nummer 23 van 2005
Vaststelling Beleidsregels bij het Kader voor projectontwikkeling ICT in Drenthe: een economische kijk
Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 22 februari 2005, kenmerk 5.3/2005001126, Productgroep Economie
1
Nummer 23 van 2005 Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 22 februari 2005, kenmerk 5.3/2005001126, Productgroep Economie, tot vaststelling van de Beleidsregels bij het Kader voor projectontwikkeling ICT in Drenthe: een economische kijk
Op 4 februari 2004 hebben provinciale staten (PS) het Kader voor projectontwikkeling ICT in Drenthe: Een economische kijk vastgesteld. ICT is belangrijk voor de economische structuur en het vestigingsklimaat in Drenthe. De beschikbaarheid van ICT-voorzieningen (toegang tot gebruik van diensten en daarvoor benodigde infrastructuur) heeft een brede economische en maatschappelijke betekenis voor particulieren en ondernemingen. De doelstelling van de provincie op het gebied van ICT is het verbeteren van de concurrentiepositie van het Drentse bedrijfsleven door middel van het stimuleren van het gebruik en de ontwikkeling van ICT-toepassingen. Meer specifiek op het terrein van de thema's ICT en zorg, Onderwijs, Cultuur, Welzijn, Sport, Toerisme, Verkeer, Landbouw en Arbeidsmarkt gaat het om het stimuleren van projecten die, met behulp van vernieuwende ICT-toepassingen, een bijdrage leveren aan werkgelegenheid, economische structuur, kwaliteit, dynamiek en leefbaarheid van de provincie Drenthe. Voor de ICT-tender is de Subsidieregeling Tender ICT en zorg, onderwijs, cultuur, toerisme, arbeidsmarkt, sport, welzijn, landbouw en verkeer en vervoer 2004-2005 opgesteld (vastgesteld bij besluit van PS van Drenthe van 9 juni 2004, nummer P-1, Provinciaal blad nummer 59). Binnen het kader voor projectontwikkeling ICT wordt een onderscheid gemaakt tussen ICT infra en midden- en kleinbedrijf (MKB): ICT infra: project Drenthering, toekomstvaste ICT-infrastructuur regiovisieproject Digitale bedrijventerreinen ICT MKB: project Digitale ontwikkeling Drentse ondernemers. Dit project wordt uitgevoerd door de Kamer van Koophandel. De eerste fase van het project wordt 1 maart 2005 afgerond. Ter uitvoering van het ICT-infrabudget zijn beleidsregels opgesteld. Gedeputeerde staten zijn op grond van de Algemene subsidieverordening (ASV) Drenthe 2004 (artikel 3) bevoegd om beleidsregels op te stellen. Bij subsidies uit het ICT-infrabudget zijn de Algemene wet bestuursrecht en de ASV van toepassing. Dit geldt echter niet bij projecten die zowel een subsidie ontvangen uit het Kompasprogramma als uit het ICT-infrabudget. Voor deze projecten gelden de standaardvoorwaarden van het Kompasprogramma voor het Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO) en EZ/Kompas en is de ASV niet van toepassing. De beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking en werken terug tot 15 februari 2005.
2
Beleidsregels ICT infra Project Drenthering Aanvrager Een subsidieaanvraag kan worden ingediend door gemeenten, (semi-)overheidsinstellingen, stichtingen en verenigingen. Subsidiecriteria - Projecten moeten passen binnen het Kader voor projectontwikkeling ICT in Drenthe: Een economische kijk. - Projecten dienen aan te sluiten bij de doelstellingen en ambities van het Collegeprogramma 2003-2007 van de provincie Drenthe. - De projecten moeten een bijdrage leveren aan de groei van de werkgelegenheid in Drenthe. - Voor subsidieverlening komen in ieder geval geen projecten in aanmerking waarvoor een beroep gedaan kan worden op een andere provinciale subsidieregeling/budget (uitgezonderd het Kompasprogramma en het LEADER+programma). - Open toegang tot de infrastructuur. Dit houdt in dat er een non-discriminatoire toegang is voor aanbieders van commerciële diensten over het netwerk, om daarmee de marktwerking zoveel mogelijk te bevorderen. - De projecten zijn gebaseerd op "ontbundeling van netwerk en diensten". Over het netwerk kunnen diverse marktpartijen hun "diensten" afleveren bij de aangesloten gebruikers. Subsidie wordt verleend voor projecten die ontwikkeld zijn op basis van vraagbundeling. Dit kunnen gemeenten, instellingen en scholen etc. zijn. - De financiering van de Drenthering wordt geheel of in belangrijke mate door de "launching customers" gedragen, volgens het principe van "vraagbundeling". - De centrale ring oftewel het kernnetwerk van de Drenthering bestaat uit glasvezel, omdat dit een toekomstvast medium is (techniek die de meeste capaciteit aan kan en langjarig af te schrijven is). De "aansluitdelen" (het traject van de centrale ring naar het aansluitpunt bij de gebruiker) kunnen uit glasvezel bestaan, maar mogelijk ook uit andere breedbandige technieken. In de keuze zal altijd rekening gehouden worden met afstand, prijs en het aantal geclusterde gebruikers. - Voor de exploitatie van het passieve netwerk wordt een redelijk marktconform rendement afgesproken. In het geval de exploitant géén marktpartij is, kunnen gedeputeerde staten afspreken dat rendementen boven een bepaald percentage bestemd zijn voor "speciale projecten met een maatschappelijk doel").
Project Digitale bedrijventerreinen Aanvrager Een subsidieaanvraag kan worden ingediend door gemeenten, (semi-)overheidsinstellingen, stichtingen en verenigingen. Subsidiecriteria - Additionaliteit (nieuwigheid): projecten dienen additioneel te zijn op reeds bestaande initiatieven. - Projecten moeten passen binnen het Kader voor projectontwikkeling ICT in Drenthe: Een economische kijk.
3
-
-
Projecten dienen aan te sluiten bij de doelstellingen en ambities van het Collegeprogramma 2003-2007 van de provincie Drenthe. De projecten moeten een bijdrage leveren aan de groei van de werkgelegenheid in Drenthe. Voor subsidieverlening komen in ieder geval geen projecten in aanmerking waarvoor een beroep gedaan kan worden op een andere provinciale subsidieregeling/budget (uitgezonderd het Kompasprogramma en het LEADER+programma). Vraagbundeling en initiatief van ondernemers en gemeenten op de bedrijventerreinen.
Subsidieaanvraag ICT infra: Drenthering en Digitale bedrijventerreinen - De aanvraag moet worden ingediend voordat de activiteit een aanvang neemt. Kosten aangegaan voor de datum van indiening zijn van subsidie uitgesloten. - Bij indiening van een aanvraag dienen in ieder geval de volgende stukken te worden overgelegd (zie hiervoor ook ASV 2004, artikel 12, derde lid): - Een projectplan of een Europees aanbestedingsdocument. Aangegeven moet worden: a. waar en wanneer de activiteiten worden uitgevoerd; b. wat de relatie is van het project met het beleid van de provincie; c. de te verwachten effecten (effecten zijn: verbetering vestigingsklimaat, stimulering gebruik ICT-mogelijkheden voor deelnemers/doelgroepen); d. indicatoren die van toepassing zijn op het project (indicatoren zijn onder andere: aantal banen, private investeringen, aantal regionale glasvezelringen/-backbones); e. welke (meetbare) prestaties zullen worden verricht. - Een begroting, omvattende de baten en de lasten met betrekking tot de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd. Subsidiabele kosten Project Digitale bedrijventerreinen: voor subsidie komen alleen die kosten in aanmerking die toe te rekenen zijn aan het project en die niet toe te rekenen zijn aan reguliere werkzaamheden. Het subsidiepercentage is maximaal 30 van de subsidiabele kosten en het maximale subsidiebedrag is € 15.000,-- per project. Project Drenthering: op basis van Europese aanbesteding kan bepaald worden wat de hoogte is van de onrendabele top van het project. Alleen deze kosten komen voor subsidie in aanmerking. Het subsidiepercentage is maximaal 50 van de onrendabele top en het maximale subsidiebedrag is € 200.000,-- per project. Voorschotten Op schriftelijk verzoek van de subsidieontvanger kan een voorschot worden gegeven. De hoogte van het voorschot is als volgt: - 80% van de verleende subsidie wordt verstrekt bij de start van het project. Kompas-subsidie Wanneer de provinciale subsidie dient als cofinanciering van het Kompas zijn de standaardvoorwaarden van het Kompas-programma voor EFRO en EZ/Kompas van toepassing. Subsidieplafond Subsidie uit het ICT-infrabudget kan worden verleend voorzover het jaarlijks vastgestelde subsidieplafond niet wordt overschreden.
4
Gedeputeerde staten voornoemd, A.L. ter Beek, voorzitter J.D. Nauta, secretaris
Uitgegeven 24 februari 2005 kf/coll.