‘In de Afrikaanse religie is de priester degene die in naam van de clan het contact met de voorouders onderhoudt. Hij slaapt op gezette tijden in zijn ritueel hutje waar hij het vuurtje gaande moet houden en waar hij voor de overledenen voedsel en drank neerzet. Als hij in die hut slaapt, krijgt hij berichten door die voor hem en zijn mensen belangrijk zijn. Zo’n priester wil ik zijn: iemand die zich geïnspireerd voelt door Jezus, door het evangelie, door de mensen om me heen, door muziek, door gedichten of verhalen van welke cultuur dan ook. Hun gedachten en gevoelens wil ik vervolgens doorgeven in gesprekken, in mijn schrijven, in overwegingen op Facebook, door te proberen de tekenen van de tijd te verstaan. Piet Korse mhm
ONDER ONS 4
6
8
14
OP BEZOEK BIJ ‘NATIVE AMERICANS’ IN ARIZONA. Als lid van het hoofdbestuur van Mill Hill reist Thaddy de Deckere mhm de hele wereld rond. Onlangs was hij op bezoek bij Greg Rice mhm in de Amerikaanse staat Arizona. Greg is werkzaam onder de oorspronkelijke bevolking, de ‘Indianen’, van Noord-Amerika. “De vastberadenheid van de Indianen om hun culturele erfgoed te behouden en door te geven aan de jonge generatie is indrukwekkend. Het meeleven met de natuur en het respect daarvoor springen in het oog”. GAWAY DAYAK ZEGENBEDEN. Mathews Olili mhm, afkomstig uit Aluor, West-Kenia, behoort tot de nieuwe generatie Millhillers van Afrikaanse en Aziatische origine. Hij is uitgezonden naar Sarawak in Oost-Maleisie. In deze bijdrage beschrijft hij een bijzonder feest van de Dayak bevolking. “Terwijl in mijn eigen land Kenia het stamverband door politici misbruikt wordt om burgers te verdelen en tegen elkaar op te hitsen, houden de bewoners van Malaysia ervan om het bestaan van elk volk apart te vieren en in het zonnetje te zetten”. ACTIE TEGEN CORRUPTIE IN OEGANDA. Fraude en corruptie komen voor in alle landen van de wereld. In Afrika laat de bestrijding ervan vaak veel te wensen over. Willem Klaver mhm leverde het materiaal aan voor dit artikel over een pas gestarte campagne tegen corruptie in Oeganda. “Corruptie kost mensenlevens en bevordert een ‘cultuur van de dood’. Als we bekijken hoe onze gezondheidssector ervoor staat dan kunnen we niet anders concluderen dan dat corruptie mensenlevens kost. Datzelfde geldt voor onze wegen met de vele ongelukken door gebrek aan onderhoud”. TERUG NAAR CONGO (Deel 2) Het is wel bekend dat Congo (DRC) een van de rijkste landen van Afrika is. De meest uiteenlopende grondstoffen zijn er in overvloed te vinden. Toch blijft het land onderaan bungelen in lijst van ontwikkelingslanden. Fons Eppink mhm was in juli op bezoek in Basankusu waar al meer dan honderd jaar Mill Hill missionarissen werkzaam zijn. “Wij, Mill Hill missionarissen, hebben de Kerk in deze contreien geplant vanaf 1905. Een kleine tweehonderd Millhillers hebben door de jaren heen hun sporen hier verdiend”.
RUBRIEKEN Tussen hoop en vrees...............................................................................................................10 Millhhillers beschuldigd van seksueel misbruik...................................................................12 Uit het Archief...........................................................................................................................16 Nieuws uit de Regio...................................................................................................................19 Van her en der............................................................................................................................20
3
OP BEZOEK BIJ ‘NATIVE AMERICANS’ IN ARIZONA. Thaddy de Deckere mhm, lid van ons hoofdbestuur, bracht onlangs een bezoek aan de staat Arizona in de V.S. Hieronder verhaalt hij van een nieuw missionair initiatief onder de oorspronkelijke bevolking van deze contreien. In augustus j.l. heb ik een bezoek gebracht aan de kleine maar zeer toegewijde groep Millhillers in NoordAmerika. Nadat onze congregatie in 1866 in Londen was gesticht, werden de allereerste Mill Hill missionarissen uitgezonden naar de V.S. om daar te gaan evangeliseren onder de zwarte bevolking. Nog maar kort tevoren
oorspronkelijke (Indiaanse) bevolking in de deelstaat Arizona. De tragische geschiedenis van ‘de Indianen’ in America is voldoende bekend. Na het uitroepen van de onafhankelijkheid in 1775 heeft het langer dan een eeuw geduurd, voordat de meeste conflicten tussen de vele stammen en de federale regering
Thaddy de Deckere met bewoners van het reservaat
was de slavernij afgeschaft en met de nieuw verkregen vrijheid hadden de voormalige slaven ook de mogelijkheid gekregen om hun eigen godsdienst of levensovertuiging te kiezen. Ik bezocht er Fr. Greg Rice mhm, een Amerikaan uit de deelstaat Colorado. Nadat hij ruim dertig jaar gewerkt had in Peshawar, Noord-Pakistan, nam hij vijf jaar geleden een nieuwe uitdaging aan door te gaan werken onder de 4
van de nog jonge staat min of meer waren opgelost. Verdragen werden er gemaakt, die vervolgens weer geschonden werden. Aan de ‘Native Americans’, zoals ze tegenwoordig worden genoemd, werden reservaten toegewezen: uitgestrekte, beschermde gebieden, waarin de betreffende stam een zekere autonomie heeft. Veel mensen zijn het erover eens dat dat geen ideale oplossing is. Maar tot nu toe heeft er nog niemand een beter
alternatief aangedragen. De zomer in Arizona is bijna ondraaglijk heet. In augustus was het er dagelijks 43 graden, en veel mensen vluchten tijdens het hete seizoen dan ook naar koelere oorden. Er is ook maar weinig regenval in dit gebied. Karakteristiek zijn de metershoge cactussen, terwijl je in de verte de prachtige blauwe bergen kunt zien. Bijna een weeklang heb ik Greg vergezeld tijdens zijn bezoeken aan de verschillende gemeenschappen die soms wel een uur rijden van elkaar vandaan liggen. Op deze manier hebben we met veel mensen kunnen spreken. Greg vertelde me onderweg zijn ideeën over hoe het missionaire werk aan te pakken. Hij wil o.a. proberen om meer lokale mensen te betrekken bij het werk. Er is b.v. gebrek aan goed onderwijs en gezondheidszorg. Maar het is niet zo eenvoudig om daarvoor bekwame en toegewijde mensen te vinden. Slechts weinigen voelen zich geroepen om de gemakken en luxe van de stad op te geven en om te ruilen voor een leven met maar beperkte comfort op de hete en droge prairie. Greg, daarentegen, heeft een lange ervaring in het uiterst moeilijke Noord-Pakistan. Die ervaring, alsook zijn diep geloof in en bewogenheid om de mensen met
wie hij werkt, helpen hem om deze aanzienlijke uitdaging aan te nemen. De vastberadenheid van de Indianen om hun culturele erfgoed te behouden en door te geven aan de jonge generatie is indrukwekkend. Het meeleven met de natuur en het respect daarvoor springen in het oog. Een bewustzijn van “de Grote Geest” die alles leven doet, samen met een bereidheid om “Niet meer nemen van de natuur dan je nodig hebt” vormen hun spirituele grondhouding. Daarbij steekt het vaak ongeremde, kapitalistische winstbejag, allemaal in de naam van ‘liberty’, schril af. Vanwege de overheersende aanwezigheid van de Engelse taal en de alom aanwezige ‘Coca-Cola-cultuur’, is er maar weinig meer over van de oorspronkelijke talen. Toch zijn die niet helemaal weg, en ik heb mensen ontmoet die de stamtaal nog vloeiend spreken. Er wordt op beperkte schaal landbouw bedreven, maar veel jonge mensen zoeken werk buiten de reservaten en integreren in de Amerikaanse cultuur. Het aantal christenen onder de Native Americans in dit gebied bedraagt ongeveer 50%, van wie zowat de helft katholiek is. Thaddy de Deckere mhm
Jezus met de twaalf leerlingen in lokale kleur
5
GAWAI DAYAK ZEGENBEDEN. Sinds een tweetal jaren is Mathews Olili mhm, afkomstig uit West-Kenia, werkzaam als missionaris in Oost-Maleisië op het eiland Borneo. Hij volgt in het voetspoor van Europese Millhillers waarvan sommigen in de zeventiger jaren van de vorige eeuw het land werden uitgezet (zie elders in dit nummer). In deze bijdrage geeft hij een verslag van het jaarlijkse stamfeest van de Dayaks in Borneo. 1 juni is een belangrijke dag op het eiland Borneo. Het is de dag dat de oorspronkelijke bewoners, de Dayaks, hun stamfeest vieren. Terwijl in mijn eigen land Kenia het stamverband door politici misbruikt wordt om burgers te verdelen en tegen elkaar
de dag van de Gawai nadert, worden allerhande voorbereidingen getroffen. Al een maand van tevoren beginnen de vrouwen grote hoeveelheden van hun befaamde wijn te maken. Die drank staat bekend als ai tuak. Als de feestdag nadert, gaan de mensen naar de
‘Piring’, offer ceremonie van de Gaway Dayak
op te hitsen, houden de bewoners van Malaysia ervan om het bestaan van elk volk apart te vieren en in het zonnetje te zetten. De Dayaks noemen zo’n viering Gawai. Dus hun feestdag staat bekend als Gawai Dayak. Ik werk onder hen in de parochie Kanowit. De meeste mensen behoren tot de Iban stam, één van de grotere groeperingen onder de Dayaks. Als 6
markt om voedsel in te slaan. Mannen trekken het bos in om wilde zwijnen, vliegende vossen, apen en ander wild te schieten. Vrouwen gaan het oerwoud in op zoek naar bamboescheuten, wilde groenten en fruit; ook kappen zij grote stukken bamboe waarin zij later eten koken. Mannen gaan vissen in de rivier. Vrouwen en kinderen zoeken slakken, garnalen en krabben op de rivierbeddingen.
Dit is de tijd dat mensen die weggetrokken of zelfs geëmigreerd zijn, hun weg naar hun oorspronkelijk dorp zoeken om samen met de familie feest te vieren in een van de hoge en lange paalwoningen. In zo’n paalwoning wonen vele gezinnen die meestal met elkaar verwant zijn. Aangezien dit feest elk jaar terugkomt, is dit de gelegenheid om familieleden op te zoeken en de familiebanden aan te halen. Een bijzonder aspect van deze viering is het grote belang van zegeningen. Bij het begin van het feest offeren de Iban een haan. Ook het bloed van de haan gebruiken zij om te zegenen. De zegen
Offer ceremonie
wordt piring genoemd. Katholieken hebben hun eigen manier en beginnen het feest met een huiszegen. Soms vragen niet-katholieken en nietchristenen om ook gezegend te worden. De priester spreekt de zegen uit en sprenkelt wijwater in elke kamer en over alle mensen in de paalwoning. Dat is soms een hele klus. Daarom helpen catechisten en gebedsleiders hem om alles en allen te zegenen, terwijl anderen de rozenkrans bidden. Als er geen priester voor handen is, gaat de gebedsleider voor. Daarna begint het feest met eten en drinken. Die dag komen alle mensen samen. Elk gezin brengt het voedsel mee dat het bereid heeft. Het voedsel dat in een bamboestok klaargemaakt is,
heeft een speciale aroma. Iedereen gaat rond om van het voedsel van elk gezin te proeven. Niemand behalve de baby’s mogen die nacht slapen. Soms gaan jongelui rond met een kruiwagen om de slapers terug naar het feest te brengen. Om de gang erin te houden, organiseren de mensen verscheidene activiteiten zoals dans, karaoke muziek, toneelstukjes, cabaret en diverse competities. Het eten en drinken gaat gewoon door. Het hoogtepunt van het feest is de zogenaamde oorlogsdans, ngajat genaamd. Heel vroeger onthoofde men eerst een stelletje vijanden en stelde men de hoofden van de slachtoffers in het midden van de hut op, zodat een ieder er afzonderlijk omheen kon dansen. In plaats van de schedels plaatst men nu een bananen- of een palmboom waarin snuisterijen opgehangen zijn. Ik ben zeer onder de indruk van het belang dat de Iban hechten aan Gods zegen over dit grote feest. Zij volgen hun traditioneel geloof en offeren de piring. Zo tonen zij hun diep vertrouwen in het Opperwezen om hen te zegenen en te beschermen. Is dit jaarlijkse feest ook voor onze christenen niet een mooie manier om hun oproep tot liefde en tot gemeenschap met elkaar en met God te beleven? Mathews Olili mhm 7
ACTIE TEGEN CORRUPTIE IN OEGANDA. Samen met andere organisaties is het John Paul II Justice en Peace Centre in Kampala (Oeganda) eind vorig jaar een campagne begonnen tegen de wijdverspreide corruptie in het land. Willem Klaver mhm is hier nauw bij betrokken namens Mill Hill Oeganda. Onderstaande bijdrage is een samenvatting van materiaal dat hij ons deed toekomen.
Willem Klaver in discussie met actiegroep
Wijdverspreide corruptie en straffeloosheid in veel Afrikaanse landen is een bekend gegeven waar tot nog toe maar weinig kruid tegen gewassen lijkt te zijn. Enkele jaren geleden publiceerde Michela Wrong een boek met de titel “It’s Our Turn to Eat: The Story of a Kenyan Whistle-Blower”. Daarin beschrijft ze het fascinerende verhaal van John Githongo, een Keniaanse journalist en econoom, die, met gevaar voor eigen leven, de door en door corrupte praktijken van het Keniaanse staatsapparaat met inbegrip van President Kibaki durfde aan te klagen. Voor wie een inzicht wil krijgen in de duistere manipulaties achter de schermen en de gewetenloze handelswijze van veel Afrikaanse politici en ambtenaren is dit een echte aanrader. Toen President Yoweri Museveni in 1986 in Oeganda een einde maakte aan de chaos en de moordpartijen van zijn voorgangers was er algemene opluchting. Zijn programma voor 8
de politieke, sociale, economische en ook morele heropbouw van het land heeft indrukwekkende vruchten afgeworpen. Er is veel verbeterd in Oeganda, vooral in de beginjaren. Maar nu, meer dan vijfentwintig jaar later en met nog steeds hetzelfde regime, gedraagt de heersende klasse zich als totaal onschendbaar en verzinkt het land steeds verder in een moeras van schaamteloze corruptie. Bij gelegenheid van de viering van 50 jaar onafhankelijkheid in 2012 heeft het nationale Forum van NGO’s in Oeganda een campagne gelanceerd om een halt toe te roepen aan de steeds voortwoekerende corruptie en verloedering van het land. In een toespraak stelde de directeur van dit Forum, Richard Ssewakiryanga, dat corruptie doorgedrongen is tot in alle lagen van de bevolking en het grootste obstakel voor de economische en sociale ontwikkeling van het land is. Het John Paul II Justice and Peace Centre in Kampala, waarvan Mill Hill een van de medeoprichters is, laat zich niet onbetuigd in zijn steun aan deze campagne. Met zijn vele contacten aan de basis in bisdommen en bij religieuze congregaties kan het John Paul II JPC zeker een belangrijke bijdrage leveren in de bewustwording en bestrijding van de endemische corruptie in Oeganda. Willem Klaver is lid van de raad van bestuur van John Paul II JPC en een gedreven voorvechter van rechtvaardigheid en
gelijkheid in de samenleving. Bij de lancering van de campagne hield hij een gepassioneerd betoog waarvan hier enkele passages: “Corruptie kost mensenlevens en bevordert een ‘cultuur van de dood’. Als we bekijken hoe onze gezondheidssector ervoor staat dan kunnen we niet anders concluderen dan dat corruptie mensenlevens kost. Datzelfde geldt voor onze wegen met de vele ongelukken door gebrek aan onderhoud. En onze ambtenaren en politici, die het geld uit de staatskas
van wegen en verdere infrastructuur. Het basis en middelbaar onderwijs is kosteloos en voor iedereen terwijl er daarnaast ook nog gratis voedsel wordt verstrekt op kostscholen. Nu er recentelijk ook olie is gevonden in Oeganda zullen de inwoners van dit land, wij allemaal, moeten beslissen of dit geschenk een vloek of een zegen gaat worden in de toekomst. Alles zal afhangen van het standpunt en de inbreng van verschillende sectoren van onze Oegandese samenleving. Zonder volledige openheid over de
De politie doet ook mee!
‘opeten’, zij benemen ons allemaal het leven. Om nog maar niet te spreken van de politie en het justitieapparaat: als de wet niet wordt gehandhaafd en er straffeloosheid heerst dan kost dat mensenlevens…. Eind vorig jaar bracht ik een bezoek aan Maleisië. Maleisië is de laatste jaren een van de economische tijgers van Azië geworden. Er is veel olie en gas gevonden en de opbrengst daarvan wordt duidelijk aangewend voor de opbouw van het land. Er wordt massaal geïnvesteerd in de aanleg
inkomsten en publieke verantwoording van de besteding van de kant van de oliemaatschappijen en de regering, zal de olie ons niet helpen maar eerder het graf in duwen”. Deze woorden uit de mond van Willem Klaver laten aan helderheid niets te wensen over. De toekomst zal uitwijzen of deze campagne ook echt de harten van de Oegandezen zal raken en hen tot actie aanzetten. Aan de inzet van het John Paul II JPC zal het niet liggen! Fons Eppink mhm 9
Tussen hoop en vrees. Na jaren van intense betrokkenheid bij het wel en wee van de parochie van Kaplamai in West-Kenia is Folkert Kruis mhm midden vorig jaar verhuisd naar Luanda waar hij nu zijn bijdrage levert aan de basisopleiding van jonge Afrikaanse Mill Hill kandidaten. In deze bijdrage geeft hij een korte schets van ontwikkelingen in Kenia sinds het land onafhankelijk werd. 50 jaar geleden werden bijna alle landen in Afrika onafhankelijk, ook in Oost-Afrika. Oeganda vierde haar
jaar. Kenia begon enthousiast met het creëren van een natie. ‘Nationbuilding’ heette dat toentertijd. Het
Ravage in Kisumu na de verkiezingen van 2007
gouden jubileum in 2012 en Kenia volgt in 2013. De mensen van deze landen zagen met veel vreugde en hoop uit naar de onafhankelijkheid. Er is enorm veel veranderd in deze landen in die 50 jaar. Om maar iets te noemen: Ik vermoed dat nu zo’n 90 % van de kinderen de kans krijgt om naar de lagere school te gaan, meer dan de helft kan daarna naar het middelbaar onderwijs en er zijn nu 27 universiteiten in Kenia waarvan 7 staatsuniversiteiten en 20 privé. Veel inwoners van Kenia kijken met teleurstelling terug naar die 50 10
was een poging om de 44 stammen in Kenia tot één natie om te vormen. Elke inwoner zou zich op de eerste plaats Keniaan gaan voelen en pas op de tweede plaats een Luo, Gikuyu of Nandi. Maar de nationale taart werd nooit gelijk verdeeld en het nationale gevoel is er nooit gekomen. Vooral de verkiezingen van 1992, 1997 en 2007 hebben duidelijk gemaakt dat dit verheven doel (nog) niet bereikt is. Etnisch geweld tussen de verschillende groepen wordt steeds gewelddadiger. Duizenden Gikuyus werden na die verkiezingen
van hun land verjaagd, hun huizen in brand gestoken, velen werden vermoord. Na de verkiezingen van 2007 werd het overduidelijk dat wie niet tot de Kalenjin stam behoorde, beschouwd werd als een indringer in de Rift Valley provincie en dus geen recht had op land of om zaken te doen in deze provincie. Gedeeltelijk is dit ook een erfenis van de koloniale tijd. Duizenden, meest Engelsen, hadden zich in dit gebied veel land
verkiezingen van 2007. Niemand werd ooit veroordeeld en van verzoening is geen sprake geweest. Velen zien de verkiezingen in maart 2013 met vrees tegemoet. In 1993 begon Mill Hill in Luanda, West-Kenia, met een cursus voor kandidaten die Mill Hill missionaris willen worden. Zij komen uit Kenia, Uganda en DR Congo. Zij krijgen een gelegenheid om te ontdekken
Studenten in opleiding repareren onderkomen van weduwe
toegeëigend. De grond is uiterst vruchtbaar. Na de onafhankelijkheid verdwenen zij en onder president Jomo Kenyatta werd het land verdeeld onder vele etnische groepen. De Kalenjin beschouwen zich als de oorspronkelijke bewoners en vinden dat het land hen is ontnomen. Vier Kenianen, waaronder enkele presidentskandidaten, moeten in 2013 naar het Internationaal Gerechtshof (ICC) in Den Haag om zich te verantwoorden voor hun rol in het organiseren van gewelddadigheden, misdaden tegen de mensheid, na de
hoe of wat zij zijn, zichzelf beter te gaan verstaan en wat het betekent om priestermissionaris te worden. Ook de postulanten van de Mill Hill zusters doen mee aan dit oriëntatie jaar. Deze kandidaten zijn geboren in een postkoloniaal land en in een post-Vaticanum II kerk. Ze hebben een lange weg voor de boeg. Ik wil hen graag helpen in hun besluit deze weg te volgen. Zullen zij in de toekomst de hoop en vreugde zijn voor hun land en kerk? Folkert Kruis mhm 11
MILLHILLERS BESCHULDIGD VAN SEKSUEEL MISBRUIK. Beschuldigingen in de media over seksueel misbruik treffen ook Mill Hill Missionarissen. Recent voorbeeld is een artikel van de journalist Robert Chesal van 13 februari jl., getiteld “Nederlands misbruik in Keniaanse kerk”. Het gaat om de bewering van de Keniaanse man Emmanuel Shikuku, 44, dat hij in de periode van 1978 tot 1994 achtereenvolgens door zes missionarissen, van wie vier Nederlandse Mill Hill missionarissen, seksueel zou zijn misbruikt. De journalist Chesal heeft eerder, in 2011, geschreven over een bewering van seksueel misbruik van een andere Keniaan door een Nederlandse Mill Hill missionaris. Die beschuldiging is onder meer onderwerp van onderzoek geweest van het Nederlands Openbaar Ministerie. In een persbericht van 28 juli 2011 heeft het Openbaar Ministerie laten weten dat “er geen concrete verdenking is en er geen aanknopingspunten zijn voor een strafrechtelijk onderzoek”. De beschuldiging is ook voorgelegd aan de Commissie van onderzoek naar seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk (de commissie Deetman). De commissie Deetman heeft de zaak onderzocht en heeft betrokkene in dat kader gehoord op 9 juni 2011. Noch uit het daarvan opgemaakte verslag noch uit het eindrapport van de Onderzoekscommissie kan de conclusie worden getrokken dat de beschuldiging gefundeerd is. Over de beschuldiging van Shikuku, die eerder ook al in 2011 is geuit, heeft de Algemene Overste van de Mill Hill Missionarissen recentelijk laten weten dat deze zowel door het hoofdbestuur als door de civiele autoriteiten en de politie is onderzocht en 12
dat deze onderzoeken hebben geleid tot de conclusie dat er geen deugdelijke feitelijke grondslag voor die beschuldiging is gevonden. Op krantenberichten over seksueel misbruik, hoe tendentieus en ongefundeerd ook, zullen de Mill Hill Missionarissen doorgaans niet in de media reageren. Het hoofdbestuur maant tot grote terughoudendheid in deze. Wel wordt volledige medewerking verleend aan onderzoek door justitiële autoriteiten en door onderzoekscommissies die door de Konferentie van Nederlandse Religieuzen zijn erkend. Er is medewerking verleend aan onderzoek door de commissie Deetman; er is medewerking verleend aan onderzoek door de Klachtencommissie Seksueel Misbruik in de R.-K. Kerk. Aan de bij zo’n onderzoek betrokken missionaris wordt de mogelijkheid geboden zich van professionele rechtsbijstand te voorzien. Voor wat betreft de kerkelijke rechtsgang wordt van meet af aan openheid betracht: over alle hem bekend geworden beschuldigingen en klachten inzake seksueel misbruik informeert de Regionaal Overste de Bisschop, na eerst de betrokken missionaris te hebben gehoord. Degene die meer informatie wenst over de (procedure bij de) Klachtencommissie moge worden verwezen naar de website www.meldpuntmisbruikrkk.nl; degene die meer wil weten over de kerkelijke rechtsgang wordt geadviseerd kennis te nemen van de bijdrage van professor Dr. K. Lüdicke aan Deel 2 van het eindrapport van de commissie Deetman (Achtergrondstudies), blz. 218 e.v., getiteld: “Seksueel misbruik van minderjarigen en canoniek recht”. Fons Eppink mhm Regionaal 13
TERUG NAAR CONGO. (DEEL 2) In juli 2012 bracht Fons Eppink mhm een bezoek aan het bisdom Basankusu in Congo (DRC). Hieronder volgt de tweede aflevering van het verslag van zijn bevindingen.
John Kirwan mhm
In deze afgelegen streek ontbreekt bijna elke vorm van infrastructuur. De wegen die allang slecht waren – geen vierkante centimeter asfalt in de hele regio – zijn nu helemaal door het regenwoud overwoekerd. Alleen de rivier blijft nog over om producten te vervoeren naar de markt. Het stadje Basankusu is totaal verstoken van elektriciteit en stromend water. Maar ironisch genoeg is er wel een mobiel telefoonnetwerk en kun je met de hele wereld bellen. Het onderwijs is een puinhoop. De meeste scholen hebben zelfs geen tekstboeken voor de leerkrachten. Oud-studenten van mij die me kwamen opzoeken, klaagden over het gebrek aan enige vorm van beroepsethiek en morele waarden. “Alles is te koop”. Je krijgt kippenvel als je bedenkt wat dit betekent voor de huidige en toekomstige generaties schoolgaande jeugd. Met de gezondheidszorg is het al niet veel beter gesteld. Een lichtpuntje is het kleine ziekenhuis dat door de Zusters Thérésiennes wordt gerund en waar de aanvoer van medicijnen redelijk is gewaarborgd. Toch is dit een streek met enorm potentieel. Als dat maar aangeboord zou kunnen worden 14
en ten goede komen aan de lokale bevolking. Tot nog toe is er maar één onderneming die het geweldig potentieel aan landbouwindustrie ontwikkelt: er zijn duizenden hectares oliepalmen aangeplant voor de productie van biodiesel. Ook is er een enorm woudreservaat afgeschermd ten behoeve van chimpanzees, de z.g. bonobo’s, onze dichtstbijzijnde verwanten in het dierenrijk. Dat zal zeker bezoekers gaan aantrekken. Maar voor alsnog ontbreekt elke infrastructuur. De grootste rijkdom is natuurlijk het regenwoud zelf. Verschillende ondernemingen zijn bezig met het winnen van tropisch
Stan Bondoko mhm
hardhout. Schandelijk genoeg is er van enig profijt voor de lokale bevolking hoegenaamd geen sprake. Wij, Mill Hill missionarissen, hebben de Kerk in deze contreien geplant vanaf 1905. Een kleine tweehonderd Millhillers hebben door de jaren heen hun sporen hier verdiend. Nu, meer dan honderd jaar later, resten er nog drie: John Kirwan, Stan Bondoko en Jim Fanning. Met meer dan dertig jaar ervaring vervult John Kirwan een belangrijke rol als raadgever en steun voor jongere Congolese priesters en religieuzen. Stan Bondoko, zelf Congolees Millhiller, heeft de verantwoordelijkheid voor de rekrutering en beginopleiding van jonge Congolese Mill Hill kandidaten. Jim Fanning is na dertig jaar in Oost-
Afrika gewerkt te hebben onlangs weer teruggekeerd naar zijn ‘eerste liefde’ en zet zich in voor de parochie van Waka. Op een wandeling rond Mpoma, het vroegere ‘hoofdkwartier’ van Mill Hill in Basankusu, was het goed te zien dat verschillende activiteiten voortgang blijven vinden, zoals de garage van Otto Perfler en de timmerwerkplaats van Piet van Vliet. De ondersteuning wordt node gemist. Maar Congolezen zijn meesters in improvisatie. De plaatselijke kerk staat op eigen benen met een groeiend aantal priesters, religieuzen en geëngageerde leken. Maar de laatste decennia is er ook hier een explosieve groei te constateren van evangelicale pinkstergemeenschappen, die vaak wat laatdunkend als ‘sektes’ worden afgedaan. Toen ik een paar van mijn vrienden vroeg naar de reden van de aantrekkingskracht van deze pinksterbeweging wezen ze op de uitbundige vieringen met veel zang en dans, en de persoonlijke getuigenissen. Het gevoel dat je hier meetelt, en het verlangen naar wonderen en genezingen speelt ook een grote rol, zo zeiden ze. Mijn vermoeden is dat de grote armoede, het gevoel van verlatenheid en verwarring te midden van een culturele en maatschappelijke crisis ook bijdragen tot het zoeken van troost in religie. Op de laatste zondag van mijn verblijf werd ik uitgenodigd voor te gaan in de kerk in een van de wijken van Basankusu. We hebben er Eucharistie gevierd volgens de Congolese ritus – een eerste aanzet tot het afrikaniseren van de Eucharistie die door Rome is goedgekeurd – met uitbundige zang en dans. Als ik al bevestiging nodig had dat Congolezen uitbundig kunnen vieren dan vond ik het daar wel! Het toeval wilde dat er die dag een speciale collecte was voor de bouw van de nieuwe kathedraal. Ik zat met stomme verbazing te kijken toen de offerande processie maar
Jim Fanning mhm
bleef duren. Het zingen werd als maar luider al naar gelang de leden van de ene kleine christengemeenschap na de andere zich dansend en wiegend naar het altaar bewogen. Het hele ceremonieel duurde al met al wel twee uur! En in die tijd had de gemeenschap, zo hoorden we aan het eind van de Mis, een bedrag van $226,- bijeengebracht! ‘Peanuts’ als je bedenkt wat voor bedrag er nodig is, maar een schat van een bedrag in verhouding tot de schrijnende armoede van het gros van de bevolking. ‘God heeft lief wie blijmoedig geeft’!, zei Paulus al. Dankbaar voor het vernieuwen van de vriendschapsband stapte ik de volgende dag in het vliegtuigje. De huidige bisschop van Basankusu, Mgr Joseph Mokobe, pleitte bij het afscheid voor een terugkeer van meer Millhillers voor een kortere of langere periode: “ Jullie zijn onze ’voorvaderen in het geloof’. We hebben jullie graag bij ons, net als grootouders die bij hun volwassen kinderen blijven. We hebben behoefte aan jullie aanwezigheid.” Fons Eppink mhm
Abbé Camille Tokind’ino
15
UIT HET ARCHIEF HERINNERINGEN AAN EEN DEPORTATIE UIT BORNEO IN 1972 Onder druk van fanatieke Moslim politici in West-Maleisië werden in 1972 een aantal Millhillers in Borneo (Oost-Maleisië) gearresteerd en vervolgens het land uitgezet. Een van hen was Bertus Visschedijk mhm. Hieronder volgt een ingekorte versie van zijn uitgebreid verslag van deze deportatie. Even voor vier uur werd onze rustige pastorie wreed verstoord door hard gebonk op de voordeur. Volgens afspraak deed Ted Feldbrugge de deur
me in het Nederlands “Bertus, ze zijn er voor jou. Ben je al op?” Ik gaf een bevestigend antwoord en Ted zei: “Doe maar kalm aan, Bertus!”
Op transport naar Hong Kong. Afscheid op het vliegveld
open en hij zag drie mensen voor zich staan: Mohammed Iqbal bin Muzaffir, hoofd van de politie in Keningau, Bitty Basinau, inspecteur bij de politie, en een onbekende CID man in burger. Ik was ook meteen wakker en ik hoorde Iqbal zeggen: “We komen Father van Velzen oppikken...nee, nee, sorry Father Visschedijk!” Ik sprong uit mijn bed, kleedde me vlug aan, legde vlug nog een paar dingen in mijn koffer, zoals dia’s, foto’s, kleren en een paar andere dingen. Al dagen was ik hierop enigszins voorbereid en daarom was de koffer vlug gereed. Ik bleef op mijn kamer die op slot was. Ted riep tegen 16
Door de gordijnen heen zag ik buiten schaduwen van mensen met grote zaklampen. Na vijf minuten kwam ik naar buiten en Iqbal vertelde me dat ik direct mee moest gaan. Ik vroeg hem of ik me eerst mocht wassen, kammen en scheren. Dat mocht niet, want dat kon ik later wel ergens anders doen. Ik mocht wel even naar het toilet maar de deur moest open blijven. Iqbal vroeg of ik mijn paspoort bij de hand had. Die lag nog in de la. Ik deed die in mijn handtas samen met nog wat sigaretten en wat geld. Bij de voordeur hield Iqbal me staande en fouilleerde me helemaal langs mijn
gehele lichaam voor wapens. Ted moest hierom vreselijk lachen. Ik was ongewapend en ik werd gedirigeerd naar de eerste van de twee landrovers voor de pastorie om daar in te stappen. Het was nog donker en ook een beetje nevelig, maar door het licht
artikelen inleveren, zoals camera, rijbewijs, paspoort, geld, vaccinatiekaart, etc. Alles werd in een grote envelop gedaan, waarop groots mijn gevangenisnummer KKP630 werd geschreven. Ton Putman, Frans Frerichs, Patrick McDonald waren
Bertus Visschedijk en Ted Feldbrugge bij kerkinwijding in kampong Bariawa Ulu
van de straatlantaarns kon ik zien dat de pastorie omsingeld was door ongeveer 30 politiemannen met een schild voor zich en met een geweer in aanslag. Toen iedereen binnen was, gaf Iqbal het sein van vertrekken. Het was kwart voor vijf. Nog een laatste groet en handgebaar naar Ted Feldbrugge en alles zette zich in beweging. Voor het politiebureau werd langzaam gereden en flink getoeterd, een teken dat de ‘crimineel’ was opgepakt en nu in veilige bewaring in de landrover zat op weg naar de gevangenis. Tegen acht uur waren we bij de Kepayan gevangenis. Peter Govind, een gevangenisambtenaar en sportman, afkomstig uit Keningau, ving me op. Hij had het heel moeilijk met deze hele actie, ook al omdat ik de tweede pastor was die morgen, die naar de gevangenis was gebracht. Op zijn kantoor moest ik verschillende
al eerder gearresteerd en werden diezelfde dag nog op een vliegtuig gezet naar Europa. Zo bleef ik alleen achter met Wim van Gastel. De volgende dag werd ook nog Jan Goedhart binnengebracht. Maandenlang hadden wij, missionarissen van Mill Hill in Borneo, gewerkt met een zekere stress en we waren allemaal illegaal in het land. We hadden ‘gevochten’ voor onze principes. We liepen soms op onze tenen, want uitbarsten in woede zou helemaal fataal zijn geweest. We hielden ons in. We hadden de steun van de bevolking. Toen ik in de gevangenis kwam, viel als het ware die druk in een keer weg: ik had mijn best gedaan, de mensen steunden me en ze waren trots op me, ik had ‘schijnbaar’ verloren. We probeerden er het beste van te maken in de gevangenis, nu zonder stress. 17
Bertus Visschedijk met enkele catechisten in Keningau
Drie dagen later kwam de deportatie. De ochtend begon met de ‘normale’ gevangenis routine: opstaan-luchtenmis vieren-ontbijt-ochtendgymnastiek en toen het bezoek. Maar even na tien uur kwam de Immigratie in de gevangenis en de bezoekers werden gevraagd weg te gaan. We werden ‘gedwongen’ om alles in te pakken. In witte toog en rooie sjerp verschenen wij met ons drieën: Wim van Gastel, Jan Goedhart en ik, met onze koffers bij de immigratiemensen. Ze ‘schrokken’ wel van onze kleding en vroegen om iets anders aan te trekken. We hielden voet bij stuk: “we kwamen als priesters en we gaan nu ook weg als priesters”. Een van de Immigratiemensen had contact met het vliegveld. De mensen van de Immigratie volgden ons tot in het vliegtuig, en toen we dan met ons drieën naast elkaar zaten- we leken wel bisschoppen-, kregen we onze papieren terug: paspoort, vacci18
natiekaart en een vliegticket. Op ons ticket zagen we dat we richting Hong Kong gingen en we hadden een open ticket van Hong Kong naar Amsterdam. Wij vroegen ons af: wat gaan we doen in Hong Kong? We kennen niemand en voor een hotel hebben we geen geld. Ineens herinnerde Wim zich dat de broeders van La Salle, die in Sabah in Tampasak werkten, ook een klooster hadden in Hong Kong. We besloten dus een taxi te nemen naar dat klooster als het mogelijk was. Zo gezegd, zo gedaan. Bij aankomst in dat klooster werden we begroet door Broeder Peter, een Ier, die vroeger in Sabah werkzaam was geweest en ons ook kende. Diezelfde middag nog ging Broeder Peter met onze tickets naar het vliegveld om voor ons zo vlug mogelijk een vliegtuig te krijgen. Hij kwam teleurgesteld terug en zei: “Alles is volgeboekt met deze kerstdagen en de eerstvolgende gelegenheid is pas op 28 December, drie dagen na Kerstmis. “ Dit hoorde een plaatselijke Chinese broeder van Hong Kongse afkomst, die daar mee zat te luisteren. Hij vroeg ons of hij even met onze tickets weg mocht. Na een uurtje kwam hij terug met een grote glimlach op zijn gezicht en vertelde ons: “Jullie kunnen op 22 December ‘s morgens met de TWA (American Trans World Airlines) naar Parijs en vandaar door naar Amsterdam via Londen”. En zo vertrokken we op zaterdag 22 December naar Parijs met TWA, daarna met Air France naar Londen, waar we afgehaald werden door Martin Senders, overnachting in Mill Hill, en de andere dag met flinke vertraging van Heathrow naar Amsterdam, waar we tegen 7 uur aankwamen. Samen met mijn ouders reden we toen naar Oldenzaal, waar iedereen me opwachtte en benieuwd was naar de verhalen van de laatste dagen in Saba. Bertus Visschedijk mhm
NIEUWS UIT DE REGIO. INDIADAG 2012. Al meer dan dertig jaar leeft en werkt Frans Baartmans mhm onder de kasteloze ‘Dalits’ (letterlijk ‘vertrapten’) in Varanasi, de heilige stad van de Hindoes aan de Ganges in India. Tegelijkertijd heeft hij zich met hart en ziel ingeleefd in de omringende cultuur en godsdienstbeleving. Een drietal indringende studies van het hindoeïsme zijn hiervan het resultaat. Terug in Nederland werd hij op de door de Stichting Benaresfonds georganiseerde Indiadag gedecoreerd. Een impressie: Op zondag 11 november kwamen we samen voor een inspirerende Indiadag om stil te staan bij de vele projecten die in de wijk Nagwa in Varanasi (Benares) worden ontplooid ten behoeve van de mensen daar, die nog vaak gediscrimineerd en onderdrukt worden. Het was overweldigend om met zovelen bijeen te zijn, ieder op zijn of haar eigen manier betrokken bij de bewoners van Nagwa. Na de
hiervoor te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Met een daverend applaus stemde de zaal hiermee in. Een benoeming in deze orde wordt verleend aan personen die bijzondere verdiensten voor de samenleving hebben verricht. Hierna volgden presentaties van de Stichting Benaresfonds en de Stichting Benaresschoolfonds. Het bijzondere
Frans Baartmans in gesprek met Emile Roemer e.a.
dagopening door Frans Baartmans, begeleid door cellist Marien van Staalen, volgde de gastlezing door SP-fractievoorzitter Emile Roemer. Hij beschreef daarin de grote bijdrage van Frans aan de ontwikkeling van de mensen in Nagwa. Een ontwikkeling die niet onopgemerkt is gebleven bij de mensen in India en ook niet bij de vele betrokkenen in Nederland. Emile sloot af met de woorden dat het Hare Majesteit heeft behaagd om Frans
dansoptreden door Mw Durga uit Essen bracht ons vervolgens in Indiase sferen; het sprankelde van het podium af. Het dagprogramma werd afgesloten door Frans Baartmans zelf, waarin hij reflecteerde op zijn decennialange betrokkenheid bij de Dalits, de kastelozen van India, vooral in Nagwa. Vera van Jaarsveld Bestuurslid Benaresfonds 19
VAN HER EN DER Nico Schipper mhm schrijft uit Matli, Pakistan. Hier in Matli gaat het goed met me.
Nico Schipper mhm
Hier in Matli gaat het goed met me. Dit jaar hebben we gelukkig nu eens geen overstromingen gehad. Begin juni
Beeld van overstromingen in 2012
20
waren er nogal wat onheilspellende voorspellingen dat het dit jaar nog erger dan vorig jaar zou worden maar die zijn gelukkig niet uitgekomen. Het onderliggende probleem is dat er onvoldoende drainage capaciteit is, en dat de draineerkanalen en buizen die er zijn, vaak verstopt zitten en niet op tijd worden schoongemaakt. Nogal wat drainagesystemen zijn nog steeds verstopt na de overstromingen van vorig jaar. Daarnaast is er onvoldoende capaciteit om water op te vangen en op te slaan voor drogere tijden en lekt er ook veel water weg. Omdat mijn parochianen voornamelijk direkt of indirekt van de landbouw afhankelijk zijn, betekent dat de zomer met zijn moessonregens een erg nerveuze tijd is, ook voor mijzelf. Iedere dag keek ik bezorgd naar de hemel: Eerst in angst dat er (te veel) regen zou vallen, later vrezende dat er juist veel te weinig zou vallen. Uiteindelijk is het deze keer wel goed afgelopen. Om het probleem op te lossen zou de regering het hele irrigatie- en drainagesysteem grondig moeten verbeteren. Daar zal
Voordracht
nogal wat geld en tijd in gaan zitten en het lijkt er voorlopig dan ook niet van te komen. Over het algemeen is de centrale regering toch nogal zwak.
Uiteindelijk is duidelijk geworden dat de beschuldiging gefabriceerd is en dat een locale moslimgeestelijke het “bewijs” heeft geplant. De zaak tegen het meisje in nu officieel afgewezen. Inmiddels hebben de getuigen die hadden verklaard dat ze gezien hadden dat de moslimgeestelijke het bewijs geplant had, hun verklaringen weer ingetrokken en hij gaat dus ook vrijuit. De regering heeft haar en haar familie naar een onbekende veilige plaats gebracht omdat haar leven nog altijd gevaar loopt vanwege extremisten die het recht in eigen hand willen nemen. De meeste mensen hier denken dat de familie inmiddels al in het buitenland zit.
Bij de inwijding van de kerk in Matli
Dat blijkt ook uit de onmacht om iets te doen aan de blasfemie wetgeving. Een nieuw dieptepunt werd in de zomer bereikt met de beschuldiging dat een 11-jarig meisje met Down’s Syndroom schuldig zou zijn aan het verbranden van pagina’s van de Koran. Het meisje woonde in een wijk in Islamabad waar veel christenen in gehuurde kamers/ woningen woonden. Ze heeft zo’n drie weken in de gevangenis gezeten.
De buurt waar ze woonden in Islamabad is nu wel vrij van christenen: die zijn allemaal gevlucht en komen ook niet meer terug en wat dat betreft heeft die mulvi dus wel zijn zin gekregen. Het hele gebeuren heeft wel duidelijk gemaakt hoe gemakkelijk deze wet te misbruiken is, maar het blijft onwaarschijnlijk dat iemand zal proberen de wet te veranderen: je loopt te veel kans om dan vermoord te worden. 21
Jubilea 2013 60 jarig priesterfeest
12 juli
Hans Burgman
Kenia
50 jarig priesterfeest
7 juli
Louis Kessels
Oeganda
Piet Korse
Oosterbeek
40 jarig priesterfeest
30 juni
Theo Geurtsen
Bemmel
40 jaar associate
24 maart
Toos Beentjes
Amsterdam
Onze overleden vrienden (December 2012, kerstuitgave) Zaandam
Mw. Catharina Maria Schouten-Meijer,
Moeder van Fr. Frans Schouten
Tilburg
Mw. Lenie Houben-Janssen,
schoonzus van Fr. Lau Houben †
Klazienaveen
Mw. Anna Helena Vedder-Wehkamp,
zus van Fr. Hennie Wehkamp
Goes
Dhr. Sjef van Osch, zwager van Fr. Ed Karhof
Valburg
Dhr. Joop Copray,broer van Fr. Jac Copray
en vader van Constance,verzorging
Balk
Dhr. Folkert Jozef Melchers,
broer van Br. Leo Melchers
Doetinchem
Dhr. Jan Huls, zwager van Fr. Harry Reusen
Bemmel
Dhr. Martin Grol,zwager van Fr. Ben Beemster
Hardenberg
Dhr. Antonius Apolonus Petrus van der Geest,
broer van Fr. Bert v.d. Geest †
Veendam
Mw. Marietje Scholtens-Wübbels,
zus van Br. Herman Wübbels
Assen
Dhr. Herman Gebbeken,
zwager van Fr. Hennie Wehkamp
Tubbergen
Mw. Anna Wilhelmina Stopel-Imming,
moeder van Fr. Ben Stopel, (Soedan)
Boxmeer
Mw. Maria Linders-Mol,
zus van de Frs. Wim en Frans Mol
22
ONZE OVERLEDEN VRIENDEN Amstelveen
Dhr. Petrus Wilhelmus van Baarsen,vader van Jos van Baarsen en
José van Baarsen-Vreeburg, ex-Associates.
Alkmaar
Dhr. Albertus Johannes Zonneveld, broer van Fr. Piet Zonneveld mhm.
Balk
Dhr. Harmen de Blaauw, zwager van Br. Leo Melchers,mhm
Arnhem
Dhr. Jonkheer Otto Marie Rudolph Joseph Ignatius van Nispen tot Pannerden.
Ugchelen
Mw. Johanna Berghorst-Bijsterbosch, moeder van Wiecher Berghorst,
medewerker van Vrijland.
Zwaag
Mw. Truus van Kampen-Reuzenaar, vriendin van Fr. Ben Beemster mhm.
Eemnes
Dhr. Frans Molle, vriend van Fr. Ben Beemster mhm
’s-Gravenpolder
Dhr. Rudi Klaaijsen, zwager van Fr. Bert Buis mhm Malindi, Oost Afrika.
Oosterbeek
Dhr. Jan van der Maazen, echtgenoot van Anneke v. d. Maazen,
medewerker van Vrijland
Goes
Mw. Clara Antonia Johanna Maria den Boer-Oomes,
moeder van Fr. Ben den Boer mhm.
Julianadorp
Laurentius Antonius Ros, lekenmissionaris in Maasailand 1979-1996.
Apeldoorn
Dhr. J.J.W. Erinkveld, familie van Fr. Erinkveld †
Breedenbroek
Dhr. Jan Huls, zwager van Harry Reusen mhm.
’s Hertogenbosch Dhr. Luc Cobbaert, zwager van Fr. Frans Kwik mhm. Rotterdam
Dhr. Jan Vermeulen, broer van Fr. Gerard Vermeulen mhm.
FOTOGRAFIE
De foto’s zijn geleverd door het Archief, en door missionarissen en vrienden van Mill Hill.
waarheen met uw bijdragen? Persoonlijke giften voor missionarissen ING: 1066957 t.n.v. Missieprocuur van Mill Hill Oosterbeek. Bank: ABN/AMRO Rek. 40.02.36.311 t.n.v. Nederlandse Regio van Mill Hill, Oosterbeek Giften voor opleiding van Missionarissen in Afrika en Azië: ING: 939153 t.n.v. Mill Hill Oosterbeek.
Bij voorbaat onze hartelijke dank.
De Nederlandse Regio van Mill Hill is een ANBI instelling vallend onder de RK Kerkprovincie in Nederland. Door de belastingdienst is op 30 november 2007 een groepsbeschikking afgegeven ten name van de Bisschoppenconferentie van de Rooms Katholieke Kerkprovincie te Utrecht. Uw giften zijn dus fiscaal aftrekbaar en over uw bedragen hoeft geen schenkings- of successierecht betaald te worden.
23
Retouradres: Johannahoeve 4 6861 WJ Oosterbeek.
Contactblad van Mill Hill Administratie & redactie. Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek. Telefoon : (026) 339 80 82 E-mail :
[email protected] Internet : www.mhmobk.nl Maart 2013 Jaargang 47 - nummer 1 Verschijnt 4 keer per jaar Drukkerij Voor de Poort - Oosterbeek.