OER. Onderwijs- en Examen Regeling. Crebo + Opleiding Entree Niveau 1 Cohort 2014 Kwalificatiedossier 2014

-

OER Onderwijs- en Examen Regeling Crebo + Opleiding 22270 - Entree Niveau

1

Cohort

2014

Kwalificatiedossier 2014 Geldigheid en vaststelling Deze OER is geldig voor de volgende opleidingstrajecten:

Leerweg

Intensiteit Variant SBU

leerjaren

BOL

Voltijd

Regulier

1600

1

BBL

Deeltijd

Regulier

1600

1

Bijzonderheden Vastgesteld d.d.

1 september 2014

Handtekening voorzitter examencommissie Kellebeek College

1

WSF1

Studieduur

aankruisen, indien studiefinanciering van toepassing is (alleen bij BOL voltijd).

cohort

2014 2014

Inhoudsopgave 1.

De opleiding ................................................................................................................ 5

1.1.

Alvast wat over het beroep. ........................................................................................................... 5

1.2.

Wat kun je na je opleiding doen? ................................................................................................... 5

1.3.

Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? ............................................................................. 7

1.4.

Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo ............................................................. 12

1.5.

Nederlands en rekenen. ............................................................................................................... 13

2.

Het onderwijsprogramma......................................................................................... 15

2.1.

Hoe is je onderwijsprogramma opgebouwd? ............................................................................... 15 2.1.1.

Onderwijsprogramma’s van alle opleidingstrajecten in uren

17

3.

Beroepspraktijkvorming........................................................................................... 19

3.1.

Plaats en organisatie van de BPV ............................................................................................... 20 3.1.1.

BOL

20

3.1.2.

BBL

20

4.

Begeleiding ............................................................................................................... 21

4.1

Studieloopbaanbegeleiding bij het leren. ..................................................................................... 21

4.2

Beoordelen om te kijken waar je staat. ........................................................................................ 22

5.

Examens.................................................................................................................... 24

5.1

Beoordelen voor je diploma. ........................................................................................................ 24

5.2

Hoe is de organisatie van de examens geregeld? ....................................................................... 25

5.3

Het examenplan (BOL en BBL) ................................................................................................... 26

31-kc-oer2014-22270-entree22270 - Entree 2014-2015 Pagina 2 van 30

Woord vooraf Welkom op het Kellebeek College! Je bent met een beroepsopleiding bij het Kellebeek College gestart. We willen je graag van harte welkom heten! Voor je ligt een opleidingswijzer. Met deze opleidingswijzer (OLW) willen we je zo goed mogelijk informeren over de opleiding die je gaat volgen. De OLW vertelt het nodige over je toekomstige beroep. Er wordt in beschreven welke kennis, vaardigheden en beroepshouding belangrijk zijn in zowel je stage als op school. Ook staat er in de OLW wanneer je welke examens aflegt om je volledig diploma te halen. Find your information! Op onze website is een speciale informatiesite voor studenten: www.kellebeek.nl/student Hierop is heel veel belangrijke informatie te vinden! Vestigingen Het Kellebeek College kent vele vestigingen voor beroepsonderwijs. Vanaf schooljaar 20142015 zijn de meeste geconcentreerd in onze nieuwbouw in Roosendaal. De AKA en Entreeopleidingen (mbo niveau 1) worden in Breda en Bergen op Zoom aangeboden. Voorbereiding op werken in de praktijk Je gekozen beroepsopleiding kan zowel op niveau 1, 2, 3 of 4 zijn. Daarnaast heb je gekozen voor de BOL variant, dat wil zeggen beroeps opleidende leerweg of de BBL variant, beroeps begeleidende leerweg, waarbij je werken en leren combineert. De gekozen beroepsopleiding bereidt je voor op het werken in de praktijk. Deze voorbereiding gebeurt zowel op school als op je stageadres. Aan je definitieve keuze zijn dus heel wat beslissingen vooraf gegaan. Find your destination Het is altijd spannend om aan een nieuwe opleiding te beginnen. Je hebt bepaalde verwachtingen van onze school, de opleiding en het beroep. Als je verwachtingen uitkomen en je groeit naar het diploma zowel op school als op stage dat kunnen we zeggen dat jij je bestemming hebt gevonden. Het Kellebeek College gaat samen met je op zoek, ons motto luidt niet voor niks: Find your destination. Dus als je verwachtingen niet (helemaal) uitkomen, adviseren we je dit te bespreken met je studieloopbaanbegeleider of iemand anders van school. Samen kunnen we dan op zoek gaan naar oplossingen. Jij staat centraal Jij staat centraal bij het Kellebeek College. Ons onderwijs is gericht op wat jij wilt leren en op de manier van leren die het best bij jou past. Zo dagen wij jou uit je talenten volledig te benutten en ontwikkelen. We houden rekening met individuele verschillen. Wij willen je zo begeleiden, dat altijd duidelijk is hoe je ervoor staat en welke mogelijkheden je hebt. Zelfstandig en verantwoordelijk werken Wij vinden het belangrijk dat onze beroepsopleidingen aantrekkelijk, activerend en uitdagend zijn. Bij het Kellebeek College leer je zowel zelfstandig als samen te werken en zelf verantwoordelijkheid te nemen. Deze zaken zijn heel belangrijk op school, maar ook in je toekomstige beroep.

31-kc-oer2014-22270-entree Pagina 3 van 30

Veel praktijk, structuur en duidelijkheid Tijdens je opleiding loop je vaak stage. Ook is er veel aandacht voor praktijk op school in uitdagende opdrachten. Op die manier kom je goed voorbereid op je stageadres en hoor je op je stageadres waar je op school verder aan dient te werken. Een goede balans en een goede afstemming tussen het leren op school en in de praktijk is heel belangrijk. Het samenwerken en het leren in de groep krijgt bij ons ook veel aandacht. We bieden je duidelijkheid en structuur: jij moet weten wanneer en hoe er gewerkt wordt op school. Veel succes met het werken aan ‘jouw bestemming’ en vooral ook een heel gezellige tijd bij het Kellebeek College! Karin van Nieuwenhuijzen Directielid Kellebeek College


1. De opleiding 1.1. Alvast wat over het beroep. Op de arbeidsmarkt is al decennia lang een stabiele vraag naar laaggeschoold werk. Soms gaat het om werk waarin je ook zonder diploma terecht kunt. In dat geval leer je in een korte cursus of al werkend wat je echt moet kennen en kunnen. Soms zie je dat voor zulk werk toch meer nodig is en komen er opleidingen voor. De schoonmaaksector en de afvalverwerking zijn voorbeelden daarvan. Sinds enige tijd zijn er ook voor het laagste MBO-niveau opleidingen. Wat voor werk je ook wilt of gaat doen, voor iedereen, laag-of hooggeschoold, geldt dat je moet weten hoe het in een bedrijf er aan toegaat, aan wat voor regels je te houden hebt, dat je op tijd komt en met allerlei verschillende collega's kunt samenwerken. Behalve weten wat je plichten zijn, is het ook handig om te weten wat je rechten zijn, bijvoorbeeld welk minimum loon voor je geldt en dat je mag verwachten op een fatsoenlijke manier behandeld te worden. Soms heb je ook voor laaggeschoold werk meer opleiding nodig om het werk goed te kunnen doen. Voorbeelden uit verschillende sectoren staan hieronder:  In de logistiek werk je bijvoorbeeld in een magazijn en zorg je voor de ontvangst en opslag van spullen.  In de zorg, bij de kapsalon, bij facilitair werk in de schoonmaak en de horeca doe je allerlei dienstverlenend werk. Denk aan schoonmaak, huishoudelijk werk en verhelpen van mankementen bij particulieren. Dat zijn kennis en vaardigheden die ook in allerlei andere dienstverlening handig is, zoals schoonmaakwerk in dienst van grote bedrijven, facilitair werk in kantoren of de ontvangst en bedienen van klanten in een kapsalon of in de horeca.  In de procesindustrie ben je verantwoordelijk voor de productie van een machine. Je zorgt voor de afstelling van de machine en houdt in de gaten of de kwaliteit van het product, dat eruit komt, in orde is.  In de sector bouwen, wonen en onderhoud is van alles mogelijk. Opeen bouwplaats doe je allerlei soorten werk dat het werk voor de bouwvakkers makkelijker maakt. Ook bij schilders en de timmer-, hout- en meubelindustrie is er werk voor hulpen die van wanten weten, kennis en vaardigheden voor het werk hebben.  In de verkoop help je bij het ontvangen van klanten, in orde brengen van de winkel en opslaan van aangeleverde goederen.  In garages help je monteurs en zorg je voor het op orde houden van de werkplaats.  In restaurants en snackbars en andere bedrijven die met voeding te hebben, bewerk en verwerk je allerlei soorten voedingsmiddelen. Dat kan in kleine bedrijven zijn, bijvoorbeeld bakkerswinkels, maar ook in de voedingsindustrie.  Je kunt ook werken in kwekerijen, in tuincentra en bij hoveniersbedrijven. In al die gevallen werk je met planten. Je helpt met het opkweken ervan of de aanleg en het onderhoud van tuinen en openbaar groen.  En verder is er allerlei werk te doen in de metaal- en elektro industrie en de installatietechniek. 

1.2. Wat kun je na je opleiding doen? Algemeen Gediplomeerden op dit niveau kunnen in principe instromen in alle opleidingen op het niveau van basisberoepsbeoefenaar, bijvoorbeeld voor beroepen in de administratie en ambachtelijke beroepen zoals in de tandtechniek, in bedrijven die hulpmiddelen voor gehandicapten 31-kc-oer2014-22270-entree Pagina 5 van 30

maken en als schoenmaker. Hieronder staan per profiel de doorgroeimogelijkheden voor wie verder wil in dezelfde richting. Assistent logistiek Gediplomeerden met dit profiel kunnen doorgroeien naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar als logistiek medewerker algemeen of gespecialiseerd voor een branche (bijvoorbeeld houthandel). Andere doorstromingsmogelijkheden zijn die naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar als magazijnmedewerker, medewerker in de bezorg/servicedienst, als chauffeur in het goederenvervoer of voor werk in de haven. Assistent dienstverlening en zorg Gediplomeerden met dit profiel kunnen doorgroeien naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar in de zorg, welzijn, sport, uiterlijke verzorging (kapsalons), facilitaire dienstverlening en schoonmaak. Assistent procestechniek De gediplomeerde met dit profiel kan doorgroeien naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar als operator A of operator productietechniek. Ook is het mogelijk over te stappen naar een andere sector in de procesindustrie. Assistent bouwen, wonen en onderhoud Gediplomeerden met dit profiel kunnen in de bouw en infratechniek doorgroeien naar diverse beroepen op het niveau van basisberoepsbeoefenaar. In de schildersbranche zijn er doorgroeimogelijkheden naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar op het gebied van schilderen en industriële lakverwerking. In de afbouw is doorgroei mogelijk naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar als stukadoor, dekvloerenlegger of plafond- en wandmonteur. In het afvalbeheer en onderhoud van de openbare ruimte kan een gediplomeerde doorgroeien naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar in de sector. In de houtbranche zijn er doorgroeimogelijkheden naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar als meubelmaker, (scheeps)interieurbouwer, meubelstoffeerder, montagemedewerker timmerindustrie, machinaal houtbewerker. Assistent verkoop/retail Gediplomeerden met dit profiel kunnen doorgroeien naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar als verkoper. In de textielbranche is het mogelijk door te groeien naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar op het gebied van interieurtextiel en mode- en maatkleding. Assistent mobiliteitsbranche Vanaf 2015 worden knelpunten verwacht in de personeelsvoorziening van technisch personeel in de vrachtauto- en tweewielerbranche op niveaus boven dat van de assistent. Als het ondanks het geringe aantal leerplekken voor assistenten in dit profiel wel lukt, liggen met name daar de doorgroeimogelijkheden. In de carrosseriebranche kan de gediplomeerde doorgroeien naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar als autospuiter en autoschadenhersteller. Assistent horeca, voeding of voedingsindustrie Gediplomeerden met dit profiel kunnen binnen de voedingsindustrie doorgroeien naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar als voedingsoperator en naar bedrijven buiten de voedings- of vleessector met soortgelijk productiewerk. Voor het overige zijn assistent functies in deze sector vaak eindfuncties. In de bakkersbranche is doorgroei als basisberoepsbeoefenaar mogelijk in de richtingen brood en banket. In de horeca zijn er doorgroeimogelijkheden als basisberoepsbeoefenaar op de terreinen van kok, gastheer of gastvrouw en in de fastservice.


Assistent plant of (groene) leefomgeving Gediplomeerden met dit profiel hebben in de plantenteelt nauwelijks doorgroeimogelijkheden. Dat is wel het geval in het beheer en onderhoud van groene ruimte. Daar is werk op het niveau van basisberoepsbeoefenaar als medewerker buitenruimte, medewerker recreatiebedrijf of medewerker gemechaniseerd loonbedrijf. In de bloemen en tuinbranche is doorgroei naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar mogelijk als bloembinder. Assistent installatie- en constructietechniek Gediplomeerden met dit profiel kunnen, afhankelijk van belangstelling, vermogens en ervaring, doorgroeien naar het niveau van basisberoepsbeoefenaar in de metaalbewerking, werktuigbouw, werktuigkundige installaties, elektrotechniek en koude - of koeltechniek. Het niveau van basisberoepsbeoefenaar in de metaalbewerking, werktuigbouw, werktuigkundige installaties, elektrotechniek en koude - of koeltechniek. 1.3. Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? De basis van de opleiding wordt bepaald door het beroepsprofiel van de gekozen opleiding, het beroepsprofiel van Entree. Vervolgens is door de MBO Raad en het ministerie van OC&W bepaald dat om voor een diploma in aanmerking te komen, je moet voldoen aan gestelde eisen, die beschreven staan in:  het kwalificatiedossier (2014) van de betreffende opleiding  de kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap Kellebeek 2012  het cohortenschema over de regelgeving m.b.t. taal- en rekenvaardigheden MBO Het kwalificatiedossier Entree, kwalificatiedossier 2014 is opgebouwd uit de volgende kerntaak: Kerntaak 1: Werkt als assistent in een arbeidsorganisatie Kerntaak 2: Assisteert bij het verwerken van de goederenstroom Kerntaak 3: Voert ondersteunende werkzaamheden uit Kerntaak 4: Assisteert bij het (deel)productieproces Kerntaak 5: Verricht werk op het gebied van bouwen, wonen en onderhoud Kerntaak 6: Assisteert bij de verwerking van goederen en/of producten Kerntaak 7: Assisteert bij de verkoop en het verlenen van service Kerntaak 8: Assisteert bij technische werkzaamheden aan voertuigen Kerntaak 9: Assisteert bij ambachtelijke of industriële productie, verwerking en/of verpakking van voeding Kerntaak 10: Zorgt voor het groene product, materiaal en omgeving Kerntaak 11: Doet eenvoudig metaal-, installatie- en/of elektrotechnisch werk In het kwalificatiedossier wordt de inhoud van de opleiding beschreven. Je kunt dus in het kwalificatiedossier lezen wat je allemaal moet weten en kunnen aan het einde van de opleiding. Elk beroep heeft een aantal kerntaken, dit zijn kenmerkende werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar. Daaruit kan worden afgeleid welke eisen het beroep stelt. Bij elke kerntaak worden werkprocessen beschreven die iemand als startende beroepsbeoefenaar in de beroepspraktijk moet kunnen uitvoeren. Iedere kerntaak heeft meerdere werkprocessen. De werkprocessen behorende bij een kerntaak zijn een bundeling van beroepshandelingen. Een werkproces heeft een begin en een eind. Dit leidt tot een bepaald resultaat. Voor het goed uitvoeren van de werkprocessen heb je bepaalde competenties nodig, die in de dossiers meetbaar worden gemaakt in termen van zichtbaar gedrag. Dit zijn de componenten. Het resultaat van je gedrag vind je terug in de prestatie-indicatoren. 31-kc-oer2014-22270-entree Pagina 7 van 30

Een uitgebreide beschrijving van de kerntaken, werkprocessen en prestatie-indicatoren is te vinden in het kwalificatiedossier. Je kunt het kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op de website: www.kwalificatiesmbo.nl Hieronder vind je de verschillende overzichten van kerntaken, werkprocessen en competenties van de door jou gekozen opleiding.





1.4. Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo Burgerschap De politiek-juridische dimensie Bij dit domein werk je als student aan je bereidheid en vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij moet je denken aan het stemmen bij verkiezingen en manieren waarop jij een politieke bijdrage kan leveren op het gebied van duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, interculturaliteit en levensbeschouwing. Je weet hoe een parlementaire democratie is opgebouwd. De economische dimensie Bij dit domein werk je aan je vermogen en bereidheid om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en de arbeidsgemeenschap waar je deel van uit maakt. Je houdt je daarbij aan de regels en procedures van een bedrijf en kent je rechten en plichten. Je stelt je collegiaal op. Je neemt op een adequate en verantwoordelijke manier als consument deel aan de maatschappij. Je weet hoe je informatie over producten en diensten kunt verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Je hebt inzicht in je eigen wensen in relatie met zijn financiële speelruimte. De sociaal-maatschappelijke dimensie Dit domein heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in je eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school; om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Je kent de aspecten van breed geaccepteerde sociale omgangsvormen en past deze toe in verschillende situaties. Je hebt inzicht in de kenmerken van verschillende culturen en toont respect voor culturele verscheidenheid. De dimensie vitaal burgerschap Dit domein heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op jouw eigen leefstijl en het zorg dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. Om zorg te kunnen dragen voor de eigen gezondheid is het nodig dat je jezelf bewust bent van je eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk in kan schatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes kan maken en activiteiten onderneemt die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit.


Loopbaan In de huidige maatschappij, waarin functies veranderen en werknemers meerdere malen wisselen van baan, wordt in toenemende mate de nadruk gelegd op het belang van het ontwikkelen van loopbaancompetenties en de bewustwording hiervan. We onderscheiden vijf loopbaancompetenties die nodig zijn om invloed uit te kunnen oefenen op de eigen loopbaan. Het gaat om de volgende vijf loopbaancompetenties: 1. Capaciteitenreflectie 2. Motievenreflectie 3. Werkexploratie 4. Loopbaansturing 5. Netwerken

Wie ben ik, wat kan ik? Wat wil ik, wat drijft mij? Welk soort werk past bij mij? Wat wil ik worden? Wie kan mij daarbij helpen?

Wat is MultiMove MultiMove is samen met Burgerschap een onderdeel van je opleiding dat voorgeschreven is in het document “Loopbaan & burgerschap”. De bedoeling van MultiMove is om je te stimuleren een gezonde actieve leefstijl te hebben. Het grootste deel van MultiMove bestaat uit sport en beweging. Het mooie daarbij is dat je helemaal zelf mag kiezen aan welke sportactiviteiten je mee wilt doen. Er zijn ook activiteiten die geen sport zijn, maar waarbij je wel in beweging komt of met je gezondheid bezig bent op een andere manier. Je gaat daarbij uit van jouw score in een uitgebreide leefstijltest op www.testjeleefstijl.nu Die geeft aan of je gezond genoeg leeft, of je misschien te mager of te dik bent en of je conditie in orde is. Dat is nodig om je een sportprogramma te laten kiezen dat niet alleen leuk is, maar ook nog precies het meest geschikt voor jouw lijf. Bijvoorbeeld, als uit jouw test blijkt dat je best wat meer uithoudingsvermogen zou mogen hebben, dan kun je in het sportprogramma de meest geschikte sporten kiezen. Maar of je dat ook doet bepaal je zelf. Het is jouw gezondheid, jouw lijf en jouw leven. MultiMove probeert je alleen te prikkelen om daar aandacht voor te hebben. We willen je laten inzien dat een actieve leefstijl, met sport en veel beweging, goed voor je is. Alles wat met de uitvoering van MultiMove te maken heeft is in beeld gebracht op een website: www.multi-move.nl Als student van deze school kun jij daar op inloggen met een persoonlijke code. Daardoor kun jij jouw eigen programma helemaal volgen. Je ziet wat je gekozen hebt, wanneer en waar je moet zijn, hoe je score verloopt en of er nog bijzonderheden zijn. MultiMove levert samen met de andere burgerschapslessen een resultaat op dat geldt voor je diplomering. Samen met een aantal andere dimensies van Burgerschap moet MultiMove met een ingevulde beoordelingslijst worden afgesloten. MultiMove zit in de dimensie Vitaal burgerschap. 1.5. Nederlands en rekenen. Naast de kerntaken van je toekomstige beroep en de kwalificatie-eisenloopbaan en burgerschap, gelden er in je MBO-opleiding ook eisen met betrekking tot Nederlands, rekenen, Engels en een eventueel andere ‘moderne vreemde taal’ (MVT). Voor Nederlands en rekenen geldt dat er eisen worden gesteld gekoppeld aan het niveau van de opleiding. 31-kc-oer2014-22270-entree Pagina 13 van 30

MBO niveau 1 t/m 3: niveau 2F (referentiekader Meijerink) MBO niveau 4: niveau 3F (referentiekader Meijerink) Bij Nederlands gaat het om de onderdelen: mondelinge taalvaardigheid (uitgesplitst in spreken en luisteren), lezen, schrijven en begrippen/taalverzorging. Bij rekenen gaat het om de domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Het cohortenschema van 2013 (Steunpunt Taal & rekenen MBO) geeft informatie over:  de wijze waarop de kwalificatie-eisen zijn geformuleerd;  de examinering;  de slaag-/zakbeslissing  toezicht van de inspectie op examinering in 2013


2.

Het onderwijsprogramma

2.1. Hoe is je onderwijsprogramma opgebouwd? Het cursusjaar telt 40 lesweken. Deze lesweken zijn verdeeld in blokken van 4 weken. Elk blok doe je een module die wordt afgesloten door een opdracht die je op je BPV (dat wil zeggen stage of werk) uitvoert. Na het blok wordt bepaald of je aan alle voorwaarden voldoet om naar de volgende module te gaan. Als je niet aan alle voorwaarden voldoet, doe je die module de volgende 4 weken opnieuw, totdat je het wel onder de knie hebt. In de lesweken ben je bezig om op school te oefenen met vaardigheden en theorie die je op je BPV nodig hebt. Een lesweek bestaat meestal uit drie dagen school en twee dagen BPV. Je bepaalt zelf, samen met jouw loopbaanbegeleider, hoe jouw lesweek eruit ziet. Dat wil zeggen: het rooster op school, de BPV en de opdrachten die je moet maken, welke buitenschoolse activiteiten je eventueel ook nog doet... enz. Dat betekent niet dat je alles alleen moet doen, maar wel dat je groep soms wordt opgesplitst. Dit bespreek je met je loopbaanbegeleider. Je week kan in de loop van het jaar veranderen en is ook niet voor iedereen hetzelfde. Om je een idee te geven, vind je hieronder een voorbeeldrooster. Voorbeeldrooster 1 leseenheid = 30 minuten

1 2 3 Pauze 4 5 6 pauze 7 8 9 Pauze 10 11 12 * LBB-uur ** L&B

Maandag

Dinsdag

LBB-uur* LBB-uur* Nederlands

Nederlands Nederlands Vak theorie

Woensdag LBB-uur* L&B L&B

Vak theorie

L&B

Vak theorie

Project

Rekenen

Project

Engels Engels Engels

Project

Modulairwerken Modulairwerken Modulairwerken Rekenen Rekenen Vak theorie Vak theorie Workshop sport Workshop sport

Donderdag

BPV

Vrijdag

BPV

Modulairwerken Modulairwerken Workshop

= Leseenheid met alle studenten die dezelfde loopbaanbegeleider (LBB) hebben als jij = Loopbaan en Burgerschap


Alles bij elkaar opgeteld ben je gedurende het jaar ongeveer 1000 uur bezig met school en BPV. Verder moet je huiswerk maken. In totaal kost de opleiding 1600 uur, zeg maar 40 uur per week (fulltime dus). De opleiding duurt in principe een jaar. Afhankelijk van hoe je het doet, is het ook mogelijk hier langer over te doen. Hoe het precies zit, zie je in de bijlagen.

Find your information! Op de website van het Kellebeek College vind je heel veel (algemene) informatie. Neem daar eens een kijkje!!

http://www.kellebeek.nl/student.aspx Je vindt hier bijvoorbeeld informatie over wat de regels zijn over verzuim, jouw rechten en plichten, de werkwijze van het open leercentrum en bijzondere activiteiten. Op de portal van het ROC West Brabant vind je altijd het actuele lesrooster.Het is de bedoeling dat je zelf regelmatig naar het rooster kijkt. Aan het begin van de opleiding krijg je informatie over het gebruik van de portal, de schoolmail en de telefooncirkel.


2.1.1. Onderwijsprogramma’s van alle opleidingstrajecten in uren In de onderstaande overzichten vind je het totaal aan uren dat er binnen jouw opleidingstraject wordt geprogrammeerd. Onderwijsprogrammering crebo 22270: Entree BOL voltijd (regulier traject), entree Cohort 2014 - 2015 (start: meerdere momenten in schooljaar 2014-2015)

leerperiode:

1

Leerjaar 1 2 3

4 totaal

Leerjaar 2: niet van toepassing 1 2 3 4 totaal



Onderwijsactiviteiten begeleide uren per groep begeleide uren individueel 1 begeleide lesuren per week

31 1 32

31 2 33

31 2 33

31 2 33

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

2 lesweken per periode (excl. flexwkn) aantal flexweken

12

8

8

11

3 begeleide lesuren per leerfase

384

264

264

begeleide klokuren correctie buitenschoolse activiteiten 4 begeleide klokuren per leerfase

192 0 192

132 0 132

5 klokuren overige onderwijsactiviteiten

8

klokuren examinering per groep klokuren examinering individueel 6 examinering per leerfase

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

39 1

0

0

0

0

0 0

0

0

0

0

0 0

0

0

0

0

0 0

363

1275

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

132 0 132

182 0 182

638 0 638

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0

0

1

9

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

7 klokuren contacttijd bou \ 8 klokuren BPV

200

132

132

183

647

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

144

96

96

132

468

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

9 Klokuren begeleide onderwijstijd

344

228

228

315

1115

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

10 klokuren zelfstudie

121

121

121

122

485

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

11 Totaal aantal SBU

465

349

349

437

1600

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0


Onderwijsprogrammering crebo 22270: Entree BBL (regulier traject), entree Cohort 2014 - 2015 (start: meerdere momenten in schooljaar 2014-2015)

leerperiode:

1

Leerjaar 1 2 3

4 totaal




Onderwijsactiviteiten begeleide uren per groep begeleide uren individueel 1 begeleide lesuren per week

11 1 12

11 2 13

11 1 12

11 1 12

2 lesweken per periode (excl. flexwkn) aantal flexweken

12

8

8

11

144

104

96

begeleide klokuren correctie buitenschoolse activiteiten 4 begeleide klokuren per leerfase

72 0 72

52 0 52

5 klokuren overige onderwijsactiviteiten

0

klokuren examinering per groep klokuren examinering individueel 6 examinering per leerfase

3 begeleide lesuren per leerfase

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

39 1

0

0

0

0

132

476

0

0

0

48 0 48

66 0 66

238 0 238

0 0 0

0 0 0

0

0

0

0

0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0

0

0

0

0

0 0

0

0

0

0

0 0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

7 klokuren contacttijd bou \ 8 klokuren BPV

72

52

48

66

238

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

260

160

160

220

800

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

9 Klokuren begeleide onderwijstijd

332

212

208

286

1038

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

10 klokuren zelfstudie

141

141

140

140

562

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

11 Totaal aantal SBU

473

353

348

426

1600

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0


3.

Beroepspraktijkvorming

De afkorting BPV staat voor BeroepsPraktijkVorming. Dit is wat we vroeger de stage noemden. We vinden het belangrijk dat je in verschillende omgevingen met verschillende stages ervaring kunt opdoen. De hele opleiding moet je BPV lopen. De praktijk heeft een belangrijke plaats in de opleiding. In de praktijk voer je opdrachten uit en laat je zien dat je de kennis en vaardigheden kunt toepassen. In de praktijk word je beoordeeld op wat je in je gedrag laat zien (prestatieindicatoren). Je BPV-plaats is een plaats in één van de werkvelden die al eerder zijn genoemd (zie hoofdstuk 1.1). In je BPV word je begeleid door je werkbegeleider/praktijkopleider. Dit gebeurt volgens de afspraken die gemaakt zijn/worden met de betreffende BPV-plaats. In de praktijk leer je minstens zoveel als op school. Daarom is de BPV altijd een verplicht deel van de opleiding. Als je een BOL-opleiding volgt, dan ben je meestal twee of drie dagen op school en de rest van de tijd loop je stage. Je zoekt samen met je loopbaanbegeleider naar een goede en leuke BPV-plaats. Dat doe je al vanaf de start van je opleiding. Vaak ga je later in de opleiding naar een andere BPV-plaats. Als je een BBL-opleiding volgt, dan werk je zeker drie dagen in de week en kom je maar één dag naar school. Je hebt dus een arbeidsovereenkomst met een werkgever. Of je nu een BOL of een BBL opleiding volgt, het is altijd de bedoeling dat een groot gedeelte van je onderwijsprogramma in de BPV plaats vindt. Samen met je loopbaanbegeleider moet je dus zo snel mogelijk een geschikte BPVplaats vinden. Ga dus al vanaf de eerste week van het schooljaar met je loopbaanbegeleider in overleg hierover. In de BPV map staat meer informatie over de BPV.

Gedragscode BPV- instellingen Zie hiervoor: http://www.kellebeek.nl/student/gedragscode-en-bpv-kinderopvang.aspx


3.1. Plaats en organisatie van de BPV 3.1.1. BOL

Er wordt altijd een contract afgesloten met jouw BPV-plaats. Dat contract heet de POK (=praktijkovereenkomst). Elke BPV-plaats heeft een soort stempel waardoor zeker is dat het een goede BPVplaats is. Het bedrijf moet bijvoorbeeld tijd en zin hebben om jou te begeleiden en te beoordelen. De BPV-plaats is dus geaccrediteerd. Vanuit school word je begeleid door je loopbaanbegeleider en op de werkplek door de praktijkbegeleider. Met z'n drieën bespreken jullie regelmatig hoe het gaat. Tijdens de BPV krijg je opdrachten die worden beoordeeld.

Opbouw BPV:afhankelijk van traject. 3 lesdagen per week. Opleiding duurt 1 jaar.

3.1.2. BBL

In principe geldt hetzelfde als bij de BOL voltijd variant behalve de ureninzet. Opbouw BPV:afhankelijk van traject. 1 lesdag per week. Opleiding duurt 1 jaar.

31-kc-oer2014-22270-entree 31-kc-oer2014-22270-entree Pagina 20 van 30

4. 4.1

Begeleiding

Studieloopbaanbegeleiding bij het leren.

Op de eerste plaats vind je op school natuurlijk veel docenten. En tijdens de BPV (stage of werk) heb je vooral te maken met de praktijkopleider. De belangrijkste persoon is echter jouw loopbaanbegeleider. Je moet hem zien als je persoonlijke coach. Je leert hem al meteen bij het begin van de opleiding kennen. Hij zal je gedurende de hele opleiding volgen en begeleiden. Samen met hem maak je een plan, bespreek je hoe het allemaal gaat en werk je toe naar het diploma. Jij en je loopbaanbegeleider hebben zo vaak contact als nodig is. Hoe vaak dat is hangt af van wat jouw loopbaanbegeleider nodig vindt. Maar je kunt ook zelf om een gesprek vragen. Het bespreken van je prestaties en van je POP gebeurt zeker een keer in de 8 weken. En dan zijn er nog de schoolmaatschappelijk werkers. Met moeilijke vragen of problemen kun je bij hen aankloppen. Bijvoorbeeld als je thuis problemen hebt of als je het even niet meer ziet zitten. Je bent zelf verantwoordelijk. Dat wil zeggen dat je er zelf "iets van moet maken". Van je studie, van je werk, van je leven. Maar dat wil niet zeggen dat je het dus allemaal maar alleen moet uitzoeken. Je loopbaanbegeleider helpt je om je doel te bereiken. Hoe gaat dat dan in zijn werk? Eerst maak je samen met je loopbaanbegeleider een zogenaamd POP (persoonlijk ontwikkelingsplan). Hierin schrijf je jouw doelen op, dat wil zeggen "wat wil ik bereiken, waar wil ik naar toe werken?". Misschien weet je al precies wat je straks na school wil doen. Of over een paar jaar. Maar het kan ook zijn dat je nog helemaal niet weet wat je nou eigenlijk wil, of waar je goed in bent. Vervolgens bedenk je samen een plan, dus "wat moet ik vandaag gaan doen om uiteindelijk bij mijn doel uit te komen?" Je krijgt een rooster, je zoekt samen naar een goede BPV plaats en je kiest doelen die bij jou passen. Tijdens de opleiding vul je een portfolio. Het portfolio is een map met belangrijke papieren. Het eerste dat in je map gaat is een POP. In de loop van je opleiding wordt de map steeds dikker. Er komen verslagen in van gesprekken met je loopbaanbegeleider, beoordelingen, werkstukken en foto's, enzovoorts. Kortom alle dingen die aantonen hoe het met je studie gaat. Tijdens je opleiding vul je samen met je loopbaanbegeleider het examenportfolio. In deze map zitten alle bewijzen die je nodig hebt om door te kunnen naar de volgende module en uiteindelijk naar de eindopdracht. Het portfolio kun je vergelijken met het album van een fotograaf. In dit album laat de fotograaf zien wat hij allemaal kan, wat hij waard is. Binnen het Kellebeek College zijn er mogelijkheden voor extra begeleiding en zorg. Informatie hierover kun je vinden op de informatiesite voor studenten. http://www.kellebeek.nl/student.aspx . Ook kun je rechtreeks een mail sturen naar [email protected] 31-kc-oer2014-22270-entree 31-kc-oer2014-22270-entree Pagina 21 van 30

4.2

Beoordelen om te kijken waar je staat.

Studieadviesregeling In elk schooljaar krijg je minimaal twee keer een studieadvies (OOK art. 7, lid 3). Een studieadvies komt tot stand door te bepalen of: 1. je voldoende aanwezig bent geweest: je hebt geen officiële waarschuwing gekregen voor te laat komen of ongeoorloofd verzuim; 2. jouw studieresultaten voldoende zijn; 3. jouw studiehouding op school en/of werkhouding in de BPV voldoende is. Deze punten worden besproken voor zowel jouw prestaties op school als in de beroepspraktijk (indien van toepassing). In de beroepspraktijkvorming (BPV) houd je een urenlijst bij, die elke leerperiode extra wordt gecheckt door jouw studieloopbaanbegeleider. Als er een tekort dreigt in jouw gemaakte BPV-uren, dan worden er afspraken vastgelegd hoe je deze uren moet compenseren. Bij voldoende aanwezigheid, voldoende studieresultaten (op school en in de BPV) en een voldoende studieen/of werkhouding wordt een groen studieadvies gegeven. Als het gaat om studieresultaten (op school en in de BPV), wordt er per studieadvies bepaald hoe je hiervoor een voldoende kunt halen. Ditzelfde geldt voor studieen/of werkhouding. Je wordt hierover tijdig geïnformeerd. Als er op één of meer van bovengenoemde zaken (aanwezigheid, studieresultaten en studieen/of werkhouding) onvoldoende vertrouwen is (ontstaan) dat je de opleiding met een positief resultaat kunt afronden, krijg je een oranje of rood studieadvies. Groen betekent dat je het goed doet! Je hebt geen officiële waarschuwing gekregen voor te laat komen of verzuim, je studieresultaten zijn voldoende of goed en je laat zien dat je gemotiveerd bent. Er is vertrouwen dat je, als je je op deze manier blijft inzetten, de opleiding met succes kunt gaan afronden. Oranje betekent een negatief studieadvies dat je een officiële waarschuwing gekregen voor te laat komen of verzuim, dat je onvoldoende studieresultaten hebt behaald en/of dat je een onvoldoende studieen/of werkhouding laat zien. Dit betekent dat er vanuit school en/of de beroepspraktijk grote twijfels zijn of je de opleiding met succes kunt gaan afronden. Rood betekent een bindend studieadvies. Dit betekent dat je al eerder een oranje studieadvies hebt gehad en dat er op basis van onvoldoende studieresultaten, een officiële waarschuwing voor te laat komen of verzuim en/of negatieve studieen/of werkhouding op school/BPV duidelijk is dat je de opleiding niet met succes kunt afronden. Studieadviezen worden altijd goed onderbouwd door school (en indien van toepassing in samenwerking met de beroepspraktijkinstelling). Als er sprake is van oranje of rood studieadvies bespreekt de studieloopbaanbegeleider dit altijd persoonlijk met jou. Jouw ouders/verzorgers worden hierover geïnformeerd en worden uitgenodigd om bij het gesprek aanwezig te zijn. Vanuit school is er ook vaak een tweede persoon aanwezig. Voor dit gesprek krijg je een schriftelijke uitnodiging met daarin aangegeven om welk studieadvies het gaat met een duidelijke onderbouwing. 31-kc-oer2014-22270-entree 31-kc-oer2014-22270-entree Pagina 22 van 30

Het gegeven studieadvies en de afspraken die met jou in dit gesprek worden gemaakt worden altijd schriftelijk vastgelegd en opgenomen in jouw dossier. Dit verslag wordt ondertekend door jou en school en jij ontvangt hiervan een kopie. Bij een negatief studieadvies kun je aangeven dat je de opleiding toch wil blijven volgen. Dan krijg je de kans om jezelf op de onvoldoende punten, die vastgelegd zijn in het negatief studieadvies, binnen een vastgestelde termijn (meestal vier tot zes weken) te verbeteren. Ook wordt er vastgelegd hoe de school jou daarin gaat begeleiden. Kun je hieraan niet voldoen (binnen de gestelde termijn) dan kan het negatief studieadvies omgezet worden in een bindend (rood) studieadvies. Een bindend studieadvies komt dus nooit uit de lucht vallen: er moet minstens één negatief studieadvies aan vooraf gegaan zijn. Bij een gesprek waarin een bindend studieadvies wordt gegeven is ook de sterrolhouder studentzaken aanwezig vanuit school. Na dit gesprek krijg je binnen één werkweek een bevestiging dat je een bindend studieadvies hebt gekregen. Een bindend studieadvies betekent dat je de opleiding niet verder kunt voortzetten en dat de onderwijsovereenkomst wordt verbroken. Het Kellebeek College biedt altijd aan om jou te ondersteunen/begeleiden zodat je een juiste vervolgkeuze kunt maken.

De relatie tussen studieadvies en aanwezigheid Jij als student en wij als school moeten ons houden aan wettelijke regelingen, zoals die van de leerplicht, kwalificatieplicht en studiefinanciering. In de onderwijsovereenkomst (OOK) die je bij de start van je opleiding met het Kellebeek College bent aangegaan is ook een aanwezigheidsverplichting opgenomen (OOK, art.10). Jouw aanwezigheid bij alle onderwijsactiviteiten is verplicht!! Wij zijn verplicht jouw afwezigheid door te geven aan een leerplichtambtenaar en/of aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). NB Als er geconstateerd wordt dat je fraude hebt gepleegd met het scannen van je pasje dan volgt er automatisch een negatief (oranje) studieadvies. Bij een tweede keer volgt een bindend (rood) studieadvies. Onder fraude wordt verstaan: wel gescand, maar niet aanwezig in de les. Ook wordt het scannen met een pasje van een ander gezien als fraude.

Je kunt je rechten en plichten verder nalezen in de onderwijsovereenkomst, die je op de website kunt vinden: www.kellebeek.nl/student


5.

5.1

Examens

Beoordelen voor je diploma.

Om het diploma te halen, moet je een eindopdracht met een voldoende afronden. De eindopdracht wordt uitgevoerd in module 9. Om te kunnen starten in module 9 moet je module 8 hebben afgerond. Module 8 is afgerond zodra je examenportfolio is goedgekeurd. De beoordelaars van het examenportfolio zijn onafhankelijk. In het examenportfolio zitten allerlei bewijzen die je in de loop van het jaar hebt verzameld. Er zitten bijvoorbeeld beoordelingen in van de opdrachten die je hebt gemaakt. En je kunt er het aantal uren in vinden dat je BPV hebt gedaan. De eindopdracht is een opdracht waarin je aan twee assessoren (de beoordelaars) laat zien dat je de competenties die je het hele jaar hebt geleerd en hebt toegepast in je BPV ook daadwerkelijk beheerst. De assessoren observeren jou, maken aantekeningen en komen zo tot een voorlopige beoordeling. De beoordeling van de eindopdracht komt tot stand in het eindgesprek. In het eindgesprek kun je uitleg geven waarom je bepaalde dingen wel of niet gedaan hebt. Je geeft voorbeelden van iets dat je hebt geleerd of waar je trots op bent. In het gesprek licht je ook toe hoe je omgaat met situaties die net even anders gaan dan je had verwacht. Je kunt voor de eindopdracht een onvoldoende – voldoende – goed scoren. Om het diploma te kunnen behalen, moet je minimaal een voldoende halen. Daarnaast wordt er verwacht dat je door middel van een kennisexamen, laat zien dat je de kennis in huis hebt die verwacht wordt binnen de opleiding. Je kunt voor het kennisexamen een onvoldoende – voldoende – goed scoren. Om het diploma te kunnen behalen, moet je minimaal een voldoende halen voor het kennisexamen. Meer informatie hierover kun je vinden in de bijlagen (het examenoverzicht) en het kwalificatiedossier 2014.


5.2

Hoe is de organisatie van de examens geregeld?

In overleg met je loopbaanbegeleider bepaal je of je klaar bent om te starten in module 9 (de eindopdracht). Hiervoor moet je alle andere modules hebben gedaan en alle bewijsstukken die daarbij horen in je examenportfolio hebben gedaan. Als je wilt starten met module 9 (d.w.z. aan de eindopdracht wilt beginnen), dan meld je je aan en lever je het examenportfolio in. De loopbaanbegeleider weet welk formulier je daarvoor kunt gebruiken en waar je het examenportfolio moet inleveren. Daarna wordt je examenportfolio bekeken door beoordelaars. Ze controleren of je aan de eisen hebt voldaan en of je er klaar voor bent om aan de laatste module (de eindopdracht) te beginnen. Indien het examenportfolio niet compleet is gaat dit terug naar jou en kun je aan het einde van een volgende module van 4 weken het aangevulde examenportfolio weer inleveren. De eindopdracht is op de BPV en duurt 4 weken. In die opdracht laat je zien dat je voldoet aan de eisen die aan het beroep worden gesteld. Je wordt in die periode geobserveerd door assessoren. De eindopdracht wordt afgerond met een eindgesprek. Het eindgesprek is op de BPV en duurt ongeveer drie kwartier. Dit gebeurt door twee personen. De 1e assessor is een onafhankelijk docent van school en deze is de voorzitter van het gesprek. Deze persoon ken je niet. De 2e assessor is je BPV opleider uit je BPV bedrijf. Deze persoon ken je. Het eindgesprek gaat over de voorlopige beoordeling van de eindopdracht door de assessoren en jouw eigen reflectie daarop. Aan het einde van het gesprek vertelt de voorzitter wat hij van de eindopdracht vindt en wordt de eindbeoordeling gemaakt. Deze beoordeling gaat naar de subexamencommissie. De subexamencommissie bepaalt de einduitslag: je bent geslaagd voor een kerntaak of niet; je krijgt je diploma wel of niet. De commissie beslist dat aan de hand van de beoordeling van de eindopdracht. Het Examenbureau stuurt jou een brief met de uitslag. Als je geslaagd bent, krijg je meteen een uitnodiging voor de diploma-uitreiking. Als je het niet hebt gehaald, kun je met je portfolio wel laten zien waar je aan gewerkt hebt. Het beoordelen van de eindopdracht gebeurt in principe in mei/juni 2014. Afhankelijk van jouw studievoortgang kan het zijn dat je examens later plaatsvinden (bijvoorbeeld in september 2014 of in januari 2015). Van je loopbaanbegeleider hoor je hoe je je kunt aanmelden voor het examen. De examens voor Nederlands en rekenen worden gedurende het jaar ingepland. Deze examens worden dus tijdens het jaar gedaan. Dit hoor je op tijd via je loopbaanbegeleider. Verdere informatie is te vinden in het centraal examenreglement en de examenstructuur van het Kellebeek College (subexamencommissies e.d.) te vinden op http://www.kellebeek.nl/student.aspx


5.3

Het examenplan (BOL en BBL)

EXAMENPLAN NAAM OPLEIDING

Entree

KD

COHORT

NIVEAU

LEERWEG

INTENSITEIT

VARIANT*

CREBO

2014

2014

1

BOL/BBL

VT / DT

REG

22270

A. BEROEPSSPECIFIEK (Examens gericht op je beroep) Titel Examen

Titel examenonderdeel

Code examen(onderdeel)

n.v.t.

K14_22270_ PvB1

n.v.t.

K14_22270_ kennis1

Eindopdracht

Kennisexamen

Soort examen

Beoordeelde kerntaken (nr.)

Beoordeelde werkprocessen (nr.)

P+M

Kerntaak 1 + Kerntaak Uitstroom

1.1 t/m 1.3 WP-uitstroom

S

Kerntaak 1 + Kerntaak Uitstroom

1.2 t/m 1.3 WP-uitstroom

Duur

Moment in de opleiding

4 weken

Mei/juni 2015

1 uur

April 2015

Locatie uitvoering

Weging

BPV

75% Weegt 3 keer mee.

School

25% Weegt 1 keer mee.

Eindweging

Bij 1x V en 3x G wordt het resultaat G. Bij1x G en 3x V wordt het resultaat V.



KD

COHORT

NIVEAU

LEERWEG

INTENSITEIT

VARIANT*

CREBO

Entree

2014

2014

1

BOL/BBL

VOL/DT

REG.

22270

B. Generiek (Algemene vakken) Titel Examen

Soort examen

Niveau

Duur

Gesprekken voeren

M

1F/2F

10 min

Spreken

M

1F/2F

10 min

Schrijven

S

1F/2F

90 min

Luisteren

D

1F/2F

45 min

Lezen

S

1F/2F

60 min

Rekenen

D

1F/2F

2 uur

Titel examenonderdeel

Nederlands niveauvermelding op cijferlijst

Rekenen Niveauvermelding op je cijferlijst

Code examen(onderdeel)

Moment in de opleiding Mei / juni 2015 Mei / Juni 2015 Mei / Juni 2015 Maart/ April 2015 Maart/ April 2015 Maart / april 2015

Locatie uitvoering

Weging

Eindweging

School School

1/2 geen invloed op de slaag/zakbeslissing

School School

1/2

School School

100%

geen invloed op de slaag/zakbeslissing



Entree

KD

COHORT

NIVEAU

LEERWEG

INTENSITEIT

VARIANT*

CREBO

2014

2014

1

BOL/BBL

VOL/DT

REG.

22270

C. Burgerschap Titel

Onderdeel

Verantwoording inspanningsverplichting

Capaciteitenreflectie Motievenreflectie Loopbaan

Werkexploratie

Voldaan aan de inspanningsverplichting door een ingevuld en ondertekend voortgangsformulier in het examendossier.

Loopbaansturing Netwerken Dimensie: Politiek juridisch Dimensie: Economisch Burgerschap Dimensie: Sociaal maatschappelijk

Voldaan aan de inspanningsverplichting door een ingevuld en ondertekend voortgangsformulier in het examendossier.

Dimensie: Vitaal burgerschap


Belangrijke aanvullende informatie over de examinering Wat moet je doen om een voldoende te halen voor de Beroepsgerichte eisen? Alle examens / examenonderdelen moeten tenminste voldoende zijn om het diploma te kunnen behalen. De kerntaken moeten met voldoende of goed te zijn afgerond. Wat moet je doen om een voldoende te halen voor de generieke taal- en rekenvaardigheden? Nederlands en rekenen zijn niet kwalificerend. De behaalde resultaten voor Nederlands en rekenen worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma

Beslisregels voor het behalen van het diploma

Wat moet je doen om een voldoende te halen voor Loopbaan en Burgerschap? In de opleiding wordt gewerkt aan de leer- en burgerschapsdomeinen op basis van de kwalificatie-eisen voor loopbaan en burgerschap vanuit het brondocument 2012. Dit wordt verantwoord door een ingevuld en ondertekend voortgangsformulier in het examendossier. Wat moet je doen om een voldoende te halen voor de Beroepspraktijkvorming? 1. Je hebt een voldoende beoordeling voor de BPV-opdrachten EN 2. Aan het eind van de opleiding heb je voldoende BPV-uren gerealiseerd. Gedurende de opleiding loop je in de meeste gevallen stage in verschillende instellingen. Het totaal aantal te realiseren BPV-uren in de opleiding is vastgelegd in het urenoverzicht van je opleiding in 2.1.1 in deze OER (zie 8: klokuren BPV). Aan het einde van de opleiding moet je minimaal het totaal aantal klokuren BPV in de opleiding hebben gerealiseerd. 1. en 2. zijn voorwaarden voor diplomering. In het examenplan vind je alle examens. Je hebt recht om elk examen één keer te herkansen. De herkansingen vinden plaats in de eerstvolgende examenperiode of in overleg met jou en je studieloopbaanbegeleider.

Aantal examenmomenten (1-ste, 2-de, … , mogelijkheid tot herkansen)

Als de herkansing met een onvoldoende wordt beoordeeld, is het in bijzondere gevallen mogelijk om een aanvraag voor een extra herkansing in te dienen bij de subexamencommissie. In deze aanvraag geef je met een plan van aanpak aan hoe je je gaat voorbereiden op dit examen(onderdeel). De subexamencommissie beslist op basis van jouw plan van aanpak en het advies van het onderwijsteam of je in aanmerking komt voor een extra herkansing.

Afkortingen examentitels

PvB AsG KE MP PF WS

= = = = = =

Proeve van bekwaamheid Assessmentgesprek Kennisexamen Meesterproeve Portfolio Werkstuk

EO VV VE BP RV

= = = = =

Eindopdracht Verantwoordingsverslag Vaardigheidsexamen Beroepsprestatie Reflectieverslag

Soort examen

S P

= =

Schriftelijk / theorie-examen /werkstuk Praktisch examen / vaardigheidsexamen

M D

= =

Mondeling Digitaal examen

Wettelijke beroepsvereisten

n.v.t.



OER. Onderwijs- en Examen Regeling. Crebo + Opleiding Entree Niveau 1 Cohort 2014 Kwalificatiedossier 2014

Recommend Documents