Raadhuisplein 1 6367 ED Voerendaal Postbus 23000 6367 ZG Voerendaal
T 045 - 575 33 99 F 045 - 575 11 95 E
[email protected] W voerendaal.nl
\ raadsvoorstel Voerendaal, d.d. 28 maart 2013 Nummer: 2013/5/ Portefeuillehouder: S.M.F. Lipsch Afdeling: Klantcontactcentrum Programma: Samen Wonen Product: Onderwerp: Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013
Aan de Raad. \ Voorstel Het vaststellen van de Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013. \ Inleiding In mei 2004 is de Welstandsnota Landelijk Parkstad vastgesteld. De afgelopen jaren heeft de nota als een objectief kader gefungeerd voor de toetsing van bouwplannen. Nieuwe ontwikkelingen op het terrein van wetgeving en wijzigingen in lokaal beleid maken het noodzakelijk een nieuwe welstandsnota vast te stellen. \ Relatie met visiedocument / programmabegroting en relatie met de beoogde maatschappelijke effecten N.v.t. \ Relevante regelgeving Woningwet, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en Besluit omgevingsrecht.
\ Historisch perspectief Sinds 1 juli 2004 verplicht de Woningwet gemeenten in geval van preventieve toetsting een welstandsnota vast te stellen die zo objectief en transparant mogelijk vastlegt wat moet worden verstaan onder ‘redelijke eisen van welstand’. De huidige welstandsnota is vastgesteld in mei 2004 voor het rayon Landelijk Parkstad (Nuth-OnderbankenVoerendaal-Simpelveld). \ Argumentatie Reeds enige tijd bestond behoefte aan een actualisering van deze nota. De kwaliteitsslag
die in de welstandsnota is beoogd, is drieledig. Ten eerste moet de nieuwe welstandsnota meer helderheid bieden richting de burgers. Gebieden met een sterke overeenkomst in bebouwingskenmerken en waardering worden op een gelijkwaardige wijze getoetst. De geldende criteria zijn daarbij concreter geformuleerd. Bovendien geven de digitale kaarten meer duidelijkheid over de begrenzing van de gebieden. Ten tweede sluit de nieuwe welstandsnota beter aan op onze ambities op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. Dat heeft tot gevolg dat de toetsingscriteria, met name voor zichtbepalende locaties en bij waardevolle objecten, zwaarder zijn geworden. Ook is een excessenregeling ingevoerd. Een exces is een 'evidente en ook voor niet-deskundigen duidelijk kenbare buitensporigheid van het uiterlijk van een bouwwerk'. Met behulp van de excessenregeling kunnen wij, mocht het zich voordoen, excessen aanpakken en zo de ruimtelijke kwaliteit waarborgen. Ten derde is het vanwege de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) noodzakelijk geworden om enkele veranderingen door te voeren. De mogelijkheid voor het toepassen van sneltoetscriteria is namelijk vervallen, nu het begrip ‘lichte bouwvergunning’ niet meer bestaat. Aan de hand van sneltoetscriteria kon een ambtenaar 'kleine bouwwerken' zelf beoordelen op welstandseisen. Sinds de invoering van de Wabo zijn deze bouwwerken echter zonder vergunning te realiseren en voor vergunningvrije bouwwerken wordt geen preventieve welstandstoets uitgevoerd. Op het ogenblik moet iedere vergunningaanvraag voor een bouwplan dus worden voorgelegd aan onze dorpsbouwmeester. Recente ontwikkelingen Per 1 maart 2013 is een aanpassing in werking getreden van artikel 6.2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Deze aanpassing wordt ook wel de 'kan'-bepaling genoemd. De bepaling houdt in dat de toets van vergunningplichtige bouwplannen aan redelijke eisen van welstand ook ambtelijk KAN worden uitgevoerd. Het college kan ervoor kiezen om een welstandscommissie of dorpsbouwmeester te raadplegen, maar het college kan dat ook laten. Als het college ervoor kiest de dorpsbouwmeester niet in te schakelen, moeten ze zelf (ambtelijk) antwoord geven op de vraag of het bouwplan al dan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Wij zijn voornemens terughoudend om te gaan met ambtelijke toetsing, aangezien wij hier de expertise niet voor in huis hebben. Echter, daar waar procedures versneld kunnen worden, bijvoorbeeld omdat er al een welstandsadvies is afgegeven tijdens de vooroverleg-fase, zullen wij de ambtelijke toets zeker inzetten. Overige wijzigingen ten opzichte van de bestaande welstandsnota In principe is de huidige welstandsnota inhoudelijk goed onderbouwd. Een volledig nieuwe beoordeling van gebieden is dan ook niet aan de orde. Wel is het aantal gebieden teruggebracht van 18 naar 7. Er is nog steeds sprake van 3 welstandsniveaus, maar de indeling van de niveaus is overzichtelijker en meer consequent gemaakt. De niveaus zijn nu als volgt ingedeeld:
Pagina 2 van 5
Welstandsniveau 1: − historische dorpskernen − historische ensembles (kastelen, hoeves en bijzondere objecten (molen)) − de lintbebouwing en de bebouwing langs doorgaande wegen − het buitengebied − de buurtschappen Welstandsniveau 2: – voltooide woonwijken – maatschappelijke voorzieningen (gemeentehuis, verzorgingstehuis, scholen) Welstandsniveau 3: – Recreatie- en sportterreinen – Bedrijventerreinen Ook de criteria zijn overzichtelijker gemaakt. De nieuwe welstandsnota maakt onderscheid in algemene, gebiedsgerichte en objectgerichte criteria. Daarnaast zijn voor 1) nieuwe woningbouwplannen en voor 2) monumenten, karakteristieke panden en beschermde dorpsgezichten aanvullende objectcriteria opgesteld. Samenwerking Aangezien de behoefte aan een nieuwe welstandsnota ook bij de gemeenten Simpelveld en Onderbanken leefde, is gezamenlijk met deze gemeenten opdracht verstrekt aan het bureau Visschers en Roelands om een nieuwe welstandsnota op te stellen. De samenwerking levert, naast efficiency-voordeel een welstandsnota op met eenzelfde opbouw en eenzelfde algemeen gedeelte, maar wel elk met een eigen lokale beleidsinvulling. \ Alternatieven of andere oplossingsrichtingen Er zijn in het land ook gemeenten die, o.a. vanuit kostenoverwegingen, kiezen voor een versoepeling of zelfs afschaffing van hun welstandsbeleid. Het versoepelen van het welstandsbeleid door meer gebieden en/of soorten bouwwerken uit te sluiten van welstandstoezicht, dan wel door toetsing uitsluitend ambtelijk af te doen, zou echter haaks staan op onze ambities met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit die wij momenteel neerleggen in onze bestemmingsplannen. Het ruimtelijk beleid dient te worden geënt op kwaliteit en duurzaamheid. Voerendaal heeft een onderscheidend vormgegeven woonaanbod/-kwaliteit. Verminderd welstandstoezicht zou afbreuk doen aan deze uitgangspunten. \ Randvoorwaarden N.v.t. \ Financiële, personele, organisatorische consequenties De uitvoering van de nieuwe welstandsnota heeft geen financiële, personele of
Pagina 3 van 5
organisatorische gevolgen. \ Risico's In principe zijn wij niet verplicht om als gevolg van de veranderde wetgeving de welstandsnota aan te passen. Op basis van de huidige welstandsnota kunnen bouwplannen ook aan welstand worden getoetst. Het niet actualiseren van de welstandsnota betekent wel, dat wij in voorkomende gevallen excessen niet naar behoren kunnen tegengaan, omdat de huidige nota geen excessenregeling bevat. \ Communicatie en draagvlak De concept-welstandsnota heeft in de periode van 25 april tot en met 15 mei 2013 voor een ieder ter inzage gelegen. In deze periode zijn geen inspraakreacties ingediend.
\ Bijlagen: Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013 1. Wettelijk kader 2. Lijst met Rijksmonumenten 3. Lijst met karakteristieke panden
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN VOERENDAAL de secretaris, de burgemeester,
H.H.M. Timmermans
\ Advies commissie
Pagina 4 van 5
drs. E.A.J. Sprokkel
\ Raadsbesluit 1. De Welstandsnota gemeente Voerendaal 2013 vast te stellen. 2. De Welstandnota Landelijk Parkstad 2004 bij de inwerkingtreding van de Welstandsnota 2013 in te trekken.
Aldus besloten in de raadsvergadering van 27 juni 2013 de griffier, de voorzitter,
mr. drs. S.H.H.J. Dormans-Simons
Pagina 5 van 5
drs. E.A.J. Sprokkel