Rijkswaterstaat, Dienst Zuid-Holland ProRail BV De Provincie Zuid-Holland De Gemeente Moordrecht
Convenant (inzake doorstromingsmaatregelen op de A12/A20 knooppunt Gouwe in het kader van ZSMII) Nr: ZHv 24575 Bijlagen: 1. Situatietekening en Ontwerp van huidige en toekomstige situatie N456; 2. Concept Rapport Verkenningen i.k.v. bestemmingsplan/MER, d.d. 30 mei 2005
Ondergetekenden: 1. De Minister van Verkeer en Waterstaat, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Directeur Wegen en Vervoer van de Dienst Zuid-Holland van het Directoraat-generaal Rijkswaterstaat, de heer drs. K. Kosters, hierna te noemen: "De Dienst Zuid-Holland"; 2. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProRail B.V., gevestigd te Utrecht, Moreelsepark 3, vertegenwoordigd door haar directeur van de Regio Randstad Zuid, heer drs. E. Giirke MBA, ProRail hierna te noemen: "ProRail "; 3. De Provincie Zuid-Holland, 'krachtens artikel 176, tweede lid van de Provinciewet, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde Verkeer en Vervoer, mevrouw J. van Nieuwenhoven, van welke bevoegdheid blijkt uit het besluit van de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland bij besluit van dd. 7 juni 2005, nummer DRM/2005/5251. hienia te noemen: "De Provincie"; 4. De gemeente Moordrecht, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder Ruimtelijke Ordening, de heer drs. J.A J.M. Oomen, daartoe gemachtigd door de burgemeester van Moordrecht bij volmacht van 31 mei 2005. hierna te noemen: "De Gemeente" De ondergetekenden sub 1 tot en met sub 4 tezamen verder ook te noemen: "Party"en".
In 1. Aanvullend op het Fileplan ZSM-I zijn in het kader van het Hoofdlijnenakkoord 2003 door het Kabinet extra middelen beschikbaar gesteld om een aantal ontbrekende schakels in de doorgaande verbindingen en een aantal nieuwe knooppunten, die niet in ZSM-I konden worden aangepakt, aan te pakken via het fileplan ZSM-II; 2. In augustus 2004 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat opdracht gegeven tot het uitvoeren van een Quick-Scan studie naar de verkeersproblematiek en mogelijke doorstromingsmaatregelen op de A12/A20 knoop Gouwe. Deze Quick-Scan diende als verkennende studie alvorens definitieve opdrachten worden verleend voor de uitvoering van concrete maatregelen in het kader van ZSM-II. Vanwege diverse ontwikkelingen die zich in de directe nabijheid van de A20 gaan afspelen zijn Partijen bewust op zoek gegaan naar mogelijke combinaties om schaalvoordelen en maatschappelijke meerwaarde te behalen. Zo wil ProRail in verband met de verkeersveiligheid bij gelijkvloerse spoorkruisingen, alle spoorkruisingen op de lijnen Den Haag -Gouda en Rotterdam™ Gouda, uiterlijk eind 2010 ongelijkvloers geregeld hebben. De Minister van Verkeer en Waterstaat wil een oplossing bieden voor de verkeersproblematiek op de A20 in het algemeen en ter hoogte van de aansluiting Moordrecht in het bijzonder. De Stuurgroep Zuidplas wil vooruitlopend op de bouw van woningen en bedrijven voorbereidingen treffen voor de ontwikkeling van de benodigde infrastructuur; 3. De actoren die in het kader van de Quick-Scan studie benaderd zijn en hun medewerking hebben verleend zijn ProRail, de Provincie Zuid-Holland en de Sftiurgroep Zuidplas 4. In het kader van de Quick-Scan studie zijn de volgende randvoorwaarden aan de oplossingen gesteld: • overeenkomstig de beleidsuitgangspunten als ook verwoord in de Nota Mobiliteit, d.d. 30 September 2004 wordt aangenomen dat de oplossing, in het kader van de uit te voeren netwerkanalyse, niet alleen op het Hoofdwegennet (hieina te noemen: HWN) gevonden hoeft te worden, maar kan het ook zo zijn dat maatregel op het Onderliggend wegennet (hierna te noemen: OWN) een verbetering in de doorstroming van het HWN betekenen; • het moet gaan om projecten c.q. maatregelen die te realiseren zijn op korte/middellange teraiijn. Dit betekent dat het moet gaan om projecten die uiterlijk eind 2010 gereed zijn; • er moet sprake zijn van zicht op de financiering van de voorgestelde maatregelen; / 5. De Quick Scan studie heeft o.m. geresulteerd in de voorgestelde maatregel zoals nader omschreven onder 1 van de begripsbepalingen; 6. Partijen vanwege het positieve effect en het belang bij de definitieve oplossing concrete afspraken omtrent de uitwerking van het Project wensen te maken middels deze Overeenkomst;
Komen het
over een:
Artikel 1 Begripsbepalingen In deze Overeenkomst wordt verstaan onder: Het Project: verplaatsing van de aansluiting Moordrecht, inclusief het ongelijkvloers maken van de spoorkruising ter plaatse en het aanpassen van de N456 op de nieuwe aansluiting en de ongelijkvloerse spoorkruising; Artikel 2 Doel van de overeenkomst 1. Partijen verbinden zich om, met in achtneming van hetgeen bepaald is in de artikelen 3, 4, 5 en 6, ten aanzien van de nadere technische uitwerking van het Project en de uitwerking van de financiele bijdragen aan de uitvoering ervan, nadere afspraken te maken. 2. De afspraken omtrent de uitwerking van de financiele bijdragen voor het Project zullen voor 1 december 2005 door party en in een overeenkomst worden vastgelegd. 3. De afspraken omtrent de nadere technische uitwerking van het Project zullen voor 1 juli 2006 door partijen in een overeenkomst worden vastgelegd. 4. Partijen geven aan de in lid 1 genoemde verplichting vorm door een actieve en positieve benadering, daarbij intensief communicerend met de bij het project betrokken derden en wel op zodanige wijze dat het draagvlak voor de uitvoering van het Project wordt uitgebouwd en versterkt.
Artikel 3 Nadere afspraken over het Project 1. Ten aanzien van het Project komen Partijen overeen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk in juli 2005 aan de hand van het Concept Rapport Verkenningen d.d. 30 mei 2005 (Bijlage 2) de vervolgfasen voor het Project te starten onderdeel uitmakend van de bestemmingsplan/m.e.r.procedure. De onderlinge afstemming en communicatie tussen Partijen dient voortvarend te geschieden opdat realisatie van het Project uiterlijk eind 2012 gereed is. 2. De Dienst Zuid-Holland, de Provincie en ProRail zijn gehouden hun deel van het Project technisch voor te bereiden.
Artikel 4 Projectkosten en verdeling daarvan over Partijen 1. De totale kosten van het Project, worden geraamd op € 50 mln (zegge: vijftig miljoen euro). Dit bedrag is inclusief de kosten van voorbereiding, waaronder mede begrepen de kosten van de planologische voorbereiding, administratie, toezicht en inclusief btw maar exclusief de kosten voor grondverwerving. 2. De Dienst Zuid-Holland, ProRail en de Provincie spannen zich in om het geraamde bedrag, genoemd in het eerste lid, op het bevoegde bestuurlijke niveau gezamenlijk beschikbaar te krijgen.
3. Voor 1 december 2005 dienen ProRail, de Dienst Zuid-Holland en de Provincie concreet afspraken te maken over de nadere uitwerking van de financiele bijdragen aan het Project en een ander vast te leggen in een uitvoeringsovereenkomst waarbij de Gemeente ook partij zal zijn. Artikel 5 Overige verplichtingen van Partijen 1. De Provincie verbindt zich tot het om niet ter beschikking stellen van benodigde gronden voor de verwezenlijking van het Project. De Provincie maakt daartoe afspraken met de Grondbank RZG Zuidplas. 2. In Bijlage 1. wordt een concept situatietekening van de toekomstige ligging van de N456 weergegeven. De definitieve ligging van de N456, zowel in lengte als voor wat betreft het hoogteprofiel, worden in het kader van de nadere technische uitwerking bepaald. 3. De Gemeente spant zich er voor in, dat onderhavig project uit het maatregelenpakket tijdig kan starten door de noodzakelijke planologische procedures tijdig in gang te zetten en voortvarend af te wikkelen. Overige Partijen zullen de Gemeente hiertoe tijdig van voldoende benodigde informatie voorzien. Artikel 6 Communicatie en Voorlichting 1. Partijen zullen zorgvuldigheid betrachten bij het doen van mededelingen aan derden inzake aangelegenheden deze Overeenkomst betreffende, waarbij in het bijzonder met de belangen van direct belanghebbenden rekening client te worden gehouden. Gegevens die naar him aard vertrouwelijk zijn, zullen niet aan derden ter kennis worden gebracht dan met toestemming van elke partij die bij die gegevens belang heeft. 2. Een partij zal in beginsel geen persbericht uitgeven dan na voorafgaand overleg met de andere partijen. Artikel 7 Onvoorziene en biizondere omstandigheden 1. Wanneer zich onvoorziene omstandigheden voordoen, die van dien aard zijn, dat deze Overeenkomst billijkheidshalve niet ongewijzigd in stand behoort te blijven dan wel wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van deze Overeenkomst, zullen Partijen in overleg treden om te bezien welke wijziging noodzakelijk is c.q. hoe bedoelde gevolgen te regelen. 2. Dit overleg vindt plaats binnen een maand nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld. 3. Indien het overleg, niet binnen vier maanden na aanvang daarvan tot overeenstemming heeft geleid, staat het elk der partijen vrij deze Overeenkomst op te zeggen.
Artikel 8 Wijzigingen Deze Overeenkomst kan uitsMtend worden aangevuld of gewijzigd door een schriftelijk stuk dat door alle Partijen rechtsgeldig ondertekend is. Artikel 9 Rechtskarakter en geschillenregeling 1. Partijen beogen geenszins door middel van deze Overeenkomst in rechte afdwingbare afspraken te maken. 2. Indien omtrent de inhoud van deze Overeenkomst geschillen mochten ontstaan, dan maakt een van de Partijen dit schriftelijk aan de andere Partijen bekend. Partijen dienen hierop in overleg met elkaar treden ten einde minnelijk een oplossing voor dit geschil te vinden. Artikel 10 Inwerkingtreding en werkingsduur Deze overeenkomst eindigt uiterlijk eind 2010, of zoveel eerder als alle Partijen gezamenlijk besluiten dat de gemaakte afspraken volledig zijn nagekomen. Indien verlenging van deze overeenkomst noodzakelijk mocht blijken kan dit door toepassing van artikel 8.
Aldus overeengekomen, in viervoud opgemaakt en ondertekend te Zevenhuizen-Moerkapelle op 9 juni 2005, 1. De Dienst Zip-Holland,
de heer ir. J,/Zeilmaker b/a van de t(eer drs. K. Kosters
2. ProRail B.V.,
ie heer M. Vermont b/a/ van de heer drs. E. Gtirke MBA 3. De Provincie,
J. van Nieuwenhoven
: heer drs. J.AJ.M. Oomen