Colloquium Romani Luma (29/1/2016) Lezing “Gelijke onderwijskansen voor Roma en woonwagenbewoners”. Over participatie, betrokkenheid, toegankelijkheid en doorstroming. Over ons onderwijssysteem, de mogelijkheden en beperkingen. Over wat er misschien wel nodig zou zijn. Koen Geurts (Foyer Brussel – Dienst Roma en woonwagenbewoners, auteur van “Roma in beweging”) Voor meer informatie over Roma en onderwijs: zie het boek ‘Roma in beweging’, Geurts K., Foyer, Brussel, 2014 te verkrijgen via
[email protected] Voor meer info: www.foyer.be
Onderwijs, een kwestie van vertrouwen Dé Roma bestaan niet: cliché maar hopelijk hardnekkiger cliché dan vele andere negatief geladen amalgamen die nu worden gemaakt. • Scholarisatie van heel wat Roma stelt schoolteam en maatsch instanties voor een uitdaging. • Groot deel Roma-leerlingen stelt geen noemenswaardige problemen, toch ook regelmatig geconfronteerd met ernstige problematieken omtrent leerachterstand, onaangepaste houding en gedrag in de klas, spijbelen, afhaken en absoluut schoolverzuim. • Vele professionals zijn op zoek naar handvaten om dergelijke situaties op te lossen of te voorkomen. • Indien we er niet in slagen om negatieve spiraal om te buigen, kunnen gevoelens v machteloosheid en demotivatie de overhand nemen, en lopen we misschien wel het risico op berusting, zelfs afkeer. • Onderwijs is niet altijd voorbereid op dergelijke groepen met andere, diverse achtergrond. • Nochtans hoorden we deze week op het Ouderforum S.O. v KBS: “Het S.O. moet jongeren beter voorbereiden op het leven en de superdiverse SL” Onderwijs zelf ook beter voorbereid zijn om om te gaan met deze (super)diversiteit. Maatschappelijke kwetsbaarheid • Vele Roma bevinden zich in positie van maatschappelijke kwetsbaarheid. • Ze dragen een negatief geladen bagage uit het verleden mee, waardoor ze vaak niet alleen het geloof in de mogelijkheid om op een reguliere manier deel uit te maken van de maatschappij (via onderw, regul tewerkst) lieten varen, maar ook nog eens deze maatschappij gingen wantrouwen. • De reden van dat wantrouwen wordt ook vandaag nog bevestigd doordat Roma nog steeds worden geportretteerd als econ. migranten die vooral van onze welvaart komen profiteren, als armoezaaiers of veroorzakers v overlast. Tgv dergelijke vooringenomenheid botsen ze vaak op onbegrip. In zo’n sfeer is het moeilijk om pos. bindingen op te bouwen met die maatschappij en wordt het wantrouwen t.o. gadje verder gevoed. Dit draagt bij aan een laag zelfwaardegevoel, gebrekkig geloof in eigen kunnen. Vr de ontw v pos zelfbeeld blijft men liever in de eigen ref-groep mentale / sociale segregatie Het risico bestaat dat onderwijs bijdraagt aan maatschappelijke kwetsing van Roma
–1–
• Thuis en school: andere leefwerelden met kloof (sociale positie, vb overleven, jongeren met volw verantwh, gehechtheid aan andere tradities, …) weinig identificatie met school vertonen andere interesses, vaker terecht gewezen, voelen zich niet aanvaard weinig positieve binding verhoogt kans op problematisch/grensoverschrijdend gedrag thuis niet steeds terugvallen op ouders die schoolproces ondersteunen, zelf vervat in vicieuze cirkel v negat ervaringen met maatsch instellingen volgen scholarisatie nauwelijks en beperkte verwachtingen • Scholen zitten met vooroordelen (bijv. scholen BXL: bij inschr: plaatsgebrek: “Liever niet want GdV en dus niet stabiel”, of: “Roma geen schoolcultuur en dus niet geïnteresseerd in onderwijs vr hun kinderen” weinig positieve verwachtingen bij schoolpersoneel minder posit. gestimuleerd en betrokken bij les, blij dat ze afw. zijn selffulfilling prophecy ontw. verder negat. zelfbeeld, minder geloof in eigen capaciteiten, meer kans op probl-gedrag toenemende maatschappelijke kwetsing Bindingen op versch vlakken verstoord: met zichzelf, met anderen, met maatschappij en toekomst ° hier en nu –denken kan motivatie vr verandering erg in de weg staan Nochtans is onderwijs allerbelangrijkste hefboom om op LT inclusie v Roma te verbeteren topprioriteit in Europese agenda, o.a. nadruk in Nat Roma-strategieën Brussel • Gabi: “Reeds 16 jaar werk ik als ICB met Roma in Brussel. Vroeger was onderwijs geen issue, geen vragen erover, nauwelijks diploma’s S.O., wij moesten achter mensen aanlopen, weinig geloof in nut, geen voorb-figuren” • Anno 2016: omgekeerde situatie Roma vinden vlotter de weg naar school en zijn zich bewuster van belang van onderwijs. • Meeste kinderen ingeschreven in school, meerderheid regelm aanwh, NGA significatief gedaald, ouderbetrokkenheid , jongeren met diploma , werkzame jongeren (ook meisjes) • Roma-bemiddelaars bevestigen dat Roma bewust bezig zijn met schoolsituatie v kinderen, beseffen dat noodz is vr fatsoenlijk leven. • Jongeren koesteren steeds meer indiv. ambities, krijgen vaker meer ruimte v familie is kritische massa ontstaan die regelm en met bewuste motivatie nr school gaat overtuigt anderen • Redenen:
1) verbetering v verbl-situatie dr EU-lidmaatschap meer stabiliteit perspectief op duurz verblijf in België natuurlijke evolutie 2) intensieve inschakeling v bemiddelaars in conc-scholen betere betrokkenh v Roma-ouders en kinderen bij onderwijs en vice versa • Nog knelpunten: 1) Roma: extreme spijbelaars (vooral S.O.), kleuterschool, jong getrouwden, zwangere meisjes, woonwagenbewoners (Rom) 2) Onderwijs: plaatsgebrek, afkerigheid v scholen bij inschrijving, gebrek aan stokken achter de deur, gebrek aan aangepast onderwijs en -methoden Interne motivatie voor onderwijs kan ontwikkeld worden door het herstellen en verzorgen van positieve bindingen tussen jongeren / hun familie en zichzelf, school en maatschappij 1) Eerst inzicht nodig in drempels naar onderwijs: z. diverse groepen: houding to onderwijs beïnvloed dr: onderwijspolitiek gevoerd in land v herkomst, mate v assimilatie, mentaliteit binnen regio, mate v traditionaliteit, leeftijd, WW-ers, ...
–2–
•
•
Sociale: o o.a. verblijfssituatie invloed op je financiële, medische, huisvestingssituatie instabiliteit overlevingslogica met KT-doelstellingen <-> LT-doelst v onderwijs Pragmatische houding: leren lezen, schrijven, rekenen o Opgelopen leerachterstand moeilijk in te halen snel geld leren verdienen o Aanwezige onderwijsbagage in gezin o Ouders v crisis in jaren ‘90: “verloren generatie” psych. factoren Psychologische: o Twijfel aan nut: door lage verwachtingen en kansen op regul. arbeidsmarkt weinig investering in opleiding o Indiv. voorgeschiedenis: hechting gunstig of traumatisch? o
•
Leerachterstand psychologisch effect: Er is een groot verschil tussen het goede zelfbeeld dat Romajongeren hebben in hun gemeenschap en de confrontatie met de resultaten op school waar hij als Roma onderdoet voor zijn leeftijdsgenootjes omdat hij een leerachterstand heeft. Dat betekent dat hij zich meer en liever identificeert als Roma, hetgeen hij belangrijker vindt dan zijn studies. Hij zal liever met zijn vader auto’s gaan verkopen dan naar school gaan. Zo kiest hij voor de optie die hem het meest realistisch lijkt. Dit strookt dan ook met de indicatoren voor succes die in zijn gemeenschap verschillen met die van de maatschappij of school. Voor vele Roma betekent succes als een Roma-jongen een succesvolle autohandel of bloeiende business heeft en het verdiende geld al investeert in de aankoop van een huis, in plaats van een diploma te behalen.
o Laag zelfvertrouwen lage ambities koesteren in vervulling v basisbehoeften o Overlevingslogica soort v ‘Culture of poverty’ waarbij kansarme groepen problemen overdragen op nieuwe generatie waardoor soc positie niet verbetert. Door soc reproductie v armoede gaan mensen zich aanpassen aan omstandigheden dr eigen waarden, normen, instituties te ontwikkelen. Zelfs als het economisch beter gaat met deze groep, kan participatie aan onderwijs of reguliere arbeid (nog een tijd lang) structureel laag blijven. Culturele: o In achtergestelde sociale positie en gebrekkige inclusie sterk afhankelijk v eigen gemeenschap sterke invloed op wat voor jou betekenis is v welslagen/status, welk verwachtingspatroon als (ouders tov) adolescenten, hoe je tegenover (jong) huwelijk staat (paciv nodig om respect v gemeenschap te krijgen waarvan je afhankelijk bent) o School blijft gadjé-instituut (indiv. ambities) <-> belang v familie waar alles wordt geboden (collect. welzijn): kinderen nemen er ook heel wat taken op (bijv. zorgende). Je hoort sommige ouders wel eens zeggen dat ze niet willen dat hun zoon of dochter ‘wordt zoals een gadjo’. Ze verkiezen om de opvoeding van hun kinderen zelf in te kleuren binnen de grenzen van hun eigen realiteit en cultuur. Dit wil o.a. zeggen: leren inspringen en hulp bieden voor de ouders en de grootouders. Soms hoor je Roma zeggen dat gadjé hun ouderen (ouders en grootouders) verwaarlozen. Sommige Roma zeggen: “We zetten onze kinderen niet vanaf drie maanden in een crèche omdat we later ook niet in een rusthuis willen eindigen”. Door naar school te gaan, net zoals bijv. door internet te gebruiken, krijgen jongeren een breder wereldbeeld. Het draagt bij tot hun emancipatieproces, maar vergroot de kloof met de ouders. Een reguliere gadjé-onderwijsomgeving kan dan ook door sommige ouders als een bedreiging gezien worden voor de opvoeding die zij voor ogen hebben voor hun kind, namelijk het ontwikkelen van deze sociale vaardigheden, hun
–3–
rol en etnisch gebonden groepsidentiteit. Op dit gebied kunnen de culturele verwachtingen nogal eens botsen met die van de dominante cultuur die geïnstitutionaliseerd is in het onderwijssysteem. De argwaan van sommige ouders is dan ook ingegeven door een vrees om hun kinderen ‘kwijt’ te raken aan de gadjémaatschappij. Dit brengt mee dat in sommige kringen te zeer inzetten op onderwijs misprijzend gezien kan worden als gadjé-gedrag, en afbreuk riskeert te doen aan de solidariteit en goedkeuring van de eigen groep. o Het kan ook anders. Evolutie! Vroegere overlevingslogica: samenleven en onderlinge solidariteit noodzakelijk voor ieders welzijn in de groep. Ouders voedden kinderen op en zorgden ervoor dat de familie samenbleef. Jongens bleven na het huwelijk in de familie zodat ze op hun beurt voor de ouders (en grootouders) konden zorgen. Naarmate ouders minder in een overlevingslogica zitten en minder afhankelijk worden van de voortdurende steun en goedkeuring van de gemeenschap of familie, kunnen jongeren ook meer individuele ambities nastreven. Wanneer de ouders bijv. geregulariseerd zijn, meer zekerheid hebben en een zekere status hebben bekomen, is de concrete nood minder groot om samen te blijven. De jongeren hoeven zich minder te bekommeren om het welzijn van de andere familieleden. Ze kunnen zelf dromen van individueel succes en om iemand te worden binnen de gemeenschap. De ouders willen dan dat de jongeren zo snel mogelijk op hun eigen benen staan. Als de ouders momenteel zien dat hun zoon een goede business of werk heeft, zullen velen hem hierin ondersteunen. Maar als hij interesse heeft in onderwijs, zullen steeds meer ouders hem daar ook in volgen. Gabriel, Roma-bemiddelaar: Dat de tijden veranderen, uit zich bijv. in het feit dat jonge mensen meer en meer zelf een eigen huis willen kopen voor hun gezin. Dit moet niet meer per sé in de buurt van de gemeenschap, maar kan ook elders erbuiten, in gadje-buurten of in een andere gemeente. Zolang perspectieven erg onzeker zijn, verkiezen mensen om samen te wonen. Het geeft een gevoel van zekerheid en geborgenheid, en biedt een zekere bescherming tegen de gadje-wereld. Naarmate mensen een zekerder statuut en financiële middelen hebben, zijn gadje minder bedreigend en is er minder nood aan samenwonen.
•
o Jonge huwelijken worden bij Roma ook bekeken vanuit een opvoedkundig perspectief. Ouders weten en ervaren dat jongeren vanaf een bepaalde leeftijd veel moeilijker te controleren vallen. Meisjes riskeren niet meer maagd te zijn bij het huwelijk. Jongens riskeren probleemgedrag te ontwikkelen, gedemotiveerd te raken op school en van de goede weg af te raken. Soms horen we ouders letterlijk zeggen: “Ik weet niet meer wat ik met hem moet aanvangen.” In dit geval biedt een (jong) huwelijk voor sommige ouders de minst slechte keuze voor een toekomstperspectief van de jongere. Het wordt gezien als een positieve stap dat solidariteit en respect vd gemeenschap met zich meebrengt. Hierdoor leren ze wat verantwoordelijkheid is en kunnen ze hun goede naam behouden. Deze financiële verantwoordelijkheid is één van de redenen waarom sommige jongeren vanaf jonge leeftijd reeds beginnen te handelen bijv. in auto’s. Sommigen haken daardoor vroegtijdig af van de school. o Voor de dochters is het in vele Roma-families belangrijk om te investeren in het aanleren van goede huishoudelijke vaardigheden omdat ze die later zullen nodig hebben. Het verhoogt tegelijk de kans om te trouwen met iemand ‘van goeden huize’. Pedagogische:
–4–
o o o o o
o.a. omgaan met grenzen organisatie in tijd en ruimte: afgemeten en begrensd <-> vrij en minder grenzen omgaan met schrift tegenover orale cultuur omgaan met individuele ambities tegenover opvoeding met nadruk op groepswelzijn omgaan met vroegrijpe adolescenten: dirigistisch principe <-> beschouwd als volwassenen met verantwoordelijkheden
2) Om interne motivatie te : aandacht nodig op verschillende niveaus: • Individuele leerling: o Welbevinden o motiverend werken begint bij positieve basishouding o leerkracht speelt essentiële rol in ontwikkeling van positieve band vertrouwensrelatie o erin geloven (aanklampend) positieve selffulfilling prophecy o opbouw zelfvertrouwen succeservaringen o aandacht vr werken aan concreet individueel toekomstperspectief o aandacht vr context (vb huwelijk, zwanger, fam. problemen) • Klas: o stimulerend werken: goede sfeer, sterke middengroep o leerinhoud zinvol en functioneel o ervaringsgericht vanuit eigen leef- en belevingswereld o differentiëren/maatwerk o warmte en structuur bieden • School: o veiligheid en duidelijkheid bieden o interculturele competenties schoolpersoneel o voldoende taalleerkansen bieden o contextgerichte ondersteuning partnerschappen o toelaten van verschil (aansluiten bij socialiseringsprocessen van gezinnen: bijv. schoonmoeder v bori) o zich thuis laten voelen • Familie: o Eventueel ondersteund dr brugfiguren o band met school versterken: communicatiestrategie vanaf inschrijving, bemiddeling o werken aan wederzijdse betrokkenheid, ouders betrekken bij zoeken nr oplossingen o praktische nut bieden o netwerking Dank voor uw aandacht!
–5–