Factsheet
Ondergronds ruimtegebruik vanuit duurzaamheidsperspectief Lezing uitgesproken tijdens de Dag van het Ondergronds Bouwen op 31 januari 2008 in Amsterdam door Han Admiraal.
Dames en heren. De Britse historicus Simon Schama schrijft in zijn boek ‘The Embarrassment of Riches’ over de Nederlandse cultuur ten tijde van de Gouden Eeuw. Een niet onbelangrijke periode uit onze vaderlandse geschiedenis. In deze eeuw werd de welvaart gelegd waar we nu nog van profiteren en het zal duidelijk zijn dat veel van wat Amsterdam ons te bieden heeft uit deze tijd of later afkomstig is. Het is de tijd waarin met name de zeevaart bijdroeg aan die welvaart. Het is de tijd van de VOC. Schama spreekt in zijn boek over hetgeen typerend is voor de Nederlandse cultuur en wat ons onderscheidt van andere landen. Op de eerste plaats is daar de strijd met het water. Nederland werd letterlijk overspoeld door water en kende vele vloeden die de wijsheid van het zich nederzetten in een rivierdelta regelmatig betwistte. Uniek was, dat in de strijd tegen het water iedereen gelijk was. Je komaf was niet echt bepalend of onderscheidend. Als het water kwam, verdronk iedereen tegelijk. Het is in deze tijd dat het voor Nederland typerende stelsel van waterschappen is ontstaan. Organisaties die de burgers gingen beschermen tegen het water. Organisaties die de strijd aanbonden met het water. Het waren ook organisaties waar een direct verband bestond tussen de gelden die zij inden en wat zij als tegenprestatie te bieden hadden. De strijd tegen het water verbond ons en verbindt ons nog steeds. Gekoppeld aan de strijd tegen het water ontstond het fenomeen dijk, polder en dus ook inpoldering en landaanwinning. De inmiddels bij iedereen bekende typering ‘God created the World, but the Dutch their own’ vindt zijn oorsprong in deze tijd. Wij hebben dus niet alleen een traditie als het gaat om water, het zoeken, vinden en creëren van nieuwe ruimte is daar een direct afgeleide van. Opvallend genoeg wordt in onze tijd de VOC door bestuurders en met name onze Minister-President nogal eens opgevoerd om de burgers te motiveren. Motiveren om weer ondernemend te worden. Ondernemend zoals we in de Gouden Eeuw waren en die ons land een voor die tijd een ongekende welvaart opleverde. Ontegenzeggelijk waren de lieden van de VOC ondernemend. Het waren zeevaarders die op ontdekkingsreis gingen. Zij verkenden de wereld om zich heen en gingen op zoek naar nieuwe mogelijkheden. En ze deden dat in veel gevallen in het algemeen belang, of in ieder geval in het belang van de mensen
1
The Dutch Mariners Wherever profit leads us, To every sea and shore, For love of gain the wide, World’s harbours we explore Joost van den Vondel 1639
die achter hen stonden. In die tijd was het ook gebruikelijk om de kaapvaart te legaliseren. Er werden kaperbrieven verstrekt, waardoor het hier niet meer ging om een ordinaire schurkendaad, maar om een legaal handelen. De regelgeving paste zich als het ware aan de nieuwe ontwikkelingen aan, omdat deze een enorme voorspoed beloofde voor allen. In dit laatste ligt wat mij betreft een wijze les voor de overheid nu, in de zin dat regelgeving op dit moment nieuwe ontwikkelingen alleen maar lijkt tegen te houden. Dus de burger mag best ondernemend worden, er moet alleen wel een moderne variant op de kaperbrieven bedacht worden om dit mogelijk te maken. Toch verdient het ondernemende karakter van de VOC een nadere precisering. Dit ondernemen was namelijk op zichzelf weer een afgeleide van een tweetal andere waarden die kenmerkend zijn voor de Nederlander. Ik doel hierbij op exploratie en adaptie. Nederlanders zijn ontdekkingsreizigers, steeds weer op zoek naar nieuwe werelden, nieuwe kansen. Tegelijk hebben we ook van de strijd met het water geleerd dat we ons steeds opnieuw moeten aanpassen aan de omstandigheden. Het zijn deze waarden die naar mijn mening veel meer benadrukt zouden moeten worden. Waarom? Omdat de komende jaren het uiterste van ons zullen vergen, zeker in termen van adaptie. De klimaatverandering, wat er ook aan ten grondslag mag liggen, betekent in ieder geval meer water. Water dat ook een plaats moet krijgen, want inmiddels weten we ook dat de natuur zich niet op alle fronten laat temmen. Hoeveel ruimte er nodig is voor het water is becijferd door de Commissie Waterbeheer 21e eeuw. De commissie verwacht dat voor het hoofdsysteem tot 2015 ongeveer 40 duizend hectare aan ruimte voor retentie en afvoer nodig is. Voor de regionale stroomgebieden is dat ongeveer 15 duizend hectare. Tussen 2015 en 2050 komt daar nog een kleine 20 respectievelijk 35 duizend hectare bij. Even als vergelijking: de provincie Zuid-Holland kent op dit moment een omvang van 282.735 hectare. De claim die door de Commissie Waterbeheer is neergelegd beslaat dus 15-20% van het oppervlak van deze provincie. Het gaat hier overigens om nieuwe ruimte die nodig is, laten we daar duidelijk over zijn. Ten tijde van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, enige jaren geleden, is door het Ministerie van VROM becijferd dat om aan alle ruimtelijke claims invulling te geven er een extra provincie met de omvang van Zuid-Holland nodig is. De grootste claims komen voort uit natuur en water. Maar er zijn ook andere claims. “Als iedereen zou gaan wonen op een plek die hijzelf mocht uitzoeken, zou Nederland te klein zijn. Dan moet er, blijkens een TNO-onderzoek, tot 2010, 35 procent meer ruimte worden vrijgemaakt dan in de bestaande plannen gebeurt.” Laat deze getallen even rustig op u inwerken. Niet alleen het perspectief van meer water maakt dat we onze talenten op het gebied van exploratie en adaptie weer moeten aanscherpen, ons land is, hoe gek het ook klinkt, overvol. Er is veel meer ruimte nodig dan we hebben om aan alle wensen tegemoet te komen. Dat we dit niet altijd als zodanig herkennen komt juist omdat er nog zoveel open ruimte is voor natuur- en waterfuncties. De druk die op de beschikbare ruimte staat moet dan ook zeker niet uitgelegd worden als de verhouding tussen bebouwd oppervlak
2
en het nog niet bebouwde oppervlak. Met andere woorden: het feit dat er nog bossen zijn, koeien rondlopen in de weide en bloembollen achter de duinen ekweekt worden, zegt niets over het al dan niet aanwezig zijn van ruimtedruk. g Die ruimtedruk is er al en die is gigantisch als we de cijfers die ik net noemde in aanmerking nemen. We zullen dus op zoek moeten naar nieuwe oplossingen, naar nieuwe ruimte. Ons historisch en cultureel bepaald talent schiet ons daarbij te hulp. Niet alleen zijn we al aan het denken over drijvende watersteden, ook de ondergrond vormt een interessante optie. Nederland behouden betekent dat we de strijd met het water weer moeten aanbinden en op zoek moeten naar nieuwe mogelijkheden van landaanwinst. Bij dat laatste moeten we niet alleen denken aan uitbreidingen in de Noordzee zoals de Tweede Maasvlakte, een industrie- eiland voor de kust of Schiphol in zee. Landaanwinst kan ook plaatsvinden door de ondergrond in te gaan, door letterlijk diep te gaan denken. Wat maakt ondergronds bouwen nu zo bijzonder? Het simpele feit dat we in staat zijn ondergronds én onderwater te bouwen. We zijn in staat nieuwe ruimte te winnen in de ondergrond. Markant is dat historisch gezien dit ook al gebeurde door kelders onder gebouwen. Alleen waren we toen nog niet zo goed in staat deze waterdicht te maken. Tijdens mijn opleiding werd het voorbeeld van een onder water gelopen kelder van een notariskantoor als schrikbeeld gebruikt om ingenieurs in opleiding er vooral van te weerhouden kelders aan te leggen. De tijd is nu echter gekomen voor een transitie in ons denken. We moeten ons oude paradigma verlaten waarbij het maaiveld een soort van onoverbrugbare barrière naar een andere wereld is. Onder onze voeten ligt een enorm potentieel aan nieuwe ruimte. Ik heb het dan overigens uitsluitend over de laag van maaiveld tot – 40 meter. Tot die diepte reiken de stations van de Noord-Zuidlijn. Het diepste punt qua infrastructuur in Nederland is de Westerscheldetunnel die plaatselijk op -60 meter ligt onder de Pas van Terneuzen. Doordat we technisch nu ondergrondse objecten aan kunnen leggen die droog blijven, ontstaan er vele nieuwe mogelijkheden. Mogelijkheden die we snel moeten gaan benutten. Er is een zekere urgentie als het gaat om Nederland te behouden voor onszelf maar ook voor toekomstige generaties.
Postkoetsdienst over de Mont Cenis
De kernvraag lijkt te zijn: wat weerhoudt ons nog? Auke van der Woud beschrijft in zijn boek ‘Een nieuwe wereld, het ontstaan van het moderne Nederland’ hoe tunnels nieuwe impulsen gaven aan infrastructuur: “In 1870 was de berg voor het dubbele spoor tussen Parijs en Turijn open. De postdienst over de pas van de Mont Cenis was verleden tijd: de koetsen die met tien paarden of met vijftien, twintig muilezels waren bespannen, afhankelijk van het jaargetij. De tunnel bewees dat de nieuwe infrastructuur van de spoorwegen voortaan geen technisch maar hoogstens een financieel probleem zou zijn. Gebrek aan economisch perspectief was inderdaad de reden waarom veel plannen die na de opening van de Mont Cenistunnel werden gemaakt, niet levensvatbaar waren: plannen voor een tunnel onder de straat van Gibraltar, voor een ijzeren tunnel
3
door de Bosporus die bij Istanbul moest worden afgezonken, voor een tunnel door de Sont ter verbinding van Denemarken met Zweden.” Zo’n 140 jaar geleden lagen de plannen van ingenieurs al klaar voor verbindingen die pas in onze tijd tot stand zijn gekomen. De tunnel tussen Denemarken en Zweden is er gekomen, de Øresundverbinding werd in 2000 geopend. In Istanbul wordt op dit moment gewerkt aan de tunnel onder de Bosporus om Europa met Azië te verbinden. De tunnel onder de straat van Gibraltar, daar wordt nog over gesproken maar ook Afrika en Europa zullen met elkaar verbonden worden. De vraag is alleen nog of het een tunnel of een brug zal worden.
De Øresund verbinding werd in 2000 geopend
Er lijkt dus een groot perceptiegat te zitten tussen de plannen van ingenieurs, de mogelijkheden van financiering en het gevoel van urgentie dat de verwezenlijking van deze plannen nodig maakt. Daar ligt nu juist het grote probleem. Als er geen urgentie is dan lijkt het ook qua besluitvorming allemaal niet zo hard te lopen. De eerder genoemde Commissie Waterbeheer 21e eeuw maakt in haar eindrapport hier al een opmerking over. Zij waarschuwt dat er nu al proactief opgetreden moet worden voor wat betreft ruimtelijke reserveringen, willen we straks niet te laat zijn. Dames en heren, het gevoel van urgentie is verworden tot de brug die de kloof tussen nu en straks, tussen korte termijn en lange termijn moet overbruggen. Dat maakt het debat over duurzaamheid ook zo enorm lastig. We zijn inmiddels zo gewend aan de eendimensionale instrumentele rationaliteit –ik bedoel het louter op kosten afwegen- waarmee alles benaderd wordt, dat we het vermogen kwijt geraakt zijn om vanuit een meer morele benadering onze behoefte vast te stellen. De enige uitzondering hierop vormt misschien wel de aanschaf van kunst door de overheid. Daar wordt qua argumentatie vaak succesvol gewezen op het genot dat toekomstige generaties aan een bepaald kunstwerk zullen beleven als tegenargument voor het vaak niet begrijpen van de noodzaak van een investering door de huidige generatie. Vele wetenschappers, waaronder de Amerikaanse econoom Amitai Etzioni, de Amerikaanse filosoof John Rawls, maar ook de Amsterdamse hoogleraar Dorien Pessers, wijzen er op dat ons handelen niet uitsluitend bepaald wordt door de
4
eendimensionale economische rationaliteit die op dit moment door de overheid als norm wordt gehanteerd voor de beoordeling van projecten. Wanneer er
Urgendaperspectief voor 2037
esproken wordt over duurzaamheid dan gaat het niet zozeer over de vraag of g we op korte termijn ons eigen leven prettiger kunnen maken, of dat we binnen de huidige ambtstermijn voldoende kunnen scoren voor een herverkiezing. Het gaat over de vraag of we bereid zijn nu offers te brengen om ook toekomstige generaties een Nederland te kunnen bieden waar het goed leven, werken, wonen en recreëren is. Om dat te bereiken zal Nederland de komende vijftig jaar ingrijpender moeten veranderen dan de afgelopen vijfhonderd jaar. Dat is de achtergrond van de Urgenda. Een urgentie agenda die concrete doelen stelt voor de komende veertig jaar, om van Nederland een duurzame proeftuin te maken. Nederland is een unieke delta door zijn uitzonderlijke hoge concentratie van mensen en activiteiten, grotendeels onder de zeespiegel op een deels slappe bodem. Dit biedt veel economische voordelen, maar zorgt ook voor een enorme druk op de ruimte, zoals we al gezien hebben. Het geeft ook een concentratie van problemen: verkeerscongestie, luchtverontreiniging, geluidsoverlast, wateroverlast en verrommeling. Weet u wat ons toekomstperspectief is voor 2037: één miljoen meer mensen, aanzienlijk meer huizen, 50 procent meer auto’s, drie keer zoveel vliegtuigen en nog minder ruimte. Het wassende water komt van alle kanten op ons af. Als dit perspectief niet voldoende is om een ‘sense of urgency’ te krijgen dan weet ik het niet. Er moet dus een visie komen die veel verder gaat dan die door het huidige kabinet wordt neergelegd. Reden voor de initiatiefnemers van de Urgenda, ik ben zelf één van de ondertekenaars ervan, om met een agenda voor de toekomst te komen. Een agenda die concreet aangeeft wat over één jaar, twee jaar, drie jaar, vier jaar, enzovoort bereikt moet zijn. Bereikt moet zijn willen we het eindbeeld van over 50 jaar kunnen halen. Ik noem u een willekeurig aantal voorbeelden: over één jaar is er een nieuw deltaplan klaar om in 2032 klimaat- en waterrobuust te zijn. Over drie jaar zijn alle campussen van universiteiten klimaatneutraal. Over vijf jaar zijn er duizend CO2-neutrale straten in Nederland. Over vijftien jaar is intensief ondergronds ruimtegebruik gemeengoed. Over vijftien jaar hoor ik u al denken, we zijn nu toch ook al bezig met het ondergronds gaan. U heeft gelijk, Nederland is bezig onder de grond te gaan. De Engelse architect Lord Norman Foster deed ooit de uitspraak dat er maar twee oervormen voor verblijf van de mens zijn: de tent en de grot. In Nederland hebben we al genoeg tenten gebouwd, het wordt nu tijd voor de grot. Grotten die we zelf maken, door ruimte te creëren in de ondergrond. Maar ook dat moet dan wel duurzaam plaatsvinden. Daarmee doel ik dan niet op het gebruik van duurzame bouwmaterialen. Het ondergronds ruimtegebruik kan in zichzelf pas duurzaam zijn als, we rekening houden met de functie en de al aanwezige functies in de ondergrond. Net zo goed als er een gebrek is aan een visie op macroniveau over een duurzame toekomst voor Nederland, ontbreekt het veelal op lokaal-niveau ook aan enige visie op de ondergrond. Er is geen ondergrondse ordening in ons
5
land als afgeleide op die visie. Het Centrum Ondergronds Bouwen heeft in 2004 een rapport uitgebracht over de ondergrondse ordening. Daarin werd een o nderscheid gemaakt naar een vijftal functies om het gebruik van de ondergrond te schematiseren: de transportfunctie met accent op infrastructuur, de productiefunctie, de draag- en verblijfsfunctie, de bergingsfunctie en de archieffunctie. Tevens werd geconstateerd dat er vele onopgeloste knelpunten zijn als het gaat om de vraag welke ontwikkeling we waar in de ondergrond willen laten plaatsvinden. Als voorbeeld noem ik u twee van deze vraagstukken. Het eerste komt voort uit het gegeven dat de ondergrond letterlijk de drager is van het leven bovengronds. Processen in de ondergrond voltrekken zich op een totaal ander schaalniveau dan het leven bovengronds. Denk aan de tijd die nodig was om bomen en planten om te vormen tot olie en gas dat wij nu exploiteren uit de bodem. De ondergrond is ook een belangrijke leverancier van schoon water. Iets wat bijna vergeten was totdat het grootschalig opbergen van afval in de bodem leidde tot een saneringsopgave waar we nu nog steeds mee bezig zijn. Kennis over de ondergrond en afwegingen ten aanzien van het gebruik zijn dus van groot belang. Tegelijk moeten ook andere afwegingen gemaakt worden. Bijvoorbeeld die tussen transport en energie. Het zoeken naar alternatieve energiebronnen maakt dat er op dit moment grootschalig gebruik gemaakt wordt van de bodem voor bijvoorbeeld koud/warmte opslag. Dit leidt ertoe dat er onder kantoorgebouwen maar ook woningen, honderden meters diep, buizen de bodem in gaan. Moet u zich eens voorstellen wat dit betekent. We kennen in ons land een autonome groei van kabels en leidingen in de ondergrond. Dit heeft tot een enorme chaos geleid die we nu onder controle proberen te brengen. In de eerste meter van de ondergrond hebben we als het ware een horizontaal laken van kabels en leidingen over ons land getrokken. Het halen van energie uit de bodem leidt er nu toe dat er aan dit laken nog eens verticale lamellen worden gehangen die honderden meters diep gaan. Het grootste probleem is dat dit allemaal volstrekt autonoom geschiedt, zonder enige afstemming. Het gebrek aan visie op een ordening van de ondergrond leidt ertoe dat niemand zich druk maakt over de vraag of deze ontwikkeling op termijn het aanleggen van tunnels voor bijvoorbeeld nieuwe transport- en vervoerssystemen volledig onmogelijk maakt. Waar men zich wel druk over maakt is de vraag hoe dicht de nieuwe energiesystemen naast elkaar mogen worden aangelegd om te voorkomen dat Gebeurt dat niet, dan zal ze elkaar gaan beïnvloeden. Afsnoepen van elkaars energie dus, daar kunnen we ondergronds r uimtegebruik wel regelgeving voor verzinnen, op microniveau. Het grotere geheel verliezen we beperkt blijven tot incidenten uit het oog, terwijl nu juist de ondergrond om een geheel andere benadering qua en vanzelf ophouden, omdat ordening vraagt dan de bovengrond. U begrijpt wellicht mijn zorg, willen we over binnen de door onszelf vijftien jaar inderdaad kunnen spreken over intensief ondergronds ruimtegebruik gecreëerde chaos vanuit als gemeengoed, dan moet nu een visie op de ondergrond gaan ontstaan en een het korte termijn denken, systeem van ordening, inclusief ruimtelijke reserveringen. Gebeurt dat niet, dan ieder p erspectief van een zal ondergronds ruimtegebruik beperkt blijven tot incidenten en vanzelf langere termijn onmogelijk is ophouden, omdat binnen de door onszelf gecreëerde chaos vanuit het korte gemaakt. termijn denken, ieder perspectief van een langere termijn onmogelijk is gemaakt.
6
De Urgenda vraagt niet om een sleurende en trekkende overheid met nieuwe nota’s, regels en plannen, maar om een responsieve overheid die verbindt en verleidt, stimuleert en voorwaarden schept, verbindingen legt en barrières opheft. Een overheid met een visie op de ondergrond, een visie die het mogelijk maakt om over vijftien jaar daadwerkelijk te kunnen spreken van intensief ondergronds ruimtegebruik. Maar wat is intensief ondergronds ruimtegebruik nu eigenlijk? Ik wil u aan de hand van een drietal invalshoeken schetsen welke rol intensief ondergronds ruimtegebruik kan vervullen binnen de opgave van Nederland als duurzaam-heidsproeftuin. Achtereenvolgens zullen we kijken naar het ‘bouwen als nooit te voren’, ‘bouwen waar het niet kan’ en ‘nieuw stedelijk weefsel’.
Zuid-as project, Amsterdam
Als er één ding duidelijk is geworden uit de Urgenda dan is het wel dat we moeten gaan ondernemen als nooit tevoren. De komende vijftig jaar zal Nederland meer en ingrijpender veranderen dan de vijfhonderd jaar ervoor. Dat vraagt om een totaal andere benadering van de bouwopgave en de wijze waarop deze tot stand komt. Dat vraagt om enorm pro-actief handelen en vooruit denken. Een goed voorbeeld van een dergelijke gebiedsontwikkeling is natuurlijk het Zuid-as project. De onderkenning dat er aan de zuidkant van Amsterdam een enorme ruimtelijke barrière is ontstaan door de weg- en spoorinfrastructuur, maar dat er tegelijkertijd een enorm ruimtelijk potentieel is om daar het nieuwe Central Business District te creëren, zoals zoveel grote steden dat wereldwijd kennen, ligt hieraan ten grondslag. Nu hoor ik u denken wat is er nu zo bijzonder aan het bouwen van wat kantoorgebouwen boven een snelweg. Ik kan u verzekeren dat dit een ongekende sprong voorwaarts is in ons denken. Een sprong die voor velen nog te hard gaat. Ik noem u als voorbeeld het op dit moment grote probleem van het volgtijdelijk bouwen. Binnen de huidige regelgeving lijkt het onmogelijk om spoor en weg in een tunnel te brengen, die tunnel geschikt te maken voor de gebouwen erboven en deze dan in een later stadium te bouwen. Allerlei regels op het gebied van eigendomsrecht tot aansprakelijkheid verzetten zich hiertegen, terwijl het toch allemaal zo logisch lijkt. Hier moeten dus gewoon door de overheid nieuwe kaperbrieven worden verstrekt om deze handeling legaal te maken. Het gaat immers om een handelen dat ons allemaal ten goede komt. Dat ten grondslag ligt aan een nieuwe duurzame Gouden Eeuw. Gelukkig zijn er ook initiatieven die wel slagen en die getuigen van een visie, lef en organisatie die aansluit of zelfs vooruitloopt op het nieuwe denken. Ik noem u de integrale leidingtunnel die aangelegd is onder de Mahlerlaan. Het unieke van deze leidingtunnel is niet alleen het bundelen van leidingen die voorheen allemaal een eigen plek in de ondergrond hadden en ook nog naast elkaar lagen, het gaat om het pro-actieve denken dat hieraan ten grondslag ligt. Als we dan een ontwikkelingsuitdaging aangaan als de Zuid-as, dan zorgen we ook gelijk voor innovatie als het gaat om het aanleggen van de vele navelstrengen waaraan het moderne zakenleven verbonden moet worden. Een gelijksoortig initiatief is te vinden in Arnhem waar een dergelijke tunnel is
7
aangelegd als onderdeel van de aanleg van een ondergrondse parkeergarage en vooruitlopend op de verdere ontwikkeling van ‘Arnhem Centraal’. De gebouwen die daar nog gebouwd gaan worden kunnen letterlijk inprikken op de tunnel waarin alle functies al zijn voorzien inclusief aardwarmte en een ondergronds afvaltransportsysteem. De vuilniszakken gaan de gebouwen uit en komen in een leiding terecht die ze afvoert naar een locatie waar ze in containers terecht- komen en afgevoerd worden. Zowel de ontwikkeling in Amsterdam als in Arnhem konden er komen doordat er een visie is ontwikkeld en lef werd getoond door een voorinvestering te doen. Een voorinvestering die leidt tot meer vestigingskwaliteit voor het nieuwe gebied. Een voorinvestering die als het ware een drager is voor de nieuwe ontwikkeling en waarmee voorwaarden voor nieuwe ontwikkeling geschapen worden. Het is bouwen als nooit tevoren, het gaat om megaprojecten. Tijdens het internationaal congres hebben we met een aantal van dergelijke projecten kennisgemaakt. Het gaat om megaprojecten voor megasteden. Het gaat niet om megalomane projecten. Grote projecten, bouwen als nooit tevoren is de opgave waar we voor staan. Een opgave die voortkomt uit de complexiteit waarbinnen we ruimte moeten laten ontstaan binnen het perspectief van duurzame ontwikkeling en klimaatrobuustheid.
Interieur ondergrondse uitbreiding ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem
Intensief ondergronds ruimtegebruik biedt ook de mogelijkheid om te bouwen waar het eigenlijk niet kan. Ik bespreek een aantal markante cases met u. Drie van deze cases komen uit de regio Arnhem. Die regio is als geen ander bezig met het vraagstuk van benutting van de bestaande ruimte, versus het behoud van natuurwaarde. Het Park de Hoge Veluwe kent het Museonder waarbij alleen de bovengrondse entreepartij zichtbaar is en het museum zelf een aantal lagen de ondergrond in gaat. Het behoud van het Park Bronbeek is ook van vitaal belang voor de recreatie van de stad en de leefbaarheid in het algemeen. Het ligt als een groene long tegen de stad aan. De bouw van het Nederlands Watermuseum in dit park is volledig ondergronds gebeurt. Langs de Rijnoever staat als jaren een
8
gebouw van Rietveld voor de monumentale stuwwal van het Veluwemassief. De Artez Hogeschool had echter behoefte aan nieuwe ruimte voor de faculteit Dans en Muziek. Deze ruimte is ondergronds gevonden waarbij een prachtige architectonische afwerking is bereikt voor het object zelf en er tegelijkertijd geen enkele afbreuk wordt gedaan aan de stuwwal en het bestaande gebouw van Rietveld. Daarin ligt mijns inziens de grote kracht van ondergronds ruimtegebruik. Het maakt bouwen mogelijk waar het eigenlijk niet meer kan. Belangrijker nog het voegt een geheel eigen kwaliteit ondergronds toe. De grotten die wij gaan maken kunnen van een zodanig hoogwaardige kwaliteit zijn dat het een genoegen is om ondergronds te verblijven.
Yao-Dong nabij Xian in China
Interessant is dat de oervorm die ten grondslag ligt aan met name het ontwerp van de Artez Hogeschool terug te brengen is naar dat van de Yao Dongs in China. Daar leven mensen al sinds 5000 jaar voor onze jaartelling ondergronds in door hen zelf in de rotsen uitgehouwen woningen. Het grote atrium dat ze maken zorgt voor voldoende daglicht toetreding en contact met het bovengrondse. Eén van de kenmerkende aspecten van het ontwerp van de Artez Hogeschool vind ik zelf het subtiele gebruik van zichtlijnen. Studenten die achterin een lokaal dansoefeningen doen aan de rekstok kijken door ramen via het dak naar de bomen op de stuwwal van het Veluwemassief. Deze zichtlijn ontneemt onmiddellijk ieder gevoel van ondergronds zijn, op dezelfde manier als de boom in het middenplein van de Yao Dong dat doet en ook de bomen die geplaatst zijn in de Beurstraverse in Rotterdam dat doen. Ondergronds ruimtegebruik is dus niet het verblijf in geheel door grond omsloten ruimten, het kent vele vormen en kan een ‘fun’ beleving met zich meebrengen mits de architectonische opgave juist wordt ingevuld. Een laatste voorbeeld van bouwen waar het niet kan is het project Sijtwende bij Den Haag. Een rijksweg kan daar uiteindelijk aangelegd
9
worden door het maken van een tunnel op maaiveld, een landtunnel die bovendien een ontwikkeling van woon- en kantoorgebouwen mogelijk maakte. Een mooi voorbeeld hoe een tunnel kan bijdragen tot een gebiedsontwikkeling die er anders nooit was gekomen.
Underground pedestrian walkways in Toronto, Canada
Ondergronds ruimtegebruik kan gaan bijdragen, en zal dat ook zeker moeten gaan doen, aan een nieuw ondergronds stedelijk weefsel. Een stedelijk weefsel met eigen ondergrondse knooppunten en verbindingen. Dat is zeker niet uniek. De meest in het oog springende voorbeelden zijn Underground City in Montreal en Toronto in Canada. Over Toronto gaat u straks nog meer horen en zien. Toronto kent een ondergrondse stad van 500.000 vierkante meter met 1.200 verschillende winkels waar 2.500 mensen werken. Ondergronds worden er 50 kantoorgebouwen, zes grote hotels, twee warenhuizen, meer dan 20 parkeergarages en meerdere toeristische attracties met elkaar verbonden. Dagelijks maken meer dan 100.000 mensen gebruik van deze ondergrondse stad. De reden voor het ondergronds gaan in Montreal en Toronto had met het klimaat te maken. Temperatuurextremen in Montreal, van -40oC ‘s winters tot +40oC s‘ zomers, zijn geen uitzondering. Het klimaat als factor voor het ondergronds brengen van het stedelijk weefsel. Het kan en Montreal laat ook zien dat ook hier hoogstaande architectonische kwaliteit tot de belevingswaarde kan bijdragen. Maar we hoeven niet zover van huis te gaan om ook in Nederland voorbeelden te vinden, zij het op kleinere schaal. Terug naar Arnhem en de prachtige parkeergarage die onder Arnhem Centraal is aangelegd. Markant hier is het robuuste ontwerp met veel interactie tussen de gebruikers. Markant is ook de toegang naar de parkeergarage vanuit de nabijgelegen Willemstunnel. Je rijdt als automobilist Arnhem in, de tunnel in en je staat in de parkeergarage die daarmee als toegangsportaal van formaat functioneert. Het visitekaartje voor de stad wordt in één keer afgegeven aan de bezoeker. Een ander voorbeeld is de tramtunnel in Den Haag. Een prachtige ondergrondse oplossing die vooral ook verbindingen legt tussen diverse functies. Dames en heren, ik kom tot een afronding. Ik heb u laten zien dat Nederland de komende jaren moet gaan veranderen. Een verandering die veel van ons zal vergen, omdat deze niet alleen ingrijpend, maar ook intensief zal zijn. Het is een verandering die als transitie naar een nieuw paradigma wordt gezien. Ik sprak met u over een andere rol van de overheid. Niet regulerend maar juist stimulerend, niet reactief maar pro-actief. Het vraagt van ons om het korte termijn denken om te ruilen voor een lange termijn toekomstperspectief. Een perspectief dat beter aansluit bij een samenleving die bereid is zorg te dragen voor een duurzame toekomst, waarin ook onze kinderen en onze kindskinderen plezierig kunnen habiteren in deze prachtige rivierdelta, waar we ons ooit nedergezet hebben. Dat intensief ondergronds ruimtegebruik daar een rol bij kan spelen heb ik u ook laten zien. Er zijn in Nederland inmiddels vele tunnels geboord aangelegd. Een boorproces dat steeds opnieuw eindigde met een doorbraak. Wat mij betreft
10
cial
n e an io ill b ct ly w like ya ess an the l cted, of e affe ent of thos ct n ny improvement project: the less involvem a o i fe ences for ut ef nsequ ol al co es n soci bl oa dict ta nt pre en can em s. utio er has. v e a t a l h h t we nly thing t emvper sol a i h in : t i t i s t he o g , d n n e i e t h t a y le w l rld. Ind ec be rt the w o he on e t rf ku chang , i t is ill pe s can deed yw itizen ld. in no l r o ted c e w is e mmit lik e th l, co re s ang s htfu he n ch le oug s ca :t f th he ze n dy up o citi ,t gro an ted ed t i t all ec omm sm f v l, c ta af ol tfu ha nv se tt ugh si ub ho tho do es o ft of o r er el up p t o Kurt Lenwev th en gr im i n : : l t: m W y l e e c a a n v ad jec p redi an sm ol c t ro r v me a s o n o c t i i a tp l co ha ss sf n en t e s e e l q c u em e e bt n n c e e th ov s fo ou pr qu ct: r arnd im se o je y r n v e y im p n p r co ov ni e nt ra e m o sl me sl al e f e i n t v t es c s o es n p e r o r e o c el j e el imp ct ts th en em y : c v th u t n i d, h o q a e d d, r e te l r e p feoss in te ns f ec im pr o v ec y af o c ces n l n v se ff a l e an e m u a tho ea for eecnt eq o of s f os n t ces nt h o :w o th s e uen veme lc in affe of ia seq vol kurt lew cted ew nt oc o n ss i n in l , : e w t c s l e h me c e a l n e p s r t ve rt s likeljectia: lthe c e d i u c tion ol t s o pro y will be an implementable solu cia inv e l ent s c ss o o n s ovem Kurt Leelwein: We can predict social consequences f he e q t uh imp r or any imtp: t : th rovemen of ences any ect tt pro for f jec o j e s c roj t e : t h erleasns en ro nt p en c in v y o l v em e me equ i e m m e s n t en o prov lv f those cpornov lem affect or any im vo al e e d i , n consequences f t np h m e l tnioim e s s e l i k e si l y soc w nt i l l b e an implementtahbwliellsobleua ct es pr ike: ly edi oj el e less lect pr th
Over vijftien jaar is intensief hoop ik op een doorbraak van een heel andere orde. Een doorbraak in ons denken, ondergronds ruimtegebruik m waarbij we onze collectieve zelfgenoegzaamheid, die kenmerkend is voor een ar ga ndy: no o samenleving in de top van de Maslov behoeftebevredigings- pyramide, inruilen re ne can gemeengoed in Nederland t pred ict t voor een meer op exploratie en adaptie gerichte rol. Een rol die ons niet zwaar zal he u ltim a t e Urgenda vallen, omdat deze aansluit bij ons cultureel bepaald zelfbeeld en traditie van effe ct o f an het vechten tegen het water, het inpolderen van nieuw land, van y ac tion ontdekkingstochten en nieuwe werelden vinden. In dat opzicht was de oproep van DG Keijts van Rijkswaterstaat bij de opening van het internationale congres th voor een multifunctionele tunnel die energie oplevert en schone lucht uitblaast os ea een welkom toekomstbeeld. ff e cte d, t he les s
like
ly w
ny ra
Dames en cheren, Nederland kan een voortrekkersrol vervullen op het gebied van ha rl maar ook op het gebied van duurzaam habiteren in een natte duurzaamheid, es an i ha mple nd dan nu wel echt iets gaan ondernemen met elkaar. De r ivierdelta. We moeten ma m e y: n rg table n ar s o lutiwijst Urgenda ons eeno weg et on die verder gaat dan allemaal overstappen op on me e ad an zal leiden tot een daadwerkelijk duurzaam spaarlampen. Een weg die cecht :
ill b e
pkredict t he ulti urt mate e lew ffect in: of an we y act ion ca n pr ed i
imp
pr ke ed voor ons, maar zeker voor toekomstige ly Nederland waarin het niet alleen ict w th om zich neer te zetten. Laten we die gileneraties de moeite waard zal blijven lb eu ea lt onze traditie als ruimtewinners en uitdaging aangaan, die kansen benutten en n im im at pl e zelfscheppers em eer aan doen. en ta bl le qu es ss en c ol in es f ut v or o io any ffectedl,vethe less likely will be an implem n a e e n s t i a o m b m h l t e f solutio pro en nt o edm, eth n vem to e le e nt ss l ft ikely p r h o jecto:s wilKalf fbee an i eth of an ct mplement afefless in y act ableescolu volve ed io n ro te tion ment of ,t d, those a he ve th ffected, me le el the less li ss kely will be an nt es s li k pr li k Exploratie en adaptie zijn basiswaarden voor de Nederlandse oje ely el yw ct: wil the l be ill samenleving. Deze waarden maken dat wij creatief kunnen less an be imp i n a v o imp n lem l im zijn in ons ruimtegebruik. Ondergronds ruimtegebruik past in ro citizens can change thevewmoernltd.oin ent n fdteheods ple abl a mittedvemen n m e , e e a i t isffecetne tio b t pr sollutot t raditie van VOC tda, tlange the een ll ojec u o h i s tio inpoldering. Het maakt ook e w t: th on ble less likely w n ble a ly t e l i s e l l n y t uit les o deel de zoektocht een duurzame en me be an imnaar lik s in e hin luvan p l l s emen t io vol i mp eskur g tabl n l v a n t be em t lew e e so ent klimaat ruimtelijke ontwikkeling at ilrhlobuuste lut van ons land. in: w t atn w y o ion l ev e hyeim ft l k ec i b l a e t s n o e l m u l e t l i p o m n i n hi o e less e a an e nt p ulptr b l l i r w y s h l w rojeciomvae pr ha ed,t e a the less like t: ttm e f, affeclty hee s. woinje: cW s livnevm oefntthoofsteholsiekeaffected fec olevdniectm t: ethca e nlessenlfitnefpvsero t t co ed pre so s s dic tjeocfta , e : tnhe ci th e an impleme ts y alcess he l ely will b el oc ti,otninvol ess lik l e e . h s s t v v , ement s elm ed of r ha ected ct evethose affected,thikeeenlles e aff t fe s a o f s l h i k ely h t w ill be an implementaof t y wp a gt hos olution y thin se ent ble sManagement irlloject OverhoEnprodes Enprodes Consultancy B.V. e aff em ch the onl s i : t i t , t d h e e less involv e e d b c in . a d f t l r e o w e d e o h t , tth r ge w y l i e l e k l i a l b e s s l a l e n implem Heemraadssingel 245 Consultancy B.V. is gevestigd ess likeManagement n Enprodes el n es ly will be an im entab me ecstoeldu, ttihon tabfle im plemesn le sohas. h lve oisetahfedoor p h o , i d t e e t d n lutio v I f . l in R otterdam en in 2008 opgericht Han Admiraal. 3023 d o o er Rotterdam n l nly th rement vCD e o e veessmi w n me ing t at ent project: the legsetshtiehnevwoolrvld h h t n a t . e g i n g n d P rogramma’s en projecten mogelijk maken door besluiten t e n e a n v e a h i c ab th d, it er h is th ns canan ch ly as. e on van waaruit c baseren op dialoog is de kernwaarde citize onle so d te T 010 244 99 00 s e e t h n t l t lu y e s z thi ti o ng it i i , iti n d h c Enprodes Fn 010 244 97 25 gt e t werkt. eted ha nde ny t e rld. I oisano perfect solution t it les t
[email protected] o o anything s : thioenre w ver he t andilynu t h h s p e v e l as r o ol ro ng ct s . ve ch a je earsfe me cts can mall nt 11 : n group e t . of he itiz of thou has ghtthfoul, committed c r l e e v s ss at e f thoughtful, coemamfiftete inv ctdedcit roup o g th n i h , tih o all g ze t p nt me ve ro
lb ea n
im pl
em
en ta b
le so lu tio n
Samenvatting
pr e can in: w
t edic
an predict the ultimate effect of any
ov pr y im an for ces uen seq con ial so c
.
Lew Kurt
andy: n o one c
action
co mm
charl es h
e