Nulmeting pilot zwerfvuilproject Resultaten van de bewonersenquête in de maisonettes van Meijhorst, Malvert en Neerbosch-Oost
Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek september 2003
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
1.1 1.2 1.3 1.4
Aanleiding en doel zwerfvuilenquête Vraagstellingen enquête Opzet zwerfvuilenquête Respons
3 3 4 4
2
De buurt en zwerfvuil in de buurt
7
3
Zwerfvuil in relatie tot gf-cocons
11
4
Maatregelen tegen zwerfvuil
15
5
Het gf-emmertje en de nieuwe maatregel
19
6
Het grof huisafval
21
7
Klachten en meldingen
25
8
Suggesties voor verbeteringen
27
9
Waardering diensten DAR
29
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Inleiding
1
Inleiding
1.1
Aanleiding en doel zwerfvuilenquête Burgers vinden een schone woonomgeving over het algemeen zeer belangrijk. Veel burgers ergeren zich aan vuil in hun buurt dat zich bevindt op een plek waar het eigenlijk niet thuishoort. In Nijmegen is het aantal klachten hierover de laatste jaren toegenomen (gegevens Bel- en Herstellijn 1997-2000). Zwerfvuil wordt bovendien door Nijmeegse burgers als het belangrijkste milieuprobleem in de buurt gezien (Bevolkingsmonitor Milieu 2000). In het plan van aanpak Zwerfvuil van de afdeling Openbare Ruimte wordt een analyse gemaakt van de zwerfvuilproblematiek in Nijmegen en worden verschillende maatregelen beschreven of voorstellen gedaan voor de aanpak ervan. Om te bepalen of de maatregelen het gewenste effect hebben is er een pilot (zwerfvuilproject) opgezet bij de maisonnettes in drie wijken (Malvert, Meijhorst en Neerbosch-Oost). Deze maisonnetcomplexen zijn gekozen omdat bij de gf-cocons rond deze maisonnettes over het algemeen veel zwerfvuil wordt gesignaleerd. Het projectvoorstel houdt in dat de gf-cocons worden weggehaald. In plaats hiervan krijgen de bewoners van de maisonnettes een grotere gf-emmer die ze wekelijks aan straat kunnen zetten. Daarnaast wordt in het kader van de pilot een “wijkveger” ingezet. Het project, dat gecoördineerd wordt door bureau Planterra in Leusden, is in september 2003 van start gegaan. Het project voorziet ook in een evaluatie, waarbij een nulmeting en een vervolgmeting van belang worden geacht. Met andere woorden: Hoe groot is het zwerfvuilprobleem vòòr invoering van de maatregel, zowel feitelijk als in de beleving van de burgers en hoe is de situatie na de maatregelen? De nulmeting bestaat o.a. uit een enquête onder bewoners van de maisonnettes in de drie wijken. Begin april 2003 heeft de afdeling Openbare Ruimte aan de afdeling Onderzoek en Statistiek opdracht gegeven deze enquête uit te voeren. Het doel van de enquête is inzicht te krijgen in de mate waarin volgens de bewoners zwerfvuil op dit moment voorkomt in hun buurt en na te gaan wat men vindt van de voorgestelde maatregelen om het zwerfvuilprobleem aan te pakken. De bedoeling is de huidige situatie (nulmeting) te vergelijken met de situatie na invoering van de maatregelen (vervolgmeting).
1.2
Vraagstellingen enquête Centraal in de enquête staan de volgende vraagstellingen:
Wat is het algemeen oordeel van de bewoners over hun buurt? Hoe vaak komt zwerfvuil volgens de bewoners in hun buurt voor en waar komt het voor? In hoeverre ergert men zich aan het zwerfvuil? Wat zou volgens de bewoners een goede oplossing zijn om het zwerfvuil in hun buurt tegen te gaan? Hoe denkt men over de inzet van zwerfvuilteams? Komt er volgens bewoners zwerfvuil in de buurt van de gf-cocons voor en zo ja, in welke mate?
3
Nulmeting pilot zwerfvuilproject
1.3
In welke mate komt men grof huisafval tegen op plekken in de buurt waar het niet thuis hoort? Wat is volgens de bewoners de reden dat het grof huisafval gezet wordt op plekken waar het niet thuis hoort? In hoeverre is men op de hoogte van de gratis ophaalmogelijkheid van het grof huisafval door de DAR? Bewaart men het gf-afval in de huidige gf-emmer van 10 liter? Zo nee, waarom niet? Wat vindt men van het voornemen om de gf-cocon in de buurt weg te halen en tegelijk een grotere gf-emmer van 40 liter aan bewoners te geven in plaats van de huidige gf-emmer van 10 liter? Hoe oordelen de bewoners van de maisonnettes in de drie wijken over enkele diensten van de DAR?
Opzet zwerfvuilenquête Omdat het zwerfvuilprobleem in de drie wijken zich vooral voordoet bij de gf-cocons in de omgeving van de maisonnettes, zijn voor het onderzoek alle bewoners in de maisonnettes van de drie wijken benaderd om mee te doen aan de enquête. De enquête, inclusief introductiebrief, is huis aan huis afgegeven met het verzoek om deze in te vullen. Daarbij is meegedeeld dat de enquête over enkele dagen weer wordt opgehaald. Van het aantal woningen dat in Malvert is benaderd voor het onderzoek (259) hebben er 107 meegedaan (respons 41%). In Meijhorst lag de respons iets hoger. In totaal zijn hier 186 enquêtes afgegeven, waarvan er 84 weer zijn opgehaald (respons 45%). De hoogste respons kwam uit Neerbosch-Oost. Daar zijn 311 woningen benaderd voor het onderzoek en hebben er 173 meegedaan (respons 56%). In totaal zijn er 756 enquêtes afgegeven, waarvan er 364 zijn ingevuld en opgehaald. De respons van het onderzoek komt hiermee op gemiddeld 48%. Deze respons mag redelijk goed genoemd worden (in veel gemeenten ligt de repons op schriftelijke enquêtes op 30 à 40%). De respons is vooral redelijk omdat het hier gaat om wooncomplexen waar de respons traditioneel al op een laag niveau ligt (wooncomplexen met sociale achterstand en relatief grote aantallen allochtone bevolkingsgroepen). De naar verhouding goede respons is voornamelijk toe te schrijven aan de intensieve benadering van bewoners in het onderzoek. Bij nogal wat woningen is verspreid over een periode van twee weken verschillende malen gebeld (soms wel zeven keer) voordat de bewoners bereikt konden worden. De enquête is afgegeven en opgehaald in periode juni-juli 2003.
1.4
Respons In de maisonnetcomplexen waar het onderzoek is gehouden wonen nogal veel personen, die behoren tot een allochtone bevolkingsgroep (o.a. afkomstig uit Turkije, Marokko, Antillen, Suriname, Iran/Irak, Afrika, en voormalig Joegoslavië). Uit de responsanalyse blijkt dat 60% van de enquêtes is ingevuld door personen die in Nederland geboren zijn, terwijl uit de bevolkingsgegevens blijkt dat het aandeel autochtonen in de maisonnetcomplexen veel minder is, namelijk 34%. De deelname onder de autochtone bevolkingsgroep aan het onderzoek is naar verhouding dus groot. Bij de interpretatie van de gegevens moet dan ook beseft worden dat de mening van de autochtone bewoner in de maisonnettes naar verhouding meer doorklinkt in de resultaten dan die van de allochtone bewoner.
4
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Inleiding
Tijdens het veldwerk is gebleken dat nogal wat bewoners op de hoogte waren van het project (weghalen gf-cocons en het verstrekken van een grotere gf-emmer). Hoogstwaarschijnlijk waren zij hierover al geïnformeerd via het huis aan huisblad De Brug. Hoewel aan de deur werd verteld dat het de bedoeling is om juist nu voor de start van het project te weten hoe burgers denken over het zwerfvuil in hun buurt, vond een aantal van hen dat wanneer de situatie tóch zou veranderen het geen zin had om mee te doen aan de enquête. Ook deze situatie heeft de respons negatief beïnvloed. De resultaten van de enquête zijn in hoofdstuk 2 tot en met 9 opgenomen.
5
Nulmeting pilot zwerfvuilproject
6
Nulmeting pilot zwerfvuilproject De buurt en zwerfvuil in de buurt
2
De buurt en zwerfvuil in de buurt Oordeel eigen buurt De bewoners in de maisonnettes van de drie wijken hebben over het algemeen niet zo’n hoge waardering voor hun eigen buurt. Gemiddeld geven zij een 4,8 als rapportcijfer voor hun buurt. En dat is aanmerkelijk minder dan het rapportcijfer dat gemiddeld in de stad in 2003 wordt gegeven (7,2). Van alle drie wijken is de waardering van bewoners in de maisonnettes over hun eigen buurt in Meijhorst het laagst (3,8). fig. 1
Gemiddeld rapportcijfer voor eigen buurt gem. Nijmegen
7,2
gem. drie w ijken
4,8
5,3
Neerbosch-Oost Malvert
4,9 3,8
Meijhorst 3
5
7
Zwerfvuil in de eigen buurt Op de vraag of er zwerfvuil in de buurt voorkomt, antwoordt een grote meerderheid (97%) van de ondervraagden dat dit vaak of soms bij hun in de buurt het geval is. Ongeveer driekwart van alle geënquêteerden is van mening dat er vaak zwerfvuil voorkomt in hun buurt. fig. 2
Komt er zwerfvuil voor in de buurt? (in % van alle respondenten)
ja, vaak 76%
ja, soms 21% bijna nooit 3%
7
Nulmeting pilot zwerfvuilproject
Onder autochtone bewoners in de drie complexen is de groep die vindt dat er vaak zwerfvuil in hun buurt voorkomt (82%) groter dan onder allochtone bewoners (68%). Van alle drie complexen zegt men in Meyhorst (87%) het meest dat zwerfvuil vaak voorkomt in de buurt (fig. 3). fig. 3
Zwerfvuil in de buurt per complex (in % respondenten per complex)
Meijhorst
Malvert
NeerboschOost 0
20
40 vaak
60 soms
80
100
nooit
Het overgrote deel van de bewoners (82%) bij wie zwerfvuil in de buurt voorkomt ergert zich ook heel erg aan het zwerfvuil. Een veel kleiner deel (16%) vindt het niet zo erg (2% geeft geen antwoord) Tussen de complexen en tussen allochtone en autochtone bewoners zijn er wat deze ergernis betreft geen grote verschillen gevonden. Vrijwel iedereen (99%) bij wie zwerfvuil in de buurt voorkomt, d.w.z. zowel bij allochtone als autochtone bewoners, vindt ook dat hiertegen iets moet worden gedaan.
Waar komt zwerfvuil voor? Aan degenen die zeggen dat zwerfvuil vaak of soms bij hen in de buurt voorkomt is gevraagd waar dit zwerfvuil dan vooral voorkomt. Zij mochten hierop twee antwoorden geven (het totaal percentage in fig. 4 komt daarom uit op meer dan 100%). Nogal veel bewoners in de drie complexen zeggen dat zij zwerfvuil vooral zien liggen bij de straatcontainer voor gft-afval of in de struiken. Ook de straat en stoep worden genoemd als belangrijke plekken waar men het zwerfvuil ziet. Daarnaast worden het gras, het water en het trappenhuis in de maisonnettes genoemd als plekken waar zwerfvuil voorkomt, maar in mindere mate (fig.4).
8
Nulmeting pilot zwerfvuilproject De buurt en zwerfvuil in de buurt
fig. 4
Plekken waar zwerfvuil voorkomt (in % respondenten dat vaak of soms zwerfvuil ziet) in de struiken
38
bij de straatcontainer voor gft
36 27
op straat op de stoep
20
overal
15
op het gras
10 8
trappenhuis in het w ater
7
speelplaats/speeltuin
4
parkeerplaatsen
2
bij de glasbak
2 0
10
20
30
40
50
Allochtone en autochtone bewoners verschillen over het algemeen niet in hun mening waar het zwerfvuil voorkomt, met uitzondering van zwerfvuil bij de struiken in hun buurt. Autochtone bewoners vinden namelijk dat zwerfvuil hier meer voorkomt dan allochtone bewoners. Onder autochtone bewoners zegt 45% dat zwerfvuil voorkomt bij de struiken in hun buurt, terwijl dat onder allochtone bewoners minder is, namelijk 24%.
9
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Zwerfvuil in relatie tot gf-cocons
3
Zwerfvuil in relatie tot gf-cocons Over het algemeen wordt er veel zwerfvuil gesignaleerd (o.a. door de DAR) bij de gfcocons in de omgeving van de maisonnettes in Meijhorst, Malvert en Neerbosch-Oost. Blijkbaar vinden nogal veel bewoners in deze maisonnettes dat ook. Want op de vraag in de enquête in hoeverre er vuil bij de gf-cocon in de buurt voorkomt, zegt bijna driekwart (72%) dat dit veel of zeer veel het geval is. (fig. 5). fig. 5
In hoeverre komt zwerfvuil voor in buurt van gf-cocon? (in % van alle respondenten)
veel 29%
w einig 14% zeer w einig 3% nooit 1%
zeer veel 43%
w eet niet 10%
Autochtone bewoners (79%) vinden iets meer dat er (zeer) veel zwerfvuil voorkomt in de buurt van de gf-cocon dan allochtone bewoners (65%). In Meijhorst leeft deze mening iets meer dan in de andere twee wijken (fig. 6). fig. 6
Mate waarin men vindt dat er zwerfvuil voorkomt in de buurt (in % respondenten per maisonnetcomplex)
Meijhorst Malvert Neerbosch-Oost 0
20
40 (zeer) veel
60
80
100
(zeer) w einig
Dat er huisvuil bij of in de gf-cocon wordt gezet kan verschillende oorzaken hebben. Nagegaan is wat bewoners denken dat anderen er toe beweegt om vuil in of bij de gfcocon te zetten. Wanneer hiernaar wordt geïnformeerd (men mocht maximaal drie redenen noemen), vermoeden de ondervraagden dat vooral financiële motieven en de houding van bewoners hierbij een rol te spelen.
11
Nulmeting pilot zwerfvuilproject
fig. 7
Waarom denken bewoners dat er huisvuil in of bij de gf-cocon wordt gezet? (in % respondenten)
vermoeden: men w il niet betalen voor groene zak
43
gemakzucht
36
regels w orden niet nageleefd
35
onverschilligheid
30
goedkoper/kost niets
28
vuilniszak snel w eg vanw ege stank
27
huisvuil te w einig opgehaald
19
bepaalde groepen/buitenlanders
14
veroorzakers w onen buiten w ijk
8
te w einig geïnformeerd
7
gf-cocon trekt vuil aan
6
geen vertrouw en in afvalscheiding
4 0
10
20
30
40
50
Allochtone en autochtone burgers verschillen op sommige punten niet en op andere punten weer wel waar het gaat om hun mening over de reden waarom het huisvuil bij de gf-cocon wordt gezet. Verschillen zijn er bij redenen als “gemakzucht”, “vuilniszak snel weg vanwege stank” en “huisvuil te weinig opgehaald”. Bij allochtone bewoners vermoedt men meer dan bij autochtone bewoners dat de overtreding wordt veroorzaakt omdat men snel van het vuil af wil vanwege de stank of omdat het huisvuil te weinig wordt opgehaald. Onder allochtone bewoners vermoedt bijvoorbeeld 41% dat men snel van het vuil af wil vanwege de stank, terwijl dat onder autochtone bewoners veel lager is, namelijk 20% . Bij autochtone bewoners vermoedt men daarentegen veel meer dan bij allochtone bewoners dat er sprake is van gemakzucht. Onder autochtone bewoners vermoedt namelijk 47% dat, terwijl dit onder allochtone bewoners veel minder is, namelijk 17%. Hoe zit het met het eigen gedrag van de ondervraagden? Heeft men zelf (of iemand anders in huis) wel eens huisvuil of grof huisafval gestopt bij de gf-cocon of op een plek waar het eigenlijk niet thuishoort? Wanneer deze vraag gesteld wordt zegt 85% van de ondervraagden dat zij dit nooit gedaan hebben. Maar 9% geeft toe dat dit wel eens is gebeurd en 6% (23 personen) weet het niet. Grote verschillen tussen allochtone en autochtone bewoners zijn er wat dit betreft niet gevonden. Volgens degenen die ronduit hebben toegegeven dat zij dit wel eens gedaan hebben (33 personen) komt dit vooral door gemakzucht van henzelf (fig. 8) en niet zozeer door financiële motieven zoals respondenten denken over anderen die dit doen.
12
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Zwerfvuil in relatie tot gf-cocons
fig. 8
Reden waarom men huisvuil of grof huisafval heeft gestopt bij gf-cocon (in absolute aantallen) gemakzucht
7
niets ingevuld
6
anderen doen het ook
4
sneller van vuil af
4
groene zak duur
2
geen auto om vuil w eg te brengen
2
geen plaats voor vuil
2
w eet niet
1
recycling voor anderen
1
kind gooit afval daar
1
er is toch geen sanctie
1
moet betalen voor grofvuil
1
vanw ege verhuizing
1 0
2
4
6
8
10
13
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Maatregelen tegen zwerfvuil
4
Maatregelen tegen zwerfvuil Oplossing zwerfvuilproblematiek Bewoners van de maisonnetcomplexen in Meijhorst, Malvert en Neerbosch-Oost geven aan dat er verschillende manieren zijn om het zwerfvuil in hun buurt tegen te gaan. Op de vraag wat volgens hen de beste oplossing zou zijn om het zwerfvuil in hun buurt tegen te gaan (zij mochten hierop twee antwoorden geven) worden vooral genoemd: boetes uitdelen, meer toezicht, mogelijkheid bieden om vaker gratis grof huisafval af te laten halen en gf-cocon weghalen en in plaats daarvan een grotere gf-emmer geven indien men dat wenst (fig. 9). fig.9
Goede oplossing om zwerfvuil in de buurt tegen te gaan (in % respondenten dat vaak of soms zwerfvuil ziet) boetes uitdelen
36
vaker gratis grof huisafval
22
meer toezicht
21
meer opruimen DAR
19
grotere gf-emmer
19
oprichten z-team
16
doorgeven overtreding
10 9
betere voorlichting huisvuil w ekelijks ophalen
8
buurtgroep oprichten
5
grote vuilcontainer
3
huisvuilzak goedkoper maken
3
prullenbakken in omgeveing
2
milieuvoorl. kind. en all.
2 0
10
20
30
40
50
Zwerfvuilteams Een meerderheid van de ondervraagden (60%) is van mening dat zwerfvuilteams, teams bestaande uit bewoners die vrijwillig het zwerfvuil opruimen, zin heeft. Volgens bijna een vijfde hebben dergelijke teams geen zin. Veel genoemde redenen waarom men vindt dat zulke teams geen zin hebben zijn: het wordt snel weer vies en vervuilers wordt het makkelijk gemaakt.
15
Nulmeting pilot zwerfvuilproject
fig. 10
Hebben zwerfvuilteams zin? (in % van alle respondenten)
nee 19%
geen mening 21%
ja 60%
In Meijhorst is het aandeel bewoners dat vindt dat zwerfvuilteams zin hebben (50%) lager dan gemiddeld. Hoewel een meerderheid van de ondervraagden vindt dat zwerfvuilteams zin hebben, is daarentegen maar een veel kleinere groep bereid om mee te doen aan een dergelijk team, d.w.z. ook bereid af en toe zwerfvuil op te ruimen. Slechts 14% is bereid mee te doen als een dergelijk team zou worden opgericht. Tweederde maakt kenbaar niet bereid te zijn om mee te doen. Van de ondervaagden maakt overigens 3% kenbaar al lid te zijn van een zwerfvuilteam. Het gaat hier om 11 personen (fig. 11). fig. 11
Bereidheid om mee te doen aan zwerfvuilteam (in % respondenten)
hangt er van af 15% al lid van zteam 3%
nee 66%
w eet niet 2% ja 14%
Degenen die onder voorbehoud bereid zijn mee te doen (15%) zeggen dat hun eventuele deelname vooral afhangt van het tijdstip waarop het werk van het z-team plaatsvindt, de duur ervan en van de bereidheid van de rest van de bewoners in de buurt om ook mee te doen. Aan de bewoners is gevraagd of men naast het oprichten van zwerfvuilteams ook nog zelf een ander idee heeft hoe bewoners bij kunnen dragen aan een schonere buurt. Ongeveer een derde (35%) van de geënquêteerden noemt in dit verband enkele zaken.
16
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Maatregelen tegen zwerfvuil
Het meest worden genoemd: zelf laten opruimen, wijzen op eigen verantwoordelijkheid, kinderen betere opvoeding geven en voorlichting aan allochtonen en kinderen.
17
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Het gf-emmertje en de nieuwe maatregel
5
Het gf-emmertje en de nieuwe maatregel Ongeveer de helft (51%) van de ondervraagden gebruikt het gf-emmertje om er het groente- en fruitafval in te stoppen. De rest (49%) gebruikt het emmertje niet. Van degenen die het emmertje niet gebruiken zegt een naar verhouding groot aantal dat dit komt omdat men geen emmertje heeft. Ook een aantal andere redenen waarom men het emmertje niet gebruikt worden genoemd, maar in mindere mate. Bijvoorbeeld: het begint te stinken als het te lang in huis is, gedoe om naar de cocon te lopen, cocon vaak te vol. fig. 12
Waarom wordt gf-emmertje niet gebruikt voor scheiding van het groente- en fruitafval? (in % respondenten dat zegt geen gf-emmertje te gebruiken) heb geen gf-emmertje
46
afval stinkt indien te lang in huis
16
cocon vaak te vol
8
gedoe naar cocon
8
gf-emmer te klein
6
vies bij cocon
5
te w einig gf-afval
3
geen cocon aanw ezig
2
anderen doen het niet
2
scheiden heeft geen zin
2
allergie
1
emmertje stinkt
1 0
10
20
30
40
50
In de enquête is vooruitlopend op het plan om de gf-cocons weg te halen en het gfemmertje van 10 liter te vervangen door een grotere afsluitbare gf-emmer van 40 liter, gevraagd wat men van dit plan vindt. Uit de antwoorden blijkt dat er een iets grotere groep is die het plan wel ziet zitten dan die het plan niet zo ziet zitten. Een derde (33%) vindt het plan (zeer) slecht. Maar 45% zegt het plan (zeer) goed te vinden (fig. 13). Grote verschillen tussen allochtone en autochtone bewoners zijn er wat dit betreft niet gevonden.
19
Nulmeting pilot zwerfvuilproject
fig. 13
Wat vindt men van vervanging kleine gf-emmer door grotere emmer? (in % respondenten)
slecht 20%
noch goed/slecht 13%
zeer slecht 13%
goed 21% zeer goed 24%
gn mening 9%
Degenen die het plan (zeer) slecht vinden geven vooral als reden hiervoor op dat de emmer te zwaar is (38%), de emmer gaat stinken (28%), men geen of maar beperkte plaats heeft voor de emmer (21%).
20
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Het grof huisafval
6
Het grof huisafval Weet men van de gratis ophaalmogelijkheid? Al enkele jaren bestaat de mogelijkheid in Nijmegen om het grof huisafval twee keer per jaar gratis thuis op te laten halen. Het grof huisafval wordt dan binnen vijf werkdagen opgehaald. Iemand moet hiervoor wel thuis zijn en het afval moet gebundeld worden aangeleverd. Als bij de bewoners in de drie complexen geïnformeerd wordt in hoeverre zij op de hoogte zijn van deze gratis ophaalmogelijkheid, blijkt dat bijna zeven op de tien bewoners (69%) goed op de hoogte zijn van deze ophaalmogelijkheid (fig. 14). Dat is lager dan de bekendheid gemiddeld hierover in de stad. Deze bedraagt namelijk 91% (Nijmeegse burgers over de afvalinzameling, 2003). fig. 14
In hoeverre is men op de hoogte van de gratis ophaalmogelijkheid voor grof huisafval? (in % respondenten)
enigszins 17% goed 69%
slecht 14%
Tussen de bewoners van de drie complexen en tussen allochtone en autochtone bewoners in de complexen bestaan er geen grote verschillen met betrekking tot de kennis van deze gratis ophaalmogelijkheid.
Grof huisafval in de buurt In bepaalde buurt van de stad wordt her en der grof huisafval aangetroffen dat er zomaar is neergezet. Het gaat hier bijvoorbeeld om oude stoelen, oude tafels, losse planken, oud metaal of oude televisies. In de enquête is bij de bewoners nagegaan in hoeverre men in de buurt grof huis afval aantreft dat er zomaar is neergezet. In fig. 15 is te zien dat de groep die vindt dat dit (zeer) veel het geval is iets groter is dan de groep die vindt dat dit (zeer) weinig het geval is.
21
Nulmeting pilot zwerfvuilproject
fig. 15
In hoeverre wordt grof huisafval in de buurt zomaar neergezet? (in % respondenten)
zeer w einig 12%
w einig 29%
nooit 6% w eet niet 7%
veel 30%
zeer veel 16%
Allochtone en autochtone bewoners verschillen weinig in hun mening in hoeverre het grof huisafval zomaar in de buurt wordt neergezet. Wel zijn er verschillen tussen de drie maisonnetcomplexen. In Meijhorst is men veel meer dan in de andere complexen van mening dat het grof huis afval zomaar ergens wordt neergezet. In Meijhorst is ongeveer driekwart (76%) van de ondervraagden van mening dat dit (zeer) veel het geval is. In Neerbosch-Oost is men deze mening daarentegen het minste toegedaan (fig. 16). fig. 16
Grof huisafval in buurt per maisonnetcomplex (in % respondenten per complex)
Meijhorst
Malvert NeerboschOost 0
20 (zeer) veel
40
60
(zeer) w einig
80 nooit
100 w t niet
Aan degenen die vinden dat het grof huisafval zomaar ergens in hun buurt wordt neergezet, is gevraagd waarom men denkt dat dit gebeurt. Men mocht hierop drie antwoorden geven. Uit de antwoorden valt af te leiden dat gemakzucht en onverschilligheid van bewoners en er snel en goedkoop van af willen zijn in belangrijke mate hiervoor verantwoordelijk worden geacht. In fig.17 zijn de redenen te zien die men het meest genoemd heeft waarom men denkt dat het grof huisafval zomaar ergens wordt gezet. Omdat men meer dan één antwoord mocht geven komt het totale percentage in fig.17 uit op meer dan 100%.
22
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Het grof huisafval
fig. 17.
Waarom wordt grof huisvuil zomaar ergens neergezet? (in % respondenten die vinden dat dit gebeurt in hun buurt) 56
gemakzucht 51
snel en goedkoop onverschilligheid
40
geen vervoer
29
geen info over grofvuilservice
25
5 dgn w achten te lang
12
bepaalde groepen
10
doen mensen van andere w ijk
9
w il niet w achten
9
vooral allochtonen
3 0
10
20
30
40
50
60
Van de drie meest genoemde redenen waarom men denkt dat het grof huisafval zomaar ergens wordt gezet (gemakzucht, snel en goedkoop, onverschilligheid) is nagegaan of er ten aanzien hiervan verschillen bestaan tussen de drie complexen én tussen allochtone en autochtone bewoners. Tussen de complexen zijn er ten aanzien van deze drie redenen geen grote verschillen geconstateerd. Autochtone bewoners vermoeden evenwel meer dan allochtone bewoners dat gemakzucht en onverschilligheid van bewoners er voor zorgen dat er zomaar ergens grof huisafval wordt neergezet. Onder autochtone bewoners vermoedt bijvoorbeeld 63% dat gemakzucht een reden hiervoor is. Onder allochtone bewoners is dat minder, namelijk 45%. En bij autochtone bewoners wordt onverschilligheid door 46% als vermoedelijke reden genoemd, terwijl dat bij allochtone bewoners 32% is.
23
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Klachten en meldingen
7
Klachten en meldingen Ruim tweederde (68%) van de ondervaagden maakt kenbaar wel eens klachten over zwerfvuil of illegale stort in de buurt te hebben. De rest (31%) heeft hierover geen klachten. De drie maisonnetcomplexen in Meijhorst, Malvert en Neerbosch-Oost verschillen wat dit betreft niet veel van elkaar. Van degenen die klachten hebben gehad, heeft ruim een kwart (27%) deze klachten gemeld bij de DAR. De rest, d.w.z. 73% oftewel bijna driekwart, heeft deze klachten niet gemeld. Van degenen die hun klachten hebben gemeld bij de DAR (68 personen) zegt 44% dat de klacht op een goede of redelijke manier is afgehandeld. Volgens eenderde (32%) is dat op een slechte manier gebeurd en ongeveer een kwart (24%) weet niet hoe de klacht is afgehandeld. Aan degenen die klachten hebben gehad, maar deze niet gemeld hebben bij de DAR (180 personen) is gevraagd waarom men deze klachten niet heeft gemeld. Een relatief veel genoemde reden die men in dit verband noemt is dat het toch niet helpt (46%) om een klacht te melden. Ook, maar in mindere mate wordt o.a. gezegd dat men niet weet wie men moet bellen (18%), dat men niet wil klikken (8%) en dat men liever de mensen zelf aanspreekt (7%). Grote verschillen tussen allochtone en autochtone bewoners zijn er wat deze redenen betreft niet gevonden.
25
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Suggesties voor verbeteringen
8
Suggesties voor verbeteringen In de enquête is gevraagd of er nog iets verbeterd kan worden wat het inzamelen en opruimen van het afval betreft en zo ja, wat. Tweederde (66%) van degenen die de enquête hebben ingevuld is van mening dat er nog wat verbeterd kan worden waar het gaat om het inzamelen en opruimen van het afval in de eigen buurt. De rest (34%) vindt dat er niets verbeterd hoeft te worden. De groep die vindt dat er nog wat verbeterd kan worden zegt in dit verband vooral dat het huisvuil vaker opgehaald moet worden of dat er vaker geveegd moet worden. Ook boetes /de mensen meer aanspreken en beter toezicht worden genoemd, evenals voorlichting aan allochtonen en kinderen en het plaatsen van een container voor grofvuil, maar in iets mindere mate. In fig.18 is te zien wat zoal wordt genoemd. Alleen zaken die minimaal vijf keer zijn genoemd, staan in de figuur opgenomen. fig 18
Wat kan er verbeterd worden m.b.t. het inzamelen of opruimen van afval? (in % respondenten dat vindt dat er nog iets verbeterd kan worden) afval vaker ophalen/vegen
19
boetes / meer aanspreken
10
beter toezicht houden
9
container grofvuil plaatsen
9
voorlichting all. en kinderen
9
onverschilligheid omzetten in betrokkenheid
8
zak goedkoper maken
5
prullenbakken plaatsen
4
cocon schoonmaken
4
DAR moet meer meenemen
4
na ophalen schoonmaken
3
container restafval plaatsen
3
speelplaatsen schoonmaken
2 0
5
10
15
20
25
27
Nulmeting pilot zwerfvuilproject Waardering diensten DAR
9
Waardering diensten DAR In de enquête waren enkele diensten van de DAR opgenomen waarbij aan de bewoners is gevraagd een algemeen oordeel hieraan toe te kennen in de vorm van een rapportcijfer. Bij twee van deze diensten (fig. 19a en 19b) kon de waardering van de bewoners in de maisonnetcomplexen vergeleken worden met de gemiddelde waardering hierover in de stad, omdat hiernaar ook geïnformeerd was in een afvalenquête onder Nijmegenaren in 2003. fig. 19a
Waardering schoonhouden buurt door DAR in rapportcijfer gem. Nijmegen
6,3
gem. drie w ijken
5,9
Neerbosch-Oost
5,9
Malvert
5,9 6
Meijhorst 3
fig. 19b
5
7
Waardering afvalinzameling door DAR in rapportcijfer gem. Nijmegen
7,2
gem. drie w ijken
6,4
Neerbosch-Oost
6,7
Malvert
6,3
Meijhorst
6,2 3
fig. 19c
5
7
Waardering voorlichting door DAR in rapportcijfer 5,7
gem. drie w ijken
Neerbosch-Oost
5,9
Meijhorst
5,7 5,4
Malvert 3
fig. 19d
5
7
Waardering dienstverlening door DAR in rapportcijfer
29
Nulmeting pilot zwerfvuilproject
gem. drie w ijken
6
Neerbosch-Oost
6,2
Meijhorst
5,9 5,7
Malvert 3
5
7
Uit de resultaten blijkt dat de waardering voor het schoonhouden van de buurt door de DAR in de drie maisonnetcomplexen in vergelijking met de waardering hiervoor in de stad iets lager ligt. Duidelijk minder is de waardering in de maisonnetcomplexen van de drie wijken voor de afvalinzameling door de DAR. Hoewel hiervoor in de maisonnetcomplexen van de drie wijken gemiddeld wel een voldoende (6,4) wordt gegeven, is de waardering hiervoor lager dan in de stad (7,2). De dienstverlening van de DAR (hier moet o.a. gedacht worden aan uitleg van de DAR, afhandeling van klachten, afspraken via de telefoon e.d.) krijgt gemiddeld in de maisonnetcomplexen van de drie wijken nog net een voldoende. Van alle diensten van de DAR krijgt voorlichting de laagste waardering. In de maisonnettes van Malvert is men iets minder te spreken over de voorlichting en de dienstverlening van de DAR dan in de maisonnettes van de andere twee wijken.
30