OASIS GEBRUIKERSHANDLEIDING
Beste OASIS gebruiker .............................................................................................................. 2 Wat is een veiligheidssysteem? ................................................................................................... 2 De toegangscodes (kaarten) van het systeem ............................................................................ 3
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Het inschakelen van het systeem .....................................................................4 Tijdens het inschakel proces… ........................................................................ 5 Nadat het systeem is ingeschakeld ...................................................................5 Het uitschakelen van het systeem ....................................................................6 Uitschakelen na een alarm ............................................................................... 6 Een Paniek alarm activeren ............................................................................. 7
De configuratie van codes (tags) ................................................................................................ 7
7. 8.
De programmering van de Master code (kaart) ............................................ 7 De programmering van gebruikerscodes (kaarten en tags) .......................... 8
De configuratie ........................................................................................................................... 9
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Het ingaan van de onderhoudmode ................................................................ 9 Het tonen van gebruiker/kaart posities. ........................................................ 9 Het instellen van de interne klok ...................................................................10 Functies beginnend met de ∗ toets ................................................................ 10 Het systeem keypad ........................................................................................ 11 Keypad indicatie led’s : .................................................................................. 11 Het LCD display.............................................................................................. 11 Keypad display sluimer-functie ..................................................................... 12 Functie-Toetsen ............................................................................................... 12
Handleiding Jablotron Oasis
1. Beste OASIS gebruiker De ontwikkeling en fabrikage van uw beveiligingssysteem is met maximumzorg door de fabrikant uitgevoerd, zodat u in een OASIS van veiligheid met uw gezin, huis of bedrijfspand – beveiligd zult zijn. Uw installateur is een zeer belangrijke factor voor de kwaliteit van uw veiligheidssysteem. Uw installatiebedrijf heeft zich dan ook gespecialiseerd in dit Jablotron product, aarzel daarom niet om hen te contacteren als u vragen heeft over functionele instellingen of wanneer u een vraag heeft m.b.t. de werking van uw systeem. Als dagelijks gebruiker bent u de belangrijkste deelnemer voor een goed functionerend veiligheidssysteem, volg de richtlijnen van deze gebruiksaanwijzing evenals de instructies van de installateur tijdens oplevering van uw systeem. Tijdens het dagelijks gebruik van het systeem, kunt u alle beschikbare informatie via het keypad uitlezen. Op deze manier kunt u worden geïnformeerd dat bijvoorbeeld: bij inschakeling, een achterdeur nog open staat of dat er een service gewenst is of dat een algehele onderhoud noodzakelijk is. Het OASIS systeem is op vele manieren configureerbaar en zijn werking wordt bepaald door zijn systeeminstellingen. Uw installateur verteld u wat de verschillende opties zijn.
2. Wat is een veiligheidssysteem? Elk elektronisch inbraaksignaleringssysteem heeft een controlepaneel als essentieel onderdeel. Het controlepaneel beheert alle belangrijke functies van uw installatie. Het systeem is voorzien van een kiezer voor het overbrengen van berichten aan een bijvoorbeeld de meldkamer. Ook heeft het systeem een back-up accu, die ervoor zorgt dat bij 220 uitval het systeem minstens 12 uur wordt voorzien van de nodige elektronische spanning. In het geval van een inbraak, brengt het controlepaneel berichten over, zelfs als alle andere onderdelen van het systeem worden vernield. De verbinding tussen u en het controlepaneel wordt gemaakt via een keypad. Hiermee kunt u het systeem in werking stellen of, omgekeerd, voorziet het systeem u, via het LCD display van informatie. Uw pand wordt beveiligd door detectoren. Deze kunnen naar gelang type, reageren op de diverse gebeurtenissen: beweging d.m.v. een Passief Infrarood Detector, het openen van deuren of vensters d.m.v. een Magneet Contact sensor of het breken van een glasruit, middels een glasbreukdetector. Ook kunnen rook of gaslekkage detectie in de beveiliging worden opgenomen. Op deze manier kan een controlepaneel gevaren voor de gezondheid ontdekken en erger voorkomen.. Wanneer een beveiligingssysteem beweging in een beveiligd gebied ontdekt, wordt deze informatie verzonden (afhankelijk van de systeemconfiguratie), naar een meldkamer, deze zal zorg dragen voor alarmopvolging. De binnen en eventuele buitensirene´s moeten de indringer(s) ontmoedigen.
Handleiding Jablotron Oasis
3. De toegangscodes (kaarten) van het systeem
Het systeem kan via een keypad worden bediend d.m.v toegangscodes en/of kaarten en/of tags. De Servicecode De Servicecode is een speciale code die alleen door het beveiligingsbedrijf gebruikt wordt. Elk beveiligingsbedrijf hanteert zijn eigen code en zal zijn code uit het oogpunt van veiligheid ook voor u geheim houden en om die reden ook de standaard code direct veranderen. Deze code staat het configureren van het systeem en het testen toe. De Mastercode (kaart) De Mastercode is een code, kaart of tag met een hogere prioriteit en kan worden toegewezen aan de eigenaar of ander bevoegd persoon (systeembeheerder) en wordt gebruikt voor het toestaan van systeemcontrole´s en waarmee toegangscodes voor andere gebruikers aan te maken zijn of zijn te verwijderen. De Mastercode vereist een verandering van de fabriekscode 1234. Een toegangskaart of tag kan als hoofdtoegangscode worden ingesteld.
Toegangs codes en kaarten Toegangcodes, kaarten of tags staan het gebruik van het systeem toe d.w.z. U kunt daarmee het systeem in of uit schakelen , een alarm stoppen, of een stil alarm (PANIEK) activeren. Dit alles naar gelang dit door uw installateur is geprogrammeerd. Het systeem staat maximaal 50 verschillende gebruikers toe, waarvoor max. 50 codes, kaarten of tags aan de verschillende gebruikers moeten worden toegewezen.. Op deze manier is het mogelijk te onderscheiden wie het systeem in werking heeft gesteld en wanneer. Het is aan u – de systeembeheerder – om de toegangscodes te beheren zoals gewenst, d.m.v uw Mastercode, kaart of tag. Om misbruik van een verloren kaart of tag te verhinderen en om te voorkomen dat iemand zijn code doorgeeft aan een ander, kunt u laten instellen dat men Alleen toegang krijgt bij gebruik van een geldige code + een geldige kaart.
Handleiding Jablotron Oasis
4. Het inschakelen van het systeem Er zijn verscheidene manieren om het systeem in te schakelen. (Aan te zetten) Een niet gedeeld systeem Voer een code in. Als u uw code ingeeft, dan raden wij aan om deze te laten voorafgaan door eerst op de toets met het # teken te drukken. Voorbeeld: # 1 2 3 4 Met het # toets maakt u een eventueel slapend codebediendeel wakker en u reset zo ook eventuele eerdere toets aanslagen. Houd een Kaart of Tag voor het keypad. Als het keypad slaapt, dan moet u even drukken op het klepje alvorens u uw kaart of tag er voor houdt. Is het klepje open, toets dan eerst op het # teken Met een afstandbediening , druk op de
knop.
Als inschakelen zonder een toegangscode is ingesteld ( 4.), kunt u het systeem versneld inschakelen door op de - ABC - knop te drukken. Een gedeeld systeem inschakelen U kunt de knop - A - indrukken om alleen sectie A in te schakelen, de knop - AB - om de secties A en B in te schakelen, of op knop - ABC - om het volledige systeem in te schakelen. Wanneer het systeem slechts gedeeltelijk is ingeschakeld (bijv. alleen sectie A), dan is het mogelijk om het beveiligde deel van het systeem uit te breiden door op de overeenkomstige knop (B of ABC) te drukken . Alle detectoren die een vertraagde reactie hebben zullen de uitloop vertragingstijd volgen. Dit betekent dat u het systeem niet eerst hoeft uit te schakelen alvorens u het huis verlaat. In plaats daarvan, kunt u het volgende deel (B) of (ABC) inschakelen en het systeem staat vertrek door alle vertraagde en volgende vertraagde detectoren toe. U hoeftt slechts de knop in te drukken van de overeenkomstige sectie. Het indrukken van de knop ABC resulteert in een totale inschakeling. Wanneer zowel de secties A als B worden ingeschakeld, wordt de gemeenschappelijke sectie c automatisch ook ingeschakeld Afstandbediening: Druk op voor het totale instellen (A + B + C) Druk op om sectie A in te schakelen Druk op om secties A+B in te schakelen
Handleiding Jablotron Oasis
5. Tijdens het inschakel proces… Besteed aandacht aan de informatie op het keypad op het moment van het inschakelen. Het systeem zal u waarschuwen wanneer er iets niet naar wens gaat. Tijdens het inschakelen geeft het systeem u bericht als een detector is geactiveerd (waarschijnlijk staat er een raam of een deur open of staat u in het zicht van een detector). Door te drukken op de ? toets zal worden getoond welke detector het is. Als er meerdere detectoren zijn, kunt u hen op de display zien door herhaaldelijk op de (?) knop te drukken. Natuurlijk, is het aan te raden het gebouw eerst te controleren en de deuren en/of de vensters te sluiten. Mocht dit niet worden gedaan/genegeerd zal het systeem kunnen inschakelen, maar wel zonder dat deze detectoren inbraak zal kunnen waarnemen. De betreffende detector wordt pas bij-geschakeld nadat deze is gesloten. (bijvoorbeeld, nadat een raam/deur is dichtgedaan, of een detector niets meer waarneemt).
Mocht u of iemand anders al een toets hebben ingedrukt dan zal uw code geweigerd worden. Toets dan eerst op de # toets voor u opnieuw uw code ingeeft. 6. Nadat het systeem is ingeschakeld Het keypad gaat beepen en de uitgangsvertraging zal beginnen. Het keypad display toont „Tot ziens . . of verlaat pand. Afhankelijk welke tekst uw installateur het meest geschikt vind .“ Het keypad geeft aan welke secties zijn ingeschakeld (A AB of ABC). De Beeps worden sneller in de laatste 5 seconden. U moet het beveiligde gebied vóór het verstrijken van de uitgangsvertraging hebben verlaten, anders start de inloop vertraging en moet u het systeem uitschakelen.
Handleiding Jablotron Oasis
7. Het uitschakelen van het systeem Na het betreden van een (ingeschakelde) sectie, zal de ingangsvertraging beginnen. Dit wordt vermeld door„ “in vertraagd“ op het keypad. Ook begint het keypad snel te piepen tijdens de ingangsvertraging. Een draadloos keypad zal normaliter slapen en geen waarschuwing geven, tenzij deze is aangesloten op een 12 VDC voeding of wanneer u zijn deksel opent of induwt. Naar gelang uw voorkeuren kan de ingangsvertraging door een binnensirene worden gemeld (piepsignaal). Tijdens de ingangsvertraging moet u het systeem uitschakelen door het ingeven van een toegangscode, kaart/tag , afstandbediening. Als op het keypad verlicht is en de display toont ALARM en de eerste detector die is afgegaan, betekent dat er een alarm was. Schakel het systeem uit en controleert zorgvuldig de oorzaak van het alarm. Houd er rekening mee dat er indringers kunnen zijn in het gebouw. Met de (?) knop kunt u zien welke detectoren er nog meer iets gedetecteerd hebben. Alarm geheugen
kan van de display worden gewist door de # knop in te drukken.
Opmerking: Ingave van 10x een ongeldige code zal een tamper alarm (sabotage alarm) veroorzaken. Een niet gedeeld systeem Geef een code in (houd kaart/tag voor). Gebruik de afstandbediening-: Door op de ( of uitschakelen.
)knop te drukken zal u het systeem
Een gedeeld systeem Geef een code in (houd kaart/tag voor). Gebruik de afstandbediening -: Door op de ( of )knop te drukken zal u het aan deze afstandbediening toegewezen deel van het systeem uitschakelen. 8. Uitschakelen na een alarm Als het systeem is afgegaan kan het worden uitgeschakeld door een code in te geven, een tag voor te houden, of door deze uit te schakelen met de afstandbediening Na alarm licht het led op en informatie over de oorzaak van het alarm word op het display van het keypad getoond (na het uitzetten van het alarm) Om de indicatie te stoppen moet u drukken op de # knop. Met de (?) knop kunt u zien welke detectoren iets hebben waargenomen. Het geheugen met hierin alle systeem berichten kan door het indrukken van 4 worden getoond, om door de geschiedenis te scrollen drukt u op 4.
Houd er rekening mee dat er indringers kunnen zijn in het gebouw
Handleiding Jablotron Oasis
9. Een Paniek alarm activeren Als u in gevaar bent of anderzijds hulp nodig heeft, kunt u een stil paniekalarm activeren om zo om hulp te vragen. (Mits u dit door uw installateur hebt laten programmeren.) Een paniekalarm kan als volgt worden geactiveerd : Op het keypad toets * 7 in alvorens uw toegangscode in te geven of tag voor te houden. Als het systeem ingeschakeld is, zal het uitschakelen onder dwang zijn. Op de afstandbediening- drukt u de
en
knop gelijktijdig in.
Door op een paniekknop (die op een muur, onder een bureau enz.) te drukken.
De configuratie van codes (tags) De volgende beschrijving is voor degene die gemachtigd is om de systeemconfiguratie te wijzigen. Een onvolledige opdracht kan worden geannuleerd door te drukken op de # toets. Een wijziging/opdracht wordt opgeslagen in het geheugen van het controlepaneel nadat deze volledig is afgemaakt. 10. De programmering van de Master code (kaart) De Master code wordt gebruikt door de de huiseigenaar of beheerder (supervisor). Fabriek standaard is 1234. De beheerder zou zijn/haar eigen 4-cijferige code moeten programmeren tijdens de overdracht van het systeem door de installateur. De Master code programmering is slechts mogelijk wanneer het systeem uitgeschakeld is Om een bestaande Mastercode te veranderen toets in: * 5 xxxx yyyy yyyy waar xxxx is de bestaande Master code yyyy is de nieuwe Master code (de nieuwe code moet 2x zijn ingevoerd om fouten te vermijden). Combinatie 0000 kan niet worden gebruikt. De Master code kan niet worden gewist. Voorbeeld: Bestaande code 1234 zal veranderen in 6723 door in te toetsen: * 5 1234 6723 6723 Als u wenst om een kaart in plaats van een code te gebruiken, kunt u * 5 xxxx ingeven en dan de kaart voorhouden. Dit zorgt ervoor dat de kaart voor systeem configuratie´s wordt gemachtigd. Als u de Master code vergeten bent (of als u de kaart kwijt bent), dan kan een installateur de code resetten naar 1234
Handleiding Jablotron Oasis
11. De programmering van gebruikerscodes (kaarten en tags) Het systeem staat maximaal 50 verschillende toegangscodes toe (kaarten). Het wijzigen of wissen is slechts toegestaan aan de systeembeheerder die de Mastercode kent. De programmering van de codes is slechts mogelijk wanneer het systeem is uitgeschakeld. In de praktijk, moet elke gebruiker zijn eigen voorgeprogrammeerde gebruikerscode hebben. Het systeem onthoudt in het geheugen welke code werd gebruikt voor welke gebeurtenis en wanneer. Na RESET, zijn alle toegangscodes (kaarten) leeg. Om een gebruikerscode in te geven, voer in: * 6 xxxx nn yyyy waar xxxx is de Mastercode nn is de index van de gebruikerscode (van 01 tot 50) yyyy is de nieuwe gebruikerscode. Door 0000 op te nemen zal de code in de nn positie worden gewist
Voorbeeld: Als de Mastercode 1234 is en gebruiker 3 zijn nieuwe code 5277 moet zijn, voer in: * 6 1234 03 5277
Alternatief, wijs een kaart of een tag toe aan gebruiker 3 door in te geven: * 6 1234 03 en gebruiker 3 zijn tag voorhouden
Opmerkingen: Er kunnen zowel een code als een kaart aan elke positie (Gebruiker) worden toegewezen Als u een code en een kaart aan een positie wilt toewijzen , de code en dan op de zelfde positie de kaart (of vice versa) Als de beheerder de codes in de lijst in de bijlage van dit handboek registreert is het noodzakelijk om het in een veilige plaats verborgen te houden. Een code kan niet aan 2 verschillende posities/gebruikers worden toegewezen. Voor veiligheid: gebruik geen codes die te gemakkelijk voorspelbaar zijn. De beheerder kan controleren welke posities (01 tot 50) door een code worden bezet .. Om alle codes en kaarten in 1 keer te wissen toets in 6 hoofdcode (kaart) 00 0000. De Mastercode (kaart) zal niet gewist worden.
Handleiding Jablotron Oasis
De configuratie De volgende beschrijving is voor degene die gemachtigd is om de systeemconfiguratie te wijzigen. Alle instructies kunnen op een systeem keypad worden uitgevoerd. Een onvolledige opdracht kan worden gestopt door te drukken op de # toets. 12. Het ingaan van de onderhoudmode U kunt onderhoud mode ingaan door in te voeren * 0 Mastercode (kaart) . De mode zal in het venster worden vermeld. De onderhoud-mode laat het volgende toe: intern-klok configuratie het tonen welke/code’s / kaartposities reeds bezet zijn. De detectoren die u wilt overbruggen. (Mogelijk mits deze functie is geactiveerd) U verlaat de onderhoudsmode door op de # toets te drukken. 13. Het tonen van gebruiker/kaart posities. Wanneer in onderhoud de wijze, kan het controlepaneel tonen welke posities in waaier 01 tot 50 door codes of kaarten wordt bezet. Om de posities te tonen: Druk op toets 5 (de display toont „ Codes 01“ (of de naam van de codehouder). met gebruik van de pijltoets en kan door alle gebruikersposities (01 tot 50) worden gescrold. De indicator A toont of een code wel of niet geprogrammeerd is, en de indicator B toont of een TAG wel of niet geprogrammeerd is. (Dit betekent als beide indicatoren oplichten, de positie bezet is door een code en een kaart.) om weg te gaan druk op de # toets. Nota's: De programmering van de code is slechts mogelijk wanneer het systeem uitgeschakeld is.
Handleiding Jablotron Oasis
14. Het instellen van de interne klok Het controlepaneel heeft een ingebouwde klok in real time die met een tijdstempel alle gebeurtenissen in het geheugen van het controlepaneel registreert. De klok zou tijdens installatie moeten worden ingesteld. Nochtans, kan de beheerder de klok terugstellen. Om de klok in te stellen, toets u in: 4 hh mm DD MM YY waar: hh uren mm- minuten DD dag MM maand YY jaar Voorbeeld: wijzigen tijd en datum in: 21:30 - 29 Maart - 2012 Toetst u in aln: 4 21 30 29 03 12
Automatische zomertijd de interne klok van het controlepaneel word automatisch aangepast door + één uur op 31 Maart bij middernacht. De compensatie wordt dan verwijderd op 31 Oktober bij middernacht om op de wintertijd terug te keren. 15. Functies beginnend met de
∗ toets
De volgende functies zijn door de gebruiker via het keypad te wijzigen: *1 *2 *3 *4 *5 *6 *7
*8 *9 *0
Volledig inschakelen (idem als toets ABC)* Inschakelen sectie A (idem als toets A)* Inschakelen A en B, of alleen B (idem als toets B)* Oproepen geheugen (toets 4 terug scrollen) – de laatste 255 gebeurtenissen worden bewaart in de centrale Nieuwe Master Code/Kaart (*5 MC NC NC) Toegangscode/kaart programmering (*6 MC nn NC) Voor in/uit schakelen onder dwang drukt u op de * 7 waarna u uw systeem met uw code uit of aan schakeld. zonder dat te zien of te horen is dat het systeem actie onderneemd. PGX controle (AAN/UIT = *81/*80 of *8 te triggeren wanneer een puls reactie geprogrammeerd is), bijvoorbeeld voor het openen van een poort.* PGY controle (AAN/UIT = *91/*90 of *9 te triggeren wanneer een puls reactie geprogrammeerd is)* Naar Master mode (*0 MC – fabrieksinstelling 1234)
De * toets kan ook op afstand worden bediend via een mobiele telefoon , mits dit door de installateur is geconfigureerd.
Handleiding Jablotron Oasis
16. Het systeem keypad
Keypad indicatie led’s : ABC inschakelen status van secties – wanneer alle secties ingeschakeld zijn dan zijn de indicators A,B en C rood verlicht.
Flashen = alarm, met de weergaven van het alarm op het LCD scherm, vb: Alarm 03: Keuken Continue verlicht = foutmelding – details van de fout worden weergegeven door het indrukken van de ? toets
Spanning. Continu verlicht = spanning ok. Flashen = geen spanning, de centrale wordt gevoed via de noodstroom-batterij ABC toont status van secties – indien alle secties zijn ingeschakeld zijn led indicators (A B & C) verlicht. knippert = alarm, met constant LCD indicatie, b.v.: Alarm 03: Keuken constant = fout – details worden getoond door te drukken op de “?” toets. Power. Constant = 220v ok. Knippert = 220v uitval (systeem functioneert nog dankzij de back-up accu).
17. Het LCD display De 1e regel toont de status: getriggerde detector, Service mode etc. De 2e regel toont de beschrijving van de detector. keuken, etc.).
(bijv. 01: Voordeur, 02 Huiskamer, 03
Tonen van de status van detectoren en programmeerbare outputs: Details van actieve detectoren (bijv. open ramen) en de status van de PGX en PGY kan worden getoond door te drukken op de ? toets. Met de # toets reset u eventuele gebeurtenissen
Handleiding Jablotron Oasis
18. Keypad display sluimer-functie In normale werking mode zal een draadloos keypad gedurende 20 seconden de status van het systeem tonen na de laatste interactie om daarna in slaapstand te gaan. Bij het indrukken van een toets, of door het openen of indrukken van de klep zal het keypad terug actief worden en de actuele status weergeven. 19. Functie-Toetsen 0–9
Digitale code ingeven
*
Functie sequentie # Verlaten menu en herstel toets ABC Sneltoets voor volledig inschakelen (alle secties A, B & C) A Sneltoets voor inschakelen sectie A (bv. Partieel inschakelen garage) B In een niet gedeeld systeem: sneltoets voor inschakelen secties A en B (bv. Partieel inschakelen van de eerste verdieping en de garage). In een gedeeld systeem: sneltoets voor inschakelen van sectie B (C is alleen ingeschakeld als sectie A en B ingeschakeld zijn) ? Tonen van actieve detectoren (bijv.. open ramen), en details en PGX / PGY status. Activeren van de PGX uitgang via het keypad (zelfde effect als functie *81) Activeren van de PGY uitgang via het keypad (zelfde effect als functie *80)
Handleiding Jablotron Oasis
GEBRUIKERS HANDLEIDING OASIS
Jablotron
Handleiding Jablotron Oasis
Jablotron
Handleiding Jablotron Oasis