Onderwijs- en Examenregeling Master Biomedische Wetenschappen. Studiejaar (curriculum 2005)

Onderwijs- en Examenregeling Master Biomedische Wetenschappen

Studiejaar 2009-2010 (curriculum 2005)

Inhoud Paragraaf 1 – Algemene bepalingen .................................................................................................... 3 Artikel 1.1 - toepasbaarheid van de regeling ...................................................................... 3 Artikel 1.2 – begripsbepalingen/termijnen ......................................................................... 3 Artikel 1.3 - doel van de opleiding ..................................................................................... 4 Artikel 1.4 - vorm van de opleiding .................................................................................... 4 Artikel 1.5 - de examens van de opleiding ......................................................................... 4 Artikel 1.6 Studielast .......................................................................................................... 4 Artikel 1.7 -Taal .................................................................................................................. 4 Paragraaf 2 – De Masteropleiding ....................................................................................................... 5 Artikel 2.1 – inhoud van de masteropleiding ...................................................................... 5 Paragraaf 3 Tentamens en examens van de opleiding ......................................................................... 7 Artikel 3.1 - tijdvakken en frequentie tentamens ................................................................ 7 Artikel 3.2 - vorm van de tentamens ................................................................................... 7 Artikel 3.3- mondelinge tentamens ..................................................................................... 8 Artikel 3.4 - vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag .............................................. 8 Artikel 3.5 – geldigheidsduur ............................................................................................. 8 Artikel 3.6 – inzagerecht ..................................................................................................... 9 Artikel 3.7 - vrijstelling voor tentamens ............................................................................. 9 Artikel 3.8 – masterexamen ................................................................................................ 9 Artikel 3.9 – examendata .................................................................................................... 9 Artikel 3.10 - uitslag examens ............................................................................................ 9 Paragraaf 4 Vooropleiding ................................................................................................................ 10 Artikel 4.1 – Toelatingseisen masteropleiding ................................................................. 10 Artikel 4.2 - Flexibele instroom in de masteropleiding .................................................... 10 Paragraaf 5 Studiebegeleiding ........................................................................................................... 10 Artikel 5.1 - Studievoortgangsadministratie ..................................................................... 10 Artikel 5.2 - Studiebegeleiding ......................................................................................... 10 Paragraaf 6 - Slot- en invoeringsbepalingen ..................................................................................... 11 Artikel 6.1 – wijziging ...................................................................................................... 11 Artikel 6.2 – bekendmaking .............................................................................................. 11 Artikel 6.3 – Voorrang van Nederlandstalige versie ........................................................ 11 Artikel 6.4 – inwerkingtreding .......................................................................................... 11 Bijlage 1: (verplichte) modulen Masteropleiding.............................................................................. 12 Bijlage 2: Overgangsregeling ............................................................................................................ 14 Bijlage 3: Aanvullende vooropleidingseisen Masteropleiding.......................................................... 15

Onderwijs- en Examenregeling Master Biomedische Wetenschappen (Curriculum 2005), 2009-2010, VvL

2

Onderwijs- en examenregeling MASTEROPLEIDING Biomedische Wetenschappen (curriculum 2005). Vastgesteld door de Raad van Bestuur, instemming verleend door de UMC Raad en geldend met ingang van 1 september 2009.

Paragraaf 1 – Algemene bepalingen Artikel 1.1 - toepasbaarheid van de regeling De regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de Masteropleiding Biomedical Sciences. De opleiding wordt verzorgd binnen het Universitair Medisch Centrum St Radboud dat in zijn geheel is verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen Artikel 1.2 – begripsbepalingen/termijnen 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. Wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (Stb 1992, 593). b. Universiteit: Radboud Universiteit Nijmegen. c. UMC St Radboud of UMCN: Universitair Medisch Centrum St Radboud, waarin zijn opgegaan de voormalige Faculteit der Medische Wetenschappen en het Academisch Ziekenhuis Nijmegen St Radboud. d. Raad van Bestuur: de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud zoals bedoeld in artikel 5 van de structuurregeling UMCN en artikel 16A van de structuurregeling universiteit. e. Examencommissie: de door de Raad van Bestuur ingestelde commissie die is belast met het afnemen van examens en regeling van de tentamens. f. Student: zij of hij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van een opleiding. g. Opleiding: een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht, vaardigheden en attitude waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. h. Examenonderdeel: een onderwijseenheid die deel uitmaakt van een examenprogramma. Onderwijseenheden kunnen worden aangeboden in de vorm van blokken, modulen, stages en dergelijke. i. Studiepunten: de uitdrukking van de studielast van de opleiding en van onderwijseenheden, waarbij een studiepunt gelijk is aan 28 uren studie. De studielast van een studiejaar bedraagt 60 studiepunten. 60 Studiepunten is gelijk aan 1680 uren studie. j. Masteropleiding: de opleiding die aansluit op een passende bacheloropleiding en voorbereidt op het afsluitend examen in de Biomedische Wetenschappen. k. Afstudeer- of beroepsprofiel: de opsomming van vereisten die aan het examenprogramma worden gesteld om met de opleiding de geschiktheid te kunnen verwerven voor een bepaald beroep. l. Tentamen: het onderzoek binnen een onderwijseenheid naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. m. Praktische oefeningen: onderwijs leeractiviteiten die vooral zijn gericht op het trainen van de in de opleiding beoogde vaardigheden en op vergroting van inzicht. Als praktische oefening kunnen worden aangemerkt: het individueel of in groepsverband maken van werkstukken of proefontwerpen, het uitvoeren van onderzoeksopdrachten, het deelnemen aan veldwerk of excursies en het maken van scripties. n. Toets: een proefwerk of test waarmee kan worden vastgesteld of de in de opleiding beoogde doelstellingen door de student zijn gerealiseerd. o. Toetsingsregeling: de beschrijving van de vorm van een tentamen, van de vereisten om aan onderdelen van een tentamen zoals praktische oefeningen en toetsen te kunnen deelnemen en van de wijze waarop het eindresultaat wordt vastgesteld.


3

p. Regels en richtlijnen: regels voor de goede gang van zaken tijdens de tentamens en richtlijnen voor de beoordeling van de student en de vaststelling van de uitslag van de tentamens en examens in de bachelor- en masteropleiding Biomedische Wetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Regels en richtlijnen worden vastgesteld door de Examencommissie en tezamen met deze onderwijs- en examenregeling bekend gemaakt. q. Studieplan: beschrijving van het samenhangend programma van hoofdvak(ken), bijvak(ken), profielvak(ken), (vrije) keuzevakken en individueel onderwijs. Tevens een volledige beschrijving van de binnen dit programma te volgen stages. 2. In geval van een verzoek van een student als bedoeld in de artikelen 2.1, 3.3 en 3.8 deelt de examencommissie haar besluit binnen vier weken na ontvangst van het verzoek aan de student mee dan wel deelt zij binnen deze termijn mee het aantal weken waarbinnen een besluit zal worden medegedeeld. Artikel 1.3 - doel van de opleiding Met de masteropleiding wordt beoogd zodanige kennis, inzicht en vaardigheden bij te brengen op het gebied van de Biomedische Wetenschappen dat de afgestudeerde in staat is tot zelfstandige beroepsuitoefening in wetenschap of geëigende managementelijke of communicatieve functies en andere relevante opleidingen. Artikel 1.4 - vorm van de opleiding 1. De opleidingen worden uitsluitend voltijds verzorgd. 2. De examencommissie kan voor studenten in verband met zwangerschap en/of zorg voor hun kinderen op hun verzoek een aangepast onderwijs- en/of examenprogramma vaststellen. Artikel 1.5 - de examens van de opleiding In de opleiding kan het masterexamen worden afgenomen. Dit masterexamen verleent het recht tot het voeren van de titel ‘Doctorandus’ of ‘Master of Science’ en geeft toegang tot promotie. Artikel 1.6 Studielast 1. De studielast wordt uitgedrukt in hele of halve EC, waarbij één EC gelijk staat aan 28 uren studie. 2. Het masterexamen heeft een studielast van 120 EC. Artikel 1.7 -Taal 1. De masteropleiding Biomedische Wetenschappen is een Engelstalige opleiding. Onderwijs en tentamens van alle onderdelen zijn in het Engels, tenzij de examencommissie anders beslist. 3. Voor deelname aan het in het Engels verzorgde onderwijs en de tentamens is een voldoende beheersing van het Engels vereist. Aan deze eis is voldaan, als de student: 1. in het bezit is van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs; of 2. in het bezit is van een diploma van voortgezet onderwijs, behaald aan een Engelstalige instelling van voortgezet onderwijs binnen of buiten Nederland; of 3. in het bezit is van een diploma hoger beroepsonderwijs, of 4. een van de onderstaande toetsen heeft afgelegd: * de TOEFL met een score van 550 of hoger voor de papieren versie; * de TOEFL met een score van 215 of hoger voor de computer versie; * de IELTS met een score van 6 of hoger. De examencommissie kan in voorkomende gevallen beoordelen of een student de Engelse taal in voldoende mate beheerst.


4

Paragraaf 2 – De Masteropleiding Artikel 2.1 – inhoud van de masteropleiding 1. De student dient een hoofdvak, of in geval van toepassing van lid 3b van dit artikel twee hoofdvakken, te kiezen uit de volgende onderwerpen: · Arbeid, Milieu en Gezondheid (Occupational and environmental health, OEH) · Bewegingswetenschappen (Clinical human movement sciences, CHMS) · Epidemiologie (Epidemiology, EPI) · Health technology assessment (HTA) · Pathobiologie (Pathobiology, PATH) · Toxicologie (Toxicology, TOX) Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een ander hoofdvak dan hierboven genoemd wordt gekozen. Het verzoek van de student dient schriftelijk gemotiveerd te worden. 2. De student dient een van de volgende profielen te kiezen: · Het onderzoeksprofiel · Het maatschappelijk profiel · Het communicatief profiel 3. a. De masteropleiding van het onderzoeksprofiel met één hoofdvak omvat de volgende examenonderdelen met de daarbij vermelde studielast: Hoofdvak EPI, onderzoeksprofiel Examenonderdeel Verplichte hoofdvakmodulen Hoofdvakstage (32 weken) Kleine stage (12 weken) Keuzeruimte

Aantal 3 1 1 Totaal

Studiepunten (EC) 16,5 48 17 38,5 120

Hoofdvakken OEH, CHMS, HTA, PATH, onderzoeksprofiel Examenonderdeel Aantal Studiepunten (EC) Verplichte hoofdvakmodulen 4 22 Hoofdvakstage (32 weken) 1 48 Kleine stage (12 weken) 1 17 Keuzeruimte 33 Totaal 120 Hoofdvak TOX, onderzoeksprofiel Examenonderdeel Verplichte hoofdvakmodulen Hoofdvakstage (32 weken) Kleine stage (12 weken) Keuzeruimte

Aantal 5 1 1 Totaal

Studiepunten (EC) 27,5 48 17 27,5 120

De lijst met verplichte modulen per hoofdvak is opgenomen in een bijlage bij deze regeling. 3. b. De masteropleiding van het onderzoeksprofiel met twee hoofdvakken omvat minimaal 6 en maximaal 8 verplichte hoofdvakmodulen, te kiezen uit de in bijlage bij deze regeling gegeven lijst van hoofdvakmodulen, en twee stages gezamenlijk met een duur van 52 weken. De studieleiders van de betrokken hoofdvakken doen hieromtrent gezamenlijk een voorstel aan de examencommissie die daarover beslist.


5

Twee hoofdvakken, onderzoeksprofiel Examenonderdeel Aantal Verplichte hoofdvakmodulen 6-8 Hoofdvakstages 2 (2x 26 weken of 32 + 20 weken) Keuzeruimte Totaal

Studiepunten (EC) 33-44 76 0-11 120

De lijst met verplichte modulen per hoofdvak is opgenomen in een bijlage bij deze regeling. 4. De masteropleiding van het maatschappelijk (M) profiel of van het communicatief (C) profiel omvat de volgende examenonderdelen met de daarbij vermelde studielast: Hoofdvak EPI, maatschappelijk of communicatief profiel Examenonderdeel Aantal Studiepunten (EC) Verplichte hoofdvakmodulen 3 16,5 Hoofdvakstage (20 weken) 1 31,5 2 11 Profielspecifieke verplichte modulen Profielstage (12 of 16 weken) 1 17 of 23 Profielspecifieke keuzemodulen 0 - 16,5 Totaal profiel: 33,5 - 45 Keuzeruimte 27 - 38,5 Totaal 120 Hoofdvakken OEH, CHMS, HTA, PATH, TOX maatschappelijk of communicatief profiel Examenonderdeel Aantal Studiepunten (EC) Verplichte hoofdvakmodulen 4 22 Hoofdvakstage (20 weken) 1 31,5 Profielspecifieke verplichte modulen 2 11 Profielstage (12 of 16 weken) 1 17 of 23 Profielspecifieke keuzemodulen 0 - 16,5 Totaal profiel: 33,5 - 45 Keuzeruimte 21,5 - 33 Totaal 120 De verplichte modulen per hoofdvak en de profielspecifieke modulen zijn opgenomen in een bijlage bij deze regeling. Het profielspecifieke deel van het programma omvat minimaal 3 profielspecifieke modulen en een profielstage van 12 weken (33,5 EC) of 2 profielspecifieke modulen en een profielstage van 16 weken (34 EC). Het profielspecifieke deel van het programma omvat een maximale studielast van 45 EC. Ook voor het M- en C-profiel bestaat de mogelijkheid om twee hoofdvakken in het pakket op te nemen, maar dat vergt een programma dat meer dan 120 EC omvat. In overleg met de profielcoördinator en beide studieleiders kan een programma worden samengesteld dat aan alle eisen voldoet. Dit pakket behoeft de goedkeuring van de examencommissie. 5.

De student kan een bijvak kiezen, betrekking hebbend op een aan het hoofdvak of aan biomedische wetenschappen in het algemeen gerelateerd onderwerp. Elk gekozen bijvak moet een omvang hebben van minstens 22 studiepunten. 6. Een student met als hoofdvak OEH, EPI of HTA kan binnen het onderzoeksprofiel kiezen voor een aanvullend programma ‘Evidence based practice (EBP)’. Een student met hoofdvak OEH kan binnen het onderzoeksprofiel kiezen voor een aanvullend programma ‘Human and environmental risk assessment’ (HERA). Keuzemodulen behorend bij deze aanvullende programma’s zijn opgenomen in een bijlage bij deze regeling.


6

7. De kleine stage kan naar keuze worden opgenomen bij het hoofdvak, bij een bijvak of als afzonderlijk aan de opleiding gerelateerde stage. De minimale omvang van een kleine stage dient 17 studiepunten (EC) te zijn. 8. De keuzeruimte kan naar keuze worden opgenomen bij het hoofdvak, bij een bijvak of als afzonderlijk aan de opleiding gerelateerde keuzevakken. Er kan gekozen worden voor bestaande modulen binnen het UMCN of voor vakken van andere universitaire opleidingen. Het is mogelijk om een individuele module (cursorisch onderwijs op maat gemaakt voor een of enkele studenten) te ontwikkelen. . Naast biomedische keuzevakken heeft elke student het recht om binnen de keuzeruimte maximaal 11 studiepunten (EC) te besteden aan vakken, op academisch niveau, die niet biomedisch gerelateerd hoeven te zijn. Voor alle keuzevakken geldt dat de omvang 2,5 studiepunten (EC) of meer per vak dient te zijn. Aan keuzevakken kan pas worden deelgenomen nadat door de examencommissie goedkeuring is verleend voor het volgen daarvan. Goedkeuring van de examencommissie voor het volgen van externe keuzevakken impliceert goedkeuring voor de taal waarin het vak onderwezen wordt. 9. De student mag naast de verplicht gestelde studielast zoals in dit artikel wordt beschreven, het examenprogramma uitbreiden met extra examenonderdelen in de vorm van stages of keuzevakken. De student die het examenprogramma wil uitbreiden met extra examenonderdelen, moet daartoe een verzoek (middels het studieplan) indienen bij de examencommissie. Deze zal het verzoek toetsen op niveau en totale omvang inrelatie met de opleiding. Extra examenonderdelen waarmee de examencommissie heeft ingestemd, behoren als individueel deel tot het examenprogramma van de betrokken student met de verplichting tot afronding daarvan met een voldoende resultaat. Aan de goedkeuring van de examencommissie tot opname van extra examenonderdelen in het programma kunnen geen rechten worden ontleend ten aanzien van inschrijving als student. Studenten dienen derhalve vóór aanvraag om goedkeuring na te gaan of zij hiervan geen nadelige gevolgen zullen ondervinden. 10. De student moet aan de verplichtingen voor het Portfolio rapportagevaardigheden Masteropleiding voldoen. De studielast van dit onderdeel is ondergebracht bij de masterstage en de module 5AM06. 11. Aan stages kan pas worden deelgenomen nadat overeenkomstig artikel 2 van de ‘Regels en richtlijnen’ door of namens de examencommissie goedkeuring is verleend voor het volgen daarvan. 12. De student moet de in dit artikel beschreven mogelijkheden om zijn of haar examenprogramma samen te stellen vastleggen in een studieplan, dat is te verstaan als een beschrijving van het samenhangend programma van hoofdvak(ken), bijvak(ken), profielvak(ken), (vrije) keuzevakken en individueel onderwijs en tevens een volledige beschrijving van de binnen dit programma te volgen stages. De examencommissie geeft in de ‘Regels en richtlijnen’ nadere instructies over de wijze waarop dit studieplan moet worden ingediend en goedgekeurd.

Paragraaf 3 Tentamens en examens van de opleiding Artikel 3.1 - tijdvakken en frequentie tentamens Tot het afleggen van de tentamens van dein artikel 2.1 genoemde verplichte hoofdvakmodulen en profielspecifieke modulen wordt in elk studiejaar tweemaal de gelegenheid gegeven, met dien verstande dat de tentamens voor de eerste maal kunnen worden afgelegd binnen de voor het betreffende examenonderdeel geprogrammeerde onderwijsperiode. De tentamens, die bij de eerste gelegenheid niet of met onvoldoende resultaat zijn afgelegd, opnieuw kunnen worden afgelegd binnen een door de examinator vast te stellen termijn. Indien een zelfde tentamen verscheidene malen wordt afgelegd, wordt het laatst behaalde resultaat beschouwd als het geldend resultaat. Artikel 3.2 - vorm van de tentamens 1. Voor ieder examenonderdeel, genoemd in artikel 2.1 met uitzondering van de onderdelen Hoofdvakstage, Kleine stage, Profielstage en vrije keuzevakken, wordt door de examinator een


7

toetsingsregeling opgesteld die de goedkeuring van de examencommissie behoeft. Deze toetsingsregeling beschrijft de vorm waarin het tentamen wordt afgenomen inclusief eventuele afwijkingen bij de tweede afname van het tentamen binnen het studiejaar. De toetsingsregelingen worden vóór aanvang van de onderwijsperiode van het betreffende examenonderdeel bekend gemaakt aan studenten. 2. De volgende tentamens worden op de onderstaand aangegeven wijze afgelegd. a. Hoofdvakstage, genoemd in de artikel 2.1: Uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek, vervaardigen van een schriftelijk verslag daarvan en verzorgen van een mondelinge rapportage. b. Profielstage, genoemd in artikel 2.1: Uitvoeren van een praktische stage op een voor het betreffende hoofdvak en voor het betreffende profiel relevant terrein, vervaardigen van een schriftelijk verslag daarvan en verzorgen van een mondelinge rapportage. c. Kleine stage, genoemd in artikel 2.1: Uitvoeren van een onderzoek, vervaardigen van een schriftelijk verslag daarvan en verzorgen van een mondelinge rapportage. d. Vrije keuzevakken: Afhankelijk van de aard van het examenonderdeel en deel uitmakend van de goedkeuringsprocedure. 3. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 4. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen, voor zover de aard van de opleiding zich daartegen niet verzet. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 3.3- mondelinge tentamens Het mondeling afnemen van een tentamen is in de regel niet openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator op verzoek van de student in een bijzonder geval anders heeft bepaald. Op verzoek van de student zal de examencommissie bij een mondeling tentamen een tweede examinator toevoegen. Artikel 3.4 - vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De uitslag van een tentamen wordt uitgedrukt in een geheel getal van 1 t/m 10. Stages worden beoordeeld in hele of halve cijfers. 2. De examinator stelt terstond na een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de studenten een desbetreffende schriftelijke verklaring uit, die in kopie aan de studentenadministratie van het UMC St. Radboud wordt verschaft. 3. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen vier weken na de dag waarop het is afgelegd en verschaft de studentenadministratie van het UMC St. Radboud de nodige gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag aan de student. Op verzoek van de examinator kan de examencommissie deze termijn van uitslagbepaling verlengen tot zes weken. Het verzoek moet voor aanvang van het betreffende onderwijsblok worden ingediend, zodat studenten tijdig van een besluit tot verlenging op de hoogte kunnen worden gesteld. 4. Ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie van tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 5. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 3.7, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. Artikel 3.5 – geldigheidsduur De geldigheidsduur van de behaalde examenonderdelen is 5 jaren met inachtneming van de hierna volgende bijzondere maatregelen: a. Indien het onderwijsprogramma van de opleiding belangrijke wijzigingen ondergaat, stelt de Raad van Bestuur een overgangsregeling vast waarin wordt bepaald tot welke datum


8

examenonderdelen van het te vervangen programma nog kunnen worden behaald en eventueel welke examenonderdelen van het nieuwe programma zullen gelden als vervangend voor examenonderdelen van het te vervangen programma. Wanneer een student de opleiding nog wil afronden na afloop van de in de vorige zin genoemde overgangsregeling, kan de examencommissie besluiten of aanvullende dan wel vervangende eisen gesteld moeten worden in het licht van het op dat moment vigerende examenprogramma. Artikel 3.6 – inzagerecht 1. Na afloop van een schriftelijk tentamen worden de vragen en opdrachten van dat tentamen aan de studenten verschaft, die aan dat betreffende tentamen hebben deelgenomen. 2. Gedurende 4 weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op verzoek inzage in eigen beoordeeld werk. 3. Gedurende de in het tweede lid genoemde termijn kan elke belanghebbende kennis nemen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen en van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Artikel 3.7 - vrijstelling voor tentamens 1. De examencommissie kan op verzoek van de student vrijstelling verlenen voor een tentamen, indien de student voldoet aan de hierna te noemen voorwaarden met betrekking tot het desbetreffende examenonderdeel. a. Behaald tentamen van een qua inhoud, niveau en studie-omvang overeenkomstig examenonderdeel van een andere universitaire opleiding in Nederland of daarbuiten. of: b. Een bewijs ten genoegen van de examencommissie van werkzaamheden gedurende een langere periode op het gebied van de Biomedische Wetenschappen. 2. Een vrijstelling wordt voor de bepalingen in artikel 3.10 beschouwd als een voldoende resultaat. Artikel 3.8 – masterexamen Het masterexamen omvat de examenonderdelen die worden genoemd in artikel 2.1 voor zover vastgelegd in het conform artikel 2.1 lid 12 door de examencommissie goedgekeurde studieplan. Artikel 3.9 – examendata De uitslag van het masterexamen wordt door de examencommissie minstens viermaal per studiejaar vastgesteld op data die bij de aanvang van het studiejaar bekend zijn gemaakt. Artikel 3.10 - uitslag examens 1. De examencommissie stelt de uitslag van het masterexamen vast, nadat de student voor alle in artikel 2.1, zover van toepassing, genoemde en door de examencommissie goedgekeurde examenonderdelen een voldoende resultaat heeft behaald. Het resultaat van keuze-onderdelen van de masteropleiding is voldoende, indien voor de tentamens van alle examenonderdelen die volgens besluit van de examencommissie over het studieplan van de uitslag vragende student deel uitmaken van zijn examenprogramma, het cijfer 6 of hoger is behaald. 2. In afwijking van het bepaalde in het lid 1 van dit artikel kan de examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot één of meer examenonderdelen van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven.


9

Paragraaf 4 Vooropleiding Artikel 4.1 – Toelatingseisen masteropleiding Voor de masteropleiding Biomedische Wetenschappen gelden de volgende vooropleidingseisen: 1) Het bezit van een bachelordiploma op grond van met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van de bacheloropleiding Biomedische Wetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. 2) Het bezit van een bachelor diploma op grond van met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van de bacheloropleiding van andere, verwante bacheloropleidingen die als zodanig door de Raad van Bestuur zijn aangewezen, met dien verstande dat door de examencommissie aanvullende eisen voor de masteropleiding kunnen worden gesteld. 3) Het bezit van een bewijs van toelating tot de masteropleiding, afgegeven door het College van Bestuur van de Radboud Universiteit Nijmegen aan kandidaten die in bezit zijn van een middelbare school diploma met het profiel Natuur en Gezondheid of Natuur en Techniek en bovendien een diploma hoger beroepsonderwijs in de opleidingen Fysiotherapie, Hogere Laboratorium Opleiding richting Chemie en Biotechnologie of Hogere Laboratorium Opleiding Medische richting, nadat zij met goed gevolg hebben voldaan aan het programma van aanvullende vooropleidingseisen dat in een bijlage bij deze regeling is vastgelegd. Het resultaat van dit programma is voldoende wanneer voor alle onderdelen het cijfer 6 of hoger is behaald. Artikel 4.2 - Flexibele instroom in de masteropleiding 1. De examencommissie kan, voor zover de beschikbare onderwijscapaciteit dit toelaat, besluiten dat de student die is ingeschreven voor de bacheloropleiding Biomedische Wetenschappen, kan worden toegelaten tot de masteropleiding Biomedical Sciences voordat deze met goed gevolg het afsluitend examen van de bacheloropleiding heeft afgelegd. 2. Voorwaardelijke toelating tot examenonderdelen van de masteropleiding is mogelijk, indien de student een voldoende beoordeling heeft voor de bachelorstage, de portfolio rapportagevaardigheden en voor alle overige examenonderdelen van de postpropedeutische fasevan de bacheloropleiding met uitzondering van één examenonderdeel uit de postpropedeutische fase van de bacheloropleiding met een studielast van 5,5 studiepunten. De voorwaardelijke toelating geldt voor een daarbij te bepalen termijn van maximaal twaalf maanden. 3. De student die krachtens het voorgaande lid is toegelaten tot de opleiding, heeft niet het recht het afsluitend examen af te leggen, zolang hij of zij niet in het bezit is van het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegd afsluitend examen van de bacheloropleiding. 4. Studenten die een aanvullende vooropleiding moeten volgen krijgen voorwaardelijke toelating tot examenonderdelen van de masteropleiding indien alle onderdelen van het programma vanaanvullende eisen met uitzondering van één examenonderdeel voldoende beoordeling heeft behaald. 5. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat ten voordele van de student wordt afgeweken van de hierboven genoemde condities voor voorwaardelijke toelating.

Paragraaf 5 Studiebegeleiding Artikel 5.1 - Studievoortgangsadministratie De Raad van Bestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat minstens tweemaal per studiejaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem/haar behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. Artikel 5.2 - Studiebegeleiding De Raad van Bestuur draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding.


10

Paragraaf 6 - Slot- en invoeringsbepalingen Artikel 6.1 – wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de Raad van Bestuur bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Er worden geen wijzigingen ingevoerd voor het lopende studiejaar wanneer de belangen van de studenten daardoor kunnen worden geschaad. 3. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op de goedkeuring van examenprogramma’s die door de examencommissie aan studenten is verleend of andere beslissingen, welke krachtens deze regeling door de examencommissie ten aanzien van studenten zijn genomen. Artikel 6.2 – bekendmaking De Raad van Bestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regels en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. Artikel 6.3 – Voorrang van Nederlandstalige versie In geval bepalingen in deze Nederlandstalige versie in tegenspraak zijn met hetgeen bepaald in de Engelstalige versie van deze Onderwijs- en Examenregeling, geldt de tekst zoals in deze Nederlandstalige versie is opgenomen. Artikel 6.4 – inwerkingtreding 1. Deze regeling treedt in werking op 1 september 2005, laatstelijk gewijzigd en vastgesteld met ingang van 1 september 2009. 2. De regeling is van toepassing op de studenten die zich inschrijven voor de master Biomedische Wetenschappen op of na 1 september 2005 3. Voor de studenten, begonnen vòòr 1 september 2005, blijft de onderwijs- en examenregeling curriculum 2000, laatstelijk vastgesteld / gewijzigd op 1 september 2004 van kracht.


11

BIJLAGE 1: (VERPLICHTE) MODULEN MASTEROPLEIDING (behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling Master Biomedische Wetenschappen Curriculum 2005, laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 september 2009)

A. Verplichte modulen per hoofdvak Arbeid, Milieu en Gezondheid (Occupational and Environmental Health) Tot 1 januari 2008 5MG01 Risico evaluatie 5T004 Arbeidstoxicologie 5AM03 Gezondheidsbewaking 5MG02 Preventie, interventie en gezondheidsonderzoek bij calamiteiten en rampen Na 1 januari 2008 5MG01 Risk Assessment 5T004 Occupational toxicology 5MG02 Accidents and disasters involving hazardous substances Eén vierde cursus met een verplichte keuze uit: 5AM05 Ergonomics and consultancy (verplicht voor occupational hygiene!) 5AM07 Design and analysis of small scale experiments 5E002 Statistical analysis with SAS and SPSS 5T003 Chemical mutagenesis and carcinogenesis Bewegingswetenschappen (Clinical Human Movement Sciences) Tot 1 september 2006 5BW01 Belasting en belastbaarheid van weefsels 5BW03 Functie-evaluatie van het bewegingsapparaat 5BW02 Gewrichten en gewrichtssystemen 5BW05 Coördinatie en sturing Vanaf 1 september 2006 5HM02 Tissue: biomechanics and engineering 5HM03 Clinical exercise physiology 5HM04 Neural control of movement and posture 5HM05 Clinical rehabilitation sciences Epidemiologie (Epidemiology) 5MG01 Risk assessment 5E005 Genetic epidemiology of: 5E006 Outbreak epidemiology 5E003 Multivariable statistical methods Health Technology Assessment 5EG01 Kosteneffectiviteitsanalyse 5EG02 Beleidsondersteunend onderzoek 5EG04 Outcome Assessment 5MI01 Informatie analyse en evaluatie in het medisch proces Vanaf 1 september 2008 5HTA1 Economic analysis in health care 5HTA2 Advanced modelling in observational research 5HTA3 Health outcome measurement 5HTA4 Policy Research


12

Pathobiologie (Human Pathobiology) 5P003 Cause and effect in tissue damage 5P004 Repair and regeneration of tissues and organs 5AM01 Laboratory animal science / radiation safety 5P005 Cellular communication Toxicologie (Toxicology) 5T003 Chemical mutagenesis en carcinogenesis 5T004 Occupational toxicology 5T006 Clinical toxicology 5AM08 5AM01

Research and development of drugs Laboratory animal science / radiation safety (niet verplicht voor M- en C- profiel)

B. Profielspecifieke verplichte modulen 5AM06 Popularisatie van biomedische wetenschap (verplicht voor maatschappelijk én communicatief-profiel) 5ECWO Effectieve communicatie over biomedische kennis (communicatief profiel) 5OZBC Beleidsanalyse en advisering (maatschappelijk profiel) (Zoals beschreven in Artikel 1.7, Taal, heeft de examencommissie voor de profielspecifieke modulen een uitzondering gemaakt op de regeling, deze modulen zijn Nederlandstalig.) C. Overigen / keuzemodulen 5AM04 Good clinical practice 5QRE Qualitative research (aanvullend programma EBP) 5IBE Implementation of biomedical evidence (aanvullend programma EBP) EEM Environmental and ecological modelling (aanvullend programma HERA, FNWI, 5 EC) RC Risk communication (aanvullend programma HERA, FNWI, 3 EC) RM Risk management (aanvullend programma HERA, FNWI, 3 EC)


13

BIJLAGE 2: OVERGANGSREGELING (behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling Master Biomedische Wetenschappen Curriculum 2005, laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 september 2009) − De studenten die in het studiejaar 2005-2006 voor de blokken BW01; belasting en weefsel, BW03; Functie-evaluatie van het bewegingsapparaat, BW02; Gewrichten en gewrichtssystemen, BW05; Coördinatie en sturing nog geen voldoende hebben gehaald, worden in het studiejaar 20062007 voor het laatst in de gelegenheid gesteld deze blokken, die inhoudelijk zijn veranderd, af te leggen conform de inhoud van de betreffende blokken in het studiejaar 2005-2006


14

BIJLAGE 3: AANVULLENDE VOOROPLEIDINGSEISEN MASTEROPLEIDING (behorende bij de Onderwijs- en Examenregeling Master Biomedische Wetenschappen Curriculum 2005, laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 september 2009) Voor de in artikel 4.1 lid 3 genoemde kandidaten voor een bewijs van toelating tot de masteropleiding (afgestudeerden Fysiotherapie, Hogere Laboratorium Opleiding richting Chemie en Biotechnologie of Hogere Laboratorium Opleiding medische richting) gelden de hieronder genoemde programma’s van aanvullende vooropleidingseisen. Schakelprogramma’s Biomedische wetenschappen voor de studenten die zijn begonnen in het studiejaar 2006-2007. Vooropleiding: HLO hoofdvak periode 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11a

OEH

CHMS

HTA

EPI

PATH

TOX

IBMW B101 MIOA OMB1 E001 DT02 OMB3 O102 DT01 O104 OMB4

IBMW B101 MIOA OMB1 HM01 AM05 OMB3 O102 O103 DT03 OMB4

IBMW B101 MIOA OMB1 IHTA E002 OMB3 O102 DT01 O104 OMB4

IBMW B101 MIOA OMB1 E001 E002 OMB3 O102 DT01 O104 OMB4

IBMW B101 MIOA OMB1 PT01 TP02 OMB3 O102 DT01 O104 OMB4

IBMW B101 MIOA OMB1 PT01 DT02 OMB3 O102 DT01 O104 OMB4

Vooropleiding: Fysiotherapie hoofdvak periode 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11a

OEH

CHMS

HTA

EPI

PATH

TOX

IBMW OMB5 B102 OMB1 LABV DT02 OMB3 O102 DT01 O104 OMB4

IBMW B101 B102 OMB1 HM01 AM05 OMB3 O102 DT01 DT03 OMB4

IBMW OMB5 B102 OMB1 IHTA E002 OMB3 O102 DT01 O104 OMB4

IBMW B202 B102 OMB1 E001 E002 OMB3 O102 DT01 O104 OMB4

IBMW B202 B102 OMB1 LABV B103 OMB3 O102 DT01 O104 OMB4

IBMW B202 B102 OMB1 LABV DT02 OMB3 O102 DT01 O104 OMB4


15

Schakelprogramma’s Biomedische wetenschappen voor de studenten die zijn begonnen in het studiejaar 2007-2008. Vooropleiding: HLO hoofdvak periode 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11a

OEH

CHMS

HTA

EPI

PATH

TOX

5IBMW 5B101 5MIOA 5OMB1 5E001 5DT02 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B101 5MIOA 5OMB1 5HM01 5B103 5OMB3 5O102 5O103 5DT03 5OMB4

5IBMW 5B101 5MIOA 5OMB1 5IHTA 5E002 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B101 5MIOA 5OMB1 5E001 5E002 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B101 5MIOA 5OMB1 5PT01 5TP02 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B101 5MIOA 5OMB1 5PT01 5DT02 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4

Vooropleiding: Fysiotherapie hoofdvak periode 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11a

OEH

CHMS

HTA

EPI

PATH

TOX

5IBMW 5OMB5 5B102 5OMB1 5LABV 5DT02 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B101 5B102 5OMB1 5HM01 5B103 5OMB3 5BMWK 5DT01 5DT03 5OMB4

5IBMW 5OMB5 5B102 5OMB1 5IHTA 5E002 5OMB3 5BMWK 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B202 5B102 5OMB1 5E001 5E002 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B202 5B102 5OMB1 5LABV 5B103 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B202 5B102 5OMB1 5LABV 5DT02 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4


16

Schakelprogramma’s Biomedische wetenschappen voor de studenten die zijn begonnen in het studiejaar 2008-2009 en 2009-2010. Vooropleiding: HLO hoofdvak OEH CHMS HTA EPI PB TOX periode 1 5IBMW 5IBMW 5IBMW 5IBMW 5IBMW 5IBMW 2 5B101 5B101 5B101 5B101 5B101 5B101 3 5MIOA 5MIOA 5MIOA 5MIOA 5MIOA 5MIOA 4 5OMB1 5OMB1 5OMB1 5OMB1 5OMB1 5OMB1 5 5E001 5HM01 5IHTA 5E001 Vrij/VKO* Vrij/VKO* 6 5DT02 5B103 5E002 5E002 5TP02 5DT02 7 5OMB3 5OMB3 5OMB3 5OMB3 5OMB3 5OMB3 8 5O102 5BMWK 5BMWK 5O102 5O102 5O102 9 5DT01 5O103 5DT01 5DT01 5DT01 5DT01 10 5O104 5DT03 5O104 5O104 5O104 5O104 11a 5OMB4 5OMB4 5OMB4 5OMB4 5OMB4 5OMB4 * Studenten mogen een keuze module gaan volgen welke ze -na toelating tot de master - kunnen gebruiken voor de vrije ruimte. Vooropleiding: Fysiotherapie hoofdvak OEH periode 1 5IBMW 2 5OMB5 3 5B102 4 5OMB1 5 5LABV 6 5DT02 7 5OMB3 8 5O102 9 5DT01 10 5O104 11a 5OMB4

CHMS

HTA

EPI

PB

TOX

5IBMW 5B101 5B102 5OMB1 5HM01 5B103 5OMB3 5BMWK 5DT01 5DT03 5OMB4

5IBMW 5OMB5 5B102 5OMB1 5IHTA 5E002 5OMB3 5BMWK 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B202 5B102 5OMB1 5E001 5E002 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B202 5B102 5OMB1 5LABV 5B103 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4

5IBMW 5B202 5B102 5OMB1 5LABV 5DT02 5OMB3 5O102 5DT01 5O104 5OMB4


17

Onderwijs- en Examenregeling Master Biomedische Wetenschappen. Studiejaar (curriculum 2005)

Recommend Documents