Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan OlstWijhe 2011-2015
Olst-Wijhe, 14 oktober 2010. doc. nr.: 1029-8-RU-WA
Verantwoording
Titel
:
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011 - 2015
Subtitel
:
Ontwerp
Projectnummer
:
283419
Referentienummer
:
Revisie
:
0
Datum
:
21 juli 2010
Auteur(s)
:
ir. M. (Mattijs) Wendt
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
ir. R.J.M.L. (Renate) Degen
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
ing. D.J. (Tjerk) Bolder
Noordzeelaan 50 8017 JW Zwolle Postbus 1364 8001 BJ Zwolle T +31 38 499 16 00 F +31 38 422 76 97 www.grontmij.nl
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
2 van 47
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Inleiding.........................................................................................................................5 Inleiding Aanleiding........................................................................................................................... 5 Functies GRP 2011 – 2015 .................................................................................................. 5 Geldigheidsduur.................................................................................................................6 Procedure ...........................................................................................................................6 Leeswijzer ........................................................................................................................... 7 Termen en definities .......................................................................................................... 7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Evaluatie gemeentelijk rioleringsplan 2006 – 2010.................................................... 2010 8 Algemeen............................................................................................................................8 Evaluatie rioleringsbeleid 2006 – 2010 .............................................................................9 Niet voorgenomen uitgevoerde maatregelen ..................................................................13 Personele en financiële middelen.....................................................................................13 Aandachtspunten GRP 2011 – 2015..................................................................................13
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Het GRP en haar omgeving ........................................................................................14 Waarom riolering?............................................................................................................ 14 Relaties met andere plannen en regelgeving .................................................................. 14 Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken ............................................15 Overleg met andere overheden ........................................................................................15
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Doelen .........................................................................................................................16 Zorgen voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater ...................................... 16 Zorgen voor inzameling en verwerking van hemelwater................................................ 16 Zorgen dat het grondwater de bestemming van een gebied niet belemmert ............... 18 Toetsingskader .................................................................................................................20 Functionele eisen en maatstaven .................................................................................... 21 Voorwaarden voor effectief beheer.................................................................................. 21
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Toetsing huidige situatie ............................................................................................23 Inleiding............................................................................................................................ 23 Aanleg............................................................................................................................... 23 Overzicht aanwezige voorzieningen................................................................................24 Functioneren van de riolering.......................................................................................... 27 Zorgplicht grondwater ..................................................................................................... 27 Verordeningen en vergunningen ..................................................................................... 27 Klachten en meldingen, voorlichting............................................................................... 28
6 6.1 6.2 6.3 6.4
De opgave: wat moeten we doen?............................................................................. 29 doen? Aanleg nieuwe voorzieningen..........................................................................................29 Onderzoek ........................................................................................................................30 Exploitatie ......................................................................................................................... 34 Maatregelen...................................................................................................................... 34
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
3 van 47
6.5 6.6
Zorgplicht hemelwater..................................................................................................... 39 Zorgplicht grondwater .....................................................................................................40
7 7.1 7.2 7.3
Organisatie en financiën: wat hebben we nodig?..................................................... 42 nodig? Personele middelen..........................................................................................................42 Financiële middelen.........................................................................................................44 Kostendekking lange termijn ........................................................................................... 45
Bijlage 1:
Woordenlijst
Bijlage 2:
Ontwikkelingen en wet- en regelgeving beleid afvalwaterketen
Bijlage 3:
Doelen, Functionele eisen en maatstaven
Bijlage 4:
Nota hemelwaterzorgplicht gemeente Olst-Wijhe
Bijlage 5:
Nota grondwaterzorgplicht gemeente Olst-Wijhe
Bijlage 6:
Tabellen kostendekkingsmodel
Bijlage 7:
Uitgangspunten kostendekkingsplan
Bijlage 8:
Reacties overige instanties
Bijlage 9:
Lozingswerken gemeente Olst-Wijhe
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
4 van 47
1
Inleiding
1.1 Aanleiding Het huidige gemeentelijk rioleringsplan Olst-Wijhe 2006 – 2010 loopt in het jaar 2010 af en is toe aan actualisering. Daarnaast betekent de uitbreiding van de rioleringszorg met de zorg voor de afvoer van het hemelwater en de maatregelen t.a.v. nadelige gevolgen van de grondwaterstand een verbreding van het huidige gemeentelijke rioleringsplan. Dit is vastgelegd in de Wet verankering en bekostiging van de gemeentelijke watertaken per 1 januari 2008 De gemeente is wettelijk verplicht een gemeentelijk rioleringsplan op te stellen (Wet milieubeheer art. 4.22). Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit, de zorg voor het totale watersysteem en de rioleringszorg wordt steeds belangrijker. Ook het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. Aanleg en beheer van riolering is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer (art. 10.33). De gemeentelijke zorgplicht is in de Wet Milieubeheer geformuleerd als “zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig transport van het stedelijk afvalwater”. Afvalwater omvat hierbij al het water waarvan men zich wenst te ontdoen en kan dus ook afvloeiend hemelwater en overtollig grondwater zijn. Dit is het belangrijkste doel van de rioleringszorg. Doelmatige inzameling en transport betekenen ook dat het functioneren van rioolwaterzuiveringsinrichting, oppervlaktewater en bodem en grondwater niet nadelig mag worden beïnvloed. De rioleringszorg mag niet leiden tot overlast voor de omgeving en er moet worden gestreefd naar rioleringszorg tegen de laagst maatschappelijke kosten (de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen ondersteunen deze inspanningen). In dit gemeentelijke rioleringsplan is weergegeven hoe de gemeente Olst-Wijhe haar zorg voor de inzameling en transport van het stedelijk afvalwater, de afvoer van het hemelwater en de grondwaterproblematiek in de planperiode 2011 – 2015 vorm wil geven. 1.2 Functies GRP 2011 – 2015 Het GRP 2011 – 2015 is opgesteld conform de module A1050 ‘GRP: Planvorming gemeentelijke watertaken’. Volgens de module heeft het GRP vier functies: 1. Het kader voor invulling van de gemeentelijke zorgplichten. Het GRP bevat de hoofdlijnen voor de gemeentelijke zorgtaken voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. In het plan geeft de gemeente aan welke beleidskeuzes zijn gemaakt, zoals voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater, de inzameling en verwerking van hemel- en grondwater en de rol van de particulier hierbij. 2. Interne afstemming zorgplichten met overige gemeentelijke beleidsvelden en taken. De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit vereist integraal beheer en onderlinge afstemming tussen sectoren, zoals wegbeheer en ruimtelijke ordening. De gemeente moet een afweging maken over wat zij wel en niet wil inzamelen (bv. hemelwater) en hoe zij dat gaat doen (bv. al dan niet gemengd). De raakvlakken tussen rioleringszorg en de milieuvergunningverlening en -handhaving nemen daarmee toe. Het is daarom raadzaam ook
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
5 van 47
ambtenaren te betrekken die belast zijn met het milieubeleid en de handhaving van de Wet milieubeheer. Het GRP kan worden gebruikt voor de toekenning van budgetten. De uitwerking van het GRP op projectbasis, wordt in jaarprogramma’s gedaan. Deze jaarprogramma’s worden jaarlijks geëvalueerd en evt. bijgesteld. Deze evaluatie wordt vervolgens ter informatie behandeld in de gemeenteraad. 3.
Externe afstemming gemeentelijke zorgplichten met andere overheden. De gemeente moet haar rioleringsbeleid afstemmen met andere overheden. Op het gebied van grondwater is er een relatie met het waterschap, Rijkswaterstaat en de provincie. Verder heeft de provincie een rol als toezichthouder op de gemeentelijke financiën en heeft zij een aanwijzingsbevoegdheid (zie artikel 4.24 Wet milieubeheer). De externe afstemming is vooral gericht op het omgaan met hemel- en grondwater. In de externe afstemming spelen de lozingsvergunningen van de gemeente nu nog een belangrijke rol. Na invoering van de Waterwet verdwijnen deze vergunningen en gaan voor lozingen algemene regels en maatwerkvoorschriften gelden. Het GRP wordt daardoor een nog belangrijker instrument om afspraken over emissiereductie en het omgaan met hemelwater vast te leggen. In de komende planperiode wordt het beleid ten aanzien van de gemeentelijke zorgplichten nader uitgewerkt en vastgesteld. Bij dit proces zullen de andere overheden nauw worden betrokken.
4.
Continuïteit in de invulling van de gemeentelijke zorgplichten. De voorzieningen voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater, hebben een relatief lange levensduur. De effecten van wijzigingen in de aanpak en afstemming met andere beleidsterreinen zijn vaak pas op langere termijn zichtbaar. Het GRP heeft daarbij een belangrijke functie omdat het ook de lange termijn in hoofdlijnen zichtbaar maakt. Een beeld van de ontwikkeling op langere termijn wordt verkregen door in het GRP een evaluatie van de vorige planperiode op te nemen en door toetsing aan een referentiekader (doelen).
Bij het opstellen van het GRP 2011 – 2015 is met bovengenoemde functies rekening gehouden. 1.3 Geldigheidsduur De gemeente stelt zelf de geldigheidsduur van het plan vast (art. 4.22 Wm). De geldigheidsduur van dit beleidsplan is vijf jaar (2011 – 2015). De peildatum van dit GRP is 1 januari 2010 en alle genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2010. In 2015 zal het GRP aan de dan bestaande inzichten worden getoetst en, als dat nodig is, worden bijgesteld. Mocht dit nodig zijn, kan ook tussentijds nog worden bijgesteld. 1.4 Procedure Dit gemeentelijk rioleringsplan is in nauwe samenwerking met de gemeente Olst-Wijhe en Grontmij tot stand gekomen. De volgende instanties zijn bij het opstellen van het plan betrokken: • Waterschap Groot Salland en waterschap Veluwe • Provincie Overijssel De volgende vaststellingsprocedure wordt gevolgd: • Het ontwerp GRP wordt door het college van B&W vastgesteld;
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
6 van 47
• het ontwerp GRP is opiniërend in de raadsvergadering van 20 september 2010 behandeld; • na verwerking opmerkingen raad is het ontwerp GRP vervolgens gedurende 6 weken ter inzage gelegd en ter beoordeling voorgelegd aan: − Gedeputeerde Staten van Overijssel; − Dagelijks Bestuur van het Waterschap Groot Salland en het Waterschap Veluwe en Rijkswaterstaat; • In november 2010 2011 wordt het GRP inclusief de reacties van de provincie, waterschappen en eventuele inspraakreacties van particulieren besluitvormend in de raad behandeld. • Bekendmaking + ter inzage. 1.5 Leeswijzer Dit gemeentelijk rioleringsplan is opgezet conform de aanbevelingen in de Leidraad Riolering en bestaat uit de volgende hoofdstukken. Hoofdstuk 1 is de inleiding, met de aanleiding, de geldigheidsduur en de gevolgde procedure. In hoofdstuk 2 komt de evaluatie van het gemeentelijk rioleringsplan 2006 – 2010 aan de orde. De evaluatie is de beginsituatie voor het gemeentelijk rioleringsplan 2011 – 215. Hoofdstuk 3 beschrijft de omgeving van het GRP en het kader. Hier komen de diverse relaties met wet- en regelgeving en ontwikkelingen aan bod. In hoofdstuk 4 worden de doelen van de rioleringszorg in Olst-Wijhe beschreven, en de daarbij horende functionele eisen en maatstaven. Hiermee wordt een toetsingskader gegeven waarmee onder meer de gevolgen voor het milieu (Wet milieubeheer artikel 4.22 lid 2d) kunnen worden aangegeven. In hoofdstuk 5 is de huidige situatie getoetst aan de doelen, waarbij de vraag is in hoeverre deze doelen gerealiseerd zijn. Dit hoofdstuk geeft het in de wet gevraagde overzicht van de aanwezige voorzieningen (Wet Milieubeheer, artikel 4.22 lid 2a). In hoofdstuk 6 'De opgave' worden in hoofdlijnen de maatregelen weergegeven die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen realiseren. Met deze strategie wordt invulling gegeven aan lid 2b en 2c van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer. In hoofdstuk 7 'Organisatie en financiën' wordt de in hoofdstuk 5 weergegeven strategie vertaald naar benodigde personele en financiële middelen en een wijze van kostendekking (Wet milieubeheer, artikel 4.22 lid e). Hoofdstuk 8 geeft een samenvatting en bevat het uiteindelijke besluit. 1.6 Termen en definities Dit gemeentelijk rioleringsplan is een gemeentelijk plan, waar de gemeenteraad zich over moet uitspreken. Het is echter niet alleen voor de bestuurders en besluitvormers geschreven, maar ook voor overleg met de in de Wet milieubeheer genoemde instanties. Dit heeft tot gevolg dat in dit gemeentelijk rioleringsplan ‘vaktaal’ wordt gebruikt. In bijlage 1 is daarom een uitgebreide verklarende woordenlijst opgenomen.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
7 van 47
2
Evaluatie gemeentelijk rioleringsplan 2006 – 2010
In dit hoofdstuk is een evaluatie gegeven van het voorgaande GRP. Hierbij is de stand van zaken per 1 november 2009 weergegeven. 2.1 Algemeen Samenvattend wordt geconcludeerd dat het gemeentelijke rioleringsplan 2006 – 2010 een duidelijke rol heeft vervuld: • Het is een goed werkdocument, dat regelmatig wordt gebruikt en nageslagen. • Het geeft een duidelijk overzicht van planning en kosten van werkzaamheden. • Er zijn duidelijke (beleidsmatige) kaders voor de rioleringszorg. • Er zijn structureel middelen ter beschikking gesteld. Betreffende de vormgeving en leesbaarheid van het GRP 2006 – 2010 wordt opgemerkt dat het een goed en overzichtelijk plan is. De figuren maken het geheel prettiger leesbaar. De procedures voor de totstandkoming zijn goed gevolgd. Het waterschap Groot Salland blijft de belangrijkste externe waterpartner door de toenemende aandacht voor optimalisatie van de afvalwaterketen riolering- afvalwaterzuivering en de relatie met het oppervlaktewater (Kaderrichtlijn Water). Andere partijen zijn het waterschap Veluwe en Rijkswaterstaat. Overleg met het Waterschap Groot Salland heeft zowel bij de totstandkoming van het GRP als bij het opstellen van de rioleringsplannen plaatsgevonden. Een en ander is hierbij vastgelegd in een afvalwaterakkoord tussen gemeente en waterschap. Afvalwaterakkoord De gemeente en het Waterschap Groot Salland zorgen gezamenlijk voor de verwerking van het afvalwater in de gemeente Olst-Wijhe. Het sluiten van een afvalwaterakkoord kan worden gezien als de vastlegging van de reeds bestaande structurele samenwerking binnen de afvalwaterketen tussen het waterschap en de gemeente. De meerwaarde van het afvalwaterakkoord is dat het voorziet in de behoefte om zowel naar elkaar, naar de 'klanten' en naar de toezichthoudende instanties (rijk en provincies) de samenwerking tussen waterschap en gemeente op het gebied van de afvalwaterketen te stimuleren. Hierbij wordt de samenwerking concreet ingevuld door transparant te zijn in kosten en prestaties. Samenwerking zet aan tot innoveren en het ontdekken van nieuwe kansen voor verbetering. Partijen inspireren elkaar om te vernieuwen en te ontwikkelen. Samen beter, ieder op eigen wijze. Via deze benadering ontstaat een verscheidenheid aan oplossingen en ideeën, waarbij de beste opties zich zullen doen gelden. (Bron: afvalwaterakkoord Gemeente Olst-Wijhe Waterschap Groot Salland, 20 oktober 2008, ondertekend op 5 februari 2009) Benchmark Rioleringszorg 2010 In 2010 wordt door de Stichting Rioned de landelijke Benchmark Rioleringszorg uitgevoerd. De Benchmark (= bedrijfsvergelijking) Rioleringszorg is een vergelijkingsinstrument dat gemeenten en externen inzicht geeft in de invulling van de gemeentelijke watertaken. Het stimuleert gemeenten om de eigen organisatieprocessen verder te verbeteren en maatregelen efficiënter en effectiever te maken. (bron: Stiching Rioned).
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
8 van 47
Gemeente Olst-Wijhe doet uiteraard ook mee met deze landelijke Benchmark. De resultaten hiervan zijn eind 2010 bekend en zijn niet opgenomen in voorliggend plan. Over de resultaten van de benchmark zal de gemeenteraad begin 2011 worden geïnformeerd. 2.2 Evaluatie rioleringsbeleid 2006 – 2010 Het rioleringsbeleid 2006 – 2010 is geëvalueerd vanuit de volgende invalshoeken: 1. aanleg riolering bij bestaande bebouwing. 2. aanleg riolering bij nieuwbouw. 3. onderzoek. 4. maatregelen. Achtereenvolgens wordt per punt beschreven wat er in het voorgaande GRP was voorgenomen om uit te voeren en wat er daadwerkelijk is uitgevoerd. In paragraaf 2.5 worden de conclusies en aanbevelingen beschreven voor het nieuw op te stellen GRP Olst-Wijhe. 2.2.1 Aanleg riolering bij bestaande bebouwing Voor de aanleg van riolering bij bestaande bebouwing is in het vorige GRP gesteld dat voor 2010 de lozing van huishoudelijk afvalwater in een agrarisch in gebruik zijnde gierkelder wordt verboden. Voor deze categorie afvalwater lozers wordt het verplicht aan te sluiten op de riolering. Deze maatregel is vooralsnog nog niet uitgevoerd. In 2010 is de gemeentelijke bouwverordening aangepast, zodat 76 agrarische bedrijven nu verplicht worden gesteld om vóór 01-01-2011 aan te sluiten op de (druk)riolering. Er zijn in het buitengebied 21 woningen met een IBA die een tijdelijke ontheffing hebben van de aansluitplicht. Deze tijdelijke ontheffingen lopen af van 2010 tot 2018. 2.2.2 Aanleg riolering bij nieuwbouw De in het voorgaande GRP aangegeven strategie voor aanleg van riolering bij nieuwbouw wordt in de praktijk ook gevolgd. Alle nieuwe bebouwing wordt aangesloten op de gemeentelijke riolering. Daarnaast wordt in Olst-Wijhe zoveel mogelijk nieuw afvoerend oppervlak niet aangesloten op riolering. Schoon- en vuilwaterstromen worden zoveel mogelijk gescheiden, waarbij schoon regenwater in het watersysteem wordt gehouden en niet wordt afgevoerd via de keten (het riool). In het gemengde rioolstelsel zal waar mogelijk afvoerend oppervlak worden afgekoppeld in combinatie met renovatie of vervangende nieuwbouw en integraal met wegonderhoud. Voor nieuwe woningen die niet zijn opgenomen in bestemmingsplannen, geldt de verordening eenmalig rioolaansluitrecht. In deze verordening staan de kosten vermeld voor het maken van een aansluiting op de riolering. 2.2.3 Onderzoek In het voorgaande GRP zijn voor onderzoek een aantal activiteiten gepland. Deze activiteiten worden hier geëvalueerd. Inventarisatie en gegevensbeheer Een compleet en actueel gegevensbestand is een vereiste voor goed rioleringsbeheer. In het voorgaande GRP is gesteld dat revisiegegevens bij oplevering van het werk beschikbaar zijn en binnen drie maanden worden verwerkt.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
9 van 47
Daarnaast waren voor de afgelopen planperiode de volgende activiteiten gepland: 1. het invoeren van de nog niet verwerkte gegevens in het beheersysteem; 2. het invoeren van de rioleringsgegevens van nieuwe woonwijken; 3. het controleren en in stand houden van het beheersysteem riolering (bestandsbouw, uitwerking, bestandsbeheer, onderhoud rioleringsbeheersysteem, etc.). Geconcludeerd kan worden dat vrijwel volledig aan de strategie is voldaan. Het gegevensbestand is bijna volledig op orde, de gegevens zijn actueel en compleet. Inspectie Voor de afgelopen planperiode was gepland om ca. 13 km riolering per jaar te reinigen (cyclus gemiddeld 1 x per 6 jaar) en met behulp van een tv-camera ca. 8 km te inspecteren (cyclus gemiddeld 1 x per 10 jaar). Dit is volgens planning uitgevoerd. Meten en berekenen Herberekening heeft alleen plaatsgevonden in Wijhe. Naar aanleiding van een actualisatie van het aangesloten afvoerend oppervlak, voorgestelde maatregelen uit een voorgaand BRP en metingen van het waterschap en de gemeente aan een overstort is toen besloten een nieuwe herberekening uit te voeren. Bij de overige kernen zijn geen herberekeningen uitgevoerd. Controle verordeningen en vergunningen Bij milieucontroles wordt gekeken naar de voorzieningen die er zijn en of die werken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een slibvangput, olie- en vetafscheider, ijzerlozing e.d. Er mogen geen gevaarlijke stoffen, oliën en vetten worden geloosd. De gemeente kan echter niet bemonsteren. Het waterschap doet dit voor de gemeente als er vermoedens zijn van wangedrag. Samenvatting onderzoeksinspanning planperiode Uit het voorgaand GRP is de volgende tabel 2.1 met een samenvatting van de onderzoeksinspanningen opgenomen. In deze tabel is weergegeven of het beschreven onderzoek is uitgevoerd.
Tabel 2.1. Onderzoeksinspanning GRP OlstOlst-Wijhe 2006 – 2010. Omschrijving Tv-inspectie 8 km (incl. rein.) Diverse studies Beheer meetnetwerk dataloggers, neerslagmeters en uitwerking gegevens Onderzoek gescheiden stelsel De Enk Opstellen afkoppelkansenkaart Olst en Wijhe Eventueel onderzoek naar ombouw effluentleiding naar BBL: Centrum te Wijhe Opstellen GRP
Uitgevoerd? Ja Ja Ja, op hoofdlijnen Ja Nee, per project onderzoeken Ja Ja
Meetnetwerk dataloggers Het onderzoek van het meetnetwerk dataloggers en neerslagmeters is op hoofdlijnen uitgevoerd. Elk jaar vindt een globale analyse van de gegevens plaats. Indien hiertoe aanleiding is worden de gegevens nader geanalyseerd.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
10 van 47
Afkoppelkansenkaart Gepland was om samen met Waterschap Groot Salland de afkoppelkansen en afkoppelmogelijkheden inzichtelijk te maken in een afkoppelkansenkaart. Dit is niet uitgevoerd. Er is voor gekozen om per project de afkoppelmogelijkheden te onderzoeken. Ombouw effluentleiding naar Bergbezinkleiding Het onderzoek naar de ombouw van de effluentleiding Centrum Wijhe naar bergbezinkleiding (BBL) is verricht. Het ombouwen van de leiding bleek niet mogelijk. Op dit moment wordt onderzocht hoe de clarigester op de oude zuivering in Wijhe kan worden omgebouwd tot extra bergingsvoorziening. 2.2.4 Maatregelen De genoemde maatregelen in het voorgaande GRP worden hieronder geëvalueerd. Onderhoud De vrijvervalriolering wordt periodiek eens in de 6 jaar gereinigd en eens in de 10 jaar geïnspecteerd met behulp van camera inspectie. Kolken en lijngoten worden 2 keer per jaar gereinigd. De rioolgemalen en BBB’s zijn in onderhoud en beheer bij het waterschap Groot Salland. Het onderhoud van alle drukrioolgemaaltjes is uitbesteed. De aannemer moet alle storingen verhelpen, de gemeente vrijwaren van klachten, het systeem in goede conditie houden, waarbij de gemaaltjes minimaal één maar per jaar moeten worden geïnspecteerd en gereinigd. Reparatie, renovatie en vervanging vrijvervalriolen In de afgelopen planperiode zijn de volgende riolen vervangen of gerepareerd: 2005 - Jan Schamhartstraat - A.Geerstraat (Weth. A.G. Dekkerlaan – K. v Limburg Stirumstraat) 270 m riool gerelined - Kon. Wilhelminastraat & Pr. Bernhardstraat te Olst 364 m gemengd riool Ø 400 mm 2006 - Averbergen te Olst, 53 m Ø 500 mm 2007 - Rijksstraatweg (parallelweg) tussen De Meente en de RWZI te Olst, 422 m Ø 1000 mm - Enkweg te Wijhe, 445 m gemengd riool vervangen door 445m dwa-riool 300/400 en 700 m IT-riool Ø 315 mm 2009 - K. van Limburg Stirumstraat - A. Geertstraat, 95 m Ø 600 mm en 78 m Ø 900 mm - Kern Wesepe, 595 m gemengd riool vervangen door 595 m dwa-riool (Ø 315 en Ø 400 mm) en 875 m IT-riool Ø 300 en Ø 400 mm - Beatrixstraat e.o. te Olst, 613 m gemengd riool door 613 m gemengd riool (Ø 315, Ø 400 en Ø 500 mm) Reparatie, renovatie en vervanging overige objecten Het beheer en onderhoud van alle rioolgemalen is uitbesteed aan Waterschap Groot Salland. De reden voor de overdracht is het behouden van een goed overzicht en controle op het afvoerende afvalwater vanuit de kernen en op een doelmatige werking van de gemalen en de zuivering. De werkzaamheden om de rioolgemalen te optimaliseren, zoals aanbrengen telemetrie en voldoen aan ARBO-normen, zijn in 2007 uitgevoerd. Begin 2008 is de overeenkomst tot overdracht door beide partijen ondertekend. Samenvatting maatregelen planperiode Uit het voorgaand GRP is de volgende tabel 2.2 met een samenvatting van de maatregelen opgenomen. In deze tabel is weergegeven of de beschreven maatregelen zijn uitgevoerd.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
11 van 47
Tabel 2.2. Uit te voeren (milieu-) maatregelen GRP Olst-Wijhe 2006 – 2010. Omschrijving
Uitgevoerd?
Gehele gemeente Optimalisatie over te dragen rioolgemalen
Ja
Wijhe De Enk: Ombouw naar verbeterd gescheiden of lamellen De Enk Doortrekken overstortleiding Wijhezicht met 60 m¹ Aanleg randvoorziening Havenpad 100 m³ (Tuurweide) Aanleg groter en dieper riool Enkweg Eventueel afkoppelen afvoerend oppervlak rond Enkweg (2–2,5 ha) De Enk: Controle verkeerde aansluitingen Eventueel ombouw effluentleiding tot BBL: Centrum
Nee, niet nodig Ja Ja Ja Ja Ja Nee, niet mogelijk
Wesepe Afkoppelen dakoppervlakken – OBS (incl. plein) / N.H. Kerk / Restaurant
Ja
Welsum Verbeteringsmaatregelen
Onderzoek uitgevoerd, geen maatregelen nodig
Olst Aanleg retentievoorziening overstort Averbergen Afkoppelen dakoppervlak: Aberson
Nee, onduidelijkheid over maatregel. Nee, onduidelijkheid over bestemming gebouw
Boskamp Afkoppelen dakoppervlak hoofdgebouw St. Willebrord
Nee, staat gepland voor 2011
Verbetering van het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de vrijvervalriolering De gemeente voldoet per 01-08-2007 geheel aan de basisinspanning voor het gemeentelijke rioolstelsel. De Enk: Ombouw naar verbeterd gescheiden of lamellen De Enk Nader onderzoek naar het functioneren van het rioolstelsel en het aangesloten verhard oppervlak heeft uitgewezen dat alleen schoon regenwater op het hemelwaterriool is aangesloten. In overleg met het waterschap Groot Salland is geconcludeerd dat ombouw van het rioolstelsel of het plaatsen van een lamellenafscheider overbodig is. Aanleg retentievoorziening overstort Averbergen De aanleg van deze retentievoorziening is (nog) niet uitgevoerd. Dit is een maatregel in het kader van de stedelijke wateropgave. De overstort zit aangesloten op de zandwetering. Deze watergang is bovendien aangewezen als waterlichaam in het kader van de KRW. Het is nog niet duidelijk hoe en wanneer maatregelen in het kader van de stedelijke wateropgave moeten worden genomen. Aanleg telemetrie rioolgemalen & drukriolering Alle rioolgemalen zijn voorzien van telemetrie. Deze kosten zaten in de optimalisatie van de aan het waterschap over te dragen rioolgemalen. In de kostentabel van het voorgaande GRP is ook het aanbrengen van telemetrie op de drukriolering opgenomen. Hiervoor was in 2008, 2009 en 2010 per jaar € 266.000,= opgenomen. Telemetrie op de drukriolering is erg kostbaar en levert de gemeente nauwelijks financieel voordeel op bij het onderhoud en beheer van de drukunits. De investering wordt niet in kosten terugverdiend. Wel levert het extra gemak op voor de burger die geen melding meer hoeft te doen van in storing staande drukunits, maar hierdoor worden zij ook veel minder bewust van hun eigen lozingsgedrag. Daarom is aan deze maatregel geen uitvoering gegeven. Maatschappelijk gezien kan dit geld binnen de afvalwaterketen beter aan andere projecten worden besteed.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
12 van 47
Overige kleinschalige maatregelen Het afkoppelen van het dakoppervlak van het hoofdgebouw St. Willibrord te Boskamp is nog niet uitgevoerd. In plaats hiervan is sporthal de Hooiberg met bijbehorende parkeerterreinen afgekoppeld. Omdat de sporthal werd verbouwd zijn deze werkzaamheden gelijktijdig meegenomen. Zo is werk-met-werk gemaakt. (N.B. het afkoppelen van St.Willibrord blijft een maatregel die in 2011 moet worden uitgevoerd.) In samenhang met het afkoppelen van dakoppervlakken – OBS (incl. plein) / N.H. Kerk / Restaurant zijn diverse straten in Wesepe afgekoppeld bij vervanging van de gemengde riolering. 2.3 Niet voorgenomen voorgenomen uitgevoerde maatregelen Per 1 oktober 2009 beschikt de gemeente over een digitaal waterloket (www.olst-wijhe.nl). Op dit waterloket kan de burger veel informatie vinden over de verschillende wateronderwerpen binnen de gemeente. Ook is het mogelijk om een klachtenformulier in te vullen over hemelwater, grondwater of de riolering. 2.4 Personele en financiële middelen Personele middelen Bij de gemeente Olst-Wijhe wordt in de binnendienst gemiddeld 2300 uur per jaar ‘geboekt’ op de post riolering. Met een gemiddeld aantal productieve dagen van 200 per jaar met 7,2 uur per dag te besteden tijd (=1440 uur/jaar) komt dit neer op ca. 1,6 fte in de binnendienst. In de buitendienst wordt er per jaar ca. 110 uur geboekt op de post riolering. Dit komt overeen met ca. 0,08 fte. De personele capaciteit was voldoende om, met gebruikmaking van uitbesteding, de meeste werkzaamheden uit het voorgaande GRP te verrichten. De ervaring van de medewerkers is dat er alleen tijd is voor de normale dagelijkse dingen, zodat het systeem in stand wordt gehouden. De gewenste verdiepingsslag om echt een stap verder te komen in de rioleringszorg wordt met de huidige bezetting niet mogelijk geacht. Financiële middelen In 2006 was het rioolrecht € 167,36. Dit tarief was met de opgestelde strategie niet kostendekkend. Om een kostendekkend tarief te bereiken, is gekozen voor het jaarlijks verhogen van het tarief met stappen van € 10,=. In 2010 zou dan een kostendekkend tarief bereikt van € 200,= worden bereikt. Deze strategie is uitgevoerd. 2.5 Aandachtspunten GRP 2011 – 2015 De evaluatie van het GRP 2006 – 2010 heeft de volgende aandachtspunten voor het nieuwe verbrede GRP opgeleverd: • Het GRP 2011 – 2015 kan door middel van plaatjes, grafieken en tabellen overzichtelijker worden vormgegeven. Als achtergrondinformatie in de bijlage wordt gezet, wordt het inhoudelijke plan overzichtelijker. • 21 woningen die zijn voorzien van een IBA aansluiten op de riolering. • Samen met het waterschap invulling geven aan de Stedelijke wateropgave en het waterkwaliteitsspoor. • Uitwerken nadere analyse van de meetgegevens van de dataloggers.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
13 van 47
3
Het GRP en haar omgeving
Om de uitgangssituatie vast te leggen wordt de relatie met andere overheidstaken en ontwikkelingen aangegeven, omdat die van invloed zijn op dat wat we willen met de rioleringszorg (de doelen, functionele eisen en maatstaven). Een groot aantal maatstaven wordt door andere overheden opgelegd door wettelijke regels of vergunningvoorschriften. Ontwikkelingen geven aan waar de aandacht de komende jaren op wordt gericht. 3.1 Waarom riolering? De reden om riolering aan te leggen is en was: • het beschermen van de volksgezondheid: verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving verwijderen; • het op peil houden van de kwaliteit van de leefomgeving: ontwatering van de bebouwde omgeving door naast het afvalwater ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen e.d. in te zamelen en af te voeren; • het beschermen van de bodem, het grond- en oppervlaktewater: door het afvoeren van het afvalwater naar een zuiveringsinstallatie. Vanuit deze algemene doelen zijn doelen voor de gemeentelijke riolering(szorg) afgeleid waarmee een duidelijk toetsingskader wordt gecreëerd. Deze doelen zijn geformuleerd in hoofdstuk 4. 3.2 Relaties met met andere plannen en regelgeving Riolering staat niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van de waterketen (drinkwatervoorziening - riolering - afvalwaterzuivering). De riolering heeft relaties met het watersysteem en is onderdeel van de openbare ruimte (zie figuur 3.1).
Figuur 3.1. Relaties riolering-waterketen-watersysteem.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
14 van 47
Dit verbrede GRP heeft dan ook relaties met andere (beleids)plannen, zowel van de gemeente als van andere overheden. Deze beleidsplannen kunnen directe invloed hebben op de te nemen maatregelen en op de actuele uitvoeringstermijn van de maatregelen die in dit GRP aan de orde komen. In bijlage 2 is aangegeven welke ontwikkelingen, plannen en wet- en regelgeving op de afvalwaterketen ingrijpen. Een aantal relaties wordt daar kort toegelicht. Voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar de betreffende (beleids)stukken. 3.3 Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken in werking getreden. Op grond hiervan heeft de gemeente een drietal zorgplichten: • zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater • zorg voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater • zorg voor het treffen van maatregelen om nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken De zorgplicht voor ons afvalwater (stedelijk afvalwater en hemelwater) vulde de gemeente al lang in door de aanleg van riolering. De zorgplicht voor grondwater is nieuw. Dit betekent dat de gemeente in het openbaar gemeentelijke gebied maatregelen moet treffen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk voorkomen of beperken. Dit zover het doelmatige maatregelen betreft die niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoren. De zorgplichten voor het hemel- en het grondwater zijn inspanningsverplichtingen. Daarom zijn keuzes over de invulling hiervan nodig en is er behoefte aan een toetsingskader: hoe is de samenhang tussen kosten, maatregelen en het maatschappelijk belang. 3.4 Overleg met andere overheden In artikel 4.23 van de Wet milieubeheer is aangegeven dat verschillende instanties bij de voorbereiding van het gemeentelijke rioleringsplan moeten worden betrokken. Het conceptplan is in het kader daarvan toegestuurd aan het Waterschap Groot Salland, het Waterschap Veluwe, Rijkswaterstaat en de Provincie Overijssel voor commentaar. De reacties zijn opgenomen in bijlage 8.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
15 van 47
4
Doelen
De zorg voor de gemeentelijke watertaken dient de volgende algemene doelen: 1. Inzameling van het binnen het gemeentelijk gebied geproduceerde stedelijk afvalwater. 2. Inzameling en verwerking van het hemelwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding. 3. Beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming in het openbaar gebied. 4. Transport van het ingezamelde stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt; waarbij: 5. Ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater worden voorkomen. 6. Geen overlast voor de omgeving wordt veroorzaakt (in de breedste zin van het woord). In onderstaande paragrafen zijn de verschillende doelen nader uitgewerkt. De doelen zijn gegroepeerd volgens de drie zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. In bijlage 3 zijn de doelen uitgewerkt in functionele eisen en maatstaven. 4.1 Zorgen voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater Het doel ‘inzameling van het binnen het gemeentelijk gebied geproduceerde stedelijk afvalwater’ heeft betrekking op de wettelijke verplichting om afvalwater in te zamelen. Om het afvalwater te kunnen inzamelen (en transporteren), moeten de buizen, putten, etc. in goede staat zijn. Tijdige vervanging is daarbij noodzaak. Het doel ‘transport van het ingezamelde water naar een geschikt lozingspunt’ heeft betrekking op het transport van het afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) of regenwater naar de regenwateruitlaten. Hiervoor moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water door de riolen onder vrij verval naar het gemaal of uitlaat binnen een bepaalde tijd kunnen afstromen. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker zijn. Om ‘ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater te voorkomen’ worden onder andere door het waterschap eisen gesteld. Het betreft de eisen aan de vuiluitworp uit de riolering naar oppervlaktewater en lekkage naar bodem en grondwater. ‘Geen overlast voor de omgeving (in de breedste zin van het woord)’ heeft betrekking op wateroverlast tijdens regen. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, moet de riolering voldoende afvoercapaciteit hebben. Dit doel heeft ook betrekking op (het voorkomen van) overlast door het uitvallen van gemalen, stank, instortingen van slechte riolen met mogelijke wegverzakkingen, overlast voor burgers en bedrijven door werkzaamheden aan de riolering. 4.2 Zorgen voor inzameling en verwerking van hemelwater Kern van de zorgplicht is de zorg voor een doelmatige inzameling en doelmatige verwerking van het hemelwater. De keuze voor de wijze van inzameling en verwerking van het hemelwater wordt echter vrijgelaten en is sterk afhankelijk van de lokale situatie. De gemeente Olst-Wijhe heeft in een aparte nota het beleid omschreven ten aanzien van deze zorgplicht voor de inzameling en verwerking van hemelwater (zie bijlage 4). In deze paragraaf wordt de nota beknopt beschreven.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
16 van 47
4.2.1 Wetgeving De wetgeving en zorgplicht geven aan dat de hemelwaterverwerking dus eigenlijk bestaat uit twee stappen: • Aanpak bij de bron. Hemelwater moet indien mogelijk verwerkt worden op het perceel waar het valt. De gemeente moet beoordelen in welke situaties zij redelijkerwijs van particulieren kan vragen om zelf het hemelwater te verwerken. • De zorgplicht van de gemeente voor een doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater, dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf kunnen verwerken. 4.2.2 Aanpak bij de bron De eigenaar van een perceel is dus in eerste instantie verantwoordelijk voor hemelwater op eigen terrein (aanpak bij de bron). Het is aan de gemeente om te beoordelen of redelijkerwijs van de perceelseigenaar verlangd kan worden het afvloeiend hemelwater zelf in de bodem of op oppervlaktewater te brengen. De wetgeving gaat er vanuit dat hemelwater schoon genoeg is om het zonder behandeling in het milieu te laten terugvloeien. Wanneer het ingezamelde hemelwater echter wordt verontreinigd nadat het is gevallen en voordat het wordt teruggebracht in het milieu of aan de gemeente wordt aangeboden, dan dient het verontreinigde hemelwater ter plaatse, door de houder, te worden gezuiverd (via een IBA, een helofytenfilter, een zuiveringsfilter of een gelijksoortige voorziening), alvorens het wordt geloosd. Beter is natuurlijk om te voorkomen dat het vervuild raakt. De gemeente krijgt vanuit de regelgeving nieuwe bevoegdheden om eventueel aanvullende eisen te stellen via een maatwerkvoorschrift of een verordening. De gemeente kan van deze bevoegdheden gebruik maken als blijkt dat afstromend hemelwater toch te verontreinigd is om vrij in het milieu te worden geloosd en om verontreiniging van afstromend hemelwater te voorkomen. 4.2.3 De zorgplicht De gemeentelijke hemelwaterzorgplicht komt pas om de hoek kijken als de perceelseigenaar zich niet op een andere wijze van het ingezamelde hemelwater van zijn perceel kan ontdoen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er geen oppervlaktewater in de buurt is waarop geloosd kan worden en/of de grondwaterstand zo hoog is dat infiltratie niet mogelijk is. Een situatie dat de perceelseigenaar het gehele perceel verhard heeft, waardoor infiltratie onmogelijk is geworden, is geen reden om een beroep te doen op de gemeentelijke zorgplicht. De zorgplicht omvat niet meer dan een door de gemeente aangeboden voorziening waar het hemelwater in geloosd kan worden. Nadat hemelwater door de gemeente is ontvangen, is het vervolgens aan de gemeente om de afweging te maken op welke wijze het ingezamelde hemelwater wordt verwerkt. Dat kan een gescheiden maar ook een gemengd systeem zijn. Samenspraak met het betrokken waterschap is hierbij natuurlijk onontbeerlijk. De uiteindelijke keuze voor de wijze van omgaan met afvloeiend hemelwater wordt op lokaal niveau bepaald op basis van een integrale afweging. De wetgeving en het rijksbeleid verplichten gemeenten niet tot een gescheiden inzameling. De gemeente heeft bij uitvoering van de zorgplicht de nodige beleidsvrijheid en kan voor een aanpak kiezen die gelet op de lokale omstandigheden het meest doelmatig is. Doelmatigheid is dan ook het centrale criterium bij de gemeentelijke keuzes. 4.2.4
Wat is wateroverlast?
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
17 van 47
Bij het ontwerp van systemen die regenwater verwerken is water op straat ingecalculeerd. De afvoercapaciteit van de riolering is begrensd, waardoor het onvermijdelijk is dat bij hevige buien tijdelijk water op straat optreedt. Vaak is water op straat een kortdurend verschijnsel dat geaccepteerd wordt. Maar met de verwachte toename voor de neerslag, wordt deze huidige acceptatiegrens overschreden. Waar ligt deze grens, in welke gevallen gaan we straks spreken van wateroverlast en wanneer spreken we slechts van hinder? Wanneer nemen we maatregelen en wanneer is ingrijpen niet noodzakelijk. Zeker is dat de samenleving water op straat in de vorm van hinder zal moeten (leren) accepteren. Maatregelen zijn in ieder geval nodig als hevige regenval onacceptabele schade of overlast veroorzaakt. Gemeenten vinden in grote meerderheid de belangrijkste vormen van regenwateroverlast water dat gebouwen binnenstroomt, en opdrijvende putdeksels. Daarnaast vindt een groot deel van de gemeenten dat er sprake is van overlast bij overlopende toiletten, afvalwater op straat, een ondergelopen verkeersroute, een ondergelopen tunnel, winkelstraat en souterrain. Een minderheid van de gemeenten spreekt van overlast bij een ondergelopen woonstraat, laadperron, bedrijventerrein of een ondergelopen tuin of achterpad. Voor prioritering en realisatie van maatregelen is het belangrijk heldere afspraken te maken over wat we onder wateroverlast verstaan. De navolgende definitie is dan ook opgesteld mede op voorstel van de stichting Rioned.
Wateroverlast is in dit GRP als volgt gedefinieerd: • water dat via de straat gebouwen in stroomt; • afvalwater dat uit de riolering op straat komt (volksgezondheid); • water dat erftoegangswegen A blokkeert, conform de Verkeersvisie Wegencategorisering en fietsstructuur gemeente Olst-Wijhe 2003; • water dat langer dan 4 uur hinder oplevert voor het verkeer (met aandacht voor fietsers en voetgangers). Naast wateroverlast kan er sprake zijn van hinder. Water op straat in de vorm van hinder zullen we als samenleving moeten accepteren, net als hinder door ondergelopen achterpaden of tuinen. Alleen als er sprake is van echt langdurige hinder kan deze hinder overlast worden. 4.2.5 Strategie De aanpak van de gemeente Olst-Wijhe met betrekking tot de zorg voor het hemelwater kan worden opgesplitst in: • Bestaand stedelijk gebied. • Inbreidingslocaties. • Nieuwbouw (uitbreidingsplannen). Deze aanpak wordt verder uitgewerkt in het hoofdstuk strategie (Hoofdstuk 6). 4.3 Zorgen dat het grondwater de bestemming van een gebied niet belemmert De kern van de zorgplicht is om negatieve gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk te voorkomen. Het betreft dus eigenlijk ‘zo mogelijk zorgen dat het grondwater de aan de grond gegeven bestemming in het openbaar gebied niet structureel belemmert.’ Om een goede invulling aan de grondwaterzorgplicht te kunnen geven, is het belangrijk om te weten wat grondwater nu eigenlijk is en waar deze zoal door wordt beïnvloed. In dit kader is het ook erg belangrijk om een definitie vast te stellen van het begrip grondwateroverlast, waarmee ook
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
18 van 47
invulling wordt gegeven aan één van de actiepunten uit het Waterplan Olst-Wijhe van 19 juni 2006. De gemeente Olst-Wijhe heeft in een aparte nota ook het beleid omschreven ten aanzien van deze grondwaterzorgplicht (zie bijlage 5). In deze paragraaf wordt de nota beknopt beschreven. 4.3.1 Wetgeving In de wettekst staat dat negatieve gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk voorkomen dienen te worden. Dit houdt in dat de zorgplicht het karakter heeft van een inspanningsverplichting omdat de grondwaterstand, zeker in bebouwd gebied, niet volledig te beheersen is. Met andere woorden: de gemeente is niet verantwoordelijk voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. Verder werkt de zorgplicht niet met terugwerkende kracht en leidt het niet tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden. 4.3.2 Verantwoordelijkheden Belangrijk uitgangspunt in de nieuwe wetgeving is de verantwoordelijkheid die de perceelseigenaar op eigen terrein heeft voor maatregelen tegen grondwaterproblemen. De grondeigenaar is zelf verantwoordelijk voor de staat van zijn woning en perceel en dus ook voor het op eigen perceel treffen van maatregelen tegen grondwateroverlast. Dit betekent onder andere dat voldaan moet worden aan de bouwregelgeving uit de Woningwet en de daarop gebaseerde regelgeving zoals het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening. Van belang zijn met name de voorschriften rond de vochtdichtheid van verblijfsruimten. De bouwregelgeving verplicht niet tot het waterdicht maken van ruimten beneden de begane grondvloer, tenzij deze ruimten als een verblijfsruimte worden gebruikt. De gemeente hoeft in haar beleid dan ook evenmin als uitgangspunt een grondwatersituatie te hanteren waarbij kelders of kruipruimten gevrijwaard worden van grondwateroverlast. De wetgeving geeft verder expliciet aan dat de particulier zelf moet zorgen (via bouwkundige en/of waterhuishoudkundige maatregelen en voorzieningen) dat zijn gebouw voldoet aan de wensen die hij zelf heeft ten aanzien van het object. 4.3.3 De gemeente Als eerste geldt dat de gemeente ook grondeigenaar is van de openbare ruimte en zodoende daarin ook voorgenoemde verantwoordelijkheden heeft. Daarnaast geldt dat een hoge grondwaterstand in de openbare ruimte onwenselijk kan zijn terwijl via een goede afwatering in de openbare ruimte ook grondwaterproblemen in bebouwd gebied voorkomen of verminderd kunnen worden. De gemeente zamelt aangeboden (grond)water in en heeft de taak, wegen en openbaar groen (als grondeigenaar) voldoende te ontwateren om een gezonde en veilige leefomgeving te waarborgen. Deze taak ligt vooral in het stedelijk gebied. In het buitengebied heeft de gemeente nagenoeg geen mogelijkheden hierin. Daarnaast is de gemeente het eerste aanspreekpunt voor de burger bij problemen met grondwater, zij dient de regie te nemen bij het oplossen van problemen. 4.3.4 Het waterschap Het waterschap beheert het oppervlaktewater. Via het oppervlaktewater wordt het aangeboden overtollig water afgevoerd. Voor het voorkomen van grondwateroverlast in bebouwd gebied is een goede afwatering, voldoende oppervlaktewater en het peilbeheer van oppervlaktewater van eminent belang. Het waterschap heeft de instrumenten als het waterbeheersplan, het peilbesluit en de vergunning voor het onttrekken of lozen op oppervlaktewater. Door het instellen van het
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
19 van 47
oppervlaktewaterpeil beïnvloedt het waterschap indirect ook het grondwaterpeil. Vooral in het buitengebied heeft het waterschap hierdoor invloed op de beheersing van de grondwaterstand. Sinds eind 2003 is de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan verplicht om vroegtijdig advies in te winnen bij het waterschap. Het waterschap moet een gefundeerd advies geven over het omgaan met alle facetten van het water in het plan. Dit is de zogenaamde ‘Watertoets’. 4.3.5 De provincie De provincie is strategisch grondwaterbeheerder. Dat wil zeggen dat de provincie in de gaten houdt of er nog voldoende grondwater van de gewenste kwaliteit is. In dit kader geeft de provincie vergunningen af, bijvoorbeeld aan de drinkwaterbedrijven, voor het onttrekken van grondwater. Ten slotte heeft de provincie, wanneer het waterschap een negatief oordeel velt in de Watertoets, de bevoegdheid om een ruimtelijk plan aan te houden. 4.3.6 Wat is grondwateroverlast ? Wanneer spreken we nu eigenlijk van grondwateroverlast? Er bestaat nogal wat spraakverwarring over wat grondwateroverlast nu precies is. Wateroverlast die men ervaart op of rondom een woning, hoeft bijvoorbeeld niet perse te worden veroorzaakt door een te hoge grondwaterstand. Anderzijds is het ook zo dat een hoge grondwaterstand niet altijd leidt tot grondwateroverlast. De wet omschrijft dat structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk moeten worden voorkomen of beperkt. Het gaat dus niet om kortdurende incidenten, maar om structurele overlast als gevolg van een te hoge grondwaterstand. Zo is na extreme regenval de grondwaterstand wellicht tijdelijk hoger, maar dat betekent niet dat dit ook op langere termijn zo is. Daarnaast moet er ook sprake zijn van overlast in de vorm van nadelige gevolgen, zoals stank, schimmelvorming, een hoog energieverbruik of het afsterven van planten en bomen. Water dat in de kruipruimte staat leidt niet altijd tot nadelige/schadelijke gevolgen. Bovendien kunnen ook bouwkundige gebreken, de inrichting van percelen, een slechte ventilatie, kapotte regenpijpen, waterleidingen of rioolbuizen oorzaak van de problemen zijn. Op grond van de Woningwet en jurisprudentie betreffende waterdichtheid en waterafvoer, is een grondeigenaar zelf verantwoordelijk voor de staat van gebouwen en terrein.
Structurele grondwateroverlast is in dit GRP als volgt gedefinieerd: • als de gebruiksfunctie van percelen volgens het bestemmingsplan door de grondwaterstand over een groter gebied en gedurende een langere periode (> 28 dagen) wordt belemmerd; • of als door de hoge grondwaterstand mogelijk risico’s ontstaan voor de volksgezondheid. 4.4 Toetsingskader Toetsingskader Vanuit de algemene doelen zijn functionele eisen en maatstaven voor de gemeentelijke riolering(szorg) afgeleid waarmee een duidelijk toetsingskader wordt gecreëerd. Dit toetsingskader is weergegeven in onderstaande figuur.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
20 van 47
Doelen
Gewenste toestand Wat wil men bereiken
Zeer lange termijn en uniform
Functionele eisen
Vertaling van doelen in systeemeisen Hoe moet het systeem zich gedragen
Maatstaven
Getalsmatige precisering van functionele eisen - Theoretisch gedrag - Werkelijk gedrag
Locatiegebonden Veranderlijk in de tijd
Figuur 4.1 Toetsingskader rioleringszorg.
4.5 Functionele eisen en maatstaven Om te kunnen toetsen of de doelen worden gehaald, zijn functionele eisen en bijbehorende maatstaven opgesteld. Functionele eisen zijn specificaties van de doelen die de gemeente voor de gemeentelijke watertaken heeft geformuleerd. Het onderscheid tussen doelen en functionele eisen is als volgt. Doelen geven aan wat we willen bereiken. Functionele eisen geven een beschrijven van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan en hoe de voorzieningen moeten functioneren om de gestelde doelen te kunnen bereiken. Functionele eisen worden in het algemeen uitgedrukt in een kwalitatieve maat, zoals ‘voldoende’, ‘acceptabel’ of ‘adequaat’. Maatstaven zijn de getalsmatige precisering van de functionele eisen. Ze zijn nodig om te kunnen bepalen in hoeverre de voorzieningen aan de functionele eisen voldoen. Maatstaven maken de functionele eisen toetsbaar in kwantitatieve zin. In hoofdstuk vijf vindt de toetsing aan deze maatstaven plaats. De opgestelde functionele eisen en maatstaven zijn weergegeven in een tabel in bijlage 3. Meetmethoden (c.q. berekeningsmethoden) zijn methoden waarmee de toestand of het functioneren van de voorzieningen aan de gestelde eis (maatstaf) kan worden getoetst. In de module ‘Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden’ van de Leidraad Riolering is voor een aantal maatstaven een mogelijke meetmethode aangegeven. 4.6 Voorwaarden voor effectief beheer De rioleringsbeheerder moet een aantal voorwaarden scheppen om een doelmatige inzameling en transport te kunnen realiseren. Wanneer niet aan die voorwaarden wordt voldaan, is een effectieve besturing niet mogelijk en kan de doelmatigheid van de inzameling en het transport niet worden gewaarborgd. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet Milieubeheer (artikel 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat zij verkeren. In tabel 4.1. zijn de voorwaarden voor effectief beheer weergegeven.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
21 van 47
Tabel 4.1. Voorwaarden voor eeffectief ffectief beheer. Voorwaarden 1.
Er dient inzicht te bestaan in de toestand en het functioneren van de riolering.
Maatstaf a) b) c) d)
2.
Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk te worden afgestemd op andere gemeentelijke taken
a)
3.
De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen.
a) b) c)
Actuele gegevensbestanden en kaartinformatie Eenmaal in de 10 jaar inspectie en eenmaal in de 6 jaar reiniging van de vrijvervalleidingen verwerking revisiegegevens binnen 3 maanden (volgens voorwaarden WION) uitvoeren herberekening bij significante wijzigingen in de hydraulische situatie in operationele programma’s samenhang aangeven naleving en actueel houden vergunningen (Waterwet en module afvalwaterakkoord) actueel bestand van de op de riolering aangesloten percelen geen illegale of foutieve aansluitingen
4.
Inzicht in kosten op langere termijn
a)
Doorrekening kosten rioleringszorg over een periode van 60 jaar t.b.v. beeld van kosten op lange termijn
5.
Maatregelen tegen laagst maatschappelijke kosten
a)
Zoeken bij maatregelen naar optimum tussen riolering, zuivering, wegen en overige openbare infrastructuur
6.
De personele bezetting dient voldoende te zijn om de overige doelen te kunnen realiseren
a)
Bezetting management, operationele dienst en ondersteuning volgens Leidraad Riolering, module D2000
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
22 van 47
5
Toetsing huidige situatie
5.1 Inleiding Wat hebben we nu aan riolering en hoever zijn we van de doelen af? In dit hoofdstuk vindt de toetsing van de huidige situatie plaats. Deze toetsing is het uitgangspunt voor het bepalen van de benodigde maatregelen (hoofdstuk 6). De huidige situatie is bepaald op basis van: • het gemeentelijk rioleringsplan 2006 – 2010 en de op grond daarvan uitgevoerde onderzoeken; • beschikbare informatie over het functioneren van de riolering; • de in het rioleringsbeheersysteem opgenomen gegevens van riolen, putten en inspecties. Per paragraaf zal het bijbehorende doel en/of de functionele eisen worden genoemd. 5.2
5.2.1
Aanleg Nog niet aangesloten bestaande bebouwing
Bijbehorende doelen: Inzameling en transport van afvalwater (doel 1 en 2). Op peildatum 18 augustus 2009 zijn er in de gemeente Olst-Wijhe 6.819 woningen en 310 bedrijven aangesloten op de gemeentelijke(druk)riolering. Het aansluitpercentage van percelen op de riolering in de gemeente bedraagt nagenoeg 100%. Binnen de bebouwde kom zijn alle percelen aangesloten op de riolering. Buiten de bebouwde waren er nog 76 bedrijfswoningen van agrarische bedrijven die hun afvalwater loosden in de agrarisch in gebruik zijnde gierkelder. Begin 2010 is de gemeentelijke bouwverordening aangepast, waardoor deze bedrijfswoningen alsnog vóór 1 januari 2011 moeten worden aangesloten op de drukriolering (N.B. de aansluiting op de drukriolering is al wel aangelegd). Er zijn in het buitengebied 21 woningen met een IBA die een tijdelijke ontheffing hebben van de aansluitplicht. Deze tijdelijke ontheffingen lopen af van 2010 tot 2018.
Conclusie De huidige situatie in de gemeente Olst-Wijhe voldoet vrijwel volledig aan de maatstaf dat alle percelen binnen de gemeente op de (druk)riolering zijn aangesloten, tenzij dit niet doelmatig is met het oog op de kosten en milieu. 5.2.2
Aan te sluiten nieuwe bebouwing
Bijbehorende doelen: Inzameling en transport van stedelijk afvalwater (doelen 1 en 5) en doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater (doel 2). In de afgelopen planperiode heeft op een aantal plaatsen nieuwbouw plaats gevonden in bestemmingsplannen. Conform het geformuleerde beleid uit het GRP 2006-2010 is voor deze gebieden ingestoken op aandacht voor ”water” en het beginsel van een duurzame aanpak. Per nieuwbouw-/inbreidingslocatie is de afgelopen jaren bepaald hoe met het afval- en regenwater moet worden omgegaan. Hierbij is rekening gehouden met de stand van de techniek van dat moment en de relatie met de omliggende rioolstelsels, waarbij het scheiden van afval- en regenwater telkens is nagestreefd. Gelet op het feit dat de nieuwe inzamelsystemen relatief gecompliceerd kunnen zijn, is controle en handhaving van de aansluitingen een belangrijk instrument om fouten te voorkomen en een goede werking van de rioleringssystemen te waarborgen.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
23 van 47
Om een indruk te krijgen van het aantal te bouwen woningen in de planperiode, is gekeken naar het woningbouwprogramma van de Gemeente Olst-Wijhe. Voor de periode 2010 t/m 2015 is de nieuwbouw van ca. 670 woningen voorzien. Voor een aantal projecten geldt dat het nieuwbouw na sloop is. Hieruit volgt een totale toename van 534 woningen in de planperiode. Deze toename van het aantal woningen heeft effect op het oppervlaktewater, doordat de toename van het afvoerend oppervlak door middel van een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel (indirect) wordt aangesloten op oppervlaktewater. Daarnaast betekent dit een toename van de belasting van de RWZI door een toename van het aantal vuileenheden.
Conclusie De gemeente voldoet bij de realisatie van nieuwbouw aan het ingezette beleid t.a.v. duurzame ontwikkelingen in het omgaan met het aspect water. 5.3 5.3.1
Overzicht aanwezige voorzieningen Afvoer en behandeling van stedelijk afvalwater en hemelwater
Bijbehorende doelen: inzameling en transport van afvalwater en hemelwater, doelen 1,2 en 3. Het afvalwater van de gemeente Olst-Wijhe wordt getransporteerd naar de afvalwaterzuiveringinrichting (RWZI) Olst (behalve het afvalwater dat lokaal in Individuele Behandelingsinstallaties wordt gezuiverd). Een klein gedeelte van het afvalwater afkomstig uit het buitengebied wordt getransporteerd naar de RWZI’s in Raalte, Heino, Deventer en Heerde. Waar mogelijk wordt afvloeiend hemelwater gescheiden van vuilwater en geïnfiltreerd of via de rwa- riolering naar oppervlaktewater afgevoerd. 5.3.2
Overzicht voorzieningen afval- en hemelwater
Voorwaarden voor effectief beheer: overzicht van de in beheer zijnde voorzieningen. Actuele gegevens zijn voor adequaat beheer erg belangrijk. De gegevens van de vrijvervalriolering met rioolgemalen en overstorten met lozingspunten zijn opgenomen in het rioleringsbeheersysteem. De gegevens van de drukrioolunits en drukleidingen van de betreffende drukrioleringssystemen zijn voor een deel in het beheersysteem opgenomen, dit wordt nog geactualiseerd. Het gegevensbestand is eind 2009 redelijk op orde. Van de revisiegegevens ouder dan zes maanden is 95- 98% verwerkt in de bestanden. De gegevens van de inspectie van de vrijverval riolering zijn in het beheersysteem opgenomen. Het actueel houden van het gegevensbestand is een voortdurend proces in het beheer van de riolering. De riolering heeft op hoofdlijnen de volgende kenmerken (bron: rioolbeheerbestand, dec. 2009): • Er is ca. 77,4 km vrijvervalriolering aanwezig, die als volgt is onder te verdelen: Vrijvervalsysteem: (verbeterd)gemengde riolering: 47,3 km gescheiden riolering – dwa: 15,8 km gescheiden riolering – rwa: 13,6 km overstortriolering: 0,7 km subtotaal vrijverval:
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
77,4 km
24 van 47
Mechanische riolering:
drukleiding:
180,0 km
subtotaal mechanisch:
180,0 km
Het aantal straat- en trottoirkolken bedraagt circa 5.000 stuks, de kolken worden gereinigd door derden. • Er zijn 22 gemeentelijke rioolgemalen (dit zijn de grotere gemalen incl. de pompinstallaties in de bergbezinkvoorziening). • Tot de mechanische riolering behoren naast de druk- en inzamelleidingen in totaal 912 drukrioolunits. • In totaal zijn er per aug 2009 circa 6.819 woningen en 310 bedrijven op de riolering aangesloten. •
In figuur 5.1 is de leeftijdsopbouw per type grafisch weergegeven (situatie dec. 2009). In figuur 5.2 is de diameteropbouw van de drukriolering weergegeven. Jaar van Aanleg per type vrijverval riolering 18,0
16,0
Lengte riolering (km)
14,0
12,0
10,0
8,0
6,0
4,0
2,0
0,0 1950 - 1959
1960 - 1969
1970 - 1979
1980 - 1989
1990 - 1999
2000 - 2009
Jaar van aanleg Gemengd
RWA
DWA
Figuur 5.1. leeftijdsopbouw per type vrijverval riolering.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
25 van 47
Diameteropbouw drukriolering 120
100
Lengte (km)
80
60
40
20
0 50 mm
63 mm
75 mm
90 mm
110 mm
125 mm
Diameter Drukriolering
Figuur 5.2. Diameteropbouw drukriolering.
In 1985 is 54 kilometer van de drukriolering aangelegd, de overige 126 km is aangelegd in 2004. In totaal zijn 912 stuks drukrioolunits aanwezig.
Conclusie De gegevens van de riolering zijn opgeslagen in het beheersysteem en zijn redelijk actueel tot begin 2010. Aan de maatstaf van beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gegevens wordt goed voldaan. 5.3.3
Toestand van de objecten
Dit heeft betrekking op alle vijf doelen Van de inspecteerbare vrijverval riolen is vrijwel alles geïnspecteerd. De inspecties (tv-inspectie) zijn gedaan vanuit de leiding. De inspectieresultaten zijn verwerkt in het rioolbeheersysteem. Er is een planning opgesteld voor groot onderhoud en vervanging van de riolen en putten in combinatie met een reconstructieplanning voor de wegen. De toestand van rioolgemalen en drukrioolunits is vastgelegd in het rioleringsbeheersysteem. In 2007 is nog een grote ronde geweest met de vervanging van het mechanisch/electrisch deel van 320 drukrioolunits.
Conclusie Aan de functionele eis dat er inzicht moet zijn in de toestand van de riolen wordt voldaan. Van de inspecteerbare riolen is vrijwel alles bekeken.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
26 van 47
5.4
Functioneren van de riolering
Bijbehorende doelen: transport van afvalwater naar de zuivering, voorkomen van overlast en voorkomen van vuiluitworp naar oppervlaktewater (doel 4, 5 en 6). Ten opzichte van het vorige GRP zijn er geen nieuwe herberekeningen uitgevoerd. Het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de gemengde vrijverval riolering is per kern in de volgende jaren getoetst aan de maatstaven: • Wesepe is in 1999 herberekend. • Welsum is in 2001 herberekend. • Olst, Den Nul en Boskamp zijn in 1998 herberekend. • Wijhe is in 2006 herberekend (gemengd vrijverval rioolstelsel).
Conclusie Er is redelijk inzicht in het hydraulische en milieutechnisch functioneren van de riolering. De meeste herberekeningen zijn ca. 10 jaar geleden uitgevoerd. De herberekening van Wijhe is 4 jaar oud. 5.5
Zorgplicht grondwater
Bijbehorende doelen: beperken van structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming in het openbaar gemeentelijk gebied. Gemeente Olst-Wijhe heeft nog weinig tot geen inzicht in de eventuele grondwaterproblematiek. Een structurele aanpak voor het inzichtelijk maken van de eventuele grondwaterproblematiek ontbreekt nog. Zoals uit beschrijvingen van de klimaatontwikkeling blijkt, is het goed mogelijk dat door toenemende neerslaghoeveelheden extra grondwaterproblemen ontstaan. Het is belangrijk dat in relatie tot de zorgplicht voor grondwater in dit GRP een onderzoek wordt opgenomen voor het verkrijgen van meer inzicht in de grondwaterproblematiek, door bijvoorbeeld het opstellen van een grondwatermeetnet. Hierin wordt nadrukkelijk een samenwerking aangegaan met het waterschap Groot Salland.
Conclusie Inzicht in structurele problemen t.a.v. de grondwateroverlast is nog niet aanwezig; met het instellen van een onderzoek naar de grondwaterproblematiek wordt een eerste stap gezet in de invulling van de gemeentelijke watertaken t.a.v. het grondwater. 5.6
Verordeningen en vergunningen
Bijbehorende doelen: Inzameling van het binnen het gemeentelijk gebied geproduceerde afvalwater incl. transport naar een geschikt lozingspunt (doel 1 en 4) met bijbehorende functionele eis: geen ongewenste lozingen op de riolering. Lozingen op de riolering worden op basis van de Wet milieubeheer geregeld. De vakgroep vergunning en handhaving van de gemeente houdt toezicht op de naleving van de Wet milieubeheer. Controle op de lozing van bedrijfsafvalwater is een onderdeel van de integrale milieucontrole. Daarnaast vinden controles plaats naar aanleiding van klachten of problemen met de riolering.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
27 van 47
Voor de aansluiting van de diverse rioolstelsels op de RWZI Olst heeft de gemeente samen met het Waterschap Groot Salland afspraken gemaakt, welke in 2010 zijn vastgelegd in een afvalwaterakkoord. In het kader van het project herijking en modernisering van de VROM-regelgeving is een start gemaakt met het Besluit algemene regels lozingen buiten inrichtingen. Bij het in werking treden van dit besluit zal de Wvo-vergunningplicht voor de lozingen uit gemeentelijke rioolstelsels worden vervangen door algemene regels. Een 1e concept van dit besluit is op 15 mei 2008 verschenen. Dit besluit is vervolgens op 22 december 2009 met de inwerking treding van de Waterwet van kracht geworden. Het feit dat de vergunningplicht vervalt, betekent niet dat de gegevensverstrekking t.a.v. rioolstelsels aan de waterkwaliteitsbeheerder achterwege kan blijven. Hoe e.e.a. ingevuld wordt in de algemene regels is nu nog niet voldoende uitgewerkt. T.z.t. zullen deze algemene regels door het waterschap nader worden toegelicht. (bron: afvalwaterakkoord).
Conclusie In het kader van de Wet milieubeheer is de gemeente de vergunningverlenende en toezichthoudende instantie. Controles worden regelmatig uitgevoerd. Hiermee wordt voldaan aan de maatstaven met betrekking tot het terugdringen van ongewenste lozingen op de riolering. Voor de aansluiting van de diverse rioolstelsels op de RWZI en voor het lozen via overstorten en regenwateruitlaten op oppervlaktewater zijn afspraken gemaakt met het waterschap Groot Salland, welke zijn vastgelegd in het afvalwaterakkoord. 5.7
Klachten en meldingen, voorlichting
Bijbehorende doelen: zo min mogelijk overlast voor de omgeving veroorzaken. Gemeente heeft een meldingen registratiesysteem. Telefonisch of via een formulier op de website kan een melding worden gedaan die betrekking heeft op riolering (afvalwater, hemelwater) of grondwater. Binnen 24 uur wordt een terugkoppeling gegeven over de melding en wordt evt. een maatregel ingepland. Bij rioolwerkzaamheden, die overlast voor de burger kunnen veroorzaken, worden de mensen altijd geïnformeerd door middel van de gemeentelijke pagina en/of een huis aan huis verspreid infobulletin. Het gaat hier om rioolsaneringswerken aan huis- en kolkaansluitingen en om rioolreinigingswerkzaamheden. Voor de grotere rioolsaneringswerken worden de mensen geïnformeerd middels perceelsgerichte brieven, persberichten, de plaatselijke weekbladen en eventueel aparte voorlichtingsavonden. Dit wordt bijna altijd als zeer positief ervaren.
Conclusie Met betrekking tot klachten- en meldingsafhandeling en voorlichting wordt voldaan aan de gestelde maatstaf.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
28 van 47
6
De opgave: wat moeten we doen?
Een strategie geeft de hoofdlijnen weer van een aanpak die leidt tot het bereiken van gestelde doelen. Het is een samenspel van onderzoek en maatregelen geplaatst in de tijd. In de volgende paragrafen komt achtereenvolgens aan de orde: • aanleg van riolering bij bestaande bebouwing en bij nieuwbouw; • het beheer van de bestaande voorzieningen, bestaande uit onderzoek, exploitatie en maatregelen. Vervolgens wordt ingegaan op de zorgplichten ten aanzien van hemelwater en grondwater. Bedragen die worden genoemd zijn op prijspeil 2010 en inclusief bijkomende kosten (VAT), maar exclusief BTW. 6.1
Aanleg nieuwe voorzieningen
Bijbehorende doelen: Inzameling en transport stedelijk afvalwater (doelen 1 en 4); doelmatig inzamelen en verwerken hemelwater en beperken structurele nadelige gevolgen van de grondwaterproblematiek (doel 2 en 3); Voorkomen van vuiluitworp naar de bodem of oppervlaktewater en geen overlast voor de omgeving (doel 5 en 6). 6.1.1 Inzameling afvalwater en hemelwater voor bestaande bebouwing Binnen de bebouwde kom zijn alle woningen aangesloten op de riolering. In het buitengebied zijn de meeste woningen voorzien van (druk-)riolering. Op 1 oktober 2010 waren er nog 55 bedrijfswoningen van agrarische bedrijven die nog niet zijn aangesloten op de riolering. Per 1-12011 moeten deze bedrijfswoningen verplicht aangesloten zijn op drukriolering. Daarnaast zijn er in het buitengebied 21 woningen voorzien van een IBA-systeem. Van 2010 tot 2018 lopen de tijdelijke ontheffingen af. Dan is het verplicht om aan te sluiten op de drukriolering. De drukriolering en de aansluiting waarop wordt aangesloten is al aanwezig. De kosten voor aansluiting op de riolering zijn voor de eigenaar. In dit GRP zijn hiervoor dus geen kosten opgenomen.
Resultaat Binnen de gemeente Olst-Wijhe wordt op een duurzame en doelmatige wijze met afvalwater omgegaan. 6.1.2 Inzameling en transport stedelijk afvalwater en hemelwater bij nieuwbouw In de planperiode zullen er in de gemeente naar schatting in totaal ca. 534 woningen bijkomen. De kosten voor ontwerp, besteksgereedmaken en de aanleg van riolering in bestemmingsplannen komen ten laste van de exploitatie van die bestemmingsplannen. De lengte te beheren riolering zal in de planperiode van dit GRP toenemen. Dit is verdisconteerd door middel van een toename in de exploitatiekosten op basis van een toename van het aantal heffingseenheden. In principe zal zoveel mogelijk het verhard oppervlak niet op de riolering worden aangesloten. Schoon- en vuilwaterstromen worden zo veel mogelijk gescheiden, waarbij schoon regenwater in het watersysteem wordt gehouden en niet via de riolering naar een zuiveringsinstallatie wordt afgevoerd.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
29 van 47
Voor de inzameling en verwerking van het hemelwater wordt ingezet op de beleidslijn: infiltreren waar mogelijk in het plangebied, vasthouden in het lokale watersysteem en vertraagd afvoeren naar het open water in het landelijk gebied. Bij de ontwikkeling van nieuwbouwplannen wordt rekening gehouden met de mogelijke effecten van klimaatverandering. Nieuwbouw in het kader van herinrichting van het stedelijk gebied volgt in principe de gescheiden aanpak van de afvoer van het afvalwater en hemelwater in de bestemmingsplannen. Per situatie wordt door de gemeente bekeken op welke wijze de doelmatige inzameling van het afvalwater en hemelwater plaats kan vinden. Nieuwbouw in het buitengebied moeten voldoen aan de vigerende lozingenbesluiten en de door de gemeente ingevoerde verordeningen (o.a. bouwverordening). Het ontwerp en aanleg van de gemeentelijke voorzieningen voor de inzameling en transport van het afvalwater en de inzameling en verwerking van het hemelwater bij nieuwbouw is gebaseerd op een duurzame aanpak. Het ontwerp en de aanleg van deze systemen door derden is afgestemd op het gemeentelijk beleid en zal in goed overleg met de gemeente Olst-Wijhe moeten plaats vinden. Voor bestemmingsplannen en nieuwbouw in bestaand stedelijk gebied geldt dat de watertoets van toepassing is. Hieronder vallen ook de eventueel benodigde voorzieningen voor het voorkomen van nadelige gevolgen van de grondwaterproblematiek.
Resultaat In de gemeente Olst-Wijhe wordt op een duurzame wijze met de inzameling, transport en verwerking van het afvalwater en het hemelwater incl. het grondwater omgegaan. 6.2
Onderzoek
Bijbehorend doel: Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer, doel 6 In de dagelijkse zorg voor de riolering zijn de activiteiten onderzoek en maatregelen te onderscheiden. Onder onderzoek wordt verstaan: het uitvoeren van diverse soorten onderzoeken naar het functioneren van de riolering met al haar voorzieningen. Om voldoende inzicht in de toestand en het functioneren van de riolering te houden, is structureel onderzoek noodzakelijk. Te denken valt hierbij aan: inspectie en beoordeling van riolering, het opstellen van basisrioleringsplannen en het GRP, het bepalen van de wateropgave en het onderzoek naar het functioneren van de rioolgemalen en overstorten. In deze paragraaf komt het uit te voeren onderzoek per onderdeel naar voren. Een samenvatting van de onderzoeksactiviteiten met kosten is weergegeven in tabel 6.1. 6.2.1 Inventarisatie en gegevensbeheer Een compleet en actueel gegevensbestand is een vereiste voor goed rioleringsbeheer. Revisiegegevens zijn bij oplevering van het werk beschikbaar en worden binnen drie maanden verwerkt. Gemeente Olst-Wijhe beschikt over het beheersysteem Kikker, waarin de actuele gegevens van de riolering zijn opgenomen. Het gegevensbeheer wordt grotendeels door de gemeente uitgevoerd.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
30 van 47
In het voorjaar (april) van 2008 is de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) ook wel grondroerdersregeling van kracht geworden. Dit betekent voor de gemeente dat alle kabels en leidingen, die eigendom zijn van de gemeente, digitaal vastgelegd en uitwisselbaar moeten zijn. In het kader van de WION zal de ligging van de riolen en persleiding zodanig in het gegevensbestand moeten worden bewerkt en aangevuld, dat deze digitaal conform de richtlijnen uitwisselbaar zijn. Op dit moment vereist de WION nog geen registratie van de huisaansluitingen. De Gemeente Olst-Wijhe heeft een digitaal bestand van de vrijverval riolen en druk- en persleidingen beschikbaar. Voor de komende planperiode is het controleren en in stand houden van het beheersysteem riolering en gemalen (bestandsbouw, uitwerking, bestandsbeheer, onderhoud rioleringsbeheersysteem, etc.) en het meetwerk aan overstorten gepland. De jaarlijkse kosten worden geraamd op € 5.000,-. 6.2.2 Inspectie vrijverval riolering en overige rioleringsonderdelen. Inspectie van riolering is belangrijk om inzicht te houden in de toestand van het rioolstelsel. Er wordt een inspectiefrequentie van de vrijverval riolering van ca. 1x per 10 jaar aangehouden (dit komt bij de huidige hoeveelheid riolering neer op ca. 8 km/jaar). Voor inspectie van de riolering is jaarlijks een bedrag van ca. € 10.000,- gebudgetteerd. Deze kosten zijn meegenomen in de post onderhoud riolering op de exploitatierekening (zie paragraaf 6.3.1 en 6.4.1). Bij de oplevering van nieuw aangelegde riolering is een inspectie vanuit de leiding vereist om te controleren of het riool conform de bestekseisen is aangelegd en of de revisiegegevens correct zijn. De kosten voor deze inspectie incl. beoordeling vallen binnen de planexploitatie van het betreffende bestemming- of inrichtingsplan. Het beleid van de gemeente is dat de inspectie van de nieuwe riolering door de uitvoerende organisatie/instantie bij oplevering van het project aan de gemeente ter beschikking wordt gesteld. De inspectie van de (hoofd)rioolgemalen is samen met het beheer en onderhoud volledig in beheer bij het waterschap Groot Salland. Gemeente betaalt hiervoor een bedrag aan het waterschap. Dit is opgenomen in paragraaf 6.4.1. De inspectie van de overige rioleringsonderdelen zoals drukrioolunits, overstorten, en bergbezinkvoorzieningen wordt meegenomen in de jaarlijkse controle van deze onderdelen, waarbij tevens kleine reparaties worden uitgevoerd. De kosten voor deze controle vallen onder de exploitatiekosten. 6.2.3 Beoordelen De jaarlijks geïnspecteerde riolering moet worden beoordeeld op mogelijke vervanging en/of reparatie van het riool. Van belang hierbij is een afweging te maken over de restlevensduur van de riolering, bovengrondse aanpassingen/herinrichting c.q. reconstructiewerkzaamheden in relatie tot de totale vervanging van de riolering of een reparatietechniek (relining) waarbij de bovengrondse infrastructuur zoveel als mogelijk wordt ontzien. De beoordeling zal door de gemeente m.b.v. het beheerprogramma, ervaring en kennis van de plaatselijke situatie in eigen beheer worden uitgevoerd. Na beoordeling zullen voor de geconstateerde schadebeelden, daar waar nodig, uit te voeren maatregelen opgesteld worden.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
31 van 47
6.2.4 Meten en berekenen De gemeente beschikt over een meetnet van overstorten door middel van dataloggers. In 2015 wordt een bedrag van € 40.000,- opgenomen voor vervanging van de dataloggers. Per jaar wordt een bedrag van € 1.700,- opgenomen voor onderhoud aan de dataloggers en/of meetopstelling. De hydraulische- en emissieberekeningen van de gemengde vrijverval rioolstelsels voor de kernen Olst, Den Nul, Boskamp, Wesepe en Welsum zijn de komende planperiode aan actualisering toe. Hierbij wordt gelijk het onderzoek naar extreme buien meegenomen, zoals opgenomen in de nota hemelwaterzorgplicht (zie paragraaf 6.5). Hiervoor is in 2011 een budget opgenomen van € 25.000,-. 6.2.5 Onderzoek grondwater Op dit moment is er nog geen goed beeld van eventuele structurele grondwateroverlast in het bebouwd gebied. Daarom wil de gemeente in samenwerking met het Waterschap Groot Salland gebieden met mogelijke grondwateroverlast op basis van huidige gegevens, kennis en klachten in kaart brengen. Deze inventarisatie zal in 2010 plaatsvinden. Ook alle bestaande ontwateringvoorzieningen worden in kaart gebracht. Als deze voorzieningen inzichtelijk zijn wordt een beheerplan opgesteld. Deze werkzaamheden worden in eigen beheer uitgevoerd. Vervolgens gaat de gemeente een grondwatermeetnet opzetten, om zo een aanzet te geven tot het verkrijgen van meer informatie over de opbouw van de grondwaterstanden en de eventuele grondwaterproblematiek. Voor het opzetten van het grondwatermeetnet is in 2011 een bedrag opgenomen van € 50.000,-. Op basis van de resultaten van het grondwatermeetnet en de inventarisatie zal binnen de planperiode van dit GRP het gemeentelijk beleid t.a.v. de nadelige gevolgen van structurele grondwateroverlast worden geformuleerd en vastgesteld. Aansluitend daarop zullen de functionele eisen en maatstaven worden geformuleerd en vastgesteld.
Opmerking: De gemeente fungeert in het geval van grondwateroverlast als regisseur en niet als beheerder van het grondwater. In beginsel is de eigenaar zelf verantwoordelijk voor grondwateroverlast, maar de gemeente zal hierin faciliteren met kennis en advies. Indien de eigenaar het grondwaterprobleem niet zelf kan oplossen, kan de gemeente de eigenaar een oplossing bieden. 6.2.6 Controle verordeningen en vergunningen De controle van de lozingen op de riolering volgens de Wet milieubeheer, is ondergebracht bij de vakgroep vergunning en handhaving van de gemeente. De werkwijze zoals in hoofdstuk vijf vermeld, behoeft geen wijziging. Naar alle waarschijnlijkheid zal per 1 oktober 2010 de “omgevingsvergunning” haar intrede doen binnen de gemeente. Met de invoering van de omgevingsvergunning wordt een aantal taken, die nu bij het waterschap zijn ondergebracht, door de gemeente uitgevoerd. 6.2.7
Operationele programma’s
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
32 van 47
Jaarlijks wordt door de gemeente een operationeel programma voor onderzoek, onderhoud en maatregelen aan de riolering opgesteld. De basis voor deze operationele programma’s is het voorliggende verbrede GRP. Bij het opstellen van deze programma’s wordt rekening gehouden met andere planvorming binnen de gemeentelijke ruimtelijke inrichting. De kosten voor het opstellen van de operationele programma’s vallen onder de exploitatiekosten. 6.2.8 Overig onderzoek tijdens de planperiode In de planperiode is naast bovengenoemde onderzoeken, nog het volgende onderzoek nodig om de rioleringszorg goed uit te kunnen voeren: • Advisering door derden en adhoc onderzoek, jaarlijks: € 10.000,Per jaar is geld vrijgemaakt om kleinschalig onderzoek te laten uitvoeren, zoals een evt. beoordeling van inspectiegegevens, berekening van een hydraulische constructie of advies bij vervanging van riolering. Deze onderzoeken zijn kleinschalig van aard. • Optimalisatie informatievoorziening en communicatie (2012): € 5.000,Jaarlijks is geld beschikbaar gesteld voor de optimalisatie van de informatievoorziening richting en communicatie met de burger. • Opstellen calamiteitenplan Riolering (2014): € 10.000,Er wordt een calamiteitenplan opgesteld. In dit plan zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de rioleringsbeheerder vastgelegd bij calamiteiten. Het betreft calamiteiten waarbij de riolering is betrokken en die bedreigend zijn voor het milieu, de volksgezondheid of het goed functioneren van het afvalwatersysteem. • Actualisering Verbreed GRP (2015): € 25.000,Wanneer de geldigheidstermijn van dit GRP in 2015 afloopt, wordt opnieuw het GRP geactualiseerd. 6.2.9 Samenvatting onderzoek In tabel 6.1 zijn de verschillende inspanningen in de planperiode op het gebied van onderzoek met de bijbehorende kosten samengevat. Tabel 6.1. Samenvatting onderzoek Jaar
Omschrijving
Kosten (excl. btw)
Jaarlijks
Bijhouden gegevensbestanden (incl. meetwerk)
€ 5.000,-
Jaarlijks Jaarlijks 2011 2012 2012 2014 2015 2015
Onderhoud dataloggers Advisering door derden (ad hoc) Actualiseren BRP´s (incl. klimaatontw.) Opzetten grondwatermeetnet Optimalisatie informatievoorziening en communicatie Opstellen calamiteitenplan riolering Vervanging dataloggers Actualiseren Verbreed GRP
€ 1,700,€ 10.000,€ 25.000,€ 50.000,€ 5.000,€ 10.000,€ 40.000,€ 25,000,-
Resultaat • Het gegevensbestand is op orde. • Er is structureel een goed inzicht ontstaan in de toestand en het functioneren van de riolen.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
33 van 47
• Ongeoorloofd gebruik van de riolering wordt beperkt.
6.3 Exploitatie Naast de bovengenoemde onderzoeksmaatregelen zijn er diverse kleinschalige maatregelen die het functioneren van het rioleringssysteem moeten waarborgen. Het betreft bijvoorbeeld energiekosten, telefoonkosten, personeelskosten, etc. Voor deze exploitatiekosten is jaarlijks een bedrag opgenomen van € 88.230,-. (zie exploitatie gemeente Olst-Wijhe en tabel 6.2 in bijlage 6). Daarnaast is op de exploitatierekening een grote post opgenomen voor het onderhoud van de riolering. In paragraaf 6.4.1 is deze post nader uitgewerkt. Tabel 6.2. Directe lasten exploitatierekening.
4.31.0100 4.34.1000 4.34.3100 4.34.3208 4.34.3234 4.34.3235 4.34.3301 4.34.3330 4.34.3507 4.34.3700
electriciteitsverbruik belastingen en rechten contributies en lidmaats. telefoonkosten Licentie buienradar perc.kst, bel/rechten kosten dwanginvorder adv. kst en dienst derd. waterverbr. en zuiversl. onderhoud riolering verzekeringen
€ € € € € € € € € € €
72.000 2.500 2.750 4.500 1.500 3.200 2.400 380 292.000 500
Tabel 6.3. Indirecte lasten (personeelslasten) exploitatierekening.
4.62.2140 4.62.2141 4.62.2340 4.62.2370
hoofdkp. Financiën hoofdkp. Belastingen hoofdkp. Infra buitend. hoofdkp. Infra binnend.
€ € € €
10.602 40.675 18.664 178.763
6.4 Maatregelen Maatregelen In de dagelijkse zorg voor de riolering zijn de activiteiten onderzoek en maatregelen te onderscheiden. Onder maatregelen wordt verstaan: onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering. De in dit gemeentelijk rioleringsplan verwoorde uitgangspunten zijn de basis voor een concrete uitwerking in het jaarplan riolering. Dit jaarplan is weer de basis voor concrete uitwerking in de begroting. 6.4.1
Onderhoud
Bijbehorend doel: Transport van het ingezamelde stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt en het voorkomen van ongewenste emissie, doelen 4 en 5 Om een goede afstroming van de vrijvervalriolen en minimale emissie naar oppervlaktewater te kunnen handhaven is regelmatig onderhoud van de riolering nodig. De vrijvervalriolen worden conform het huidige beleid de komende periode gemiddeld eenmaal in de 6 jaar gereinigd (dit komt bij de huidige hoeveelheid riolering neer op ca. 13 km/jaar). De reiniging wordt hierbij afgestemd op de inspectie van de riolering. Voor de reiniging is jaarlijks
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
34 van 47
een bedrag van ca. € 12.000,- gebudgetteerd. Het reinigen van riolen is uitbesteed. Het riool- en kolkenzand wordt afgevoerd naar een erkend verwerkingsbedrijf. De stortkosten van het vrijkomende slib bij het kolkenzuigen en de reiniging van de riolen is inclusief. De huidige frequentie van het reinigen van de ca. 5.000 kolken is ca. 2 keer per jaar. De frequentie wordt zo toegepast dat de kolken worden gereinigd op basis van de mate van vervuiling. De kosten voor het reinigen van de kolken bedragen ca. € 22.000,- per jaar (exploitatierekening gemeente Olst-Wijhe). Het reinigen van de kolken is uitbesteed. In de gemeente Olst-Wijhe ligt ca. 2 km lijngoten. De reiniging van deze lijngoten is geraamd op € 6.000,- per jaar (exploitatierekening gemeente Olst-Wijhe) Door straatvuil tijdig te verwijderen (vegen), wordt voorkomen dat kolken extra vervuilen. Op basis van deze argumentatie zijn de kosten voor het vegen van de straatgoten voor 50% toe te kennen aan de riolering. Hiervoor is jaarlijks een bedrag van € 16.000,- opgenomen. Bovengenoemde kosten voor het kolkenzuigen, reinigen van riolering en het vegen van de straten en straatgoten vallen onder de post reiniging riolering. Rioleringsonderdelen zoals drukrioolunits, overstorten, zinkers, duikers en bergbezinkbassins worden regelmatig onderhouden. Hiervoor is jaarlijks € 101.500,- opgenomen (werk wordt uitbesteed) Rioolgemalen worden door het waterschap Groot Salland gecontroleerd op goede werking en onderhouden (reiniging, mechanisch/elektrisch onderhoud, bouwkundig onderhoud). De kosten bedragen ca. € 45.000,- per jaar. Voor het onderhoud aan drainage wordt jaarlijks een bedrag van € 2.500,- opgenomen. Daarnaast is in de exploitatierekening een post van € 77.000,- per jaar opgenomen voor het verhelpen van verstoppingen en storingen. In totaal is de post onderhoud riolering begroot op € 292.000,-: Drukrioolunits € 101.500,Gemalen (WGS) € 45.000,Reiniging € 12.000,Inspectie € 10.000,Straatvegen € 16.000,Drainage € 2.500,Kolken € 22.000,Lijngoten € 6.000,Storingen € 77.000,-
Resultaat • De objecten blijven in goede staat. • De afstroming van de vrijvervalriolering wordt gewaarborgd/verbeterd waardoor overlast voor burgers, bedrijven en instellingen wordt tegengegaan. 6.4.2
Reparatie, renovatie en vervanging vrijverval riolering
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
35 van 47
Bijbehorende doelen: Inzameling van afvalwater en hemelwater, transport van afvalwater, het voorkomen van ongewenste emissies naar bodem en grondwater, het beperken van overlast, doelen 1, 2, 3, 4, 5. Om te kunnen voldoen aan de maatstaven is het nodig de riolering op tijd te repareren, te renoveren of te vervangen. In dit GRP wordt voor vrijverval riolering uitgegaan van een gemiddelde levensduur van 60 jaar. Een gedeelte van de vrijverval riolering (ca. 65%) is geïnspecteerd. De inspectiegegevens zijn in het beheersysteem opgenomen. Op basis van de ingevoerde inspectieresultaten en de jaren van aanleg is een strategische vervangingsplanning van de riolering opgesteld. Voor de planperiode zal nader bepaald moeten worden of de geplande riolen, die voor vervanging in aanmerking komen daadwerkelijk moeten worden vervangen, of voor reparatie in aanmerking komen. Afstemming met andere infrastructurele bovengrondse aanpassing spelen in deze afweging een belangrijke rol. In figuur 6.1 is de strategische vervangingsplanning van de vrijverval riolering over een periode van 60 jaar weergegeven. Totale kosten vervanging vrijverval riolering 2.000 1.800 1.600
Kosten (* € 1.000)
1.400 1.200 1.000 800 600 400 200
20 11 20 13 20 15 20 17 20 19 20 21 20 23 20 25 20 27 20 29 20 31 20 33 20 35 20 37 20 39 20 41 20 43 20 45 20 47 20 49 20 51 20 53 20 55 20 57 20 59 20 61 20 63 20 65 20 67 20 69
0
Jaartal
Figuur 6.1. Totale kosten vervanging vrijverval riolering periode 2011 t/m 2070.
Deze vervangingsplanning geeft slechts een globaal beeld van de te verwachten kosten. In werkelijkheid zullen de vervangingen gelijkmatiger over de tijd worden verdeeld d.m.v. een operationele planning. De planning van de vervanging van de riolering voor de planperiode wordt afgestemd op andere activiteiten in de openbare ruimte. De totale lange termijn planning is gebaseerd op inspectie en theoretische levensduur. De werkelijke uitvoeringsplanning zal in de toekomst dan ook op basis van nieuwe ontwikkelingen, nadere afstemmingen en aanvullende inspecties kunnen wijzigen. In de periode tot 2025 is op basis van bovengenoemde planning een meer gedetailleerd beeld gegenereerd. In totaal komt in deze periode ca 6,1 km riolering voor vervanging in aanmerking
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
36 van 47
volgens de planning vanuit het beheerpakket. Deze riolering ligt verspreid over de diverse woonkernen. Nadere beoordeling van inspectieresultaten en bovengrondse activiteiten moeten definitief uitsluitsel geven over verdere te nemen maatregelen (vervangen of repareren) en het tijdstip van uitvoering. In figuur 6.2 is door middel van een detaillering de planning van de kosten voor vervanging van de vrijvervalriolering voor de periode tot 2025 aangegeven. Kosten vervanging vrijverval riolering 2011-2025 1.600
1.400
Kosten (* € 1.000)
1.200
1.000
800
600
400
200
0 2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Jaartal
Figuur 6.2. Kosten vervanging vrijverval riolering 2011 - 2025.
De grote vervangingspiek in 2011 is o.a. te verklaren door een kleine achterstand in het rioleringsbeheersysteem van de gemeente. In het rioleringsbestand staat een aantal oude nog te vervangen leidingen opgenomen, die in werkelijkheid al vervangen zijn. Daarnaast wordt een dergelijke grote piek in de vervanging van riolering natuurlijk niet in 1 jaar gerealiseerd. Door middel van nadere inspecties wordt een prioritering gegeven aan de vervanging, waarbij nadrukkelijk de samenloop met het wegbeheer wordt gezocht. Zo wordt de vervanging uitgespreid over meerdere jaren. In de afgelopen jaren werd gemiddeld 800-900 m per jaar vervangen. Verwacht wordt dat zeker over de komende twee planperiodes dit gemiddelde wordt aangehouden. N.B. uitgangspunt bij deze vervangingsplanning is het vervangen van de leiding door eenzelfde leiding. Extra kosten als gevolg van afkoppelen (waarbij een hemelwater- en een vuilwaterleiding wordt teruggelegd bij vervanging van de gemengde riolering) worden bekostigd uit de milieumaatregelen (zie paragraaf 6.4.4).
Resultaat
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
37 van 47
• • •
De stabiliteit en de waterdichtheid van de riolen wordt gewaarborgd waardoor hieraan gerelateerde overlast voor burgers wordt voorkomen. Verontreiniging van bodem vanuit de riolering wordt tegengegaan. De afvoercapaciteit blijft op peil.
6.4.3 Reparatie, renovatie en vervanging overige onderdelen Het vervangingsjaar van de gemalen is bepaald door bij het aanlegjaar een technische levensduur op te tellen: 45 jaar voor het bouwkundige gedeelte en 15 jaar voor het mechanisch/elektrische deel. Daarnaast is overleg geweest met de onderhoudsdienst van het waterschap om een goede inschatting te maken van de restlevensduur. In de planperiode is in het financiële model vervanging voorzien van het bouwkundig deel van 2 rioolgemalen en van 4 rioolgemalen alleen het mechanisch/elektrische gedeelte. Door middel van nadere inspecties wordt bekeken wanneer vervanging/verbetering precies zal plaatsvinden. In 2011 staat een uitgave van ca. € 58.000,- gepland voor de vervanging van (een deel van) de gemalen. De vervangingsjaren van het bouwkundige gedeelte van de drukriolering is bepaald door uit te gaan van een levensduur van 45 jaar. De mechanisch/elektrische componenten van de pompunits gaan gemiddeld 15 jaar mee. Binnen de planperiode is geen vervanging van drukrioolunits voorzien. 6.4.4
Verbetering van het (hydraulisch en milieutechnisch) functioneren van de vrijverval riolering
Bijbehorend doel: voorkomen van ongewenste emissie naar oppervlaktewater, doel 4. Afkoppelen afvoerend oppervlak Het hydraulisch- en milieutechnisch functioneren van de riolering in de gemeente Olst-Wijhe is nagenoeg op orde. De verbetering van het functioneren, betreft hoofdzakelijk het afkoppelen van afvoerend oppervlak van de gemengde riolering in combinatie met verbeteringen aan de riolering. Afkoppelen zal hier zoveel mogelijk samenvallen met vervanging van riolering en andere infrastructurele voorzieningen. Bij elke reconstructie of renovatie zal onderzoek worden verricht naar de mogelijkheid voor infiltratie en/of afvoer naar oppervlaktewater in het betreffende gebied. Daarnaast wordt bij elke reconstructie of renovatie onderzocht in hoeverre de bovengrond waterbewust kan worden ingericht. De kosten die hiervoor worden gemaakt, zijn geschat op € 150.000,-/jaar binnen de planperiode. Dit is gebaseerd op basis van 5.000 vierkante meters per jaar af te koppelen oppervlak tegen een afkoppelprijs van ca. € 30,-/m². Waterkwaliteitsspoor Voor het waterkwaliteitsspoor is het momenteel nog niet duidelijk wat er precies gaat gebeuren. Alhoewel gemeenten moeten voldoen aan het waterkwaliteitssoop, leeft bij het waterschap Groot Salland de opvatting dat gemeenten niet alleen de kosten van maatregelen kunnen dragen. Hierbij wordt zoveel mogelijk meegelift met de KRW-maatregelen, zodat de uitvoeringstermijn ook op kan schuiven tot 2027. WGS gaat gemeenten in 2010 bezoeken om informatie te geven over het waterkwaliteitsspoor. Het waterschap adviseert om in ieder geval een bedrag voor WKS-
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
38 van 47
maatregelen op te nemen in het GRP. Gemeente neemt in de periode 2012 – 2015 per jaar een bedrag op van € 60.000,- voor maatregelen in het kader van het waterkwaliteitsspoor. Ombouw clarigester De gemeente is bezig met onderzoek naar de haalbaarheid van ombouw van de clarigester op de oude zuivering Wijhe tot bergingsvoorziening voor de riolering. Door de clarigester als bergingsvoorziening te gebruiken wordt voorkomen dat bij overvloedige regenval afvalwater in de IJssel wordt geloosd. In dit GRP is hiervoor vooralsnog € 200.000,- opgenomen in 2012, doch de haalbaarheid moet nog verder worden onderzocht. Nadere voorstellen hierover zullen eind 2010 aan het college worden voorgelegd.
Resultaat Er wordt voldaan aan de eisen met betrekking tot de vuiluitworp vanuit de riolering richting oppervlaktewater. Het afvalwatersysteem wordt in samenwerking met het waterschap verder geoptimaliseerd. 6.4.5 overige kleinschalige maatregelen Investeringsmaatregelen in het kader van de grondwaterzorgplicht worden geschat op € 25.000,-/jaar voor deze planperiode (schatting gemeente). Op basis van de onderzoeken naar grondwater wordt in de loop van dit GRP nader bekeken welke maatregelen precies noodzakelijk zijn. 6.4.6 Samenvatting maatregelen In tabel 6.2 zijn de verschillende inspanningen in de planperiode op het gebied van maatregelen met de bijbehorende kosten samengevat. Tabel 6.2. Samenvatting maatregelen Maatregelen 2010 - 2015
2011
2012
2013
2014
2015
Onderhoud
€ 292.000,-
€ 292.000,-
€ 292.000,-
€ 292.000,-
€ 292.000,-
Afkoppelen
€ 150.000,-
€ 150.000,-
€ 150.000,-
€ 150.000,-
€ 150.000,-
-
€ 60.000,-
€ 60.000,-
€ 60.000,-
€ 60.000,-
Grondwaterzorgplicht
€ 25.000,-
€ 25.000,-
€ 25.000,-
€ 25.000,-
€ 25.000,-
Gemalen
€ 58.000,-
0
€ 20.000,-
0
€ 35.000,-
€ 461.000,€ 986.000,-
€ 461.000,€ 988.000,-
€ 461.000,€ 1.008.000,-
€ 461.000,€ 988.000,-
€ 461.000,€ 1.023.000,-
Waterkwaliteitsspoor
Vervangingsplanning * Totaal
* de kosten voor de vervangingsplanning zijn gemiddeld over de planperiode (incl. toeslagen).
6.5 Zorgplicht hemelwater Op grond van de “Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken” heeft de gemeente de zorg voor: “een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen.” Om op een doelmatige wijze het hemelwater in te zamelen en te verwerken, heeft de gemeente Olst-Wijhe in de nota hemelwaterzorgplicht (reeds vastgesteld) de navolgende acties benoemd:
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
39 van 47
1. Onderzoek naar problemen en knelpunten in bestaand stedelijk gebied en naar de
mogelijke oorzaak van de problemen. 2. Nader onderzoek naar de gevolgen van buien met een hogere neerslagintensiteit. 3. Bij elke reconstructie of renovatie moet onderzoek worden verricht naar de mogelijkheid
voor infiltratie en/of afvoer naar oppervlaktewater in het betreffende gebied. 4. Bij elke reconstructie of renovatie moet de bovengrond waterbewust worden ingericht. 5. Kosten voor maatregelen in het kader van de hemelwaterzorgplicht opnemen in het in
2010 te actualiseren Gemeentelijk Rioleringsplan. 6. Zorg dragen voor een goede informatievoorziening aan en communicatie met de burger. De benoemde acties zijn op de volgende wijze opgenomen in dit GRP: 1. Deze knelpunten worden geïnventariseerd bij het actualiseren van de BRP’s (zie paragraaf 6.2.4). Daarnaast moet een link worden gelegd met de klachtenregistratie van de gemeente en de gebiedskennis in de praktijk. 2. Dit wordt meegenomen bij het actualiseren van de BRP’s (zie paragraaf 6.2.4). 3. Deze maatregel is opgenomen in paragraaf 6.3.4. Hierbij is afstemming met stedenbouwkundigen en projectleiders RO nodig. 4. Deze maatregel is opgenomen in paragraaf 6.3.4. Hierbij is afstemming met verkeerskundigen en projectleiders RO nodig. 5. Deze kosten zijn opgenomen in hoofdstuk 6 van dit GRP. 6. In paragraaf 6.2.8. is een optimalisatieslag opgenomen om de informatievoorziening verder te verbeteren. 6.6 Zorgplicht grondwater Op grond van dezelfde wet als in 6.4 genoemd, heeft de gemeente de zorg gekregen voor: “het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.” Om op een doelmatige wijze invulling te kunnen geven aan de grondwaterzorgplicht, heeft de gemeente Olst-Wijhe in de nota grondwaterzorgplicht (reeds vastgesteld) de navolgende acties benoemd: 1. Instellen en bekend maken klachtenloket voor grondwateroverlast en opstellen meldingsformulier “Grondwateroverlast”. 2. Zorg dragen voor een goede registratie van klachten over grondwater. 3. In samenwerking met het Waterschap Groot Salland gebieden met mogelijke grondwateroverlast op basis van huidige gegevens, kennis en klachten in kaart brengen. 4. Het opzetten en beheren van een grondwatermeetnet in stedelijk gebied. 5. Het nemen van een serviceabonnement op het DINOloket. 6. Inventariseren van alle bestaande ontwateringvoorzieningen en zorg dragen voor een goed beheer en onderhoud hiervan. 7. Zorg dragen voor een goede informatievoorziening aan en communicatie met de burger. 8. Kosten voor maatregelen in het kader van de grondwaterzorgplicht opnemen in het in 2010 te actualiseren Gemeentelijk Rioleringsplan. 1. Deze maatregel is reeds uitgevoerd (zie paragraaf 5.7). 2. Zie voor de registratie van klachten paragraaf 5.7.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
40 van 47
3. 4. 5. 6. 7.
Deze maatregel is als onderzoeksmaatregel opgenomen in paragraaf 6.2.5. Deze maatregel is eveneens opgenomen in paragraaf 6.2.5. Actie is reeds uitgevoerd. Deze maatregel is als onderzoeksmaatregel opgenomen in paragraaf 6.2.5. In paragraaf 6.2.8. is een optimalisatieslag opgenomen om de informatievoorziening verder te verbeteren. 8. Deze kosten zijn opgenomen in paragraaf 6.3 van dit GRP.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
41 van 47
7
Organisatie en financiën: wat hebben we nodig?
In dit hoofdstuk komt aan de orde welke personele en financiële middelen nodig zijn om de in dit plan gestelde doelen met de in hoofdstuk 6 beschreven strategie te kunnen realiseren. Doelen, strategie en benodigde middelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. 7.1 Personele middelen In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de doelen van de rioleringszorg te kunnen behalen. Uitgangspunt daarbij is de module “Personele aspecten van de rioleringszorg (D2000)” van de Leidraad Riolering. Een goede basis om te komen tot een beeld van de rioleringstaken waaraan in de nabije toekomst invulling moet worden gegeven is dit voorliggende gemeentelijk rioleringsplan. Aan de hand van een aantal hoofdtaken is de benodigde formatie globaal bepaald. Uitgangspunt daarbij is de in de module “Personele aspecten van de rioleringszorg” beschreven voorbeeldgemeente tot 20.000 inwoners. De taken omvatten op hoofdlijnen de volgende onderwerpen: • Planvorming • Onderzoek • Facilitair • Onderhoud • Maatregelen De kengetallen van de voorbeeldgemeente zijn in een eerste stap toegespitst op de situatie in de gemeente Olst-Wijhe (ca. 17.536 inwoners, 1 januari 2010, bron: CBS) om tot een eerste, indicatieve, bepaling van de benodigde personele capaciteit te komen (zie tabel 7.1). De onderwerpen planvorming, onderzoek en facilitair zijn toegespitst op de gemeentegrootte. Voor onderhoud is gekeken naar het areaal van de gemeente Olst-Wijhe, zoals beschreven in hoofdstuk 5, de huidige situatie. De maatregelen vloeien voort uit de investeringen voor de komende planperiode zoals omschreven paragraaf 6.4. Deze berekening gaat uit van 200 productieve dagen per jaar met 7,2 uren per dag. Hieruit volgt dat één fte gemiddeld 1440 uren per jaar heeft te besteden. In eerste instantie is bepaald hoeveel tijd nodig is voor het geheel zelf uitvoeren van alle taken. In tabel 7.1 is in dit weergegeven in de eerste kolom. Vervolgens is invulling gegeven aan de situatie van Olst-Wijhe in de tweede kolom. Hierbij is een schatting gemaakt van het percentage werk dat wordt uitbesteed. Hierbij moet worden opgemerkt dat de gemeente Olst-Wijhe al bijna maximaal uitbesteed. Voor veel taken kun je niet 100% uitbesteden, omdat je zelf ook tijd nodig hebt voor begeleiding e.d.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
42 van 47
Tabel 7.1. Benodigde personele middelen. Tijdbesteding deeltaken Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011 – 2015
Leidraad Riolering module D2000
Situatie Olst-Wijhe
alles zelf Planvorming verbreed GRP afstemming en overleg jaarprogramma's subtotaal planvorming Onderzoek inventarisatie inspectie/controle meten functioneren subtotaal onderzoek Facilitair verwerken revisiegegevens vergunningen klachtenanalyse en -verwerking subtotaal facilitair Onderhoudsactiviteiten riolen en kolken gemalen/mechanische riolering infiltratievoorzieningen drainage planning en begeleiding subtotaal onderhoudsact. Maatregelen aanleg nieuwbouw 1) drainage reparatie renovatie vervanging 2) verbetering subtotaal maatregelen Totaal "dagelijkse" rioleringszorg productieve dagen per jaar uren per dag productieve uren per jaar
dagen 45 20 70 135 dagen 5 90 30 20 145 dagen 10 15 20 45 dagen 209 400 36 7 15 667 dagen 0 32,5 0 0 546 187,5 766 1758
fte
0,7 fte
0,7 fte
0,2 fte
3,3 fte
3,8 9
% uitbest dagen 70 13,5 0 20 0 70 103,5 % uitbest dagen 0 5 80 18 50 15 0 20 58 % uitbest uren 0 10 0 15 0 20 45 % uitbest dagen 80 41,8 90 40 90 3,6 90 0,7 0 15 101,1 % uitbest dagen 60 0 60 13 60 0 60 0 50 273 60 75 361 668,6
fte gem
0,5 fte gem
0,3 fte gem
0,2 fte gem
0,5 fte gem
1,8 3
200 7,2 1440
1) personeelskosten zijn inbegrepen in de investeringsuitgaven 2) Vervangingskosten riolen en gemalen, zonder toeslagen (zie bijlage 6, tabel 5.1 en 6.4)
Op basis van bovenstaand overzicht zou voor het volledig zelf uitvoeren van alle taken van de complete rioleringzorg ca. 9 fte nodig zijn (middelste kolom). De rechtse kolom uit het overzicht is gebaseerd op een schatting van het percentage voor het uitbesteden van taken bij de gemeente Olst-Wijhe. Op basis van de aangegeven werkzaamheden en het uitbestedingspercentage is voor de totale “dagelijkse” rioleringszorg binnen de planperiode ca. 3 fte nodig. Deze hoeveelheid wordt vooral veroorzaakt door de taken planvorming en onderhoud (ieder 0,5 fte) en maatregelen (1,8 fte).
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
43 van 47
Conclusie personele middelen Op basis van de evaluatie (zie § 2.4) en bovenstaande tabel blijkt dat er bij de gemeente OlstWijhe een tekort is aan personele middelen. In de binnendienst is momenteel ca. 1,6 fte beschikbaar voor rioleringswerkzaamheden. Om de komende planperiode alle werkzaamheden naar behoren te kunnen uitvoeren moet dit worden uitgebreid. Uitbreiding tot 2 fte wordt sowieso nodig geacht. Dit kan door het verschuiven van taken binnen de huidige formatie worden opgelost. Daarnaast is ook uitbreiding nodig van de werkzaamheden in de buitendienst. Momenteel wordt ca. 0,08 fte tijd besteed aan riolering, dit zou uitgebreid moeten worden naar 0,5 fte om de onderhoudsactiviteiten voldoende te kunnen uitvoeren. Verwacht wordt dat dit binnen de huidige formatie kan worden opgevangen. 7.2 Financiële middelen 7.2.1 Algemeen De activiteiten vallend onder de dagelijkse zorg (preventief onderhoud) en het onderzoeksprogramma zijn opgenomen onder de exploitatiekosten. De investeringen voor vervanging van riolen, gemalen, bijzondere constructies en de aanleg van nieuwe riolering ter verbetering bij bestaande bebouwing worden gekapitaliseerd. Deze activiteiten worden volgens de beschreven aanpak uitgevoerd om de gestelde doelen te kunnen halen. In deze paragraaf worden de benodigde financiële middelen samengevat en wordt aangegeven hoe in de dekking van de kosten kan worden voorzien. Er is rekening gehouden met de (bestaande) kapitaallasten van in het verleden gedane investeringen. De bijbehorende financiële gegevens zijn weergegeven in tabel 7.1 van bijlage 6.
Alle bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2010 en moeten dan ook voor de toekomst met de optredende inflatie worden geïndexeerd. De uitgaven zijn exclusief BTW. In de rioolheffingberekening is de BTW-component wel betrokken. 7.2.2 Vervangingswaarden De vervangingskosten van de vrijverval riolen zijn bepaald met behulp van het beheersysteem Dg Dialog Riolering. De kosten van de overige rioleringsonderdelen zijn bepaald aan de hand van eenheidsprijzen. De vervangingswaarde (het totale kapitaal dat ‘in de grond ligt’) van de te onderscheiden onderdelen van de riolering is als volgt: € 24.656.000,• Vrijvervalriolen, putten, etc € • gemalen en persleidingen 1.890.000,• drukriolering incl. € 18.298.000,drukleidingen en IBA’s Totaal € 44.844.000,7.2.3 Totale uitgaven Het totaal van de uitgaven dat met de aanleg (exclusief nieuwbouw) en het beheer van de riolering over de beschouwde periode van zestig jaar gemoeid is, is samengevat weergegeven in tabel 7.2 van de bijlage 6. In onderstaande tabel 7.2 zijn de uitgaven voor de planperiode opgenomen.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
44 van 47
Tabel 7.2 Totaal overzicht jaarlijkse uitgaven in de planperiode (*1.000 euro). Totaaloverzicht uitgaven, exclusief BTW, Totaal Planperiode
jaar
2011 2012 2013 2014 2015 totaal planperiode Totaal 20112070 na 2070
investeringen lineair afgeschreven TOTAAL excl. BTW Jaarlijkse uitgaven kosten van Kapitaal Investeringen lasten Overige Grondwater investeringen Onderzoek Exploitatie Vervanging / verbetering milieu- maatregelen verleden maatregelen 1.000 EURO 1
2
3
4
5
6
7
1+2+6+7
42 72 17 27 82
670 680 686 699 700
519 461 481 461 496
150 410 210 210 210
25 25 25 25 25
46 102 145 184
575 545 516 488 461
1.287 1.343 1.321 1.359 1.427
239
3.435
2.416
1.190
125
479
2.584
6.736
1.157
42.816
64.276
1.190
250
66.776 16.022
7.259 6.230
118.009 22.253
7.3 Kostendekking lange termijn 7.3.1 Algemeen In deze paragraaf komt de kostendekking op de lange(re) termijn aan de orde. Er wordt uitgegaan van de kosten voor een beschouwde periode van 60 jaar (2011 – 2070). Dit is namelijk de theoretishe levensduur van de betonputten en betonbuizen van de riolering. Voor dekking van kosten van aanleg en beheer van riolering komen in het algemeen verschillende bronnen in aanmerking. Aanleg riolering van nieuwe bestemmingsplannen wordt bekostigd uit de exploitatieopzet van die plannen en zijn verdisconteerd in de m2-verkoopprijs. De kosten van beheer van riolering worden gedekt uit de rioolheffing. De rioolheffingberekening is uitgevoerd met behulp van de contante-waarde-methode (zie voor uitleg bijlage 7). Deze methode is met name geschikt om de effecten op langere termijn zichtbaar te maken. De aldus berekende rioolheffing geeft de trend op langere termijn aan. 7.3.2 Heffingseenheden In de gemeente Olst-Wijhe is de heffingsgrondslag voor de rioolheffing op basis van het drinkwaterverbruik, maar waarbij ervan uitgegaan is dat woningen niet meer dan 500 m³ verbruiken (en dus het basistarief betalen). Per tariefsgroep stijgt voor grootverbruikers de rioolheffing vervolgens met € 100,--. In totaal wordt per jaar een bedrag van € 23.237,- extra belastingopbrengst als gevolg van het extra waterverbruik. Deze baten zijn apart meegenomen in de berekening (tabel 7.5 in bijlage 6). Daarnaast wordt rioolheffing berekend voor percelen die geen afvalwater lozen, maar wel hemelwater (zoals garageboxen). Het tarief van deze hemelwaterheffing bedraagt 0,15% van de WOZ-waarde met een maximum van € 200,14. In 2010 gaat het in totaal om 171 objecten (voornamelijk garageboxen) met een belastingopbrengst van € 3.844,16. Deze baten zijn apart meegenomen in de berekening (zie tabel 7.5 in bijlage 6). Het aantal enkelvoudige heffingseenheden per 1 januari 2010 bedraagt 6.964. Hierbij is rekening gehouden met een leegstand van 172 woningen en 64 bedrijven, waar dus geen rioolheffing voor kan worden gerekend.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
45 van 47
In de rioolheffingberekeningen is rekening gehouden met een netto stijging van het aantal heffingseenheden tot 2015 van in totaal ca. 534 eenheden als gevolg van nieuwe woningbouw en bedrijven, daarnaast worden in de planperiode 88 woningen in het buitengebied aangesloten op riolering waarvoor dus rioolheffing wordt berekend. Voor een overzicht van de toename van het aantal heffingseenheden wordt verwezen naar tabel 7.6 van bijlage 6. 7.3.3
Benodigde rioolheffing op de lange termijn
Met de contante-waarde-methode is een vergelijking van uitgaven en inkomsten in verschillende jaren mogelijk. De toekomstige uitgaven en inkomsten van elk jaar (20112070) worden contant gemaakt naar 1 januari 2010. In de te verwachten inkomsten zit één onbekende: de hoogte van de benodigde rioolheffing. Door de contante waarde van de te verwachten inkomsten gelijk te stellen aan de contante waarde van de te verwachten uitgaven wordt de hoogte van de rioolheffing berekend. Bij deze berekeningsmethode is de verhouding tussen rente en inflatie (1+r/1+i) constant verondersteld. Indien de verhouding tussen rente en inflatie de komende jaren structureel anders blijkt te zijn dan die waarvan in dit rioleringsplan is uitgegaan, is dat reden voor herziening van de berekeningen. Bij de berekeningen is een rente van 5,0% en een inflatie van 3,0% Voor de rioleringszorg is in de beschouwde periode van 60 jaar gemiddeld € 1,4 miljoen per jaar nodig. In werkelijkheid wisselt dit bedrag, onder andere als gevolg van aanlegpieken in het verleden en de investeringen in milieumaatregelen. De “opbouw” van de totale kosten per eenheid, gebaseerd op de contante waarde van de verschillende kostengroepen, is in figuur 7.1 aangegeven (zie ook tabel 7.7 van bijlage 6). Uit figuur 7.1 blijkt onder andere dat ca. 54% van de totale kosten op langere termijn betrekking heeft op de vervanging en verbetering van de riolering. De jaarlijkse exploitatiekosten nemen ca. 36% voor hun rekening. 54%
2%
1% 7% 36% Onderzoek ( totaal) EURO 3,21
Exploitatie ( totaal) EURO 109,76
Kapitaallasten verleden ( totaal) EURO 22,45
Vervanging en verbetering ( totaal) EURO 160,57
Overige milieumaatregelen ( totaal) EURO 4,92
Figuur 7.1 opbouw kosten per heffingseenheid
Om over de gehele beschouwde periode 2011 tot en met 2070 kostendekkend te zijn, zou de rioolheffing per 1-1-2011 theoretisch direct € 271,55 incl. BTW per heffingseenheid moeten
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
46 van 47
bedragen gedurende de gehele periode (2011-2070) op basis van prijspeil 2010 (hier moet dus nog wel een inflatiecorrectie worden toegepast). 7.3.4 Tarief rioolheffing planperiode Omdat de rioolheffing in 2010 van € 200,14 lager is dan de theoretisch benodigde rioolheffing van € 271,55, is uitgerekend hoe tot een kostendekkend tarief kan worden gekomen. Hierbij is van een scenario uitgegaan waarbij de rioolheffing binnen 10 jaar kostendekkend moet zijn. Hieruit volgt een stijging van € 9,- per jaar (exclusief inflatiecorrectie). In het jaar 2019 wordt dan bij het huidige areaal en de huidige uitgangspunten en wetgeving een kostendekkend niveau van € 279,56 bereikt. In onderstaande tabel 7.3 is de ontwikkeling van de rioolheffing aangegeven (prijspeil 2010, excl. inflatiecorrectie). In grijs is de ontwikkeling buiten de planperiode weergegeven totdat in 2019 het kostendekkend tarief wordt bereikt. Tabel 7.3 Ontwikkeling rioolheffing planperiode.
Jaar
Rioolheffing prijspeil 2010 2011 € 209,14 2012 € 218,14 2013 € 227,14 2014 € 236,14 2015 € 245,14 2016 € 254,14 2017 € 263,14 2018 € 272,14 2019* € 279,56 * in 2019 stijgt de rioolheffing met € 7,42 en wordt het kostendekkend tarief bereikt. Deze berekening is gebaseerd op het huidige areaal aan voorzieningen, de bestaande kennis, de huidige wetgeving en het bestaande beleid. 7.3.5 Bestemmingsreserve riolering In de gemeente Olst-Wijhe wordt gebruik gemaakt van een bestemmingsreserve riolering. Op basis van de gegevens uit dit gemeentelijk rioleringsplan is een indicatieve berekening gemaakt van de ontwikkeling van deze bestemmingsreserve. Daarbij is ervan uitgegaan dat de investeringen lineair worden afgeschreven. De bestemmingsreserve bedraagt per 1 januari 2010 ca. € 3.591.000,--. In de planperiode van dit gemeentelijk rioleringsplan neemt de bestemmingsreserve toe tot ca. € 4.338.000 in 2015. De grootste kostenstijging vindt plaats in de tweede helft van 2011-2070. Dit betekent dat in de eerste helft via de bestemmingsreserve riolering wordt gespaard, om daarmee vervolgens in de tweede helft de verwachte kostenstijging te kunnen opvangen.
Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015
47 van 47