URBAN FLOOD MANAGEMENT DORDRECHT
ufmwp401
Ontwerpend onderzoek naar hoogwaterbestendige ontwikkeling buitendijkse stad Gemeente Dordrecht Judit Bax, Saskia van Walwijk, Arij van der Stelt en Willem Hermans Definitief concept 31 oktober 2008 www.ufmdordrecht.nl
Voorwoord eindpublicatie Urban Flood Management Dordrecht Wonen in een laaggelegen delta, dat kun je niet alleen. Steeds meer zien overheden, kennisinstituten, burgers en het bedrijfsleven dat zij elkaar nodig hebben en dat zij bovendien samen tot betere oplossingen kunnen komen. Je hebt namelijk pas iets aan een veilig land als mensen het mooi genoeg vinden om er te willen wonen. En andersom is een mooie stad waar je te vaak natte voeten krijgt ook niet leefbaar. De kernvraag is: hoe zorgen we ervoor dat Nederland nu maar ook over 50 jaar en zelfs 100 jaar nog een veilig én aantrekkelijk land is om in te wonen? Het Leven met Water project Urban Flood Management (UFM) Dordrecht laat zien hoe we samen kunnen werken aan deze vraag. Naast de waardevolle concrete uitkomsten van het project, zoals de stedelijk ontwerpen, de inzichten in hoogwater risico en potentiële schade, en in de juridische en communicatieve instrumenten, levert UFM vooral een manier van werken. Een innovatieve manier van werken die een nieuwe weg inslaat in het omgaan met hoogwater in stedelijk gebied. De UFM aanpak is niet alleen nuttig bij waterveiligheidsvraagstukken. Deze vorm van ontwerpend onderzoek kan ook goed ingezet worden bij het zoeken naar integrale oplossingen voor wateroverlast, waterkwaliteit en andere opgaven. De interactie tussen verschillende disciplines is daarbij essentieel. Daaruit komen nieuwe inzichten en ideeën. Dat is niet alleen waardevol voor de uiteindelijke oplossingsrichtingen, maar ook een verrijking voor de deelnemende personen en organisaties. Door de interactieve samenwerking hebben inzichten uit UFM bij kunnen dragen aan beleidsontwikkelingen op verschillende schaalniveaus. Ik zie graag dat deze aanpak ook vervolg krijgt in daadwerkelijke uitvoering van de ideeën. We moeten als Nederland de durf en de wil hebben om voorop te blijven lopen. Laat u met deze publicatie dan ook inspireren om op soortgelijke wijze te werken aan een klimaatbestendige inrichting van Nederland, niet alleen buitendijks maar vooral ook binnendijks. Veel leesplezier!
Annemi ek e Nijhof Directeur-Generaal Water Ministerie van Verkeer en Waterstaat
www.ufmdordrecht.nl
www.levenmetwater.nl i
Eindpublicatie UFM: digitale reader van alle einddocumenten Beste Lezer, Het document dat u voor zich heeft is één van de einddocumenten van het Urban Flood Management (UFM) Dordrecht. Hieronder vindt u een overzicht van alle UFM einddocumenten die gezamenlijk het eindresultaat vormen: de digitale UFM reader. Elk document is zowel zelfstandig leesbaar als aanvullend aan de andere documenten. Om niet in elk document een uitgebreide introductie op te hoeven nemen, is er gekozen voor een apart samenvattend document waarin de algemene projectopzet, aanpak en resultaten staan beschreven. Wij nodigen u graag uit om deze algemene UFM samenvatting te lezen voorafgaand aan de andere einddocumenten. Bedankt voor uw interesse, namens het hele UFM consortium, Ellen Kelder Chris Zevenbergen Sebastiaan van Herk
Gemeente Dordrecht Dura Vermeer Business Development Projectcoördinator namens gemeente Dordrecht
Mocht u contact op willen nemen, vanwege specifieke vragen en/of opmerkingen, kunt u een email sturen naar:
[email protected]
Inhoudsopgave digitale UFM reader Alle onderstaande documenten zijn te vinden op www.ufmdordrecht.nl.
Hoofddocumenten
Naam/Code
Titel
UFMWP101
Samenvatting UFM: introductie, conclusies en aanbevelingen Water specific issues for Urban Flood Management Resilient Building and Planning Ontwerpend onderzoek naar hoogwaterbestendige ontwikkeling buitendijkse stad Communicatie strategie buitendijkse gebieden Policy en Governance
UFMWP201 UFMWP301 UFMWP401 UFMWP501 UFMWP601 Bijlagen
UFMWP202 UFMWP203 UFMWP302 UFMWP303 UFMWP402 Derden
Statistische Berekeningen Memo Watersysteem Summary of Results Summary Design Variants Werkdocumenten Werkpakket 4 Machteld Hillebrand: Kwalitatief onderzoek naar risicocommunicatie en risicoperceptie ten aanzien van overstromingen te Dordrecht
www.ufmdordrecht.nl
www.levenmetwater.nl ii
Bij deze stad vandaan waar stegen uitlopen op steigers niet meer door boten gebruikt. Wel kan men daar gaan staan uitkijken over het eeuwig veranderlijk zichzelf blijvende water Jan Eijkelboom uit: Jan Eijkelboom (2003) Dit eiland. De Dordtse gedichten van Jan Eijkelboom. Zutphen, Walburg Pers
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Urban Flood Management Dordrecht Urban Flood Management (UFM) Dordrecht is een innovatief, praktijkgericht en vraaggestuurd onderzoeksproject naar hoogwaterbestendige en klimaatbestendige stedelijke ontwikkeling. UFM heeft hoogwaterbestendigheid en klimaatbestendigheid als nieuwe, additionele ontwerpvariabelen gebruikt voor integrale stedelijke ontwikkeling. Hoogwaterbestendige ontwikkeling houdt rekening met het overstromingsrisico nu. Klimaatbestendige ontwikkeling beschouwt ook het toekomstige overstromingsrisico onder invloed van klimaatverandering. Zo heeft het UFM project diverse klimaatscenario’s toegepast en gekeken tot het jaar 2100. Het project heeft nieuwe synergetische kansen gevonden voor ruimtelijke kwaliteit, hoogwaterveiligheid en andere opgaven. Zo kunnen aantrekkelijke, waterrijke leefomgevingen worden gecreëerd waarin op een veilige manier de dynamiek van het water beleefd kan worden. Hiervoor zijn kosteneffectieve, technische innovaties meegenomen zoals hoogwaterbestendige bebouwing. Om tot deze nieuwe oplossingsrichtingen te kunnen komen zijn diverse tools ontwikkeld om watersystemen en stedelijke systemen te kunnen analyseren. Hoe hoog kan het water komen? Hoe vaak? Hoe kwetsbaar zijn gebouwen en infrastructuur? Ook zijn juridische, beleidsmatige en bestuurlijke aandachtspunten geïdentificeerd voor deze alternatieve oplossingen en werkwijzen. Mag een bepaalde oplossing wel? Willen we het wel? Wie doet wat? En wie is verantwoordelijk? Het UFM consortium heeft de herontwikkeling van Stadswerven als casus gebruikt voor bovengenoemde kennisontwikkeling. Ook is UFM gebruikt voor beleidsontwikkeling op het raakvlak van ruimtelijke ordening, (hoog)waterbeheer en openbare orde en veiligheid. Zo verwees de commissie Veerman naar het UFM project en heeft de Provincie Zuid-Holland het project gebruikt voor haar provinciale buitendijkse waterveiligheidsbeleid. Het ontwikkelingsproject Stadswerven én andere stedelijke ontwikkelingsprojecten zouden de UFM oplossingen, tools, werkwijze en consortium kunnen gebruiken. Zo is er ook samengewerkt en samen geleerd met de steden Hamburg en Londen. Zij hebben vergelijkbare stedelijke (her)ontwikkelingsopgaven langs hun rivieren. Deze resultaten en bredere impact zijn alleen mogelijk dankzij intensive samenwerking tussen de betrokken personen, organisaties en disciplines. Het samenwerken leidt tot actief leren, van elkaar en in interactie met derden: learning by doing. De samenwerking binnen UFM is georganiseerd om het ontwerpproces, daar waar alle disciplines samen kwamen. De samenwerking met andere initiatieven is actief gezocht door alle project deelnemers, m.n. door diegenen die in verschillende wetenschappelijke en professionele netwerken opereren. Alhoewel UFM is begonnen als een onderzoeksproject, is het verworden tot een begrip en een werkwijze om waterbeheer en ruimtelijke ordening geïntegreerd en gezamenlijk aan te pakken. Dankzij UFM hebben de begrippen hoogwaterbestendigheid en klimaatbestendigheid handen en voeten gekregen. Dordrecht heeft haar imago als Hollandse waterstad waargemaakt en verder versterkt. Én tenslotte zijn er blijvende en duurzame samenwerkingsverbanden ontstaan tussen betrokken personen en organisaties.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Contents Urban Flood Management Dordrecht Samenvatting
5 8
1. 1.1 1.2 1.3
Inleiding Waarom Urban Flood Management? Werkpakket 4: ontwerpend onderzoek Leeswijzer
11 11 12 13
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
Hoogwater en de buitendijkse stad De Dordtse situatie Hoogwater en de ontwikkeling van Dordrecht: verloren en gewonnen land Het (toekomstig) speelveld van wisselende waterstanden Wat is hoogwaterbestendig ontwerpen?
15 15 16 21 23
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Casus Stadswerven Lokatiekeuze Uitgangspunten Drie stedenbouwkundige principes: terp, vloedfront en watertreden Terp Vloedfront Watertreden Drie principes terp, vloedfront en watertreden gecombineerd op Stadswerven Over hoogwater, gevolgen, communicatie en beleid Klimaatveranderingen: aanpassingsvermogen van een stadsdeel
25 25 27 29 30 34 38 42 46 48
4. 4.1 4.2 4.3
UFM in een breder perspectief51 Iedere stad en plek vereist maatwerk 51 Structuurvisie: Dordrecht als Hollandse waterstad 55 Flood management op verschillende schaalniveaus 57
5. 5.1 5.2 5.3
Slotbeschouwing59 Algemene conclusie 59 Conclusies per deelvraag 60 Aanbevelingen 62
Literatuur63 Colofon64
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Samenvatting
Inhoudelijk De overgang tussen stad en water is in een typische deltastad als Dordrecht op talloze manieren vormgegeven. Veranderlijke waterstanden van zee en rivier dwongen de stad door de eeuwen heen voortdurend tot nieuwe oplossingen om op een veilige manier te leven met water. Hogere waterstanden als gevolg van klimaatveranderingen vragen anno 2008 opnieuw om toekomstgerichte oplossingen voor een stad als Dordrecht. In het onderzoek ‘Urban Flood Management Dordrecht’ is gesteld dat het werken aan een veilige waterstad het domein is van veel verschillende vakgebieden zoals riviermorfologie, civiele techniek, bouwtechniek, bestuurskunde, communicatie, stedenbouw en architectuur. Door rivierwater niet te zien als iets wat te allen tijde moet worden weggehouden uit de stad, maar als een ruimtelijke conditie waar op verschillende manieren mee kan worden omgegaan, ontstaat een nieuwe ontwerpopgave voor stedenbouwkundigen en architecten. Deze ontwerpopgave staat centraal in dit deelonderzoek van Urban Flood Management. De volgende onderzoeksvraag is geformuleerd: Hoe kunnen de buitendijkse stadsdelen van Dordrecht hoogwaterbestendig ontworpen worden? Een buitendijks gebied is in dit onderzoek opgevat als hoogwaterbestendig wanneer het hoogwatersituaties (overstromingen) nu en in de toekomst het hoofd kan bieden. Voor het ontwerp van een stedenbouwkundig plan betekent dit dat de kans op hoogwater en de gevolgen van een hoogwatersituatie voor het betreffende stadsdeel met elkaar in evenwicht moeten zijn. Het ophogen van het maaiveld is een voor de hand liggende maatregel om een buitendijks gebied tot een fysiek hoogwaterbestendig stadsdeel te kunnen ontwikkelen. De kans op en overstroming is dan zeer klein en zelfs als deze plaatsvindt, zullen de gevolgen beperkt zijn. Naast ophogen, zijn er echter ook oplossingen te bedenken in de bebouwing en openbare ruimte die ervoor zorgen dat een buitendijks gebied veilig is ten aanzien van hoge waterstanden. Door verschillende maaiveldhoogtes toe te staan, wordt het water en de dynamiek van dit water veel beter beleefbaar. Plekken waar het water met enige regelmaat komt, vergroten het bewustzijn van het leven in een deltastad en maken een bijzonder, Dordts woon- en leefmilieu mogelijk. Daarnaast kunnen oplossingen in de bebouwing en openbare ruimte relevant zijn voor bestaande stadsdelen die niet zonder meer kunnen worden opgehoogd. De keuze voor een bepaalde oplossing is afhankelijk van de lokale condities en karakteristieken van een plek. Vaak zijn ook combinaties mogelijk. Omdat een delta geen eindtoestand kent en toekomstige waterstanden onzeker zijn, vraagt iedere oplossing om een slimme ruimtelijke structuur die kan worden aangepast in de tijd.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Reflectie op het proces De ligging van Dordrecht op de grens van een rivierenlandschap en een delta zorgt voor een specifiek schema van waterstanden die met een bepaalde frequentie kunnen optreden. Daarnaast kent Dordrecht buitendijks gelegen land dat door natuurlijke processen en menselijk handelen een bepaalde vorm, hoogtemaat en inrichting heeft gekregen. In dit ontwerpende onderzoek heeft de confrontatie tussen rivier en stad, water en land met ieder hun eigen specifieke karakteristieken een centrale rol gespeeld: de wisselende waterstanden op de rivieren rond Dordrecht, de frequentie waarmee een bepaalde waterstand kan optreden en de manier waarop een buitendijks stadsdeel met verschillende maaiveldhoogten, bebouwingstypen en buitenruimtetypen hierop reageert. Voor dit spel tussen waterstanden van de rivieren enerzijds en de stedenbouw en architectuur van een stad anderzijds is voor een ontwerper expertise van andere vakgebieden onontbeerlijk. Een overzicht van de huidige en verwachte waterstanden bij Dordrecht, het gedrag van de rivieren in een hoogwatersituatie, de gevolgen van een overstroming en de techniek van hoogwaterbestendige bebouwing en openbare ruimte zijn belangrijke input geweest voor de ontwerpvoorstellen. Discussies met verschillende experts uit het UFM-consortium hebben daarnaast een grote rol gespeeld in het verduidelijken van de ruimtelijke (ontwerp)opgave voor Dordrecht in relatie tot de waterveiligheid. In dit onderzoek is de basis gelegd voor een vernieuwde benadering van de wateropgaven in de stad. Hiermee is dit onderzoek niet ‘af’, maar identificeert het wel de belangrijkste vraagstukken waar een stad als Dordrecht creatieve antwoorden op nodig heeft, om een veilige waterstad te zijn en te blijven.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
10
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
1. Inleiding
1.1
Waarom Urban Flood Management?
Urban flood management betekent letterlijk het beheersen van de risico’s van hoge waterstanden op het niveau van de stad. Dit is in feite van alle tijden. Inwoners van delta- en rivierengebieden over de hele wereld hebben door de eeuwen heen steeds opnieuw oplossingen gevonden om op een comfortabele manier te leven in de nabijheid van het water en optimaal te profiteren van de (economische) lusten van dat water. Een stijgende zeespiegel en hogere piekafvoeren van de rivieren in de komende eeuw, als gevolg van klimaatveranderingen, vragen opnieuw om toekomstgerichte oplossingen die ook in de 21ste eeuw stad en land in het delta- en rivierengebied leefbaar houden. In veel Europese steden aan rivieren wordt momenteel aan waterfrontontwikkelingen gewerkt. Braakliggende, verrommelde en verouderde oevers worden getransformeerd tot moderne volwaardige stadsdelen. Deze plekken op de grens van land en water bieden veel mogelijkheden voor het maken van nieuwe aantrekkelijke leefmilieus en geven steden de kans om hun identiteit als waterstad opnieuw vorm te geven. De ligging van deze gebieden direct in de rivier, buitendijks, maakt dat ze echter niet zonder meer veilig zijn ten aanzien van overstromingen. In het onderzoek ‘Urban Flood Management Dordrecht’ is gesteld dat het werken aan een veilige waterstad het domein is van veel verschillende vakgebieden zoals riviermorfologie, civiele techniek, bouwtechniek, bestuurskunde, communicatie, stedenbouw en architectuur. Door rivierwater niet te zien als iets wat te allen tijde moet worden weggehouden uit de stad, maar als een ruimtelijke conditie waar op verschillende manieren mee kan worden omgegaan, ontstaat een nieuwe ontwerpopgave voor stedenbouwkundigen en architecten. Deze ontwerpopgave staat centraal in dit deelonderzoek van Urban Flood Management.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
11
1.2
Werkpakket 4: ontwerpend onderzoek
Doelstelling Het project Urban Flood Management Dordrecht heeft tot doel te komen tot een aanpak voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de buitendijkse stadsdelen waarbij rekening is gehouden met het actuele en verwachte toekomstige overstromingsrisico [1]. Het onderzoek bestaat uit verschillende werkpakketten die zich bezig houden met verschillende aspecten: overstromingsgedrag, schade, communicatie, ruimtelijk ontwerp en beleid- en regelgeving. In dit werkpakket (WP4) staat het ruimtelijk ontwerp centraal en is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd:
Figuur 1.1 Schema met de relatie van Werkpakket 4 (WP4) met de andere werkpakketten.
Hoe kunnen de buitendijkse stadsdelen van Dordrecht hoogwaterbestendig ontworpen worden? Werkwijze Door middel van een ontwerpend onderzoek wordt in dit werkpakket verkend hoe op stedenbouwkundig en architectonisch niveau een stedelijk gebied bestendig gemaakt kan worden tegen hoogwater. De wisselende waterstanden op de rivieren worden gebruikt als een ontwerpvariabele in het ontwerp van stedenbouwkundige modellen voor een casus in Dordrecht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de expertise van andere werkpakketten op het gebied van techniek, schade, overstromingsgedrag en veiligheid. In figuur 1.1 is de relatie met de andere werkpakketten verbeeld.
SCHADE-ANALYSE
OVERSTROMINGSFREQUENTIES + FILMPJES
ONTWERPVOORSTELLEN
WP4: Ontwerpend onderzoek
WP2: Risico-analyse (overstromingsmodel)
ONTWERPVOORSTELLEN
STEDENBOUWKUNDIGE INRICHTINGSPRINCIPESPRINCIPES
WP5: Communicatiestrategie WP6: Beleid- en regelgeving
12
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
WP3: Veerkrachtig plannen en bouwen (schademodel)
1.3
Leeswijzer
In deze rapportage worden de resultaten van dit ontwerpende onderzoek beschreven. In de volgende drie hoofdstukken zijn drie deelvragen geformuleerd: - Wat betekenen actuele en toekomstige waterstanden voor de buitendijkse stad? In hoofdstuk 2 wordt de opgave ten aanzien van hoogwater voor de buitendijkse stad geanalyseerd. - Hoe kan Stadswerven hoogwaterbestendig ontworpen worden? In hoofdstuk 3 wordt aan de hand van een casus, de buitendijks gelegen lokatie Stadswerven in Dordrecht, ontwerpend onderzocht hoe een nieuwe ontwikkeling hoogwaterbestendig kan worden gemaakt. - Hoe breed is deze Dordtse kennis toepasbaar? In hoofdstuk 4 worden de bevindingen uit de vorige twee hoofdstukken in een breder perspectief geplaatst. In het hoofdstuk Slotbeschouwing staan de algemene en deelconclusies beschreven en worden aanbevelingen gedaan.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
13
Noordzee
Rijn
14
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Maas
Op de vorige pagina: Figuur 2.1
2. Hoogwater en de buitendijkse stad
De ligging van Dordrecht op de overgang van een delta- en rivierenlandschap.
In dit hoofdstuk wordt de opgave voor de ruimtelijke ontwikkeling van de buitendijkse stad in relatie tot hoogwater en klimaatverandering verkend. Leidend is de vraag: Wat betekenen actuele en toekomstige waterstanden voor de buitendijkse stad?
2.1
De Dordtse situatie
Dordrecht is een typische waterstad. De stad is letterlijk gevormd door water: overstromingen veranderden de topografie drastisch; de ligging aan het water bracht Dordrecht ook grote welvaart. De invloed van water is vandaag de dag nog op veel plekken in de stad zichtbaar: een historisch havengebied, dijkstructuren, kreken, killen en biesbossen geven stad en eiland een uniek karakter.
Figuur 2.2 Het buitendijkse gebied van de Drechtsteden met rood omlijnd het plangebied van de Drechtoevers en zwart de lokatie Stadswerven.
Dordrecht is een stad op de overgang van het rivierengebied en de delta, zie figuur 2.1. De grote rivieren uit het oosten, de Rijn en de Maas, vertakken en komen weer samen op hun weg richting zee. Binnen dit stelsel van rivieren liggen verschillende eilanden. Dordrecht ligt op een van deze eilanden en vormt samen met de dorpen op de aangrenzende oevers een regio van zo’n 280.000 inwoners, De Drechtsteden. Wisselende afvoeren van Rijn en Maas en het getijdeverloop van de Noordzee zorgen voor fluctuerende waterstanden in het gebied. Het gemiddelde getijdeverschil bij Dordrecht is vandaag de dag nog 70 cm. Dordrecht is samen met de andere gemeenten van de regio Drechtsteden bezig met het heroveren van haar positie aan het water. In de jaren negentig is het masterplan ‘Drechtoevers‘ [2] opgesteld. Basis van het plan is de Drechtsteden te verbinden, over het water heen. Verouderde bedrijventerreinen aan de rivier worden omgevormd tot nieuwe stedelijke gebieden. Deze lokaties liggen grotendeels buitendijks en zijn niet zonder meer veilig ten aanzien van overstromingen. In figuur 2.2 is het buitendijks gebied aangegeven met het plangebied van de Drechtoevers en de casus in dit onderzoek: Stadswerven.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
15
2.2
Hoogwater en de ontwikkeling van Dordrecht: verloren en gewonnen land
De ruimtelijke ontwikkeling van de stad Dordrecht is sterk verbonden met het gedrag van zee en rivieren. Periodes van onstuimig en relatief rustig gedrag wisselden elkaar af in de afgelopen eeuwen en zorgden voor een constant veranderend landschap rond Dordrecht. De bewoners in dit gebied waren dan ook voortdurend genoodzaakt tot het nemen van maatregelen om zich tegen hoge waterstanden te beschermen. De Sint Elisabethsvloed in 1421 is misschien wel de belangrijkste gebeurtenis geweest voor de ruimtelijke ontwikkeling van Dordrecht. De Grote Waard, de grote polder waar Dordrecht voor 1421 in lag, werd door grote overstromingen vanuit zee en rivieren voor een belangrijk deel weggeslagen. Dordrecht bleef over als een eilandje in een grote ondiepe binnenzee. In figuur 2.3 is een reconstructie van deze gebeurtenis getekend.
16
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Figuur 2.3 Reconstructie van de situatie voor en na de St. Elisabethsvloed van 1421.
Rotterdam
de Merwe
Alblasserwaard
Alblasserwaard
Oud
de M aas
Swindrechtse Waard de
Me rwe
Tijssselingswaard
Dordtse Waard
Merwede
de Waal
WERKENDAM
DORDRECHT
e Ma as
Dordrecht
Land van Altena
Grote Waard Zuid-Hollandse Waard inbraak 18 november 1421
Land
BROEK
Battervliet
Wijvekeen
Strie
ne
van Heusden
0
4 KM
0
4 KM
Reconstructie van de situatie voor 1421. Dordrecht maakte voor 1421 deel uit van de Grote
De situatie meer dan 100 jaar na de Sint Elisabethsvloed van 1421: Dordrecht is na de overstro-
Waard, een verzameling waarden die tegen hoogwater werd beschermd door een ringdijk. De
mingen achtergebleven als eilandje in een grote ondiepe binnenzee. In de eeuwen na de vloed
loop van de rivieren zag er destijds heel anders uit dan nu.
vallen verschillende delen van deze binnenzee weer droog.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
17
Analyse van een reeks historische kaarten (zie figuur 2.4) brengt de dialoog tussen mens en water in de eeuwen na de Sint Elisabethsvloed in beeld. In de luwte van de hoofdwaterstromen kwam door sedimentatie land droog te liggen, tegen de stad Dordrecht aan (aanwassen) of als eilandjes in de ondiepe binnenzee (opwassen). De aanwassen ten zuidoosten van de oude stad werden vanaf de 16e eeuw bedijkt. De verschillende fases van deze bedijking zijn nog steeds zichtbaar in de waaiervormige dijkenstructuur op het eiland van Dordrecht (zie de situatie 1730 in figuur 2.4). Buiten dit stelselmatige bedijkingsproces zijn grofweg vier gebieden rond Dordrecht te onderscheiden die nooit op grote schaal bedijkt werden (zie de situatie 2008 in figuur 2.4): A Het Historisch Havengebied Het gebied ten noordwesten van de Voorstraat is in de 13e eeuw grotendeels aangeplempt en opgehoogd. Tegenwoordig zijn de kadehoogten tussen de +1.75 en +2.5 m NAP [3]. B Het Zeehavengebied De kleine groep eilanden ten westen van de bedijkingen kwam na het graven van de Dordtse Kil tegen Dordrecht aan te liggen. In de jaren zestig werden hier zeehavens gegraven. Het land werd fors opgehoogd. Sommige delen van het zeehavengebied liggen tegenwoordig meer dan 5 m boven NAP [4]. C De Dordtse Biesbosch Het eilanden- en krekenstelsel ten zuiden van de bedijkingen werd na het graven van de Nieuwe Merwede in 1874 in tweeën gesneden. Het noordwestelijk deel tegen Dordrecht aan vormt tegenwoordig de Dordtse Biesbosch. Getijden overstromen nog elke dag delen van dit gebied. D De Staart Het eilandenrijk ten oosten van de bedijkingen ligt ingeklemd door de rivieren het Wantij en de Beneden Merwede. Het westelijk deel van de Staart is door de komst van verschillende industrieën en woonwijken opgehoogd en ligt nu tussen de +2.5 en +4 m NAP [4]. Het oostelijk deel is de Sliedrechtse Biesbosch, een mix van landbouw en natuurgebied. Water krijgt hier in de toekomst weer meer vrij spel.
18
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Figuur 2.4 Kaartenreeks met analyse van de landschappelijke ontwikkeling van het buitendijkse gebied op het eiland van Dordrecht. Het buitendijkse gebied is in de tekeningen blauwgroen gekleurd.
1659
1699
1730
A
D
B
C 1833
1856
2008
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
19
In de periode 1970 t/m 2004 is de hoogste waterstand opgetreden op 28 januari 1994. Bij Dordrecht is een waterstand opgetreden van NAP + 2,50 m, bij ’s Gravendeel NAP + 2,39 m en bij Moerdijk NAP + 2,18 m. Deze hoge waterstanden waren het gevolg van de extreem hoge afvoer van de
Figuur 2.5
Rijn, waarbij de hoge waterstand bij
De huidige en verwachte waterstanden bij Dordrecht
Dordrecht mede het gevolg was van
afgezet tegen de maaiveldhoogte van het buitendijkse
een verhoogde waterstand op zee.
gebied van Dordrecht.
In deze periode was de laagste waterstand resp. NAP - 0,71 m op
N.A.P. (M)
huidige waterstanden
18 januari 1972, NAP - 0,64 m op 20 januari 1979 en NAP - 0,51 m op 23 december 1974. Ook deze laagste waterstand bij Dordrecht is sterk beïnvloed door een waterstandsverlaging
waterstanden over 100 jaar volgens KNMI WB21 midden scenario
5.00
waterstanden over 100 jaar volgens KNMI WB21 hoge scenario
4.00
op zee.
eens in 2000 jaar eens in 500 jaar eens in 100 jaar eens in 50 jaar eens in 10 jaar
3.40
1 keer per jaar
2.40
10 keer per jaar
3.20
3.00 2.90 2.70
1.80
gemiddeld hoogwaterpeil
1.55
gemiddeld hoogwaterpeil
1.30
gemiddeld laagwaterpeil nu
STADSWERVEN tussen 2.50+ en 3.50+ m NAP)
2.00
100 keer per jaar
gemiddeld hoogwaterpeil nu
NOORDENDIJK
HISTORISCH HAVENGEBIED (kadehoogten tussen 1.70+ en 2.55+ m NAP)
1.00 0.90
0.20
0.00 BINNENDIJKSE STAD (tussen 0.80- en 0 NAP)
20
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
1.00-
2.3
Het (toekomstig) speelveld van wisselende waterstanden
In dit onderzoek is het zogenaamde WB21 midden scenario over 100 jaar als uitgangspunt genomen voor de toekomstige waterstanden bij Dordrecht. Dit is een van de drie scenario’s voor Nederland die het KNMI in 2000 heeft samengesteld voor de Commissie Waterbeheer 21ste eeuw [5]. Dit midden scenario gaat uit van een mondiale temperatuurstijging van 2˚ C, een absolute zeespiegelstijging van 60 cm voor de Nederlandse kustzone, een neerslagtoename van 6% in Nederland, hogere en langdurigere piekafvoeren van de rivieren. In Werkpakket 2 is dit scenario vertaald naar de Dordtse situatie [6]. Op basis hiervan neemt de kans bij Dordrecht met een factor 10 toe: een waterstand die nu eens in de 10 jaar kan voorkomen, zou over 100 jaar eens per jaar voorkomen. Over 100 jaar hoort bij een kans van 1/2000 jaar een hoogwaterstand van +3,40 m NAP. Dit is 40 centimeter hoger dan nu. Ter illustratie: de hoogtemaat van de primaire waterkeringen in Dordrecht wordt gebaseerd op een waterstand die 1/2000 jaar kan voorkomen, maar is wel een stuk hoger dan deze waterstand in verband met onzekerheid en golfoverslag. Wat betekent dit scenario voor de buitendijkse stad? Het actuele en verwachte toekomstige overstromingsrisico is in de meeste buitendijkse stadsdelen van Dordrecht relatief laag. Door de hoge ligging van veel buitendijkse stadsdelen - tussen de +3 en +5 m NAP - is op dit moment, maar op basis van het WB21 midden scenario ook over 100 jaar de kans op een overstroming vrij klein. Zelfs als een overstroming plaatsvindt, is dit een heel ander fenomeen dan een overstroming van het binnendijkse gebied. Het water komt langzaam op, de waterdiepte blijft klein, de stroomsnelheid relatief laag en het water trekt zich vanzelf terug. Dit betekent dat de impact van een overstroming in een dergelijk gebied over het algemeen relatief klein is. Uitzondering vormt het historisch havengebied dat met kadehoogten tussen de +1.70 en +2.55 m NAP op basis van het midden scenario in de toekomst in meer of minder mate frequent met natte voeten te maken krijgt.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
21
Figuur 2.6 Schema met de gedachtelijn voor de inrichting van een buitendijks stedelijk gebied: hoe groter de kans op een overstroming, hoe meer openbare ruimte en bebouwing worden aangepast aan een hoogwatersituatie, zodat de gevolgen (lasten) van het water minimaal zijn en de lusten (water als woon- en leefkwaliteit) maximaal. Het schema is niet bedoeld als blauw-
N.A.P.
druk voor de inrichting van een buitendijks gebied, maar als hulpmiddel voor het ontwerpproces.
(M)
HUIDIGE WATERSTANDEN
5.00
WATERSTANDEN OVER 100 JAAR VOLGENS HET MIDDEN SCENARIO
4.00
eens in 2000 jaar eens in 500 jaar 3.00 eens in 100 jaar 2.90 eens in 50 jaar 2.80 2.70 eens in 10 jaar 2.60 3.40
norm waarop dijken gedimensioneerd worden in Dordrecht
overlastnorm bebouwde inundatiegebieden bron: Nationaal Bestuursakkoord Water
niet-aangepaste bebouwing en openbare ruimte hoge routes hoogwaterbestendig straatmateriaal en vegetatie
eens in 10000 jaar eens in 2000 jaar eens in 500 jaar eens in 100 jaar eens in 50 jaar eens in de 10 jaar 1 keer per jaar 10 keer per jaar 100 keer per jaar
hoogwaterbestendige ondergrondse infra bebouwing met waterdichte voet
gemiddeld hoogwaterpeil
3.20
2.50 2.40 2.30
2.00 10 keer per jaar 1.80 1.70
100 keer per jaar
1.40 1.30
gemiddeld hoogwaterpeil
1.00 0.90
bebouwing en openbare ruimte op palen amfibische bebouwing en openbare ruimte (normaal op vaste grond, kan drijven met hoogwater)
gemiddeld laagwaterpeil
0.20
0.00
drijvende bebouwing en openbare ruimte
22
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
1 keer per jaar
1.00-
Figuur 2.7
2.4
Wat is hoogwaterbestendig ontwerpen?
Het idee van de lifeline is geopperd tijdens de Masterclass Europan Dordrecht in 2006 [8]. Dijken en andere hooggelegen routes zijn de lifelines van de stad. Zij zijn ook tijdens hoogwater bruikbaar en vormen de verbinding tussen lage
In een buitendijks stedelijk gebied in Dordrecht is een overstroming als fenomeen geen ramp: er kunnen in principe geen slachtoffers vallen en het leven wordt niet volledig ontwricht. Hoogwater zorgt in het slechtste geval voor een forse overlastsituatie.
en hoge gebieden in de stad.
Een buitendijks gebied is in dit onderzoek opgevat als hoogwaterbestendig wanneer het hoogwatersituaties (overstromingen) nu en in de toekomst het hoofd kan bieden. Voor het ontwerp van een stedenbouwkundig plan betekent dit dat de kans op hoogwater en de gevolgen van een hoogwatersituatie voor het betreffende stadsdeel met elkaar in evenwicht moeten zijn. De kans op hoogwater is in het buitendijkse gebied afhankelijk van de maaiveldhoogte. Hoe groter de kans op een overstroming, hoe meer maaiveld of bebouwing en openbare ruimte moeten worden aangepast om de gevolgen te minimaliseren, zie figuur 2.6. In de ontwerpfase van een nieuw stadsdeel kunnen oplossingen om een stad fysiek hoogwaterbestendig te maken worden gecombineerd met het ruimtelijk beeld dat men met het plan wil realiseren. Tegelijkertijd moet de ruimtelijke structuur van het plan voldoende flexibel zijn om zich te kunnen aanpassen aan stijgende waterstanden in de toekomst. Naast fysieke interventies zijn ook maatregelen op het gebied van communicatie en beheer van belang. Algemeen uitgangspunt is geweest dat het gebied in alle gevallen goed ontsloten moet blijven op de omgeving, zodat mensen er in en uit kunnen en het gebied ook voor nood- en hulpdiensten bereikbaar blijft. Dit betekent dat er altijd een systeem van hoge routes aanwezig moet zijn in het gebied die aansluiten op andere hoge routes in de stad. In dit onderzoek worden deze hoge routes lifelines genoemd, zie figuur 2.7.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
23
24
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Op de vorige pagina: Figuur 3.1
3. Casus Stadswerven
Vogelvluchtluchtfoto met op de voorgrond Stadswerven omlijnd.
In dit hoofdstuk wordt het buitendijkse gebied Stadswerven gebruikt om verschillende ruimtelijke oplossingen voor het beheersen van wisselende waterstanden te testen. Centraal staat de vraag: Hoe kan Stadswerven hoogwaterbestendig ontworpen worden?
3.1
Lokatiekeuze
Stadswerven is een buitendijks gebied dat ligt aan de rivieren het Wantij en de Merwede. Het is een voormalig industriegebied van 30 ha dat de komende jaren als onderdeel van het project Drechtoevers wordt getransformeerd naar een binnenstedelijk gebied met woningen, voorzieningen en kantoren. De gemiddelde maaiveldhoogte van het gebied is ongeveer +3 m NAP. In het stedenbouwkundig plan dat is vastgesteld in 2004 [7] is gekozen voor het ophogen van het gebied naar +4 m NAP om de veiligheid ten aanzien van overstromingen te waarborgen. Stadswerven is aan veel kanten omgeven door water. Dit water is in allerlei soorten en maten aanwezig: een grote rivier, de Merwede, die vooral gebruikt wordt door de beroepsvaart, een kleinere rivier, het Wantij, die een belangrijke recreatieve functie heeft, havenbekkens en het recent weer opengegraven riviertje Vlij. De verschillende soorten water met verschillende gebruiksmogelijkheden maken allerlei typologieën van bebouwing en openbare ruimte mogelijk. Dit maakt Stadswerven tot een interessante casus voor het UFM-onderzoek. Een unieke plek vraagt om een bijzondere invulling in relatie tot het water. Naast het ophogen van het maaiveld zijn dan wellicht ook andere oplossingen kansrijk. Deze oplossingen kunnen een leerschool zijn voor andere buitendijkse ontwikkelingen in de regio en voor de binnenstad.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
25
26
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Op de vorige pagina:
3.2
Uitgangspunten
Figuur 3.2 Luchtfoto van Stadswerven (donkergrijs gekleurd).
Stadswerven moet zich ontwikkelen tot een aantrekkelijk binnenstedelijk gebied met verschillende publieke voorzieningen voor Dordtenaren en mensen van buiten de stad. In het gebied zijn zo’n 1200 woningen gepland. De buitendijkse ligging, aan een kruispunt van vier rivieren en direct grenzend aan het oude centrum van Dordrecht maakt van Stadswerven een unieke plek aan het water. Op deze plek kan Dordrecht z’n identiteit als Hollandse waterstad opnieuw uitvinden en vormgeven. In de ontwerpvoorstellen die in dit onderzoek worden gedaan, zijn de volgende keuzes gemaakt: - E r is gekozen om te werken met een tijdshorizon van bijna 100 jaar voor een inschatting van de waterstanden (toekomstscenario voor 2100). Dit vanuit de visie dat de ruimtelijke structuur van een nieuw te ontwikkelen stadsdeel eeuwen mee kan als het goed gebeurt; - E r is gewerkt met het zogenaamde WB21 midden scenario omdat er in een ontwerpproces uiteindelijk concrete maten nodig zijn om mee te werken. Uitgangspunt is geweest dat de flexibiliteit, het vermogen om zich aan te passen aan onzekere (stijgende) waterstanden, niet alleen zit in directe investeringen aan bebouwing en openbare ruimte op dit moment, maar juist ook in de mogelijkheden om bebouwings- en openbare-ruimtestructuren in een later stadium nog te kunnen aanpassen als dat nodig blijkt te zijn. - U itgangspunt is geweest dat hoogwater in de stad wel toelaatbaar is, maar niet binnen in woning, kantoor of winkel. Waterschade aan inboedels wordt niet aanvaardbaar geacht. De kans hierop wordt in de ontwerpvoorstellen dan ook geminimaliseerd; - L angs de rivier de Beneden Merwede is rekening gehouden met een bebouwingsvrije zone van 25m in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze vaarweg. Langs het Wantij staat de bebouwing veel dichter bij het water, maar zijn wel maatregelen voorgesteld ten behoeve van aanvaarbeveiliging en plasbrandbeveiliging. - U itgangspunt is geweest dat het gebied in principe altijd bereikbaar moet blijven voor nood- en hulpdiensten en ontsloten moet blijven naar de rest van de stad, zodat mensen ook altijd het gebied uit kunnen. - I n de ontwerpvoorstellen is ook het Lijnbaangebied meegenomen ondanks dat herontwikkeling van dit gebied op dit moment niet aan de orde is.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
27
FOTO STADSWERVEN
Figuur 3.3 Stadswerven anno 2008, gezien vanaf het westen. Helemaal links op de foto is nog net de rivier Beneden Merwede te zien. Tussen Merwede en Wantij ligt de Kop van de Staart. In het verlengde van het Wantij is het Watertorenterrein zichtbaar. Rechts op de foto ligt het Lijnbaangebied dat grenst aan de Noordendijk.
28
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
3.3
Drie stedenbouwkundige principes: terp, vloedfront en watertreden
Het stedenbouwkundig plan voor Stadswerven uit 2004 is in dit onderzoek als vertrekpunt genomen. Om het gebied veilig te maken ten aanzien van hoogwater is er in dit plan gekozen voor het ophogen van het maaiveld, het principe terp. Hierop zijn twee alternatieve principes bedacht: vloedfront en watertreden. Deze drie stedenbouwkundige principes zijn als uiterste modellen getest op Stadswerven. In het schema hieronder staan de drie modellen beschreven: Terp
Vloedfront
Watertreden
Ophogen maaiveld tot +4 m NAP
Waterdichte linie van bebouwing en openbare ruimte langs rivieroevers
Toestaan verschillende maaiveldhoogtes met verschillende aangepaste bouwvormen
Gebied zal (vrijwel) nooit overstromen
Op basis van huidige maaiveldhoogte (ongeveer +3 m NAP) zal gebied soms overstromen
Hoe lager het maaiveld t.o.v. het water, hoe vaker het gebied met een overstroming te maken kan krijgen.
Op de volgende pagina’s worden de drie principes uitgebreider beschreven en als drie extreme modellen voor Stadswerven verder uitgewerkt.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
29
3.4
Terp
Een terp is in feite een kunstmatig opgehoogde ondergrond die bij hoogwater een droge plek biedt. Het historisch havengebied en de buitendijks gelegen woonwijken en havengebieden van Dordrecht kennen een terpachtige ondergrond. Natuurlijke en kunstmatige ondergrond In het landschap waar Dordrecht is ontstaan, leende de natuurlijke ondergrond van veen, opwassen en aanwassen zich niet tot nauwelijks voor vestiging zonder aanpassing van die ondergrond. Bijna altijd was grondverbetering nodig en werd een kunstmatige ondergrond gerealiseerd alvorens een gebied permanent bewoond werd. Daarnaast klonk de (veen)ondergrond in, wat leidde tot verzakkingen, waardoor het kunstmatig ophogen van de ondergrond een permanent terugkerende handeling was. Het historisch havengebied Dordrecht is ontstaan als een bebouwingslint op de oeverwallen van het riviertje de Thuredrith, ongeveer de huidige Voorstraatshaven, en werd uitgebreid naar twee kanten: de zogenaamde landzijde (aan de binnenkant van de Voorstraat, de latere dijk) en poortzijde, het tegenwoordig buitendijks gelegen havengebied. Aan de poortzijde zijn in de loop van de tijd voor het ophogen van de ondergrond verschillende methoden gebruikt, zoals het individueel ophogen van huizen en kavels, meer stelselmatigere ophogingen, het bouwen van hoofden en aanplempingen buiten het hoofd [9]. Zie figuur 3.4 en 3.5.
30
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Poortzijde
Landzijde
Figuur 3.4
Figuur 3.5
Figuur 3.6
Het historisch centrum van Dordrecht. De Voor-
Een archeologische doorsnede uit de ondergrond van de Poortzijde met de
Een terp (griendheuvel) in het agrarische poldergebied op het eiland van
straatshaven vormt de grens tussen het buiten-
verschillende fases van ophogen verbeeld.
Dordrecht.
dijks deel (de Poortzijde) en het binnendijks deel (de Landzijde). De Poortzijde is in verschillende fases opgehoogd.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
31
Figuur 3.7 Verschillende lagen van het model Terp.
Terp als stedenbouwkundig model voor Stadswerven LAND EN WATER
0
In het model Terp wordt het maaiveld opgehoogd naar +4 m NAP. Op basis van deze hoogte zal het gebied (vrijwel) nooit overstromen. Daarom is de bebouwing en openbare ruimte niet aangepast op hoogwater. Zie figuur 3.7 en 3.8.
200 M
LIFELINENETWERK Dijken en andere hoge wegen zorgen ervoor dat gebied onder alle omstandigheden bereikbaar is.
0
200 M
BEWERKING MAAIVELD Het maaiveld wordt in z’n geheel opgehoogd naar +4 m NAP.
0
200 M
STEDELIJK WEEFSEL De structuur van bebouwing en openbare ruimte houdt geen rekening met water in het gebied.
32
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL 0
200 M
De terp is een van de oudste hoogwaterbestendige stedenbouwkundige principes: al eeuwen geleden zochten bewoners in dit laagland de hoogste plekken in het landschap op om zich te vestigen en als deze er niet waren, dan creëerden ze deze plekken kunstmatig. Het model Terp bouwt voort op een traditie van (kunstmatig) ophogen in de zones tussen de dijk en de rivier en past in stedelijke hoogwaterstrategie waar hoge gebieden, bruggen, wegen en dijken een netwerk van droge plekken vormen in tijden van nood.
DIJK 4 m +NAP
MAAIVELD BUITENDIJKS GEBIED 4 m +NAP
N.A.P. (M)
20
10
GHW 0,90 m +NAP
+3.40 +NAP | 1x in de 2000 jaar +2.40 +NAP| 1x per jaar +1.30 +NAP | GHW 0
Figuur 3.8 Principedoorsnede van het model ‘Terp‘ Kunstmatig opgehoogd maaiveld naar +4 m NAP Hoogwater in gebied komt (vrijwel) nooit voor Bebouwing en openbare ruimte is hier dan ook niet op ingericht
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
33
3.5
Vloedfront
Een vloedfront is in feite een waterkering geïntegreerd in een front van bebouwing en openbare ruimte, al dan niet vast of flexibel.
(Op de volgende pagina) Figuur 3.9 Voorbeelden van (potentiële) vloedfronten: 1 en 2: Vloedschotten Voorstraat, Dordrecht
Het is een principe dat in Nederland in verschillende vormen is toegepast in oude binnensteden. Door de dichte en vaak monumentale bebouwing kon het maaiveld op den duur niet meer structureel opgehoogd worden. Waterstanden werden wel hoger en daarom waren andere oplossingen noodzakelijk om droge voeten te houden. Oude lineaire structuren zoals dijken, kades, stadsmuren en waterfronten werden gebruikt. Ophogingen, permanent of tijdelijk, werden geïntegreerd in de bebouwings- en openbare ruimtestructuur van de stad. Voor voorbeelden, zie figuur 3.9.
3 en 4: Dordtse Wand, Noordendijk, Dordrecht 5: Keermuur en -deur Scheldekaaien Antwerpen 6: Stadsmuur Kampen 7: Amstelsluis, Amsterdam 8: Stadswallen Gorinchem 9: Java-eiland, Amsterdam 10: Pakhuizen Korte Engelenburgerkade, Dordrecht
Vloedplanken op de Voorstraat De Voorstraat in Dordrecht is een voorbeeld van een flexibel vloedfront. De Voorstraat is een dijk en al eeuwenlang onderdeel van de primaire waterkering die de binnendijkse stad tegen hoogwater beschermd. Al in het begin van de 20ste eeuw werd gezocht naar oplossingen om de Voorstraat als dijk te verhogen. Omdat ophogen van het dijklichaam zelf geen optie was, is het vloedschottensysteem bedacht. In de gevels van de panden aan de waterzijde van de Voorstraat (en ook die van de Prinsenstraat en Riedijk) zijn pinnen bevestigd. Hierin kunnen tijdens hoge waterstanden vloedplanken gehangen en vastgeschroefd worden die het water keren. In de open ruimtes tussen de panden zijn trappen gemaakt die ook een kerende functie hebben. Ieder jaar wordt tijdens het zogenaamde Vloedschottenfestival het plaatsen van de schotten geoefend en gecontroleerd of de betreffende gevels nog aan de eisen voldoen.
34
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
11: Hafencity, Hamburg 12: Werfkelders Bassin, Maastricht
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
35
Figuur 3.10 Verschillende lagen van het model Vloedfront.
Vloedfront als stedenbouwkundig model voor Stadswerven LAND EN WATER
0
200 M
In het model Vloedfront is uitgegaan van de huidige maaiveldhoogte (gemiddeld tussen +3 en +3.5 m NAP). Op basis hiervan zal het gebied soms overstromen. Dit betekent dat er aangepast moet worden gebouwd, maar ook dat er gezocht moet worden naar relatief simpele oplossingen die ook nog een andere betekenis hebben dan alleen floodproof. Zie figuur 3.10 en 3.11.
LIFELINENETWERK Dijken en andere hoge wegen zorgen ervoor dat gebied onder alle omstandigheden bereikbaar is.
0
200 M
BEWERKING MAAIVELD Bebouwing en openbare ruimte zorgen voor een waterdichte linie langs de oevers die de hooggelegen delen verbindt
0
200 M
STEDELIJK WEEFSEL Een dicht weefsel van bebouwing met relatief kleine openingen hiertussen
36
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL 0
200 M
De bebouwing en openbare ruimtes langs het water vormen in dit model een waterdichte gesloten linie die in geval van zeer hoogwater het gebied erachter droog houden. Deze linie sluit aan op al hoger gelegen delen in de omgeving. Het floodproof maken van de vloedfrontbebouwing en openbare ruimte wordt gecombineerd met typisch stedelijke typologieën zoals een verhoogd maaiveld boven een parkeergarage, een terras, een arcade. Het model Vloedfront is geïnspireerd door de Voorstraat in Dordrecht, een eeuwenoude dijk, maar ook hoofdwinkelstraat, die als waterkering met de tijd opgehoogd is door aanpassingen in de bebouwing en openbare ruimte aan de havenzijde: te plaatsen vloedschotten voor de gevels en muurtjes en trappen voor de openbare ruimte tussen de bebouwing.
DIJK 4 m +NAP
MAAIVELD BUITENDIJKS GEBIED 3 m +NAP
N.A.P. (M)
20
10
GHW 0,90 m +NAP
+3.40 +NAP | 1x in de 2000 jaar +2.40 +NAP| 1x per jaar +1.30 +NAP | GHW 0
Figuur 3.11 Principedoorsnede model ‘Vloedfront‘ Bestaande maaiveldhoogte tussen +3 en +4 m NAP is uitgangspunt Hoogwater in gebied komt incidenteel voor Bebouwing en openbare ruimte is met tijdelijke of permanente maatregelen hierop voorbereid
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
37
3.6
Watertreden
In een havenstad wordt vanoudsher op en rond de oevers van rivier en haven de grens tussen land en water in de bebouwing en openbare ruimte voortdurend opgezocht, zie figuur 3.12. Het principe Watertreden laat verschillende maaiveldhoogtes toe en zoekt de hoogwaterbestendigheid in bijzondere typologieën voor bebouwing en openbare ruimte.
(Op de volgende pagina) Figuur 3.12 Overgangen tussen land en water: 1: Steiger Voorstraatshaven, Dordrecht 2: Plan Tij, Dordrecht 3: Voorstraatshaven, Dordrecht
In Dordrecht is de overgang tussen land en water in het buitendijks gebied door de tijd heen op veel manieren vormgegeven:
4: Drijvend terras, Dorsoduro, Venetië 5: Scheepshelling, Stadswerven 6: Zaanoevers, Zaandam
Kade: Een harde lijn tussen de stad en het water, vaak geschikt voor het aanleggen van (binnenvaart)schepen en eventuele laad- en losactiviteiten. Waterfront: bebouwing met voet in het water. Ook een harde lijn tussen land en water, maar dan geprivatiseerd. Trap en steiger: Elementen die het water bereikbaar maken vanaf het land om bijvoorbeeld op een boot te over te stappen. Boten kunnen hier tijdelijk of permanent aanleggen. De steigers drijven veelal en bewegen mee met het dagelijks ritme van de waterstanden Hellingbaan: Ooit aangelegd ten behoeve van de scheepsbouw, om schepen op het droge en weer terug het water in te kunnen transporteren. Talud: Een geleidelijke overgang tussen land en water, soms natuurlijk, soms verhard gematerialiseerd. Een natuurlijk talud brengt biesbos de stad in. Ponton, vlot: Drijvend maaiveld waarop bebouwing, een plein of een podium geplaatst kan worden. Beweegt mee met de dynamiek van het water en kan eventueel verplaatst worden. Boot: Vervoer over water, voor sport, recreatie of handel. Maakt verbindingen over het water tussen verschillende oevers mogelijk. Brengt de rivier tot leven.
38
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
7: Drijvende huizen, Zweden 8: Zeilboten op het Wantij, Dordrecht 9: Laden en lossen, Venetië, 10: Overgang vast naar drijvend, Dordrecht 11: Jachthaven, Malmo, Zweden 12: Waterbushalte, Dordrecht
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
39
Figuur 3.13 Verschillende lagen van het model Watertreden.
Watertreden als stedenbouwkundig model voor Stadswerven LAND EN WATER
0
200 M
LIFELINENETWERK Dijken en andere hoge wegen zorgen ervoor dat gebied onder alle omstandigheden bereikbaar is. Een systeem
In het model Watertreden worden de randen van Stadswerven - de zones langs de Noordendijk en langs de Beneden Merwede - opgehoogd naar een niveau dat (vrijwel) nooit overstroomt. In de zones langs het Wantij wordt het water juist opgezocht, zodat dit gebied vaak overstroomt of zelfs permanent onder water staat. De randen zouden (afhankelijk van de bodemvervuiling) kunnen worden opgehoogd met de grond van het centrumgebied dat wordt afgegraven (gesloten grondbalans). Zie figuur 3.13 en 3.14.
van multifunctionele steigers ontsluit en beschermd gebied langs Wantij.
0
200 M
BEWERKING MAAIVELD Het maaiveld kent verschillende hoogtes: hoog langs de Noordendijk en +2 +3
+4
0 tot +2.9
+4
+1
de Beneden Merwede, lager rond het Wantij.
+2
+4
Op de opgehoogde randen kan traditioneel gebouwd worden. In het centrumgebied is bewust de confrontatie met het water opgezocht en kan geëxperimenteerd worden met allerlei vormen van hoogwaterbestendig bouwen. Hier, in het hart van Stadswerven, is de dynamiek van de rivier overal zichtbaar en voelbaar. Een langzaamverkeersroute over kades en steigers langs het Wantij verbindt Stadswerven met de omgeving, houdt het water openbaar toegankelijk, maakt de dynamiek van het water zichtbaar en voelbaar voor iedereen, behoudt de contouren van de rivier en kan worden gebruikt als aanvaar- en brandbeveiliging.
+4
0
200 M
STEDELIJK WEEFSEL Robuuste bebouwing op de opgehoogde zones langs de randen, fijnmazigere transparante bebouwing in gebied rond het Wantij.
40
UFMWP401 0
WWW.UFMDORDRECHT.NL 200 M
Het model Watertreden is geïnspireerd door de houtindustrie die ooit in het Stadswerven gebied aanwezig was. Hout werd in vlotten over de rivier van Duitsland naar Dordrecht getransporteerd waar het verwerkt werd in houtzagerijmolens. Ten tijde van deze industrie was het water DE centrale plek waarop en waarlangs gewerkt en gewoond werd. De houtvlotten waarop zelfs tijdelijk gewoond kon worden, staan voor het meebewegen met de dynamiek van het water.
DIJK 4 m +NAP
MAAIVELD BUITENDIJKS GEBIED variërend tussen 2 m en 4 m +NAP
N.A.P. (M)
20
GHW 0,90 m +NAP
10
+3.40 +NAP | 1x in de 2000 jaar +2.40 +NAP| 1x per jaar +1.30 +NAP | GHW 0
Figuur 3.14 Principedoorsnede model ‘Watertreden‘ Maaiveld loopt van +4 m NAP af naar de rivier Hoogwater in gebied komt, aflopend naar de rivier, (vrijwel) nooit, incidenteel, met enige regelmaat tot zeer frequent voor Hoe lager het maaiveld, hoe intensiever de bebouwing en openbare ruimte is aangepast op de aanwezigheid van water
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
41
3.7
Drie principes terp, vloedfront en watertreden gecombineerd op Stadswerven
Een buitendijks gebied veilig maken ten aanzien van hoogwater kan op verschillende manieren: zowel oplossingen in het maaiveld als in de bebouwing en openbare ruimte zijn mogelijk. In dit onderzoek is wel steeds uitgangspunt geweest dat een gebied hoe dan ook bereikbaar en aangehaakt moet zijn op de rest van de stad: een ’lifeline’-systeem van hooggelegen routes die aansluiten op bestaande dijken en (vrijwel) altijd droog blijven. Drie principes Naast het ophogen van het maaiveld (terp) zijn het creëren van een flexibel waterdicht bebouwingsfront (vloedfront) en het al dan niet verregaand aanpassen van bebouwing en openbare ruimte aan een natte situatie (watertreden) ruimtelijke benaderingen voor het fysiek hoogwaterbestendig maken van een buitendijks stadsdeel. Ze zijn op Stadswerven in hun uiterste vorm verkend. Waar terp een totale bewerking van het maaiveld is die hoogwater in het stedelijk gebied vrijwel uitsluit, integreren vloedfront en watertreden de gewenste veiligheid ten aanzien van hoogwater met bijzondere typologieën voor de bebouwing en openbare ruimte. Deze maken ophogen van het maaiveld overbodig. Wisselende maaiveldhoogtes maken een stadsdeel spannender en afwisselender. Hoe dichter het maaiveld zich bij het water bevindt, hoe sterker de dynamiek van dat water ervaren kan worden. Terp
Vloedfront
Watertreden
Afstand nemen van water tot ‘veilige’ hoogte
Dichtbij het water blijven, voorbereid zijn op;
Het water deels opzoeken en gebruiken;
bouwen zonder aanpassingen voor een natte situatie
aangepast bouwen met simpele (tijdelijke) maatregelen of maatregelen die ook ander (ruimtelijk) doel dienen
aangepast bouwen met dynamiek water als kwaliteit voor bijzonder leefmilieu
De drie principes zijn nog een keer op Stadswerven geprojecteerd. Er is gekeken welk principe op welke plek logischerwijs toepasbaar is. Dit heeft geleid tot een basisschema waarbinnen verschillende uitwerkingen mogelijk zijn, zie figuur 3.15. Dit schema is zeker geen blauwdruk, maar laat zien hoe de drie principes terp, vloedfront en watertreden zijn toe te passen, te integreren en te combineren in een totaal ruimtelijk concept voor Stadswerven.
42
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Figuur 3.15 Schema waarin de drie principes terp, vloedfront en watertreden worden gecombineerd op
NOORD
Zwijndrecht
Papendrecht
Stadswerven.
BENEDEN MERWEDE
OUDE MAAS 7
4
Historisch havengebied
1 Centrum
Merwedestraat, lifeline over de Staart
6
WANTIJ
5
1. Lijnbaangebied en Riedijkshaven 2. Noordendijkzone 3. Watertorenschiereiland 4. Kop van de Staart, Merwedezone 5. Vlijzone 6. Kop van de Staart, Wantijzone 7. Hellingpark
WANTIJ 3
TERP
2
VLOEDFRONT
Voorstraat
WATERTREDEN VLIJ 0
1. LIJNBAAN EN
2. NOORDENDIJKZONE
RIEDIJKSHAVEN
200 M
3. WATERTOREN
4. KOP VAN DE STAART,
SCHIEREILAND
MERWEDEZONE
Noordendijk
5. VLIJZONE
6. KOP VAN DE STAART,
7. HELLINGPARK
WANTIJZONE
In dit gebied vinden op
Het gaat hier om een al
Het gebied is in het
Het ophogen van het
De ligging aan Wantij,
Een minder streng nau-
Het omvormen van de
korte termijn geen groot-
deels opgehoogde zone
verleden al voldoende
gebied (terp) ligt hier om
met een minder streng
tisch regime, de aanwe-
oude scheepshelling tot
schalige ontwikkelingen
(terp) in verlengde van
opgehoogd en is dus te
verschillende redenen
nautisch regime en in
zigheid van een haven en
getijdepark past in het
plaats. Het vloedfront-
Noordendijk met serie
beschouwen als terp. Deze
voor de hand: de grote
de luwte van vaarroute
een landtong maken het
principe watertreden.
principe kan hier gebruikt
grote bestaande gebou-
sluit bovendien direct aan
maat van de rivier, het
maakt hier het concept
principe watertreden goed
worden als faserings-
wen, deels industrieel
op de potentiële lifelines
strenge nautisch re-
watertreden kansrijk.
toepasbaar. Dit is het hart
maatregel, vooruitlopend
erfgoed.
Noordendijk en
gime, de toepassing van
van Stadswerven, waar
Oranjelaan.
robuuste bebouwing die
water een gebruiksvoor-
aansluit op het silhouet
werp voor de Dordtenaar
van de binnenstad en
kan worden.
op toekomstige ontwikkelingen.
Papendrecht, de potentie als toekomstig onderdeel van grotere terpzone. UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
43
Figuur 3.16 Doorsnede over Stadswerven van noord naar zuid waar een reeks aan bijzondere plekken voorbij komt (de zone langs de Merwede, de haven, de landtong, het Wantij, het schiereiland van het Watertorenterrein, de Vlij en de dijkzone) en de manier waarop de relatie met het water gezocht kan worden.
Beneden Merwede
Kop van de Staart
Haven
Landtong
Wantij
Schiereiland Watertoren
Vlij
Noordendijkzone
water vloedfront of watertreden terp
44
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Dijk
Figuur 3.17 Mogelijk toekomstbeeld voor Stadswerven waarin verschillende bouwstenen van de principes terp, vloedfront en watertreden toegepast zijn.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
45
3.8
Over hoogwater, gevolgen, communicatie en beleid
In dit ontwerpend onderzoek worden drie stedenbouwkundige principes voorgesteld voor het buitendijkse gebied. De principes kunnen heel goed gecombineerd worden toegepast, de achterliggende benaderingswijze ten aanzien van waterveiligheid is wel verschillend: - terp: verdedigende aanpak, water wordt volledig buitengesloten - vloedfront: ook een verdedigende aanpak maar dan geïntegreerd in een lijn van bebouwing en openbare ruimte, al dan niet tijdelijk inzetbaar - watertreden: water wordt toegelaten in stad, bebouwing en openbare ruimte anticiperen hierop In het UFM-project is de ontwikkeling van een aanpak voor het buitendijkse gebied benaderd vanuit verschillende werkvelden. De stedenbouwkundige voorstellen zijn de basis geweest voor en gevoed door de schadeanalyse en overstromingsanalyse, het opstellen van communicatiestrategieën en het vormgeven aan een nieuw beleid- en regelgevingskader voor buitendijkse gebieden. Uit de overstromingsmodellen van WP2 bleek het gedrag van hoogwater in de modellen terp en vloedfront redelijk beheersbaar: als het water al boven kadeniveau uitstijgt, dan komt het langzaam op en bereikt nooit
Figuur 3.18 Een pakhuis aan de Korte Engelenburgerkade in Dordrecht tijdens een hoogwatersituatie.
46
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
een hoge stroomsnelheid. Zodra het water meer wordt toegelaten in de stad, zoals in het model watertreden, wordt het gedrag van het water veel relevanter: stroomsnelheden, vervuiling en afvoer worden dan belangrijke variabelen in de uitwerking van een ontwerp. De schade-analyses (WP3) lieten zien dat het interieur van bebouwing, de inboedel, de belangrijkste schadepost kan zijn na een hoogwatersituatie. Gevoelsmatig is water in het gebouw ook niet snel acceptabel voor gebruikers. In dit ontwerpende onderzoek is dan ook altijd als uitgangspunt genomen dat hoogwater in de stad wel toelaatbaar is, maar niet binnen in woning, kantoor of winkel. Een gebouw moet of kunnen meebewegen met het water, of beschermende maatregelen hebben, zoals een opgehoogd vloerpeil of een waterdichte gevel. Om het dagelijks leven niet te ontwrichten zijn ook in de openbare infrastructuur maatregelen van belang: bijvoorbeeld transformatiekastjes op terpen, terugslagvoorzieningen in de riolering en afwateringssystemen die het water snel kunnen afvoeren van de straat. Bij de drie concepten is de veiligheid ten aanzien van water op verschillende schaalniveaus geregeld (zie WP6). Met een ophoging van het maaiveld, de terp, is op wijk- of buurtniveau een bepaalde veiligheid gegarandeerd. Een vloedfront is een collectieve veiligheidsmaatregel op bouwblokniveau en bij watertreden is de veiligheid veelal op individueel niveau geregeld. In WP5 is nagedacht over een communicatiestrategie voor het buitendijkse gebied. Nederland heeft een sterke traditie in het buitensluiten van water door het maken van dijken en ophogingen. Doordat de dynamiek van zee en rivier bijna overal is ingedamd, is het bewustzijn en de alertheid van Nederlanders afgenomen. Een hoogwatersituatie in het buitendijkse gebied van Dordrecht hoeft geen grote bedreiging te zijn. Met een verdedigende aanpak, waarin het water buiten de stad wordt gehouden, worden de gevaren van water, maar ook de gebruikswaarde en belevingswaarde van water op afstand gehouden. In het concept watertreden wordt toegestaan dat een hoogwatersituatie soms of vaker onderdeel is van het dagelijks leven in de buitendijkse stad. Het water communiceert dan zelf met de stad.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
47
3.9
Klimaatveranderingen: aanpassingsvermogen van een stadsdeel
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van scenario’s om een gevoel te krijgen bij de te verwachte waterstanden in de toekomst. Een scenario is een ‘mogelijke toekomst’, wat er in werkelijkheid gaat gebeuren blijft onzeker. In hoeverre kan een stedelijk gebied zich aanpassen aan hoger uitvallende waterstanden? Een nieuwe stedenbouwkundige structuur van dijken, straten, pleinen, parken en bouwblokken wordt aangelegd voor de zeer lange termijn: als het goed gebeurt, kan de structuur honderden jaren mee. In een dergelijke structuur kunnen in de loop van de tijd wel veranderingen plaatsvinden: de inrichting van de buitenruimte wordt vernieuwd, sommige gebouwen worden vervangen, interieurs worden verbouwd. Deze vernieuwingen in de loop van de tijd kunnen gecombineerd worden met het toevoegen van nieuwe maatregelen ten aanzien van hoogwater. Voor voorbeelden, zie figuur 3.19 en 3.20. Op basis van het gebruikte scenario in dit onderzoek krijgt Dordrecht over 100 jaar te maken met gemiddeld 40 cm hogere waterstanden. Het WB21 hoge scenario zou (indicatief) nog eens 25 cm hogere waterstanden bij Dordrecht betekenen dan het midden scenario. De verwachte toekomstige waterstandverhogingen in Dordrecht liggen dus in de orde van decimeters. Zie figuur 3.21. Dit is een bandbreedte in de hoogtemaat waarvoor oplossingen zijn te bedenken die passen in een geleidelijk verlopend veranderingsproces van de stad in de bebouwing en openbare ruimte. Voor de historische binnenstad van Dordrecht zijn in de toekomst waarschijnlijk ingrijpendere oplossingen nodig. Eeuwenoude structuren zoals de Voorstraat en kades in het havengebied zijn in het verleden meerdere malen aangepast. Onderzocht moet worden welke aanpassingen nodig en mogelijk zijn om het gebied ook in de toekomst voldoende veilig te houden. Op het moment dat verwachte toekomstige waterstanden niet decimeters, maar meters hoger zijn dan de huidige waterstanden, is ‘flood management’ op het niveau van een stad of stadsdeel niet meer aan de orde, maar worden ruimtelijke keuzes en ingrepen op een hoger schaalniveau (minimaal Nederlandse laagland) relevant.
48
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Figuur 3.19 Een voorbeeld van een stedelijke vernieuwing die is gecombineerd met noodzakelijke nieuwe waterstaatkundige maatregelen is de zogenaamde Dordtse wand. Eind jaren negentig moest de Noordendijk in Dordrecht verzwaard worden. Deze dijkverzwaring is gecombineerd met nieuwe woningbouw aan de landzijde van de dijk. Door toepassing van een L-vormige keerwand, deels in de bebouwing, werd de dijk versterkt en ontstond meer ruimte in het profiel van de dijk voor fietspaden en groen. links: de Noordendijk in 1940 rechts: de Noordendijk in 2008
Figuur 3.20 Een mogelijke maatregel
2,60 m
die de flexibiliteit van een
Figuur 3.21
gebouw naar de toekomst
Bandbreedtes tussen de huidige waterstanden en de verwachte waterstanden over 100 jaar
vergroot, is het toepassen
volgens een gemiddeld en een extreem scenario.
van hoge ‘plinten‘. Hogere eerste bebouwingslagen
N.A.P. (M)
huidige waterstanden
zijn in een binnenstedelijk gebied een ruimtelijke 4m
kwaliteit omdat er naast wonen, ook goed andere
waterstanden over 100 jaar volgens KNMI WB21 midden scenario
5.00
waterstanden over 100 jaar volgens KNMI WB21 hoge scenario NOORDENDIJK
4.00
functies zoals kantoren, ateliers en winkels een plek kunnen krijgen en het ook
3.40
eerste bebouwingslaag het
eens in 2000 jaar eens in 500 jaar eens in 100 jaar eens in 50 jaar eens in 10 jaar
vloerpeil in de loop van de
1 keer per jaar
2.40
visueel aantrekkelijk is. Daarnaast kan in een hoge
tijd relatief gemakkelijk 2,60 m
10 keer per jaar
opgehoogd worden. Dit kan weer leiden tot een nieuwe bijzondere plattegrond, bijvoorbeeld splitlevel.
25 cm 40 cm
3.20
3.00 2.90
2.00
100 keer per jaar gemiddeld hoogwaterpeil
1.80
gemiddeld hoogwaterpeil
1.30
gemiddeld hoogwaterpeil nu
STADSWERVEN tussen 2.50+ en 3.50+ m NAP)
2.70
HISTORISCH HAVENGEBIED (kadehoogten tussen 1.70+ en 2.55+ m NAP)
1.55
1.00 0.90
4m
gemiddeld laagwaterpeil nu
0.20
0.00 BINNENDIJKSE STAD (tussen 0.80- en 0 NAP)
1.00-
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
49
50
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
4. UFM in een breder perspectief
In dit hoofdstuk staat de volgende vraag centraal: Hoe kan deze Dordtse kennis gebruikt worden voor andere plekken?
4.1
Iedere stad en plek vereist maatwerk
Een buitendijkse plek kent een eigen karakteristiek, context en specifieke wateropgave. Deze lokale condities zijn bepalend voor de keuze van ruimtelijke oplossingen ten aanzien van hoogwater. Een specifieke conditie van Dordrecht is bijvoorbeeld de aanwezigheid van een zoetwatergetijdensysteem waarin de kwaliteit van de dagelijks terugkerende waterdynamiek kan worden gebruikt, zonder de negatieve impact van zout of brak water. Daarnaast heeft het Wantij als recreatieve vaarweg een veel minder streng nautisch regime dan vaarwegen voor de beroepsvaart. Cruciaal is ook het verschil tussen de verwachte extreme waterstanden en de bestaande maaiveldhoogte van het land: deze is in Dordrecht gemiddeld genomen vrij klein, waardoor in een oplossing maar een klein stukje hoogte hoeft te worden overbrugd om al veilig te zitten. Dit maakt goede architectonische en stedenbouwkundige oplossingen mogelijk en biedt kansen voor het maken van bijzondere leefmilieus. Oplossingen in de geest van de plek Het beheersen van hoogwater is van alle tijden, elke deltastad of rivierenstad heeft een oeuvre aan maatregelen die vaak al eeuwenlang beproefd zijn en passen bij de specifieke karakteristieken van water en land op een plek. Het herontdekken van deze eeuwenoude oplossingen, ze opnieuw uitvinden en - aangepast aan hedendaagse eisen - in een nieuwe vorm toepassen in een moderne wijk, is wat in dit onderzoek wordt voorgesteld. De principes terp, vloedfont en watertreden zijn alle drie geïnspireerd op een Dordts en Hollands verleden van omgaan met hoogwater. Hergebruik van historische principes die zich al bewezen hebben, blijft dichtbij het voorstellingsvermogen van mensen en maakt de acceptatie voor een bepaalde oplossing groter. Ontwerpen met een zekere nuchterheid, voortbouwen op een traditie en durven vertrouwen op nieuwe technieken, dat maakt Dordrecht tot opnieuw verbeterde Hollandse waterstad.
Figuur 4.1 De Voorstraatshaven in Dordrecht
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
51
Voor de buitendijks gelegen stadsdelen van Dordrecht en de Drechtsteden zijn mogelijke toepassingen van de drie principes terp, vloedfront en watertreden beschreven in onderstaand schema: Terp
Vloedfront
Watertreden
Als vluchtheuvel in stedelijke evacuatiestrategie
Om bestaande (cultuurhistorisch waardevolle) stad floodproof te houden
In havenbekkens of in zijgeulen van rivieren waar het nautisch regime (i.v.m. risico’s van aanvaringen, plasbranden enz.) niet zo streng is als op de doorgaande vaarwegen
ls afdekking van vervuilde grond A in bijv. voormalig industriegebied Langs brede rivieren, waar de verticale afstand tot het water gecompenseerd wordt door de breedtemaat van het water, zodat het water toch beleefbaar blijft.
Als relatief simpel uitvoerbare tijdelijke of permanente maatregel Kan ook ingezet worden in een faseringsproces
Als openbare ruimte langs oevers waar dit nautisch regime wel geldt In combinatie met afgraven vervuilde grond Om dynamiek water in horizontale en verticale vlak zichtbaar te maken
Op basis hiervan is voor de buitendijkse stadsdelen van de Drechtsteden een kansenkaart gemaakt, zie figuur 4.2. Dit is een eerste verkenning die in nader onderzoek kan worden uitgewerkt.
52
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Figuur 4.2 Kansenkaart Drechtsteden Een eerste verkenning van de mogelijke toepassing van de drie principes op andere Drechtoeverlocaties op basis van intuïtieve inventarisatie van lokale condities. Kaart zonder status.
TERP
VLOEDFRONT
WATERTREDEN UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
53
54
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
4.2
Op de vorige pagina:
Structuurvisie: Dordrecht als Hollandse waterstad
Figuur 4.3 Een deel van het historische waterfront van Dordrecht.
Hollandse waterstad
Brandpunten Stad aan
van stad en regio
Europese corridors
Stad aan de Biesbosch
Figuur 4.4 Het structuurbeeld uit de structuurvisie Dordrecht 2020.
De Structuurvisie Dordrecht 2020 beschrijft de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de stad en het eiland van Dordrecht in de komende 12 jaar. Er is een structuurbeeld ontworpen dat abstract verbeeldt hoe de stad nu is en hoe zij verder ontwikkeld gaat worden. Een van de kleuren in dit structuurbeeld staat voor Hollandse Waterstad. Dordrecht is al eeuwenlang een Hollandse waterstad. De stad is gevormd door het water dat haar omringt: de ligging op een kruispunt van rivieren bracht de stad veel welvaart, maar zorgde ook voor overstromingen die bepalend zijn geweest voor de landschappelijke ontwikkeling van het eiland van Dordrecht. Internationale trends en lokale ambities op het gebied van watergebonden economische activiteiten, scheepvaart, recreatievaart, wonen aan het water en klimaatveranderingen maken de relatie tussen de stad en de rivieren opnieuw actueel. Hoe kan Dordrecht zich zowel binnendijks als buitendijks veilig verder ontwikkelen, zo dat de lasten van het water minimaal zijn en de lusten maximaal? Strategische betekenis buitendijkse stadsdelen In dit onderzoek is al geconstateerd dat de meeste buitendijkse stadsdelen relatief hoog liggen. Gezien de hoge ligging, de kleine kans op een overstroming en de geringe impact die een overstroming zou hebben, is de buitendijkse stad misschien wel de veilige haven van Dordrecht bij uitstek. Dit deel van de stad kan mogelijk als vluchtheuvel betekenis krijgen voor de lagere stadsdelen in samenhang met een hoog gelegen routesysteem door de stad. Dit idee kan gebruikt worden in een stedelijke of regionale hoogwaterstrategie waarin stad en regio - naast een verdedigende aanpak - voorbereid zijn op hoogwater en zelfredzaam kunnen zijn tijdens een eventuele overstroming van de laaggelegen poldergebieden. Voor een dergelijke hoogwaterstrategie kunnen ook andere ideeën onderzocht worden, zoals het opdelen van het eiland in kleinere compartimenten. Dit idee kan in een vervolgonderzoek verder uitgediept worden.
Figuur 4.5 De potentiële betekenis van de dijkenstructuur op het eiland van Dordrecht als onderdeel van een netwerk van hooggelegen routes en plekken en bruikbaar voor een opdeling in compartimenten.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
55
Figuur 4.6 De stormvloedkeringen en dammen voor de Nederlandse kust en de maatregelen langs de rivieren van het programma Ruimte voor de Rivier.
56
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
4.3
Flood management op verschillende schaalniveaus
Urban flood management is het beheersen van overstromingsrisico’s op het niveau van de stad. Om het water te kunnen sturen, reguleren en bijvoorbeeld meer ruimte te geven is flood management op een veel groter schaalniveau nodig. Interventies uit het Deltaplan en het lopende programma Ruimte voor de Rivier zijn in staat de waterstand bij Dordrecht te beïnvloeden (zie figuur 4.6). Bijvoorbeeld doordat de rivier verder stroomopwaarts meer ruimte kan krijgen ten tijde van een piekafvoer. Of doordat keringen in de zeegaten (Maeslantkering, Hartelkering, Haringvlietsluizen) gesloten worden. Het kunnen beheersen van waterstanden op verschillende schaalniveaus (aan verschillende knoppen kunnen draaien) maakt een stad als Dordrecht uiteindelijk minder kwetsbaar ten aanzien van hoogwater.
Figuur 4.7
In het advies van de Deltacommissie 2008 [10] worden een aantal concrete aanbevelingen gedaan om het veiligheidsniveau van Nederland ten aanzien van water op de korte en middellange termijn te verbeteren. Eén aanbeveling is het nader onderzoeken van een zogenaamd ‘afsluitbaar open‘ Rijnmond. In dit idee kunnen de rivieren in het verstedelijkte gebied tussen Rotterdam en Dordrecht vanuit zowel het westen als het oosten afgesloten worden. Piekafvoeren van Rijn en Maas worden in dit idee via de zuidwestelijke delta afgevoerd, zie figuur 4.7. Dit idee illustreert hoe het water op een schaalniveau groter dan de stad gestuurd kan worden.
Mogelijke invulling van de ‘afsluitbaar open’-variant voor het Rijnmondgebied (Ties Rijcken, TU Delft, 2008) [10]
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
57
58
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
5.
Slotbeschouwing
5.1
Algemene conclusie
In dit laatste hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de centrale onderzoeksvraag van werkpakket 4: Hoe kunnen de buitendijkse stadsdelen van Dordrecht hoogwaterbestendig ontworpen worden? Een buitendijks gebied is in dit onderzoek opgevat als hoogwaterbestendig wanneer het hoogwatersituaties (overstromingen) nu en in de toekomst het hoofd kan bieden. Voor het ontwerp van een stedenbouwkundig plan betekent dit dat de kans op hoogwater en de gevolgen van een hoogwatersituatie voor het betreffende stadsdeel met elkaar in evenwicht moeten zijn. Het ophogen van het maaiveld is een voor de hand liggende maatregel om een buitendijks gebied tot een hoogwaterbestendig stadsdeel te kunnen ontwikkelen. De kans op en overstroming is dan zeer klein en zelfs als deze plaatsvindt, zullen de gevolgen beperkt zijn. Naast ophogen, zijn er echter ook oplossingen te bedenken in de bebouwing en openbare ruimte die ervoor zorgen dat een buitendijks gebied veilig is ten aanzien van hoge waterstanden. Door verschillende maaiveldhoogtes toe te staan, wordt het water en de dynamiek van dit water veel beter beleefbaar. Plekken waar het water met enige regelmaat komt, vergroten het bewustzijn van het leven in een deltastad en maken een bijzonder, Dordts woon- en leefmilieu mogelijk. Daarnaast kunnen oplossingen in de bebouwing en openbare ruimte relevant zijn voor bestaande stadsdelen die niet zonder meer kunnen worden opgehoogd. De keuze voor een bepaalde oplossing is afhankelijk van de lokale condities en karakteristieken van land en water. Vaak zijn ook combinaties mogelijk. Omdat een delta geen eindtoestand kent en toekomstige waterstanden onzeker zijn, vraagt iedere oplossing om een slimme ruimtelijke structuur die kan worden aangepast in de tijd.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
59
5.2
Conclusies per deelvraag
verstromingsrisico O Het actuele en verwachte toekomstige overstromingsrisico is in de meeste buitendijkse stadsdelen van Dordrecht relatief laag. Door de hoge ligging van veel buitendijkse stadsdelen - tussen de +3 en +5 m NAP - is op dit moment, maar op basis van het KNMI WB21 central wet scenario ook over 100 jaar de kans op een overstroming vrij klein. Zelfs als een overstroming plaatsvindt, dan is dit een heel ander fenomeen dan een overstroming van het binnendijkse gebied. Het water komt langzaam op, de waterdiepte blijft klein, de stroomsnelheid is laag en het water trekt zich vanzelf terug. Dit betekent dat de impact van een overstroming in een dergelijk gebied over het algemeen relatief klein is. Uitzondering vormt het historisch havengebied dat met kadehoogten tussen de +1.70 en +2.55 m NAP op basis van het central wet scenario in de toekomst in meer of minder mate frequent met natte voeten te maken krijgt.
Wat betekenen actuele en toekomstige waterstanden voor de buitendijkse stadsdelen van Dordrecht?
Hoogwaterbestendige inrichting Een buitendijks gebied is in dit onderzoek opgevat als hoogwaterbestendig wanneer het hoogwatersituaties (overstromingen) nu en in de toekomst het hoofd kan bieden. Voor het ontwerp van een stedenbouwkundig plan betekent dit dat de kans op hoogwater en de gevolgen van een hoogwatersituatie voor het betreffende stadsdeel met elkaar in evenwicht moeten zijn. De kans op hoogwater is in het buitendijkse gebied afhankelijk van de maaiveldhoogte. Hoe groter de kans op een overstroming, hoe meer maaiveld of bebouwing en openbare ruimte moeten worden aangepast om de gevolgen te minimaliseren.
rie principes D Naast het ophogen van het maaiveld (terp) zijn het creëren van een flexibel waterdicht bebouwingsfront (vloedfront) en het al dan niet verregaand aanpassen van bebouwing en openbare ruimte aan een natte situatie (watertreden) ruimtelijke benaderingen voor het hoogwaterbestendig maken van een buitendijks stadsdeel. Ze zijn op Stadswerven in hun uiterste vorm verkend. Waar terp een totale bewerking van het maaiveld is die hoogwater in het stedelijk gebied vrijwel uitsluit, integreren vloedfront en watertreden de gewenste veiligheid ten aanzien van hoogwater met bijzondere typologieën voor de bebouwing en openbare ruimte. Deze maken ophogen van het maaiveld overbodig. Wisselende maaiveldhoogtes maken een stadsdeel spannender en afwisselender. Hoe dichter het maaiveld zich bij het water bevindt, hoe sterker de dynamiek van dat water ervaren kan worden. Aanpasbaarheid in de tijd De ligging in een veranderlijk delta- en rivierenlandschap vraagt in een stad als Dordrecht steeds opnieuw om aangepaste en nieuwe oplossingen die de stad veilig houden ten aanzien van hoogwater. Een goed doordachte ruimtelijke structuur is in staat om veranderingen in de tijd, zoals stijgende waterstanden, op te vangen. De verschillen tussen de huidige waterstanden en waterstanden die worden verwacht over 100 jaar lijken in Dordrecht te gaan om enkele decimeters. Dit zijn maten waarvoor oplossingen zijn te bedenken die passen in een geleidelijk verlopend veranderingsproces van de stad in de bebouwing en openbare ruimte.
60
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Hoe kan Stadswerven hoogwaterbestendig ontworpen worden?
Hoe kan deze Dordtse kennis gebruikt worden voor andere plekken?
Oplossingen in de geest van de plek Het beheersen van hoogwater is van alle tijden, elke deltastad of rivierenstad heeft een oeuvre aan maatregelen die vaak al eeuwenlang getest zijn en passen bij de specifieke karakteristieken van water en land op een plek. Het herontdekken van deze vaak eeuwenoude oplossingen, ze opnieuw uitvinden en - aangepast aan hedendaagse eisen - in een nieuwe vorm toepassen in een moderne wijk, is wat in dit onderzoek wordt voorgesteld. De principes terp, vloedfont en watertreden zijn alle drie geïnspireerd op een Dordts en Hollands verleden van omgaan met hoogwater. Hergebruik van historische principes die zich al bewezen hebben, blijft dichtbij het voorstellingsvermogen van mensen en maakt de acceptatie voor een bepaalde oplossing groter. Ontwerpen met een zekere nuchterheid, voortbouwen op een traditie en durven vertrouwen op nieuwe technieken, dat maakt Dordrecht tot opnieuw verbeterde Hollandse waterstad. Strategische betekenis buitendijkse stadsdelen In dit UFM-onderzoek is al geconstateerd dat de meeste buitendijkse stadsdelen relatief hoog liggen. Gezien de hoge ligging, de kleine kans op een overstroming en de geringe impact die een overstroming zou hebben, is de buitendijkse stad misschien wel de ‘veilige haven’ van Dordrecht bij uitstek. Dit deel van de stad kan mogelijk als vluchtheuvel betekenis krijgen voor de lagere stadsdelen in samenhang met een hoog gelegen routesysteem door de stad. Dit idee kan gebruikt worden in een stedelijke of regionale hoogwaterstrategie waarin stad en regio - naast een verdedigende aanpak - voorbereid zijn op hoogwater en zelfredzaam kunnen zijn tijdens een eventuele overstroming van de laaggelegen poldergebieden. Voor een dergelijke hoogwaterstrategie kunnen ook andere ideeën onderzocht worden, zoals het opdelen van het eiland in kleinere compartimenten. Schaalniveaus Stijgende waterstanden van zee en rivier kunnen niet alleen op het niveau van een stad als Dordrecht beheerst worden. Leven met (meer) water maakt nieuwe maatregelen op de schaal van de delta en het rivierensysteem nodig. Het kunnen beheersen van waterstanden op verschillende schaalniveaus (aan verschillende knoppen kunnen draaien) maakt een stad als Dordrecht uiteindelijk minder kwetsbaar ten aanzien van hoogwater.
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
61
5.3
Aanbevelingen
Vanuit dit onderzoek worden de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Uitvoering van de principes Het testen van de voorgestelde concepten uit dit onderzoek in een daadwerkelijk uit te voeren ontwikkeling zal veel nieuwe kennis genereren over financiële en technische haalbaarheid, beheersbaarheid, juridisch kader, bestuurlijke afspraken en aspecten die aan de orde komen bij de uitvoering en het beheer van een plan. 2. Onderzoek naar een eventuele aanpak van het historisch havengebied van Dordrecht. Het historisch havengebied ligt vergeleken met de andere buitendijkse gebieden laag en krijgt op basis van de verwachtingen in de toekomst frequenter te maken met natte kades. Ophogen is niet reëel. Wat betekent dit nu precies voor het gebied en welke maatregelen zijn denkbaar? 3. Ideeën- en haalbaarheidsstudie naar een dijkenversterking van de Voorstraat. De Voorstraat is de primaire waterkering van de binnenstad van Dordrecht. Door intensieve en monumentale bebouwing kan deze dijk niet zomaar opgehoogd worden. De afgelopen decennia heeft een tijdelijk in te zetten systeem van vloedschotten als extra maatregel gediend. Op dit moment heeft de Voorstraat als waterkering de grenzen van zijn rek bereikt en zijn nieuwe maatregelen nodig. 4. Uitwerking kansenkaart Drechtsteden In de Drechtsteden staan verschillende buitendijkse stedelijke ontwikkelingen gepland als onderdeel van de Drechtoevers. Voor een hoogwaterbestendige ontwikkeling zijn op de betreffende lokaties wellicht ook meerdere oplossingen kansrijk. 5. Ontwikkeling van een stedelijke hoogwaterstrategie Dit onderzoek heeft zich geconcentreerd op de buitendijkse stad. Een veilige stad vereist een integrale aanpak waarin ook het binnendijkse gebied is meegenomen. Hoe zou een stedelijke of regionale hoogwaterstrategie eruit kunnen zien? Dit onderzoek biedt al verschillende aanknopingspunten: hoge gebieden en routesystemen koppelen, het eventueel verkleinen en versterken van dijkcompartimenten.
62
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
Literatuur
In dit onderzoek is - veelal indirect - gebruik gemaakt van kennis van de partners uit het UFM-consortium, maar ook de praktijkervaringen van mensen uit het veld, zoals beheerders en havendienst. Geraadpleegde bronnen [1] Projectbureau Drechtoevers (1994) Masterplan Drechtoevers. Een kwaliteitssprong. Den Haag, SDU [2] Concept Plan van aanpak Werkpakket 4, 26 november 2006 [3] Handboek Havendienst (1994). Kadehoogten langs buitenwater. [4] Actueel Hoogtebestand Nederland [5] Können, G.P. (2001). Climate scenarios for impact studies in the Netherlands”. De Bilt [6] Stone, K. (2008). Water specific issues for Urban Flood Management. Evaluation of the Stadswerven designs from a water technical perspective. Delft, Deltares [7] Palmboom & VandenBout Stedenbouwkundigen (2004). De Stadswerven. Stedenbouwkundig plan. [8] Masterclass Europan Dordrecht 2006. www.masterclassdordrecht.nl [9] Sarfatij, H. (2007). Archeologie van een deltastad. Opgravingen in de binnenstad van Dordrecht. Utrecht, Stichting Matrijs [10] Deltacommissie 2008 (2008). Samenwerken aan water. Een land dat leeft bouwt aan zijn toekomst. Kaartmateriaal Topografische kaart 2004 Omgeving Dordrecht na 1659 (Nic. Visscher) Omgeving Dordrecht in 1699,1730, 1833 & 1856 (Ministerie van Oorlog) Reconstructie voor 1421 Reconstructie na 1421
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL
63
Colofon Urban Flood Management (UFM) De steden Dordrecht, Hamburg en Londen werken samen in een project aan de ontwikkeling en toepassing van duurzaam Stedelijk Hoogwaterbeheer in 3 proefgebieden. Voor UFM Dordrecht bestaat het consortium van publieke en private, lokale en nationale partijen uit: De gemeente Dordrecht, Waterschap Hollandse Delta, Rijkswaterstaat, Ministeries van Verkeer en Waterstaat, Provincie Zuid-Holland, Dura Vermeer, Deltares, Progrez en UNESCO-IHE.
UFM Dordrecht wordt ondersteund en gefinancierd door Leven met Water (LmW). LmW projectnummer: P-3075 ufmwp401
Hoogwaterbestendig ontwerpen voor de buitendijkse stad Judit Bax, Saskia van Walwijk, Arij van der Stelt en Willem Hermans Gemeente Dordrecht, definitief concept 31 oktober 2008 Auteursrechten Alle rechten voorbehouden. Niet uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, mits de bron op duidelijk wijze wordt vermeld, alsmede de aanduiding van de maker indien deze in de bron voorkomt. Aansprakelijkheid De partners van het UFM project en degenen die aan dit project hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze uitgave. Nochtans moet de mogelijkheid niet worden uitgesloten dat er toch fouten en onvolledigheden in deze uitgave voorkomen. Het gebruik van deze uitgave en gegevens daaruit is geheel voor eigen risico van de gebruiker en UFM sluit, mede ten behoeve van al degenen die aan deze uitgave hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van deze uitgave en de daarin opgenomen gegevens. Mocht u onvolkomenheden aantreffen, dan verzoeken wij u dit bij ons kenbaar te maken. Contactadres:
[email protected]
64
UFMWP401
WWW.UFMDORDRECHT.NL