Meerkeuzevragen
(omcirkel het meest juiste antwoord)
Theorietoets module 1+2 (blad 1) 1. Om met een auto te mogen rijden moet de bestuurder kunnen tonen:? A B C D
kentekenbewijs deel IA en IB verzekeringspapieren en een geldig rijbewijs een Apk-keuringbewijs na 3 jaar (diesel, gas) of 4 jaar (benzine) oud. Alle antwoorden zijn goed.
2. Bandenspanning controleer je:? A B C D
iedere week jaarlijks alleen als zij er zacht uitzien dagelijks op zicht rondom de auto en maandelijks tijdens een tankbeurt
3. Te lage bandenspanning heeft invloed op:? A B C D
wegligging brandstofverbruik slijtage alle antwoorden zijn goed
4. De profieldiepte van een band bedraagt wettelijk minimaal?
…………...mm (zomerband)
…………...mm (winterband)
5. Profiel op een band is nodig om? A B C D
de grip op een droog wegdek te vergroten de grip op nat wegdek te verbeteren door water, modder en sneeuw af te voeren het remmen te verbeteren de temperatuur te verlagen
6. Met aquaplaning krijg je sneller te maken als je:? A B C D
brede autobanden hebt smalle autobanden hebt te hard opgepompte autobanden hebt alle antwoorden zijn goed
© RIJVAARDIGHEIDSTRAINING GERT DOORNEKAMP
TELEFOON +31 (0) 297-28 5000
WWW.GERTDOORNEKAMP.NL
Theorietoets Module 1+2 (blad 2)
7. Gegevens over de bandenspanning vind je:? A B C D
onder de motorkap in het onderhoudsboekje op de band zelf ter hoogte van het ventiel op de binnenkant van de linker deurstijl / brandstofklepje
8. Een groen ventieldopje is gemonteerd:? A B C D
om te zorgen dat er geen zand, vuil en stof in het ventiel komt om leeglopen van de band te voorkomen om aan te geven dat de band is gevuld met stikstof antwoord A, B, en C zijn allemaal juist
9. Motorolie controleer je:? A B C D
direct als de motor is afgezet (op een vlakke ondergrond) als de motor afgekoeld is (op een vlakke ondergrond) als de motor loopt en op bedrijfstemperatuur is er staat geen juist antwoord bij
10. Welk controlelampje gaat uit als de motor is gestart:? A B C D
van van van van
de handrem de motorolie het koelsysteem de accu (dynamo)
11. Er lekt druppelsgewijs helder water onder de auto:? A B C D
dit is van het koelsysteem en is gevaarlijk dit is condens van de airconditioning en u kunt rustig doorrijden dit is iets waar u de wegenwacht voor moet waarschuwen alle antwoorden zijn fout
12. Als je in of uit de auto stapt aan de rechterzijde van de rijbaan:? A B C D
loop je tegen het verkeer in (linksom) loop je met de klok mee (rechtsom) wacht je tot er geen fietsers meer aankomen er staat geen goed antwoord bij
© RIJVAARDIGHEIDSTRAINING GERT DOORNEKAMP
TELEFOON +31 (0) 297-28 5000
WWW.GERTDOORNEKAMP.NL
Theorietoets Module 1+2 (blad 3)
13. Als je aan de bestuurderskant uit de auto wilt; open je het portier met je:? A B C D
linkerhand rechterhand linker– of rechterhand maakt geen verschil er staat geen goed antwoord bij
14. Als een rood controlelampje op je dashboard aan gaat tijdens het rijden:? A B C D
zet je de motor af en waarschuw je de wegenwacht / garage rijd je direct naar de autodealer kun je nog veilig naar huis rijden alle antwoorden zijn goed
15. Een goede zithouding wordt bereikt als:? A B C D
je ontspannen en rechtop zit beide armen licht gebogen het stuur vast houden het linkerbeen met volledig ingetrapte koppeling lichtgebogen is alle antwoorden zijn goed
16. Bij een goede stuurhouding staan de handen ongeveer op:? A B C D
kwart voor drie tien voor twee antwoorden A en B zijn goed vijf voor negen
17. Het lipje of drukknopje onderaan de binnenspiegel is:? A B C D
om de binnenspiegel te verstellen zonder het glas aan te raken is een fabricagefout zonder doel om de binnenspiegel op de anti-verblindingsstand te zetten antwoorden A en C zijn beiden goed
18. Als je de motor wilt starten:? A B C D
trap je de koppeling in en laat de versnellingspook neutraal zet je de voet op de rem en laat de handrem erop doe je dat zonder gas te geven alle antwoorden zijn goed
© RIJVAARDIGHEIDSTRAINING GERT DOORNEKAMP
TELEFOON +31 (0) 297-28 5000
WWW.GERTDOORNEKAMP.NL
Theorietoets Module 1+2 (blad 4)
19. Wat is het doel van Scan: (script 10)? A B C D
weten wat er voor de auto gebeurt weten wat er achter de auto gebeurt weten wat er links en rechts naast de auto gebeurt antwoorden A, B en C zijn alle drie goed
20. Hoeveel meter leg je per seconde af bij 100 km/u:? A B C D
15 22 28 50
meter meter meter meter
21. Hoeveel graden bedraagt het “bewuste” waarnemingsgebied:? A B C D
3 graden 10 graden 180 graden 30 graden
22. Hectometerpaaltjes staan om de:?
…………...meter
23. Snelheid verminderen met een auto gebeurt door:? A B C D
het gas los te laten terug te schakelen voetrem te gebruiken alle antwoorden zijn goed
24. De eindschok tijdens het remmen voorkom je door:? A B C D
pompend het rempedaal te gebruiken het rempedaal net voor het stilstaan iets op laten komen de voetrem constant in te drukken alle antwoorden zijn goed
© RIJVAARDIGHEIDSTRAINING GERT DOORNEKAMP
TELEFOON +31 (0) 297-28 5000
WWW.GERTDOORNEKAMP.NL
Theorietoets Module 1+2 (blad 5)
25. Wat is het risico als je bij het insturen van een bocht (ont)koppelt:? A B C D
je verliest grip en kunt in de slip raken de motor raast door en verbruik neemt toe je benzine verbruik wordt minder antwoorden A, B en C zijn alle drie goed
26. Waar plaats je de linkervoet als hij niet hoeft te (ont)koppelen:? A B C D
onder het koppelingspedaal tegen de onderkant stoelzitting gekruist voor het gaspedaal op de voetsteun naast de koppeling
27. Hoe kun je plotseling afremmen (voor achteropkomend verkeer) kenbaar maken:? A B C D
remseintjes geven met het rempedaal en/of waarschuwingslichten aanzetten richtingaanwijzer naar rechts aanzetten gevarendriehoek achter de ruit zetten antwoorden A en B zijn beiden goed
28. Bij een noodstop trap je zo snel mogelijk:? A B C D
het koppelingpedaal in de voetrem in de voetrem en het koppelingspedaal gelijktijdig in de voetrem in en trek je de handrem aan
29. Je zet de motor af als de auto langer stilstaat dan:? A B C D
20 minuten 30 seconden 10 seconden 1 minuut
30. Als je de koppeling met veel gasgeven (te lang) laat slippen dan:? A B C D
verbranden de koppelingsplaten en verhoog je de onderhoudskosten maak je veel onnodig lawaai en dit wordt als asociaal gedrag ervaren verbruik je meer brandstof wat slecht is voor het milieu en je portemonnee alle antwoorden zijn goed
© RIJVAARDIGHEIDSTRAINING GERT DOORNEKAMP
TELEFOON +31 (0) 297-28 5000
WWW.GERTDOORNEKAMP.NL
Theorietoets Module 1+2 (blad 6)
31. Het ideale toerental voor opschakelen van een dieselmotor is:? A B C D
tussen de 1500 en 2000 toeren tussen de 2000 en 2500 toeren tussen de 2500 en 3000 toeren schakelen op het gehoor (motorgeluid)
32. De motor verbruikt vrijwel gèèn brandstof als je:? A B C D
het koppelingspedaal intrapt en gaspedaal loslaat het koppelingspedaal intrapt zonder te remmen het gaspedaal loslaat en de auto laat uitrollen je gebruikt altijd brandstof als de motor loopt
33. Starten van de motor doe je:? A B C D
als je op het punt staat van wegrijden ruim op tijd zodat de motor kan warm draaien altijd eerst om daarna de ramen schoon te maken en de auto te beladen als je uit bed komt met de afstandsbediening
34. Als je wilt wegrijden:? A B C D
kijk je eerst rondom de auto en in de spiegels geef je altijd richting aan als het vrij is om te gaan probeer je de snelheid vlot aan te passen op andere weggebruikers alle antwoorden zijn juist
35. Bij wegrijden uit een uitrit geef je:? A B C D
alle weggebruikers voorrang alle bestuurders voorrang alleen voetgangers voorrang alleen motorvoertuigen voorrang
36. Hoeveel is de stopafstand als je 80 km/u rijdt:? A B C D
30 64 20 10
meter meter meter meter
of of of of
2 seconden 2 seconden 1 seconde een halve seconde
© RIJVAARDIGHEIDSTRAINING GERT DOORNEKAMP
TELEFOON +31 (0) 297-28 5000
WWW.GERTDOORNEKAMP.NL
Theorietoets Module 1+2 (blad 7)
37. Volgafstand moet je vergroten ( tot 3 à 4 sec.) als er sprake is van:? A B C D
zware regenval sneeuw en gladheid rijden achter een ondoorzichtig voertuig alle antwoorden zijn goed
38. Ruimtekussen is:? A B C D
een veiligheidsmarge “rondom” de auto een veilige remafstand de ruimte in de auto de vrije ruimte naast geparkeerde auto’s
39. Bij tegemoetkomen op een smalle weg:? A B C D
moet het kleinste voertuig stoppen moet het zwaarste voertuig stoppen hebben beide bestuurders dezelfde verplichtingen moet je altijd stoppen voor de andere bestuurder
40. Je wordt sneller ingehaald als je:? A B C D
te veel rechts rijdt onnodig langzaam rijdt / op gang komt niet besluitvaardig bent op kruispunten alle antwoorden zijn juist
41. Voorrang (script 24/ van links en rechts) verlenen is:? A B C D
de betrokken bestuurders in staat stellen ongehinderd hun weg te vervolgen de betrokken weggebruikers in staat stellen ongehinderd hun weg te vervolgen het kruisingsvlak helemaal vrijlaten voetgangers van links en rechts bij een stopbord voor laten gaan
42. Als je stopt voor links afslaan:? A B C D
stuur je de wielen in naar links laat je de wielen rechtuit staan stuur je de wielen in naar rechts alle antwoorden zijn goed
© RIJVAARDIGHEIDSTRAINING GERT DOORNEKAMP
TELEFOON +31 (0) 297-28 5000
WWW.GERTDOORNEKAMP.NL
Theorietoets Module 1+2 (blad 8)
43. Voor het niet dragen van de autogordel door een van de passagiers is:? A B C D
de bestuurder aansprakelijk (indien passagier jonger dan 12 jaar) de bestuurder nooit aansprakelijk de passagier zelf aansprakelijk (indien passagier ouder dan 12 jaar) antwoorden A en C zijn beiden goed
44. (Baby) Autostoeltjes op de passagiersstoel mogen alleen geplaatst worden:? A B C D
tegen de rijrichting (met uitgeschakelde airbag) in de rijrichting (met uitgeschakelde airbag) alleen als de airbag is ingeschakeld kinderbeveiligingsmiddelen mogen niet op de voorbank
45. In het verkeer overlijden in Nederland jaarlijks ten gevolge van alcoholgebruik:? A B C D
4.000 mensen 300 mensen 600 mensen 60 mensen
46. Wanneer krijg je strafpunten als rijbewijsbezitter:? A B C D
als beginnend bestuurder bumperkleven als beginnend bestuurder meer dan 30 kilometer te hard rijden als beginnend bestuurder een ongeval veroorzaken met doden of gewonden alle antwoorden zijn juist
47. De meeste ongevallen worden veroorzaakt door:? A B C D
het voertuig de omgeving de mens slechte openbare straatverlichting
48. Bijzondere manoeuvres mag je niet uitvoeren als je:? A B C D
bestuurders hindert of schade veroorzaakt weggebruikers hindert of schade veroorzaakt niet stapvoets rijdt geen knipperende waarschuwinglichten aanzet
© RIJVAARDIGHEIDSTRAINING GERT DOORNEKAMP
TELEFOON +31 (0) 297-28 5000
WWW.GERTDOORNEKAMP.NL
Theorietoets Module 1+2 (blad 9)
49. Ontsnappen uit een te water geraakte auto is het gemakkelijkst door:? A B C D
het het het het
inslaan van de voorruit met de life-hammer inslaan van de voorzijruiten met een life-hammer inslaan van de achterruit met een life-hammer onder water openen van een deur
50. Hoeveel procent van de Nederlandse bevolking heeft last van (verkeers)lawaai:? A B C D
15 – 20% 30 – 40% 50 – 60% geluidsoverlast komt niet voor in Nederland
© RIJVAARDIGHEIDSTRAINING GERT DOORNEKAMP
TELEFOON +31 (0) 297-28 5000
WWW.GERTDOORNEKAMP.NL