OER. Onderwijs- en Examen Regeling. Crebo + Opleiding Zorghulp Niveau 1 Cohort 2014 Kwalificatiedossier 2012

OER Onderwijs- en Examen Regeling Crebo + Opleiding 91420 - Zorghulp Niveau

1

Cohort

2014

Kwalificatiedossier 2012 Geldigheid en vaststelling Deze OER is geldig voor de volgende opleidingstrajecten:

Leerweg

Intensiteit Variant SBU

BOL

Voltijd

Regulier

WSF1

Studieduur leerjaren

cohort

1

2014

1600

Bijzonderheden Vastgesteld d.d.

1 september 2014

Handtekening voorzitter examencommissie Kellebeek College

1

aankruisen, indien studiefinanciering van toepassing is (alleen bij BOL voltijd).

18-KC-OER2014-91420-Zorghulp

1

Inhoudsopgave 1.

De opleiding ................................................................................................................ 5

1.1.

Alvast wat over het beroep. ........................................................................................................... 5

1.2.

Wat kun je na je opleiding doen? ................................................................................................... 7

1.3.

Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? ............................................................................. 8

1.4.

Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo ............................................................. 10

1.5.

Nederlands en rekenen. ............................................................................................................... 11

2.

Het onderwijsprogramma......................................................................................... 12

2.1.

Hoe is je onderwijsprogramma opgebouwd? ............................................................................... 12 2.1.1.

Onderwijsprogramma’s van alle opleidingstrajecten in uren

14

3.

Beroepspraktijkvorming........................................................................................... 15

3.1.

Plaats en organisatie van de BPV ............................................................................................... 16 3.1.1.

BOL

16

4.

Begeleiding ............................................................................................................... 17

4.1

Studieloopbaanbegeleiding bij het leren. ..................................................................................... 17

4.2

Beoordelen om te kijken waar je staat. ........................................................................................ 17

5.1

Beoordelen voor je diploma. ........................................................................................................ 20

5.2

Hoe is de organisatie van de examens geregeld? ....................................................................... 21

5.3

De examenplannen ...................................................................................................................... 22


2

Woord vooraf Welkom op het Kellebeek College! Je bent met een beroepsopleiding bij het Kellebeek College gestart. We willen je graag van harte welkom heten! Voor je ligt een opleidingswijzer. Met deze opleidingswijzer (OLW) willen we je zo goed mogelijk informeren over de opleiding die je gaat volgen. De OLW vertelt het nodige over je toekomstige beroep. Er wordt in beschreven welke kennis, vaardigheden en beroepshouding belangrijk zijn in zowel je stage als op school. Ook staat er in de OLW wanneer je welke examens aflegt om je volledig diploma te halen. Find your information! Op onze website is een speciale informatiesite voor studenten: www.kellebeek.nl/student Hierop is heel veel belangrijke informatie te vinden! Vestigingen Het Kellebeek College kent vele vestigingen voor beroepsonderwijs. Vanaf schooljaar 20142015 zijn de meeste geconcentreerd in onze nieuwbouw in Roosendaal. De AKA en Entreeopleidingen (mbo niveau 1) worden in Breda en Bergen op Zoom aangeboden. Voorbereiding op werken in de praktijk Je gekozen beroepsopleiding kan zowel op niveau 1, 2, 3 of 4 zijn. Daarnaast heb je gekozen voor de BOL variant, dat wil zeggen beroeps opleidende leerweg of de BBL variant, beroeps begeleidende leerweg, waarbij je werken en leren combineert. De gekozen beroepsopleiding bereidt je voor op het werken in de praktijk. Deze voorbereiding gebeurt zowel op school als op je stageadres. Aan je definitieve keuze zijn dus heel wat beslissingen vooraf gegaan. Find your destination Het is altijd spannend om aan een nieuwe opleiding te beginnen. Je hebt bepaalde verwachtingen van onze school, de opleiding en het beroep. Als je verwachtingen uitkomen en je groeit naar het diploma zowel op school als op stage dat kunnen we zeggen dat jij je bestemming hebt gevonden. Het Kellebeek College gaat samen met je op zoek, ons motto luidt niet voor niks: Find your destination. Dus als je verwachtingen niet (helemaal) uitkomen, adviseren we je dit te bespreken met je studieloopbaanbegeleider of iemand anders van school. Samen kunnen we dan op zoek gaan naar oplossingen. Jij staat centraal Jij staat centraal bij het Kellebeek College. Ons onderwijs is gericht op wat jij wilt leren en op de manier van leren die het best bij jou past. Zo dagen wij jou uit je talenten volledig te benutten en ontwikkelen. We houden rekening met individuele verschillen. Wij willen je zo begeleiden, dat altijd duidelijk is hoe je ervoor staat en welke mogelijkheden je hebt. Zelfstandig en verantwoordelijk werken Wij vinden het belangrijk dat onze beroepsopleidingen aantrekkelijk, activerend en uitdagend zijn. Bij het Kellebeek College leer je zowel zelfstandig als samen te werken en zelf verantwoordelijkheid te nemen. Deze zaken zijn heel belangrijk op school, maar ook in je toekomstige beroep.


3

Veel praktijk, structuur en duidelijkheid Tijdens je opleiding loop je vaak stage. Ook is er veel aandacht voor praktijk op school in uitdagende opdrachten. Op die manier kom je goed voorbereid op je stageadres en hoor je op je stageadres waar je op school verder aan dient te werken. Een goede balans en een goede afstemming tussen het leren op school en in de praktijk is heel belangrijk. Het samenwerken en het leren in de groep krijgt bij ons ook veel aandacht. We bieden je duidelijkheid en structuur: jij moet weten wanneer en hoe er gewerkt wordt op school. Veel succes met het werken aan ‘jouw bestemming’ en vooral ook een heel gezellige tijd bij het Kellebeek College! Karin van Nieuwenhuijzen Directielid Kellebeek College


4

1. De opleiding

1.1. Alvast wat over het beroep. Wat doe je als Zorghulp? Je werkt voor allerlei soorten mensen, van alle leeftijden en met verschillende achtergronden: oudere cliënten/zorgvragers, chronisch zieken, revaliderende, mensen met een handicap, patiënten die net uit het ziekenhuis zijn, mensen met psychiatrische problemen en kinderen en jongeren met gezondheids- of bestaansproblemen. Ook werk je veel samen met de mantelzorgers, dat zijn vaak de naasten van de cliënt/zorgvrager. Je assisteert cliënten/zorgvragers op het gebied van huishouden en wonen. Met jouw algemene opleiding kun je in allerlei beroepspraktijken en zorgsituaties aan de slag: verpleeg- of verzorgingshuis, thuiszorg, instelling voor psychiatrie of verslavingszorg, woonvorm voor gehandicapten. Je werkt vaak bij één zorgvrager thuis of in een andere woonomgeving. Maar je kunt ook voor een groep werken, bijvoorbeeld in een kleinschalige woonomgeving. Je komt deze functie in verschillende vormen tegen: in de gehandicaptenzorg ben je huishoudelijk medewerkster, in de thuiszorg ben je vaak zorgassistent, thuishulp A of alfahulp. Voor jouw inspanningen krijg je veel terug. Zorgvragers die blij zijn met jouw hulp en de fijne leefomstandigheden die jij hebt helpen creëren. In hun thuissituatie of in de zorg- of welzijnsinstelling. Je kunt echt een verschil maken in de kwaliteit van hun leven.

Jouw werk


5

Je zorgt voor goede leefomstandigheden van de cliënt/zorgvrager. Dat houdt in dat je de leefruimtes schoonhoudt en assisteert bij het wonen en huishouden (zoals boodschappen doen, afwassen, was doen). Of je alles zelf uitvoert of vooral helpt bij de werkzaamheden hangt af van wat je cliënt/zorgvrager nog zelf kan doen. Je krijgt een takenlijst voor je werkzaamheden, die is gebaseerd op afspraken in het zorgplan. Het zorgplan wordt ook wel begeleidingsplan genoemd of zorgleefplan of ondersteuningsplan. Je assisteert mensen bij hun dagelijkse bezigheden, zoals het brengen naar activiteiten en het weer ophalen. Daarnaast assisteer je hen bij het uitvoeren van gezellige of leerzame activiteiten. Als je tijdens je werkzaamheden veranderingen in de gezondheid of in de situatie van de cliënt/zorgvrager ziet, dan meld je deze veranderingen aan de leidinggevende. Je werkt zelfstandig, maar volgens vaste richtlijnen en aanwijzingen van de instelling, volgens het zorgplan, in opdracht van een leidinggevende. Je voert de werkzaamheden uit op afgesproken tijden. Je werkt samen met collega's en stemt je werk met hen en met de mantelzorgers/naasten af. In je werk heb je vaak te maken met andere zorgverleners, zoals helpende zorg en welzijn, verzorgenden en sociaal agogisch werkers. Je werkt volgens de beroepscode voor de Zorghulp en normen, waarden en richtlijnen van de instelling. Door met collega's en je leidinggevende over je werkzaamheden te praten en je te laten bijscholen (deskundigheidsbevordering), kun je de kwaliteit van dit beroep ook nog eens verbeteren.

Jouw kwaliteiten  Je handelt altijd in het belang van jouw zorgvrager.  Je kunt je in zorgvragers inleven en behandelt iedereen met respect.  Je kunt goed met mensen omgaan en je communiceert duidelijk en helder.  Je werkt systematisch en resultaatgericht.  Je vindt het leuk om mensen te assisteren in de huishouding, bij dagelijkse bezigheden en bij het wonen in een leefgroep.


6

    

Je kunt goed samenwerken met je collega's en de naasten van de zorgvrager. Je kunt je eigen grenzen en die van anderen prima bewaken. Je hebt interesse in mensen met bestaans-, gezondheids- en gedragsproblemen en in medische kwesties. Je bent een verantwoordelijk persoon en kunt goed werken onder tijdsdruk. Je houdt je aan de beroepscode, de normen, waarden en de richtlijnen van de instelling waar je werkt.

Jouw sector Als zorghulp maak je deel uit van de sector verpleging en verzorging. Je kunt werken in verschillende branches, zoals verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg en de gehandicaptenzorg.

Meer weten? Heb je nog vragen over dit beroep, ben je nog niet zeker of dit bij je past of wil je van anderen horen wat zij van dit beroep vinden? Kijk dan op www.youchooz.nl Deze beroepsbeschrijving is opgesteld in opdracht van Calibris. Het kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport. http://www.calibris.nl/ 1.2. Wat kun je na je opleiding doen? Na afronding van de opleiding Zorghulp kan je gaan werken in alle in de bij jouw sector genoemde werkvelden. Daarnaast heb je de mogelijkheid om door te stromen naar een niveau 2 opleiding bijv. helpende zorg en welzijn. Maar je kunt ook overstappen naar een andere richting op niveau 2. Loopbaanmogelijkheden in het werkveld zijn onder meer: verzorgingshulp-B of verzorgendeC (in de thuiszorg) en voedingsassistent of helpende (in verpleeg- en verzorgingshuizen).


7

1.3. Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? De basis van de opleiding wordt bepaald door het beroepsprofiel van de gekozen opleiding, het beroepsprofiel van Zorghulp. Vervolgens is door de MBO Raad en het ministerie van OC&W bepaald dat om voor een diploma in aanmerking te komen, je moet voldoen aan gestelde eisen, die beschreven staan in:  het kwalificatiedossier (2012) van de betreffende opleiding  de kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap Kellebeek College 2013  de regelgeving m.b.t. taal- en rekenvaardigheden MBO Het kwalificatiedossier Zorghulp 2012 is opgebouwd uit de volgende kerntaken: Kerntaak 1: Bieden van assistentie bij huishouden en wonen, op basis van een werkplanning. Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. In het kwalificatiedossier wordt de inhoud van de opleiding beschreven. Je kunt dus in het kwalificatiedossier lezen wat je allemaal moet weten en kunnen aan het einde van de opleiding. Elk beroep heeft een aantal kerntaken, dit zijn kenmerkende werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar. Daaruit kan worden afgeleid welke eisen het beroep stelt. Bij elke kerntaak worden werkprocessen beschreven die iemand als startende beroepsbeoefenaar in de beroepspraktijk moet kunnen uitvoeren. Iedere kerntaak heeft meerdere werkprocessen. De werkprocessen behorende bij een kerntaak zijn een bundeling van beroepshandelingen. Een werkproces heeft een begin en een eind. Dit leidt tot een bepaald resultaat. Voor het goed uitvoeren van de werkprocessen heb je bepaalde competenties nodig, die in de dossiers meetbaar worden gemaakt in termen van zichtbaar gedrag. Dit zijn de componenten. Het resultaat van je gedrag vind je terug in de prestatie-indicator. Een uitgebreide beschrijving van de kerntaken, werkprocessen en prestatie-indicatoren is te vinden in het kwalificatiedossier.

Je kunt het kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op de website: www.kwalificatiesmbo.nl


8

Hieronder vind je de verschillende overzichten van kerntaken, werkprocessen en competenties van de door jou gekozen opleiding.

Kerntaak

Werkproces

K1

Kerntaak 1: Bieden van assistentie bij huishouden en wonen, op basis van een werkplanning 1.1 Plant werkzaamheden op basis van het zorgplan

x

1.2 Assisteert bij huishouden en wonen

x

1.3 Assisteert bij dagelijkse bezigheden

x

2.1 Werkt aan de eigen deskundigheidsbevordering

x

2.2 Stemt de werkzaamheden af

x

2.3 Evalueert de werkzaamheden

x

Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken


9

1.4. Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo Burgerschap De politiek-juridische dimensie Bij dit domein werk je als student aan je bereidheid en vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij moet je denken aan het stemmen bij verkiezingen en manieren waarop jij een politieke bijdrage kan leveren op het gebied van duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, interculturaliteit en levensbeschouwing. Je weet hoe een parlementaire democratie is opgebouwd. De economische dimensie Bij dit domein werk je aan je vermogen en bereidheid om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en de arbeidsgemeenschap waar je deel van uit maakt. Je houdt je daarbij aan de regels en procedures van een bedrijf en kent je rechten en plichten. Je stelt je collegiaal op. Je neemt op een adequate en verantwoordelijke manier als consument deel aan de maatschappij. Je weet hoe je informatie over producten en diensten kunt verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Je hebt inzicht in je eigen wensen in relatie met zijn financiële speelruimte. De sociaal-maatschappelijke dimensie Dit domein heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in je eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school; om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Je kent de aspecten van breed geaccepteerde sociale omgangsvormen en past deze toe in verschillende situaties. Je hebt inzicht in de kenmerken van verschillende culturen en toont respect voor culturele verscheidenheid. De dimensie vitaal burgerschap Dit domein heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op jouw eigen leefstijl en het zorg dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. Om zorg te kunnen dragen voor de eigen gezondheid is het nodig dat je jezelf bewust bent van je eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk in kan schatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes kan maken en activiteiten onderneemt die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit. Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. Het gaat hierbij om het sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op je eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Jouw studieloopbaanbegeleider begeleidt je hierbij.

91420 Zorghulp 2014 Pagina 10 van 26

Wat is MultiMove MultiMove is samen met Burgerschap een onderdeel van je opleiding dat voorgeschreven is in het document “Loopbaan & burgerschap”. De bedoeling van MultiMove is om je te stimuleren een gezonde actieve leefstijl te hebben. Het grootste deel van MultiMove bestaat uit sport en beweging. Het mooie daarbij is dat je helemaal zelf mag kiezen aan welke sportactiviteiten je mee wilt doen. Er zijn ook activiteiten die geen sport zijn, maar waarbij je wel in beweging komt of met je gezondheid bezig bent op een andere manier. Je gaat daarbij uit van jouw score in een uitgebreide leefstijltest op www.testjeleefstijl.nu Die geeft aan of je gezond genoeg leeft, of je misschien te mager of te dik bent en of je conditie in orde is. Dat is nodig om je een sportprogramma te laten kiezen dat niet alleen leuk is, maar ook nog precies het meest geschikt voor jouw lijf. Als uit jouw test bijvoorbeeld blijkt dat je best wat meer uithoudingsvermogen zou mogen hebben, dan kun je in het sportprogramma de meest geschikte sporten kiezen. Of je dat ook doet bepaal je zelf. Het is jouw gezondheid, jouw lijf en jouw leven. MultiMove probeert je alleen te prikkelen om daar aandacht voor te hebben. We willen je laten inzien dat een actieve leefstijl, met sport en veel beweging, goed voor je is. Alles wat met de uitvoering van MultiMove te maken heeft is in beeld gebracht op een website: www.multi-move.nl Als student van deze school kun jij daar op inloggen met een persoonlijke code. Daardoor kun jij jouw eigen programma helemaal volgen. Je ziet wat je gekozen hebt, wanneer en waar je moet zijn, hoe je score verloopt en of er nog bijzonderheden zijn. MultiMove levert samen met de andere burgerschapslessen een resultaat op dat geldt voor je diplomering. Samen met een aantal andere dimensies van Burgerschap moet MultiMove met een ingevulde beoordelingslijst worden afgesloten. MultiMove zit in de dimensie Vitaal burgerschap. 1.5. Nederlands en rekenen. Naast de kerntaken van je toekomstige beroep en de kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap, gelden er in je MBO-opleiding ook eisen met betrekking tot Nederlands, rekenen, Engels en een eventueel andere ‘moderne vreemde taal’ (MVT). Voor Nederlands en rekenen geldt dat er eisen worden gesteld gekoppeld aan het niveau van de opleiding. MBO niveau 1 t/m 3: niveau 2F (referentiekader Meijerink) Bij Nederlands gaat het om de onderdelen: mondelinge taalvaardigheid (uitgesplitst in spreken en luisteren), lezen, schrijven en begrippen/taalverzorging. Bij rekenen gaat het om de domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Het cohortenschema van 2013 (Steunpunt Taal & rekenen MBO) geeft informatie over:  de wijze waarop de kwalificatie-eisen zijn geformuleerd;  de examinering;  de slaag-/zakbeslissing  toezicht van de inspectie op examinering in 2013


2.

Het onderwijsprogramma

2.1. Hoe is je onderwijsprogramma opgebouwd? Jouw opleiding maakt gebruik van het materiaal van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Binnen het Consortium werken ruim 60 % van de ROC ‘s uit het land samen. Er is een methode ontwikkeld waarbinnen kerntaken en werkprocessen in beeld worden gebracht. Met name hoe jij je ontwikkelt (competentiegroei) wordt met het materiaal duidelijk gemaakt. De methode vormt de basis voor de onderwijsactiviteiten en het onderwijsmateriaal van de opleiding. Het materiaal kent de volgende opbouw: De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid

O gesloten context ▼ O open context ▼ O complexe context

O geleid ▼ O begeleid ▼ O zelfstandig

O uitvoering van eigen takenpakket ▼ O samenwerking met collega’s ▼ O de hele zorg en begeleidingscyclus ▼ O aansturing van collega’s op hetzelfde niveau

In de onderwijsprogrammering worden de leerlijnen en fasen van de opleiding vertaald in dagelijkse activiteiten. De opleiding bestaat uit drie fasen. Meestal vallen de fasen en schooljaren samen. Het is mogelijk hier flexibel mee om te gaan. Door persoonlijke omstandigheden kun je versnellen of vertragen tot maximaal één jaar langer dan de normale studieduur. Er bestaat een wettelijke verplichting tot het bijhouden van de aanwezigheid van studenten bij de diverse onderwijsactiviteiten. De opleiding stelt eisen aan jouw aanwezigheid en inzet op school en in de BPV. Zie hiervoor: http://www.kellebeek.nl/student/verzuim.aspx Find your information! Op de website van het Kellebeek College vind je heel veel (algemene) informatie. Neem daar eens een kijkje!!

http://www.kellebeek.nl/student.aspx Je vindt hier bijvoorbeeld informatie over wat de regels zijn over verzuim, jouw rechten en plichten, de werkwijze van het open leercentrum en bijzondere activiteiten. Op de portal van het ROC West Brabant vind je altijd het actuele lesrooster. Het is de bedoeling dat je zelf regelmatig naar het rooster kijkt. Aan het begin van de opleiding krijg je informatie over het gebruik van de portal, de schoolmail en de telefooncirkel.


Opbouw onderwijsprogramma BOL

Opleiding Zorghulp MBO, niveau 1 1 leerjaar introductieprogramma

Fase 1

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

Beginnen met plannen (O) Assisteren bij huishoudelijke werkzaamheden (K) Assisteren bij dagelijkse bezigheden (K) Werknemer zijn (K) Samen werken (K)

(O) = ontwikkelingsgericht (K) = kwalificerend

Verantwoordingsverslag 1 (K) Assessmentgesprek 1 (K)


2.1.1. Onderwijsprogramma’s van alle opleidingstrajecten in uren In de onderstaande overzichten vind je het totaal aan uren dat er binnen jouw opleidingstraject wordt geprogrammeerd. Onderwijsprogrammering crebo 91420: Zorghulp BOL voltijd (regulier traject), niveau 1 Cohort 2014 - 2015 (start: augustus 2014)

leerperiode:

1

Leerjaar 1 2 3

4 totaal

Leerjaar 2: niet van toepassing 1 2 3 4 totaal



Onderwijsactiviteiten begeleide uren per groep begeleide uren individueel 1 begeleide lesuren per week

43 0 43

38 0 38

37 0 37

37 0 37

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

9

8

9

8

34 5

0

0

0

0

3 begeleide lesuren per leerfase

391

305

335

297

1328

0

0

0

begeleide klokuren correctie buitenschoolse activiteiten 4 begeleide klokuren per leerfase

196 -8 188

153 -9 144

167 -9 158

149 -8 141

664 -34 631

0 0 0

0 0 0

5 klokuren overige onderwijsactiviteiten

8

9

9

8

34

0

klokuren examinering per groep klokuren examinering individueel 6 examinering per leerfase

0 0 0

1 1 2

2 4 6

2 0 2

5 5 10

7 klokuren contacttijd bou \ 8 klokuren BPV

196

154

173

151

12

108

120

9 Klokuren begeleide onderwijstijd

208

262

10 klokuren zelfstudie

145

11 Totaal aantal SBU

353

2 lesweken per periode (excl. flexwkn) aantal flexweken

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0

0

0

0

0

0 0

0

0

0

0

0 0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

674

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

108

348

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

293

259

1022

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

145

144

144

578

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

407

437

403

1600

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0


3.

Beroepspraktijkvorming

De afkorting BPV staat voor Beroeps Praktijk Vorming. De praktijk heeft een belangrijke plaats in de opleiding. In de praktijk voer je opdrachten uit en laat je zien dat je de kennis en vaardigheden kunt toepassen. Je BPV-adres is een leerbedrijf in één van de werkvelden die al eerder zijn genoemd (zie hoofdstuk 1.1). In je BPV word je begeleid door je werkbegeleider/praktijkopleider. Dit gebeurt volgens de afspraken die gemaakt zijn/worden met het betreffende BPV-adres. Ziekte en verzuim Verzuim van BPV-tijd dient uiteraard zoveel mogelijk voorkomen te worden. Als je om dringende redenen of bij ziekte niet naar je BPV-adres kan, moet je dit zo snel mogelijk kenbaar maken bij het BPV-adres en/of de praktijkopleider én bij de administratie van het Kellebeek College, locatie van jouw opleiding. Beter melden doe je zo snel mogelijk in verband met de planning op het BPV-adres. Uren die je afwezig bent geweest moeten meestal worden ingehaald. Dit gaat in overleg met je studieloopbaanbegeleider. Invullen aanwezigheidslijst In verband met het behalen van voldoende BPV-uren vul je de aanwezigheidslijst in. Deze wordt uitgedeeld door de studieloopbaanbegeleider bij de start van de BPV. Op de praktijkovereenkomst (POK) kun je zien hoeveel uren je op het BPV-adres aanwezig moet zijn. Voor de praktijkovereenkomst: zie http://www.kellebeek.nl/student.aspx

Gedragscode BPV- instellingen De gedragscode is in samenwerking met de BPV- instellingen geformuleerd. De gedragscode is gebaseerd op de volgende 4 vragen: 1. 2. 3. 4.

Wie ben ik? Wat kan ik (al)? Wat wil ik worden? Wat kan ik worden?

(mijn persoonlijkheid) (mijn deskundigheid) (mijn ambities/ beroepsbeeld) (mijn ontwikkeling)

In de gedragscode gaat het er om dat je voldoet aan de volgende kenmerken: reid tot leren in de praktijk van de BPV- instelling;

Be-

1. Beleefdheidsnormen tonen, zoals: hand geven, jezelf voorstellen, iemand aankijken als je spreekt. 2. Respect toont voor de ander/ de cliënt door zijn vraagstelling en behoefte centraal te stellen, een gesprek kunnen aangaan. 1. Respect tonen voor de eigendommen van de cliënt en voor diens privacy. 2. Voorbereid zijn op de stage (BOL) en beroepsuitoefening (BBL) door: 1. je te verdiepen in de doelgroep. 2. je te verdiepen in visie, missie, doelstellingen, functie van de (BPV)instelling. 3. op de hoogte te zijn van de richtlijnen van het stagebeleid. 3. De toegezonden formulieren van de instelling in te vullen en uit te leggen waarom dit belangrijk is. 91420 Zorghulp 2014 Pagina 15 van 26

4. De verwachtingen ten aanzien van het eigen leerproces bespreekbaar maken door: 1. vragen te stellen tijdens het eerste kennismakingsgesprek. 2. bespreekbaar te maken wat je wilt komen leren. 3. je mening te geven. 4. uit te leggen waar je op school mee bezig bent. 5. Afspraken nakomen en op afgesproken tijden aanwezig zijn. 6. Eigen verantwoordelijkheden tonen voor het leerproces door: 1. ondersteuning te vragen. 2. het portfolio bij je te hebben en de voortgang te bespreken. 3. reflectie te kunnen schrijven en deze bespreekbaar te kunnen maken. 7. Aanspreekbaar en corrigeerbaar zijn op getoond gedrag en open staan voor feedback. 8. Initiatieven tonen en leervragen stellen. 9. Bewust zijn en de bereidheid tonen om te werken aan de hand van protocollen.

3.1. Plaats en organisatie van de BPV 3.1.1. BOL Voor BOL studenten zoekt het Regionaal Bemiddelings Bureau (RBB) een BPVplaats. Het RBB regelt de werving, toewijzing en planning van de beroepspraktijkvorming (BPV). Tijdens de binnen schoolse periode word je voorbereid om naar je BPV te kunnen gaan. (Zie hoofdstuk 5 begeleiding) Je wordt goed voorgelicht over het doel van de BPV, wat verwacht wordt aan taken en rapportages, de begeleiding door het leerbedrijf en de voortgangsbewaking vanuit de opleiding. Voor aanvang van je BPV krijg je een POK (praktijkovereenkomst). Hierin staan de afspraken tussen jou, je leerbedrijf en school. Link: http://www.kellebeek.nl/student.aspx klik op student en dan zie je de artikelen. Het wel of niet ontvangen van de BPV vergoeding is afhankelijk van het cao van je instelling. Als school hebben we hier geen invloed op. Als je op een BPV -dag ziek bent of om een andere belangrijke reden plotseling verhinderd bent, informeer je zo spoedig mogelijk het BPV–adres en de administratie van de school. Wanneer de BPV voortijdig beëindigd wordt, onderzoekt de studieloopbaanbegeleider wat de oorzaak is op basis van de voortgangsrapportages van school en van de BPV. De studieloopbaanbegeleider gaat in overleg met de WABO docent over het vervolgtraject. Bij houdingsproblemen volgt een contract.(zie studieadviesregeling hoofdstuk 4) Er zijn nu 2 mogelijkheden:  de student krijgt een nieuwe BPV plaats bij wederzijds goedvinden.  Tijdelijk geen BPV plaats door persoonlijke omstandigheden van de student. Deze afspraken worden vastgelegd op een gespreksformulier van het begeleidingsdossier. Op school volg je een extra programma.

Opbouw BPV: 8 weken voltijd naar school. Vanaf kalenderweek 45 ga je 2 dagen per week stage lopen het verdere schooljaar op 1 BPV adres.


4. 4.1

Begeleiding

Studieloopbaanbegeleiding bij het leren.

Tijdens je opleiding word je begeleid in je leerproces, zowel op school als in de BPV. Op school krijg je hierbij begeleiding van je studieloopbaanbegeleider (SLB-er). Op de BPV word je begeleid door een praktijkbegeleidster. Je studieloopbaanbegeleider komt op bezoek op je BPV adres. Zie hiervoor de website: http://www.kellebeek.nl/student/studieloopbaanbegeleiding.aspx

Als je een opleiding bij het Kellebeek College volgt, dan kies je een opleiding die bij je past. Het kan zijn dat je tijdelijk extra ondersteuning nodig hebt bijv. omdat je erg onzeker bent, of omdat je persoonlijke problemen hebt waardoor je niet goed kunt leren.

Binnen het Kellebeek College zijn er mogelijkheden voor extra begeleiding en zorg. Informatie hierover kun je vinden op de informatiesite voor studenten. Zie hiervoor http://www.kellebeek.nl/student/zorgteam.aspx

Ook kun je rechtstreeks een mail sturen naar [email protected]

4.2

Beoordelen om te kijken waar je staat.

Studieadviesregeling In elk schooljaar krijg je minimaal twee keer een studieadvies (OOK art. 7, lid 3). Een studieadvies komt tot stand door te bepalen of: 1. je voldoende aanwezig bent geweest: je hebt geen officiële waarschuwing gekregen voor te laat komen of ongeoorloofd verzuim; 2. jouw studieresultaten voldoende zijn; 3. jouw studiehouding op school en/of werkhouding in de BPV voldoende is. Deze punten worden besproken voor zowel jouw prestaties op school als in de beroepspraktijk (indien van toepassing). In de beroepspraktijkvorming (BPV) houd je een urenlijst bij, die elke leerperiode extra wordt gecheckt door jouw studieloopbaanbegeleider. Als er een tekort dreigt in jouw gemaakte BPV-uren, dan worden er afspraken vastgelegd hoe je deze uren moet compenseren. Bij voldoende aanwezigheid, voldoende studieresultaten (op school en in de BPV) en een voldoende studieen/of werkhouding wordt een groen studieadvies gegeven. Als het gaat om studieresultaten (op school en in de BPV), wordt er per studieadvies bepaald hoe je hiervoor een voldoende kunt halen. Ditzelfde geldt voor studieen/of werkhouding. Je wordt hierover tijdig geïnformeerd. Als er op één of meer van bovengenoemde zaken (aanwezigheid, studieresultaten en studieen/of werkhouding) onvoldoende vertrouwen is (ontstaan) dat je de opleiding met een positief resultaat kunt afronden, krijg je een oranje of rood studieadvies. 91420 Zorghulp 2014 Pagina 17 van 26

Groen betekent dat je het goed doet! Je hebt geen officiële waarschuwing gekregen voor te laat komen of verzuim, je studieresultaten zijn voldoende of goed en je laat zien dat je gemotiveerd bent. Er is vertrouwen dat je, als je je op deze manier blijft inzetten, de opleiding met succes kunt gaan afronden. Oranje betekent een negatief studieadvies dat je een officiële waarschuwing gekregen voor te laat komen of verzuim, dat je onvoldoende studieresultaten hebt behaald en/of dat je een onvoldoende studieen/of werkhouding laat zien. Dit betekent dat er vanuit school en/of de beroepspraktijk grote twijfels zijn of je de opleiding met succes kunt gaan afronden. Rood betekent een bindend studieadvies. Dit betekent dat je al eerder een oranje studieadvies hebt gehad en dat er op basis van onvoldoende studieresultaten, een officiële waarschuwing voor te laat komen of verzuim en/of negatieve studieen/of werkhouding op school/BPV duidelijk is dat je de opleiding niet met succes kunt afronden. Studieadviezen worden altijd goed onderbouwd door school (en indien van toepassing in samenwerking met de beroepspraktijkinstelling). Als er sprake is van oranje of rood studieadvies bespreekt de studieloopbaanbegeleider dit altijd persoonlijk met jou. Jouw ouders/verzorgers worden hierover geïnformeerd en worden uitgenodigd om bij het gesprek aanwezig te zijn. Vanuit school is er ook vaak een tweede persoon aanwezig. Voor dit gesprek krijg je een schriftelijke uitnodiging met daarin aangegeven om welk studieadvies het gaat met een duidelijke onderbouwing. Het gegeven studieadvies en de afspraken die met jou in dit gesprek worden gemaakt worden altijd schriftelijk vastgelegd en opgenomen in jouw dossier. Dit verslag wordt ondertekend door jou en school en jij ontvangt hiervan een kopie. Bij een negatief studieadvies kun je aangeven dat je de opleiding toch wil blijven volgen. Dan krijg je de kans om jezelf op de onvoldoende punten, die vastgelegd zijn in het negatief studieadvies, binnen een vastgestelde termijn (meestal vier tot zes weken) te verbeteren. Ook wordt er vastgelegd hoe de school jou daarin gaat begeleiden. Kun je hieraan niet voldoen (binnen de gestelde termijn) dan kan het negatief studieadvies omgezet worden in een bindend (rood) studieadvies. Een bindend studieadvies komt dus nooit uit de lucht vallen: er moet minstens één negatief studieadvies aan vooraf gegaan zijn. Bij een gesprek waarin een bindend studieadvies wordt gegeven is ook de sterrolhouder studentzaken aanwezig vanuit school. Na dit gesprek krijg je binnen één werkweek een bevestiging dat je een bindend studieadvies hebt gekregen. Een bindend studieadvies betekent dat je de opleiding niet verder kunt voortzetten en dat de onderwijsovereenkomst wordt verbroken. Het Kellebeek College biedt altijd aan om jou te ondersteunen/begeleiden zodat je een juiste vervolgkeuze kunt maken.

De relatie tussen studieadvies en aanwezigheid Jij als student en wij als school moeten ons houden aan wettelijke regelingen, zoals die van de leerplicht, kwalificatieplicht en studiefinanciering. In de onderwijsovereenkomst (OOK) die je bij de start van je opleiding met het Kellebeek College bent aangegaan is ook een aanwezigheidsverplichting opgenomen (OOK, art.10).


Jouw aanwezigheid bij alle onderwijsactiviteiten is verplicht!! Wij zijn verplicht jouw afwezigheid door te geven aan een leerplichtambtenaar en/of aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). NB Als er geconstateerd wordt dat je fraude hebt gepleegd met het scannen van je pasje dan volgt er automatisch een negatief (oranje) studieadvies. Bij een tweede keer volgt een bindend (rood) studieadvies. Onder fraude wordt verstaan: wel gescand, maar niet aanwezig in de les. Ook wordt het scannen met een pasje van een ander gezien als fraude.

Je kunt je rechten en plichten verder nalezen in de onderwijsovereenkomst, die je op de website kunt vinden: www.kellebeek.nl/student

Studieadvies 1 (week 51 2014) BOL 1.Aanwezigheid school en BPV 2.Studieresultaten Je hebt de volgende onderdelen behaald:  Gedragscode (zie hoofdstuk 5).  B.P. 1.1  Oefenexamen gemaakt en afgerond met minimaal een 5.  Geïntegreerde vaardigheden: assisteren bij dagelijkse bezigheden 3.Studiehouding Zie deelnemersstatuut B1 en B2 (www.kellebeek.nl/student, deelnemersstatuut).

Studieadvies 2 (week 18 2015) BOL 1.Aanwezigheid school en BPV 2.Studieresultaten Je hebt de volgende onderdelen behaald:  B.P. 1.2 en 1.3  Kennisexamen behaald en voldoende of goed afgerond  WABO opdracht Kennis delen met collega’s uitgevoerd  WABO opdracht overlegsituatie uitgevoerd  2 van de 4 domeinen burgerschap afgerond  Coe Nederlands en rekenen uitgevoerd 3.Studiehouding Zie deelnemerstatuut B1 en B2 (www.kellebeek.nl/student, deelnemersstatuut)


5. 5.1

Examens Beoordelen voor je diploma.

Tijdens je opleiding vinden de volgende examens plaats: 1. Kennisexamen 1. 2. Beroepsprestatie 1.2,1.3, 1.4, 1.5. 3. Een assessmentgesprek. Alle beoordelingen zijn altijd individueel. De school is eindverantwoordelijk voor de beoordeling. Om je diploma te halen moet je alle onderdelen behaald hebben en aan alle exameneisen hebben voldaan. Voor een volledig overzicht van de examens wordt verwezen naar het examenplan (zie hoofdstuk 5.3). Hieronder vind je een toelichting op alle genoemde onderdelen 1 t/m 4

1. Kennisexamen 1 is voldoende of goed afgerond. 2.

Het beoordelen van de beroepsprestaties.

Beoordeling van de beroepsprestaties vindt plaats in de beroepspraktijk. Je laat in de BPV zien dat je de afgesproken werkprocessen en competenties kunt voorbereiden, uitvoeren en evalueren. De beroepsprestaties worden beoordeeld door twee beoordelaars. Alle competenties moeten voldoende of goed zijn. De afgetekende beoordelingslijsten van de beroepsprestaties 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5 komen in je portfolio.

3.

Beoordelingslijst assessmentgesprek

Het assessmentgesprek gaat over de werkprocessen 1.3 en 2.3. Je bereidt je goed voor op het assessmentgesprek. Bekijk vooraf de beoordelingslijst van het assessmentgesprek. De examinator stelt volgens de stappen van de STARRT-methode kritische vragen over jouw competentieontwikkeling in deze opleiding. Je vertelt over de keuzes die je gemaakt hebt en je motivatie hiervoor. Je toont en onderbouwt je keuzes en standpunten. Hieruit blijkt dat je bewust en bekwaam (b&b) kunt handelen in de beroepspraktijk. Het assessmentgesprek voer je met 2 beoordelaars van school. De werkprocessen van het assessmentgesprek moeten voldoende of goed zijn. De beoordelingslijst van het assessmentgesprek en het rapportageformulier van het assessmentgesprek komen in je portfolio. De examinator zorgt dat al je examendocumenten bij het examenbureau worden ingeleverd. Je bewaart zelf een kopie in je portfolio.


Eindbeoordeling per werkproces en kerntaak: Per examenonderdeel wordt een beoordeling per werkproces bepaald op basis van alle beoordeelde prestatie-indicatoren. Uiteindelijk wordt een waardering per kerntaak bepaald aan de hand van de beoordeelde werkprocessen. Bij beoordeling van werkprocessen en kerntaken geldt: Score v + g = v Score v + v + g = v Score v + g + g = g

5.2

Hoe is de organisatie van de examens geregeld?

Het schooljaar is ingedeeld in vier perioden. Aan het einde van iedere periode is een flexamenweek waarin de kennisexamens, assessmentgesprekken en het maken van het verantwoordingsverslag plaats vinden.

Het centraal examenreglement ROC West-Brabant en het document belangrijke examenzaken zijn te vinden op onderstaande link: http://www.kellebeek.nl/student/examenreglement.aspx

De examenplannen zijn te vinden op de volgende bladzijden.


5.3

De examenplannen

EXAMENPLAN NAAM OPLEIDING

ZORGHULP

KD

COHORT

NIVEAU

LEERWEG

CREBO

2012

2014 - 2015

1

BOL

91420

A. BEROEPSGERICHT Code examen

Soort examen

Titel examen

K14_91420_BP1.2-v1

P

BP 1.2

K14_91420_BP1.3-v1

P

BP 1.3

K14_91420_BP1.4-v1

P

K14_91420_BP1.5-v1

Beoordeelde kerntaken (nr.) en werkprocessen (nr) 1.1,1.2

Duur

Periode in de opleiding

Locatie examen

Weging

Eindresultaat

2 dagen

vanaf periode 2

BPV

100 %

behaald

1.1, 1.3

2 dagen

vanaf periode 2

BPV

100 %

behaald

BP 1.4

2.1

2 dagen

vanaf periode 2

BPV

100 %

behaald

P

BP 1.5

2.2, 2.3

2 dagen

vanaf periode 2

BPV

100 %

behaald

K14_91420_asg_v1

M

Assessmentgesprek

1.3 2.3

25 minuten

einde opleiding

school

100 %

behaald

K14_91420_ke1_v1

S

Kennisexamen 1

1.1, 1.2, 1.3

60 minuten

flexweek periode 2,3 of 4

school

100 %

behaald



ZORGHULP

KD

COHORT

NIVEAU

LEERWEG

CREBO

2012

2014 - 2015

1

BOL

91420

B. Generiek (Algemene vakken)

Code examen

K14_Ned_COE2f K14_Ned_spr2f K14_Ned_gesp2f K14_Ned_sch2f

Titel examen

Nederlands Lezen + Luisteren (COE)

Nederlands Spreken

Nederlands Gesprekken voeren

Nederlands Schrijven

Soort examen

Niveau

Duur

Periode in de opleiding

D

2F

120 min

2 helft

e

Plaats examen

school

e

school

e

school

e

school

e

school

M

2F

20 min

2 helft

M

2F

20 min

2 helft

S

2F

120 min

2 helft

D

2F

120 min

2 helft

Rekenen K14_rek_COE2f

Getallen, Verhoudingen, Meten en Meetkunde, Verbanden (COE)

Resultaat

Weging

Eindresultaat

1/2 Het behaalde resultaat voor Nederlands wordt vermeld op de resultatenlijst bij het diploma.

Een bewijs van de behaalde resultaten.

1/2

Het eindcijfer voor Nederlands heeft geen invloed op de slaag/zakbeslissing.

Het eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op de slaag-/zakbeslissing.



ZORGHULP

KD

COHORT

NIVEAU

LEERWEG

CREBO

2012

2014 - 2015

1

BOL

91420

C. Loopbaan & Burgerschap Titel

Onderdeel

Verantwoording inspanningsverplichting

Capaciteitenreflectie Motievenreflectie Loopbaan

Werkexploratie

Voldaan aan de inspanningsverplichting door een ingevuld en ondertekend voortgangsformulier in het examendossier.

Loopbaansturing Netwerken Dimensie: Politiek juridisch Dimensie: Economisch Burgerschap Dimensie: Sociaal maatschappelijk

Voldaan aan de inspanningsverplichting door een ingevuld en ondertekend voortgangsformulier in het examendossier.

Dimensie: Vitaal burgerschap


Werkprocessen schema Zorghulp Cohort 2014 BOL

Werkprocessen/ Examenonderdeel: BP 1.2 BP 1.3 BP 1.4 BP 1.5 Assessmentgesprek Kennisexamen 1 Eindbeoordeling Werkprocessen Eindbeoordeling Kerntaak Toelichting Eindbeoordeling Werkprocessen en kerntaken

crebo 91420

1.1

1.2

X X

X

1.3

2.1

2.2

2.3

X

X X

X X

X

X

Kerntaak 1:

X X

Kerntaak 2:

Per examenonderdeel wordt een beoordeling per werkproces bepaald op basis van alle beoordeelde prestatie-indicatoren. Uiteindelijk wordt er per kerntaak een waardering bepaald aan de hand van de beoordeelde werkprocessen. Bij beoordeling van werkprocessen en kerntaken geldt: Score v + g = v Score v + v + g = v Score v + g + g = g


Belangrijke aanvullende informatie over de examinering Wat moet je doen om een voldoende te halen voor de Beroepsgerichte eisen? Alle examens / examenonderdelen moeten tenminste voldoende zijn om het diploma te kunnen behalen. De kerntaken moeten met voldoende of goed zijn afgerond.

Beslisregels voor het behalen van het diploma

Wat moet je doen om een voldoende te halen voor de generieke taal- en rekenvaardigheden? Nederlands en rekenen zijn niet kwalificerend. De behaalde resultaten voor Nederlands en rekenen worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Het instellingsexamen is een gemiddelde van de onderdelen: spreken, gesprekken voeren en schrijven. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10). Wat moet je doen om een voldoende te halen voor Loopbaan en Burgerschap? In de opleiding wordt gewerkt aan de leer- en burgerschapsdomeinen op basis van de kwalificatie-eisen voor loopbaan en burgerschap vanuit het brondocument 2011. Dit wordt verantwoord door een ingevuld en ondertekend voortgangsformulier in het examendossier.

Aantal examenmomenten (1-ste, 2-de, … , mogelijkheid tot herkansen)

Afkortingen examentitels

Soort examen Wettelijke beroepsvereisten

Wat moet je doen om een voldoende te halen voor de Beroepspraktijkvorming? 1. Je hebt een voldoende beoordeling voor de BPV-opdrachten (beroepsprestaties) EN 2. Aan het eind van de opleiding heb je voldoende BPV-uren gerealiseerd. Gedurende de opleiding loop je in de meeste gevallen stage in verschillende instellingen. Het totaal aantal te realiseren BPV-uren in de opleiding is vastgelegd in het urenoverzicht van je opleiding in 2.1.1 in deze OER (zie 8: klokuren BPV). Aan het einde van de opleiding moet je minimaal het totaal aantal klokuren BPV in de opleiding hebben gerealiseerd. 1. en 2. zijn voorwaarden voor diplomering. In het examenplan vind je alle examens. Je hebt recht om elk examen één keer te herkansen. De herkansingen vinden plaats in de eerstvolgende examenperiode of in overleg met jou en je studieloopbaanbegeleider. Als de herkansing met een onvoldoende wordt beoordeeld, is het in bijzondere gevallen mogelijk om een aanvraag voor een extra herkansing in te dienen bij de subexamencommissie. In deze aanvraag geef je met een plan van aanpak aan hoe je je gaat voorbereiden op dit examen(onderdeel). De subexamencommissie beslist op basis van jouw plan van aanpak en het advies van het onderwijsteam of je in aanmerking komt voor een extra herkansing. PvB = Proeve van bekwaamheid EO = Eindopdracht AsG = Assessmentgesprek VV = Verantwoordingsverslag KE = Kennisexamen VE = Vaardigheidsexamen MP = Meesterproeve BP = Beroepsprestatie PF = Portfolio RV = Reflectieverslag WS = Werkstuk S = Schriftelijk / theorie-examen /werkstuk M = Mondeling P = Praktisch examen / vaardigheidsexamen D = Digitaal examen n.v.t.


OER. Onderwijs- en Examen Regeling. Crebo + Opleiding Zorghulp Niveau 1 Cohort 2014 Kwalificatiedossier 2012

Recommend Documents