Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen 2009-2010 § 1 Algemeen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleidingen genoemd in artikel 3, verder te noemen: de bachelors. De bachelors worden verzorgd binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verder te noemen: de faculteit. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: de wet de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek student degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de bacheloropleiding; propedeuse de propedeutische fase van de bacheloropleiding, als bedoeld in art. 7.8 van de wet; posthet gedeelte van de bacheloropleiding, dat volgt op de propedeuse; propedeuse vak een onderwijseenheid van de bacheloropleiding, in de zin van de wet; practicum/ een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet. De seminaar zelfwerkzaamheid van de student staat centraal, meestal tot uitdrukking komend in een referaat en/of paper, in een van de volgende vormen of combinatie daarvan: - het maken van een scriptie, - het maken van een werkstuk of een proef, - het uitvoeren van een onderzoekopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage, - of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. tentamen onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek. semester deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op omstreeks 31 augustus. examen het propedeutisch of bachelor examen van de opleiding. dag werkdag, tenzij anders vermeld Artikel 3 De opleidingen lid 1 De faculteit verzorgt de volgende bacheloropleidingen: a. de Bachelor Rechtsgeleerdheid; b. de Bachelor Notarieel Recht; c. de Bachelor Fiscaal Recht; d. de Bachelor Recht en Bestuur (JBW); e. de Bachelor Recht & Informatie- en Communicatietechnologie (Recht & ICT); f. de Bachelor European Law School; g. de Bachelor Internationaal en Europees Recht; lid 2 De onder a, b, c en d en e genoemde bachelors worden behalve in de voltijdse tevens in deeltijdse vorm verzorgd. Artikel 4 Doelstellingen van de bacheloropleidingen a. De Bachelor Rechtsgeleerdheid Het bachelorprogramma Rechtsgeleerdheid biedt de basisopleiding in het Nederlands recht. Samen met het masterprogramma Nederlands recht biedt het
1
2009-2010
b.
c.
2
de klassieke juridische opleiding, die recht geeft op de meestertitel met civiel effect voor de togaberoepen. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Nederlands recht. De Bachelor Notarieel Recht Het bachelorprogramma Notarieel Recht is gericht op de vorming van juristen met een bijzondere kennis van die gedeelten van het recht, die in het notariaat van belang zijn: het familievermogensrecht, het personen- en familierecht, het erfrecht, het ondernemingsrecht en het belastingrecht. Het bachelorprogramma biedt in combinatie met het masterprogramma Notarieel Recht de universitaire beroepsopleiding voor het notariaat. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Notarieel Recht. De Bachelor Fiscaal Recht Het doel van het bachelorprogramma Fiscaal Recht is de vorming van juristen met een brede juridische, fiscale en financieel-economische achtergrond. Het programma biedt in combinatie met het masterprogramma Fiscaal Recht de universitaire beroepsopleiding voor de Rijksbelastingdienst, de belastingadviespraktijk en de fiscale afdelingen van ondernemingen. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen;
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
-
d.
e.
f.
het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Fiscaal Recht. De Bachelor Recht en Bestuur (JBW) De opleiding Recht en Bestuur is toegesneden op adviserende en leidinggevende functies in en rond het openbaar bestuur. De opleiding combineert de juridische en sociaal-wetenschappelijke invalshoek. Het bachelorprogramma leidt op tot beleidsonderzoeker. De doelstellingen van de opleiding zijn: - kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; - kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; - het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en sociaal-wetenschappelijke aspecten van een vraagstuk van openbaar bestuur en daarover kritisch kunnen nadenken; - beheersing van de voor het recht en de bestuurskunde relevante informatieen communicatietechnologie; - het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op bestuurskundige vragen; - het zelfstandig kunnen verrichten van bestuurskundig onderzoek; - voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Recht en Bestuur. De Bachelor Recht & Informatie- en Communicatietechnologie (Recht & ICT) Het bachelorprogramma Recht & ICT biedt een basisopleiding in het Nederlands recht met een bijzondere aandacht voor de juridische aspecten en toepassingen van de informatie- en communicatie-technologie. Het programma bevat zoveel Nederlands recht, dat het de inhoudelijke basis legt voor het verkrijgen van civiel effect voor de togaberoepen. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke en rechtstheoretische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Recht & ICT. De Bachelor European Law School Het bachelorprogramma European Law School biedt een basisopleiding in het Nederlandse recht in combinatie met een inleiding in het Duitse recht en de
3
2009-2010
g.
4
common law. Het programma bevat zoveel van het Nederlandse positieve recht dat het de inhoudelijke basis legt voor het civiel effect voor de togaberoepen. Het programma is gedeeltelijk rechtsvergelijkend. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; Kennis van en inzicht in de internationale dimensie van juridische vragen op het terrein van het privaatrecht en het bedrijfsrecht. vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, rechtstheoretische en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding European Law School in Groningen en de masteropleiding Hanse Law School in Bremen en Oldenburg. 1. De Bachelor Internationaal en Europees Recht De opleiding Internationaal en Europees Recht is een vooral juridische opleiding die voorbereidt op functies bij internationale organisaties, het internationaal bedrijfsleven en een internationaal georiënteerde werkkring binnen Nederland. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis van en inzicht in het geldende recht en de systematiek ervan; vertrouwdheid met de grondslagen van het recht en besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als onderdeel van het nationale recht; kennis van en inzicht in de internationale betrekkingen; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke en rechtstheoretische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de masteropleiding Internationaal en Europees Recht. 2. De English-stream International and European Law is een vooral juridische opleiding die voorbereidt op functies bij international organisaties, het international bedrijfsleven en een international georienteerde werkkring in heel de wereld. De doelstellingen van de opleiding zijn: kennis en inzicht in de materiële en procedurele aspecten van alle juridische disciplines en het functioneren van een rechtssysteem; kennis van en inzicht in het internationale en het Europese recht, als afzonderlijke rechtsgebieden alsmede in hun verhouding tot en als
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
-
-
-
onderdeel van het nationale recht; kennis van en inzicht in de internationale betrekkingen, inclusief de economische component; het in hun onderlinge samenhang kunnen beoordelen van de juridische, maatschappelijke, economische, politieke en rechtstheoretische aspecten van een vraagstuk en daarover kritisch kunnen nadenken; het vermogen om zelfstandig op heldere wijze mondeling en schriftelijk antwoorden te formuleren op juridische vragen; het vermogen om zelfstandig de voor de oplossing van een juridisch vraagstuk relevante wetgeving, jurisprudentie en literatuur te verzamelen, te beoordelen en toe te passen; beheersing van de voor de juridische discipline relevante informatie- en communicatietechnologie; Het ontwikkelen van uitstekende Engelse taalvaardigheid. voorbereiding voor een verdere studieloopbaan, met het recht op toegang tot de 5 Engelstalige masteropleidingen die worden aangeboden binnen de faculteit.
Artikel 5 De indeling en examens van de bachelors lid 1 In de in artikel 3 genoemde bachelors kunnen de volgende examens worden afgelegd: a. het propedeutisch examen; b. het afsluitend of bachelorexamen; lid 2 De bachelors zijn opgedeeld in een propedeutische fase en een postpropedeutische fase. Artikel 5a Meer dan één bachelordiploma lid 1 De faculteit geeft geen tweede (derde etc.) propedeusediploma af. lid 2 Indien een student na het behalen van een bachelordiploma in een bacheloropleiding van de juridische faculteit van de RuG of van een andere juridische faculteit nog een andere bacheloropleiding van de juridische faculteit van de RuG wil volgen, wordt hem voor alle verplichte studieonderdelen die in die andere opleiding met succes zijn afgerond, vrijstelling verleend met uitzondering van het bachelorafsluitende onderdeel. Dit onderdeel dient in de post-propedeutische fase alsnog te worden afgelegd onverminderd het bepaalde in lid 3. lid 3 Voor het verkrijgen van een tweede (derde etc.) bachelordiploma dienen naast het afsluitende onderdeel aanvullend voor minimaal 30 ec nieuwe studieonderdelen te worden behaald. lid 4 In de keuzeruimte van de tweede (derde etc.) bacheloropleiding kunnen – met inachtneming van het bepaalde in lid 3 – studieonderdelen van de eerste bacheloropleiding ingebracht worden. lid 5 Indien het bachelorafsluitende onderdeel in beide bacheloropleidingen bestaat uit de Studentenrechtbank, dient de student voor het tweede (derde etc) bachelordiploma in plaats van het studieonderdeel Studentenrechtbank een bachelorscriptie te schrijven met een studielast van 10 ec. Artikel 6 De studielast lid 1 De bachelors hebben een studielast van 180 European Credits (ec), waarbij één ec gelijk staat aan 28 uren studie. lid 2 De propedeutische fase heeft een studielast van 60 ec’s. lid 3 De studielast wordt uitgedrukt in hele ec’s.
5
2009-2010
§ 2 De propedeutische fase Artikel 7 Bachelor Rechtsgeleerdheid; Bachelor Internationaal en Europees Recht Lid 1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Lid 2 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
De propedeutische fase van de Bachelor Rechtsgeleerdheid en de Bachelor Internationaal en Europees Recht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: Algemene Rechtswetenschap (7 ec) Bestuursrecht 1 (5 ec) Burgerlijk Recht 1 (8 ec) Elementair Belastingrecht of (4 ec) Elementaire Bestuurskunde of Elementair Recht & ICT * Elementair Internationaal Publiekrecht (5 ec) Juridische Vaardigheden A (3 ec) Juridische Vaardigheden B (2 ec) Juridische Vaardigheden C (3 ec) Rechtsgeschiedenis 1 (6 ec) Staatsrecht 1A (6 ec) Staatsrecht 1B (4 ec) Strafrecht 1 (7 ec) * Elementair Belastingrecht is een verplicht onderdeel van de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en kan zowel in de propedeutische fase als in de postpropedeutische fase worden afgelegd. De propedeutische fase van de English-stream International and European Law omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: Introduction to law and legal systems (7 ec) Legal skills (5 ec) Constitutional law (7 ec) Legal History (6 ec) Introduction to Dutch language and Culture (0 ec) English Language for IEL (5 ec) Private Law 1 (5 ec) Criminal Law 1 (5 ec) Administrative Law 1 (5 ec) Introduction to Economics (5 ec) Introduction to International and European Law (5 ec) English Language for IEL (5 ec)
Artikel 7a Bachelor Notarieel Recht; Bachelor Fiscaal Recht De propedeutische fase van de Bachelor Notarieel Recht en de Bachelor Fiscaal Recht omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Rechtswetenschap (7 ec) 2. Bestuursrecht 1 (5 ec) 3. Burgerlijk Recht 1 (8 ec) 4. Elementair Belastingrecht (4 ec) 5. Elementair Internationaal Publiekrecht (5 ec) 6. Juridische Vaardigheden A (3 ec) 7. Juridische Vaardigheden B (2 ec) 8. Juridische Vaardigheden C (3 ec) 9. Rechtsgeschiedenis 1 (6 ec) 10. Staatsrecht 1A (6 ec) 11. Staatsrecht 1B (4 ec) 12. Strafrecht 1 (7 ec) Artikel 8 Bachelor Recht en Bestuur (JBW) De propedeutische fase van de Bachelor Recht en Bestuur omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Rechtswetenschap (7 ec)
6
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Bestuursrecht 1 Burgerlijk Recht 1 Elementaire Bestuurskunde Elementair Internationaal Publiekrecht Juridische Vaardigheden A Juridische Vaardigheden B Juridische Vaardigheden C Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A Staatsrecht 1B Strafrecht 1
(5 (8 (4 (5 (3 (2 (3 (6 (6 (4 (7
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
Artikel 9 Bachelor Recht & Informatie- en Communicatie-technologie (Recht & ICT) De propedeutische fase van de Bachelor Recht en ICT omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Rechtswetenschap (7 ec) 2. Bestuursrecht 1 (5 ec) 3. Burgerlijk Recht 1 (8 ec) 4. Elementair Internationaal Publiekrecht (5 ec) 5. Elementair Recht & ICT (4 ec) 6. Juridische Vaardigheden A (3 ec) 7. Juridische Vaardigheden B (2 ec) 8. Juridische Vaardigheden C (3 ec) 9. Rechtsgeschiedenis 1 (6 ec) 10. Staatsrecht 1A (6 ec) 11. Staatsrecht 1B (4 ec) 12. Strafrecht 1 (7 ec) Artikel 10 Bachelor European Law School De propedeutische fase van de Bachelor European Law School omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Algemene Rechtswetenschap (7 2. Bestuursrecht 1 (5 3. Burgerlijk Recht 1 (8 4. Elementair Internationaal Publiekrecht (5 5. Juridische Vaardigheden A (Rechtsvinding + ITJ) (3 6. Juridische Vaardigheden B (2 7. Law in Europe 1 (7 8. Rechtsgeschiedenis 1 (6 9. Staatsrecht 1A (6 10. Staatsrecht 1B (4 11. Strafrecht 1 (7
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
7
2009-2010
Artikel 11 Propedeutisch practicum De volgende vakken van het propedeutisch examen, als genoemd in de artikelen 7 t/m 10 , omvatten een practicum in de daarbij gegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang. Juridische Vaardigheden A (3 ec) Juridische Vaardigheden B (2 ec) Juridische Vaardigheden C (3 ec) Law in Europe 1 (7 ec) De bijzonderheden betreffende de onderwijsvorm en de tentamenregeling zijn neergelegd in de vakomschrijvingen van de betreffende vakken (Ocasys 2009-2010). Artikel 12 Opdrachten en tussentoetsen Voor vakken genoemd in de artikelen 7 t/m 10 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2009-2010 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing. Artikel 13 Geldigheidsduur propedeutische tentamens De met goed gevolg afgelegde tentamens behorende tot het propedeutisch examen blijven onbeperkt geldig. § 3 De postpropedeutische fase Artikel 14 Bachelor Rechtsgeleerdheid lid 1 Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Rechtsgeleerdheid geven de propedeutische examens van de Bachelor Rechtsgeleerdheid (voorheen Nederlands Recht), de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Internationaal en Europees recht, de Bachelor Recht en Bestuur en de Bachelor Recht & ICT. lid 2 Vervalt. lid 3 De postpropedeutische fase van de Bachelor Rechtsgeleerdheid omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast: 1. Bestuursrecht 2 (7 ec) 2. Bestuursrecht 3 (4 ec) 3. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 4. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 5. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 6. Elementair belastingrecht** (4 ec) 7. Europees Recht (7 ec) 8. Handelsrecht A en B (9 ec) 9. Inleiding Rechtsfilosofie of (6 ec) Inleiding Rechtsinformatica of Inleiding Rechtssociologie 10. Inleiding Sociaal Recht (4 ec) 11. Rechtseconomie (6 ec) 12. Rechtsgeschiedenis 2 (6 ec) 13. Staatsrecht 2 (7 ec) 14. Strafrecht 2 (7 ec) 15. Strafrecht 3 (6 ec) 16. Studentenrechtbank (10 ec) 17. Keuzeruimte*, ** (15 ec) Totaal (120 ec) * Het keuzevakkenpakket van de student moet bevatten: 1. een niet-juridisch vak van minimaal 4 ec (B of M4) 2. Minimaal één van de volgende optioneel verplichte vakken (M4): Bedrijfsrecht: 1. Ondernemingsrecht 1 (6 ec) Privaatrecht: 1. Ondernemingsrecht 1 (6 ec) 2. Personen- en familierecht (6 ec) Staats- en Bestuursrecht: 1. Omgevingsrecht 1 (6 ec) 2. Recht Decentrale Overheden (6 ec)
8
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
Strafrecht (jur):
lid 4 lid 5
lid 6
lid 7
lid 8
lid 9
1. Inleiding Criminologie (5 ec) 2. Sanctierecht (6 ec) Strafrecht (crim): 1. Inleiding Criminologie (5 ec) 3. De overige vakken van het keuzevakkenpakket mogen vrij gekozen worden, niveau B of M4. Echter, in totaal mag het keuzevakkenpakket maximaal 10 ec niet-juridische vakken bevatten. ** Indien het vak Elementair Belastingrecht (4 ec) als onderdeel van het propedeutisch examen is afgelegd, bedraagt de keuzeruimte 19 ec. Het totale keuzevakkenpakket (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit of hogeschool geëxamineerd) behoeft vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. De bachelorfase wordt afgesloten met de Studentenrechtbank. Dit postpropedeutische vak, omvat een practicum dat zich richt op (a) verbetering van de academische schrijf- en spreekvaardigheden, (b) verdieping van de vaardigheden in de sfeer van het verzamelen, ordenen en interpreteren van wetenschappelijk materiaal (bronnen, literatuur, jurisprudentie), (c) het aanleren van vaardigheden inzake het zelfstandig oplossen van juridische geschillen en de vorming van een academische denkwijze en redeneertrant in het rechtsvindingsproces. Studenten dienen op de voorgeschreven wijze schriftelijk en mondeling een proces te voeren over een aan hen opgedragen casus. Bij het oefenen van de diverse vaardigheden is aanwezigheid verplicht. Het vak kent geen vervangend tentamen. Het practicum bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Bibliotheekinstructie 2. 1e schriftelijk referaat ((essay + casusoplossing) 3. 2e schriftelijk referaat 4. Ontwerp casus + casusoplossing 5. Spreekvaardigheidstraining 6. Eindzitting. Voor een voldoende resultaat dient een student aan alle onderdelen van het practicum deel te nemen. Het door een deelnemer behaalde resultaat voor het practicum wordt uitgedrukt in een eindcijfer. Dit eindcijfer is het gemiddelde van het cijfer voor het schriftelijke werk (ex lid 6 sub 2, 3, en 4) en de mondelinge presentatie op de zitting (ex lid 6 sub 6). Indien een student niet aan één of meer onderdelen van het practicum heeft deelgenomen wordt als resultaat ‘ONVOLDOENDE’ geboekt. De onderdelen waaraan de student wel heeft deelgenomen vervallen aan het eind van dat studiejaar. Het vak kent geen vervangend tentamen. Aan de Studentenrechtbank kan worden deelgenomen als een student op 12 augustus direct voorafgaand aan de inschrijving, tenminste 100 ec, inclusief alle propedeuse-onderdelen, in Progress geregistreerd heeft staan. De toelating van studenten die niet aan deze vereisten voldoen is uitgewerkt in een nadere regeling. Inschrijving door de student voor de studentenrechtbank is bindend. De Examencommissie kan op grond van bijzondere omstandigheden op verzoek van de student anders beslissen. Voor studenten die in het bezit zijn van het afsluitend diploma HBO SJD (met minor recht en na toelatingsprogramma), HEAO MER JM (met minor recht en na toelatingsprogramma) of HBO Recht, is een verkort bachelorprogramma beschikbaar, dat bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Bestuursrecht 2 (7 ec) 2. Bestuursrecht 3 (4 ec) 3. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 4. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 5. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 6. Europees Recht (7 ec) 7. Handelsrecht A en B (9 ec) 8. Juridische Vaardigheden C (incl. bibliotheekinstructie) (3 ec) 9. Staatsrecht 1A (6 ec) 10. Staatsrecht 2 (7 ec)
9
2009-2010
11. 12. 13. 14.
lid 10 lid 11
Strafrecht 1 (7 ec) Strafrecht 2 (7 ec) Strafrecht 3 (6 ec) 1 vak te kiezen uit: (6 ec) Inleiding Rechtsfilosofie Inleiding Rechtsinformatica Inleiding Rechtssociologie Rechtsgeschiedenis 2 Rechtseconomie Totaal (100 ec) Dit verkort programma kan alleen worden gevolgd in combinatie met de Master Nederlands Recht. Samen geven zij Civiel Effect. Voor vakken genoemd in lid 3 en 9 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2009-2010 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing.
Artikel 15 Bachelor Notarieel Recht lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
10
Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Notarieel recht geven de propedeutische examens van de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Rechtsgeleerdheid, indien het onderdeel Elementair Belastingrecht daarvan deel uit maakt, de Bachelor Fiscaal recht en de Bachelor Internationaal en Europees recht, indien het onderdeel Elementair Belastingrecht daarvan deel uit maakt. Studenten die een propedeutisch examen hebben behaald van de Bachelor Recht en Bestuur, de Bachelor Recht & ICT, de Bachelor European Law School , de Bachelor Rechtsgeleerdheid waarvan het onderdeel Elementair Belastingrecht geen deel uit maakt, of de Bachelor Internationaal en Europees recht, waarvan het onderdeel Elementair Belastingrecht geen deel uit maakt, dienen aanvullend af te leggen het propedeutisch onderdeel Elementair Belastingrecht. De postpropedeutische fase van de Bachelor Notarieel Recht omvat m.i.v. studiejaar 2007-2008 de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: (8 ec) 1. Bedrijfseconomie voor Notariëlen (7 ec) 2. Belastingrecht 1 (6 ec) 3. Burgerlijk Procesrecht 1 (9 ec) 4. Burgerlijk Recht 2 (7 ec) 5. Burgerlijk Recht 3 (6 ec) 6. Erfrecht (7 ec) 7. Europees Recht (4 ec) 8. Fisc Asp v Registergoederen (9 ec) 9. Handelsrecht A en B (4 ec) 10. Notaris en Registratiewet (4 ec) 11. Personen en Familierecht voor Notariëlen (5 ec) 12. Publiekrecht Onroerend Goed (6 ec) 13. Rechtsgeschiedenis 2 (6 ec) 14. Rechtspersonen en Personenvennootschappen (8 ec) 15. Registergoederenrecht (9 ec) 16. Relatievermogensrecht (10 ec) 17. Sem Notariële Capita Selecta 1 (5 ec) 18. Niet-jur vak/Keuzevak/Stage (120 ec) Totaal De vakken in de keuzeruimte (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeven vooraf de goedkeuring van de Examencommissie.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
lid 5 lid 6 lid 7 lid 8
lid 9 lid 10
Het postpropedeutisch vak, Seminaar Notariële capita selecta 1, omvat een practicum in de vorm van verplichte werkcolleges en het zelfstandig uitwerken van een aantal vraagstukken. Met betrekking tot het in lid 5 genoemde vak geldt het met voldoende resultaat deelnemen als het behalen van het tentamen. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met lid 8 worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2009-2010 aangegeven of ingangseisen en/of deelname-eisen gelden, en of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 bachelor OER is in dat geval van toepassing. Het vak Belastingrecht 1 wordt gegeven in de vorm van een practicum, ondersteund door hoorcolleges. De practicumverplichtingen zijn te vinden in OCASYS 2009-2010. 1. Het tentamen Belastingrecht 1 bestaat uit een schriftelijk deel en practicumverplichtingen. 2. De vragen van het schriftelijke deel van het tentamen Belastingrecht 1 worden bij een reguliere tentamengelegenheid afgenomen, aansluitend aan de onderwijsperiode. Het hertentamen wordt in de reguliere hertentamenperiode afgenomen. 3. Het resultaat van de practicumverplichtingen wordt uitgedrukt in een cijfer met een decimaal. 4. Om voor het tentamen van het vak Belastingrecht 1 te slagen moet het cijfer van de practicumverplichtingen 5,0 of hoger zijn. 5. Het tentamencijfer wordt vastgesteld als de examinandus aan alle voorwaarden voor een voldoende resultaat voldoet (schriftelijk deel 5,5 of hoger, practicumbijeenkomsten bijgewoond, opdrachten 5,0 resp. 4,0 of hoger). Voor de berekening van het tentamencijfer verhoudt het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen zich tot het cijfer van de practicumverplichtingen als 3:1. Het tentamencijfer wordt afgerond op een heel cijfer. Voldoet de student niet aan de voorwaarden van een voldoende resultaat dan wordt als resultaat “onvoldoende” geboekt, er wordt in dat geval geen cijfer vastgesteld.
Artikel 16 Bachelor Fiscaal Recht lid 1 Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Fiscaal recht geven de propedeutische examens van de Bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Rechtsgeleerdheid, indien het onderdeel Elementair belastingrecht daarvan deel uit maakt, en de Bachelor Internationaal en Europees recht, indien het onderdeel Elementair belastingrecht daarvan deel uit maakt. lid 2 Studenten die een propedeutisch examen hebben behaald van de Bachelor Recht en bestuur, de Bachelor Recht & ICT, de Bachelor European Law School, de Bachelor Rechtsgeleerdheid waarvan het onderdeel Elementair Belastingrecht geen deel uit maakt, of de Bachelor Internationaal en Europees recht waarvan het onderdeel Elementair Belastingrecht geen deel uit maakt, dienen aanvullend af te leggen het propedeutisch onderdeel Elementair Belastingrecht. lid 3
De postpropedeutische fase van de Bachelor Fiscaal Recht omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. Bedrijfseconomie voor Fiscalisten (8 ec) 2. Belastingrecht 1 (7 ec) 3. Burgerlijk Recht 2 (9 ec) 4. Burgerlijk Recht 3 (7 ec) 5. Europees Recht (7 ec) 6. Fiscaal Comptabele Verantwoording 1 (4 ec) 7. Fiscaal Comptabele Verantwoording 2 (4 ec) 8. Studentenrechtbank (10 ec)
11
2009-2010
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 15. 16. 17. 18. lid 4 lid 5
lid 6a
lid 6b
lid 7
lid 8 lid 9
12
Formeel Belastingrecht 1 Inkomstenbelasting Handelsrecht A Introduction International and European Tax Law Loonbelasting Omzet- en Overdrachtsbelasting Openbare Financiën Successiewet voor Fiscalisten Vennootschapsbelasting Winst Niet-juridisch keuzevak
(6 (8 (4 (3 (4 (7 (6 (4 (10 (7 (5
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
Totaal (120 ec) Het niet-juridisch keuzevak (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeft vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. Aan de Studentenrechtbank in een studiejaar kan worden deelgenomen als een student op 12 augustus direct voorafgaand aan de inschrijving, tenminste 100 ec, inclusief alle propedeuse-onderdelen, in Progress geregistreerd heeft staan. De toelating van studenten die niet aan deze vereisten voldoen is uitgewerkt in een nadere regeling. Inschrijving door de student voor de studentenrechtbank is bindend. De Examencommissie kan op grond van bijzondere omstandigheden op verzoek van de student anders beslissen. Het practicum bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Bibliotheekinstructie 2. 1e schriftelijk referaat (essay + casusoplossing) 3. 2e schriftelijk referaat 4. Ontwerp casus + casusoplossing 5. Spreekvaardigheidstraining 6. Eindzitting. Voor een voldoende resultaat dient een student aan alle onderdelen van het practicum deel te nemen. Het door een deelnemer behaalde resultaat voor het practicum wordt uitgedrukt in een eindcijfer. Dit eindcijfer is het gemiddelde van het cijfer voor het schriftelijke werk (zie lid 6a sub 2, 3, en 4) en de mondelinge presentatie op de zitting (zie lid 6a sub 6). Indien een student niet aan één of meer onderdelen van het practicum heeft deelgenomen wordt als resultaat ‘ONVOLDOENDE’ geboekt. De onderdelen waaraan de student wel heeft deelgenomen vervallen aan het eind van dat studiejaar. Het vak kent geen vervangend tentamen. Het tentamen Winst mag pas worden afgelegd nadat de student is geslaagd voor of vrijgesteld van het tentamen Bedrijfseconomie voor Fiscalisten. Activiteiten, hieronder begrepen deelname aan colleges en tentamens, verricht in strijd met hetgeen in dit lid is bepaald, worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Het vak Belastingrecht 1 wordt gegeven in de vorm van een practicum, ondersteund door hoorcolleges. De practicumverplichtingen zijn te vinden in OCASYS 2009-2010. 1. Het tentamen Belastingrecht 1 bestaat uit een schriftelijk deel en practicumverplichtingen. 2. De vragen van het schriftelijke deel van het tentamen Belastingrecht 1 worden bij een reguliere tentamengelegenheid afgenomen, aansluitend aan de onderwijsperiode. Het hertentamen wordt in de reguliere hertentamenperiode afgenomen. 3. Het resultaat van de practicumverplichtingen wordt uitgedrukt in een cijfer met een decimaal. 4. Om voor het tentamen van het vak Belastingrecht 1 te slagen moet het cijfer van de practicumverplichtingen 5,0 of hoger zijn. 5. Het tentamencijfer wordt vastgesteld als de examinandus aan alle
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
lid 10
voorwaarden voor een voldoende resultaat voldoet (schriftelijk deel 5,5 of hoger, practicumbijeenkomsten bijgewoond, opdrachten 5,0 of hoger). Voor de berekening van het tentamencijfer verhoudt het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen zich tot het cijfer van de practicumverplichtingen als 3:1. Het tentamencijfer wordt afgerond op een heel cijfer. Voldoet de student niet aan de voorwaarden van een voldoende resultaat dan wordt als resultaat “onvoldoende” geboekt, er wordt in dat geval geen cijfer vastgesteld. Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2009-2010 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing.
Artikel 17 Bachelor Recht en Bestuur (JBW) Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Recht en lid 1 Bestuur geeft het propedeutische examen van de Bachelor Recht en Bestuur, de Bachelor Rechtsgeleerdheid indien het onderdeel Elementaire Bestuurskunde daarvan deel uit maakt, en de Bachelor Internationaal en Europees recht indien het onderdeel Elementaire Bestuurskunde daarvan deel uit maakt. Studenten die een propedeutisch examen van de Bachelor Rechtsgeleerdheid lid 2 waarvan het onderdeel Elementaire Bestuurskunde geen deel uit maakt, de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Recht & ICT, de Bachelor European Law School of de Bachelor Internationaal en Europees recht waarvan het onderdeel Elementaire Bestuurskunde geen deel uit maakt, hebben behaald, dienen aanvullend af te leggen het propedeutisch onderdeel Elementaire Bestuurskunde. De postpropedeutische fase van de Bachelor Recht en Bestuur omvat de lid 3 volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: (5 ec) 1. Beleidswetenschap 1 (5 ec) 2. Bestuurlijke Organisatie (5 ec) 3. Bestuur en Recht (7 ec) 4. Bestuursrecht 2 (4 ec) 5. Bestuursrecht 3 (9 ec) 6. Burgerlijk Recht 2 (6 ec) 7. Europeanization of Public Law (5 ec) 8. Inleiding Politicologie (6 ec) 9. Inleiding Rechtsfilosofie of Inleiding Rechtssociologie (10 ec) 10. Leeronderzoek (7 ec) 11. Methoden Sociale Wetenschappen (6 ec) 12. Openbare Financiën (6 ec) 13. Optioneel keuzevak (4 ec) 14. Organisatietheorie (6 ec) 15. Rechtseconomie (7 ec) 16. Staatsrecht 2 (14 + 3 ec) 17. Stage (+ verslag + presentatie) (5 ec) 18. Theorie Sociale Wetenschappen (120 ec) Totaal Voor studenten die in het bezit zijn van een Bachelor Thorbecke Academie lid 4 Leeuwarden, MER Juridisch Management of HEAO Bestuurskunde is een verkort programma mogelijk, bestaande uit een schakelprogramma en een masterprogramma. De precieze samenstelling hiervan is afhankelijk van de inhoud van de HBO bacheloropleiding en wordt door de Examencommissie vastgesteld. Het postpropedeutische vak Leeronderzoek omvat een practicum in vorm van 3 lid 5 uur projectgroep met verplichte aanwezigheid, waarbij een reeks van opeenvolgende werkstukken ingeleverd moet worden.
13
2009-2010
lid 6 lid 7
lid 8 lid 9
lid 10 lid 11
De beoordeling van het in lid 5 genoemde onderdeel wordt hetzij in een cijfer, hetzij in een onvoldoende of voldoende weergegeven. Om deel te kunnen nemen aan het Leeronderzoek dient de student geslaagd te zijn voor de vakken Methoden Sociale Wetenschappen en Elementaire Bestuurskunde. Een student mag als Optioneel keuzevak een juridisch of niet-juridisch vak op bachelor of M4-niveau kiezen. Een student mag starten met de Stage als minimaal 100 ec (waaronder de propedeuse, Methoden Sociale Wetenschappen en Leeronderzoek) zijn behaald. De stage bestaat uit de daadwerkelijke stage en het stageverslag (14 ec) en een presentatie daarvan aan docenten en medestudenten (3 ec). Activiteiten, die de student in strijd met lid 7 tot en met 9 heeft verricht, worden geacht niet te hebben plaatsgevonden. Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2009-2010 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing.
Artikel 18 Bachelor Recht en Informatie- en Communicatie-technologie (Recht en ICT) lid 1
lid 2
lid 3
14
Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Recht en ICT geeft het propedeutische examen van de opleiding Recht & ICT, de Bachelor Rechtsgeleerdheid indien het onderdeel Elementair Recht & ICT daarvan deel uitmaakt, en de Bachelor Internationaal en Europees recht indien het onderdeel Elementair Recht & ICT daarvan deel uitmaakt. Studenten die een propedeutisch examen van de Bachelor Rechtsgeleerdheid waarvan het onderdeel Elementair Recht en ICT geen deel uitmaakt, de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Recht en Bestuur, de Bachelor European Law School of de Bachelor Internationaal en Europees recht waarvan het onderdeel Elementair Recht & ICT geen deel uitmaakt, hebben behaald, dienen aanvullend af te leggen het propedeutisch onderdeel Elementair Recht en ICT. De postpropedeutische fase van de bachelor Recht en Informatie- en Communicatietechnologie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: (7 ec) 1. Bestuursrecht 2 (4 ec) 2. Bestuursrecht 3 (9 ec) 3. Burgerlijk Recht 2 (7 ec) 4. Burgerlijk Recht 3 (6 ec) 5. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 6. Computercriminaliteit (7 ec) 7. Europees Recht (9 ec) 8. Handelsrecht A en B (7 ec) 9. ICT Contracten (6 ec) 10. Inleiding Informaticarecht (6 ec) 11. Inleiding Rechtsinformatica (7 ec) 12. Recht en ICT (6 ec) 13. Rechtsvinding en ICT (7 ec) 14. Strafrecht 2 (6 ec) 15. Strafrecht 3 (10 ec) 16. Studentenrechtbank (Recht & ICT) (10 ec) 17. Keuzeruimte* (120 ec) Totaal ** De keuzeruimte moet worden ingevuld met minimaal één van de volgende vakken (M4):
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
-
lid 4 lid 5
lid 6a
lid 6b
lid 7
Informatie-en Mediarecht (specialisatie (5 ec) Informaticarecht) (5 ec) Juridisch Kennis-management (specialisatie Rechtsinformatica De overige vakken (hetzij binnen de faculteit hetzij buiten de faculteit aan een universiteit geëxamineerd) behoeven vooraf de goedkeuring van de Examencommissie. Aan de Studentenrechtbank in een studiejaar kan worden deelgenomen als een student op 12 augustus direct voorafgaand aan de inschrijving, tenminste 100 ec, inclusief alle propedeuse-onderdelen, in Progress geregistreerd heeft staan. De toelating van studenten die niet aan deze vereisten voldoen is uitgewerkt in een nadere regeling. Inschrijving door de student voor de studentenrechtbank is bindend. De Examencommissie kan op grond van bijzondere omstandigheden op verzoek van de student anders beslissen. Het practicum bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Bibliotheekinstructie 2. 1e schriftelijk referaat (essay + casusoplossing) 3. 2e schriftelijk referaat 4. Ontwerp casus + casusoplossing 5. Spreekvaardigheidstraining 6. Eindzitting. Voor een voldoende resultaat dient een student aan alle onderdelen van het practicum deel te nemen. Het door een deelnemer behaalde resultaat voor het practicum wordt uitgedrukt in een eindcijfer. Dit eindcijfer is het gemiddelde van het cijfer voor het schriftelijke werk (zie lid 6a sub 2, 3, en 4) en de mondelinge presentatie op de zitting (zie lid 6a sub 6). Indien een student niet aan één of meer onderdelen van het practicum heeft deelgenomen wordt als resultaat ‘ONVOLDOENDE’ geboekt. De onderdelen waaraan de student wel heeft deelgenomen vervallen aan het eind van dat studiejaar. Het vak kent geen vervangend tentamen. Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2009-2010 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing.
Artikel 19 Bachelor European Law School lid 1 Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor European Law School geeft het propedeutische examen van de Bachelor European Law School (voorheen Law in Europe) . lid 2 Studenten die een propedeutisch examen van de Bachelor Rechtsgeleerdheid, de Bachelor Notarieel recht, de Bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Recht en Bestuur, de Bachelor Recht & ICT of de Bachelor Internationaal en Europees recht hebben behaald, dienen aanvullend af te leggen het propedeutische onderdeel Law in Europe. lid 3 De postpropedeutische fase van de Bachelor European Law School omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde studielast. 1. Bestuursrecht 2 (7 ec) 2. Bestuursrecht 3 (4 ec) 3. Burgerlijk Procesrecht 1 (6 ec) 4. Burgerlijk recht 2 (9 ec) 5. Burgerlijk recht 3 (7 ec) 6. Rechtsgeschiedenis 2 (6 ec) 7. Europees recht (7 ec) 8. Handelsrecht B (5 ec) 9. Strafrecht 2 (7 ec) 10. Strafrecht 3 (6 ec) 11. Droit Français et langage juridique of (5 ec)
15
2009-2010
Duits recht en Duitse rechtstaal Inleiding Ondernemingsrecht Law in Europe (5 ec) Introduction Common law / Legal English (5 ec) Law in Europe 2 (6 ec) Scriptie (10 ec) Comparative private international law (6 ec) Keuzevakken op privaatrechtelijk en ondernemings(19 ec) rechtelijk terrein, in het buitenland gevolgd Totaal (120 ec) Voor een aantal van bovengenoemde onderdelen is de voertaal Engels, Duits of in bijzondere gevallen, Frans. De bachelorfase wordt afgesloten met het schrijven van een scriptie. Deze scriptie dient een omvang te hebben van minimaal 20 bladzijden, exclusief literatuurlijsten en bijlagen. De scriptie dient een juridisch vraagstuk te betreffen op het gebied van het privaatrecht of het bedrijfsrecht, waarbij ook aandacht besteed wordt aan de internationale aspecten. Voor vakken genoemd in lid 3 wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2009-2010 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
lid 4 lid 5
lid 6
Artikel 20 Bachelor Internationaal en Europees Recht lid 1a Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Internationaal en Europees recht, met uitzondering van de English-stream, geven de propedeutische examens van de Bachelor Internationaal en Europees recht, de Bachelor Rechtsgeleerdheid, de Bachelor Notarieel recht en de Bachelor Fiscaal recht, de Bachelor Recht & ICT, de Bachelor Recht en Bestuur. lid 1b Directe toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor Internationaal en Europees recht – English stream geeft uitsluitend het propedeutisch examen van de Bachelor Internationaal en Europees recht – English stream. lid 2 Studenten die een propedeutisch examen van de Bachelor European Law School hebben behaald, krijgen toegang tot de postpropedeutische fase van de Bachelor genoemd in lid 3 (en dus niet tot de Bachelor genoemd in 3a), indien de volgende vakken aanvullend zijn afgelegd: het propedeutisch onderdeel Elementair Belastingrecht, Elementair Recht & ICT of Elementaire Bestuurskunde. lid 3 De postpropedeutische fase van de Bachelor Internationaal en Europees Recht omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13 14 15. 16. 17. 18.
16
Algemene Economie voor IER Besluitvormingsprocessen in de Europese Unie European Law 2 – Ba level (European Law of Judicial Protection) Europees Recht Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen Inleiding Politicologie Internationaal Economie II: Handelstheorie en Handelsbeleid Internationaal Economie I: Internationale Monetaire- en Macro-Economie International Law, General Course Law of the International Organizations Practicum Europees Recht Practicum Internationaal Engels 1a Engels 1b Engels 2 Interdisciplinair Onderzoek/Colloquium inclusief taal (Engels) Theory of International Relations Keuzeruimte in te vullen door een keuze uit 1 van de
(5 ec) (6 ec) (6 ec) (7 (5 (5 (4
ec) ec) ec) ec)
(4 ec) (7 (6 (5 (5 (6 (6 (4 (10
ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec) ec)
(5 ec) 24 ec
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
volgende vier 4 keuzetrajecten: Privaat/bedrijfsrecht (minimaal 24 ec te kiezen uit 9 onderdelen) 1 Burgerlijk Recht 2 9 ec 2 Burgerlijk Recht 3 7 ec 3 Handelsrecht A 4 ec 4 Recht in Praktijk (ISP JFV) - maximaal 9 ec 5 Ondernemingsrecht 1 6 ec 6 Burgerlijk Procesrecht 1 6 ec 7 Introduction to Common Law/Legal English 5 ec 8 of Droit Francais et langage juridique 5 ec 9 of Duits Recht en Duitse Rechtstaal 5 ec 18 b Buitenland /Buitenlands recht minimaal 24 ec te kiezen uit: 1 Juridische vakken buitenland p.m Recht in Praktijk gerelateerd aan verblijf buitenland 9 ec* 2 - maximaal b.v. Stage buitenland 7 ec b.v. Int Pleitwedstrijden 9 ec * tenzij gekozen wordt voor de Stage Washington; in dat geval mag de omvang 14 ec bedragen 3 Introduction to Common Law/Legal English 5 ec 4 Droit Francais et langage juridique 5 ec 5 Duits Recht en Duitse Rechtstaal 5 ec 18 c Staats-/bestuursrecht (minimaal 24 ec te kiezen uit 9 onderdelen:) 1 Bestuursrecht 2 (Besluitvormingsrecht) 7 ec 2 Staatsrecht 2 7 ec 3 Bestuursrecht 3 (Rechtsbescherming) 4 ec 4 Europeanization of Public Law 6 ec 5 Social Security Law 6 ec 6 Introduction to Common Law/Legal English 5 ec 7 Droit Francais et langage juridique 5 ec 8 Duits Recht en Duitse Rechtstaal 5 ec 9 Recht in Praktijk - maximaal 9 ec 18 d Strafrecht/criminologie (minimaal 24 ec te kiezen uit 8 onderdelen:) 1 Strafrecht 2 7 ec 2 Strafrecht 3 6 ec 3 Inleiding Criminologie 5 ec 4 Forensisch Bewijs 6 ec 5 Introduction to Common Law/Legal English 5 ec 6 Droit Francais et langage juridique 5 ec 7 Duits Recht en Duitse Rechtstaal 5 ec 8 Recht in Praktijk - maximaal 9 ec Totaal (120 ec) 18 a
Lid 3a
De postpropedeutische fase van de English-stream International and European Law omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1. International Law, General Course (7 ec) 2. European Law 1 (7 ec) 3. Law of International Organisations (6 ec) 4. Research Seminar International Law/English Legal (5 ec) Writing 5. Economics of International Trade (4 ec) 6. European Law 2 (6 ec) 7. Research Seminar European Law/English Legal writing (5 ec) 8. Administrative Law 2 (5 ec) 9. Private Law 2 (5 ec) 10. Criminal Law 2 (5 ec) 11. Introduction to Political Science (5 ec) 12. Semester abroad (29 ec) 13. Thesis and Colloquium (10 ec) 14. International Finance (4 ec) 15. Civil Procedural Law (4 ec)
17
2009-2010
16. 17. 18.
Totaal lid 4
lid 5
lid 6
18
English Language for IEL Optional compulsory course (te kiezen uit): - Theory of International Relations - Decision-making in the European Union Optional course (te kiezen uit): - The Legal Heritage of Europe - Decision-making in the European Union - Theory of International Relations - Introduction to Philosophy of Law - Economics of Regulation
(3 ec) (5ec) (5 ec) (5 ec) (5 ec) (5 (5 (5 (5 (5
ec) ec) ec) ec) ec) 120 ec
Law of the International Organizations, Theory of International Relations, Introduction tot Common Law/Legal English, Europeanization of Public Law en Social Security Law, is de voertaal Engels. De voertaal voor de gehele English-stream International and European Law is Engelstalig. De volgende in lid 3 genoemde postpropedeutische vakken omvatten een practicum in de hierna aangegeven vorm en van de hierna vermelde omvang: a. Engels (1a, 1b en 2) , een practicum in de vorm van verplichte werkcolleges waarbij actieve deelname vereist is en regelmatig opdrachten worden ingeleverd. Het practicum wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Een student kan pas inschrijven voor/ deelnemen aan het vak Engels 1 indien hij –cumulatief- de instap/niveautest heeft afgelegd, is ingeschreven voor de bacheloropleiding Internationaal en Europees Recht en minimaal 45 ec van de propedeusevakken heeft gehaald. Voorgaande laat de regeling op grond van artikel 22 (voorwaardelijke toelating tot post-propedeutische onderdelen 2e studiejaar) onverlet. De niveautest wordt door het Talencentrum van de universiteit – dat ook het Taalonderwijs verzorgt – afgenomen in het tweede semester van het studiejaar voorafgaand aan de cursus Engels 1. (Deel)vrijstellingen worden op advies van de coördinator van het Taalonderwijs bij het Talencentrum uitsluitend verleend op basis van de uitslag van de instap/niveautest. Aan het 2e deel (semester 2ab) van het vak Engels 1 (Engels 1b) kan alleen worden deelgenomen indien het 1e deel van het vak Engels 1 (Engels 1a) met voldoende resultaat is afgerond. Aan het vak Engels 2 kan alleen worden deelgenomen indien het vak Engels 1 met voldoende resultaat is afgerond. Interdisciplinair Onderzoek/Colloquium, een practicum in de vorm van b. verplichte bijeenkomsten, waarbij een zelfgeschreven paper met stellingen tegenover collega-studenten moet worden verdedigd. Besluitvormingsprocessen in de Europese Unie: een practicum in de c. vorm van verplichte colleges waarbij actieve deelname van de student wordt verwacht. Practicum Europees Recht d. Practicum Internationaal Recht e. De bachelorfase wordt afgesloten met het vak Interdisciplinair onderzoek/ Colloquium. Aan dit vak kan, door middel van inschrijving, in een studiejaar worden deelgenomen, indien een student op 1 december van dat studiejaar tenminste 110 ec van de verplichte onderdelen van het bachelorcurriculum Internationaal en Europees recht heeft gehaald, waaronder alle onderdelen van de propedeuse en Engels jaar 1a, 1b en 2. Het onderwerp van het werkstuk kan, naar keuze van de student, op het Internationaal rechtelijk, het Europees rechtelijk terrein of op het terrein van de internationale betrekkingen liggen. Het werkstuk moet vervolgens voor een gehoor van medestudenten worden toegelicht en verdedigd, in beginsel in het Engels. Indien de student als taal Engels heeft gekozen en het werkstuk en de
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
lid 6a
lid 7
presentatie desondanks in het Nederlands houdt, geschiedt de toetsing van de taal Engels apart in het onderdeel Engels 2 door middel van een aantal papers. De bachelorfase wordt afgesloten met het vak Thesis and Colloquium. Aan dit vak kan, door middel van inschrijving, in een studiejaar worden deelgenomen, indien een student op 1 december van dat studiejaar tenminste 110 ec van de verplichte onderdelen van het bachelorcurriculum Internationaal en Europees recht heeft gehaald, waaronder alle onderdelen van de propedeuse. Het onderwerp van het werkstuk kan, naar keuze van de student, op het Internationaal rechtelijk, het Europees rechtelijk terrein of op het terrein van de internationale betrekkingen liggen. Het werkstuk moet vervolgens voor een gehoor van medestudenten worden toegelicht en verdedigd, in het Engels. Voor vakken genoemd in lid 3 en 3a wordt in de vakomschrijving van het vak in OCASYS 2009-2010 aangegeven of en op welke wijze via tussentijdse toetsing bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen. Artikel 24 is in dat geval van toepassing.
Artikel 21 De opleiding als bedoeld in artikel 7.3 c van de wet lid 1 lid 2
Een student die geslaagd is voor het propedeutisch examen, kan een vrij onderwijsprogramma samenstellen waaraan een bachelorexamen verbonden is. De keuze van de vakken behoeft de goedkeuring van de Examencommissie. In geval van goedkeuring beslist de Examencommissie tevens tot welke opleiding het vrij bachelorexamen behoort. De Examencommissie zal voor de vereisten waaraan de samenstelling moet voldoen richtlijnen opstellen.
Artikel 21A Keuzeonderdelen lid 1 De student kiest onder goedkeuring van de Examencommissie een of meer onderdelen met een totale studielast, die minimaal gelijk is aan het verschil tussen de studielast van de opleiding en het totaal van de verplichte onderdelen van het door hem gekozen programma van die opleiding. lid 2 Een student kan de keuzeruimte invullen met: a.(een) keuzevak(ken); b. een kleine scriptie (min. 8 blz, max. 14 blz excl noten); 4-7 ec c. een Recht in Praktijk onderdeel Tot de Recht in Praktijkonderdelen behoren: o Stage, zoals uitgewerkt in het facultaire stagereglement: 7 ec o Stage IER buitenland (minimaal 5 weken): 7 ec o Stage IER Washington/Brussel (4 maanden): 14 ec o Rechtswinkel Groningen: 9 ec o Kinderrechtswinkel: 9 ec o Het Juridisch Spreekuur: 9 ec o Groninger Masterclass Procederen in Arbeidszaken: 6 ec o Kamerbewoneradviesbureau:9 ec o SOG-Rechtsbureau: 7 ec o Belastingwinkel: 7 ec o Civielrechtelijke Pleitwedstrijden: 4 ec o Fiscale Pleitwedstrijden: 4 ec o VAR pleitwedstijden: 6 ec o International Moot Competition (W.C.Vis): 9 ec o Internationale Pleitwedstrijden (Cassin, Telders etc): 9 ec o Internat. Studieproject SGOR: 4 ec o Internat. Studieproject JFV: 4 ec o Redacteurschap Ars Aequi: 7 ec o Studentenparlement: 6 ec o Bezoekgroep Norgerhaven: 3 ec lid 3 Keuzevakken in de bachelor moeten worden ingevuld met post-propedeutische vakken op B of M4 niveau. Keuzevakken op M4 niveau zijn voor
19
2009-2010
lid 4
lid 5 lid 6
lid 7 lid 8
bachelorstudenten alleen toegankelijk als zij 120 ec hebben behaald, waaronder alle propedeusevakken. Zie voor de niveau-indeling van de vakken OCASYS 2009-2010. Indien de student besluit van bachelor aan de juridische faculteit van de RUG te veranderen kan een reeds afgelegd bachelor gebonden keuzevak wel in de keuzeruimte worden opgenomen. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan dat een of meer onderdelen van andere universitaire masterprogramma’s worden gekozen. Een verzoek tot goedkeuring van de keuzeruimte wordt door de student ten minste drie maanden voordat deze zich voor het desbetreffende vak wil aanmelden, bij de sectie van de Examencommissie die over het verzoek moet beslissen, ingediend. Indien het verzoek wordt ingediend met overschrijding van deze termijn, kan de Examencommissie bepalen dat het verzoek niet in behandeling zal worden genomen omdat het niet-ontvankelijk is. Een besluit goedkeuring te onthouden wordt door de Examencommissie gemotiveerd genomen. De Examencommissie beslist binnen zes weken na ontvangst van het verzoek. Academische vakanties worden buiten beschouwing gelaten. De Examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste veertien dagen verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de in de eerste volzin genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de student. De student wordt van de beslissing onverwijld schriftelijk in kennis gesteld. Indien de Examencommissie niet binnen de eventueel verlengde termijn, bedoeld in lid 6 heeft beslist, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend. Studenten die een Rechtstheoretische Verdieping willen volgen, kunnen de in lid 1 en lid 2 bedoelde keuzeonderdelen invullen met 1 vak te kiezen uit: Inleiding Rechtsfilosofie, Inleiding Rechtssociologie, Inleiding Rechtsinformatica (B niveau); en 2 vakken te kiezen uit: Anthropology of Law1, Anthropology of Law 2, Rechtsfilosofie 4, Rechtssociologie 1, Rechtssociologie 2, Recht en Politiek of Politicologie (M4 niveau).
§ 4 Voorwaarden deelname tentamens Artikel 22 Afleggen van postpropedeutische onderdelen zonder behaald propedeutisch examen lid 1
lid 2
lid 3
lid 4
20
Toelating tot postpropedeutische fase Een student kan een bachelorexamen of een postpropedeutisch onderdeel daarvan uitsluitend afleggen nadat hij het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd dan wel vrijstelling van het afleggen daarvan heeft verkregen. Resultaten bij examenonderdelen die in strijd met het bepaalde in dit artikel zijn afgelegd, zijn ongeldig. Afleggen van postpropedeutische onderdelen zonder behaald propedeutisch examen In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de student bepaalde postpropedeutische onderdelen van het tweede studiejaar van het bachelorexamen afleggen, voordat hij het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel vrijstelling voor het afleggen daarvan heeft verkregen. Voorwaardelijk toelating tot het tweede studiejaar indien 45 ec of meer in P-fase gehaald Een voltijdstudent die in zijn eerste inschrijvingsjaar bij de juridische faculteit in de propedeutische fase 45 ec of meer heeft behaald kan deelnemen aan alle postpropedeutische onderdelen van het tweede studiejaar van de bachelor. De toelating geldt alleen voor het tweede inschrijvingsjaar bij de juridische faculteit (voor deeltijdstudenten ook derde inschrijvingsjaar). Voorwaardelijke toelating tot het tweede studiejaar indien 30-45 ec in P-fase gehaald
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
lid 5
lid 6
lid 7 lid 8
Een student die in zijn eerste inschrijvingsjaar bij de juridische faculteit 30 ec heeft behaald, maar minder dan 45 ec wordt toegelaten tot het tweede studiejaar van de bacheloropleiding - de postpropedeutische fase - onder de voorwaarde dat de student beschikt over een door de studiebegeleider/mentor/studieadviseur van de opleiding goedgekeurde studieplanning. Deze studieplanning wordt goedgekeurd indien a. de geplande studielast niet meer bedraagt dan 30 ec per semester; b. in het studieplan de propedeusevakken zijn opgenomen die nog niet zijn behaald, alsmede in aanvulling daarop de postpropedeutische vakken uit jaar 2 die kunnen worden gevolgd. Zie NestorStip (Voorwaardelijke Toelating Ba-vakken) voor de lijst van bachelorvakken uit het tweede studiejaar met de bijbehorende voorvereiste propedeusevakken voor deze categorie studenten. Geen voorwaardelijke toelating tot tweede studiejaar Een student die in zijn eerste inschrijvingsjaar bij de juridische faculteit minder dan 30 ec heeft behaald, wordt niet tot postpropedeutische onderdelen van het tweede studiejaar van de bachelor toegelaten. Duur voorwaardelijke toelating Een voorwaardelijke toelating tot het tweede jaar van de opleiding vervalt: a. zodra de student zijn propedeutisch examen heeft behaald; de student is dan krachtens lid 1 van dit artikel toegelaten tot de postpropedeutische fase. b. aan het einde van het tweede inschrijvingsjaar (voor deeltijdstudenten einde derde inschrijvingsjaar), indien de student zijn propedeutisch examen niet heeft behaald. Bijzondere persoonlijke omstandigheden De Examencommissie kan op grond van bijzondere persoonlijke omstandigheden afwijken van het vermelde in lid 1 tot en met 7. Toelating tot het derde studiejaar Een student kan postpropedeutische onderdelen van het derde studiejaar van de bacheloropleiding uitsluitend afleggen nadat hij het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd dan wel vrijstelling van het afleggen daarvan heeft verkregen. Resultaten bij examenonderdelen die in strijd met het bepaalde in dit artikel zijn afgelegd, zijn ongeldig.
Artikel 22B Practica/seminaars lid 1 lid 2 lid 3
Met betrekking tot practica/seminaars geldt dat het met voldoende resultaat deelnemen aan het desbetreffende practicum als het behalen van het tentamen Het door een deelnemer behaalde resultaat voor het practicum/seminaar wordt uitgedrukt in een eindcijfer of in voldoende/onvoldoende. Een student dient aan alle door de docent gestelde vereisten van het practicum/seminaar te voldoen voor een voldoende beoordeling of een eindcijfer. Indien een student naar het oordeel van de docent niet aan de gestelde vereisten van het practicum/seminaar heeft voldaan, wordt als resultaat: onvoldoende geboekt. De vereisten waaraan de student wel heeft voldaan, vervallen aan het eind van dat studiejaar.
§ 5 Goedkeuring Examencommissie Artikel 23 Goedkeuring Examencommissie lid 1
Een verzoek tot goedkeuring van een onderwijsprogramma van een vrij bachelorexamen genoemd in artikel 21 lid 2, moet de student ten minste drie maanden voordat deze met het desbetreffende onderwijsprogramma wil aanvangen bij de Examencommissie indienen. Indien het verzoek wordt ingediend met overschrijding van deze termijn, kan de Examencommissie bepalen dat het verzoek niet in behandeling zal worden genomen.
21
2009-2010
lid 2
lid 3 lid 4
lid 5
Een verzoek tot goedkeuring als bedoeld in de artikelen 14 lid 4, 15 lid 4, 16 lid 4, en 18 lid 4 wordt door de student ten minste drie maanden voordat deze zich voor het desbetreffende vak wil aanmelden, bij de sectie van de Examencommissie die over het verzoek moet beslissen, ingediend. Indien het verzoek wordt ingediend met overschrijding van deze termijn, kan de Examencommissie bepalen dat het verzoek niet in behandeling zal worden genomen. Een besluit goedkeuring te onthouden wordt door de Examencommissie gemotiveerd genomen. De Examencommissie beslist binnen zes weken na ontvangst van het verzoek, of, indien het verzoek is ingediend binnen een academische vakantie binnen veertien dagen na afloop daarvan. De Examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste veertien dagen verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de in de eerste volzin genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de student. De student wordt van de beslissing onverwijld schriftelijk in kennis gesteld. Indien de Examencommissie niet binnen de eventueel verlengde termijn, bedoeld in lid 4 heeft beslist, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.
§ 6 Tussentijdse toetsing Artikel 24 Opdrachten en schriftelijke tussentoetsen lid 1
lid 2 lid 3 lid 4
lid 5
lid 6 lid 7 lid 8
lid 9
22
Voor aanvang van het studiejaar wordt via de vakomschrijving in OCASYS bekend gemaakt of bij een vak opdrachten worden gegeven dan wel een schriftelijke tussentoets wordt afgenomen waarmee bonuspunten zijn te vergaren die meetellen voor het tentamen van het betreffende vak. Deelname aan opdrachten of een schriftelijke tussentoets is niet verplicht. Verhindering om deel te nemen aan opdrachten of een schriftelijke tussentoets geeft geen recht op “inhalen”. De bonus vervalt aan het eind van het studiejaar waarin de bonus is toegekend. De bonus kan uitsluitend worden benut bij het tentamen dat volgt op de onderwijsperiode waarin de bonus is verworven en bij het (de) aansluitende hertentamen(s). Opdrachten en schriftelijke tussentoetsen kunnen op twee manieren als bonus meetellen voor het tentamen: a. De opdracht(en) of de schriftelijke tussentoets worden in de plaats gesteld van een deel van het tentamen of een vraag van het tentamen. Het cijfer of het aantal punten dat de student voor de opdracht(en) of de schriftelijke tussentoets behaalt, komt in de plaats van deze vragen en telt mee voor het eindresultaat van het tentamen. b. Het voldoende maken van de opdracht(en) of de schriftelijke tussentoets leidt tot een bonus van 0,5 of 1 punt, dat bij het cijfer van het tentamen wordt geteld. Uiterlijk in de eerste week van het semester wordt bekend gemaakt op welke wijze de resultaten van de opdrachten of van een schriftelijke tussentoets meetellen bij het tentamen. De examinator van het vak bepaalt de voorwaarden waaronder de bonus wordt toegekend en de omvang van de bonus. Voor opdrachten gelden voorts de volgende bepalingen: a. In de eerste week van het semester wordt bekend gemaakt in welke week de opdracht(en) wordt/worden gegeven. b. De organisatie van de opdracht(en) is in handen van de examinator. c. De examinator bepaalt tevens de wijze waarop de opdrachten worden besproken. d. De resultaten van de opdracht(en) worden door de examinator geregistreerd en verwerkt bij het inleveren van de tentamenresultaten. Voor schriftelijke tussentoetsen gelden voorts de volgende bepalingen: a. Een schriftelijke tussentoets is geen tentamen in de zin van artikel 7.13 WHW. b. Schriftelijke tussentoetsen worden gehouden in de toetsweek halverwege
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
c. d.
e. f. g. h. i.
het semester. Voor aanvang van het studiejaar wordt bekend gemaakt wanneer de schriftelijke tussentoets wordt afgenomen. Voor deelneming aan een schriftelijke tussentoets is de student verplicht zich in te schrijven overeenkomstig artikel 10 lid 1 t/m 3 van het Examenreglement. De leden 7 t/m 9 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op schriftelijke tussentoetsen. De artikelen 11 (gang van zaken tijdens het tentamen) en 15 (fraude) van het Examenreglement zijn van overeenkomstige toepassing op schriftelijke tussentoetsen. De examinator draagt zorg voor de bekendmaking van de uitslag van de schriftelijke tussentoets; De bekendmaking geschiedt uiterlijk op de negende werkdag na de datum van de schriftelijke tussentoets. De examinator bepaalt de wijze waarop de resultaten worden besproken. De bespreking van de schriftelijke tussentoets vindt uiterlijk plaats in de week volgend op de bekendmaking van de resultaten. De resultaten van de schriftelijke tussentoets worden door de examinator geregistreerd en verwerkt bij het inleveren van de tentamenresultaten. In de toetsweek worden per opleiding niet meer dan twee toetsen gepland. Dit betreft zowel tussentoetsen als eindtentamens.
§ 7 Tentamens Artikel 25 Tijdvakken en frequentie tentamens lid 1 Het studiejaar telt vijf tentamenperioden. Voor de vakken genoemd in paragraaf 2 en 3 worden jaarlijks tenminste twee tentamenmogelijkheden geboden. De tentamenperioden zijn als volgt ingedeeld: 1. de tentamenperiode na het onderwijs van semester 1a 2. de tentamenperiode na het onderwijs van semester 1b 3. de tentamenperiode na het onderwijs van semester 2a 4. de tentamenperiode na het onderwijs van semester 2b 5. de tentamenperiode van de maand augustus lid 2 De beide tentamens van een vak – aangeduid als tentamen en hertentamen – worden afgenomen in het semester waarin het onderwijs van het vak wordt verzorgd. lid 3 In afwijking van lid 2 geldt voor alle vakken met een tussentoets of een tentamen halverwege het semester (= tentamenperiode 1 dan wel 3) dat het gelijknamige tentamen respectievelijk hertentamen plaatsvindt in de tweede tentamenperiode van hetzelfde semester (tentamenperiode 2 dan wel 4). lid 4 In afwijking van lid 2 geldt voor vakken die voorkomen in het volgende overzicht, dat het hertentamen wordt afgenomen in de tentamenperiode van het semester volgend op het semester (tentamenperiode 4) waarin het onderwijs in dat vak wordt verzorgd, dan wel in de tentamen periode van de maand augustus tentamenperiode 5). Semester 1 Onderwijs Hertentamen in tentamenperiode Arbeidsovereenkomstenrecht 1ab 4 Goederenrecht c.s. 1ab 4 Insolventierecht 1ab 4 Internationaal Privaatrecht 1ab 4 Internationaal en Europees Strafrecht 1ab 4 Materieel Strafrecht 1ab 4 Ondernemingsrecht 2 1ab 4 Recht Lagere Overheid 1ab 4 Strafprocesrecht Rechtsmiddelen 1ab 4 Bestuur, aansprakelijkheid en privaatrecht 1b 4 Vreemdelingenrecht 1b 4 Semester 2 Europees Recht
2ab
5
23
2009-2010
Ondernemingsrecht 1 2ab 5 Sanctierecht 2ab 5 Strafprocesrecht Dwangmiddelen 2ab 5 Burgerlijk Procesrecht 2 2b 5 Sociaal Zekerheidsrecht 2b 5 lid 5 Vervallen. lid 6 In studiejaar 2009-2010 wordt aan propedeusestudenten in het eerste jaar van inschrijving als rechtenstudent in de vakken Algemene rechtswetenschap, Bestuursrecht 1, Burgerlijk Recht 1, Elementair Internationaal Publiekrecht, Elementair Belastingrecht, Elementaire Bestuurskunde, Elementair Recht & ICT, Rechtsgeschiedenis 1, Staatsrecht 1a en 1b, en Strafrecht 1 de mogelijkheid geboden van een verlengd mondeling hertentamen, in dezelfde tentamenperiode als waarin dat (schriftelijk) hertentamen is afgenomen. lid 7 De Examencommissie kan in buitengewone gevallen van dwingende aard toestemming verlenen op andere dan reguliere tijdstippen tentamens af te leggen. lid 8 De Examencommissie kan aan een student die in verband met bestuurlijke werkzaamheden niet kan deelnemen aan een tentamen, toestemming verlenen om een tentamen af te leggen op een tijdstip vast te stellen in overleg met de betrokken docent. Studentbestuurders die voor deze regeling in aanmerking komen zijn: - de leden van het Faculteitsbestuur; - de leden van de Faculteitsraad; - de rechtenstudenten die lid zijn van de Universiteitsraad; - de leden van het JFV-bestuur (maximaal: 6 personen); Daarnaast kunnen ter beoordeling aan de Examencommissie studentleden van ad hoc commissies en bestuursleden van facultaire studentenverenigingen, indien de bijdrage daaraan een vergelijkbare inspanning vergt als de bovengenoemde bestuursfuncties, voor de regeling in aanmerking komen. De extra tentamenkans kan worden geboden voor maximaal één vak per semester en voor ten hoogste twee vakken per jaar. Een verzoek om voor deze afwijkende tentamenregeling in aanmerking te komen moet tijdig en ieder geval voor aanvang van de tentamenperiode van het semester waarin studievertraging dreigt worden ingediend bij de Examencommissie via de studieadviseur.
24
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
Artikel 26 Vorm van de tentamens lid 1 De tentamens van de vakken van de propedeutische fase worden schriftelijk afgenomen. lid 2 Ten aanzien van de tentamens van de vakken van de postpropedeutische fase wordt in de vakomschrijvingen per vak aangegeven of het betreffende vak schriftelijk, mondeling of op een andere wijze kan worden afgelegd. lid 3 De Examencommissie kan in buitengewone gevallen van dwingende aard toestemming verlenen tentamens af te leggen in een andere dan de reguliere vorm. lid 4 Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. lid 5 De beoordeling van praktische oefeningen vindt plaats door de examinator of de examinatoren op door hen te bepalen wijze. Artikel 27 Mondelinge tentamens lid 1 Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. lid 2 Het mondeling tentamen wordt bij voorkeur door twee docenten afgenomen. § 8 Tentamenuitslag Artikel 28 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag lid 1 De examinator stelt de uitslag van het tentamen vast. lid 2 De Tentamen- en Examenadministratie van de faculteit draagt zorg voor de bekendmaking van de uitslagen van schriftelijke tentamens op het publicatiebord en via Progress.www. Bekendmaking van de uitslag door de Tentamen- en Examenadministratie geschiedt: a. bij vakken genoemd in lid 4 en 5 van art. 25, niet later dan drie weken na de tentamendatum; b. bij de overige vakken vanaf de vierde werkdag tot uiterlijk op de negende werkdag na de tentamendatum (de dagen tussen 26 december en 1 januari worden in dit verband niet aangemerkt als werkdagen). lid 3 In afwijking van het bepaalde in lid 2 stelt de examinator direct na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. lid3a In afwijking van het bepaalde in lid 2 stelt de examinator de uitslag van een tentamen dat in de vorm van een werkstuk wordt afgelegd vast binnen een redelijke termijn na het inleveren van het werkstuk. Deze termijn bedraagt in ieder geval niet meer dan 20 werkdagen. De examinator verstrekt de student zo spoedig mogelijk een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van het tentamen. lid 4 Met in achtneming van het bepaalde in art. 28 lid 3a bepaalt de Examencommissie ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. lid 5 Op de schriftelijke verklaring van de uitslag van een in lid 2, 3, of 3a of 4 genoemd tentamen, wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 29 lid 3, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Ten aanzien van de uitslagen van schriftelijke tentamens zoals bedoeld in lid 2, wordt de uitslag die door de Tentamen- en examenadministratie wordt opgehangen op het publicatiebord aangemerkt als schriftelijke verklaring zoals bedoeld in art. 7.11 lid 1 WHW.
25
2009-2010
Artikel 29 Nabespreking lid 1 Indien een tentamen schriftelijk is afgenomen, dient de tentamenopgave na afloop van het tentamen aan de student ter beschikking te worden gesteld, uiterlijk op het lid 3 bedoelde tijdstip. lid 2 Elk tentamenformulier wordt op zodanige wijze voorzien van informatie omtrent tijdstip, plaats en wijze van inzien, (eventueel) afhalen en bespreken van het gemaakte tentamen, dat de student deze informatie na afloop van het tentamen kan meenemen. Tevens wordt op (de bijlage bij) het tentamenformulier vermeld dat tegen beschikkingen van examinatoren binnen 4 weken beroep open staat bij het college van beroep voor de examens ex art. 7.60 WHW. lid 3 De betrokken docent stelt tijdstip en plaats vast waarop hetzij: a. het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven en een algemene bespreking van het tentamen plaatsvindt, hetzij b. het gemaakte tentamen met standaard-antwoorden aan de deelnemers ter inzage wordt gegeven danwel wordt uitgereikt. Bij multiple choice-tentamens of daarmee gelijk te stellen tentamens of tentamenonderdelen kan de docent ervan afzien het gemaakte tentamen aan de deelnemers ter hand te stellen. Het in de aanhef bedoelde tijdstip valt I) niet later dan één week na de bekendmaking van de tentamenuitslag en II) zo mogelijk niet later dan vier werkdagen voor het herhalingstentamen. In afwijking van het onder I gestelde kan dit tijdstip voor tentamens van het tweede semester vallen in de periode rond de aanvang van het aansluitende eerste semester. lid 4 Op het in lid 3 bedoelde tijdstip worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze, dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaartnummer of inschrijfnummer bij het inzien of meenemen. lid 5 De betrokken docent biedt de mogelijkheid voor individuele bespreking van het gemaakte tentamen, hetzij aansluitend op het in lid 3 bedoelde tijdstip, hetzij op een dag erna. Vindt individuele bespreking niet aansluitend op het in lid 3 bedoelde tijdstip plaats, maar op een later tijdstip, dan mag de docent het gemaakte tentamenwerk van de studenten die aan een individuele bespreking wensen deel te nemen innemen tot dit latere tijdstip. In geval de student zijn tentamen wenst mee te nemen en hiervoor het cijfer 5 is behaald, betreft dit een kopie van het origineel. lid 6 Een student die, zonder bericht van verhindering dat op redelijke gronden berust, niet op het in lid 3 bedoelde tijdstip op de aldaar bedoelde plaats aanwezig is geweest, heeft geen recht op nabespreking als bedoeld in de leden 3 en 5. lid 7 Bespreking moet gericht zijn op het duidelijk maken van onjuistheden of gebreken in een door de student gegeven antwoord. lid 8 Het is de student toegestaan tijdens de bespreking aantekeningen te maken voorzover dit niet gebeurt op het gemaakte tentamen. lid 9 Voorzover gecorrigeerd tentamenwerk door de deelnemers mag worden meegenomen, dient de docent na afloop van het in lid 3 bedoelde tijdstip nog eenmaal de gelegenheid te bieden om gemaakt tentamenwerk af te halen. Ook dan worden de tentamens door leden van de verantwoordelijke vakgroep aan de deelnemers uitgereikt, op zodanige wijze dat in ieder geval controle plaatsvindt op naam, collegekaart-nummer of inschrijfnummer bij het meenemen. lid 10 Een deelnemer aan een tentamen heeft de mogelijkheid om het door hem gemaakte tentamen op het in lid 3 resp. lid 9 bedoelde tijdstip af te laten halen door een ander. Die ander dient dan te beschikken over het inschrijfnummer en een legitimatiebewijs van de deelnemer.
26
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
Artikel 29a Herkansing van voldoende lid 1 Een studieonderdeel dat met voldoende resultaat is afgelegd, kan niet nogmaals worden afgelegd. lid 2 In afwijking van het eerste lid kan een student binnen drie dagen na de bekendmaking van de uitslag van een met een voldoende resultaat afgelegd tentamen een schriftelijk verzoek indienen om het tentamen niet als afgelegd te beschouwen, tenzij het tentamen een semina(a)r betreft. De regeling geldt voor maximaal twee tentamens per studiejaar. Artikel 30 Geldigheidsduur tentamens lid 1 De geldigheidsduur van behaalde vakken is onbeperkt met uitzondering van onderstaande vakken die 8 jaar geldig zijn: Belastingrecht 1 en 2 Belastingrecht 1 voor Accountancy & Controlling Bestuursrecht 2 en 3 Burgerlijk Recht 2 en 3 Burgerlijk Procesrecht 1 Handelsrecht A en B Inkomstenbelasting Inleiding Fiscaal Recht voor Fiscaal Economen Inleiding Internationaal Belastingrecht Introduction to European Tax Law Introduction International and European Tax Law Omzet- en Overdrachtsbelasting Staatsrecht 2 Strafrecht 2 en 3 Successiewet voor Fiscalisten Successiewet voor Notariëlen Vennootschapsbelasting Winst lid 2 In bijzondere gevallen kan de Examencommissie de geldigheidsduur van de met goed gevolg afgelegde tentamens genoemd in het eerste lid voor een door haar vast te stellen termijn verlengen. lid 3 De geldigheidsduur van de tentamens is onbeperkt zodra het afsluitende examen met goed gevolg is afgelegd.
§ 9 Vrijstelling Artikel 31 Vrijstelling van tentamens De Examencommissie kan op verzoek van de student en op voorstel van de desbetreffende examinator vrijstelling verlenen van een tentamen van een vak genoemd in de artikelen 7 t/m 10 en 14 t/m 20 indien de student voldoet aan de hierna te noemen voorwaarden met betrekking tot het desbetreffende vak: a. a.1
a.2 b. b.1
b.2
Propedeuse (art. 7 t/m 10) vak 1 t/m 12: een behaald tentamen van een qua inhoud en studielast overeenkomstig vak of een combinatie van vakken van een andere universitaire opleiding in Nederland of daarbuiten, dan wel van een vergelijkbare hogere beroepsopleiding in Nederland; propedeutisch examen: een behaald vergelijkbaar propedeutisch examen van een andere juridische universitaire studie in Nederland. Vakken uit de postpropedeutische fase (artikelen 14 t/m 20) een behaald tentamen van een qua inhoud en studielast overeenkomstig vak gevolgd aan een andere universitaire opleiding in Nederland of daarbuiten dan wel van een vergelijkbare hogere beroepsopleiding in Nederland; een behaald tentamen van een qua inhoud en studielast overeenkomstig vak dat deel uitmaakt van een reeds behaald bachelor- of doctoraalexamen van een andere opleiding gevolgd aan een opleiding voor WO in Nederland.
27
2009-2010
§ 10 Examens Artikel 32 Tijdvakken en frequentie afleggen examens (uitreiking van het getuigschrift) Tot het afleggen van de examens wordt tenminste driemaal per jaar de gelegenheid geboden. Artikel 33 Uitslag examen (uitreiking van het getuigschrift) lid 1 lid 2
lid 3
lid 4
De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast op verzoek van de student. Een student die alle examenonderdelen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel alle onderdelen van het door de examencommissie goedgekeurde programma met goed gevolg heeft afgelegd, dient uiterlijk binnen vier weken na afloop hiervan het getuigschrift aan te vragen. De examendatum die door de examencommissie op het getuigschrift wordt vermeld is de datum waarop naar het oordeel van de examencommissie het laatste examenonderdeel met goed gevolg is afgelegd. Indien de student het getuigschrift na de in het vorige lid bedoelde termijn aanvraagt, wordt op het getuigschrift als examendatum vermeld de datum waarop de examencommissie besluit dat de student geslaagd is, ook al ligt de datum waarop de examencommissie een dergelijk besluit neemt in een volgend studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven. Bij de beoordeling van de uitslag van het examen gaat de Examencommissie uit van de gegevens over de afgelegde examenonderdelen zoals deze geregistreerd staan in de facultaire administratie, behoudens tegenbewijs van de student.
Artikel 34 Graad lid 1 Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Bachelor of Laws” verleend (LL.B.) lid 2 De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. § 11 Vooropleiding Artikel 35 Buitenlandse vooropleiding lid 1
lid 2 lid 3
28
Van bezitters van een buitenlandse vooropleiding wordt naast andere toelatingseisen voldoende beheersing van de Nederlandse taal geëist. Voor toelating tot de English-stream International and European Law wordt voldoende beheersing van de Engelse taal geëist. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het overleggen van het diploma NT2. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Engelse taal wordt voldaan door het overleggen van de volgende tests: - paper based TOEFL score van tenminste 580, met minimaal een TWE score van 4.5; - computer based TOEFL score van tenminste 237, met minimaal een TWE score van 4.5; - internet based TOEFL score van tenminste 92; - IELTS score van tenminste 6.5; - CAE (Cambridge Certificate of Advanced English); - CPE (Cambridge Certificate of Proficiency in English). Alle onderdelen van deze tests dienen voldoende te zijn.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR¬OPLEIDINGEN 2009-2010
Artikel 36 Colloquium doctum lid 1 Het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art. 7.29 van de wet, bestaat uit de volgende onderdelen: Algemene Rechtswetenschap Juridische Vaardigheden A Rechtsgeschiedenis 1 Staatsrecht 1A en 1B 1 vak te kiezen uit Strafrecht, Bestuursrecht 1 en Burgerlijk Recht 1. lid 2 Op grond van vooropleiding kan vrijstelling van het colloquium of van één of meer onderdelen worden gegeven. lid 3 Voor het toelatingsonderzoek wordt in ieder geval vrijstelling verleend indien: - iemand in het bezit is van een diploma dat wettelijk gelijkgesteld wordt met een HBO-diploma; - iemand in het bezit is van een MMS of SPD 2 diploma; - iemand in het bezit is van een propedeuse WO of HBO; - iemand die in het bezit is van VWO-diploma oude stijl (voor 2001 behaald).
§ 12 Studiebegeleiding Artikel 37 Studievoortgang en studiebegeleiding lid 1
lid 2
lid 3
Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste tweemaal per jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. Aan het eind van het eerste propedeusestudiejaar ontvangt iedere voltijdsstudent een gericht studieadvies.
§ 13 Overgang- en slotbepalingen Artikel 38 vervallen Artikel 38a Overgangsregelingen Wijzigingen in de examen– en programmaeisen van de bacheloropleidingen die ingaan op 1 september 2009 worden opgevangen middels een overgangsregeling. Een overzicht van alle overgangsregelingen wordt gepubliceerd op NestorStip.
29
2009-2010
Artikel 39 Wijzigingen lid 1
lid 2
lid 3
Wijzigingen van deze regeling worden door het Faculteitsbestuur, gehoord de Opleidingscommissie en na deze te hebben voorgelegd aan de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. De wijzigingen worden op de facultaire website (NestorStip) gepubliceerd. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op: de goedkeuring die krachtens artikel 23 is verkregen; de toegang tot het afleggen van bepaalde onderdelen van de postpropedeutische fase, die is verleend krachtens het bepaalde in artikel 22 lid 2; de geldigheidsduur, die is vastgesteld bij of krachtens het bepaalde in artikel 30; enige andere beslissing, welke krachtens deze regeling door de Examencommissie is genomen ten aanzien van een student.
Artikel 40 Bekendmaking lid 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, en van de voorschriften die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. lid 2 Elke belangstellende kan op het Faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 41 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2009. Aldus vastgesteld bij besluit van het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid in haar vergadering van 26 Juni 2009. De Faculteitsraad heeft haar instemming verleend in haar vergadering van 26 juni 2009.
30