Voorbereidings- en controlehandelingen TTT / PE
Onder de motorkap
1
3
2 4
5
1. Motoroliepeilstok : • • •
• • • •
Geel handgreepje linksachter in de motorruimte (ringgreep). Zoals de naam al zegt : dient om motoroliepeil af te lezen. Controleer het liefst bij een koude motor (dan staat alle motorolie onderin de motor) : o Peilstok uit de houder halen, o Peilstok schoonmaken (olievrij), o Peilstok in houder plaatsen, o Peilstok weer uit houder halen, o Motoroliepeil aflezen, op de stok staat een minimum- en maximumniveau aanduiding. Bij te weinig motorolie: motorolie bijvullen (zie 2. Motorolievuldop). Bij te veel motorolie: naar garage om motorolie aan de onderkant van de motor af te laten. Welke motorolie ? Staat in het instructieboekje van de auto. Waar kopen ? Garage, maar kan zelfs al bij de LIDL/ALDI tegenwoordig.
2. Motorolievuldop : • •
Gele draaidop boven op de motor met opdruk van een oliekannetje. Dop verwijderen om motormotorolie bij te vullen (zie bovenstaande).
3. Remvloeistof (remolie) : • • •
•
Vloeistofreservoir rechtsachter in de motorruimte. Bovenop een (grijze) draaidop met een gele opdruk van een remsysteem symbooltje : (O) Het remsysteem van de auto werkt hydraulisch, d.w.z. dat er een leidinkjes en een vloeistof gebruikt worden om de beweging van het rempedaal over te brengen naar de remmen. Deze vloeistof heeft in de motorruimte een doorzichtig voorraadreservoir met bovenop een draaidop. Aan de zijkant van het reservoir zit een niveau aanduiding (moeilijk zichtbaar), waarop afgelezen kan worden of het vloeistofniveau in orde is. In beide (extreme) gevallen (veel te veel of veel te weinig vloeistof) naar de garage gaan. Vloeistof is te duur om zelf te kopen, bovendien moet onderzocht worden waarom de vloeistof niet op niveau is.
© 2011 Louis Versteeg
Pagina 1 van 5
Voorbereidings- en controlehandelingen TTT / PE
4. Koelvloeistof : • • •
• • • •
Doorzichtig voorraadreservoir rechtsvoor in de motorruimte. Bevat een roodachtige vloeistof waarmee de motor gekoeld wordt. De rode kleur ontstaat door toevoeging van antivriesmiddel; theoretisch zou water volstaan als koelmiddel. Als er echter water in de koelkanaaltjes in het motorblok staat en dit bevriest (’s winters) dan “breken” de koelkanaaltje open en dus ook het motorblok (bevriezend water zet ong. 10% uit). Dus gedurende vorstperiodes zeker geen water alleen gebruiken. Op het reservoir zit een niveau aanduiding waarop afgelezen kan worden of het vloeistofniveau in orde is. Heeft boven op een (gele) dop met waarschuwende opdruk: DOP MAG ALLEEN BIJ EEN KOUDE MOTOR GEOPEND WORDEN !! Tot vrij lang na gebruik van het voertuig blijft de koelvloeistof erg heet (kan meer dan 100° C worden !) en het koelsysteem staat dan onder druk. Indien het reservoir dan geopend wordt spuit de hete koelvloeistof eruit, waardoor een grote kans op ernstige brandwonden ontstaat. Koelvloeistof is kant en klaar te koop en kan dus bij een koude motor zelf bijgevuld worden. Zoals al vermeld is, in geval van hoge nood is gewoon water al geschikt.
5. Ruitensproeiervloeistof : • • •
Vulopening met gele afdekdop is zichtbaar geheel rechtsvoor in de motorruimte, het reservoir hangt ergens onder de motor. Niveau aanduiding dus vaak niet aanwezig (sommige auto hebben een aanduiding in het dashboard) Vloeistof is kant en klaar te koop en bevat een mengsel van water, schoonmaakmiddel en een antivriesmiddel.
Banden / wielen 1. Bandenspanning : • • •
• •
Banden moet goed op spanning zijn; verkeerde spanning veroorzaakt (extra) slijtage en kan het brandstofverbruik verhogen. Dit alles vind met name plaats bij een te lage spanning. Spanning kan grofweg visueel gecontroleerd worden en nauwkeurig bij b.v. een benzinestation. De gewenste spanning verschilt per band en per belasting. Dit kan betekenen dat voor de voorbanden een mindere spanning volstaat dan voor de achterbanden. De juiste spanning is vaak te vinden op een sticker aan de binnenkant van het klepje voor de brandstofvulopening of in de binnenkant van een voordeurstijl. Indien niet aanwezig kan altijd het instructieboekje van het voertuig geraadpleegd worden. Controleer altijd 5 banden : vergeet de reserveband niet ! Plaats het (zwarte) ventieldopje weer terug na controle. Let op : Dit dopje dient NIET om de lucht in de band te houden ! Het moet vuil en water uit het ventiel houden !
2. Profiel : •
Het profiel van een band (de gleuven op het loopvlak) dient voor de afvoer van water en vuil, dus NIET voor de grip ! Gladde banden zonder profiel hebben theoretisch de meeste grip (zie b.v. de autoracesport). Maar, bij nat weer gaan gladde banden op het water “drijven” en verliezen dan juist weer hun grip bij gas geven, remmen en sturen (= aquaplanning). Het
© 2011 Louis Versteeg
Pagina 2 van 5
Voorbereidings- en controlehandelingen TTT / PE
• •
profiel zorgt ervoor dat het water en vuil afgevoerd wordt, waardoor de band niet meer “drijft”. Voor een goede afvoer is dus een diep genoeg profiel gewenst. Wettelijk is een profiel van minimaal 1,6 mm vereist. Maar meer is wel wenselijk; 1,6 mm is erg weinig ! Op veel banden zijn in de hoofd-profielkanalen op het midden van de band indicatieblokjes aangebracht : blokjes die exact 1,6 mm hoog zijn. Indien het profiel het wettelijk minimum bereikt is op deze plaatsen dus geen profiel meer zichtbaar en kan men dus zien dat het wettelijk minimum is bereikt. indicatieblokjes
3. Verdere controle : • •
Visuele controle van de buitenkant van de band : is het materiaal onbeschadigd, zitten er geen vreemde voorwerpen in (spijkers, glas), is er metaal van de band zelf zichtbaar, zit er geen bobbel op de band (zwakke plek in de band, kan openbarsten). Indien zichtbaar : zijn alle bouten van het wiel aanwezig, zit de wieldop nog goed vast ?
4. Gebruik krik : • •
Plaats bij het verwisselen van een wiel de krik (natuurlijk) zo dicht mogelijk bij het te vervangen wiel, dus niet in het midden van de zijkant. Vaak is er een speciale versterkte plaats gecreëerd door de fabrikant, zie hiervoor het instructieboekje van het voertuig.
© 2011 Louis Versteeg
Pagina 3 van 5
Voorbereidings- en controlehandelingen TTT / PE
Interieur 1. Dashboard : Knopjes, klokjes en signalen weten te vinden/verklaren : • • •
Snelheidsmeter (grote wijzermeter rechts) Toerenteller (grote wijzermeter links) Brandstofmeter (klein wijzermetertje tussen bovenstaande meters)
•
Remsysteemwaarschuwingslampje:
•
(brand ook bij aangetrokken parkeerrem) Oliedrukwaarschuwingslampje
•
Accuwaarschuwing
•
Motormanagement-waarschuwingslampje
•
• •
Verlichtingsschakelaar, ronde draaiknop linksonder op het dashboard: 1e stand na rechtsom draaien schakelt stadslicht in, 2e stand na rechtsom draaien schakelt dimlicht in. De draaiknop in het midden indrukken schakelt het misachterlicht in. Richtingaanwijzerhendel, links aan het stuur; omhoog en omlaag bewegen voor het aanzetten van de richtingaanwijzer naar resp. rechts en links, vooruit en achteruit bewegen om groot licht resp. aan en uit te zetten. Ruitenwisserhendel, rechts aan het stuur, diverse standen. Claxon: midden op stuur.
•
Anti verblinding schakelaar binnenspiegel (onderaan binnenspiegel)
•
Waarschuwing/Alarmverlichting, alleen te gebruiken bij : § Plotseling ontstaan van een file (achteropkomend verkeer waarschuwen) § Pech langs de kant van de weg
• •
Schakelaar achterruitverwarming Kachel / Airco systeem: § Temperatuur regelknop (van blauw naar rood, resp. van koud naar warm) § Ventilatiesnelheid keuzeknop (stand 0 t/m 4) § Ventilatierichting keuzeknop (voorruit, cabine, beenruimte en combinaties) § Aan/uit schakelaar airco, het aircosysteem kan voor twee doeleinden gebruikt worden : o Koeling van de cabineruimte (vooral bij warm weer) o Snel ontwasemen van vochtige (voor)ruiten (bij vochtig weer, dus ook ’s winters) § Schakelaar voor interne ventilatie; deze sluit de aanvoer van buitenlucht af, wordt gebruikt indien de buitenlucht niet fris is (uitlaatgassen, intense mestgeur, enz.)
•
© 2011 Louis Versteeg
Pagina 4 van 5
Voorbereidings- en controlehandelingen TTT / PE
2. Ingebouwde veiligheidssystemen : In het interieur zijn 3 veiligheidssystemen gebouwd, puur voor de veiligheid, niet als comfort : • • •
Airbag(s) Veiligheidsriemen Veiligheidshoofdsteunen
© 2011 Louis Versteeg
Pagina 5 van 5