Omgevingsvergunning – titel V DABM
“Ontwerpdecreet betreffende de omgevingsvergunning”
Afdeling Milieuvergunningen
Paul KIEKENS
Omgevingsvergunning – titel V DABM 1. Situering Overkoepelend proceduredecreet “OMGEVINGSVERGUNNING”
VCRO
Titel IV – Vergunningen: • vergunningsplicht • beoordelingscriteria • afwijkingsregels • enz.
DABM Titel V: Exploitatie van inrichtingen en activiteiten en erkenningen: • vergunningsplicht • beoordelingscriteria • milieuvoorwaarden • evaluaties • erkenningen
Omgevingsvergunning – titel V DABM 2. Definities • project: het geheel van zowel stedenbouwkundige handelingen als de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, of minstens een van die elementen, dan wel het verkavelen van gronden, die onderworpen zijn aan de vergunnings- of meldingsplicht; • activiteiten: handelingen en werken, al dan niet uitgevoerd met behulp van een inrichting; • inrichting: de bedrijven, werkplaatsen, opslagplaatsen, installaties, machines en toestellen als omschreven in de indelingslijst;
Omgevingsvergunning - titel V DABM
• ingedeelde inrichting of activiteit: één inrichting of activiteit en de aanhorigheden ervan op een bepaalde locatie of, in voorkomend geval, meerdere inrichtingen of activiteiten en de aanhorigheden ervan op een bepaalde locatie die voor hun exploitatie als een samenhangend technisch geheel moeten worden beschouwd. Het feit dat verschillende inrichtingen en activiteiten een verschillend eigendomsstatuut hebben belet niet dat zij door hun onderlinge technische samenhang als één ingedeelde inrichting of activiteit kunnen worden beschouwd; • mobiele of verplaatsbare inrichtingen of activiteiten: inrichtingen of activiteiten aangewezen door de VR die door hun aard op verschillende locaties al dan niet binnen een vergunde inrichting, kunnen worden ingezet;
Omgevingsvergunning– titel V DABM 3. Inleidende bepalingen 3.1. Bijdrage tot de doelstellingen bepaald in de sectordecreten • Het decreet beoogt een efficiënte, doelgerichte en geïntegreerde vergunningverlening die bijdraagt tot de doelstellingen vermeld in: ‒ artikel 1.1.4 van de VCRO; ‒ artikel 5.1.3 van het DABM. • Doelstellingen titel V (artikel 5.1.3): 1° de mens en het milieu beschermen tegen onaanvaardbare risico’s en hinder, afkomstig van de exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten:
Omgevingsvergunning– titel V DABM begrip hinder en risico’s: a) de hinder en risico’s als gevolg van de directe of indirecte inbreng van stoffen, trillingen, warmte, licht of geluid in lucht, water of bodem die de gezondheid van de mens of de milieukwaliteit kunnen aantasten; b) de risico’s op ongevallen als gevolg van de exploitatie en de gevolgen daarvan voor de gezondheid van de mens en het milieu; c) de risico’s en de hinder door uitputting van hernieuwbare en niet-hernieuwbare hulpbronnen, de verspilling van materialen en energie in het algemeen alsook de schadelijke gevolgen voor mens en milieu, verbonden aan materiaalgebruik en verbruik; d) mobiliteitshinder.
Omgevingsvergunning– titel V DABM 2° de bescherming van personen die zich binnen de inrichting bevinden en die niet dezelfde bescherming genieten als de werknemers of hun gelijkgestelden; 3° bijdragen tot de realisatie van de doelstellingen omschreven in artikel 1.2.1 van het DABM; 4° een proces van permanente verbetering aan te moedigen bij de exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten. 3.2. Met inachtneming van de verplichtingen van de sectordecreten Het omgevingsdecreetdecreet doet geen afbreuk aan de inhoudelijke verplichtingen van: ‒ Titel IV VCRO ‒ Titel V van het DABM
Omgevingsvergunning– titel V DABM 4. Toepassingsgebied • Projecten die krachtens de VCRO en titel V DABM onderworpen zijn aan vergunnings- en meldingsplicht, namelijk voor: ‒ het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen; ‒ de exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten; ‒ het verkavelen van gronden. • Voor projecten die onder de toepassing vallen van een Europese verordening gelden de bepalingen van dit decreet in de mate dat zij een aanvulling vormen op de bepalingen van de toepasselijke verordening. Oorspronkelijke tekst: … “gelden de bepalingen van dit decreet in de mate dat zij niet strijdig zijn met de bepalingen van de toepasselijke verordening”
Omgevingsvergunning – titel V DABM 5. Vooroverleg “Onverminderd de mogelijkheid van informeel vooroverleg”: • de initiatiefnemer kan, als een realistische projectstudie voorhanden is, ter voorbereiding van een vergunningsaanvraag verzoeken om een projectvergadering met de bevoegde overheid en de adviesinstanties; • de projectvergadering beoogt de procedurele afstemming tussen de betrokken overheden en de eventueel nodig geachte bijsturingen van het project; • derden- belanghebbenden kunnen worden toegelaten tot de vergadering; • de VR kan nadere regels bepalen en het toepassingsgebied beperken.
Omgevingsvergunning – titel V DABM 6. Soorten vergunningsprocedures eerste aanleg. • Gewone vergunningsprocedure • Vereenvoudigde vergunningsprocedure Voorbehouden voor: ‒ een beperkte verandering van een vergund project; ‒ een project dat uitsluitend tijdelijke inrichtingen of activiteiten omvat, als vermeld in artikel 5.1.1, 11°, van het DABM; ‒ de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst, tenzij de wijziging of aanvulling van de indelingslijst tot gevolg heeft dat een milieueffectrapport of een omgevingsveiligheidsrapport moet worden opgesteld of een passende beoordeling moet worden uitgevoerd; ‒ bepaalde types van stedenbouwkundige projecten die door de Vlaamse Regering worden aangewezen.
Omgevingsvergunning – titel V DABM 7. Procedurestappen 7.1 De vergunningsaanvraag • de vergunningsaanvraag wordt via ‘beveiligde zending’ bij de bevoegde overheid ingediend; • de vergunningsaanvraag kan een melding omvatten; • in de gevallen waar dit vereist is, omvat de vergunningsaanvraag de project-mer-screeningsnota, het milieueffectrapport , het omgevingsveiligheidsrapport of de passende beoordeling: ‒ MER of passende beoordeling niet verder vereist bij hervergunning tenzij deze betrekking heeft op activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben; ‒ OVR niet vereist bij hervergunning; • geïntegreerde behandeling MER/OVR.
Omgevingsvergunning – titel V DABM 7.2. Bevoegde overheid in eerste aanleg 7.2.1. Algemeen • meer bevoegdheden aan de gemeenten; • de Vlaamse Regering, de deputaties en de gemeenten worden exclusief bevoegd voor respectievelijk de Vlaamse, provinciale en de gemeentelijke projecten; • declassering klasse 1 inrichtingen: circa 5.000 bedrijven declasseren; • inhoud lijsten zie mededeling aan de VR van 21-12-2012: http://www.lne.be/themas/vergunningen/bestand/regelgeving/o ntwerp/20121221-omgevingsvergunning-mededelinggesloten-lijsten.pdf • ingedeelde inrichtingen van openbare besturen of door hen opgerichte instellingen ingedeeld in de klasse 2 worden voortaan door de gemeente beslist (ook eigen inrichtingen), tenzij zij deel uitmaken van de lijsten van Vlaamse of provinciale projecten.
Omgevingsvergunning – titel V DABM
Vlaamse projecten onder meer • Monostortplaatsen baggerspecie van bevaarbare en onbevaarbare waterlopen met een minimale capaciteit van 1.000.000 m³; • Productie van elektriciteit: a) Installaties die aantakken op netwerken die een transmissiefunctie hebben en beheerd worden door de hoogspanningsnetbeheerder b) Installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie binnen de grenzen van de zeehavengebieden
Omgevingsvergunning – titel V DABM • • • • • • • •
•
Opsporen en winnen van koolwaterstoffen Opsporen van potentiële opslagcomplexen voor CO2 Geothermische projecten vanaf een diepte van 500 meter Waterwinning voor de openbare watervoorziening en het transport van water naar het openbaar distributienet Afvoeren en zuiveren van hemel-, oppervlakte- en afvalwaters in functie van de bovengemeentelijke saneringsopdracht Vervoer via pijpleiding van vloeibare stoffen en gassen, andere dan afvalwater, hemelwater en water naar het openbare distributienet; Bovengrondse opslag van koolwaterstoffen van 100.000 m³ of meer; Ondergrondse opslag van koolwaterstoffen meer dan 500.000 m³ Afvalverbrandingsinstallaties met een capaciteit van meer dan 150.000 ton/jaar;
Omgevingsvergunning – titel V DABM Provinciale projecten Onder meer • Windturbines vanaf 2 MW • Recreatie: a) provinciale recreatieve domeinen b) motorcrossterreinen • Infrastructuur van bedrijventerreinen, die volgens een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan zijn aangeduid binnen een bijzonder of specifiek economisch knooppunt;
Omgevingsvergunning – titel V DABM Declassering: selectiecriteria de beperkte complexiteit van de productieprocessen; het beperkte en lokale karakter van de hinder en de risico’s die ze met zich meebrengen; het feit dat voor deze inrichtingen meestal geen bijzondere voorwaarden moeten worden opgelegd; de spreiding van de inplanting over heel Vlaanderen; het niet gevat zijn door een Vlaams actieplan zoals deze inzake de ‘hot spots’
Omgevingsvergunning – titel V DABM Declassering rubrieken 1. Afvalrubriek: ‒ Voor rubrieken zonder drempel die steeds klasse 1 waren, wordt drempel bepaald ‒ Voor rubrieken met zeer lage drempels voor klasse 1 wordt drempel opgetrokken ‒ Rubrieken mbt gevaarlijke afvalstoffen blijven behouden 2. Benzinestations: ‒ optrekken van drempel van 30.000 l naar 90.000 l benzine ondergronds; ‒ verdeelslangen niet meer klasse 1 3. Mestopslagplaats: drempel wordt opgetrokken van 100 m³ naar > 500 m³ in woongebied 4. Vast opgestelde motoren: drempel wordt opgetrokken van 500 kW naar > 5.000 kW
Omgevingsvergunning – titel V DABM 5. Volledige declassering van: ‒ aanbrengen bedekkingsmiddelen; ‒ conditioneren en verpakken farmaceutische stoffen; ‒ bereiden of conditioneren van cosmetische stoffen; ‒ vervaardigen lucifers; ‒ zwembaden; ‒ stoomketels; ‒ schietstanden; ‒ vervaardigen tabakswaren; ‒ bereiden van voedingsproducten op basis van plantaardige melen; ‒ bereiden van confituren, suikerwaren;
Omgevingsvergunning – titel V DABM ‒ inrichtingen met louter mechanische bewerkingen: . diamantbewerking; . houtbewerking; . vervaardigen van voorwerpen uit kunststof; . lederbewerking; . metaalbewerking; . bewerking van marmer,…; . vervaardigen van producten op basis van elastomeren; . textiel; . vervaardigen en assembleren van rijwielen. 6. Uitzondering windturbines: ‒ > 2.000 kW klasse 1 ipv > 5.000 kW klasse 1
Omgevingsvergunning – titel V DABM Declassering van klasse 1 naar 2A, behalve voor volgende inrichtingen die klasse 2 worden: 2.2.4.b) en d) dierlijke bijproducten (worden wel nog geadviseerd door OVAM en Volksgezondheid); 6.1.2°.a) en brandstoffen;
b)
mechanisch
behandelen
van
vaste
11.1.2°.a) en b) drukken;
11.2.2°.a) en b) zetten van de grafische industrie; 11.3.2°.a) en b) reproductie en dupliceren; 41.2.2°.a) en b) vervaardigen van weefsels; 45.18.b) en d) dierlijke bijproducten (worden wel nog geadviseerd door Volksgezondheid).
Omgevingsvergunning – titel V DABM 7.2.2. De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsvergunningsambtenaar: • Vlaamse projecten; • exploitatie van mobiele of verplaatsbare inrichtingen en activiteiten die zich uitstrekken over twee of meer provincies. 7.2.3. De Deputatie: • 1ste klasse inrichtingen die niet voorkomen op de lijsten van gemeentelijke of Vlaamse projecten noch er een onderdeel van zijn; • provinciale projecten; • exploitatie van mobiele of verplaatsbare inrichtingen en activiteiten die zich uitstrekken over twee of meer gemeenten. 7.2.4. Het College van Burgemeester en Schepenen: • gemeentelijk projecten; • alle andere gevallen dan deze waarvoor de VR of de deputatie bevoegd is.
Omgevingsvergunning – titel V DABM 7.3. Onderzoek ontvankelijkheid en volledigheid Nieuwe ontvankelijkheidsvoorwaarde: “Als het project zowel vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen als de vergunningsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten omvat en die aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, wordt de vergunningsaanvraag ingediend zowel voor de stedenbouwkundige handelingen als voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.” 7.4. Beslissing over de project-mer-screeningsnota • als onderdeel van het ontvankelijkheidsen volledigheidsonderzoek: de beslissing op basis van de screeningsnota of voor het project al dan niet een milieueffectrapport moet worden opgesteld;
Omgevingsvergunning – titel V DABM • milieueffectrapport verplicht → de aanvraag is van rechtswege onvolledig en de procedure wordt stopgezet. Dit is een niet te remediëren gebrek in de dossiersamenstelling. De aanvrager kan in dat geval een verzoek tot ontheffing indienen bij de dienst MER. Als de ontheffing wordt verkregen kan de aanvrager het ontbrekende stuk in het dossier inbrengen en start de termijn van ontvankelijkheidsonderzoek van 30 d. • het resultaat van het onderzoek van de project-merscreeningsnota wordt niet binnen een termijn van 30 dagen verzonden aan de aanvrager: de bevoegde vergunningverlenende overheid neemt uiteindelijk een beslissing of er een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Zo ja, weigert ze de vergunning.
Omgevingsvergunning – titel V DABM 7.5. Openbaar onderzoek. • gewone vergunningsprocedure: steeds openbaar onderzoek; • vereenvoudigde vergunningsprocedure: geen openbaar onderzoek; • indien milieueffectrapport of omgevingsveiligheidsrapport: het openbaar onderzoek behandelt ook de inhoud van dat rapport; • elke persoon of rechtspersoon kan tijdens het openbaar onderzoek zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen; • nadere regels voor organisatie v/h openbaar onderzoek: uitvoeringsbesluit.
Omgevingsvergunning – titel V DABM 7.6. Wijziging v/d vergunningsaanvraag na openbaar onderzoek. • na het openbaar onderzoek kunnen wijzigingen aan de vergunningsaanvraag worden aangebracht; • een openbaar onderzoek over de gewijzigde vergunningsaanvraag is niet vereist als aan de volgende voorwaarden cumulatief is voldaan: ‒ de wijzigingen doen geen afbreuk aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening; ‒ de wijzigingen komen tegemoet aan de adviezen of aan de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend; ‒ de wijzigingen brengen kennelijk geen schending van de rechten van derden met zich mee.
Omgevingsvergunning- titel V DABM • als niet voldaan is aan de voormelde voorwaarden, kan de bevoegde overheid beslissen om over de gewijzigde vergunningsaanvraag een openbaar onderzoek te organiseren. In voorkomend geval wint ze opnieuw de adviezen in; • als niet voldaan is aan de voorwaarden en de bevoegde overheid geen openbaar onderzoek heeft georganiseerd over de gewijzigde vergunningsaanvraag, houdt deze overheid bij haar beslissing geen rekening met de wijzigingen aan de vergunningsaanvraag.
Omgevingsvergunning – titel V DABM 7.7. Advisering • omgevingsvergunningscommissies • adviesinstanties ‒ klassieke adviesorganen: AMV, RV, OVAM, VMM,.. ‒ bijkomende adviesorganen: ? (uitvoeringsbesluit) ‒ CBS of gemeentelijke omgevingsambtenaar (met uitzondering van de mobiele installaties, eigen aanvragen); • binnen welke termijn: uitvoeringsbesluit; • geen advies = gunstig advies; • elektronische adviesverlening; • opwaardering klasse 2- rubrieken naar klasse 2A-rubrieken.
Omgevingsvergunning – titel V DABM . . . . . . . . . . . . .
Opwaardering bestaande klasse 2 naar klasse 2A rubrieken 7.4 t.e.m 7.10 productie van chemicaliën (7 rubrieken) 16.10.2° ondergrondse opslag gasvormige brandstoffen 20.1.4.1° briketteren van kolen 20.1.5.2° productie hydro-elektrische energie 20.1.6.1°.b) productie van windenergie 20.3.2.a), b) en c) productie en omzetting van asbestproducten 20.3.4.1°.a) productie van glas 20.3.6.1° smelten minerale stoffen 20.4 productie van chemicaliën (3 rubrieken) 20.5.1° productie van papierpap 28.3.a) mestverwerking 29.1.2.1° opslag ertsen 29.4.1.a) gieterijen
Omgevingsvergunning – titel V DABM . . . . . . . . . . . . .
29.4.2 metaalpoeders 29.5.5.2°. a) en b) oppervlaktebehandeling van metalen 29.5.6.b).2° aanbrengen deklagen van gesmolten metaal 29.5.7.ontvetten van metalen (4 rubrieken) 30.6.2 bewerken van asbest 30.10.1° opslag minerale producten 32.9.3° omlopen met geluidsemissie van maximal 98 dB(A) (2 rubrieken) 44.1.1° vetsmelterijen 45.4.b) ontzouten en kalibreren van darmen 45.13.a) en b) verwerken van aardappelen 48.1.1.2° opslag van IMDG (International Maritime Dangerous Goods Code)-goederen in zeehavens 59 activiteiten die gebruikmaken van organische oplosmiddelen (15 rubrieken) 61.2.2° TOP
Omgevingsvergunning – titel V DABM 7.8. Beslissing MER/OVR • de afdeling bevoegd voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage maakt haar beslissing over de goedkeuring of afkeuring van het milieueffectrapport en het omgevingsveiligheidsrapport tijdens de procedure bekend; • als de afdeling bevoegd voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage het milieueffectrapport of omgevingsveiligheidsrapport afkeurt, dan wordt de vergunningsprocedure van rechtswege stopgezet.
Omgevingsvergunning – titel V DABM
7.9. Beslissingstermijnen 7.9.1. Kenmerken • Gesanctioneerde beslissingstermijnen, indien geen beslissing: weigering van de vergunning; • Termijnen vangen aan: de dag na de datum dat de vergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig wordt verklaard, of, bij ontstentenis daarvan de dertigste dag na de datum waarop de aanvraag is ingediend;
Omgevingsvergunning – titel V DABM 7.9.2. 0verzicht beslissingstermijnen Bevoegde overheid Gewone vergunningsprocedure Vereenvoudigde vergunningsprocedure CBS/Deputatie/ Vlaamse Regering
Geen advies POVC: 105 dagen Advies POVC: 120 dagen Termijnverlening van rechtswege + 60 dagen: • tweede openbaar onderzoek • administratieve lus • beslissing van de gemeenteraad i.v.m. wegeniswerken
60 dagen
Omgevingsvergunning – titel V DABM 7.9.3. Vergelijk met bestaande regelgeving: eerste aanleg Aard aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen zonder openbaar onderzoek in ontvoogde gemeenten Stedenbouwkundige handelingen met openbaar onderzoek Exploitatie inrichting klasse 2 Exploitatie inrichting klasse 1 - MER
* termijn facultatief verlengbaar ** termijn van rechtswege in zeer beperkt aantal gevallen verlengbaar
Bestaande wetgeving 75
Omgevingsvergunning
Verschil
60
-15
105
105 + 60**
0 → +60
105 120 + 60*
105 + 60** 120 + 60**
0 → +60 -60 → 0 → +60 procedure termijn MER
Omgevingsvergunning - titel VII DABM 7.10. Beoordelingscriteria De vergunningverlenende overheid weigert de omgevingsvergunning voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting of activiteit, als de exploitatie: • onaanvaardbare hinder of risico’s voor de mens en het leefmilieu inhoudt; • in strijd is met: - wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, ingesteld ter bescherming van de mens en het milieu tegen de risico’s en de hinder, afkomstig van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, voor zover daarvan niet op geldige wijze kan worden afgeweken;
Omgevingsvergunning - titel VII DABM - een stedenbouwkundig voorschrift of een verkavelingsvoorschrift, voor zover daarvan niet op geldige wijze kan worden afgeweken; - de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingsvergunning - titel V DABM 7.11. Inhoud van de beslissing • ‘gecoördineerde vergunning’: als de omgevingsvergunning betrekking heeft op de verandering van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project, geeft de beslissing de geactualiseerde vergunningssituatie weer zowel op het vlak van de stedenbouwkundige handelingen (de titels) als op vlak van de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Omgevingsvergunning - titel V DABM 7.12. Uitvoerbaarheid van de vergunning • van een omgevingsvergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen een termijn van vijfendertig dagen die ingaat na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep; • de aanvrager mag onmiddellijk gebruik maken van de omgevingsvergunning ingeval van : ‒ vergunning voor de verdere exploitatie (na tijdige aanvraag tot hernieuwing), vergunning na wijziging v/d indelingslijst en vergunning na proefvergunning exploitatie; ‒ vergunning verleend door de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar;
Omgevingsvergunning - titel V DABM 8. Procedure laatste administratieve aanleg 8.1. Algemeen • devolutief effect van het beroep & beslissing ondeelbaar → vergunningsaanvraag wordt in laatste aanleg in haar totaliteit onderzocht; • wijzigingen aan de vergunningsaanvraag zijn mogelijk (zelfde principe als eerste aanleg); • toepassing van de administratieve lus (zelfde principe eerste aanleg): als de bevoegde overheid vaststelt dat een onregelmatigheid werd begaan die kan leiden tot een vernietiging van de beslissing, kan ze de onregelmatigheid herstellen, tenzij derde belanghebbenden daardoor onevenredig worden benadeeld. Ze kan in voorkomend geval een tweede openbaar onderzoek organiseren of de adviezen een tweede keer inwinnen.
Omgevingsvergunning - titel V DABM
8.2. Wie kan beroep indienen? • de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant; • het betrokken publiek: personen die gevolgen van het project ondervinden of waarschijnlijk ondervinden of belanghebbende zijn bij de besluitvorming (steeds met inbegrip van de milieuverenigingen); • het college van burgemeester en schepenen & de leidend ambtenaar van de adviesinstanties: voor zover ze tijdig advies hebben verstrekt of als ze ten onrechte niet om advies zijn verzocht; • de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie & de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed.
Omgevingsvergunning - titel V DABM 8.3. Beroepstermijn steeds 30 dagen, andere aanvangsdatum: • de dag na de datum van betekening van de beslissing voor de personen aan wie de beslissing wordt betekend; • de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste aanleg stilzwijgend wordt geweigerd; • de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen. 8.4. Bevoegde overheid • de deputatie, indien het een beroep betreft tegen een beslissing van het CBS; • de VR, indien het een beroep betreft tegen een beslissing van de deputatie.
Omgevingsvergunning - titel V DABM
8.5. Schorsende werking van het beroep • het beroep (inclusief het beroep van een derde belanghebbende) schorst de uitvoering van de beslissing tot de betekening van de definitieve beslissing; • uitzondering, het beroep is niet schorsend ten aanzien van de vergunning voor: ‒ de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die tijdig werd aangevraagd; ‒ de exploitatie na een proefperiode; ‒ de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Omgevingsvergunning - titel V DABM
8.6. Behandeling 8.6.1. Ontvankelijkheid en volledigheid van het beroep, onder meer: nieuwe ontvankelijkheidsvoorwaarde: de beroepsindiener moet gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift bezorgen aan: ‒ de vergunningsaanvrager behalve als hijzelf het beroep instelt; ‒ de deputatie als die in eerste administratieve aanleg zelf de beslissing heeft genomen; ‒ het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf beroep heeft ingesteld.
Omgevingsvergunning - titel V DABM
8.6.2. Advisering • advisering door: de gemeente, de adviesinstanties en in bepaalde gevallen de omgevingsvergunningscommissie; • indien de omgevingsvergunningscommissie advies geeft, hebben derde belanghebbenden het recht om door de commissie gehoord te worden.
Omgevingsvergunning - titel V DABM 8.6.3. Beslissingstermijnen • 120 dagen als de aanvraag in eerste administratieve aanleg overeenkomstig de gewone vergunningsprocedure behandeld werd; • 60 dagen als de aanvraag in eerste administratieve aanleg overeenkomstig de vereenvoudigde vergunningsprocedure behandeld werd; • aanvang v/d termijnen: de dag na de datum van ontvankelijk en volledig verklaring v/h beroep, bij ontstentenis de dertigste dag na de datum waarop het beroep werd ingediend. Indien meerdere beroepen, worden deze samengevoegd en vangt de termijn aan de dag nadat het laatst ingediende beroep ontvankelijk en volledig werd verklaard, bij ontstentenis de dertigste dag na de datum waarop het laatst ingediende beroep werd ingediend.
Omgevingsvergunning - titel V DABM
•
de beslissingstermijnen worden van rechtswege eenmalig met dertig dagen verlengd in de volgende gevallen: ‒ als een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd wordt; ‒ als toepassing wordt gemaakt van de administratieve lus; ‒ als de gemeenteraad nog wordt samengeroepen om een beslissing te nemen over de zaak van de wegen. • gesanctioneerde termijnen: indien geen beslissing wordt genomen, is het beroep afgewezen en wordt de bestreden beslissing als definitief aanzien.
Omgevingsvergunning - titel V DABM 9. Rapportage naleving beslissingstermijnen • de vergunningverlenende overheden rapporteren jaarlijks via de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement over de naleving van de beslissingstermijnen voor vergunningsaanvragen en beroepen. • de rapportage door de gemeenten en de provincies gebeurt via de Vlaamse Regering volgens het model en op de wijze die door haar worden bepaald.
Omgevingsvergunning - titel V DABM
10. Milieuvoorwaarden 10.1. Onderlinge afstemming: • algemene milieuvoorwaarden (titel V): ‘basis’; • sectorale milieuvoorwaarden (titel V): a) vullen de algemene milieuvoorwaarden aan of stellen bijkomende eisen; b) kunnen strenger zijn dan de algemene milieuvoorwaarden; c) kunnen om ‘technische redenen’ afwijken in minder strenge zin dan de algemene milieuvoorwaarden in de gevallen door de Vlaamse Regering bepaald.
Omgevingsvergunning - titel V DABM •
bijzondere milieuvoorwaarden (omgevingsvergunning): a) vullen de algemene en sectorale milieuvoorwaarden aan of stellen bijkomende eisen; b) kunnen strenger zijn dan de algemene en sectorale milieuvoorwaarden, behalve indien andersluidend bepaald door de VR; c) kunnen om technische redenen in minder strenge zin afwijken van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden in de gevallen door de VR bepaald. Principe: bijzondere milieuvoorwaarden hebben voorrang op algemene en sectorale milieuvoorwaarden, sectorale milieuvoorwaarden hebben voorrang op algemene milieuvoorwaarden.
Omgevingsvergunning - titel V DABM
10.2. Doorwerking van nieuwe algemene en sectorale milieuvoorwaarden op bestaande ingedeelde inrichtingen/ activiteiten: • nieuwe algemene en sectorale milieuvoorwaarden zijn al dan niet na afloop van een overgangstermijn van toepassing op de eerder vergunde en gemelde ingedeelde inrichtingen en activiteiten en bijgevolg overrulen zij de bestaande bijzondere voorwaarden; • uitzondering: de strengere bijzondere milieuvoorwaarden uit lopende vergunning of uit een beslissing voor een ingedeelde inrichting of activiteit van de derde klasse blijven gehandhaafd.
Omgevingsvergunning - titel V DABM
10.3. Inhoud van de milieuvoorwaarden: • moeten gebaseerd zijn op de beste beschikbare technieken; • bij de vaststelling wordt voor een geïntegreerde aanpak gezorgd en wordt een hoog niveau van bescherming van de mens en het milieu gewaarborgd; • bij de vaststelling wordt rekening gehouden met: a) de geldende milieukwaliteitsnormen, met inbegrip van de bijzondere milieukwaliteitsnormen; b) de bestaande toestand van het milieu ; c) de ligging van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of nabij gebieden die een bijzondere bescherming behoeven of hindergevoelige objecten;
Omgevingsvergunning - titel V DABM
het feit dat de hinder en de risico’s afkomstig van de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten moet worden beperkt tot een aanvaardbaar niveau; • algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen tot doel hebben de schade ongedaan te maken die de exploitatie van de inrichting of de activiteit aan het milieu heeft toegebracht; • algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen bestaan uit verbods- en afstandsregels; • ter bevordering van het innovatief handelen primeren doelvoorschriften op middelenvoorschriften. d)
Omgevingsvergunning - titel V DABM 11. Verval van de vergunning • De omgevingsvergunning vervalt in elk van de volgende omstandigheden: ‒ de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handeling niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve vergunning; ‒ het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen met meer dan drie jaar wordt onderbroken; ‒ de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen de drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen; ‒ de vergunde activiteit of inrichting niet binnen de vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt; ‒ …
Omgevingsvergunning - titel V DABM • de omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting vervalt: ‒ als de exploitatie van de vergunde inrichting of activiteit meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken; ‒ als de inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ‘ten gevolge de exploitatie’; ‒ .. • de vervaltermijnen worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging bij een administratief rechtscollege is ingediend.
Omgevingsvergunning - titel V DABM 12. Meldingen • melding gebeurt zowel voor de meldingsplichtige stedenbouwkundige handeling als voor de meldingsplichtige exploitatie die het project omvat; • bevoegde overheid voor de aktename: CBS of de gemeentelijke omgevingsambtenaar; tenzij het een project betreft dat zowel aan de meldings- als aan de vergunningsplicht is onderworpen, in dat geval: de overheid die bevoegd is om in eerste aanleg de vergunning te verlenen; • als de melding via de vergunningsaanvraag gebeurt en de vergunning wordt geweigerd is de aktename van de melding via de vergunningsaanvraag zonder voorwerp. • toetsing of het meldingsplichtig project niet wettelijk verboden is; • tegen de akte staat een beroep open bij het administratief rechtscollege;
Omgevingsvergunning - titel V DABM 13. De milieucoördinator • de VR wijst de inrichtingen van de 2de klasse aan waarvoor de exploitant een milieucoördinator moet aanstellen; • uitbreiding takenpakket: de milieucoördinator verleent zijn medewerking en reikt informatie aan bij de uitvoering van de evaluaties.
Omgevingsvergunning - titel V DABM
14. Overgangsbepalingen. • aanvragen om vergunning of erkenning ingediend voor de inwerkingtreding van het decreet worden afgehandeld op basis van de procedure die geldig was op de datum van indiening; • de bevoegde overheid kan beslissen om de vergunning onmiddellijk voor onbepaalde duur te verlenen; • de milieuvergunningen die nog geldig zijn, blijven geldig voor de vastgestelde duur, met behoud van de toepassing van artikel 43 en 44 van het MVGD; • bestaande uitvoeringsbesluiten blijven geldig tot zij door andere worden vervangen.
Omgevingsvergunning - titel V DABM
15. Inwerkingtreding v/h decreet Het decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering per artikel vast te stellen datum. Deze datum valt minstens een jaar na de datum van goedkeuring van het besluit van de Vlaamse Regering waarmee de datum van inwerkingtreding wordt vastgelegd.