e
60 s o v m nb * pres w t
schriftelijk opdracht verslag mondeling notebook afronding praktische oefening presentatie werkstuk toets OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
Tabel A.b2 Verplichte onderwijseenheden behorend tot het postpropedeutisch examen TBG (derde jaar generatie 2010) 3e jaar generatie 2010-2011 Semester Vakcode Toets A1-2 1M999 B3 1CG05 B3 1BB72 B3 1ZZ50 B3-4 0A641
A Vaknaam Minor Logistieke beheersing in de gezondheidszorg CISM: corporate information systems management Puchasing and supply management Denken en beslissen
0A643
Denken en beslissen toets 1: Cognitie
0A644
Denken en beslissen toets 2: Besliskunde
B3-4 B4
1GT04 1BB73
OGO Bachelor Eindopdracht TBG Enterprise modeling
B4
1CG04
Financieel management in de gezondheidszorg
s o v pres * t
SP 30 3 3 3 6 0 0 9 3 3 60
Vorm o t/o t/o s s v/pres o o
1
B 2 *
3
1e *
4
I
* 2e
1e 1e * *
2e 2e
*
schriftelijk opdracht verslag presentatie afronding praktische oefening toets
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TBdk
Bijlage 1 bij artikel 1.1.2, eerste lid, van de Onderwijs- en Examenregeling 2012, onderdeel B, van de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen B. Opleiding Technische Innovatiewetenschappen a.
Inhoud van de opleiding en van de daaraan verbonden examens De opleiding omvat een propedeutisch examen en wordt afgesloten met een bachelorexamen, bestaande uit respectievelijk de volgende onderwijseenheden en de daarbij genoemde studiepunten (d) en tentamenvorm (g)1:
1. onderwijseenheden behorend tot het propedeutisch examen (zie tabel B.a1) 2. onderwijseenheden behorend tot het postpropedeutisch examen (zie tabel B.a2) Aan degene die het afsluitend examen met goed gevolg heeft afgelegd wordt de graad Bachelor of Science verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het afsluitend examen vermeld, aangevuld met vermelding van het vakgebied “Innovation Sciences”. b. Inhoud van de afstudeerrichtingen - niet van toepassing c. Inrichting van de praktische oefeningen De onderwijseenheden die een praktische oefening in de zin van artikel 1.1.1. omvatten zijn in de daarbij aangegeven vorm opgenomen onder (a). d. Studielast van de opleiding en van elk van de daarvan deel uitmakende onderwijseenheden De studielast van de opleiding bedraagt 180 studiepunten. De studielast van de onderwijseenheden is aangegeven onder (a). e. Aantal en volgtijdelijkheid van de tentamens en praktische oefeningen Onder (a) is het aantal en de volgorde van tentamens en praktische oefeningen aangegeven. f.
Vorm van de opleiding De opleiding is voltijds en deeltijds ingericht.
g. Vorm tentamens De tentamens van de onderwijseenheden worden afgenomen op de onder (a) aangegeven wijze. h. Voorwaarde voor toelating tot de tentamens en praktische oefeningen Aan de hieronder opgenomen tentamens en praktische oefeningen kan slechts worden deelgenomen nadat de eerdere tentamens en praktische oefeningen, als genoemd onder (a) met goed gevolg zijn afgelegd. Aan tentamens van de postpropedeutische fase (PP) kan slechts worden deelgenomen wanneer de student het propedeutisch examen (P) succesvol heeft afgelegd. Op grond van art. 7.30, derde lid, van de wet kan de examencommissie de student, aan wie een positief studieadvies is afgegeven, op zijn/haar verzoek, onder de hierna volgende voorwaarden toelaten tot het afleggen van een of meer tentamens van de postpropedeutische fase voordat hij/zij het propedeutisch examen heeft afgelegd. De examencommissie kan een student, voordat hij/zij het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgerond, op zijn/haar verzoek toegang verlenen tot het afleggen van de postpropedeutische tentamens indien tenminste 40 ects binnen één studiejaar zijn behaald. 1
deze en volgende verwijzingen betreffen telkens onderdelen van deze bijlage OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TIW
Indien minder dan 40, maar tenminste 30 ects binnen één studiejaar zijn behaald kan de student een studiecontract aangaan met de faculteit voor het afleggen van tentamens van één of meerdere nader te specificeren tweedejaars onderwijseenheden. Met het contract verplicht de student zich de in het contract opgenomen onderwijseenheden binnen de in het contract afgesproken voorwaarden af te ronden. Het voorstel voor een studiecontract moet door de student bij aanvang van het tweede inschrijvingsjaar worden ingediend bij de examencommmissie. In bijzondere omstandigheden kan het bepaalde in de voorgaande volzinnen door de examencommissie ook toegepast worden op de student met een uitgesteld bindend studieadvies. De student kan niet deelnemen aan tentamens van derdejaars onderwijseenheden zolang hij/zij niet het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgerond. i.
Deelname aan praktische oefeningen Aan het tentamen van de volgende onderwijseenheden kan niet worden deelgenomen dan nadat de bijbehorende praktische oefeningen met goed gevolg zijn afgelegd. - geen -
j.
De onderwijseenheden waaruit de student een keuze dient te maken voor de invulling van de vrije ruimte van de opleiding Onder (a) is aangegeven uit welke eenheden de student een keuze dient te maken voor de invulling van de vrije ruimte in de opleiding (zie tabel B.a1 en B.a2).
k. De minoren waaruit de student een keuze kan maken De student kan, onverminderd het bepaalde in artikel 3.2, een keuze maken uit de volgende minoren binnen de opleiding: Bouwtechnologie Energietechnologie Informatie- en Communicatietechnologie Zie verder de Minormatrix 2012, zoals bedoeld in artikel 3.1, negende lid, op de website: http://w3.tue.nl/nl/diensten/stu/onderwijs/major_minor/minoren/minormatrix_2012/ l.
De aansluitende masteropleidingen Het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegd bachelorexamen geeft rechtstreeks toegang tot de masteropleidingen: Human-Technology Interaction (TUE) Innovation Sciences (TUE) Construction Management and Engineering (TUE/TUD/UT)1 Sustainable Energy Technology (TUE/TUD/UT)2 Philosophy of Science, Technology and Society (UT) Systems Engineering, Policy Analysis and Management (TUD) Transport, Infrastructure & Logistics (TUD) 1
Alleen voor studenten met de richting Bouwtechnologie.
2
Alleen voor studenten met de richting Energietechnologie.
Voor overige doorstroommogelijkheden wordt verwezen naar de 3TU-doorstroommatrix. m. Overgangsregelingen - niet van toepassing n. Voorwaarden voor het al dan niet verlenen van vrijstellingen - niet van toepassing -
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TIW
o. Onderwijs gegeven en tentamens en examens afgenomen in het Engels 0A211: getentamineerd in het Engels1,2 0A216: getentamineerd in het Engels1,2 0A416: getentamineerd in het Engels1,2 0A418: getentamineerd in het Engels1,2 0AP03: gedeeltelijk gegeven en getentamineerd in het Engels 0A511: gedeeltelijk gegeven en getentamineerd in het Engels 0A641: gegeven en getentamineerd in het Engels1 0A646:gegeven en getentamineerd in het Engels1 0A531: gegeven en getentamineerd in het Engels1 0A536: gegeven en getentamineerd in het Engels1 0A621: gegeven en getentamineerd in het Engels1 1
Afhankelijk van deelname niet-Nederlandstalige studenten Het onderwijs wordt in 2012-2013 op passende wijze verzorgd
2
p. Domeinspecifieke disciplines Een afgestudeerde Bachelor of Science, Innovation Sciences, is competent in de relevante domeinspecifieke discipline(s) op het niveau van de wetenschappelijke bachelor en heeft basiskennis van en inzicht in: technologische systemen en hun componenten in één van de volgende techniekgebieden: bouwtechnologie, energietechnologie of informatie- en communicatietechnologie; meten en regelen en de grondslagen van het ingenieursberoep (wiskunde, statistiek, programmeren); de kernbegrippen, theoretische kaders en methodologie van de disciplines economie, sociologie en psychologie, toegepast op technologische innovatieprocessen en innovatiesystemen in hun maatschappelijke omgeving; relevante observerings-, dataverzamelings- en analysetechnieken; het reflecteren op het onderzoek of de voorgestelde (her)ontwerpen. q. Niet voor vervanging in aanmerking komende onderwijseenheden - niet van toepassing -
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TIW
Tabel B.a1 Verplichte onderwijseenheden behorend tot het propedeutisch examen generatie 2011 (eerste jaar)1 Semester
Vakcode
A t/m B A1 A1 A1 A1-2 A1 A1 A1-2 A1-2 A1-2 A1-2 A1-2 A1-2
0Z000 2DT00
Toets
2DA12 2IP70 0AA12 7S005 7S001 0A211 0A213 0A214 0A215 0A216 2DT01 2XT01
A2 A2 A2 B3 B3 B4 B4
2IL65 4B270 7T070 2DT02 0A416 0A418 2DT03
B3 B3 B3-4 B4
7W080 7R300 7TW07 7S020
B3
4A250
B3 B4 B4 B4
4G026 2DW00 4A320 4G027
4A251
Vaknaam SP Vorm Algemeen 46 Instructie RSI 0 2 s Basiswiskunde Ingangstoets wiskundige vaardigheden 0 s Basisinformatica 4 s/nb Technologie in actie (OGO) 6 o/v Bouwfysisch ontwerpen 1 - fysica van de ruimte 2 s 1 v Bouwfysisch ontwerpen 1 - oefening Psychologie en gebruiker 6 s Psychologie en gebruiker toets 1 0 s Psychologie en gebruiker toets 2 0 s Psychologie en gebruiker toets 3 0 s 3 s Psychologie en gebruiker (OGO) Calculus voor TIW 4 s Calculus voor TIW toets A 0 s Keuzecluster, 1 uit 3 (4B270 verplicht voor richting Energietechnologie) 3 s/o Algoritmen 3 s Inleiding warmte en stroming Bouwtechnisch ontwerpen 3 s Lineaire algebra 3 s 6 s Infonomics: a model based introduction to social sciences 3 o Infonomics: a model based introduction to social sciences (OGO) Kansrekening en Statistiek 1 3 s/nb/o Bouwtechnologie 14 3 s Stedenbouw Bouwprocesleer 2 s Bouwatelier voor TIW 7 v Materiaalkunde 1 2 s Energietechnologie 14 Signaalanalyse 3 s/nb Signaalanalyse toets 1 0 s/nb OGO - Een roterend filter 2 v/pres Vectorcalculus 3 s Systeemanalyse 3 s/nb 3 pres OGO - Modelvorming dynamisch systeem
1 1e/2e 1e/2e 1e 1e *
2
3
4
I
2e 2e * 1e
2e
2e 2e * 1e
2e
2e * 2e
1e 1e 1e * 1e * 1e 1e 1e
2e 2e 2e 2e 2e 2e 2e 1e 1e
1e 1e
1e 1e *
2e 1e 1e *
2e 2e
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TIW
ICT 14 3 s/o Human technology interaction 2XD15 Human technology interaction toets A 0 s/o B3-4 2IP80 Objectgeoriënteerd programmeren 4 s/nb B3-4 0A804 OGO ICT 4 o/v B4 2ID65 3 o Hypermedia and the web 1 Het onderwijs dat voorbereidt op het propedeutisch examen wordt in het studiejaar 2012-2013 op passende wijze verzorgd B3
2ID15
1e
2e 1e * *
2e
Tabel B.a2 Verplichte onderwijseenheden behorend tot het postpropedeutisch examen generatie 2011 (tweede jaar) Semester
Vakcode
Toets
Vaknaam Algemeen A1/B3 9ST10 Toets Engels A1 2DT04 Kansrekening en statistiek 2 A1-2 0AP03 Methods and models in behavioral research 0AP07 Methods and models in behavioral research toets 1 0AP05 Methods and models in behavioral research toets 2 A1-2 0A521 Techniekdynamica en reflectie op techniek 0A523 Techniekdynamica & reflectie op techniek toets 1 0A524 Techniekdynamica &reflectie op techniek toets 2 0A525 Techniekdynamica & reflectie op techniek toets 3 A2 0A526 Techniekdynamica en reflectie op techniek (OGO) Bouwtechnologie A1 7S110 Materiaalkunde 2 A1 7X560 Bestaande omgeving herontwerpen A1 7M0601 Computer aided design: college A2 7M0651 Computer aided design: oefening A2 7S420 Bouwfysisch ontwerpen 2: Scheidingsconstructies A2 7S425 Bouwfysisch ontwerpen 2: Oefeningen Energietechnologie A1 4B420 Thermodynamica A1 5EE60 Velden A2 5XCA0 Fundamentals of Electronics ICT A1 2IT60 Logic & set theory A2 2IC30 Computer systems 1 Het onderwijs in deze vakken wordt in het studiejaar 2012-2013 op passende wijze verzorgd
SP 15 0 3 6 0 0 6 0 0 0 3 12 3 3 1 2 2 1 12 3 4 5 10 5 5
Vorm s/m 1e s/o s/o s/nb s s s s v
1
2
3
1e
2e 2e
4
I
2e 1e 1e 1e 1e *
s/w w s w s/w w
1e * 1e
s s
1e 1e
2e 2e 2e
2e 2e * 1e *
2e *
2e 2e
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TIW
B3-4
0A511 0A513 0A514 0A515
B3-4
0A641 0A643 0A644
B3-4 B4
0A646 0A516
B3 B4
7**** 7T644
B3 B3 B4
5K135 3B470 4G036
B3 B4
2IL50 2IT70
Algemeen Technologie & Beleid Toets klassiek bestuursparadigma Toets marktparadigma Toets netwerkbenadering Denken en beslissen Toets Cognitie Toets Besliskunde Denken en beslissen (OGO) Technologie en beleid (OGO) Bouwtechnologie Constructief Ontwerpen/Mechanica 1 Duurzaam Bouwen Energietechnologie Prakticum elektrische energietechniek voor TIW Fysische Transportverschijnselen Het ontwerpen van een CV-ketel ICT Datastructures Automata and processes
21 9 0 0 0 6 0 0 3 3 8 5 3 9 3 3 3 10 5 5
s s s s s s s o o
1e 1e
2e 2e 1e
2e
1e
2e 2e
1e * *
w
*
o s v/pr
* 1e
2e *
Tabel B.a2 Verplichte onderwijseenheden behorend tot het postpropedeutisch examen generatie 2010 (derde jaar) Semester Vakcode A1-2
Toets
0A531 0A533 0A534
A1-2 A1-2 A2
0A536 0A621 0A626
A1 A1 A2 A2 A2 A1-2
7T255 7T256 7S420 7S425 7S320 *****
Vaknaam Algemeen Human perception and performance HP&P toets 1 human perception HP&P toets 2 human performance HP&P: interaction behaviour analysis (OGO) Technologische innovaties: creatie, protectie en diffusie Technologische innovaties: creatie, protectie en diffusie - OGO Bouwtechnologie Bouwtechniek in concept en detail Bouwtechniek in concept en detail: Oefening Bouwfysisch ontwerpen 2: Scheidingsconstructies Bouwfysisch ontwerpen 2: Oefeningen Integratie gebouw en klimaatinstallatie keuzevakken Bouwtechnologie
SP 18 6 0 0 3 6 3 12 1 2 2 1 3 3
Vorm s/o s s o s/o o
s/w w s
1
2
1e 1e
1e * 2e/* *
1e * 1e
3
4
I
2e 2e
2e * 2e
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TIW
A1 A1 A1-2
0C601 5EE20 *****
A2 A1-2
2ID05 *****
B3 A1 A2 B3-4
0A611 0A631 0A632 0BT01
B3-4
*****
B3 B4 B3-4
4S580 4B680 *****
B4 B3-4
5JJ90 *****
s o v w m pr nb pres *
Energietechnologie Technologie & Duurzaamheid Inleiding elektriciteitsvoorziening keuzevakken Energietechnologie ICT Datamodelleren en databases keuzevakken ICT Algemeen Advanced methods and models in behavioral research Technologische Innovaties: Leren innoveren Technologische Innovaties: Leren innoveren (OGO) OGO Bachelor eindproject TIW vrije keuze Bouwtechnologie keuzevakken Bouwtechnologie Energietechnologie Chemie en transport in energie conversie processen Warmteoverdracht keuzevakken Energietechnologie ICT Computernetwerken keuzevakken ICT
11 3 3 5 12 6 6 24 3 6 3 9 3 9 9 9 3 3 3 9 3 6
s s
1e 1e
s s/o s/nb/o s o v/pres
s s
2e 2e 2e 1e
2e 1e
1e
2e
2e * *
1e
2e 1e
2e
1e
2e
schriftelijk opdracht verslag werkstuk mondeling practicum notebook presentatie afronding praktische oefening
OER BSc TBdk en TIW 2012, onderdeel B, bijlage 1B - TIW
Bijlage 2 bij artikel 2.2.1, derde en zesde lid, van de Onderwijs- en Examenregeling 2012, onderdeel B, van de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen
UITGESTELD BINDEND STUDIEADVIES (BSA) Uitgesteld Bindend Studieadvies Aan elke student wordt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse, met uitzondering van de gevallen bedoeld in art. 2.2.1, derde en zesde lid, OER, onderdeel B, een advies uitgebracht over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding (art. 7.8b van de wet). Dit studieadvies moet vóór 1 september aan alle eerstejaarsstudenten worden uitgebracht. Het is een belangrijk advies, omdat het de student een reëel inzicht geeft in de kansen om met goed gevolg de opleiding te kunnen voltooien. Het studieadvies wordt namens de decaan uitgebracht door de examencommissie van de betreffende opleiding en wordt gebaseerd op de resultaten die behaald zijn tot en met de tentamenperiode in de interim. In bovenbedoelde uitzonderingsgevallen ontvangt de student pas aan het einde van zijn/haar tweede studiejaar een bindend studieadvies: Uitgesteld bindend studieadvies. De student krijgt een positief studieadvies als hij/zij minimaal 50% van de, op 1 september 2012, nog te behalen studiepunten uit de propedeuse heeft gehaald, met inachtneming van bepaalde aanvullende eisen. De aanvullende eisen zijn hieronder nader aangegeven. A.
Bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde
Minimaal 4 vakken behaald uit het cluster wiskunde/statistiek 1BB20 Verzamelingenleer en Logica 2DD25 Calculus 1 2DD16 Calculus 2 2DD17 Calculus 3 2DD12 Lineaire Algebra 2DD28 Kansrekening 2DD29 Statistiek 1 2DD26 Statistiek 2 2DD15 Optimalisering Minimaal 1 vak behaald uit het cluster techniek/engineering 1BB12 Business Information Management 1BB31 Business Process Modeling 1CC13 Inleiding voorraadbeheersing 1CC17 Quality Management Minimaal 2 vakken behaald uit het cluster bedrijfskunde 1CC14 Bedrijfseconomie 1 1CC15 Bedrijfseconomie 2 OGO 1JJ13 Gedrag, Prestatie & Organisatie: Basis 1PP22 Introductie Technische Bedrijfskunde 1 OGO 1ZZ14 Organisatiekunde OGO 1ZZ15 Introductie Marketing OGO
OER BSc 2012, onderdeel B, TBdk en TIW, bijlage 3 BSA
B.
Bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde, specialisatie TBdk voor de Gezondheidszorg
Minimaal 4 vakken behaald uit het cluster wiskunde/statistiek 1BB20 Verzamelingenleer en logica 2DD25 Calculus 1 2DD16 Calculus 2 2DD12 Lineaire algebra 2DD28 Kansrekening 2DD29 Statistiek 1 2DD26 Statistiek 2 2DD15 Optimalisering Minimaal 1 vak behaald uit het cluster techniek/engineering 1BB31 Business process modelling 1BG02 Business information management voor de gezondheidszorg 1CC13 Inleiding voorraadbeheering 0A211 Psychologie en gebruiker Minimaal 2 vakken behaald uit het cluster bedrijfskunde voor de gezondheidszorg 1CG02 Bedrijfseconomische aspecten van de gezondheidszorg 1GG03 Inleiding operationele processen in de gezondheidszorg (OGO) 1ZZ15 Introductie marketing (OGO) 0A216 Psychologie en gebruiker OGO 0AG05 Gezondheidszorg en technologie 1 (OGO) 0AG06 Technologie in actie voor de gezondheidzorg (OGO) 0AG03 Inleiding gezondheidspsychologie
OER BSc 2012, onderdeel B, TBdk en TIW, bijlage 3 BSA
C. Bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen Minimaal 2 vakken behaald uit het cluster wiskunde/statistiek 2DT00 Basis Wiskunde 2DT01 Calculus 2DT02 Lineaire Algebra 2DT03 Kansrekening en Statistiek 1 Minimaal 3 vakken behaald uit het cluster technische vakken 2IP70 Basisinformatica 7S005 Bouwfysisch ontwerpen 1 + 7S001 Bouwfysisch ontwerp 1: oefening Keuzevakken 1 uit 3 4B270 Fysische verschijnselen: Inleiding Warmte & Stroming* 7T070 Bouwtechnisch ontwerpen 2IL65 Algortimen 7W080 Stedebouw 7R300 Bouwprocesleer 7S020 Materiaalkunde 1 4A250 Signaalanalyse 4A320 Systeemanalyse 2DW00 Vectorcalculus 2ID65 Hypermedia and the web 2IP80 Objectgeoriënteerd Programmeren 2ID15 Human-technology interaction Minimaal 1 vak behaald uit het cluster sociaal-wetenschappelijke vakken 0A211 Psychologie en Gebruiker 0A416 Infonomics: a model based introduction to social sciences Minimaal 2 vakken behaald uit het cluster OGO 0AA12 Inleiding TIW / Technologie in Actie (OGO) 0A216 Psychologie en Gebruiker - OGO 0A418 Infonomics: a model based introduction to social sciences - OGO 0A804 OGO ICT 4G026 Een roterende filter 4G027 Modelvorming dynamische systeem 7TW07 Bouwatelier voor TIW * verplicht keuzevak voor de richting Energietechnologie
OER BSc 2012, onderdeel B, TBdk en TIW, bijlage 3 BSA
Bijlage 3 bij artikel 1.1.2, tweede lid, van de Onderwijs- en Examenregeling 2012, onderdeel B, van de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen
A. Regeling schakelprogramma 2012 voor HBO-afgestudeerden voor de aansluitende masteropleidingen Innovation Management en Operations Management & Logistics De bepalingen van de Onderwijs- en Examenregeling, onderdeel B, voor de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde (TBdk) en Technische Innovatiewetenschappen (TIW), hierna te noemen OER BSc, gelden tevens ten aanzien van HBO-afgestudeerden die toegelaten zijn tot het zogeheten schakelprogramma, voorzover deze bepalingen niet in strijd zijn met het bepaalde in deze regeling voor het schakelprogramma. Artikel 1 - Schakelprogramma voor HBO-afgestudeerden 1. Studenten met een afgeronde HBO-opleiding op het gebied van de techniek kunnen in aanmerking komen voor het volgen van het in artikel 3 van deze regeling opgenomen schakelprogramma dat na afronding recht geeft op een bewijs van toelating voor de masteropleiding Innovation Management (hierna te noemen MSc IM) respectievelijk Operations Management & Logistics (hierna te noemen MSc OML). 2. Studenten, als bedoeld in het eerste lid, worden door de Facultaire Toelatingscommissie individueel beoordeeld. Deze beoordeling leidt tot een individuele beschikking van de Facultaire Toelatingscommissie of betrokkene kan worden toegelaten tot het in artikel 3 van deze regeling bedoelde schakelprogramma, of dit schakelprogramma moet worden aangepast, of betrokkene een individueel voor deze samengesteld schakelprogramma moet volgen, dan wel of betrokkene niet in aanmerking komt voor het volgen van het schakelprogramma. 3. Van het schakelprogramma (exclusief het ‘homologatiedeel’) dient door de student binnen twaalf maanden na aanvangsdatum tenminste 75% te zijn behaald. Tot het in de vorige volzin bedoelde te behalen gedeelte van het schakelprogramma dient in ieder geval te behoren 2DD20 Pre-master Statistics voor wat betreft het schakelprogramma IM c.q. 2DL01 Pre-master Calculus voor wat betreft het schakelprogramma OML. Indien de student niet voldaan heeft aan het bepaalde in de vorige volzinnen wordt de schakelinschrijving beëindigd. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op verzoek van de student hiervan afwijken. 4. Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid dient het schakelprogramma door de student binnen 24 maanden na aanvangsdatum volledig te zijn afgerond. Indien de student niet voldaan heeft aan het bepaalde in de vorige volzin wordt de schakelinschrijving beëindigd. 5. Na afloop van het eerste semester krijgt de student een studieadvies over de voortzetting van de studie. Inhoud van het studieadvies: Behaalde studiepunten na 1e semester minimaal 18 ( IM) resp. 19 (OML) waaronder specifieke onderwijseenheden* minder dan 18 (IM) resp. 19 ( OML), minimaal 10
Advies 1
Betekenis
2
minder dan 10
3
studie voortzetten, niet toegelaten tot mastervakken, contact opnemen met studieadviseur om te bezien of een goede studieplanning zou kunnen leiden tot het succesvol afronden van de premaster studie beëindigen; dit advies is dringend
studie voortzetten, toegelaten tot twee mastervakken
* de specifieke onderwijseenheden als vermeld in artikel 4
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma IM & OML
Artikel 2 - De taal 1. Het onderwijs in het schakelprogramma en de tentamens worden gegeven resp. afgenomen in de Nederlandse of Engelse taal. 2. Indien van een onderwijseenheid het onderwijs wordt gegeven en het tentamen wordt afgenomen in het Nederlands, kan op verzoek van een student die de Nederlandse taal niet voldoende beheerst het tentamen voor hem/haar ook in de Engelse taal worden afgenomen. Indien bij de betreffende onderwijseenheid Nederlandstalig studiemateriaal wordt gebruikt kan de student om vervangend Engelstalig studiemateriaal verzoeken. Hiertoe dient bij aanvang van de betreffende onderwijseenheid een verzoek te worden ingediend bij de examencommissie van de opleiding Technische Bedrijfskunde. Artikel 3 - Het schakelprogramma Het schakelprogramma, als bedoeld in artikel 1, dat de student dient te volgen bestaat uit de volgende onderwijseenheden: a. schakelprogramma IM: 9ST10
Toets Engels
1JV00 2DL03 2DD20 0AP03 1ZS10* 1ZP04 1CP06 1CP07 1BV00 1ZZ32* 1ZV10
Work & Organizational Psychology: Basic Basiswiskunde Pre-master Statistics Methods and models in behavioral research New product development processes Marketing- en inkoopmanagement Business Economics Project Management Business Modeling New product development processes Organization, Strategy & Innovation
*
Identieke onderwijseenheid
Het is de student toegestaan om twee van de drie onderwijseenheden 1BV00, 1ZV10 en 1CP06 op te nemen in de keuzeruimte van de MSc IM (‘homologeren binnen de masteropleiding’). Binnen 12 maanden na aanvangsdatum dient de student aan te geven welke onderwijseenheden tot het homologatiedeel behoren en dit homologatiedeel ter goedkeuring voor te leggen aan de examencommissie van de bacheloropleiding respectievelijk masteropleiding. b. schakelprogramma OML (inclusief ‘homologatiedeel’): 9ST10
Toets Engels
1JV00 2DD60 0AP03 2DL01 1CP06 2DD21 2DD61 1BV00 1CP05
Work & Organizational Psychology: Basic Kansrekening Methods and models in behavioral research Pre-master Calculus Business Economics Pre-master Stochastic Operations Research Statistiek Business Modeling Production and Inventory Control
Het is de student toegestaan om de onderwijseenheden 1JV00 en 1CP06 op te nemen in de keuzeruimte van de MSc OML (‘homologeren binnen de masteropleiding’).
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma IM & OML
Onderwijseenheden van het schakelprogramma ‘Premaster IM’ 2012-2013 (inclusief ‘homologatiedeel’) Semester A1/B3 A1
Vakcode
Toets
Toets Engels
1JV00
Work & Organizational Psychology: Basic 1JV01 1JV02 1JV03 1JV04
A1 A1 A1-2
2DL03 2DD20 0AP03 1ZS10* 1ZP04 1CP06 1CP07 1BV00
1ZZ32* 1ZV10
Written exam Business Modeling (70%) Data modeling assignment (10%) Process modeling assignment (20%)
New product development processes Organization, Strategy & Innovation 1ZV11 1ZV12 1ZV13 1ZV14
* similar course
Toets 1 Methods and models in behavioral research Toets 2 Methods and models in behavioral research
New product development processes Marketing- en inkoopmanagement Business Economics Project Management Business Modeling 1BV01 1BV02 1BV03
B3-4 B4
Tentamen Work & Organizational Psychology: Basic (40%) Praktische oefening Work & Organizational Psychology: Basic 1 (20%) Praktische oefening Work & Organizational Psychology: Basic 2 (20%) Praktische oefening Work & Organizational Psychology: Basic 3 (20%)
Basiswiskunde Pre-master Statistics Methods and models in behavioral research 0AP07 0AP05
A1-2 A2 A2 A2 B3
Vaknaam
9ST10
Written exam Organization, Strategy & Innovation (60%) Assignment Organization, Strategy & Innovation 1 (15%) Assignment Organization, Strategy & Innovation 2 (15%) Assignment Organization, Strategy & Innovation 3 (10%)
SP 0 5 0 0 0 0 3 3 6 0 0 6 3 3 3 5 0 0 0 6 5 0 0 0 0 42
Vorm w/o w/a w a a a w w w/a w/a w w/a w/a w w/a w/a w a a w/a w/a w a a a
1
2
1e
2e
1e 1e
2e 2e
1e 1e 1e 1e 1e 1e
3
4
I
2e 2e 2e 2e 2e 2e 1e
2e 1e
2e
1e
2e
o = oral examination a = assignment w = written examination
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma IM & OML
Onderwijseenheden van het schakelprogramma ‘Pre-master OML’ 2012-2013 (inclusief ‘homologatiedeel’) Semester A1/B3 A1
Vakcode
Toets
9ST10
Toets Engels
1JV00
Work & Organizational Psychology: Basic 1JV01 1JV02
A1 A1-2
2DD60 0AP03 2DL01 1CP06 2DD21
A2 B3
2DD61 1BV00
SP 0 5 0 0 3 6 0 0 4 3 3
Toets Pre-master Stochastic Operations Research
Statistiek Business Modeling 1BV01 1BV02 1BV03
1CP05
Toets 1 Methods and models in behavioral research Toets 2 Methods and models in behavioral research
Pre-master Calculus Business Economics Pre-master Stochastic Operations Research 2XD21
B3-4
Tentamen Work & Organizational Psychology: Basic (40%) Praktische oefeningen Work & Organizational Psychology: Basic (60%)
Kansrekening Methods and models in behavioral research 0AP07 0AP05
A1-2 A2 A2
Vaknaam
Written exam Business Modeling (70%) Data modeling assignment (10%) Process modeling assignment (20%)
Production and Inventory Control
3 5 0 0 0 6 38
Vorm w/o w/a w a w w/a w/a w w w w w w w/a w a a w
1
2
1e
2e
1e
2e
1e 1e 1e 1e 1e 1e 1e
3
4
I
2e 2e 2e 2e 2e 2e 2e 1e
2e 1e
2e
o = oral examination a = assignment w = written examination
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma IM & OML
Artikel 4 - Het volgen van onderwijseenheden van de aansluitende masteropleiding 1. Aan degene die als student in de bacheloropleiding TBdk het in artikel 3 bedoelde schakelprogramma ‘Pre-master IM’ volgt, kan, behoudens het gestelde in artikel 1, derde lid, op zijn/haar verzoek door de examencommissie van de bacheloropleiding toestemming worden verleend om, na goedkeuring door de examencommissie van de masteropleiding, twee van de onderwijseenheden 1JM06, 1JM27, 1ZM40 en 1ZM70 van de MSc IM te volgen, indien hij/zij na één semester ten minste 18 studiepunten heeft behaald, waaronder in ieder geval de onderwijseenheden 0AP03, 1CP06, en 2DD20. 2. Aan degene die als student in de bacheloropleiding TBdk het in artikel 3 bedoelde schakelprogramma ‘Pre-master OML’ volgt kan door de examencommissie van de bacheloropleiding toestemming worden verleend om, na goedkeuring door de examencommissie van de masteropleiding, de onderwijseenheden 1ZM31 Multivariate Statistics en 1CM22 Integrated Financial & Operations Management van de MSc OML te volgen, indien hij/zij na één semester ten minste 19 studiepunten heeft behaald, waaronder in ieder geval de onderwijseenheden 0AP03, 1CP06, 2DL01 en 2DD61. 3. De in de voorgaande leden bedoelde onderwijseenheden van de MSc IM resp. OML die door de student zijn behaald voordat hij/zij het schakelprogramma volledig heeft afgerond worden als vrijstelling opgenomen op de cijferlijst van de masteropleiding. Artikel 5 – Overstapregeling Gedurende het 1e kwartiel kan een student overstappen van het schakelprogramma OML naar IM, met melding aan de examencommissie van de opleiding Technische Bedrijfskunde. Na het 1e kwartiel dient een verzoek tot overstap van het schakelprogramma OML naar IM en vice versa te worden gericht aan de examencommissie van de opleiding Technische Bedrijfskunde.
B. Regeling TU/e minor voor HBO’ers 2012 voor de aansluitende masteropleidingen Innovation Management en Operations Management & Logistics Artikel 6 – TU/e minor voor HBO’ers Studenten van een HBO-opleiding op het gebied van de techniek die op het HBO in de gelegenheid zijn een TU/e minor te volgen, kunnen in aanmerking komen voor het volgen van het programma van de in artikel 7 opgenomen TU/e minor voor HBO’ers. De toelatingseis voor deze minor is het behaald zijn van de onderwijseenheid 2DL03 Basiswiskunde. Artikel 7 – TU/e minorprogramma voor HBO’ers Het TU/e minorprogramma voor HBO’ers dat de student van een in art. 6 bedoelde HBO-opleiding dient te volgen heeft een omvang van 18-20 ects, omvattende twee verplichte onderwijseenheden (6 ects) en een aantal kernkeuze-onderwijseenheden (12-14 ects). A. Verplichte onderwijseenheden van het TU/e minorprogramma IM voor HBO’ers, 2012-2013 Project Management 1CP07 Pre-master Statistics 2DD20 Keuze uit : Methods and models in behavioral research 0AP03 Work & Organizational Psychology: Basic 1JV00 Business Economics 1CP06 Marketing- en inkoopmanagement 1ZP04 New product Development Processes 1ZS10 B. Verplichte onderwijseenheden van het TU/e minorprogramma OML voor HBO’ers, 2012-2013 Calculus A 2DL04 Kansrekening 2DD60 OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma IM & OML
Keuze uit : Methods and models in behavioral research 0AP03 Work & Organizational Psychology: Basic 1JV00 Business Economics 1CP06 Statistiek 2DD61 Pre-master Stochastische Operations Research 2DD21 Artikel 8 – Voortzetting HBO-schakelprogramma 1. Indien de HBO-minorstudent gemeten twaalf maanden na aanvangsdatum 1 september minder dan 9 ects heeft behaald aan onderwijseenheden (waaronder, voor het TU/e minorprogramma IM: Pre-master Statistics 2DD20; voor het TU/e minorprogramma OML: Calculus A 2DL04 óf Kansrekening 2DD60) in de 18 ects minor, genoemd in artikel 7, mag hij/zij géén onderwijseenheden van het betreffende minorprogramma meer volgen, noch overige onderwijseenheden van het hem/haar betreffende schakelprogramma, als bedoeld in artikel 3, (blijven) volgen. 2. Indien de HBO-minorstudent gemeten twaalf maanden na aanvangsdatum 1 september naast 2DL03 Basiswiskunde tenminste 9 ects heeft behaald aan onderwijseenheden (waaronder, voor het TU/e minorprogramma IM: Pre-master Statistics 2DD20; voor het TU/e minorprogramma OML: Calculus A 2DL04 óf Kansrekening 2DD60) in de 18 ects minor, genoemd in artikel 7, mag hij/zij ook de overige onderwijseenheden van het hem/haar betreffende schakelprogramma, als bedoeld in artikel 3, (blijven) volgen. De student krijgt dan nog maximaal twaalf maanden om het resterend gedeelte van dat schakelprogramma af te ronden. Zo niet, dan mag de student enkel nog deelnemen aan het betreffende schakelprogramma ná het behalen van het HBO-diploma.
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma IM & OML
Bijlage 3 bij artikel 1.1.2, tweede lid, van de Onderwijs- en Examenregeling 2012, onderdeel B, van de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen
C. Regeling schakelprogramma 2012 voor HBO-afgestudeerden voor de aansluitende masteropleidingen Human-Technology Interaction en Innovation Sciences De bepalingen van de Onderwijs- en Examenregeling, onderdeel B, voor de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde (TBdk) en Technische Innovatiewetenschappen (TIW), hierna te noemen OER BSc, gelden tevens ten aanzien van HBO-afgestudeerden die toegelaten zijn tot het zogeheten schakelprogramma, voorzover deze bepalingen niet in strijd zijn met het bepaalde in deze regeling voor het schakelprogramma. Artikel 1 - Schakelprogramma voor HBO-afgestudeerden 1. Studenten met een afgeronde HBO-opleiding op het gebied van de techniek kunnen in aanmerking komen voor het volgen van het in artikel 3 van deze regeling opgenomen schakelprogramma dat na afronding (exclusief het ‘homologatiedeel’) recht geeft op een bewijs van toelating voor de masteropleiding Human-Technology Interaction (hierna te noemen MSc HTI) respectievelijk Innovation Sciences (hierna te noemen MSc IS). 2. Studenten, als bedoeld in het eerste lid, worden door de Facultaire Toelatingscommissie individueel beoordeeld. Deze beoordeling leidt tot een individuele beschikking van de Facultaire Toelatingscommissie of betrokkene kan worden toegelaten tot het in artikel 3 van deze regeling bedoelde schakelprogramma, of dit schakelprogramma moet worden aangepast, of betrokkene een individueel voor deze samengesteld schakelprogramma moet volgen, dan wel of betrokkene niet in aanmerking komt voor het volgen van het schakelprogramma. 3. Van het schakelprogramma (exclusief het ‘homologatiedeel’) dient door de student binnen twaalf maanden na aanvangsdatum (1 september wat betreft het schakelprogramma HTI, 1 september of 1 februari wat betreft het schakelprogramma IS) tenminste 75% te zijn behaald. Tot het in de vorige volzin bedoelde te behalen gedeelte van het schakelprogramma dient in ieder geval te behoren 2DD20 Pre-master Statistics voor wat betreft het schakelprogramma HTI en het schakelprogramma IS, instroom per 1 sepember, of 0HV00 Research Methods 1 voor wat betreft het schakelprogramma IS, instroom per 1 februari. Indien de student niet voldaan heeft aan het bepaalde in de vorige volzinnen wordt de schakelinschrijving beëindigd. In bijzondere gevallen kan de examencommissie op verzoek van de student hiervan afwijken. 4. Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid dient het schakelprogramma door de student binnen 24 maanden na aanvangsdatum volledig te zijn afgerond. Indien de student niet voldaan heeft aan het bepaalde in de vorige volzin wordt de schakelinschrijving beëindigd. Artikel 2 - De taal 1. Het onderwijs in het schakelprogramma en de tentamens worden gegeven resp. afgenomen in de Nederlandse of Engelse taal. 2. Indien van een onderwijseenheid het onderwijs wordt gegeven en het tentamen wordt afgenomen in het Nederlands, kan op verzoek van een student die de Nederlandse taal niet voldoende beheerst het tentamen voor hem/haar ook in de Engelse taal worden afgenomen. Indien bij de betreffende onderwijseenheid Nederlandstalig studiemateriaal wordt gebruikt kan de student om vervangend Engelstalig studiemateriaal verzoeken. Hiertoe dient bij aanvang van de betreffende onderwijseenheid een verzoek te worden ingediend bij de examencommissie van de opleiding Technische Innovatiewetenschappen.
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma HTI & IS
Artikel 3 - Het schakelprogramma Het schakelprogramma, als bedoeld in artikel 1, dat de student dient te volgen bestaat uit de volgende onderwijseenheden: a. schakelprogramma HTI (inclusief ‘homologatiedeel’): 9ST10
Toets Engels
2DD20 Pre-master Statistics 0AP03 Methods & Models in Behavioral Research 0HV10 Introduction Psychology & Technology 0HV30 Social Psychology & Consumer Behavior 0A531 Human Perception & Performance 0A641 Denken en Beslissen Het is de student toegestaan om één van de drie bovengenoemde onderwijseenheden 0HV30, 0A531 of 0641 op te nemen in de keuzeruimte van de MSc HTI (‘homologeren binnen de masteropleiding’). Binnen 12 maanden na aanvangsdatum dient de student aan te geven welke onderwijseenheid tot het homologatiedeel behoort en dit homologatiedeel ter goedkeuring voor te leggen aan de examencommissie van de bacheloropleiding respectievelijk masteropleiding. b. schakelprogramma IS (inclusief ‘homologatiedeel’), instroom per 1 september: 9ST10
Toets Engels
2DD20 Pre-master Statistics 0AP03 Methods & Models in Behavioral Research 0SV30 Economics of Innovation – Introduction 0SV10 Technology in Society – Introduction 0A631 Technologische Innovaties: Leren Innoveren 0A632 Technologische Innovaties: Leren Innoveren – OGO 0A611 Advanced Methods & Models in Behavioral Research Het is de student toegestaan om een aantal van bovengenoemde onderwijseenheden, met uitzondering van 2DD20, tot een maximum van 12 studiepunten, op te nemen in de keuzeruimte van de MSc IS (‘homologeren binnen de masteropleiding’). Binnen 12 maanden na aanvangsdatum dient de student aan te geven welke onderwijseenheden tot het homologatiedeel behoren en dit homologatiedeel ter goedkeuring voor te leggen aan de examencommissie van de bacheloropleiding respectievelijk masteropleiding. c.
schakelprogramma IS (inclusief ‘homologatiedeel’), instroom per 1 februari: 9ST10
Toets Engels
0HV00 Research Methods 1 0A631 Technologische Innovaties: Leren Innoveren 0A632 Technologische Innovaties: Leren Innoveren – OGO 0AP11 Technologie & Beleid voor pre-master IS: Netwerkbenadering 0SV30 Economics of Innovation – Introduction 0HV** Research Methods 11 Het is de student toegestaan om een aantal van bovengenoemde onderwijseenheden, met uitzondering van 0HV00, tot een maximum van 10 studiepunten, op te nemen in de keuzeruimte van de MSc IS (‘homologeren binnen de masteropleiding’). Binnen 12 maanden na aanvangsdatum dient de student aan te geven welke onderwijseenheden tot het homologatiedeel behoren en dit homologatiedeel ter goedkeuring voor te leggen aan de examencommissie van de bacheloropleiding respectievelijk masteropleiding.
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma HTI & IS
Onderwijseenheden van het schakelprogramma MSc HTI 2012-2013 (inclusief ‘homologatiedeel’) Semester A1 /B3 A1
Vakcode
Toets
Toets Engels
0HV10
Introduction Psychology & Technology 0HV11 0HV12 0HV13 0HV14
A1 A1-2
2DD20 0AP03 0A531 0HV30
0A641
MC exam (70%) Assignment 1 (15%) Assignment 2 (15%)
Denken en beslissen 0A643 0A644
s o v m nb *
HP&P toets 1 Human Perception HP&P toets 2 Human Performance
Social Psychology & Consumer Behavior 0HV31 0HV32 0HV33
B3-4
Methods & Models in Behavioral Research toets 1 Methods & Models in Behavioral Research toets 2
Human Perception & Performance 0A533 0A534
A2
Written final exam (35%) Written intermediate exam (35%) Quizzes (10%) Workshop Assignments (20%)
Pre-master Statistics Methods & Models in Behavioral Research 0AP07 0AP05
A1-2
Vaknaam
9ST10
Toets Cognitie Toets Besliskunde
SP 0 5 0 0 0 0 3 6 0 0 6 0 0 5 0 0 0 6 0 0 31
Vorm s/m s/o
s s/o/nb
1
2
1e * * * 1e
2e
3
4
I
1e
2e 2e
2e
1e 1e
2e 2e
1e
2e 2e
s/o 1e s/o 1e * *
2e
s 1e
schriftelijk opdracht verslag mondeling notebook afronding praktische oefening
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma HTI & IS
Onderwijseenheden van het schakelprogramma MSc IS 2012-2013 (inclusief ‘homologatiedeel’), instroom per 1 september Semester A1 /B3 A1
Vakcode
Toets
9ST10
Toets Engels
0SV30
Economics of Innovation – Introduction 0SV31 0SV32 0SV33
A1 A1-2
2DD20 0AP03 0SV10
s o v m nb * p
0A611 0A631 0A632
Methods & Models in Behavioral Research toets 1 Methods & Models in Behavioral Research toets 2
Technology in Society – Introduction 0SV11 0SV12 0SV13 0SV14
B3 B3 B4
Written final exam (40%) Written intermediate exam (40%) Group assignment (20%)
Pre-master Statistics Methods & Models in Behavioral Research 0AP07 0AP05
A2
Vaknaam
Written exam (50%) Poster(10%) PPT Presentation (20%) Peer Review (20%)
Advanced Methods & Models in Behavioral Research Technologische Innovaties: Leren Innoveren Technologische Innovaties: Leren Innoveren – OGO
SP 0 5 0 0 0 3 6 0 0 5 0 0 0
Vorm s/m s/o
s s/o/nb
1
2
3
1e * * 1e
2e
4
I
2e
1e
2e 2e
1e s/o/p 1e * * *
2e
3 6 3 31
schriftelijk opdracht verslag mondeling notebook afronding praktische oefening presentatie
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma HTI & IS
Onderwijseenheden van het schakelprogramma MSc IS 2012-2013 (inclusief ‘homologatiedeel’), instroom per 1 februari Semester A1 /B3 B3
B3 B4 B4 A1
Vakcode 9ST10 0HV00
Toets
Vaknaam Toets Engels Research Methods 1
0HV01 0HV02 0HV03
Written exam (60%) Assignment 1 (10%) Assignment 2 (30%)
0A631 0A632 0AP11 0SV30
Technologische Innovaties: Leren Innoveren Technologische Innovaties: Leren Innoveren – OGO Technologie & Beleid voor pre-master IS: Netwerkbenadering Economics of Innovation – Introduction 0SV31 0SV32 0SV33
A2
s o v m nb * p
0HV**
Written final exam (40%) Written intermediate exam (40%) Group assignment (20%)
Research Methods 11
SP 0 5 0 0 0 6 3 3 5 0 0 0 5 27
Vorm s/m s/o
1
2
3
4
I
s/o 1e * *
2e
schriftelijk opdracht verslag mondeling notebook afronding praktische oefening presentatie
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma HTI & IS
Artikel 4 - Het volgen van onderwijseenheden van de aansluitende masteropleiding 1. Aan degene die als student in de bacheloropleiding TIW het in artikel 3 bedoelde schakelprogramma voor HBO-afgestudeerden volgt, kan, behoudens het gestelde in artikel 1, derde lid, op zijn/haar verzoek door de examencommissie van de bacheloropleiding toestemming worden verleend om, na goedkeuring door de examencommissie van de masteropleiding, voor maximaal 20 studiepunten aan nader te bepalen onderwijseenheden van de MSc HTI resp. IS te volgen. 2. De in het voorgaande lid bedoelde onderwijseenheden van de MSc HTI resp. IS die door de student zijn behaald voordat hij/zij het schakelprogramma volledig heeft afgerond worden als vrijstelling opgenomen op de cijferlijst van de masteropleiding. Artikel 5 – Overstapregeling Een verzoek tot overstap van het schakelprogramma HTI naar IS en vice versa dient te worden gericht aan de examencommissie van de opleiding Technische Innovatiewetenschappen.
D. Regeling TU/e minor voor HBO’ers 2012 voor de aansluitende masteropleidingen Human-Technology Interaction en Innovation Sciences Artikel 6 – TU/e minor voor HBO’ers Studenten van een HBO-opleiding op het gebied van de techniek die op het HBO in de gelegenheid zijn een TU/e minor te volgen, kunnen in aanmerking komen voor het volgen van het programma van de in artikel 7 opgenomen TU/e minor voor HBO’ers. De toelatingseis voor deze minor is het behaald zijn van de onderwijseenheid 2DL03 Basiswiskunde. Artikel 7 –TU/e minorprogramma voor HBO’ers Het TU/e minorprogramma voor HBO’ers dat de student van een in art. 6 bedoelde HBO-opleiding dient te volgen, bestaat uit ten minste 18 studiepunten. A. Verplichte onderwijseenheden van het TU/e minorprogramma HTI voor HBO’ers, 2012-2013 2DD20 Pre-master Statistics 0AP03 Methods & Models in Behavioral Research 0HV10 Introduction Psychology & Technology 0HV30 Social Psychology & Consumer Behavior B. Verplichte onderwijseenheden van het TU/e minorprogramma IS voor HBO’ers, 2012-2013 2DD20 Pre-master Statistics 0AP03 Methods & Models in Behavioral Research 0SV30 Economics of Innovation – Introduction 0SV10 Technology in Society – Introduction Artikel 8 – Voortzetting HBO-schakelprogramma 1. Indien de HBO-minorstudent gemeten twaalf maanden na aanvangsdatum niet 2DL03 en 2DD20 heeft behaald in de minor mag hij/zij géén onderwijseenheden van het betreffende minorprogramma meer volgen, noch overige onderwijseenheden van het hem/haar betreffende schakelprogramma, als bedoeld in artikel 3, (blijven) volgen. 2. Indien de HBO-minorstudent gemeten twaalf maanden na aanvangsdatum tenminste 2DL03 en 2DD20 heeft behaald in de minor mag hij/zij ook de overige onderwijseenheden van het hem/haar betreffende schakelprogramma, als bedoeld in artikel 3, (blijven) volgen. De student krijgt dan nog maximaal twaalf maanden om het resterend gedeelte van dat schakelprogramma af te ronden. Zo niet, dan mag de student enkel nog deelnemen aan het betreffende schakelprogramma ná het behalen van het HBO-diploma.
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 3 – Schakelprogramma HTI & IS
Bijlage 4 bij artikel 1.1.2, derde lid, jo. art. 2.2.1, tweede lid, van de Onderwijs- en Examenregeling 2012, onderdeel B, van de bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen STUDIECONTRACT Studenten aan wie een positief studieadvies is afgegeven, maar die minder dan 40 studiepunten hebben behaald, wordt door middel van een studiecontract de mogelijkheid geboden om naast de resterende te behalen propedeuse-onderwijseenheden (P-onderwijseenheden) een aantal tweedejaars onderwijseenheden te volgen en de bijbehorende tentamens af te leggen. Het studiecontract bevat minimaal een overzicht van de in het kader van het bindend studieadvies en de eisen voor het propedeutisch examen te behalen onderwijseenheden alsmede de tweedejaars onderwijs-eenheden die de student mag volgen en tentamen in mag afleggen. In bijzondere omstandigheden kan het bovenstaande door de examencommissie ook toegepast worden op de student met een uitgesteld bindend studieadvies. Middels een studiecontract kan ook de student met een uitgesteld bindend studieadvies toegang verleend worden tot een aantal tweedejaars onderwijseenheden. Zolang de student niet het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgerond kan hij/zij niet deelnemen aan tentamens van derdejaars onderwijseenheden. N.B. Bij onrechtmatige deelname aan PP-onderwijseenheden zullen de behaalde resultaten ongeldig worden verklaard. Dit impliceert dat door de docent verstrekte cijfers niet door de Onderwijsadministratie zullen worden verwerkt dan wel met terugwerkende kracht uit het cijferbestand zullen worden verwijderd.
OER BSc 2012, onderdeel B, TBdk en TIW, bijlage 4 Studiecontract
Bijlage 5 bij artikel 1.1.3, vijfde lid, van de Onderwijs- en Examenregeling 2012, onderdeel B, Bacheloropleidingen Technische Bedrijfskunde en Technische Innovatiewetenschappen
INVULLING VAN HET HONORS STAR PROGRAMMA A. Technische Bedrijfskunde 1. Honors Star vragen Aan de reguliere tentamens van de onderwijseenheden Calculus 1, 2 en 3 (resp. 2DD25, 2DD16 en 2DD17), alsmede aan OGO Gezondheidszorg en technologie 1 (0AG02), welke alle onderdeel zijn van de propedeutische fase, is een Honors Star vraag toegevoegd. Beantwoording van deze Honors Star vragen staat open voor alle deelnemende studenten. In de postpropedeutische fase kunnen studenten per vak een Honors ster verdienen door een ‘goed met ster’ als beoordeling te behalen bij de onderwijseenheden Introductie Technische Bedrijfskunde 2 (1PP32), Gedrag, Prestatie en Organisatie: Ontwerp (1JJ33) en OGO Ontwerpen van Innovatieprocessen (1ZZ40). 2. Toekenning ster Een Honors ster (*) wordt toegekend indien de student de Honors Star vraag correct heeft beantwoord en het betreffende tentamen met een voldoende cijfer heeft afgerond (propedeutische fase), of indien de student een ‘goed met ster’ als beoordeling heeft ontvangen (postpropedeutische fase). De toegekende Honors ster wordt geregistreerd door het Onderwijsbureau en vermeld op de cijferlijst.
B. Technische Innovatiewetenschappen De bacheloropleiding Technische Innovatiewetenschappen bevat geen Honors Star programma.
OER BSc 2012 TBdk en TIW, onderdeel B, bijlage 5 – Invulling Honors Star programma