Evidence tabel Medicamenteuze behandeling van „mentally retarded‟ kinderen met ADHD en/of ODD na 2000 Auteurs Jaartal
Mate van bewijs
Aman 2005 pooled analysis of Aman 2002 en Snyder 2002
A1
Aman 2003 Pooled analysis of Aman 1991, 1993 en 1997
A1
Studie type, followup Pooled analyse van 2 RCTs 6 weken
Gepool de resultat en van 3 crossover RCT‟s
Inclusiecriteria
Steekproef lost-to followup
5-12 jaar met DBD (CD, ODD or DBDNOS) (DSMIV) en subaverage IQ (borderline IQ of mild-tomoderate mental retardation (IQ 36-84), NCBRF parent >=24
Kinderen (417 jaar) met lage IQ (8 - 90), - AD(H)D en/of CD volgens DSMIII (iets wisselend per studie)
N=95 5 drop outs (noncompliance met protocol)
Patienten kenmerken
Interventie
Controle
Uitkomstmaten
Resultaten
Conclusie en overige opmerkingen
Risperidon (0.02-0.06 mg/kg/dag ) gedurende 6 weken
Placebo
Gepoolde uitkomsten:
Voor de social competence section lagen de effect sizes tussen 0.29 en 0.48. Risperidone verbeterde vooral “accepted redirection”, “initiated positive interactions”, “been patient, able to delay”, “expressed ideas clearly”, “participated in group activities” en “shared with or helped others”.
Risperidon zorgt voor een verbetering in sociale competentie en probeemgedrag. Een aantal types probleemgedrag („affective insecurity‟, „social disinterest‟ en bepaalde rituelen) veranderden niet onder invloed van risperidone.
MPH (1 maal daags „s ochtends): 0.40 mg/kg
N-CBRF (parent version) Social competence: - compliant/calm -adaptive/social Problem behaviour: -Insecure/anxious -Hyperactive -Self-injury/stereotypic - Self-isolated/Ritualistic -overly sensitive
Placebo
Effectiviteit (gedrag): Teacher-reported (CTRS): - conduct problem - inattention - tension/anxiety - hyperactivity - CTRS Global - CASQ parent-reported (RBPC): - conduct problems - attention problem - anxiety/social withdrawal - psychotic behavior - motor excess - CASQ -global rating Bijwerkingen: - hartslag - diastolic BP - systolic BP ABC in 2 van de 3
In de problem behaviour section, voor de anxious/ insecure subscale verbeterde risperidone de symptomen, effect sizes lagen tussen 0.28 (“sulks”) and 0.47 (“talks too much”). Voor hyperactive ES: tussen 0.38 en 0.44). Voor self-injury/stereotypic was alleen “physically harms/hurts self on purpose” sign., ES=0.21. Voor self-isolated/ritualistic: 3 van de 8 sign. ES: 0.22-0.29. Overly sensitive: “easily frustrated” sign. met ES = 0.52 F: 3,29* 24,39*** 0,13 32,97*** 8,99** 20,18***
5,26* 3,45 0,01 2,20 7,04** 0,04 8,10**
In het algemeen, attentie problemen en motor excess subscales laten een significant voordeel zien voor MPH boven placebo. Cardiovasculaire veranderingen: Hartslag verhoogde met MPH (3.9 slagen/minuut), de verhoging in bloeddruk haalde niet het signifcant niveau van 0.01. Limitaties: Erg conservatieve dosis
7,40** 5,35* 3,78* * p< 0,05 1
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
Auteurs Jaartal
Mate van bewijs
Studie type, followup
Inclusiecriteria
Steekproef lost-to followup
Patienten kenmerken
Interventie
Controle
Uitkomstmaten
Resultaten
studies (hier buiten beschouwing gelaten)
** p< 0,01 *** p<0,001
Conclusie en overige opmerkingen
Buitelaar 2001
A2
RCT parallel groep design 6 wk.
-Adolescenten 12-18 jaar - In ziekenhuis vanwege ernstige agressie - Diagnose CD, ODD of ADHD volgens DSMIV critera - IQ 60 - 90
n = 38 - 14 met borderline intellectual range, 14 MMR - 2 dropouts in placebo groep en 1 in risperidone groep
Geen significant e verschillen tussen groepen bij baseline
Risperidon e dagelijkse dosis (1.54 mg) n = 19
Placebo n = 19
Effectiviteit: -prim. ernst: CGI-S -sec. OAS-M en ABC (door verplegingspersoneel en leraren) Veiligheid: -ESRS -bloeddruk -hartslag -gewicht -bloed samples -ECG (bij een selectie van de participanten)
Effectiviteit: - CGI-scores zijn sign. beter in de risp. groep vergeleken met placebo (p<0.01) -OAS-M scores sign beter in risp. groep. Vs placebo ns. - Wash-out effect is sign. groter voor risp. groep vs. placebo voor OAS-M en ABC (p=.05 en P<.01 resp.) - ABC personeel: Overall ABC, irritatie, hyperactiviteit en verkeerde spraak verbeteren sign. in risp. groep, niet in de placebo groep.Treatment effects: trends voor overall ABC (p=.06) en voor hyperactiviteit en verkeerde spraak (p<0.10) -ABC leraren: Voor risp. vergelijkbaar met personeel, maar niet voor placebo. Alle scores zijn sign. beter bij endeline. Significant cvverschil voor overall ABC en hyperact. bij endline voor vs. placebo en voor overall ABC, inattent. en hyperact. aan het einde van de wash-out. Geen verschil in effectiviteit tussen 3 IQ strata (60-69, 70-79, 80-90). Effect sizes tussen 0.7 en 0.9. Veiligheid: 58% (11) in risp. groep ervaart transient tiredness. Andere bijwerkingen: siallorhea (4), misselijk (3), gewichtstoename (3,5%). Weinig EXPS.
De reductie van agressie was beter in risperidone groep vergeleken met placebo volgens CGI-S. Vergelijkbare resultaten werden gevonden door het personeel voor OAS-M en ABC en door leraren met de ABC. Dit geldt vooral voor agressie naar voorwerpen en fysieke agressie volgens personeel en hyperactiviteit volgens leraren. Risperidone werd goed getolereerd. Een grotere studie is nodig om te onderzoeken hoe de resultaten correleren met IQ.
Correia 2005
A2
RCT (single blind) 4 weken
Kinderen en adolescenten 6-16 jaar Diagnose: mild mental retardation en ADHD
n=45
Geen significant e verschillen tussen groepen bij baseline
MPH n = 24 max 0,7 mg/dag of Risperidon e n = 21 0,5-4 mg/dag
Vergelijk ende studie van MPH en risperido ne
Effectiviteit: - SNAP-IV subscales (total, inattentive, hyperactivity en ODD) -NCBRF subscale hyperactivity Bijwerkingen: - SERS (total, SERS-n, SERS-s) - eetlust - insomnia
Effectiviteit: -In beide groepen verhogen alle SNAP-IV subscales significant (p<0.001) in tijd bij verhoging van de dosering - Effect sizes [between group difference] SNAP-IV total [p=.05] Risp: 1,5; MPH: 1,11. SNAP-IV hyper [p=.07] Risp: 1,07; MPH: 0,67 SNAP-IV ODD [ns] Risp: 0,97; MPH: 0.73
Beide behandelingen verminderen ADHD symptomen in kinderen met MMR, met een groter effect te zien voor de risperionde groep vergeleken met MPH, effect sizes zijn groter behalve voor inattentiviteit. Bijwerkingen waren vergelijkbaar met studies in kinderen met normale IQ.
5 drop-outs
Geen placebo
2
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
Auteurs Jaartal
Pearson 2003
Pearson 2004a
Mate van bewijs
A2
A2
Studie type, followup
Inclusiecriteria
Placebo gecontr oleerd, dubbel blind, cross section eel design (4 x 1 week)
- Kinderen schoolleeftijd - Familial mental retardation - ADHD volgens DSMIII-R criteria
Placebo gecontr oleerd, dubbel blind, cross section eel design (4 x 1 week)
- Kinderen schoolleeftijd - Familial mental retardation - ADHD volgens DSMIII-R criteria
Steekproef lost-to followup
n = 24
Patienten kenmerken
crosssectioneel design
Interventie
MPH (twee dagelijks 0.15 mg/kg, 0,30 mg/kg en 0,60 mg/kg)
Controle
Placebo
Uitkomstmaten
Resultaten
- UKU subscales - extrapyramidale effecten -somnolence -lichaamsgewicht
SNAP-IV inattent [ns] Risp: 1,00; MPH: 1.33 NCBRF hyper [p=.50] Risp: 1,34; MPH: 0,97 Bijwerkingen: Risp: somnolence, EXPS en gewichtstoename MPH: insomnia, verlaagde eetlust en gewichtsverlies
Effectiviteit: Leraren vragenlijst: - ACTeRs - CTRS Ouders vragenlijst: - CPRS - ABC - RBPC - PIC-R
Effectiviteit: Leraren ratings: Sign. reductie in ADHD symptomen voor ACTeRS en CTRS. Vooral hoogste dosering voor inattentie (p=.02), hyperactiviteit (p<.001), agressie (p<.0.01) en asocociaal gedrag (p=.009). Voor de laagste dosering geen sign. verbetering tov placebo. Ouder ratings: Alleen sign effect voor hoogste dosering bij CPRS Impulsief/Hyperactief (p=.018) Bijwerkingen: Geen bijwerkingen gerapporteerd door leraren. Ouders rapporteerden sign. meer verlaagde eetlust en slaapproblemen voor hoogste dosering MPH. Compliance: Redelijk hoog voor alle condities, > 95%
Weinig effectiviteit op verminderen van ADHD symptomen bij 0.15 mg/kg/dosis vergeleken met de placebo. De hoogste dosering geeft de beste gedragsverbetering, maar wel meer bijwerkingen.
Sign. daling voor CPT bij hogere MPH dosis (p=0.018). Sign. betere score voor selectieve visuele attentie met SCT (p=.002). Voor audio selectieve attentie was er data van slechts 16 deelnemers. De SCT waren sign. beter voor MPH (p<.001). Meer correcte responses met DOG test (p=.003) en minder matching errors (p=.082) in MPH groep vs placebo. Geen sign. verschillen voor immediate memory met de DMTS test. Optimale cognitieve prestaties werden waargenomen voor de hoogste dosering.
Cognitieve prestaties op het gebied van sustained attention, selectieve attention en impulsivity/inhibition zijn beter door behandeling met MPH in kinderen met ADHD en mental retardation. De prestaties verbeteren bij een hogere dosis, met geen effectiviteit voor de laagste dosering (0.15 mg/kg/dosis).
Bijwerkingen Compliance
n = 24
cross sectioneel design
MPH (twee dagelijks 0.15 mg/kg, 0,30 mg/kg en 0,60 mg/kg)
Placebo
Effectiviteit: Sustained attention (CPT) Selective attention (SCT, SLT) Impulsivity/inhibition (DOG, MFFT) Immediate memory (DMTS) Dosis-respons
Conclusie en overige opmerkingen
3
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
Auteurs Jaartal
Mate van bewijs
Pearson 2004b
A2
Studie type, followup Placebo gecontr oleerd, dubbel blind, cross section eel design (4 x 1 week)
Inclusiecriteria
Steekproef lost-to followup
Patienten kenmerken
Interventie
Controle
Uitkomstmaten
Resultaten
Conclusie en overige opmerkingen
- Kinderen schoolleeftijd - Familial mental retardation - ADHD volgens DSMIII-R criteria
n = 24
cross sectioneel design
MPH (twee dagelijks 0.15 mg/kg, 0,30 mg/kg en 0,60 mg/kg)
Placebo
Zie Pearson 2004_2 en Pearson 2003. A: Zijn analyses van gemiddele cognitieve respons representatief voor de meerderheid van de kinderen? B. Hoeveel deelnemers hadden een substantiele verbetering (>30% vergeleken met placebo) in cognitieve prestaties? C. Zijn analyses van gedrag respons representatief voor de meerderheid van de kinderen? D. Hoeveel deelnemers hadden een substantiele verbetering (>30% vergeleken met placebo) in gedrag? E. Hoe was de verslechtering in cogniteive en gedrags functioneren in de deelnemers? F. Vergelijking van kinderen die een substantiële verbetering in cognitie en gedrag lieten zien? G. Concordance rate van cognitie en gedrags respons binnen hetzelfde kind. H. Hoe veranderen de respons rates bij verschillende criteria voor verbetering?
Analyse A: 57% verbetering bij lage dosis, 63% bij medium dosis en 71% bij de hoge dosering. Analyse B: Lage dosis: 31%, medium dosis: 37% en hoge dosis: 46%. Analyse C: 45% verbetering bij lage dosis, 58% bij medium dosis en 68% bij hoge dosis. Analyse D: Lage dosis: 25%, medium dosis: 38% en hoge dosis: 55%. Analyse E: Cognitie: Verslechtering voor doseringen resp: 35%, 29% en 23%, substantiële verslechtering: 14%, 15% en 9%. Vooral bij de hoge dosis is de verbetering groter dan de verslechtering. Gedrag: Verslechtering voor doseringen resp: 38%, 24% en 13%, substantiële verslechtering: 22%, 16% en 9%. Vooral bij de hoge dosis is de verbetering groter dan de verslechtering. Analyse F: Bij de lage dosis hadden minder kinderen een verbetering voor cognitie of gedrag. Bij de hoge dosering hadden de meeste kinderen een substantiële respons voor zowel cognitie als gedrag. Analyse G: CASQ vs CPT: Enige verbetering; concordant: 27%, 47%, 51% resp. Enige verslechtering; concordant: 27%, 13%, 7% resp. Non-concordant: 45%, 40%, 42% resp. Substantiële verbetering; concordant: 10%, 19%, 24% resp. Substantiële verslechtering; concordant: 55%, 34%, 16% resp. Non-concordant: 36%, 46%, 60% resp. Analyse H: De respons rate is duidelijk afhankelijk van de arbitraire criteria.
Bij de hoogste dosering van 0,60 mg/kg MPH hadden meer kinderen een substantiële cognitieve en gedragsverbetering dan een substantiële cognitieve en gedragsverslechtering met een ratio van 5:1. Het is nog steeds relevant beide effecten te bekijken want een verbetering in cognitie leidt niet perse tot gedragsverbetering en vise versa in kinderen met ADHD/MR.
4
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
Auteurs Jaartal
Mate van bewijs
Torrioli et al 2008
A2
Studie type, followup RCT multice nter 12 maande n
Inclusiecriteria
Steekproef lost-to followup
Patienten kenmerken
Interventie
Controle
Uitkomstmaten
Resultaten
Conclusie en overige opmerkingen
FXS diagnose bevestigd door een Southern Blot ADHD DSMIV diagnose 6-13 jaar
n=63 gewerfd n=56 voltooiden de studie, (7 stopten, 4 in placebo groep, 3 in LAC groep) n=51 meegenomen in statistische analyses
Geen significant e verschillen tussen groepen bij baseline
L-Acetylcarnitine (LAC) 500 mg 2 x dag
Placebo
Metingen op T0, T1, T6 en T12
Geen significante verschillen in de biochemische en fysieke parameters. De weinige bijwerkingen waren niet gerelateerd aan de LAC behandeling. Hyperactief gedrag verbeterde in de placebogroep als wel in de LAC groep
n=24
+ Psychoso ciale interventi e
De psychosociale interventie had een significant therapeutische effect. Hyperactiviteit en sociaal gedrag verbeterden bij patiënten behandeld met LAC. LAC (20-50 mg/kg/dag) is een veilig alternatief voor stimulantia voor de behandeling van ADHD bij jongens met het Fragile X syndroom.
+ Psychoso ciale interventie
n=27
Complete fysieke en neurologische examinatie, blood samples bij baseline en endline. CGI-P CGI-T Vineland ABC Vineland socialization
LAC vs Placebo (T12-T0) F-value (p-level) 2.55 (0.050) -1.74 (0.041) 2.95 (0.042) 4.37 (0.008)
5
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
Evidencetabel Medicamenteuze behandeling van „mentally retarded‟ kinderen met ADHD en/of ODD voor 2000 Auteurs Jaartal
Mate van bewijs
Handen et al 1992
A2
Handen et al 1991
A2
Studie type, followup Dubbel blinde placebo gecontr oleerde crossover studie
Dubbel blinde placebo gecontr oleerde crossover studie
Inclusiecriteria
Steekproef lost-to followup
Patienten kenmerken
Interventie
Controle
Uitkomstmaten
Resultaten
Conclusie en overige opmerkingen
6-12 jaar IQ:48-74 ADHD volgens DSMIII_R criteria score >15 op de CPRS en CTRS
n=14
Niet van toepassing (crossover design)
Twee doseringe n van MPH (0,3 mg/kg en 0,6 mg/kg)
Placebo
Weekdag klaslokaal metingen -Conners Teacher Scale -Child Attention Problems (CAP) behaviour checklist -Onafhankelijke opdracht
Significante medicatie effecten zijn gevonden door de week en op zaterdag voor de hyperactiviteit factor (resp. p=0,021 en p=0,006), hyperactiviteit index ( resp. p=0,022 en p=0,007) en alle factoren van de leraar CAP schaal (resp. p=0,008 en p=0,002). Door de week waren de effecten exclusief voor de hogere dosering van 0,06 mg/kg. Op zaterdag werden er ook effecten gevonden voor de lage dosering of voor beide doseringen.
De resultaten repliceren en vullen de bevindingen van vorige onderzoeken van Handen et al aan. Hyperactiviteit, on-task gedrag, attentie vaardigheden en beweging verbeterden significant door de behandeling van MPH, vooral bij de hoge dosering.
6-12 jaar IQ: 48-74 ADHD diagnose
Zaterdag „testschool‟ programma -CTRS -CAP -Onafhankelijke academische opdracht -Groep academische opdracht -Niet academische opdracht -Individuele testen -continuous performace test (CTP) -Paired associate learning Task (PAL) -Selective reminder task (SRT) -Sociale interactie/spelen -Beweging metingen/spelen -Observatie speelgroep n=27
(6 weken)
Niet van toepassing (crossover design)
Twee doseringe n van MPH (0,3 mg/kg en 0,6 mg/kg)
Placebo
Behavioral checklist responses en klaslokaal observatiedata - Motor movements - Drowsy - Verdrietig - Staren - Sociale withdrawal - Irritatie - Slechte eetlust - Angst - Duizelig - Moody
Significante verbeteringen voor observatie van on-task gedrag voor de onafhankelijke academische opdracht (p=0,021)en de groeps opdracht (p=0,002) Significante verbeteringen voor beweging met de actometer voor onafhankelijke (p=0,03) en niet academische opdracht (p=0,03), maar niet voor de groepsopdracht. Rusteloosheid in het algemeen verbeterde ook significant voor onafhankelijke (p=0,03) en niet academische opdracht (p=0,04), maar niet voor de groepsopdracht.
18(67%) van de kinderen was responder op MPH Medicatie was stopgezet voor 6 (22%) kinderen vanwege bijwerkingen van motor tics(n=3), ernstige sociale withdrawal (n=2) en een combinatie van bijwerkingen (n=1)
De resultaten van deze studie zijn vergelijkbaar met resultaten van studies met kinderen zonder MR. Deze populatie lijkt wel meer motor tics en sociale withdrawal te ontwikkelen
Significante verlagingen (p<0,05) voor irritatie en hyperactiviteit voor beide doseringen MPH vergeleken met placebo Een significante verlaging (p<0,05) van 6
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
Auteurs Jaartal
Mate van bewijs
Studie type, followup
Inclusiecriteria
Steekproef lost-to followup
Patienten kenmerken
Interventie
Controle
Uitkomstmaten
Resultaten
- Hyperactief - Maagpijn - Hoofdpijn
gerapporteerde angst voor de hoogste dosering MPH vergeleken met placebo
Voor de bijwerkingen is ook naar intensiteits levels gekeken en vergeleken in 14 van de 27 kinderen
Conclusie en overige opmerkingen
Significante verlagingen in intensitieits levels voor staren, irritatie en hyperactiviteit voor beide MPH doseringen vergeleken met placebo Een significante verlaging in intensiteits levels voor angst en moodiness voor de hoogste dosering MPH vergeleken met placebo Voor de andere effecten waren geen significante verschillen gevonden
Handen et al 1994
A2
Dubbel blinde placebo gecontr oleerde crossover studie
6-12 jaar IQ: 48-74 ADHD diagnose
n=47
(6 weken)
Geen significant e verschillen tussen groepen bij baseline voor SES, etniciteit, geslacht, leeftijd en IQ
Twee doseringe n van MPH (0,3 mg/kg en 0,6 mg/kg)
Placebo
Relatie tussen predictors van gedragsverandering en uitkomstmaten Predictor variabelen: thuis Demografie Baseline Parent Conners Predictor variabelen: Saturday laboratory - Baseline Teacher Conner‟s - Baseline on-task group instruction - Baseline on-task independent work task - Baseline Continuous performance task Outcome variabelen: Weekday Classroom Teacher Conners Independent work task Outcome variabelen: Saturday laboratory - Teacher Conner‟s - Group Instruction
Weekday classroom - Hogere baseline waarden voor CPRS impulsitiviteit/ hyperactiviteit waren geassocieerd met een verlaging van CTRS inattentie na introductie van MPH (r2=0,1574, p=0,0084). - Jongens hadden een grotere verlaging van conduct problems dan meisjes na introductie van MPH (p=0,0139), en hogere baseline scores met CPRS impulsitiviteit/ hyperactiviteit waren geassocieerd met een verlaging van de conduct problemen (p=0,0090), met een gecombineerde r2=0,2099 - Hogere baseline CPRS Conduct Problems waren geassocieerd met een hogere werk input na introductie van MPH (p=0,0025) en kinderen met een lagere IQ profiteerden meer van de behandeling (p=0,0075) met een gecombineerde r2=0,2629 - Een hogere mentale leeftijd (p=0,0074) en lagere baseline on-task gedrag (p=0,0015) voorspelt een verbetering in het correct oplossen van problemen op het werk na introductie van MPH met een gecombineerde r2=0,2827 Saturday laboratory classroom
Hogere ouder ratings van impulsiviteit and hyperactiviteit bij baseline waren geassocieerd met grotere verbeteringen in de metingen op school op een weekdag bij behandeling met MPH. Hogere weekdag leraar ratings voor hyperactiviteit, impulsiviteit, inattentie en conduct problemen bij baseline waren geassocieerd met verbeteringen op zaterdag in de „proef school‟ bij behandeling met MPH. Ten slotte, geslacht, etniciteit en socioeconomische status waren belangrijke predictoren voor verschillende klinische verbeteringen bij behandeling met MPH. De resultaten waren consistent met eerder onderzoek bij kinderen met 7
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
Auteurs Jaartal
Handen et al 1999
Mate van bewijs
B
Studie type, followup
Dubbel blinde placebo gecontr oleerde crossov er studie
Inclusiecriteria
preschool kinderen (4,05,11 jaar) IQ: 40-74 ADHD diagnose of bevestigde lange termijn problemen met inattentie en hyperactiviteit
Steekproef lost-to followup
n=11
Patienten kenmerken
Niet van toepassing (crossover design)
Interventie
Twee doseringe n van MPH (0,3 mg/kg en 0,6 mg/kg)
Controle
Placebo
Uitkomstmaten
Resultaten
Conclusie en overige opmerkingen
- Independent work task - Continuous performance test
- Hoge baseline CPRS hyperactiviteits scores voorspellen een verandering in ontask gedrag na introductie van MPH (p=0,0009,r2=0,2210) - Hogere baseline scores van de hyperactiviteit index op een weekdag voorspelt een lagere score op de zaterdag hyperactiviteit index met MPH (p=0,0021, r2=0,1912) - Hogere baseline CTRS hyperactivity index (p=0,0030) and caucasians (p=0,0025) hadden meer verhoging in aandachtspanningsboog na introductie van MPH, met een gecombineer de r2=0,2377) - Hogere baseline CPRS voor impulsitiviteit/ hyperactiviteit (p=0,0036) en CTRS Conduct problemen (p=0,0001) waren geassocieerd met lagere impulsitiviteit na introductie van MPH en Caucasians (p=0,0076) en lagere baseline CPRS conduct problemen (p=0,0239) lieten een verbetering zien op dit gebied, met een gecombineerde r2=0,4486
ADHD zonder MR. Het lijkt erop dat factoren als etniciteit en conduct problemen meer voorspellende waarde hebben op de respons van MPH bij kinderen met MR dan zonder MR.
CTRS -conduct problemen -hyperactiviteit -inattentie-passiviteit - hyperactiviteit index Preschool gedrags vragenlijst -vijandigheid-agressie -angst -hyperactief-afgeleid Bijwerkingen gerapporteerd door leraar -aantal ernst „Wacht‟ opdracht -on-task 1 seconde -kind-moeder -disruptief -van stoel af Resistance to temptation
Er was een significante verbetering voor hyperactiviteit (p=0,001) en inattentie (p<0,030) beoordeeld door leraren voor de 0,06 mg/kg dosis MPH.
De respons op MPH bij jongere kinderen met ADHD en ontwikkelingsachterstanden was gelijk aan die van oudere kinderen. Maar, deze populatie lijkt gevoeliger voor medicatie gerelateerde bijwerkingen.
Er was een significante verbetering voor intesntiteit tijdens het spelen (p<0,0001 8 van de 11 kinderen was een goede responder op de mediactie (minimaal 40% verschil tussen placebo en medicatie op de CTRS-hyperactiviteit index of de hyperactief-afgeleid score van de preschool gedrags vragenlijst Vijf kinderen hadden significante bijwerkingen van mediactie; sociale withdrawal, huilen en irritatie vooral bij de hoge dosering MPH
8
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
Auteurs Jaartal
Mate van bewijs
Studie type, followup
Inclusiecriteria
Steekproef lost-to followup
Patienten kenmerken
Interventie
Controle
Uitkomstmaten
Resultaten
Conclusie en overige opmerkingen
-eerste aanraking -% aanraking -van stoel af Speelsessie -Intensiteit -beweging -vocalisaties -disruptief -verandering van speelgoed -epoch 1/2/3 Compliance opdracht -comply 10 seconden -disruptief -prompts -praise -fysieke begeleiding Schoonmaak taak -% schoonmaken -disruptief -vocalisatie -praise -fysieke begeleiding
Evidencetabel Medicamenteuze behandeling van „mentally retarded‟ kinderen en overige psychiatrische aandoeningen Auteurs Jaartal Zarcone et al 2001
Mate van bewijs B
Studie type, follow-up Dubbel blinde, placebo gecontrole erde cross-over studie In totaal 22 weken durende trial
Inclusiecriteria
Mental retardation (IQ<70) Severe SIB, aggressie, property destruction of stereotyp gedrag voor minstens 6 maanden. 6-65 jaar (11 (55%)
Steekproef lost-to followup n= 20 waarvan n=11 (55%) tussen de 6 en 18 jaar
Patienten kenmerken
Interventie
Controle
Uitkomstmaten
Resultaten
Conclusie en overige opmerkingen
nvt. Crossover design
Orale oplossing van risperidon e
Placebo
Metingen bij baseline, placebo fase 1, lage dosis, hoge dosis, placebo fase 2, maintenance fase Gemiddelden(sd) voor de verschillende gedrags- en symptoom schalen
50% van de deelnemers was responders volgengs ABC criterium van 50% reductie in score verschil tussen placebo en beste dosering
Risperidone was effectief in het reduceren van aberrant gedrag. Er was een duidelijk medicatie effect, maar de beste dosering verschilde per deelnemer, en is mogelijk beinvloedt door de volgorde. Tijdens de zes maanden durende maiuntenance fase was het effect nog groter.
1.5 ml bid voor kinderen en 3,0 ml bid voor volwassen en
ABC-C CGI N-CBRF (alleen bij
ABC-C Placebo 1 scoorde significant hoger dan de medicatie fases (p<0,0001) voor beide medicatie sequenties. Placebo 2 scoorde alleen significant hoger (p<0,0001) bij een volgorde van laag naar hoge doering sequentie. Gemiddelde ABC totale scores in de
Deze studie laat zien dat 4 9
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
Auteurs Jaartal
Mate van bewijs
Studie type, follow-up Twee placebo fases, één voor en één na de hoge en lage dosis risperidon (3 tot 5 weken)
Inclusiecriteria
Steekproef lost-to followup
Patienten kenmerken
tussen de 6 en 18 jaar)
Optionele maintence fase van 6 maanden
B (pilot, n=13)
Fase II dubbel blinde placebogecontrole erde pilot studie
6-18 jaar IQ 45-85 Persistente gedrags stoornissen (bv vijandigheid,a gressie, irritatie, agitatie en hyperactiviteit)
Controle
Elke deelnemer ontving een hoge en een lage dosis. De lage dosis was 1 mg per dag voor kinderen en 2,0 mg per dag voor volwassen en, de hoge dosis was 0,05 mg/kg/dag
Elke dosering werd 4 weken aangehou den
Van Bellingh en M et al 2001
Interventie
n=13 Iedereen voltooide de studie
Er waren geen demografis che of klinische verschillen bij baseline tussen de twee groepen
Risperidon (≥0,01 mg/kg/dag gemiddeld 0,05 mg/kg/dag
Uitkomstmaten
Resultaten
Conclusie en overige opmerkingen
kinderen en adolescenten) SIBQ (alleen bij volwassenen)
maintance fase waren allen significant lager dan beide placebo fases en medicatie fases voor alle vergelijkingen (p<0,0005)
weken een te korte evaluatieperiode is.
Bijwerkingen (neuroleptic side-effects checklist): - Weight -Sedation -Tardive dyskinesia Een subsample van vijf participanten (waarvan 3 onder de 18 jaar) onderging naturalitische observaties voor aberrant gedrag op school, thuis of op hyet werk
Placebo (n=7)
ABC -irritatie -lethargy -stereotyp gedrag -hyperactiviteit -onvoldoende spraak -totaal ABC
(n=6) CGI -gemiddelde CGI score - aantal “patienten much or very much improved” VAS Individuele target symptomen ernst
CGI CGI scores waren gelijk gedurende medicatie fases N-CBRF Grootste reducties tijdens de hoge dosering risperidon voor conduct sbuscale, voor SIB subschaal tijdens laagste dosering risperidon SIBQ (alleen bij volwassenen) niet relevant voor de uitgangsvraag 68,4% rapporteerde verhoogde eetlust en 84% gewichtstoename tijdens medicatiefases. De kinderen en adolescenten kwamen gemiddeld 4 (1,4-9,5 kg) aan tijdens de acute fase en 4,4 (0-10,9) tijdens de maintenance fase. 50% respectievelijk 47% van de participanten had sedation in de lage respectievelijk hoge fase. Er was geen tardive dyskinesia gerapporteerd ABC Irritatie (p<0,01), hyperactiviteit (p=0,001) en onvoldoende spraak (p<0,05) waren sign. verminderd ten op zichte van baseline in de risperidon groep. Irritatie (p<0,05) en hyperactiviteit scores (p<0,01) verschilden sign. bij endline van de placebo groep. Bij endline hadden 3 van de 6 patiënten alleen nog milde symptomen van DBD, in de placebo groep waren er geen sign. verschillen voor DBD symptomen.
Deze studie toont aan dat risperidon een effectieve behandeling is en goed wordt getolereerd voor de behandeling van persistente gedrags stoornissen bij kinderen en jongeren met borderline intelligentie
CGI 5 van de 6 patiënten in de risperidon groep had „very much improved‟ of „much improved‟ op de CGI schaal. Alle placebo patiënten hadden „unchanges‟ of „minimally improved‟.
PAC 10
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
Auteurs Jaartal
Mate van bewijs
Studie type, follow-up
Inclusiecriteria
Steekproef lost-to followup
Patienten kenmerken
Interventie
Controle
Uitkomstmaten
Resultaten
-onafhankelijkheid in persoonlijke zorg -aanpassingsvermogen -temperament -seksuele houding -communicatie -truthfullness -eerlijkheid -mate van respons -houding naar vrienden -sociale relaties -samenwerking -dominantie -werkhouding
VAS Risperidone verbeterde de ernst van individuele target symptomen in de tijd (p<0,05), vanaf week 2.
Conclusie en overige opmerkingen
PAC Sociale relaties (p<0,05) en werkhouding (p<0,05) verbeterden sign. tov baseline in de risperidon groep en niet in de placebo groep. ESRS Geen sign. verschillen tussen de twee behandelingen wat betreft extrapyramidiale symptomen
ESRS scores
ABC ACTeRs ADHD CAP CD CGI-S/I CPRS CPT CTRS DBD DBD-NOS DMTS DOG ECG ESRS EXPS IQ MFFT MMR MPH N-CBRF OAS-M ODD PAC PAL PIC-R RBPC RCT
Aberrant Behavior Checklist ADD-H Comprehensive Teacher Rating Scale Attention Defecicit Hyperactivity Disorder Child Attention Problems Conduct Disorder Clinical Global Impression- Severity of Ilness scale/Improvement Conners Parents Rating Scale Continuous Performance Test Conners Teachers Rating Scale Disruptive Behavior Disorders Disruptive Behavior Disorders – not otherwise specified Delayed Match to Sample Delay of gratification Electrocardiogram Extrapyramidal Symptoms Rating Scale Extrapyramidal symptoms Intelligentie Quotient Matching Familiar Figures Test Mild Mental Retardation Methylphenidate Nisonger Child Behavior Rating Form Overt Aggression Scale Oppositional Defiant Disorder Personal Assessment Checklist Paired associate learning Task Personality Inventory for Children-revised Revised Behavior Problem Checklist Randomized Controlled Trial 11
Evidence tabellen mental retardation maart 2010
SCT SERS (-n or –s) SIB(Q) SLT SNAP-IV SRT VAS
Speeded Classification Test Barkleys Side Effect Rating Scale (number of symptoms or severity of symptoms) Self Injury Behavior (questionnaire) Selective Listening Test Swanson, Nolan and Pelham-IV subscales Selective reminder task Visual Analogue Scale
12
Evidence tabellen mental retardation maart 2010