Voorstel aan de Raad
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 30 november 2011
/ 158/2011
Fatale termijn: besluitvorming vóór: Aanwezig: N.v.t. Th. de Graaf Voorzitter Onderwerp P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, Wethouders Uitvoering van amendement renaissance MuZIEum' dd 14 juli 2010 P. 'Een Lucassen, J. vanvoor derhet Meer P. Eringa Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer A. Kuil Communicatie Cultuur / 1071 M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder
H. Beerten Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
14 november 2011 Samenvatting
Op 25 mei 2010 wordt het MuZIEum failliet verklaard. Op 14 juli 2010 wordt bij de bespreking van Aldus vastgesteld in de vergadering van: aangenomen. Dit treft de perspectiefnota het amendement “Een renaissance voor het MuZIEum” u aan in bijlage 1. In dit amendement wordt het beleidsvoornemen uitgesproken om het MuZIEum een doorstart te laten maken. Uw Raad heeft daarbij de volgende voorwaarden gesteld: een daartoe strekkend plan en een sluitende meerjarenbegroting. Indien voldaan aan de gestelde voorwaarden is uw Raad voornemens om een a-structureel bedrag van € 200.000 beschikbaar te stellen. Het MuZIEum heeft op 04-11-2011 een levensvatbaar plan aangeleverd, bestaande uit een ondernemingsplan, inclusief een exploitatiebegroting, en een marketingplan. De voorzitter, De secretaris,
Voorstel om te besluiten
1. Beschikbaar stellen van de subsidie van in totaal € 200.000 in 2011 2. De dekking regelen door onttrekking van € 100.000 uit de saldireserve en € 100.000 uit het programma Cultuur 3. Vaststellen van de bijgevoegde begrotingswijziging BW-01150
1
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Bas Linders, 00627595717,
[email protected] Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
Op 25 mei 2010 wordt het MuZIEum failliet verklaard. Op 14 juli 2010 wordt bij de bespreking van de perspectiefnota het amendement “Een renaissance voor het MuZIEum” aangenomen. In dit amendement wordt het beleidsvoornemen uitgesproken om het MuZIEum een doorstart te laten maken. In dit voorstel geven we aan op welke wijze we uitvoering willen geven aan het amendement. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader
Aan dit voorstel ligt geen wettelijk kader of beleidskader te grondslag. 1.2 Relatie met programma
Uitvoering geven aan het amendement 2
Doelstelling
Met dit voorstel krijgt het MuZieum de financiële bijdrage van de gemeente, zoals door uw raad eerder is vastgesteld. Daarmee kan MuZieum een doorstart maken die vertrouwen geeft voor de toekomst, zonder verdere gemeentelijke bijdragen. 3
Argumenten
De a-structurele subsidie kan worden toegekend omdat op alle punten is voldaan aan de door de Raad gestelde voorwaarden. De afgelopen periode is er regelmatig contact geweest tussen de gemeente en het bestuur van het MuZIEum om het benodigde ondernemingsplan (bijlage 2) af te stemmen. Het onderliggende ondernemingsplan is degelijk en biedt veel voordelen: 1. Ideale ligging tussen centrum en station NS. 2. Ruime parkeergelegenheid. 3. Efficiënter gebruik van de Schouwburg (MuZIEum heeft haar activiteiten vooral overdag, de Schouwburg ’s avonds). 4. Voor de beoogde ‘donkerbelevingen’ zijn de kelders van de Schouwburg ideaal. 5. De opbrengst van de fondsenwerving wordt geïnvesteerd in de Schouwburg, waardoor zowel het MuZIEum als de Schouwburg profijt van deze investeringsgelden hebben. Tot op heden is er voor € 300.000 aan toezeggingen gedaan. 6. Synergievoordelen zowel wat betreft de inzet van personeel als van het bereiken van beide publieksgroepen. 7. Er wordt een duidelijke link gelegd tussen cultuur enerzijds en werk en inkomen anderzijds. Zo zullen er gidsen worden ingezet die nu geen aansluiting meer hebben op de arbeidsmarkt. 8. Snelle realisatie waardoor openstelling per januari 2012 mogelijk lijkt. Toetsing van de meerjarenbegroting laat zien dat deze deugdelijk is onderbouwd en dat de toekomst van het MuZIEum met vertrouwen tegemoet kan worden gezien. Het marketingplan bevat een gedegen omgevingsanalyse. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid snel door te rekenen wat de financiële gevolgen zijn van de feitelijke bezoekersstromen voor de exploitatie en op grond daarvan alternatieve scenario’s te ontwikkelen. Het ondernemingsplan bevat een exploitatiebegroting. De berekeningen voor de periode van 5 jaar zitten goed in elkaar en worden vergezeld van een inhoudelijke toelichting. Voor de bezoekersaantallen zijn capaciteitsberekeningen opgenomen en daaraan afgeleid een Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
berekening van de personeelsbehoefte die nodig is om bezoekersaantallen ook daadwerkelijk te kunnen verwerken. 4
Risico’s
De Raad van Toezicht van de Stichting Keizer Karel Podia gaat niet akkoord. In dat geval kan het amendement nu niet worden uitgevoerd. Er zal dan een ander ondernemingsplan door het bestuur van het MuZIEum moeten worden opgesteld. 5
Financiën
Er wordt voorgesteld een bedrag van € 200.000 in 2011 beschikbaar te stellen aan de Stichting Dienstverlening doorstart MuZIEum. Deze € 200.000 is bestemd voor de uitvoering van het ondernemingsplan dat door deze Stichting is opgesteld. In het amendement “Een renaissance voor het MuZIEum” is aangegeven dat er een maximale a-structurele subsidiëring vanuit de gemeente plaatsvindt van € 200.000. Een bedrag van € 100.000 wordt gedekt uit de in dit amendement door de Raad beschikbaar gestelde middelen vanuit de saldireserve. De overige € 100.000 wordt gedekt uit het programma Cultuur deelproductnummer 60586 Culturele evenementen. Via de begrotingswijziging BW-01150 wordt in 2011 een bedrag van € 100.000 onttrokken uit de saldireserve en toegevoegd aan het programma Cultuur deelproduct 60586. 6
Communicatie
Met het bestuur van het MuZIEum is regelmatig contact geweest over het opstellen van een degelijk ondernemingsplan. 7
Uitvoering en evaluatie
Uitvoering van het amendement vindt pas plaats indien er een formele goedkeuring is van het ondernemingsplan van het MuZIEum door de Raad van Toezicht van de Keizer Karel Podia. Het ondernemingsplan beschrijft de toekomstige huisvesting van het MuZIEum in de Schouwburg. Na besluitvorming door de Raad wordt de brief/ beschikking aan het Bestuur van het MuZIEum verzonden
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n): MuZIEum
amendement 'een renaissance voor het MuZIEum' en ondernemingsplan
Raadsvoorstel.doc
SP-fractie Nijmegen Agendapunt 9: Perspectiefnota 2011 www.nijmegen.sp.nl „ , ^ . ««.»»^» Raadsvoorstel: 93/2010 Postbus 9105 Eerste indiener: B. Velthuis 6500 HG Nijmegen T 024 3292371
[email protected] AMENDEMENT: EEN RENAISSANCE VOOR HET MUZIEUM De gemeenteraad van Nijmegen, bijeen op 14 juli 2010, overwegende dat: • Op 25 mei 2010 het faillissement werd uitgesproken ten aanzien van het MuZIEum; • Het MuZIEum thans bezig is met het opstellen van een nieuw bedrijfsplan dat dient als basis voor een doorstart met een vertaagde kostenstructuur. Belangrijkste uitgangspunten in het kader van dat nieuwe bedrijfsplan zijn; o Het hebben van een efficiente bedriifsvoering, met een vertaagde personele kostenstructuur, lagere inhuur en betere inkoopcontracten. o Het zijn van een cultuurattractie en tevens in meer algemene zin de cultuur in Nijmegen te versterken onder andere door als tweede grootste museum van Nijmegen samen met andere museale spelers gezamenlijk de markt te benaderen. o Het zijn van een educatieve instelling die tot doel heeft een zo breed mogelijke doelgroep een zintuigelijke ervaring, maar bovenal een ervanng van persoonlijke bewustwording te geven in de vorm van een laagdrempellge, attractieve en sociaal innovatieve wijze van kennisoverdracht. o Het zijn van een sociale werkvoorziening voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het in dat kader samen met organisaties als
, het UWV en Koninklijke Visio optrekken en het zijn van een opieidings- en werkpiek waar mensen met een (visueie) beperking stage kunnen lopen, werkervanng kunnen opdoen en een werkpiek kunnen vinden; • Het MuZIEum zelf een tweetal doorstartscenario's heeft laten uitwerken in de vorm van een extern haalbaarheldsonderzoek. De eerste optie (variant A) betreft een kleiner en goedkoper MuZIEum maar wel met zowel een museumfunctie als een donkerbeleving, waarbij structurele subsidie noodzakelijk is. De tweede optie (variant B) betreft het enkel in stand houden van de donkerbeleving, waarbij a-structurele subsidie voldoende zou dienen te zijn. • Het MuZIEum in 2009 werd geholpen met een overbruggingskrediet van 180.000 euro doch structurele ondersteuning toen door het college nog niet opportuun werd geacht vanwege het feit dat het niet zou passen binnen de Nijmeegse cultuurvisie "Op Koers" en vanuit het programma Economie geen middelen beschikbaar waren; • Het college bij brief d.d. 3 november 2009 evenwel heeft aangegeven het MuZIEum een waardevolle voorziening in de stad te vinden aangezien het naar het oordeel van het college van B&W; o Uniek in zijn soort is; file:////karelstad/...e%20voor%20het%20MuZIEum%20-%20subsidie/SP_-_amendement_-_een_renaissance_voor_het_Muzieumpdf[1].txt[15-11-2011 10:13:09]
o Ongeveer 6000 scholieren bereikt; o Werkgelegenheid biedt aan 15 blinden; o Vanuit economisch-toeristisch perspectief, gezien de 40.000 bezoekers op jaarbasis en de positieve trend daarin, een publiekstrekker is met een landelijk aansprekend profiel; i/oof: 2D o Vanuit het perspectief van blinden en slechtzienden een beiangrijke museum is dat een bijdrage levert aan kennis en begrip bij zienden voor de wereld van de nietzienden hetgeen goed aan sluit bij het "health" profiel in de stad; o Als voorbeeld van de maatschappelijke betekenis van het MuZIEum genoemd kan worden dat er met verzekeraars, de afdeling Oogheelkunde van het UMC St. Radboud en een optometrisch bedrijf er gewerkt wordt aan de voorbereiding van een preventieproject voor kinderen van 10-12 jaar; In het licht van het in het coalitieakkoord opgenomen gewijzigde beleid het steunen van het MuZIEum zelfs nog goed past bij de beleidswensen van de gemeente Nijmegen en wel; o Vanuit het perspectief van het programma Cultuur vanwege het feit dat in het coalitieakkoord is aangegeven dat er 1 miljoen euro structureel extra wordt vrijgemaakt voor versterking van bestaande speerpunten of nieuw beleid. Derhalve kan niet langer enkel een verwijzing gemaakt worden naar de Nijmeegse Cultuurvisie "Op Koers" en op basis daarvan gesteld worden dat ondersteuning in strijd is met het vigerende beleid, omdat immers met nadruk in het coalitieakkoord de weg wordt vrijgemaakt voor nieuw beleid; o Vanuit het perspectief van het programma Werk & Inkomen vanwege het feit dat in het coalitieakkoord structureel 2 miljoen euro per jaar extra is vrijgemaakt voor beleid op het terrein van Werk & Inkomen en het MuZIEum (mede) ingezet kan worden als werkcorporatie voor mensen met een (visueie) beperking; o Vanuit het perspectief van het programma Economie en het programma Citymarketing & Externe Betrekkingen vanwege het feit dat het MuZIEum een beiangrijke toenstische trekpleister is voor de stad Nijmegen en tevens bijdraagt aan het "health" profiel van de stad; Gelet op het voorgaande het wenselijk is dat het MuZIEum ook daadwerkelijk wordt gefaciliteerd om een doorstart te maken en de gemeente middelen ter hoogte van maximaal 0,1 miljoen euro a-structureel per jaar in 2010 en 2011 beschikbaar stelt; Besluit: 1. Aan beslispunt 4 van het raadsvoorstel Perspectiefnota 2011 een sub-beslispunt toe te voegen luidende "Met dien verstande dat ten behoeve van het ondersteunen van het MuZIEum in 2011 binnen het programma Cultuur een bedrag wordt gereserveerd ter hoogte van 0,1 miljoen euro per jaar onder geiijktijdige verlaging van; a) de reservenng 'Ruimte voor cultuur" binnen het programma Cultuur met een bedrag groot 0,1 miljoen euro; 2.
file:////karelstad/...e%20voor%20het%20MuZIEum%20-%20subsidie/SP_-_amendement_-_een_renaissance_voor_het_Muzieumpdf[1].txt[15-11-2011 10:13:09]
Aan beslispunt 1 van het raadsvoorstel Perspectiefnota 2011 een sub-beslispunt toe te voegen luidende "Met dien verstande dat het college tevens in overleg met het MuZIEum dient te treden, om als beleidsvoornemen uit te werken het mogelijk maken van een doorstart van het MuZIEum op basis van een daartoe strekkend plan, inclusief een sluitende meerjarenbegrotlng, van het MuZIEum, onder maximale a-structurele gemeentelijke subsidiering ter hoogte van 0,1 miljoen euro per jaar in 2010 en 2011. Ten aanzien van deze subsidiering in 2010 kan dekking piaats vinden vanuit de Saldiresen/e, hetgeen middels een separaat voorstel aan de raad dient te worden voorgelegd. Dit met dien verstande dat het college indien de doorlooptijd van het voorleggen van een dergelijk voorstel een spoedige doorstart in de weg staat, het MuZIEum middels een voorziening zoals een overbruggingskrediet reeds mag ondersteunen." GroenLinks PvdA D66 N. Vergunst SNN
file:////karelstad/...e%20voor%20het%20MuZIEum%20-%20subsidie/SP_-_amendement_-_een_renaissance_voor_het_Muzieumpdf[1].txt[15-11-2011 10:13:09]
Ondernemingsplan Stichting Dienstverlening doorstart muZIEum
MUZIEUM OPENT JE DE OGEN
‘
Nijmegen, 1 november 2011 1
Inhoudsopgave ondernemingsplan Stichting Dienstverlening doorstart muZIEum Pagina: Voorwoord en samenvatting ................................................................................................... 3-4 Inleiding:....................................................................................................................................... 5 A. Historie ...................................................................................................................... 5 B. Waar staan we nu ..................................................................................................... 7 C. Waar willen we naar toe............................................................................................ 7 Hoofdstukken: ............................................................................................................................. 7 1. 1.1 1.2 1.3 1.4
Missie, Visie, Doelstellingen en Concept ........................................................... 10 Missie ...................................................................................................................... 10 Visie ........................................................................................................................ 10 Doelstellingen.......................................................................................................... 10 Concept................................................................................................................... 11
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
De markt................................................................................................................. 14 Feiten over blindheid en slechtziendheid................................................................ 14 De wereld om ons heen .......................................................................................... 14 Andere donkerbelevenissen ................................................................................... 15 Positionering ........................................................................................................... 15 De naam.................................................................................................................. 16
3. 3.1 3.2 3.3 3.4
Doelgroepen en aanbod ....................................................................................... 17 Doelgroepen ........................................................................................................... 17 Waarom komen doelgroepen bij ons ...................................................................... 19 Hoe gaan we de doelgroepen bereiken.................................................................. 19 Marketingplan muZIEum......................................................................................... 21
4. 4.1 4.2 4.3
Organisatie ............................................................................................................ 22 Organogram ............................................................................................................ 22 Bestuur en haar achtergronden .............................................................................. 23 Organisatie beschrijving ......................................................................................... 25
5. Fondsenwerving ................................................................................................... 27 5.1 Fondsenwerving...................................................................................................... 27 5.2 Stand van zaken toezeggingen incl. bijdrage Gemeente Nijmegen ....................... 28 6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Capaciteitsberekening en personeelsbehoefte ................................................. 30 Capaciteitsberekening ............................................................................................ 30 Dagrooster per donkerbelevingsruimte................................................................... 31 Personeelsbehoefte ................................................................................................ 32 Personeelsplanning en personeelslasten jaar 1-5.................................................. 33 Bezoekersaantallen en opbrengsten jaar 1-5 ......................................................... 35
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Financieel plan ...................................................................................................... 37 Investeringsbegroting.............................................................................................. 37 Financieringsbegroting............................................................................................ 38 Beginbalans ............................................................................................................ 39 Exploitatiebegroting jaar 1 tot en met 5 .................................................................. 40 Toelichting Exploitatiebegroting ......................................................................... 41-42 Kasstroom jaar 1 en 2........................................................................................ 43-44
8.
Huisvestingsplan .................................................................................................. 45
9.
Planning en fasering............................................................................................. 39
10. Gevraagd besluit ................................................................................................... 50 2
Voorwoord Voor u ligt het Ondernemingsplan dat geschreven is om de doorstart van het muZIEum te programmeren. Het is zowel een museumconcept als een bedrijfsplan en het is zorgvuldig doorgerekend op haalbaarheid. Na de sluiting van het muZIEum in mei 2010 is het nu de hoogste tijd om een nieuwe start te maken en waarborgen te scheppen voor de continuïteit van deze sociaal-culturele onderneming. Het nieuwe bestuur streeft na de museale presentatie hand in hand te laten gaan met educatie en arbeidsparticipatie. De educatie over de wereld achter het zien en niet zien is gericht op alle doelgroepen. De participatie behelst mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, in het bijzonder mensen met een visuele beperking.
Het nieuwe bestuur bestaat uit de volgende personen: Hans Peters
- voorzitter
Albert Toorn
- secretaris
Ger Wooninck
- penningmeester
Pieter Kuiper
- fonds- en sponsorwerving
Jan Meerpoel
- vertegenwoordiger van de belangen van visueel gehandicapten
Jeroen de Groot
- bouwkundig en operationeel adviseur
Ondersteuning: Germaine van Baarle - secretarieel
Heleen Vermeulen
- algemeen manager (parttime)
Adviseur cultureel erfgoed: Jacobus Trijsberg
Assessoren: Olga Coolen Hans Rutjes
3
Samenvatting De bezoekers waren in het verleden unaniem positief over het muZIEum. Voor veel scholen was en is het een onmisbaar element in hun curriculum. Voor de sluiting moest het muZIEum regelmatig ‘nee’ verkopen wegens gebrek aan capaciteit. Vergelijkbare musea (Dialogues in the dark) in het buitenland trekken 60.000 tot 100.000 bezoekers. De naambekendheid van het muZIEum is groot in de regio, maar kan nog veel meer groeien. De ambitie van dit ondernemingsplan is om het muZIEum als een sociaal cultureel educatief expertisecentrum op de kaart te zetten. De twee pijlers zijn: museale presentatie en de voorlichting over zien en niet zien door middel van beleving. Het muZIEum is een educatieve belevenis voor geëngageerde dagrecreanten, voor de onderwijsmarkt en voor de bedrijvenmarkt. De uitwerking van de ambitie zal leiden tot een versterking van de unieke positie die het muZIEum inneemt als educatieve belevenis met grote psychosociale impact. Bovenal is het muZIEum een werkplek waar mensen met een beperking (visueel en nietvisueel) werkervaring kunnen opdoen of een werkplek kunnen vinden. Het doel is van het muZIEum mede een leerwerkbedrijf te maken. De marktpositie als belevenis en trainingsfaciliteit wordt gerealiseerd door investering in de uitbreiding en bekendheid van de educatieve programma’s en het aanbod aan trainingen. In samenwerking met partners uit de branche voor bedrijfstrainingen, met educatiedeskundigen en met sociale werkgelegenheidspartners wordt dit vormgegeven.
4
Inleiding A. Historie
Het muZIEum is ontwikkeld vanuit de Stichting Bibliotheek Le Sage ten Broek te Nijmegen, producent van lectuur en informatie in aangepaste leesvorm (braille, audio, reliëfproducten) voor blinden en slechtzienden in Nederland. Reeds in 1859 werden de eerste brailleboeken gemaakt in de “huisbibliotheek” van het in dat jaar opgerichte blindeninstituut St. Henricus te Grave. In 1918 werd deze huisbibliotheek een zelfstandige rechtspersoon en groeide onder de naam Bibliotheek Le Sage ten Broek (LSB) uit tot de grootste braillebibliotheek in Europa. Het eerste gesproken boek in Nederland werd in 1955 bij LSB geproduceerd. Een specialiteit van LSB is de ontwikkeling van reliëfproducten; kaarten en plattegronden van landen, steden, gebouwen en natuurgebieden etc. die blinden en slechtzienden de mogelijkheid bieden zich een beeld te vormen van hun omgeving, hetgeen hun mobiliteit bevordert. In 2002 werd duidelijk dat de technologische ontwikkelingen op het gebied van de brailleproductie en de productie van audio zeer grote (personele) gevolgen zouden hebben voor de bibliotheek. De invoering van nieuwe technologieën was – na jaren van overleg over samenwerking tussen de verschillende blindenbibliotheken in Nederland en de integratie van de blindenbibliotheken met de openbare bibliotheken – ook het moment om het gehele blindenbibliotheekwerk te herstructureren, hetgeen in 2004 zou worden gerealiseerd. Met het oog hierop stond de bibliotheek in 2002 voor de vraag hoe verder te gaan. Na een diepgaand onderzoek was de slotsom dat de missie: “het bevorderen van de educatie van blinden en slechtzienden en hun participatie in de maatschappij “ nog steeds van essentieel belang is en ook voor de toekomst onmisbaar. Als instrument om die doelstelling te realiseren, werd een museum bedacht, als dé plek in Nederland waar een breed publiek zich bewust kan worden van het wonder te kunnen zien en kan ervaren hoe het is om niet te zien. Het uitgangspunt hierbij is dat de indringende ervaring in de belevingswereld van blinden door de rolomkering (de ziende wordt geleid door een blinde) bezoekers onvermijdelijk gaan beseffen dat mensen met een (volledige) visuele beperking ook uitstekend in de maatschappij kunnen participeren wanneer zienden daarvoor geen “obstakels” opwerpen. Aan het eind van 2002 werd het besluit genomen het museum te gaan ontwikkelen. Op 1 januari 2004 verhuisde de bibliotheek naar het pand aan de Nieuwe Marktstraat. Op 3 december 2004 opende de burgemeester van Nijmegen het eerste deel van het muZIEum, bestaande uit het “Practicum” en de “Donkerbelevingsruimte”. De staatssecretaris van Cultuur, mevrouw Medy van der Laan, stelde op 25 november 2005 de “voltooiing” van het MuZIEum vast bij de opening van de twee laatste zalen, het “Opticum” en het “Retrospectrum”. In het eerste jaar na de voltooiing bezochten zo’n 30.000 bezoekers het muZIEum. In 2007 waren dat er bijna 35.000 in 2008: 38.000, 2009: 39.000. Tot aan het faillissement in mei 2010 werd er nog een groei van 10% ten opzichte van 2009 gerealiseerd.
5
Historie chronologisch:
1868 1918 1953 1956
start van de eerste brailledrukkerij in Nederland in het Instituut Henricus in Grave; oprichting Vereniging en bibliotheek Le Sage ten Broek; gevestigd in Grave; start (gedeeltelijke) rijksbekostiging; uitbreiding van de bibliotheekvoorziening met gesproken lectuur; 1e studio in Grave; 1966 verhuizing LSB naar Nijmegen (Panovenlaan); 1966 brailledrukkerij wordt overgedragen door Henricus aan LSB; 1969 omschakeling van geluidsband naar geluidscassettes; 1970 rijkssubsidie wordt gebracht op 70% van de goedgekeurde begroting; 1982 rijksbekostiging naar 100% van productie / reproductie en 90% van distributie; 1983 verhuizing naar De Vlotkampweg in Nijmegen; 1984 officiële opening door minister Brinkman; 1990-2000 diverse vormen van afstemming, samenwerking en taakverdeling met 5 andere blindenbibliotheek; LSB houdt taken op het terrein van braille en gesproken lectuur; 2004 verhuizing LSB naar de Nieuwe Marktstraat. 2004 grote reorganisatie van de blindenlectuurvoorziening in Nederland; LSB draagt productie, reproductie en bibliotheektaken af en behoudt reliëfdruk. 2004 start Muzieum. Het muZIEum: In 2004 was de bundeling van één landelijk blindenbibliotheeknetwerk een feit. De afzonderlijke werkzaamheden van de CBB (Christelijke Blindenbibliotheek), het CGL (Centrum voor Gesproken Lectuur), de NLBB (Nederlandse Braille en Blindenbibliotheek) en LSB werden ondergebracht bij Dedicon te Grave. Bij de NLBB werd het toen opgerichte Loket Aangepast Lezen ingepast. Vanaf dat moment zat LSB met een fors personeelsbestand waar onvoldoende werk meer voor was. In nauw overleg met het Ministerie van OCW werden zogenaamde frictiegelden beschikbaar gesteld om te voorkomen dat personeel werd ontslagen en konden snel plannen worden gemaakt om andere activiteiten op te starten. Ook kon door de verkoop van de toenmalige locatie van LSB aan de Vlotkampweg te Nijmegen, de opbrengsten van deze verkoop worden ingezet voor bedoelde nieuwe activiteiten. De toenmalige directie van LSB is voortvarend te werk gegaan en heeft met behulp van externe deskundigen op het terrein van musea, een ambitieus voorstel gemaakt voor de realisatie van een museum in het huurpand aan de Nieuwe Marktstraat te Nijmegen. Er werd gewerkt aan een combinatie van het bekende concept van het in oorsprong Duitse idee van Dialoog in het Donker, in samenhang met een ervaringsmuseum over Zien en niet Zien. De auteursrechten van de Duitse licentiehouder werden gekocht. Een gehele verdieping, inclusief het totale hoofdtrappenhuis werd grondig gerenoveerd. Door het ontwikkelen van nieuwe activiteiten kon een groot deel van het personeel dat niet betrokken was bij het vervaardigen en distribueren van braille en gesproken boeken, in dienst blijven. Na de opening door toenmalig burgemeester van Nijmegen, mevrouw Guusje Terhorst, kreeg het muZIEum een prachtige en veelbelovende start en maakte het muZIEum een constante en gestage groei door. Het personeel heeft zich enorm ingezet om het muZIEum te kunnen behouden. Na 4 jaar raakte men door de frictiegelden heen en moesten alternatieve geldbronnen gevonden worden. Door allerlei oorzaken is de verwerving van sponsorgelden niet tijdig en adequaat op gang gekomen. Spoedig bleek de tijd te kort om het roer definitief om te gooien. In mei 2010 viel het doek.
6
B. Waar staan we nu In december 2010 heeft de Raad van de Gemeente Nijmegen en het College van Burgemeesters en Wethouders aan het nieuwe bestuur een “time-out” gegeven om het door dit bestuur eerder ingediende doorstartplan verder te optimaliseren. Het college was namelijk van mening dat het ingediende plan nog onvoldoende perspectief bood om de subsidie, die bij amendement van de raad in het vooruitzicht was gesteld, te rechtvaardigen. Vervolgens heeft er een gesprek plaatsgevonden waarbij de criteria, waaraan een bijgesteld plan zou moeten voldoen, zijn uitgewisseld. Deze criteria zijn: het plan moet voor de middellange termijn van 5 jaren geschreven worden; er moet een gedegen onderbouwing zijn van de gehanteerde bezoekersaantallen; de kosten dienen flexibel te zijn, zodat bij tegenvallende bezoekersaantallen onmiddellijk ingegrepen kan worden op de exploitatiekosten; de opgevoerde fondsen moeten zeker zijn, of er moet aangetoond kunnen worden dat ze dat op termijn zullen zijn; een gedeelte van de fondsen moet kunnen worden aangewend om mogelijke exploitatieverliezen op te vangen; invulling van de benodigde inzet van o.a. visueel gehandicapten, gidsen en vrijwilligers; er moet sprake zijn van een deugdelijke capaciteitsberekening, alsmede zekerheid omtrent de invulling van het benodigd aantal gidsen en vrijwilligers; in de doelstelling dient een duidelijke link te liggen tussen cultuur enerzijds en werk en inkomen anderzijds; eventueel in het plan opgenomen trainingsactiviteiten dienen hard te zijn Status november 2011: Mondeling en bij brief d.d 28 oktober jl. heeft de Gemeente Nijmegen aangegeven de doorstart met vertrouwen tegenmoet te zien en in principe akkoord te zijn met het ondernemingsplan versie maart 2011. Met het oog op definitieve besluitvorming is dit ondernemingsplan aangevuld met een aangescherpt financieringsplan en een huisvestingsplan in de Stadsschouwburg Nijmegen.
C. Waar willen we naar toe Medio januari 2011 heeft het nieuwe bestuur onder leiding van een externe deskundige (Chris Bisschop) en met ondersteuning van een externe expert (Jacobus Trijsburg) zich nader beraden op de toekomst. Deze sessie heeft er toe geleid dat het bestuur opteert voor een nieuwe start op een nieuwe locatie in Nijmegen. Het oude museum is inmiddels verlaten en de enigszins verouderde inboedel is door de curator verkocht. In de loop van 2010 is er een nieuwe stichting Dienstverlening doorstart muZIEum opgericht. Het bestuur heeft de ambitie om voor een vernieuwd concept te gaan waarin de belangrijkste trekker “De donkerbeleving” wordt vernieuwd en in capaciteit verdubbeld. Ook de collectie komt digitaal beschikbaar, de topstukken komen in een fysieke presentatie terecht, beide presentaties zijn zoveel mogelijk belevenisgericht. Voor dit nieuwe artistieke concept wordt in samenwerking met jonge kunstenaars een bedrijfs- en operationeel plan ontwikkeld met als kernwoorden: Stevige inzet op marketing, PR en communicatie: regionale herkenbaarheid: herkenbare elementen van Nijmeegse iconen;
7
Optimaal benutten ICT: vernieuwende elementen en het toepassen van ICT-technieken; een beperkte fysieke museale collectie en een verdiepte digitale museale collectie; historisch perspectief: welke middelen stonden de blinden toen en nu ter beschikking. Educatie, voorlichting: versterken combinatie Zorg & Cultuur; benadrukken van de omgekeerde situatie; de blinde leidt de ziende; blinde toppers (Hall of Fame: Vincent Bijlo, Andrea Bocelli, Stevie Wonder etc.). Samenwerking: samenwerkingsverbanden met universiteit en industrie; langdurige samenwerkingspartners; operationeel “poolen” met andere culturele instellingen en organisaties in Nijmegen; een versterkte betrokkenheid van fondsen en sponsoren. Gezonde bedrijfsvoering; kosteneffectief en flexibel: een sobere organisatorische opzet en bezetting; waar mogelijk inzetten van vrijwilligers; donkerbeleving toesnijden op bezoekersbehoefte / differentiatie van programmering; online-reserveren in verband met optimale inzet van mensen en middelen. Alleen in het weekend vrije inloop na online-reservering; nieuwe inrichting en visuele vormgeving van twee verschillende donkerbelevingen / verdubbeling van de capaciteit; 70% van de activiteit gericht op “de donkerbeleving”, 30% gericht op fysieke en digitale museale collectie. Diversiteit: voor algemeen publiek, scholen, opleidingen, bedrijven en zakelijke events en trainingen; Cultural Governance model als bestuursbasis; Duitse- en cruisevaart-marktmogelijkheden benutten door middel van te ontwikkelen arrangementen. Dit ondernemingsplan is geschreven op basis van bovenstaande uitgangspunten en kernpunten. Kijkend naar deze uitgangspunten en de huisvestingseisen (zie verderop hoofdstuk 8) past het nieuwe muZIEum uitstekend in de kelders van de Stadsschouwburg. Het bestuur van de van de Stichting Dienstverlening doorstart muzIEum beoogt in nauwe en intensieve samenwerking met directie en Raad van Toezicht van de KKP een vernieuwd muZIEum te realiseren in de foyer en de kelders van de Stadsschouwburg Nijmegen. De samenwerking zal tot aanzienlijke voordelen kunnen leiden voor beide organisaties in operationeel, organisatorisch en financieel opzicht. Kengetallen
Aantal m2 vloeroppervlak Aantal donkerbelevingen Max. bezoekerscapaciteit Aantal bezoekers Aantal betaalde fte's, incl. gidsen Tarief gemiddeld
Nieuwe opzet
Oude opzet
600-800 2 98.000 44.000 eerste jaar 15,0 € 15,00
1.700 1 52.000 39.000 laatste jaar 18,5 € 18,00
8
Wij wensen u veel genoegen met het lezen van dit plan en mocht u verdere toelichting wensen, zijn wij uiteraard altijd bereid om deze schriftelijk en/of mondeling te geven.
Met vriendelijke groeten,
Het bestuur van de Stichting Dienstverlening doorstart muZIEum
1 november 2011
9
Hoofdstukken Hoofdstuk 1. Missie en Visie, Doelstellingen en Concept
1.1 Missie Het muZIEum wil de participatie en emancipatie van mensen met een visuele beperking in de samenleving faciliteren en het publiek een uitzonderlijk unieke (museale) belevenis laten ondergaan. Blinde en ernstig slechtziende mensen (volwassenen en kinderen) doen volop mee in de samenleving. Ze wonen bij ons in de buurt, we komen ze tegen in ons werk en ze zijn leerling bij ons op school. De tijd dat blinden en slechtzienden automatisch naar een blindeninstituut en speciaal onderwijs gingen is grotendeels voorbij. Maar dat wil nog niet zeggen dat het makkelijk is voor blinden en slechtzienden om in de ziende wereld hun weg te vinden. Onze samenleving is enorm gericht op alles wat met zien te maken heeft. We gebruiken onze ogen de hele dag om te weten waar we zijn, welke kant we op moeten, wat er te doen is, om te lezen, te leren en te genieten. Om nog maar te zwijgen van boos kijken, verliefd kijken en de andere kant op kijken, zien is immers ook nauw verbonden met communicatie en emoties. Voor zienden is het daarom erg lastig om iets te begrijpen van de werkelijkheid van de blinden en ernstig slechtzienden. Het muZIEum biedt een unieke kans om aan den lijve te ondervinden hoe de werkelijkheid er uit ziet en welke gevolgen dat heeft. Zoals met veel dingen in het leven, je moet ze zelf ervaren om te komen tot een beter begrip van de situatie van anderen. Het muZIEum biedt die unieke kans.
1.2 Visie Het muZIEum laat bezoekers de impact van het niet kunnen zien beleven om naast betrokkenheid en begrip ook tot concrete actie aan te zetten.
1.3 Doelstellingen 1. 2. 3.
Voorlichting over niet zien door aanbieden van een unieke, duurzame ervaring. Educatie over ‘anders zijn’ in de breedste zin van het woord. Werkgelegenheid en ontmoetingsplaats voor mensen met een (visuele) beperking om maatschappelijke uitsluiting te voorkomen.
Vanuit de visie dat het bij het muZIEum om de eerste plaats gaat om de beleving, de ervaring van het niet kunnen zien, ligt het voor de hand blinden en ernstig slechtzienden daar een actieve rol bij te laten spelen. Ze zijn bij uitstek de meest betrouwbare ‘vertellers’ vanuit de wereld waarin je niet kunt zien. Gevolg daarvan is dat het muZIEum ook een plek is waar mensen met een beperking werkervaring op kunnen doen. Het muZIEum ziet het als een belangrijk goed om toe te groeien naar een sociale onderneming waar mensen met
10
beperkingen een zinvolle bijdrage kunnen geven aan het runnen van het bedrijf en het ontmoeten van bezoekers. In het muZIEum werken een aantal gidsen die worden ingezet werkvoorzieningschappen. Er werken echter ook een aantal blinden en slechtzienden op vrijwilligersbasis. Deze mensen vinden geen aansluiting meer op de arbeidsmarkt en kunnen niet via werkvoorzieningsschappen geplaatst worden. Het muZIEum biedt hen de mogelijkheid om op deze basis toch deel uit te maken aan de maatschappij. Het vernieuwde muZIEum zal nog meer aandacht schenken aan het betrekken van de verschillende groepen blinden en slechtzienden. Denk hierbij aan blinde kinderen die door middel van de donkerbeleving hun directe omgeving (familie, klasgenoten etc.) deelgenoot kunnen maken van hun werkelijkheid. Op meer plekken in Nederland zijn uitstekende voorbeelden te vinden van vergelijkbare sociaal-culturele ondernemingen. Hun functioneren werkt inspirerend en motiverend op de initiatiefnemers voor de doorstart van het muZIEum.
1.4 Concept
Donkerbeleving In het vernieuwde muZIEum komt het publiek een bijzondere ervaring opdoen; een belevenisconcept met grote impact. Op verschillende niveaus raakt de belevenis de bezoeker. Door de visus uit te schakelen is hij onthand, moet hij opnieuw zijn weg vinden in de wereld om ons heen, in de tuin, op de markt en op de straat. Hij krijgt veel respect voor mensen die aangewezen zijn op andere zintuigen dan zien. Hij zal voor de rest van zijn leven rekening met hen houden en zijn fiets niet meer midden op de stoep parkeren. Maar voor veel bezoekers gaat de ervaring dieper. De bezoeker moet zijn zekerheden loslaten, uit zijn comfortzone stappen en vertrouwen op de andere zintuigen en andere mensen. Hij staat open voor dieper contact met andere mensen voor verhalen, voor andere kanten van zichzelf en van het leven. Hij ervaart de creërende en aanpassende kracht van de andere zintuigen. Als hij zich hieraan weet over te geven, heeft hij een proces doorgemaakt dat hem voor altijd rijker maakt en veranderd heeft. Voor het vernieuwde muZIEum zijn er twee donkerbelevenissen ontwikkeld. De bezoeker wordt in het nieuwe concept nog meer uitgedaagd en speelt een actieve rol in de donkerbeleving. Hij moet letterlijk met de handen uit de mouwen en dagelijkse handelingen verrichten zoals blinden en slechtzienden dit ook moeten doen. Op deze manier wordt de bezoeker nog meer geconfronteerd met de dagelijkse werkelijkheid. De twee donkerbelevenissen hebben ieder een eigen thema. De bezoeker kan nog eens terugkomen om de andere beleving te doorlopen en zo weer een nieuwe ervaring op te doen.
Museumcollectie De internationale museumdefinitie van het ICOM (International Council of Museums) rechtvaardigt de conclusie: “Zonder collectie geen museum”. Het MuZIEum onderschrijft deze museumdefinitie. Gelukkig kan het muZIEum in principe beschikken over een boeiende museumcollectie, opgebouwd dankzij de genereuze inbreng van vele opleidingen, instituten en bibliotheken uit de sector. De collectie is eigendom van de Stichting Le Sage ten Broek en is in langdurige bruikleen aan het muZIEum afgestaan. Het muZIEum beschikt over de officiële museumstatus.
11
De registratie van de collectie was één van de voorwaarden voor toelating tot Het Nederlands Museumregister. Het positieve besluit om het muZIEum te erkennen is in de verwarring rondom sluiting en faillissement helaas “ondergesneeuwd”, maar zegt wel iets over het niveau dat de pioniers wisten te bereiken. Het MuZIEum is mede hierom een doorstart waard. Digitale presentatie Met behulp van www.collectiegelderland.nl wordt de museumcollectie digitaal ontsloten. Het digitaal bereikbaar en toegankelijk maken van de collectie zal het gebruik onder meer voor studie en educatie stimuleren. Hiervoor wil het muZIEum menskracht en middelen inzetten. Het Nederlands Museumregister geeft de musea bij de aanstaande vernieuwing van het kwaliteitszorgsysteem alle ruimte om te kiezen voor een maximale digitale toegang tot hun collecties naast een fysieke presentatie van een selectie. In de vernieuwde opzet van het museale gedeelte wordt de collectie deels fysiek en deels digitaal ontsloten. Door middel van digitale schermen krijgt de bezoeker niet alleen zicht op de collectie maar wordt ook onderwezen. De bezoeker leert niet alleen over de ontwikkeling van de positie van de blinde en zijn hulpmiddelen maar ook over de zintuigen horen, voelen, proeven en ruiken. Verleden, heden en toekomst worden zichtbaar. In het vernieuwde muZIEum zal als onderdeel van het educatieve programma ook de nieuwste state of the art technieken en hulpmiddelen worden getoond. Collectieplan & tentoonstellingsplan Het muZIEum wil ook investeren in de kwaliteit en het gebruik van de collectie. Met het oog daarop wordt het Collectieplan uit 2009 geactualiseerd en zal bovendien een nieuw (en vernieuwend) Tentoonstellingsplan gemaakt worden. Aandachtspunten voor het Collectieplan vormen de depotvoorzieningen, de borging van de kwaliteit van registratie, behoud en beheer en de verwerving van ontbrekende topstukken. Het Tentoonstellingsplan behandelt de fysieke presentatie van een representatieve selectie in het museum in relatie tot de digitale mogelijkheden die zich aandienen. Naast het accent op beleving komt educatie als goede tweede nog meer onder de aandacht. Sleutelwoorden zijn: voorbeeld stellend, innovatief en grensverleggend, of – samengevat – adembenemend. Tenslotte zal het Collectieplan richtinggevend zijn voor verdere collectievorming, onderzoek, publicatie en presentatie, mede door onderscheid maken tussen kerncollectie en deelcollecties, en aandacht te geven aan de betekenis van de museumobjecten voor onderwijs, geschiedenis, kunst en wetenschap.
Onderwijs De onderwijsgroepen wordt een zintuiglijke ervaring, maar bovenal een ervaring van persoonlijke bewustwording gegeven. De methode die het muZIEum kiest om de boodschap over te brengen is een laagdrempelige, attractieve, sociaal innovatieve vorm van kennisoverdracht. De ervaring is opgebouwd uit zintuiglijke, cognitieve en psychologische elementen:
zintuiglijke ervaring van het niet zien: de veranderende informatieverwerking van het brein; kennismaken met de wereld van blinden mondt uit in begrip; persoonlijke bewustwording door confrontatie met de eigen grenzen, aangaan van deze confrontatie, controle durven loslaten en je overgeven, durven vertrouwen op de 12
gids (de onbekende ander), vertrouwen op jezelf met als uiteindelijk resultaat de overwinning op jezelf. Deze ervaring kan een grote rol spelen bij de persoonlijke ontwikkeling.
Eend of konijn?
’Liar’ schuin geschreven of een man met bril?
Jonge vrouw of oude dame?
Een vaas of twee gezichten?
Doodshoofd of een Een portret of twee dame voor de mensen en een hond spiegel? bij een poort ?
Een saxofonist of een vrouw?
Een portret of mensen bij een poort?
13
Hoofdstuk 2. De markt
2.1 Feiten over blindheid en slechtziendheid Volgens het Oogfonds zijn er in Nederland naar schatting 320.000 slechtzienden en blinden. Het gaat hierbij om 275.000 slechtzienden en 45.000 blinden. Mede door de vergrijzing wordt de komende jaren een flinke stijging van 35% verwacht. Dit heeft tot gevolg dat er in 2020 440.000 slechtzienden en blinden in Nederland zullen zijn. Door de stijging van de aantallen slechtzienden en blinden stijgen de kosten van de gezondheidszorg aan gezichtsstoornissen sterk. Tien procent van het bruto binnenlands product wordt nu al uitgegeven aan gezondheidszorg. Ruim 2,5% hiervan is toe te schrijven aan gezichtsstoornissen (1,47 miljard euro).
2.2 De wereld om ons heen
Trends in de markt In Nederland houden verschillende organisaties zich bezig met blinden en slechtzienden. Er zijn fondsen, er zijn instellingen en belangenbehartigers. Allemaal creëren ze bewustzijn over hoe het is om niet te zien. Het muZIEum neemt een unieke plaats in dit landschap in van organisaties die zich bezighouden met blindheid en slechtziendheid. Het is de plaats waar een brede groep mensen op een verrassende manier kan kennismaken met visuele beperking. Lokale inbedding Zorg, gezondheid en Nijmegen zijn nauw met elkaar verbonden. In Nijmegen is de zorgsector de belangrijkste werkgever. Het Radboud ziekenhuis en andere zorginstellingen zorgen voor ruim een kwart van de banen in de stad Nijmegen. Health valley, het van oorsprong Nijmeegse platform, wil in Oost-Nederland een omgeving creëren waarin bedrijven en kennis- en zorginstellingen innovatief opereren. Dagrecreatie Het binnenlandse toerisme viert hoogtij. Ondanks bezuinigingen op buitenlandse vakanties hebben huishoudens geld over voor dagjes uit in eigen land. Dat heeft een positieve invloed op de bezoekersaantallen van alle dag-attracties, musea en andere vormen van vrijetijdsbesteding in eigen land. Bezoekersaantallen nemen toe, niet in de laatste plaats door inzet van vele aantrekkelijke kortingen met joint promotion acties, maar bestedingen per persoon nemen af. Dagrecreanten geven minder uit aan winkel en horeca binnen de dagattractie. Nijmegen wordt bezocht door binnenlandse toeristen, maar geniet ook de belangstelling van de Duitse bezoeker. Bij de Duitsers uit NordRhein-Westfalen is een dagtocht naar Nijmegen populair. Trainingen Hoewel er in de zakelijke opleidingen- en trainingenmarkt van een sterke krimp sprake is, blijkt met name de ééndaagse (thema)trainingsmarkt een positieve uitschieter. 14
Deze ontwikkeling heeft er toe geleid dat echter ook het aantal aanbieders op deze markt is toegenomen. Daar staat echter tegenover dat er ook een ‘shake-out’ plaatsvindt. Vakmanschap (van de aanbieder) continuïteitswaarborgen en de strategische inbedding van trainingen zijn naast een verminderde vraag reden van deze ‘shake-out’. Het muZIEum speelt op deze ontwikkeling in en zal met haar partners maatwerk trainingsarrangementen aanbieden, welke veelal onderdeel zullen uitmaken van een strategische inzet van opleiding, training en coaching. Ondernemingsvorm Het aantal sociale ondernemingen, waar vooral mensen met een beperking werkervaring op kunnen doen, is de laatste jaren gegroeid. Er zijn ondernemingen die een facilitaire dienst aanbieden, maar ook ondernemingen die in de vrijetijdssector opereren. Voorbeelden daarvan zijn de koffiebranderij annex koffiehuis Coffyn en lunchcafé Blixem, maar zeker ook Evenbeeld, een samenwerking tussen Philadelphia Zorg en Museum Boerhaave dat geleid heeft tot tentoonstellingen die tot doel hebben de beeldvorming van mensen met een verstandelijke beperking positief te beïnvloeden.
2.3 Andere donkerbelevenissen
In Velzen-Noord is er de donkerwandeling ‘in het donker gezien’ en in het instituut Bartimeus in Zeist worden eveneens donkerbelevenissen geboden voor een kleine doelgroep. In Amsterdam, Berlijn en andere Europese hoofdsteden bevinden zich donkerrestaurants die diners en lunches in het donker aanbieden aan de dagtoeristen. In Nederland is er buiten het muZIEum om geen organisatie die middels een recreatief en museaal concept op grote schaal voorlichting verzorgt over het thema zien en niet-zien. Er is maar één onderneming, met uitsluitend vestigingen in het buitenland, die zich met een vergelijkbaar concept op identieke doelgroepen richt: Dialogue in the dark. Dialogue in the dark is een succesvolle sociale onderneming die vergelijkbare donkerbelevenissen biedt voor onderwijs, bedrijven en consumenten in Duitsland, Oostenrijk, Italië, Israël, China, Singapore, Japan, Amerika en Mexico. Bezoekersaantallen variëren van 60.000 tot 100.000 per locatie. Beeldvorming van mensen met een beperking is ook het doel van Het Dolhuys in Haarlem en Evenbeeld in Angerlo. Het Dolhuys is het museum over psychiatrie. Evenbeeld is een centrum dat exposities organiseert met als doel positieve beïnvloeding van het beeld van mensen met een verstandelijke beperking.
2.4 Positionering
De kernwaarden van het muZIEum zijn: maatschappelijk geëngageerd, zintuiglijk, duurzaam verrijkend, spannend en inspirerend. aatschappelijk geëngageerd vanwege de grote sociale en maatschappelijke impact van het integreren van het niet zien in ons op visuele prikkels ingestelde samenleving; intuiglijk: achter het niet zien gaat een wereld schuil van de andere zintuigen; 15
errijkend, omdat het een blijvende indruk achterlaat op mensen. Bezoekers kijken ná de ervaring met andere ogen naar hun eigen wereld en naar de wereld van de blinden en slechtzienden; pannend: de belevenis in het donker is voor veel mensen spannend, omdat ze hun zekerheden; moeten loslaten en moeten vertrouwen op de andere zintuigen én op andere (onbekende) mensen. nspirerend: de ervaring en het verhaal van de blinde gids zijn optimistisch en inspireren de bezoeker. Kortom: het muZIEum is de inspirerende belevenis van de wereld achter het niet zien.
2.5 De naam Het muZIEum behoudt zijn naam. In de onderwijsgroep is de naamsbekendheid groot en de houding ten opzichte van het muZIEum heel positief. Ook bij consumenten (zeker in de regio) heeft het muZIEum een goede naam opgebouwd. Een eventuele imagoschade naar aanleiding van het faillissement weegt niet op tegen de bekendheid van het merk. Het nieuwe muZIEum krijgt een pay off die de bezoeker laat weten wat hij kan verwachten:
muZIEum opent je de ogen In het marketingplan is deze pay-off nader uitgewerkt. Het marketingplan is desgewenst als separate bijlage beschikbaar.
16
3. Doelgroepen en aanbod 3.1 Doelgroepen Het te verwachten bezoek is ingedeeld in een marktsegmentering voor het muZIEum. A. Onderwijsgroepen: Leerlingen basisschool, voornamelijk groepen 7 en 8: een zintuiglijke ervaring en een ontmoeting met de wereld van het niet-zien. Leerlingen van ROC’s en andere beroepsopleidingen voor de zorg: begrip van en inspelen op behoeftes van personen met een visuele beperking. Leerlingen HAVO/VWO/HBO: verdieping van persoonlijke competenties in aansluiting op het competentiegericht leren (o.a. verkenning persoonlijke grenzen en behoeftes, omgaan met verlies, controle, samenwerken). Studenten van instellingen van hoger beroepsonderwijs en universiteiten: verdieping en ondersteuning van het aangeboden curriculum (architecten in opleiding, planologen, (oog)artsen in opleiding. De kracht van het educatieve programma schuilt in didactisch, onderwijskundig en psychologisch onderbouwde en geteste lesprogramma’s voor:
Basisonderwijs; Basisvorming VMBO; ROC gezondheidszorg en welzijn; VMBO kaderberoepsgericht en VMBO basisberoepsgericht; Voortgezet onderwijs HAVO/VWO; Hoger beroepsonderwijs/universiteit.
B. Algemene consumenten: Kinderen en jongeren tot 18 jaar: Deze kinderen komen nooit alleen naar een museum. Vaak gaan zij met school in het kader van educatieprojecten of themaonderwijs of zij gaan met hun ouders mee. Er is behoefte aan interactiviteit (de kinderen moeten iets kunnen doen), audiovisuele middelen en een educatief karakter van een tentoonstelling of andere activiteit. Jonge volwassenen tot 30 jaar: Jonge volwassenen wonen op deze leeftijd vaak op zichzelf, gaan ook zelfstandig naar een museum. Museumbezoek vindt meestal met twee of meer personen plaats. Er is enorm veel keuze tussen verschillende soorten vrijetijdsbesteding, dus er wordt kritisch gekozen. De jong volwassenen moeten expliciet geprikkeld worden. Internetgebruik is hoog en een bron van informatie wat te doen in de vrije tijd. Gezinnen met kinderen 30-45 jaar: Tijdgebrek is voor gezinnen met kinderen vaak een reden om niet naar een museum te gaan. Wanneer zij wel gaan, zijn de ouders geïnteresseerd of er iets speciaals voor de kinderen te doen is. Ouders vinden het belangrijk dat hun kind iets opsteekt van het bezoek. 17
Interactiviteit en/of een activiteit voor kinderen zorgt dat de kinderen zich goed kunnen vermaken en dat maakt het museumbezoek voor de ouders ook prettig. Museumbezoek met het hele gezin mag niet te duur zijn. Kinderkorting zal dan duidelijk aangegeven moeten worden. Leden van het gezin zijn vaak actief binnen sportclubs en/of verenigingen. Museumbezoek wordt bijna altijd van tevoren gepland. Volwassenen 30-65 jaar: Er is tijd voor actieve cultuurdeelname. De financiële situatie vormt minder een drempel dan bij andere segmenten. De volwassenen moeten daarom expliciet geprikkeld worden. Combinatiebezoeken zijn populair in dit segment. Ouderen 65+: De ouderen hebben meer vrije tijd, omdat zij grotendeels gestopt zijn met werken. Toegankelijkheid en bereikbaarheid van een museum is belangrijk. Communicatie via ouderenbonden ligt hier voor de hand. Recreatiegroepen: Toeristen die via rondvaartmaatschappijen op de Waal Nijmegen aandoen als attractieplaats en via de reisorganisator het muZIEum inplannen. C. Bedrijvenmarkt: Commerciële organisaties: Zij kunnen het muZIEum inplannen in hun feel good-evenementen en personeelsarrangementen. Maatschappelijke organisaties, zoals bijv. zorginstellingen: Personeel van zorginstellingen en de groep van mensen die nauw betrokken zijn bij blindheid of slechtziendheid. Locale en regionale Overheden: Ook zij kunnen het muZIEum inplannen in hun feel good-evenementen en personeelsarrangementen. Specifieke beroepsgroepen: Beleidsmakers, planologen en stedenbouwkundigen, WMO-medewerkers.
Teams, bedrijfsuitjes, (eerstejaars)studenten: teambuilding met als mogelijke input: muZIEum als vast onderdeel van het introductieprogramma voor studenten om saamhorigheid en interactie te ondersteunen; bevorderen van samenwerking in een team met verdieping richting kwaliteiten, interactie, enz.
D. Trainingen: Doelstelling: ondersteunen van veranderingsprocessen in organisaties. Doelgroep: maatschappelijke organisaties (zoals onderwijs- en zorginstellingen, maatschappelijke dienstverlening, regionale en lokale overheid) en commerciële organisaties (zakelijke dienstverlening, handel en industrie, financiële dienstverlening etc.).
18
3.2 Waarom komen doelgroepen bij ons Het muZIEum opereert als educatief instrument in de ruimste zin van het woord. Mensen laten ervaren wat het is om de donkerervaring te beleven zoals slechtzienden en niet zienden dat in de werkelijkheid ervaren. De bezoeker gaat de uitdaging aan om onder begeleiding van niet ziende gidsen en zelf compleet zijn aangewezen op hun eigen zintuigen horen, ruiken, proeven, voelen zoals niet ziende mensen dat ervaren. De uitkomst hiervan is hopelijk dat er meer begrip zal ontstaan voor de slecht- en niet ziende mens in onze samenleving en dat er meer begrip komt en meer rekening wordt gehouden bij het inrichten van onze leefomgeving.
3.3 Hoe gaan we de doelgroepen bereiken Onderstaande uitwerking is slechts een beperkte greep uit hoe en met welke middelen we onze doelgroepen kunnen en willen bereiken. Een volledige uitgewerkt marketingplan is desgewenst beschikbaar als bijlage bij dit plan. A. Algemeen: Foldermateriaal samenstellen waarin kort en bondig omschreven staat wat het muZIEum inhoudt en wat voor alle doelgroepen gebruikt kan worden. Een website onderhouden waar men ons gemakkelijk kan vinden. Samenwerking zoeken met andere musea en RBT KAN om aantrekkelijke arrangementen aan te bieden. Het inzetten van sociale media (Facebook, Twitter etc.). Het in brede zin genereren van free publicity in de media die gericht zijn op alle doelgroepen. B. Specifiek: Onderwijsgroepen: Rechtstreekse benadering van plaatselijke en regionale en bovenregionale instellingen van onderwijs. Via de diverse landelijke koepelorganisaties de diverse onderwijscategorieën aanschrijven. Beide acties, gevolgd door een telefonische follow-up, en daar waar mogelijk laten volgen door een persoonlijke benadering (commercieel/operationeel manager). Strategie bij het afsluiten van contracten de mogelijkheid bieden om bij meerjarige contracten een kortingsbonus aan te kunnen bieden. De doelgroepen qua afstand vanuit Nijmegen stapsgewijs opschalen van regionaal naar landelijk en grensoverschrijdend. Algemene consumenten: Reisorganisaties en touroperators materiaal aanbieden en daarna benaderen door telefonische- en persoonlijke follow-up, alsmede samen met VVV’s het ontwikkelen van arrangementen. Landelijk de diverse VVV’s de folder sturen. Bedrijvenmarkt: Commerciële organisaties: Het muZIEum landelijk bekend maken via de diverse brancheorganisaties. 19
Voorts valt te denken aan adverteren in uitgave’s van de Kamers van Koophandel, MKB, etc. Deze doelgroep zal ook bij de diverse VVV kantoren en internet hun kennis halen. Maatschappelijke organisaties en (lokale en regionale) overheden: Internet, VVV en o.a. ouderenbonden zijn hier belangrijke informatiekanalen.
20
3.4 Marketingplan muZIEum
Een op de markt van bezoekers gerichte onderneming als het muZIEum kan niet functioneren zonder een goed marketingplan. Het marketingplan vertrekt bij de analyse van de omstandigheden waarbinnen het muZIEum functioneert en bevat een gedegen analyse van de omgeving. In dit Ondernemingsplan is een overzicht opgenomen van de doelgroepen die het muZIEum wil bereiken door hen naar zich toe te halen en bij elke doelgroep past een specifieke benadering op maat. Het binnenhalen van scholen vraagt om opbouw van een relatienetwerken regelmatige informatie, het binnenhalen van losse bezoekers vraagt om reclame en PR in meer algemene zin. Voorafgaande aan het moment van doorstart van het muZIEum moet er een actieplan / plan van aanpak liggen om direct een bezoekersstroom op gang te brengen naar het muZIEum. In het actieplan is begrepen een PR-offensief om alle relaties duidelijk te maken dat het muZIEum haar poorten weer heeft geopend. Een tweede belangrijk aspect van het marketingplan is de mogelijkheid om snel door te kunnen rekenen wat de gevolgen zijn van de feitelijke bezoekersstromen voor de exploitatie en op grond van de feiten te voorzien in alternatieven. Al bij aanvang van de doorstart van het muZIEum dient duidelijk te zijn welke tactiek gevolgd kan worden als bezoekersstromen zich anders ontwikkelen dan voorspeld. Dit vraagt van meet af aan op een goede en betrouwbare informatiestroom over de bezoekersaantallen per doelgroep. Een derde aspect van het marketingplan is de after sales. De bezoeker van het muZIEum is een zeer belangrijke drager van de PR voor het muZIEum. De ervaring uit het verleden leert dat de mond op mond reclame en het unieke karakter van de belevenis, veel gratis PR oplevert. Het marketingplan dient ook te voorzien in een manier om bezoekers nog een periode betrokken te houden bij hun belevenis door middel van reminders waarbij alle bekende media gebruikt kunnen worden. Tenslotte is het bestuur van mening dat marketingactiviteiten van het nieuwe muZIEum zich, ondanks het eigen karakter van het muZIEum, goed lenen voor samenwerking met andere culturele instellingen in Nijmegen. Bij de ontwikkeling van het initiële marketingplan zal deze variant nadrukkelijk onderzocht en meegenomen worden in de besluitvorming. Er ligt een gezamenlijk belang in Nijmegen om bezoekers zo maximaal mogelijk te laten profiteren van alles wat de stad te bieden heeft. Tegelijk realiseert het muZIEum zich dat zij in het spectrum van de Nijmeegse culturele instellingen een kleine speler is met een bijzonder marktsegment. Deze twee thema's maken samenwerking waar mogelijk tot een uitgangspunt.
21
Hoofdstuk 4. Organisatie 4.1 Organogram
Stichting Dienstverlening doorstart muZIEum
administratie*
Algemeen Manager
marketing/pr
secretariaat/ support
Coördinatorenteam**
Gidsen
Vrijwilligers
Telefoniste *
* Bestaande uit 4 coördinatoren, waarvan 2 fulltime en 2 parttime.
(*) deze functies worden ingevuld door KKP
Het bestuur van de Stichting Dienstverlening doorstart muZIEum heeft zich voorgenomen om, na realisering van de operationele organisatie, verder te functioneren als Raad van Toezicht van de stichting. Deze raad zal haar werkzaamheden verrichten volgens de Culturele Governance Code zoals deze in de sector is overeengekomen.
22
4.2 Het bestuur en haar achtergronden Zoals uit hoofdstuk 4.1 Organogram blijkt staat de Stichting Dienstverlening doorstart muZIEum als toezichthouder boven de nieuw op te zetten organisatie. De volgende personen vormen het bestuur van de Stichting Dienstverlening doorstart muZIEum : Hans Peters – voorzitter Afkomstig uit de boekenbranche. Afgestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam. Heeft in het verleden vele functies bekleed als bestuurder / adviseur van maatschappelijke organisaties en organisaties die zich in brede zin richten op de boekenmarkt. Voelt zich betrokken bij Nijmegen. Was in het verleden onder meer voorzitter van de Poëzieclub Nederland, adviseur van museum Het Valkhof, directeur van boekhandel selexyz dekker v.d. vegt / dominicanen en adviseerde bureau Berenschot. Momenteel adviseert hij o.a. uitgeverij Ambo Anthos en is hij voorzitter van de werkgroep Literaire Bakens Nijmegen. Zet zich sinds juli 2010 in als voorzitter van de Stichting doorstart muZIEum. Albert Toorn – secretaris Afgestudeerd aan de HTS. Na de studie anderhalf jaar werkzaam geweest als bedrijfsleider bij een hoveniersbedrijf. Vervolgens in dienst getreden bij BREED (Werkvoorzieningschap te Nijmegen) waar hij inmiddels ruim 35 jaar werkzaam is en verschillende functies heeft doorlopen. Onder andere uitvoerder in de groenvoorzieningen, instructeur en coördinator opleidingen, commercieel medewerker, hoofd commerciële zaken dienstverlening gecombineerd met de functie adjunct bedrijfshoofd, projectmanager, manager externe relaties voor het gehele concern. Zet zich sinds juli 2010 in als secretaris van de Stichting doorstart muZIEum.
Ger Wooninck – penningmeester Ruim 30 jaar werkzaam geweest in de accountancy. Begonnen bij Vekemans en Berk (huidige Berk groep), vervolgens Dijker en Doornbos (huidige BDO) en tenslotte als medewerker werkzaam op een regionaal kantoor in Beuningen. Als accountantadministratieconsulent ingeschreven in het register van de NOVAA dat thans samen met het NIVRA is opgegaan in de NBA. Vanaf 2006 als financieel directeur werkzaam voor de Futuralis groep, waaronder enkele bedrijven vallen die medische hulpmiddelen op het gebied van stoma, wond en incontinentie importeren en in Nederland distribueren. Door zijn oudste dochter, die vanaf de geboorte slechtziend is, steeds in contact geweest met de wereld van blinden en slechtzienden en uiteindelijk in contact gekomen met de stichting. Zet zich sinds oktober 2010 in als penningmeester van de Stichting doorstart muZIEum. Pieter Kuiper – bestuurslid Bestuurder van stichting Kalorama in Beek Ubbergen. Kalorama is een gezondheidszorg instelling die werkt voor de langdurige verpleging, zorg en begeleiding van ouderen met lichamelijke of psychogeriatrische problemen en voor doof blinden. Heeft pedagogiek gestudeerd in Groningen en gezondheidswetenschappen in Maastricht en is afgestudeerd in beleid en beheer van gezondheidszorg organisaties. Zijn affiniteit met de doelgroep is ontstaan gedurende zijn werk als bestuurder van de Vlasborch in Vught, een organisatie voor mensen met een visuele handicap en zijn werk binnen de Koninklijke Visio, een landelijke organisatie voor blinden en slechtzienden. Vindt het van groot belang dat mensen met een zintuiglijke beperking volwaardig kunnen functioneren in de samenleving. Het muZieum biedt mogelijkheden door de unieke dialoog tussen zienden en niet zienden en hij wil zich daar graag voor inzetten. Hij doet dit vanaf juli 2010 als bestuurslid van de Stichting doorstart muZIEum met fondsenwerving in zijn portefeuille.
23
Jan Meerpoel – bestuurslid Afgestudeerd aan de HTS als bouwkundig ingenieur. Is in zijn arbeidzame leven voornamelijk werkzaam geweest bij de ABN AMRO bank te Amsterdam. Heeft zich specifiek beziggehouden met ontwerpen, budgetteren en voorbereiden van grote bankvestigingen in Nederland. De laatste jaren werkzaam geweest als afdelingshoofd werkvoorbereiding en calculatie. Na avondstudie werkzaam geweest als freelance architect op het terrein van o.a. winkels en woonhuizen in de Duin- & Bollenstreek. Vanwege een progressieve oogaandoening in 1991 afgekeurd en zet zich sindsdien als vrijwilliger in voor vele belangrijke organisaties op het terrein van blinden en slechtzienden en mensen met een lichamelijke beperking. Was vanaf 1997 bestuurslid van de Stichting Le Sage ten Broek en vanaf de oprichting van het muZIEum lid van de Raad van Toezicht. Gezien zijn brede bestuurservaring en kennis van de wereld van blinden en slechtzienden is hij vanaf juli 2010 bestuurslid van de Stichting doorstart muZIEum. Jeroen de Groot – bestuurslid Werkzaam bij Royal Haskoning als Senior Bouwkostenadviseur, civiele projecten (sinds 1 februari 2010: voor 50%). Initiatiefnemer voor de tijdelijke donjon voor de viering Nijmegen 2000 jaar in 2005. Betrokken geweest bij de voorbereiding, alternatieven, constructieve berekeningen, sponsoring en realisatie van de donjon. Thans zitting in de werkgroep voor de definitieve herbouw van de donjon. Vanaf juli 2010 bestuurslid van de Stichting doorstart muZIEum. Germaine van Baarle – secretarieel ondersteuner In 1982 in dienst getreden als directiesecretaresse bij St. Blindenbibliotheek Le Sage ten Broek. De jaren daarvoor bij twee commerciële bedrijven werkzaam geweest. In een periode van 22 jaar voor twee directeuren gewerkt waarvan de laatste 16 jaar voor de laatste directeur van Le Sage ten Broek en initiatiefnemer van het muZIEum. Kort na de overgang van het muZIEum deel uit gaan maken van het coördinatoren team. Sinds september 2010 bij het bestuur betrokken als secretarieel ondersteuner. Heleen Vermeulen – algemeen manager (parttime) Studeerde Frans. Al geruime tijd werkzaam in projectmanagement, waaronder EURO 2000 (organisator van het officiële UEFA Europees Kampioenschap voor Voetbal), de viering van 2000 jaar Nijmegen en het 200 jarig bestaan van de stad Tilburg. Ruime ervaring in het opzetten van grootschalige (culturele) projecten, programmamanagement en doelgroepenbenadering. Jacobus Trijsburg – cultureel erfgoed adviseur Jacobus Trijsburg (63 jaar), verbonden aan Gelders Erfgoed, consulentschap voor musea, geschiedbeoefening en erfgoed in Gelderland. Directeur tot 2010, sindsdien adviseur bijzondere projecten, met name voor museumregistratie, erfgoed en zorg, middeleeuwen. Voorzitter VVV Lochem, voorzitter Gelderse Archeologische Stichting, lid Forum Stad Lochem, adviseur Gebroeders van Limburg Festival te Nijmegen. Oud-redacteur Museumpeil, vakblad voor de museumsector in Nederland en Vlaanderen, tevens spreker en auteur op het terrein van de museologie en aanverwante vakgebieden. In het kader van de advisering op het terrein van Erfgoed en Zorg betrokken bij de doorstart van het muZIEum. Jacobus Trijsburg vindt het muZIEum als een van de meest onderscheidende initiatieven in de laatste tien jaar, grensoverschrijdend, voorbeeld stellend en innovatief voor zowel de museumsector als voor zorginstellingen. Dit type cross-over kan in verbinding met kunst, geschiedenis, wetenschap, onderwijs, toerisme en mensen met een visuele beperking een authentieke bijdrage leveren aan het welzijn van velen. Waar erfgoed en zorg elkaar ontmoeten ontstaat welzijn.
24
4.3 Organisatie beschrijving De stichting staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor Centraal Gelderland als Stichting Dienstverlening doorstart muZIEum onder nummer 41058531. Volgens de statuten draagt de stichting de naam Stichting Dienstverlening doorstart MuZIEum en heeft zij tot doel het ondersteunen van (de doorstart van) het muZIEum te Nijmegen middels het genereren, innen, beheren en aanwenden van fondsen die door belangstellenden bijeengebracht worden. De stichting heeft geen winstoogmerk en dient het algemeen belang. Haar zetel is in de gemeente Nijmegen. Huisvesting : De exploitatie van het muZIEum zal plaats hebben vanuit een in Nijmegen te huren ruimte met een gewenst vloeroppervlak van tussen de 600 en 800m2. Museale status : De stichting beschikt over de museale status. De beschikking hiervoor is afgegeven in maart 2010. ANBI : De stichting beschikt over de ANBI status. Dit houdt in dat giften gedaan aan de stichting aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. De stichting kan tevens in aanmerking komen voor vrijstelling van erf- en schenkbelasting. Haar fiscaal nummer is 802560349. BTW : De stichting is BTW-plichtig. Bij de vaststelling van de hoogte van de gemiddelde entreeprijs en in het financieel plan is een tarief van 6% gehanteerd, hetgeen is bevestigd door de belastingdienst. Verder is er van uitgegaan dat de BTW-afdrachten per kwartaal plaats hebben. Culturele Instelling: De Stichting is door de belastingdienst aangemerkt als culturele instelling. CAO : Het personeel van de stichting zal vallen onder de CAO Dagrecreatie. Personeel : De organisatie is gestart met aan het hoofd een parttime algemeen Manager sinds 1 oktober 2011. Ter ondersteuning na doorstart dienen een administratieve kracht, een marketing/pr medewerker en een secretaresse. In de uitvoering zal de manager worden bijgestaan door een viertal coördinatoren. Zij zorgen voor het inroosteren van gidsen en vrijwilligers. Verder hebben zij de verantwoording over een telefoniste die mede het klantencontact onderhoudt. Het aantal benodigde gidsen is afhankelijk van het aantal bezoekers en de groei in bezoekersaantallen. Gestart wordt met 8 gidsen. Deze gidsen zullen worden aangetrokken uit de vrije markt en vanuit sociale werkvoorzieningschappen waaronder Breed en Presikhaaf. Voor de verdere invulling zal gebruik gemaakt worden van een groot aantal vrijwilligers op parttime basis, die deels reeds in de wacht staan en deels gerekruteerd gaan worden uit de vrije markt, eigen netwerk, Pluryn enz.
25
Administratie : De financiële administratie zal in de voorbereidende fase intern worden gevoerd onder verantwoording van de penningmeester van de stichting. Als de exploitatie een feit is zal de administratie worden bijgehouden door de administratieve kracht, geleverd door Keizer Karel Podia Accountant : Als extern accountant zal optreden een onafhankelijk registeraccountant. Externe ondersteuning : De stichting werkt voor een aantal facilitaire voorzieningen samen met Keizer Karel Podia. Deze samenwerking betreft het inhuren van personeel van Keizer Karel Podia (telefoniste, administratie, technici), ICT voorzieningen, online boekingssysteem, telefonie, ontvangstfunctie etc. Partners : De stichting streeft samenwerking na met: BREED
Keizer Karel Podia
Oogfonds
Koninklijke Visio
LSBS
Nijmeegse Musea
Pluryn
ROC Nijmegen
Kunstgroep Geschiere
Les Sages II
UMC St. Radboud
Rabobank
26
Hoofdstuk 5. Fondsenwerving
5.1 Fondsenwerving Het muZIEum streeft er naar om op grond van de opbrengsten een dekkende exploitatie te realiseren. Niettemin is fondsenwerving een belangrijk beleidspunt. In dit hoofdstuk wordt daar nader op ingegaan. Het muZIEum wil voor die partijen die zich aan het muZIEum verbinden een betrouwbare partner zijn. Daarbij hoort een gedegen aanvraag in de lijn van de doelstelling van de gever. Heldere afspraken en een duidelijke en transparante verantwoording. Initiële middelen Het muZIEum is genoodzaakt zich op een nieuwe plaats in de stad Nijmegen te gaan vestigen. Aangezien het hierbij niet gaat om het simpelweg verhuizen van een collectie, maar om het opnieuw opbouwen van de unieke donkerbeleving, zullen hiervoor middelen moeten worden verworven. Het muZIEum heeft zich daarbij in eerste instantie gericht tot de Gemeente Nijmegen. De discussie met de Raad en het College heeft ertoe geleid dat er uitstel is gevraagd alvorens het College een besluit neemt over het toekennen van een eenmalige subsidie van in totaal € 200.000. Gezien het feit dat er op een nadere plek opnieuw moet worden begonnen, is duidelijk dat er naast de gemeentelijke subsidie gezocht moet worden naar een of meerdere grote medefinanciers om het nieuwe muZIEum te realiseren. Om medefinanciers aan te kunnen trekken moet bij de aanvraag een duidelijke relatie liggen tussen de doelstelling van de medefinancier en de vraag die het muZIEum stelt. Projecten Het nieuwe muZIEum heeft de ambitie om met regelmaat interessante projecten in relatie tot zien / zintuigen te kunnen presenteren. Om dat te kunnen realiseren zijn de opbrengsten voorlopig niet toereikend. Voor dit soort projecten worden aanvullende fondsen, eenmalige projectsubsidies geworven. Dat gebeurt bij de fondsen die gericht zijn op de belangenbehartiging voor blinden en slechtzienden maar ook bij commerciële fondsen zoals onder andere de Rabo Foundation, het Oranjefonds. Uitgangspunt bij dit deel van de fondsenwerving is een zo concreet mogelijk project binnen het muZIEum. Verbindingen met wederzijds nut Het muZIEum is een maatschappelijke organisatie en kan zowel bij haar (door)start als tijdens de exploitatie verbindingen aangaan met partijen in de markt die het muZIEum mee willen dragen. Te denken valt aan inbreng vanuit een leerwerkbedrijf bij bouw en onderhoud, een universitair centrum met de inbreng van kennis, maar ook aan een commerciële partner voor wie het interessant is zijn naam aan het muZIEum te verbinden. Er kunnen op die manier ook langdurige relaties ontstaan die voor beide partijen interessant blijven.
27
5.2 Stand van zaken toezeggingen incl. bijdrage Gemeente Nijmegen De stichting Dienstverlening doorstart muZIEum heeft van de volgende fondsen/subsidiënten mondelinge dan wel schriftelijke toezeggingen ontvangen cq. bij de volgende fondsen op advies een aanvraag ingediend: Toezeggingen: Rabo Foundation Stichting vrienden van KSDS Blindenfondsen Familie Van Dorp, schenking Pearl Benelux bv
Ingediende aanvragen: Provincie Gelderland Rabo Coöperatiefonds Nijmegen
€ 90.000 € 125.000 € 20.000 € 30.000 € 10.000 € 25.000 -------------------€ 300.000 € 30.000 € 10.000 -------------------€ 340.000 ===========
Aanvragen in uitwerking: VSB Fonds Rotary clubs Nijmegen SNGK Eurregio / Interregionaal programma people to people Natura: Van de Stichting Volksbelang 1845 is een toezegging ontvangen om bij te dragen in de verbouwing- en inrichtingskosten tot een nader te bepalen bedrag. Koninklijke Visio heeft toegezegd alle gidsen initieel en structureel te trainen. Fondsenwervers Er twee bureaus aangesteld voor de benadering van zowel de zakelijke markt als de diverse fondsen; Boonstoppel Subsidie Advies uit Druten, die zich met name zal richten op het verkrijgen van subsidies bij provinciale, landelijke en Europese partners en instituties. Daarnaast hebben zij uitstekende ingangen bij het Oranjefonds er het VSB-fonds en zullen zij deze fondsen voor hun rekening nemen. Kuipers Strategisch Adviesbureau gaat zich richten op de overige fondsen en de sponsoring vanuit de zakelijke markt. Gemeente: Door de Gemeente Nijmegen is een bedrag van € 200.000 (2 tranches van € 100.000) gereserveerd om de (door)start mogelijk te maken. Dit bedrag is in de exploitatierekening van jaar 1 en 2 opgenomen ter financiering van de begrote tekorten in deze jaren. Conclusie: Een aantal fondsen hebben aangeven hun toezeggingen definitief te maken zodra wij de officiële bevestiging van de gemeentelijke subsidie konden overhandigen. Op 25 oktober jl. hebben wij deze bevestiging per brief van de Gemeente Nijmegen ontvangen en doorgestuurd naar de fondsen. De definitieve schriftelijke toezeggingen van de fondsen verwachten wij eind november, begin december. Wij zullen geen investeringen en verplichtingen aangaan voordat de toezeggingen daadwerkelijk zijn bevestigd.
28
In de investeringsbegroting is een post opgenomen van € 191.000 voor de inrichting foyer, museaal gedeelte en donkerbelevingen. Bij tegenvallende resultaten kunnen wij desgewenst deze post met € 20.000 euro versoberen. Bovenstaande toezeggingen en inkomsten voorzien in voldoende mate in de financieringsbehoefte van een doorstart waarbij de kern activiteiten van het muZIEum zijn gewaarborgd. Alle overige middelen alsmede exploitatieoverschotten, zullen worden aangewend om nadere ambities, voorzieningen en educatieve en museale programma’s te kunnen realiseren.
29
6.1 Capaciteitsberekening Aan de hand van de in het verleden opgedane ervaringen is gebleken dat door compartimentering van de donkerbelevingsruimte 4 groepen per uur op efficiente wijze kunnen worden verwerkt. In het plan is bewust gekozen voor twee donkerbelevingsruimten. Hierdoor wordt niet alleen de capaciteit verdubbeld maar kan ook flexibeler worden ingespeeld op pieken in het bezoek van bijvoorbeeld scholen bij wie het bezoekersaccent ligt in de maanden maart, april en mei, alsmede september en oktober Daarnaast kunnen pieken in het bezoek van dagrecreanten in de weekenden beter worden opgevangen, waardoor het aantal bezoekers toeneemt. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 6.5 Bezoekersaantallen. Uitgangspunten bij het berekenen van de maximale capaciteit : 1e. Het nieuwe museum zal 2 donkerbelevingsruimten herbergen, die uiteenlopende thema's zullen omvatten. Dit maakt een herhaalbezoek interessanter. 2e. Het museum zal 330 dagen per jaar geopend zijn van 's ochtends 9.30u tot 's middags 17.00u. De overige dagen van het jaar zullen gebruikt worden voor onderhoud en changementen. 3e. De doorlooptijd van een tocht in het donker bedraagt 60 minuten, inclusief instructie. De eerste donkerbeleving start om 10.00u en de laatste om 15.45u. Om de 15 minuten start een nieuwe tocht. Derhalve bedraagt het aantal donkerbelevingstochten per ruimte per dag 24, zie hoofdstuk 6.2 Rooster. 4e. Per tocht gaan maximaal 6 bezoekers mee. 5e. Een bezoek aan het museum zal in principe altijd inclusief een tocht in het donker zijn. 6e. De toegangsprijs is laagdrempelig en bedraagt gemiddeld € 13,50 per bezoeker. Mochten de twee donkerbelevingen geheel zijn volgeboekt dan moet er de mogelijkheid zijn om een kaartje voor alleen het museale gedeelte te kopen voor bijvoorbeeld € 6,50. Hiermee is in de opbrengstberekening geen rekening gehouden. Berekening maximale bezoekerscapaciteit : Aan de hand van bovenstaande aannames kan de maximale capaciteit als volgt worden becijferd : 2 donkerbelevingen x 330 dagen x 24 tochten per dag x 6 bezoeke 95.000 bezoekers Berekening maximale opbrengst : Vervolgens kan de maximale opbrengst uit hoofde van entreegelden als volgt worden becijferd : 95.000 bezoekers x € 13,50 = € 1.282.500 opbrengst Uitdrukkelijk zij opgemerkt dat het hier om maximaal te verwerken aantallen gaat en om maximaal te behalen opbrengsten. De berekening geeft wel aan dat met deze capaciteit een grote mate van flexibiliteit wordt verkregen, zodat de haalbaarheid van de geprognoticeerde aantallen zoals opgenomen in hoofdstuk 6.5 Bezoekersaantallen als reëel mag worden beschouwd.
30
6.2 Dagrooster per donkerbelevingsruimte Groep 10.00u 10.15u 10.30u 10.45u 11.00u 11.15u11.30u 11.45u12.00u12.15u12.30u12.45u13.00u13.15u13.30u 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Aanvangs- en doorlooptijden per tocht van 13.00u tot 15.45u Groep 13.00u 13.15u 13.30u 13.45u 14.00u 14.15u14.30u 14.45u15.00u15.15u15.30u15.45u16.00u16.15u16.30u16.45u 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
31
6.3 Personeelsbehoefte Gidsen :
Volgens het in hoofdstuk 6.2 weergegeven schema is de maximale capaciteit per donkerbelevings‐ ruimte per dag 24 tochten. Ofwel bij twee donkerbelevingsruimten 48 tochten per dag. Een gids wordt geacht maximaal 5 uur per dag te werken en kan dus 5 tochten per dag doen. Een fulltime gids werkt, mede vanwege zijn/haar fysieke gesteldheid , doorgaans 210 dagen per jaar. Een fulltime gids kan dus 1.050 tochten per jaar doen. Per jaar worden er maximaal 330 dagen x 48 tochten gedaan, ofwel ca. 16.000 tochten. Benodigd aantal gidsen bedraagt maximaal
afgerond
16
Overig personeel :
De volgende fulltime functies moeten worden ingevuld uitgaande van 330 dagen openstelling : a. Commercieel/operationeel manager b. Coördinatoren ( 2 fulltime en 2 parttime krachten) c. Administratieve kracht (kassaverantw oording en overig adm. w erk) d. PR medewerker e. Secretariaat/support f. Telefoniste (klantencontact en reserveringen) g. Technisch medewerker (huismeester) Benodigd aantal fulltime overig personeel bedraagt maximaal
1 3 1 1 1 1 1 9
In de aanvangsjaren zullen enkele van deze functies parttime worden ingevuld. De coördinatoren zijn verantwoordelijk voor het opstarten 's ochtends, voor de ontvangst en begeleiding van scholen en groepen en voor het afsluiten 's avonds. Daarnaast is één van hen verantwoordelijk voor het beheer van de collectie. De commercieel/operationeel manager draait bij toerbeurt in de weekenden mee. Vrijwilligers :
Naast de hiervoor genoemde fulltime, bezoldigde medewerkers is er een aantal vrijwilligers nodig om het muZIEum optimaal te laten functioneren. Er is uitgegaan van de oude situatie waarin een vrijwilliger 2 halve dagen per week werkte. Benodigde vrijwilligers voor instructie/opvang bij 2 donkerbelevingen : Per dag zijn er 4 vrijwilligers nodig, 2 's ochtends en 2 's middags. Benodigd aantal vrijwilligers per week van 7 dagen (7x4:2) 14 Benodigde vrijwilligers voor toezicht museale ruimte : Per dag zijn er 4 vrijwilligers nodig, 2 's ochtends en 2 's middags. Benodigd aantal vrijwilligers per week van 7 dagen (7x4:2)
14
32
6.4 Personeelsplanning en personeelslasten jaar 1-5 Personeelsplanning : De personeelsplanning voor jaar 1 tot en met 5 kan, rekening houdend met de geprognoticeerde bezoe ke rs gra a d, a l s vol gt worden weergegeven : Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Vast personeel in loondienst dan wel inhuur Commerci eel /opera ti onee l ma na ger Coördi na toren, 2 fulltime en 2 parttime krachten
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
3,0
3,0
3,0
3,0
3,0
Admi ni s tra ti eve kra cht, voorlopig parttime
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
Ma rketi ng/PR mede werker Secreta ri a a t/s upport, voorlopig parttime
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
Tel efoni s te/kl a ntenconta ct
1,0
1,0
1,0
1,0
1,0
Techni s ch medewerker (hui s mees ter)
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
7,5
7,5
7,5
7,5
7,5
8,0
9,0
9,0
10,0
10,0
8,0
9,0
9,0
10,0
10,0
15,5
16,5
16,5
17,5
17,5
Subtota a l va s t pe rs oneel Gidsen Incl us i e f res erveca pa ci tei t Subtota a l gi ds en Totaal bezoldigd medewerkers
Personeelslasten in euro's: Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
A. Personeel in loondienst : Bruto maandsalaris 2% stijgend per jaar Commerci eel /opera ti onee l ma na ger
4.300
4.386
4.474
4.563
4.654
Coördi na toren
7.500
7.650
7.803
7.959
8.118
Ma rketi ng/PR mede werker
2.500
2.550
2.601
2.653
2.706
Secreta ri a a t/s upport
1.250
1.275
1.301
1.327
1.353
13.504
15.496
15.806
17.913
18.271
29.054
31.357
31.984
34.415
35.103
376.540
406.385
414.512
446.018
454.938
56.481
60.958
62.177
66.903
68.241
15.000 30.000 22.000 67.000
15.300 30.600 22.440 68.340
15.606 31.212 22.889 69.707
15.918 31.836 23.347 71.101
16.236 32.473 23.814 72.523
Gi ds en
Bruto jaarsalaris incl. 8% vakantiegeld Opslag sociale lasten incl. pensioen 15% B. Inhuur personeel KKP tarief 2% stijgend Admi ni s tra ti eve kra cht Tel efoni s te/kl a ntenconta ct Techni s ch medewerker (hui s mees ter) Kosten vrijwilligers :
De ge mi ddel de vergoedi ng per vri jwi l l i ger per ma a nd bedra a gt € 60. 25.200
Ja a rkos ten 35 vri jwi l l i ge rs bedra gen derha l ve 35 pe rs x € 60 per mnd x 12 mnd Toelichting personeelslasten gidsen : In ja a r 1 zi jn 8 gi ds en nodi g om het be grote a a nta l tochten te dra a i en. Bruto ful l ti me s a l a ri s per ma a nd pe r gi ds bedra a gt € 2.250. De gi ds en l ope n 5 route s va n 1 uur per da g, ofwel 5 producti eve uren. Da a rna a s t kri jgen gi ds en per da g 1 uur pa uze ui tbe ta a l d. Het tota a l pe r da g per gi ds ui t te beta l en a a nta l uren bedra a gt derha l ve 6 uur. Di t i s 75% va n ee n da g va n 8 uur a rbei d. Het effe cti ef ui t te beta l en bruto ma a nds a l a ri s per gi ds bedra a gt da n 75% va n € 2.250,
33
De gi ds e n l open 5 routes va n 1 uur per da g, ofwel 5 producti eve uren. Da a rna a s t kri jgen gi ds e n per da g 1 uur pa uze ui tbeta a l d. Het tota a l per da g per gi ds ui t te beta l en a a nta l uren bedra a gt derha l ve 6 uur. Di t i s 75% va n een da g va n 8 uur a rbei d. Het effecti ef ui t te be ta l en bruto ma a nds a l a ri s pe r gi ds bedra a gt da n 75% va n € 2.250, hetgeen neerkomt op € 1.688 bruto pe r ma a nd.
34
35
6.5 Bezoekersaantallen en opbrengsten jaar 1-5
Historie bezoekersaantallen : In het jaar 2009 hebben ongeveer 39.000 personen het museum bezocht en in 2010 werd tot aan de sluiting nog een groei van 10% gerealiseerd, waarmee 2010 wellicht zou zijn uitgekomen op ca. 43.000 bezoekers. Analyse bezoekersaantallen : Uit analyse is gebleken dat van de 39.000 bezoekers in 2009 er ongeveer 13.000 scholier was. Omdat er maar één donkerbeleving was, is er destijds voor gekozen om scholen 's ochtends te programmeren zodat het museum inclusief donkerbeleving 's middags vrij was voor overige bezoekers. Deze keuze had tot gevolg dat er een aanzienlijk aantal aanvragen van scholen niet gehonoreerd kon worden. Indien dit wel mogelijk was geweest, is de verwachting dat het aantal bezoekende scholieren ruim 50% hoger had gelegen en ca. 20.000 zou hebben bedragen. Extra-polatie bezoekersaantallen bij twee donkerbelevingen : Omdat in de nieuwe opzet gekozen is voor minimaal twee donkerbelevingen kan er één beleving continu worden ingezet voor scholen. Hiermee had in 2009 gemakkelijk het aantal scholieren gehaald kunnen worden van
20.000
Van de 39.000 bezoekers in 2009 bedroeg het aantal vrije bezoekers 26.000. De maximale capaciteit van de donkerbeleving in 50 weekenden ofwel 100 dagen bedroeg : 100 dagen x 24 tochten x 6 personen = 14.400 bezoekers in de weekenden. De weekenden waren doorgaans volgeboekt zodat het aantal vrije bezoekers dat op weekdagen het museum bezocht becijferd kan worden op (26.000 minus 14.400)
11.600
Omdat de weekenden volgeboekt waren moest er veel "neen" verkocht worden. Het percentage "neen" verkopen in de weekenden wordt geschat op 20%. Indien er in de weekenden meer capaciteit aanwezig zou zijn geweest, had het aantal van 14.400 bezoekers met 20% kunnen worden opgerekt naar ruim
17.000
Uitgaande van een plan met minimaal twee donkerbelevingen en rekening houdend met het aantal gedwongen "neen" verkopen zou het aantal bezoekers in 2009 werkelijk hebben kunnen bedragen
48.600
En in 2010, uitgaande van de zich aftekenende 10% stijging, zelfs ruim
53.000
Mogelijkheden bezoekersaantallen : Uit voorgaande opstelling blijkt dat in 2010 een bezoekersaantal van 53.000 zeer wel tot de mogelijkheden zou hebben gehoord. Dit aantal kan zeker verder worden opgeschroefd dmv een gerichte marketing campagne, waarvan in het verleden beperkt sprake is geweest. Met name het aantal te benaderen scholen zal op korte termijn een uitbreiding van het aantal bezoekers mogelijk maken. Aan een dergelijke campagne wordt inmiddels hard gewerkt. Met het openstellen van twee donkerbelevingen kunnen niet alleen de knelpunten worden weggenomen, maar kan het aantal te verwerken bezoekers worden uitgebreid naar maximaal 90.000 tot 95.000, afhankelijk van het aantal dagen van openstelling, hetgeen weer afhankelijk is van de programmering van de schouwburg.
36 Prognose bezoekersaantallen en opbrengsen jaar 1-5 : Zoals hierboven vermeld zou het aantal bezoekers in 2010, indien er geen knelpunten zouden zijn geweest, 53.000 hebben (kunnen) bedragen. In onderstaande prognose wordt dit nivo pas in jaar 3 gehaald.
Prognose bezoekersaantallen en opbrengsen jaar 1-5 : Zoals hierboven vermeld zou het aantal bezoekers in 2010, indien er geen knelpunten zouden zijn geweest, 53.000 hebben (kunnen) bedragen. In onderstaande prognose wordt dit nivo pas in jaar 3 gehaald. In jaar 1 is ca. 80% van het aantal bezoekers uit 2010 geprognotiseerd.
Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar
Verwacht percentage 45,0% 52,5% 55,0% 58,0% 60,0%
1 2 3 4 5
Maximale capaciteit 95.000 95.000 95.000 95.000 95.000
Verwacht aantal 44.100 51.450 53.900 56.840 58.800
Gemidd tarief € 13,50 € 13,50 € 14,50 € 14,50 € 14,50
Opbrengst incl. 6% btw € 595.350,00 € 694.575,00 € 781.550,00 € 824.180,00 € 852.600,00
Om de volgende redenen gaan wij er van uit dat deze aantallen ruimschoots haalbaar zijn : 1e. Analyse en ervaringen bezoekersaantallen uit het verleden 2e. Voldoende capaciteit als gevolg van minimaal 2 donkerbelevingen 3e. Nieuwe aantrekkingskracht als gevolg van minimaal 2 sterk gemoderniseerde belevenissen 4e. Het opzetten van een gerichte marketing campagne 5e. Hanteren van een laagdrempelig tarief 6e. Publieksvriendelijker gebouw 7e. Centrale ligging in de stad 8e. Openbaar vervoer en parkeergarage op loopafstand Tarief : Het voornemen is om voor scholieren (40% van het totaal aantal bezoekers) een tarief van € 11 (was € 10) te hanteren en een tarief van € 15 (was € 18) voor overige bezoekers (60% van het totaal). In jaar 1 en 2 is een gemiddelde tarief begroot van € 13,50 incl. btw. Er is een btw percentage gehanteerd van 6%, hetgeen met de belastingdienst is afgestemd.
37
Hoofdstuk 7. Financieel plan
7.1 Investeringsbegroting (in euro's)
A. Te investeren in vaste activa : Bouwkundige voorzieningen E en W installatie Inrichting hal, museale deel, 2 donkerbelevingen enz. Inrichting kantoor, gidsenruimte enz. Aanpassen vluchtroutes en infrarood Kosten externe (bouw)adviseurs Leges Onvoorzien Totaal te investeren
75.600 17.000 191.000 10.250 17.500 7.000 1.500 20.150 340.000
NB. De bedragen zijn exclusief BTW opgenomen. De over deze bedragen betaalde BTW is verrek enbaar. Een uitgebreide specificatie is voorhanden
38
7.2 Financieringsbegroting (in euro's)
Financieringsbehoefte : Financieringsbehoefte conform 7.1
340.000
Te financieren als volgt : Uit reeds toegezegde fondsen, excl. bijdrage Gem. Nijmegen Uit aangevraagde fondsen
300.000 40.000 340.000 0
Opgemerkt wordt dat ook toekomstige investeringen middels fondswerving moeten worden gefinancierd.
Aanwending bijdrage Gem. Nijmegen en eigen middelen : Bijdrage Gem. Nijmegen Aanwezige liquide middelen
200.000 75.000 275.000
Dit bedrag is geheel in de exploitatie verantwoord ; zie hiervoor hoofdstuk 7.4 Exploitatiebegroting en hoofdstuk 7.6 Kasstroom.
39
7.3 Beginbalans (in euro's) Na realisatie van de benodigde investeringen en de dekking ervan uit fondsen enz. ziet de beginbalans er als volgt uit : ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa
pm
Vlottende activa Liquide middelen
75.000
Totaal activa
75.000
PASSIVA Eigen vermogen Beginvermogen
75.000
Vreemd lang vermogen
0
Vreemd kort vermogen
0
Totaal passiva
75.000
40
7.4 Exploitatiebegroting jaar 1-5 (in euro's) Begroting jaar 1 Opbrengsten Opbrengst entreegelden excl. 6 % btw Subsidie Gemeente Nijmegen Netto-omzetresultaat Bedrijfslasten Salarissen Sociale lasten incl. pensioenpremie Inhuren personeel KKP Vergoeding vrijwilligers (2% stijgend) Afschrijvingen mat. vaste aktiva Overige bedrijfslasten : Overige personeelskosten Huisvestingskosten Marketing en verkoopkosten Algemene kosten
Begroting jaar 2
561.651 100.000 661.651
Begroting jaar 3
655.259 100.000 755.259
Begroting jaar 4
737.311 0 737.311
Begroting jaar 5
777.528 0 777.528
804.340 0 804.340
376.540 56.481 67.000 25.200 pm
406.385 60.958 68.340 25.700 pm
414.512 62.177 69.707 26.200 pm
446.018 66.903 71.101 26.800 pm
454.938 68.241 72.523 27.300 pm
15.000 76.000 15.000 36.430
15.250 78.900 15.000 33.727
15.500 80.798 15.000 33.417
16.000 82.694 15.000 33.012
16.500 85.588 15.000 33.250
667.651 -6.000
704.260 51.000
717.311 20.000
757.528 20.000
773.340 31.000
Rentelasten Resultaat
0 -6.000
0 51.000
0 20.000
0 20.000
0 31.000
Liquiditeitspositie ultimo jaar 1 t/m 5
69.000
120.000
140.000
160.000
191.000
Bedrijfsresultaat
(zie ook hoofdstuk 7.6 kasstroom jaar 1 en 2)
41
42
7.5 Toelichting exploitatiebegroting (in euro's) jaar 1 Opbrengst entreegelden incl. 6 % BTW , zie hoofdstuk 6.5 Maximale capaciteit bij twee donkerbelevingen Geschat aantal bezoekers in procenten van max cap Geschat aantal bezoekers x tarief € 13,50 jaar 1 en 2 (resp. € 14,50 jaar 3, 4 en 5)
jaar 2
jaar 3
jaar 4
jaar 5
98.000
98.000
98.000
98.000
45,0%
52,5%
55,0%
58,0%
60,0%
44.100
51.450
53.900
56.840
58.800
595.350
694.575
781.550
824.180
852.600
Opbrengst entreegelden excl. 6 % BTW
561.651
655.259
737.311
777.528
804.340
Salarissen volgens hoofdstuk 6.4
376.540
406.385
414.512
446.018
454.938
Sociale lasten en pensioenpremie opslag 15 % Volgens hoofdstuk 6.4
56.481
60.958
62.177
66.903
68.241
Inhuren personeel KKP
67.000
68.340
69.707
71.101
72.523
pm
pm
pm
pm
pm
12.000 2.400 600 15.000
12.250 2.400 600 15.250
12.500 2.400 600 15.500
13.000 2.400 600 16.000
13.500 2.400 600 16.500
Afschrijvingen mat. vaste aktiva Zoals uit hoofdstuk 7.2 blijkt is er van uit gegaan dat de investering in materiële vaste activa volledig buiten de exploitatie om wordt gefinancierd.
Overige personeelskosten Reiskostenvergoedingen medewerkers Kantinekosten Overige personeelskosten
98.000
43
7.5 Toelichting exploitatiebegroting- vervolg (in euro's) jaar 1 Huisvestingskosten Huur, 2% per jaar oplopend Servicekosten (Gas, w ater,elektra en schoonmaak) Belastingen gebruiker Overige huisvestingskosten
Marketing en verkoopkosten
Algemene kosten Kantoorbenodigdheden Automatiseringskosten Drukwerk Kopieerkosten Porti Telefoon Contributies en bijdragen Verzekeringspremies Accountantskosten, incl. salarisadministratie Bankkosten Overige algemene kosten
jaar 2
jaar 3
jaar 4
jaar 5
55.000 17.000 1.000 3.000 76.000
56.100 18.000 1.000 3.800 78.900
57.222 19.000 1.000 3.576 80.798
58.366 20.000 1.000 3.328 82.694
59.534 21.000 1.000 4.054 85.588
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
500 10.000 5.000 2.500 3.000 2.000 500 3.500 6.400 500 2.530 36.430
550 10.000 2.500 2.500 2.000 1.500 500 3.500 6.900 500 3.277 33.727
600 10.000 2.500 2.500 2.000 1.500 500 3.500 7.150 500 2.667 33.417
650 10.000 2.500 2.500 2.000 1.500 500 3.500 7.500 500 1.862 33.012
700 10.000 2.500 2.500 2.000 1.500 500 3.500 8.000 500 1.550 33.250
44
45
7.6 Kasstroom jaar 1 en 2 (in euro's) Jaar 1
m nd 1 75.000
m nd 2 71.323
m nd 3 51.667
m nd 4 43.830
m nd 5 67.968
m nd 6 65.582
m nd 7 43.800
m nd 8 64.058
m nd 9 56.442
m nd 10 59.205
m nd 11 84.663
m nd 12 81.167
Ontvangsten : Entreegelden excl. btw 6% btw over entreegelden
30.000 1.800
36.000 2.160
45.000 2.700
50.000 3.000
50.000 3.000
50.000 3.000
50.000 3.000
45.000 2.700
55.000 3.300
55.000 3.300
49.000 2.940
46.700 2.800
561.700 33.700
Bijdrage gemeente Nijmegen
25.000
0
0
25.000
0
0
25.000
0
0
25.000
0
0
100.000
Totaal ontvangsten
56.800
38.160
47.700
78.000
53.000
53.000
78.000
47.700
58.300
83.300
51.940
49.500
695.400
banksaldo begin
A
B
Betalingen : Investeringen vaste activa Afdr. BTW op aangifte per kw artaal
Mutatie
pm 0
pm 0
pm 0
pm -2.400
pm 0
pm 0
pm 1.530
pm 0
pm 0
pm 1.530
pm 0
pm 2.310
0 2.970
22.500 0 12.000
22.500 0 12.000
22.500 0 12.000
22.500 0 12.000
22.500 0 12.000
22.500 14.000 17.000
22.500 0 12.000
22.500 0 12.000
22.500 0 12.000
22.500 0 12.000
22.500 0 12.000
22.500 0 12.000
270.000 14.000 149.000
Inhuren personeel KKP
5.583
5.583
5.583
5.583
5.583
5.583
5.583
5.583
5.583
5.583
5.583
5.583
67.000
Vergoeding vrijw illigers
2.100
2.100
2.100
2.100
2.100
2.100
2.100
2.100
2.100
2.100
2.100
2.100
25.200
Reiskostenvergoedingen Overige pers.kosten
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
12.000 3.000
Huur (per maand vooruit) Servicekosten Overige huisvestingskst
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
4.583 1.417 333
55.000 17.000 4.000
Marketing en overige verkoopkosten
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
15.000
5.000 875 200 0 250 3.135 60.477 71.323
3.500 0 200 0 250 2.850 57.817 51.667
1.500 0 200 100 250 2.470 55.537 43.830
1.500 875 200 0 200 2.470 53.862 67.968
1.500 0 200 0 200 2.470 55.387 65.582
1.500 0 400 150 150 2.565 74.782 43.800
1.500 875 200 0 150 2.470 57.742 64.058
1.500 0 200 0 130 2.470 55.317 56.442
1.500 0 200 150 200 2.470 55.537 59.205
1.500 875 200 0 250 2.470 57.842 84.663
1.500 0 200 0 250 2.470 55.437 81.167
1.500 0 4.000 100 250 2.490 61.667 69.000
23.500 3.500 6.400 500 2.530 30.800 701.400 -6.000
Netto salarissen Netto vakantiegeld Afdr. loonheffing/premies soc lst/ pensioenp
Kantoorkosten/automatisering/drukw erk enz Verzekeringspremies Accountantskosten incl. salarisadministratie Bankkosten Overige alg. kosten Betaalde Btw over kosten Totaal betalingen C Banksaldo eind A+B-C
46
7.6 Kasstroom jaar 1 en 2 - vervolg (in euro's) Jaar 2
m nd 1 69.000
m nd 2 76.230
m nd 3 64.635
m nd 4 59.300
m nd 5 85.450
m nd 6 87.635
m nd 7 69.680
m nd 8 94.190
m nd 9 94.255
m nd 10 100.798
m nd 11 129.948
m nd 12 128.903
40.000 2.400 25.000 67.400
45.000 2.700 0 47.700
51.000 3.060 0 54.060
57.000 3.420 25.000 85.420
58.000 3.480 0 61.480
59.000 3.540 0 62.540
58.000 3.480 25.000 86.480
56.000 3.360 0 59.360
62.300 3.738 0 66.038
62.000 3.720 25.000 90.720
55.000 3.300 0 58.300
52.000 3.118 0 55.118
655.300 39.316 100.000 794.616
pm 0
pm 0
pm 0
pm -900
pm 0
pm 0
pm 1.800
pm 0
pm 0
pm 1.350
pm 0
pm 849
0 3.099
24.000 0 13.200
24.000 0 13.200
24.000 0 13.200
24.000 0 13.200
24.000 0 13.200
24.000 15.500 18.600
24.000 0 13.200
24.000 0 13.200
24.000 0 13.200
24.000 0 13.200
24.000 0 13.200
24.000 0 13.200
288.000 15.500 163.800
Inhuren personeel KKP
5.695
5.695
5.695
5.695
5.695
5.695
5.695
5.695
5.695
5.695
5.695
5.695
68.340
Vergoeding vrijw illigers
2.100
2.100
2.150
2.150
2.150
2.150
2.150
2.150
2.150
2.150
2.150
2.150
25.700
Reiskostenvergoedingen Overige pers.kosten
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 250
1.000 300
1.000 300
1.000 300
1.000 300
1.000 300
12.000 3.250
Huur (per maand vooruit) Servicekosten Overige huisvestingskst
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
4.675 1.500 400
56.100 18.000 4.800
Marketing en overige verkoopkosten
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
15.000
Kantoorkosten/automatisering/drukw erk enz Verzekeringspremies Accountantskosten incl. salarisadministratie Bankkosten Overige alg. kosten Betaalde Btw over kosten
1.650 875 250 0 300 3.025
1.650 0 250 0 300 3.025
1.650 0 250 100 250 3.025
1.650 875 250 0 250 3.025
1.650 0 250 0 250 3.025
1.650 0 400 150 250 3.025
1.650 875 250 0 250 3.025
1.600 0 250 0 250 3.025
1.600 0 250 150 300 3.025
1.600 875 250 0 300 3.025
1.600 0 250 0 300 3.025
1.600 0 4.000 100 277 3.025
19.550 3.500 6.900 500 3.277 36.300
60.170
59.295
59.395
59.270
59.295
80.495
61.970
59.295
59.495
61.570
59.345
64.021
743.616
Banksaldo eind A+B-C 76.230 64.635 59.300 85.450 87.635 69.680 94.190 94.255 100.798 129.948 128.903 Het moge duidel ijk zijn dat bi j het opstellen van het kasstroom overzi cht noodzakelij kerwij s een aantal aannames in de tijd zijn gemaakt. Verder is de aangifte BTW over het 4e kwartaal in december opgenomen.
120.000
51.000
banksaldo begin A Ontvangsten : Entreegelden 6% btw over entreegelden Bijdrage gemeente Nijmegen Totaal ontvangsten B Betalingen : Investeringen vaste activa Afdr. BTW op aangifte Netto salarissen Netto vakantiegeld Afdr. loonhef fing/premies soc lst/ pensioenp
Totaal betal ingen
C
Mutatie
47
Hoofdstuk 8. Huisvestingsplan Inleiding muZIEum laat zich beleven volgens de opbouw van een klassiek Grieks toneelstuk. De route die in de entreeruimte wordt afgelegd, vanaf de entree tot de toegang van het muZIEum, vormt de proloog (voorwoord). Het omvat visuele impressies, onder meer tweemaal de confrontatie met het logo en de pay-off in gewone letters en in braille, een aantal vensters met (bewegende) associaties met waarnemingen door de verschillende zintuigen en tenslotte vlak voor de toegang tot het muZIEum het oog dat opent en sluit. In het volgende stadium brengt een gastheer / gastvrouw de bezoeker naar een museale ruimte beneden de begane grond, waar de paradox beleefd kan worden. Deze omvat een selectie uit de Canon van de geschiedenis van het blind-zijn. De nadruk ligt op kennisoverdracht die in tekst, beeld en geluid plaatsvindt, maar ook door aanraking van objecten en door geur, waardoor resp. de tastzin en de reukzin worden geprikkeld. Naar gelang de gemaakte afspraken volgen één of meer episoden van verblijf onder leiding van een blinde gids in totale duisternis in maximaal drie belevenisruimten, die van elkaar gescheiden kunnen worden door een geluidsimpressies (de zang van vogels, een waterval, de branding, die overgaan in muziek e/o zang). De laatste verblijfsruimte is voor de exodus bestemd. De bezoekers wennen geleidelijk aan het licht en herontdekken in deze laatste ruimte de waarde van zien versus niet-zien, omringd door een filmimpressie vanuit het park dat middenin het Keizer Karelplein ligt, bij nacht…, in de ochtendschemering en overdag met de bijbehorende geluiden. De evaluatie met de gids in de foyer maakt verdere verwerking mogelijk. Samenwerking Keizer Karel Podia Voor het toekomstige nieuwe muZIEum is met name de beschikbare ruimte zeer in het voordeel. De ruimte biedt gelegenheid voor het realiseren van meerdere thematisch/inhoudelijk uiteenlopende donkerbelevingen waardoor de opname capaciteit aanzienlijk hoger zal zijn in vergelijking met de oude situatie aan de Nieuwe Marktstraat. De reeds aanwezige personele bezetting die ten dele kan worden ingezet alsmede de fysieke functionaliteiten en kwaliteiten van het gebouw (nabijheid station, openbaar vervoer, parkeergelegenheid, receptie en aanwezige techniek) leiden tot aanzienlijke synergie voordelen. Uitgangspunten De samenwerking tussen KKP en muZIEum moet gebaseerd zijn op de volgende uitgangspunten: ‐
Het blijven twee autonome organisaties die hetzelfde gebouw gebruiken
‐
De organisaties werken samen waar mogelijk waardoor synergievoordelen behaald kunnen worden
‐
In de kern zijn beide organisaties complementair: de dagfunctie van het muZIEum en de einde-middag/avondfunctie van de KKP.
‐
De samenwerking moet worden aangegaan voor een periode van minimaal vijf jaar
‐
Benodigde investeringen aan het gebouw worden volledig gedragen door het muZIEum
48
‐
Het muZIEum heeft een kansrijk ondernemingsplan voor deze minimale periode van vijf jaar
‐
De primaire functie van de schouwburg (podiumkunsten) mag op geen enkele wijze in gevaar gebracht of beperkt worden
Positionering in de Schouwburg Het uitgangspunt is dat de bezoekers van het muZIEum het pand via de hoofdingang betreden. De foyer op de benedenverdieping dient als opvang. Via de trappen bij de artiestenkleedkamers daalt men af om in de kelder 2 donkerbelevingen (DB’s) te kunnen ervaren. De bezoekers verzamelen zich in de foyer op de benedenverdieping. Van belang is dat men gebruik gaat maken van het digitaal reserveringssysteem (Keizer Karel Podia): bezoekers dienen vooraf via de website of telefonisch een reservering te maken, waarbij men moet kunnen selecteren uit beschikbare tijdslots. Spontane aanloop is in beginsel niet mogelijk en de activiteiten worden hiermee goed te plannen. Na de kaartcontrole gaat de bezoeker via de foyer naar de kelder voor de donkerbeleving. Na afloop komen de bezoekers weer terug om in de foyer het museale gedeelte te bekijken. Er is inmiddels een integrale herindeling van de foyer ontworpen die beide functies (theater en muZIEum) van het gebouw tot zijn recht laat komen. Het bestuur is inmiddels in gesprek met de directie van de Keizer Karel Podia waarin nadere wensen en detaillering worden uitgewerkt. Bouwkundige aanpassing en routing. De offertes voor de bouwkundige aanpassingen, installaties en inrichting van de donkerbelevingen zijn binnen en verwerkt in de investeringsbegroting. De tekeningen liggen ter goedkeuring bij bureau Bouw en Wonen van de Gemeente Nijmegen. Het vernieuwde concept van de Donkerbelevingen is uitgewerkt en wordt momenteel verder gedetailleerd. Huurovereenkomst Een officieel taxatierapport met betrekking tot de verhuur van de commerciële ruimte in de Stadsschouwburg is opgemaakt door Verbeek Bedrijfsmakelaar. Tevens is er een concept Huurovereenkomst opgemaakt door de directie van de Keizer Karel Podia die de komende tijd nader zal worden besproken. Werkgroepen Voor de definitieve uitwerking van huisvesting en de ontwikkeling van de nieuwe donkerbelevingen zijn twee werkgroepen opgericht. Vanuit de Gemeente Nijmegen maakt Eric Cobussen deel uit van de werkgroep Huisvesting en heeft Maerle Schnabel een bijdrage geleverd aan de brainstormsessie voor de ontwikkeling van de donkerbeleving.
49
Visualisaties Onderstaand een aantal visualisaties van het muZIEum in de stadsschouwburg. De officiële bouwtekening ligt ter inzag bij bureau Bouw en Wonen, of kan desgewenst opgevraagd worden bij onze Stichting.
50
51
52
9. Planning en fasering
Fase I:
mei 2011 tot en met december 2011: “Verwerving van noodzakelijke extra financiële middelen en fondsen alsmede het vinden van een adequate nieuwe huisvesting”.
Fase II:
1 september 2011 tot en met 31 december 2011: “Opstarten en ontwikkelen nieuwe concepten”
Gewenste openingsdatum: 15-01-2012 Desgewenst is een gedetailleerde operationele planning beschikbaar. Echter zal deze in afwachting van het definitieve besluit van directie en Raad van Toezicht van de Keizer Karel Podia later worden bijgesteld. Op hoofdlijnen wordt er in fase I aan de volgende onderwerpen gewerkt: Opstarten muZIEum (15-11-2011 tot en met 31-12-2011)
Ontwikkeling donkerbeleving
Realisatie huisvestingplan
Gefaseerd werven van personeel en inwerken
Start marketingcommunicatie onderwijs en bedrijven
Inrichten ruimtes en inregelen gebouw
Met betrekking tot personeel:
Er is reeds (parttime) een algemeen manager aangesteld. Na de officiële doorstart zullen een parttime secretariaatsmedewerker en een parttime PR-medewerker worden aangesteld. In deze fase zullen de werkgelegenheidspartners de organisatie analyseren op taken en functies die door mensen met een beperking kunnen worden ingevuld. Speciale aandacht zal uitgaan naar mensen met een visuele beperking. Een eerste inventarisatie van (blinde) gidsen is gedaan en levert voldoende capaciteit op.
53
Gevraagd besluit Het bestuur van de Stichting Dienstverlening doorstart muZIEum verzoekt het College van Burgemeester en Wethouders en de Raad van de Gemeente Nijmegen:
De meerjarenbegroting en de huisvestingsopzet te accorderen
De gereserveerde subsidie van 2 x € 100.000,-- definitief te bestemmen voor de doorstart van het muZIEum
54
Aanleveren begrotingswijziging Steller
B. Linders
BW Soort wijziging Soort besluit Besluitperiode Omschrijving
BW-01150 Renaiss. M Let Begrotingswijziging BESL-RAAD 201111 Renaiss. MuZieuM
op, lees eerst de WERKINSTRUCTIE die op het intranet staat.
100.000,00 100.000,00 goed 100.000,00 100.000,00 goed
Verrekeningen debet Verrekeningen credit Saldo Totaal debet Totaal credit Saldo kpl /
product
kosten-
wijk
functie
goed
0,00 0,00 goed
0,00 0,00
0,00 0,00 goed
0,00 0,00
0,00 0,00 goed
0,00 0,00
0,00 0,00
goed
goed
goed
goed
2012
2013
2014
2015
Deb / 2011
product specificatie soort Soort mutatie Document soort 60586 D 44015 61074 F022 86004 0500 F022 46032 0712 D D
0,00 0,00
Omschrijving
Cred
D D D D
D C D D
EM Eenmalig WYZ-EM 100.000,00 100.000,00 100.000,00 -100.000,00
Pagina 1 van 1
Bp2 aanwending saldires Bp 2 onttrekking saldires Bp 2 onttrekking saldires Bp 2 onttrekking saldires
Financiele bijsluiter begrotingswijziging
2011 Baten
2012
Lasten 100
Totaal effect wijziging
Bedragen x € 1.000
: BW-01150 Een renaissance voor het MuZieuM
Saldo
100
Baten 0
0
0
2014
2013 Saldo
Lasten
Baten 0
Lasten 0
10-nov-11
Baten
Saldo 0
0
Lasten
Saldo 0
0
0
1071 Cultuur 2012
2011 Baten
Lasten
Baten
Saldo
Was
447
19.945
Voorstel:
100
100
19.498
Bp 2 onttrekking saldires
100
0
Bp2 aanwending saldires
0
100
100
547
20.045
19.498
hTotaal 1071 Cultuur
Lasten
2014
2013 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
270
19.805
19.535
270
19.669
19.399
27IP
19.010
270
19.805
19.535
270
19.669
19.399
270
19.010
Saldo 18.741
-100
Pagina 1
18.741