Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de minister mr J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG
Utrecht, 10 mei 2010
Onderwerp: Onze ref.:
inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten 100211
Geachte heer Donner, bezoekadres Verenigingsbureau Divosa Oudenoord 174 3513 EV Utrecht postadres Postbus 407 3500 AK Utrecht telefoon 030-233 233 7 fax 030-233 37 26 website www.divosa.nl e-mail
[email protected]
Divosa vindt het van groot belang dat gemeentelijke uitvoerders ook op landelijk niveau inzicht bieden in de besteding van het participatiebudget en meer specifiek de re-integratiegelden. Divosa publiceert deze gegevens daarom jaarlijks in de Divosa-monitor. Wij ondersteunen hiermee de doelstellingen in uw Plan van Aanpak Re-integratie uit 2008 en hopen daar een constructieve bijdrage aan te kunnen leveren. Met deze brief informeren wij u alvast over de eerste resultaten van de monitor van dit jaar. Voor een uitgebreide toelichting verwijs ik u naar de bijlage. Onderzoeksresultaten - Net als vorig jaar vertonen gemeentelijke begrotingen een tekort op hun reintegratiebudget. Dit jaar is het tekort 13,5%. - De afbouw van de ‘oude’ gesubsidieerde banen gaat nog steeds door. - Het aantal tijdelijke loonkostensubsidies is stabiel, maar de kosten per traject stijgen. - Het aantal trajecten gericht op sociale activering stijgt. Dat houdt in dat er meer aandacht is voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. - Het aantal scholingstrajecten is afgelopen jaar verdubbeld. Belang re-integratiegelden Zoals u weet zijn de re-integratiemiddelen van groot belang voor het werk van gemeentelijke sociale diensten. Als wij willen dat iedereen meedoet, aan het werk gaat of in ruil voor de uitkering iets terug doet voor de maatschappij, dan moeten wij mensen daartoe ook de kansen en mogelijkheden geven. Uit de toenemende inzet van beroepskwalificerende scholing en loonkostensubsidies blijkt bovendien dat gemeenten bij hun investeringen de vraag van werkgevers steeds meer voorop zetten. In de Rijksbegroting, gepresenteerd op Prinsjesdag 2009, is al besloten voor de komende jaren te korten op het re-integratiebudget van gemeenten. Vanaf dit jaar tot en met 2014 moeten gemeenten in totaal € 435 miljoen inleveren. Tegelijkertijd neemt de instroom in de bijstand sinds 2009 weer toe. Dat betekent dat sociale diensten meer mensen moeten helpen met minder budget. Natuurlijk gaan sociale diensten keihard werken om hun dienstverlening op peil te houden en waar mogelijk te verbeteren. Het is de reden waarom gemeenten voor het tweede achtereenvolgende jaar meer uitgeven dan er binnenkomt. Het gebeurt ook steeds
vaker dat gemeenten eigen geld inzetten om hun participatiedoelstellingen waar te maken. Korten op het re-integratiebudget is voor de gemeentelijke prestaties niet behulpzaam. Onderzoek participatie-ontwikkeling Tot slot nog het volgende. Binnen gemeenten groeit de behoefte om inzicht te bieden in de participatie-ontwikkeling van gemeentelijke klanten. Het draait immers om meer dan de uitstroom naar werk. Elke tussenstap is winst. Dit is de reden waarom een aantal gemeenten, Divosa en VNG de handen ineen hebben geslagen om door middel van onderzoek een eerste inzicht te verschaffen in de participatie-ontwikkeling van klanten. Dit zal gebeuren in gemeenten die al een tijdje met een participatie- of re-integratieladder werken. Deze gemeenten vormen nu nog een kleine groep, maar groeien snel in aantal. Tweederde van de sociale diensten werkt inmiddels met een ladder, de meesten zijn net begonnen. Nog eens een kwart is van plan een ladder in te voeren. Wij willen dit onderzoek naar de participatieontwikkeling van gemeentelijke klanten, dat wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeker, volgend jaar presenteren. Met vriendelijke groet, Verenigingsbureau Divosa
René Paas Voorzitter
P.S.: Een afschrift van deze brief sturen wij ook naar de leden van de Vaste Kamercommissie voor Werk en Inkomen.
Voorpublicatie Divosa-monitor 2010 Inleiding Voor re-integratie-activiteiten ontvangen gemeenten het werkdeel. Met dit geld ondersteunen zij burgers om hen zo zelfstandig mogelijk te laten meedoen aan de samenleving, het liefst zonder dat er een uitkering nodig is. Bestandsontwikkeling Wwb (<65 jaar) Sinds december 2008 is het aantal bijstandsgerechtigden na een jarenlange daling weer aan het oplopen. Eind 2009 stond de teller op 280.800. In 2009 is het aantal mensen in de bijstand dus gestegen met 22.020. Het aantal bijstandsuitkeringen loopt niet in de pas met de werkloosheid. Omdat de meeste werklozen eerst aanspraak kunnen maken op een werkloosheidsuitkering, uit een stijgende werkloosheid zich met vertraging in de bijstandscijfers. Tabel 1: Aantal bijstandsuitkeringen (<65 jaar) (ultimo-cijfers)
Aantal bijstandsuitkeringen
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Jan. 2010*
Feb. 2010*
338.580
328.000
300.950
273.980
258.780
280.800
283.830
287.080
* Voorlopig cijfer Bron: CBS Statline
Figuur 1: Aantal bijstandsuitkeringen jonger dan 65 jaar 400000
350000
300000
Reeks1
250000
200000 2004 Bron: CBS Statline
2005
2006
2007
2008
2009
Tekorten op re-integratiebudget De respondenten van de Divosa-monitor 2010 ontvingen in 2009 62% van het reintegratiebudget. Net als vorig jaar vertonen gemeentelijke begrotingen een tekort op dit budget. De totale uitgaven van de gemeenten in dit onderzoek zijn in 2009 13,5% hoger dan het re-integratiebudget dat zij in dat jaar ontvingen (tabel 2). Tabel 2: Besteding werkdeel door respondenten in 2008 en 2009 Budget 2008 Uitgaven 2008
Budget 2009
Uitgaven 2009
Totaal
955.535.592
1.088.226.317
995.403.349
Percentage besteding
1.046.589.351
105,1%
113,5%
Afbouw oude gesubsidieerde banen De afbouw van de ‘oude’ gesubsidieerde banen gaat gestaag door. In 2008 besteedden gemeenten een derde van hun budget aan ID- en Wiw-banen. In 2009 is dat teruggebracht naar een kwart (tabel 3). Deze afname is deels het gevolg van natuurlijk verloop en deels het gevolg van beleid. Vooral grotere gemeenten, die de afgelopen jaren relatief veel geld staken in de ID- en Wiw-regelingen, hebben actief ingezet op afbouw. Aantal loonkostensubsidies stabiel, maar kosten stijgen Onder loonkostensubsidies vallen niet alleen de subsidies voor de werkgever, maar ook de scholings- en begeleidingskosten. De subsidie compenseert de werkgever voor de lagere productiviteit van de nieuwe werknemer bij aanvang van het dienstverband. De scholingskosten zijn bedoeld om de werknemer de juiste kennis en vaardigheden voor de baan mee te kunnen geven. De begeleidingskosten worden gemaakt door een reintegratiebedrijf en/of de gemeente zelf. De kosten zijn gebaseerd op maatwerk en verschillen dus van persoon tot persoon. Net als in 2008 vormen loonkostensubsidies in 2009 13% van het totaal aantal trajecten. Tegelijkertijd is het besteed budget voor deze tijdelijke financiële ondersteuning gestegen van 21 naar 30% (vergelijk tabel 3 en 4). Deze kostenstijging is bijna geheel te verklaren door een stijging van de kosten per traject. Wat is de verklaring voor de stijging van deze kosten? Het meest aannemelijk is dat werkgevers het afgelopen jaar gemiddeld een langere en/of hogere loonkostensubsidie hebben gekregen voor de Wwb’er die zij in dienst hebben genomen. Dit gebeurt als de afstand tot de arbeidsmarkt van de kandidaten gemiddeld genomen groter is. De crisis kan ook een rol spelen: werkgevers hebben minder financiële ruimte om ruimhartig in nieuw personeel te investeren. Een deel van de stijging is daarnaast toe te rekenen aan de toename van de loonkosten. Meer aandacht voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt Het aantal trajecten voor sociale activering is gestegen van 15 naar 21%. Sociale diensten geven gemiddeld genomen ook een groter deel van hun re-integratiebudget uit aan dit type trajecten die niet in eerste instantie gericht zijn op uitstroom naar werk. Ondanks de crisis en de nieuwe instroom, zien gemeentelijke sociale diensten het dus als hun verantwoordelijkheid om iedereen te helpen. Zelfs als dat een langdurige investering betekent.
Tabel 3: Inzet van re-integratiemiddelen als percentage van het totale budget 2008
2009
33,9%
24,4%
21,3%
30,0%
26,1%
25,1%
Ondersteunende activiteiten/instrumenten (zoals schuldhulpverlening, kinderopvang, reiskosten, etc.)
5,2%
7,6%
Beroepskwalificerende scholing (waaronder ook voorschakeltrajecten voor terugkeer naar onderwijs)
7,8%
5,1%
Sociale activering (vrijwilligerswerk, persoonlijke ontwikkeling en vergelijkbare activiteiten die niet rechtstreeks als einddoel werk hebben)
5,6%
7,4%
0,1%
0,4%
Gesubsidieerde arbeid oude regelingen (zoals Wiw / ID) Tijdelijke loonkostensubsidies (hieronder vallen vormen van werken met financiële ondersteuning voor de werkgever en verloningsconstructies inclusief begeleiding) Begeleidingstrajecten naar werk (hieronder verstaan we alle reintegratietrajecten al dan niet modulair, waaronder sollicitatietraining, matching e.d. gericht op uitstroom naar werk)
Persoonsgebonden re-integratiebudget
Opmerking: de cijfers voor 2008 zijn gebaseerd op de Divosa monitor 2009. De cijfers voor 2009 zijn gebaseerd op de Divosa monitor 2010.
Tabel 4: Aantallen trajecten als percentage van het totaal 2008
2009
12%
7%
13%
13%
33%
26%
Ondersteunende activiteiten/instrumenten (zoals schuldhulpverlening, kinderopvang, reiskosten, etc.)
20%
25%
Beroepskwalificerende scholing (waaronder ook voorschakeltrajecten voor terugkeer naar onderwijs)
4%
8%
Sociale activering (vrijwilligerswerk, persoonlijke ontwikkeling en vergelijkbare activiteiten die niet rechtstreeks als einddoel werk hebben)
15%
21%
1%
1%
3%
-
Gesubsidieerde arbeid oude regelingen (zoals Wiw / ID) Tijdelijke loonkostensubsidies (hieronder vallen vormen van werken met financiële ondersteuning voor de werkgever en verloningsconstructies inclusief begeleiding) Begeleidingstrajecten naar werk (hieronder verstaan we alle reintegratietrajecten al dan niet modulair, waaronder sollicitatietraining, matching e.d. gericht op uitstroom naar werk)
Persoonsgebonden re-integratiebudget Oplossen wachtlijsten Wsw*
Opmerking: de cijfers voor 2008 zijn gebaseerd op de Divosa monitor 2009. De cijfers voor 2009 zijn gebaseerd op de Divosa monitor 2010. *Deze post is niet uitgevraagd voor de Divosa-monitor 2010, omdat dit vraagstuk minder actueel is. Wsw’ers die nu nog op de wachtlijst staan en willen werken, krijgen in de meeste gevallen een loonkostensubsidie.
Verdubbeling aantal scholingstrajecten Opvallend is de verdubbeling van het aantal scholingstrajecten. Hoewel gemeenten verhoudingsgewijs minder geld uitgeven aan scholing, stijgt het aantal trajecten van 4 naar 8% (tabel 4). Gezien de crisis is dit een begrijpelijke ontwikkeling: op het moment dat er minder vacatures zijn en directe bemiddeling minder succesvol is, zetten gemeenten in op het fit maken (of houden) van mensen voor de arbeidsmarkt. Conclusie: re-integratie steeds meer werkgevergericht Uit de toenemende inzet van beroepskwalificerende scholing en loonkostensubsidies blijkt dat gemeenten de vraag van werkgevers steeds meer voorop zetten bij de inzet van hun reintegratiebudget.
Respons Aan dit onderzoek hebben 84 sociale diensten meegedaan die 134 gemeenten vertegenwoordigen. Deze gemeenten kregen in 2009 62% van het re-integratiebudget hadden 60% van de bijstandspopulatie als klant. De respons onder grote gemeenten en ISD-en is hoog. Kleinere gemeenten zijn in dit onderzoek wat ondervertegenwoordigd. Dit is geen groot bezwaar omdat de cijfers gewogen zijn naar gemeentegrootte. Tabel 5: Responsverantwoording De cijfers voor 2009 vertegenwoordigen: aantal Nederlands gemeenten 2009 % van het toegekende werkdeel 2009 % van het aantal bijstandsgerechtigden G4 G32* ISD* Kleinere gemeenten *Dordrecht is meegerekend onder de ISD’s
134 62% 60% n=4 n=17 n=17 n=46