MAGAZINE 44 e jaargang / juli 2010 / nr. 5
‘‘M eer ver w er k in g v a n r u w e r i e t s u i ke r” Cibe w il b e houd s u i ke r m a r kt o rde n i n g M ind er suik e r, ko r t e re c a m pa gn e
2
juli 2010 nr. 5
In dit nummer
Contact Cosun hoofdkantoor Cosunpark 1 Postbus 3411 4800 MG Breda
076 - 530 32 22
[email protected] www.cosun.nl
Secretariaat raad van beheer T: 076 - 530 33 07 F: 076 - 530 33 00
[email protected] www.cosun.nl/agrarisch
Suiker Unie secretariaat agrarische dienst Postbus 100 4750 AC oud Gastel T: 0165 - 52 52 52
[email protected] F: 0165 - 52 50 28 www.suikerunie.nl/agrarisch Jan Verbeek, voorzitter van de kring Holland
Bietenadministratie
”Meer verwerking van ruwe rietsuiker”
4
CIBE wil behoud suikermarktordening
6
Minder suiker, kortere campagne
7
Anklam wil beter rendement door biovergisting
8
John Ernest Hans van Hassel
0165 - 52 52 74 0165 - 52 52 70
Financiële administratie Piet Santbergen
0165 - 52 51 23
Teeltzaken Sjaak Kolff
0165 - 52 52 65
Suikersysteem
Bietengroei vertraagd door droogte
10
Beet Europe 2010 wordt grootse manifestatie
11
Tijd voor bekalken!
12
Voorkom eileg van langpootmug
14
Rik Gengler (gebied Noord) Arno Huijsmans (gebied Zuid) Pieter Brooijmans (centrale agrarische dienst)
Vraag & Antwoord en Kort Nieuws
16
Agrarische dienst in de regio’s
Helma Braat
0165 - 52 52 73
Management agrarische zaken 050 - 556 14 22 0165 - 52 52 67 0165 - 52 52 78
Gebied Noord
Colofon Cosun Magazine is een uitgave van Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. voor leden van Cosun Vormgeving en druk
Robert Verberg Peter Koopmans
06 - 51367564 06 - 51244830
Kees Geschiere Alex Kroon Peter Roelfsema Harry Visser
06 - 53725231 06 - 53342619 06 - 53963367 06 - 53308161
Wim Schrijvers Jan Albert te Velde
06 - 53912813 06 - 22204649
Van As drukwerk, design & database publishing
Noord-Holland en Holland midden oostelijk en Zuidelijk Flevoland Noordoostpolder Groningen west en noord, Friesland Groningen noordoost en -oost Drenthe noord, -midden en -west, Friesland zand Drenthe oost en -zuidoost Drenthe zuid, overijssel, Gelderland noord en midden
Gebied Zuid
Redactieraad Jan Willem van Roessel hoofdredacteur PRLT Communicatie eindredactie Pieter Brooijmans Ynego Brouwers Jan Hazen Dirk Jan Kemp Hakkert Gert Sikken
Fotografie in dit nummer
Jurgen Michielsen 06 - 51505371 René van den Eijnden 06 - 51545273 Ynego Brouwers
06 - 20369834
Teun Kleinjan Johan Mol
06 - 22396239 06 - 22371515
Arno Huijsmans
06 - 53963368
CSV COVAS
0493 - 34 89 89 Gelderland-Zuid, oost-Brabant en Limburg
Royal Cosun, Suiker Unie, IRS en Engel Lameijer © Koninklijke Coöperatie Cosun U.A., 2010
SCS-COC-00750
West Zeeuws-Vlaanderen oost Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland Walcheren, Noord-Beveland, Schouwen Duiveland en Goeree overflakkee West-Brabant en Tholen Midden-Brabant, Betuwe, Utrecht en Veluwe Zuid-Hollandse Eilanden en Zuid-Holland vast
juli 2010 nr. 5
Van de voorzitter
Wanneer beginnen we met de bietencampagne? We zijn halverwege het groeiseizoen. Gezien het weersverloop weten we wel zeker dat we de opbrengsten van vorig jaar niet zullen halen, maar het is nog steeds koffiedik kijken waar we dit jaar op uit zullen komen. De droogte in juni-juli heeft in een aantal gebieden remmend gewerkt, terwijl op zwaardere gronden het grote aantal zonuren juist positief is geweest. Voor de planning van de campagne wordt het nog wel even rekenen hoe lang die gaat duren. Daarbij moeten we ook rekening houden met de voorraden. De verkopen in Europa verlopen positief. Ook de hogere wereldmarktprijzen van het afgelopen halfjaar hebben deze verkopen zeker beïnvloed. Daardoor moeten we niet alleen met de opbrengsten rekening houden, maar ook met het moment waarop we de suiker van de nieuwe oogst beschikbaar willen hebben, om alle verkochte suiker op tijd verkrijgbaar te hebben. Vooral tegen die achtergrond zullen we rond half september beginnen met de bietencampagne. Om bij de leveringen met uw wensen rekening te kunnen houden, zijn de leveringswensen inmiddels geïnventariseerd. Bij het doorspreken van de leveringsvoorwaarden in de Ledenraad is er nog wel een punt aan de orde geweest: de bonus-malusbetaling voor de partijgrootte. De bonus stimuleert soms dat er te veel bieten op een te kleine oppervlakte worden gestort. Manoeuvreren met vrachtauto’s en het verladen wordt daardoor soms erg moeilijk. Vijftig of honderd ton minder bieten maakt het werken een stuk aangenamer. De bonus-malusregeling is gebleven, maar de ervaring van afgelopen jaren moet wel worden meegenomen bij het maken van afspraken. Als u twijfelt, is het goed te overleggen met uw contactpersoon van de agrarische dienst.
Brusselse aangelegenheden Europees gezien is er over de afgelopen tijd niet heel veel gebeurd. Iedereen is in afwachting van de voorstellen voor de Marktordening na 2013. Via internet konden organisaties en het publiek hun mening aan de EU-Commissie kenbaar maken. Ruim vijfduizend reacties kwamen binnen. Het zijn veelal belangenorganisaties die daarvan gebruik hebben gemaakt. Maar iedere EU-burger had de gelegenheid. Ik ben benieuwd naar de analyse van deze inzendingen. Natuurlijk hebben we als Europese organisatie van bietentelers (CIBE)
en Europese vereniging van suikerfabrikanten (CEFS) ook onze bijdrage geleverd. Inhoudelijk ligt de Jos van Campen bijdrage van zowel de Europese telers als de Europese industrie in elkaars verlengde. Maar ook de ACP- en de MOL-landen hebben signalen afgegeven die onze standpunten ondersteunen. De kern van de boodschap is: • De marktinstrumenten, die we gebruiken, hebben zich bewezen en zijn budget neutraal. • De redenen voor de noodzakelijke herstructurering in 2006 zijn ingevuld. • Suikerbietenteelt gebeurt in Europa op een zeer duurzame wijze (voedselveiligheid). • Mogelijkheden van alternatieve energieproductie: bio-ethanol en biogas. • De gevolgen van de opening van de grenzen voor de MOL-landen zijn op zijn vroegst begin 2011 in te schatten. Maar de EU is nu importerend. Houd ook rekening met voedselzekerheid. Kortom, wij, de suikerketen, inclusief de ACP en MOL, zien geen redenen om drastische veranderingen door te voeren. Ik ken de inhoudelijke reactie van de verbruikende industrie niet. De verbruikende industrie had tot 2006 een grote weerstand tegen het Europese suikersysteem. Na de herstructurering en de veel lagere Europese suikerprijs is die weerstand veranderd in zorg voor de voorzieningszekerheid. Ik werd laatst gevraagd door een inkoper van een grote internationale snoepfabrikant, of we voor de komende vier jaar de suikerleveranties wel konden garanderen. Daarmee gaf hij aan dat prijs, die natuurlijk altijd belangrijk is, niet meer het enige discussiepunt is. Een signaal wat ons ook helpt bij onze onderbouwing.
3
4
juli 2010 nr. 5
Kringvoorzitter Jan Verbeek
”Meer verwerking van ruwe rietsuiker” Cosun zou moeten overwegen de fabrieken rendabeler te maken door na de campagne meer witsuiker uit rietsuiker te produceren. Maar dat mag niet ten koste gaan van de afzet van bietsuiker. ”Dan doe je ons bietentelers tekort”, stelt Jan Verbeek, voorzitter van de kring Holland.
Jan Verbeek (66) is een geboren verteller. Scherp van geest en rap van tong. Verbeek vertegenwoordigt een gebied van Texel tot Rotterdam, 586 bedrijven, 5.250 hectare bieten, waarvan zo’n 1.300 in ‘zijn’ Haarlemmermeer. Tien jaar kringbestuur heeft Verbeek er inmiddels opzitten. Tien jaar is hij luisterend oor en wakend oog van en voor de leden. ”Het Cosun-bestuur dat er nu zit, is goed. Al draait het niet altijd even soepeltjes bij de dochterbedrijven”, aldus Verbeek. ”Als coöperatie moet je proberen een zo goed mogelijke bietenprijs neer te zetten. Dat doet zij ook. Van Campen mag wat mij betreft dan ook nog heel wat jaartjes blijven zitten”, vindt hij. Zeer te spreken is Verbeek over overnames als die van CSM Suiker en Anklam. Verbeek was tot 2000 dubbelleverancier. ”Ik voel me als een vis in het water nu CSM Suiker erbij gekomen is. We hebben er een hartstikke goede fabriek bij gekregen en een goed management overgenomen. Ik zou graag nog zien dat de fabrieken meer rietsuiker gingen verwerken. Dan kun je ze rendabeler maken. Maar het mag natuurlijk niet zo zijn dat die suiker ons voor de voeten gaat lopen, want dan doe je ons bietentelers tekort.”
Rendementen
Het ondersteunen van de bietenprijs uit overige activiteiten verloopt niet altijd even vlekkeloos. Tegenvallende afzetmarkten,
economische recessie en verhevigde concurrentie zetten regelmatig de resultaten van dochterbedrijven onder druk. ”De afgelopen jaren is veel geld in de overige activiteiten gestopt in de hoop dat er winsten uitkomen. Die verwachtingen worden niet overal voldoende waargemaakt”, aldus Verbeek. ”Dat, als je iets gekocht hebt, de resultaten er niet direct zijn, is helemaal niet erg, maar op een gegeven moment moet dat wel het geval zijn. Anders had je het geïnvesteerde geld beter rechtstreeks aan de leden kunnen uitkeren. Je kunt ook te veel investeren. Kijk naar Nordzucker. Dat betaalt volgend jaar vijf euro minder aan de boeren, omdat ze met verlies draaien door de aankoop van Danisco. Je kunt je ook overeten. Als ledenraadslid moet je daar scherp op zijn. Van mij mag je verwachten dat ik dat ben. Het gaat om boerengeld.” Verbeek - hij was onder meer bestuurder bij de Rabobank en het waterschap - vervolgt: ”Als het rendement van een bedrijf te lang onder de maat blijft en je verwacht geen verbeteringen meer, dan moet je de beslissing nemen om ermee te stoppen.” ”Eenvoudig is die afweging overigens niet”, benadrukt hij, wijzend op het voorbeeld van Sensus, dat na een aantal zeer moeizame jaren nu goed presteert. Markten veranderen, omstandigheden veranderen. In het achterhoofd sluimert altijd de stille hoop op verbetering. ”Ook bepalen, wanneer je een activiteit gaat afstoten, is heel moeilijk. Als een bedrijf goed draait, wil je Jan Verbeek: ”Als coöperatie moet je proberen een zo goed mogelijke bietenprijs neer te zetten. Dat doet zij ook.”
juli 2010 nr. 5
”Verknocht aan de Haarlemmermeer”
het niet verkopen. En als een bedrijf slecht draait, kun je het niet verkopen. Wat je in ieder geval niet moet doen, is het vervolgens dus maar weggeven voor een veel te lage prijs.”
Boeren bij Schiphol
Verbeek heeft een akkerbouwbedrijf in Hoofddorp, pal naast de Zwanenburgbaan, de vierde landingsbaan van Schiphol. De Verbeeks, oorspronkelijk afkomstig uit Andel in Noord-Brabant, wonen al sinds 1855 in de Haarlemmermeer. Ze behoren tot de eerste generatie polderbewoners. Verbeek teelt 13 hectare suikerbieten (Theresa en Emilia), 20 hectare tarwe, 20 hectare aardappelen (Bintje) en 8 hectare zaaiuien. Boeren bij een luchthaven betekent rekening houden met een buur met expansiedrang en landhonger. Van de in totaal 18.000 hectare in de Haarlemmermeer heeft Schiphol er inmiddels meer dan 2.500 in gebruik. Veel akkerbouwers zijn in de loop der jaren vertrokken om hun bedrijf ergens anders voort te zetten, waar betere groeimogelijkheden zijn. Verbeek is zelf ook al meerdere malen met de expansiedrift van Schiphol geconfronteerd. De historie van zijn bedrijf is er een van krimpen, groeien en krimpen en van verhuizingen van nieuwbouwboerderij naar nieuwbouwboerderij. Telkens in de buurt van de landingsbaan en met zicht op de bedrijvigheid van de luchthaven. ”Schiphol is een bedreiging voor je bedrijf, maar ook een kans”, vertelt hij. ”Met een stukkie durf, een stukkie geluk, veel gezondheid en gelukkig zijn met wat je hier hebt, kun je een heel eind komen.” Midden jaren ’60 raakte Verbeek voor het eerst land kwijt aan de luchthaven. Hij verloor de helft van zijn pachtbedrijf (AMEV) van veertig hectare voor de aanleg van de Zwanenburgbaan. De Flevopolder lonkte, maar Verbeek besloot uiteindelijk toch te blijven. Jan: ”Mijn vader zei: Je weet maar nooit. Schiphol blijft groeien. We komen vast nog wel een keer aan de beurt.” Eind jaren ’80 moest Verbeek land inleveren voor een draaiing van de Zwanenburgbaan. Die ging uiteindelijk niet door. In 2001 was hij wederom aan de beurt. Nu voor de aanleg van de A5 en een vliegtuigtaxibaan naar de nieuwe Polderbaan.
Investeren en samenwerken
”Na de halvering zijn we verder gegaan op twee samengevoegde pachtbedrijven. In totaal 55 hectare. Ik draaide niet slecht”, vertelt Verbeek. Ook paste Verbeek zijn bedrijfsstrategie aan. Door intensieve samenwerking met zijn achterneven wist hij de
machinekosten flink te reduceren. Aangemoedigd door de torenhoge inflatie eind jaren ’70 ging hij bovendien investeren in de aankoop van landbouwgrond en in de bouw van eigen schuren voor de opslag van aardappelen en uien. ”Grond is duur in de Haarlemmermeer, maar ik heb er geen spijt van gehad”, vertelt hij. ”Schiphol is hier het vliegwiel van de economie. De luchthaven is oppermachtig, maar over de grondprijs werden we het na stevig onderhandelen altijd eens. Met Rijkswaterstaat verliepen de onderhandelingen stukken moeizamer.” De landhonger van de luchthaven en van Rijkswaterstaat heeft in Verbeeks percelen overigens flinke sporen nagelaten. Verbeek: ”Vroeger had je hier kaarsrechte stukken van 1000 bij 200 meter. Van de zeven percelen is er nog maar één kaarsrecht. De rest is doorsneden door landingsbanen en wegen. Een perceel van negen hectare is aan de ene kant 380 meter breed en aan de andere kant 520. Dat is lastig met spuiten. Het kost je meer tijd. En je moet vreselijk goed uitkijken dat je niet stukken overlapt. Vooral als je een zwaar middel gebruikt, kan dat dubbelspuiten schadelijke gevolgen hebben. Maar ik werk met het lagedoseringen-systeem. Je hebt dan minder risico.”
Bedrijfsvoering aanpassen
Verbeeks achterneef en diens zoon zijn in 2001 met hun bedrijf verhuisd naar de Noordoostpolder. Daarmee kwam een einde aan dertig jaar innige samenwerking. De achterneef en zijn zoon telen nu alleen nog tien hectare pootgoed in de Haarlemmermeer. Verbeek zelf wilde niet weg. Zijn drie dochters en kleinkinderen wonen in de buurt. ”Ik ben verknocht aan de Haarlemmermeer. Ik houd van de vliegtuigen en van de reuring. Maar als ik een opvolger had gehad, had ik in 2001 misschien ook wel die keuze gemaakt”, aldus Verbeek. Door de beëindiging van de samenwerking is de bedrijfsvoering noodgedwongen aangepast. Jan: ”Vroeger teelde en sorteerde ik consumptieaardappelen voor de groothandel. Nu is 90% van wat ik teel frietaardappel voor McCain. Voor het combinewerk en voor het in- en uitschuren werk ik samen met een collega. Het rooiwerk doet de loonwerker.” Een deel van de opslagschuren verhuurt Verbeek aan een loonwerker. Ook liggen er aardappelen van de buurman. Verbeek: ”Ik ben de man van de kleine beetjes. Als je maar genoeg kleine beetjes hebt, kom je er ook wel.” Ton Schönwetter
5
6
juli 2010 nr. 5
Suikermarkt gebaat bij handhaving systematiek
CIBE wil behoud suikermarktordening Voor een stabiele suikermarkt in de toekomst is van het grootste belang dat de huidige marktmechanismen, zoals de suikerquotering, gehandhaafd blijven. Dat stelt CIBE. De Europese organisatie van bietentelers hield op 27 en 28 mei in Roemenië haar algemene vergadering. Daar werd ook een rapport over de duurzaamheid van de teelt gepresenteerd.
De CIBE wijst erop dat de suikerbiet een schoolvoorbeeld is van duurzaamheid. De efficiëntie van de teelt is de afgelopen tien jaar sterk verbeterd. De telers realiseren met minder input een hogere suikeropbrengst. Ook de suikerfabrieken werken steeds efficiënter. De Europese gebruikers en consumenten kunnen daardoor rekenen op een constante stroom producten van hoge kwaliteit tegen een redelijke prijs.
Meer ondersteuning nodig
CIBE vindt dat er niet getornd mag worden aan de doelstellingen van de suikermarktordening. De EU-suikermarkt heeft behoefte aan een consistente handelspolitiek, stelt de CIBE. Door de ingrijpende hervorming van de suikermarktordening zijn de suikerprijzen in de EU gezakt, waardoor ze dichter bij de prijzen elders op de wereld liggen. De EU-suikerregeling voldoet aan alle internationale afspraken. Ook is de EU nu een van de grootste suikerimporteurs ter wereld geworden. 20% van de suiker die in de EU wordt verbruikt, wordt geïmporteerd. Exporteren uit de EU moet mogelijk blijven in verband met de fluctuaties in de Europese suikeropbrengsten, vindt de CIBE. Essentieel is verder dat de EU de huidige balans op de EU-suikermarkt niet verstoort door extra heffingsvrije import van suiker toe te staan via bilaterale overeenkomsten met andere handelsblokken. Ook wijst CIBE erop dat de EU onterecht nog steeds een productieheffing oplegt aan suikerfabrikanten en telers, terwijl dit geld niet meer gebruikt wordt voor maatregelen die op de suikermarkt betrekking hebben, zoals exportsteun. Voor een stabiele suikermarkt in de toekomst is het volgens CIBE van het grootste belang dat de EU de huidige mechanismen, zoals de suikerquotering, handhaaft.
zoals een minimumbietenprijs, blijven stellen aan de leveringsovereenkomsten tussen de telers en de suikerindustrie. Alleen zo kunnen de telers een behoorlijke vergoeding blijven ontvangen voor hun bieten en kan er ingespeeld worden
op marktontwikkelingen. CIBE gaat dit standpunt uitdragen in de discussie over het toekomstige EU-landbouwbeleid na 2013. Jan Willem van Roessel
Bietenteelt in Roemenië Twintig jaar geleden werd in Roemenië 240.000 hectare suikerbieten geteeld door even zoveel telers. Nu is dat 21.500 hectare door 1.285 telers: gemiddeld 16,7 hectare per bedrijf. Door de concentratie zijn de opbrengsten sterk gestegen: van 20 à 25 ton enkele jaren geleden, naar gemiddeld 42 ton/ha nu. Roemenië teelt al sinds de 19de eeuw suikerbieten. Vooral in de jaren ‘60 van de vorige eeuw groeide het areaal fors. Na de omwenteling in 1989 braken er moeilijke tijden aan voor de suikerindustrie en de telers. De grote staatsbedrijven werden opgesplitst in talrijke kleine boerenbedrijven. De import van ruwe rietsuiker zette de prijs sterk onder druk. De suikerfabrieken konden het niet bolwerken tegen de import. Voor de boeren werd de teelt door de lage bietenprijzen oninteressant. Na de toetreding tot de EU in 2007 is het areaal snel gedaald. Klein quotum
Roemenië heeft tweederde van het suikerquotum ingeleverd. Wat resteert, is een quotum van 105.000 ton. De bieten worden verwerkt in vier fabrieken met een capaciteit van 2.500 tot 4.000 ton bieten per dag. Slechts één fabriek heeft een Roemeense eigenaar. De andere zijn in handen van drie verschillende buitenlandse suikerondernemingen. De campagne is kort: gemiddeld zestig dagen en start rond 1 oktober. De Roemenen telen vrijwel uitsluitend rhizomanieresistente rassen. Daarnaast zorgt cercospora voor grote problemen. Bieten telen in Brasov
De CIBE-vertegenwoordigers bezochten onder anderen Mircea Dumitru in Brasov. Dumitru heeft een bedrijf van 320 hectare vlakbij de suikerfabriek Bod. Hij heeft 25 hectare in eigendom, de rest is gepacht. Naast akkerbouw heeft hij 75 melkkoeien. Dumitru teelt 106 hectare suikerbieten. Met opbrengsten van 50 à 60 ton met een suikergehalte van 18,5% is zijn opbrengst bovengemiddeld. Toch is de teelt volgens hem alleen interessant, doordat de overheid een toeslag per hectare geeft.
Minimumbietenprijs
De Europese bietentelers hebben te maken met zeer grote suikerondernemingen. De EU, aldus CIBE, moet daarom in de Europese richtlijnen randvoorwaarden,
Bietenteelt sterk in areaal gedaald
Mircea Dumitru
juli 2010 nr. 5
Internationale samenwerking praktijkonderzoek
Minder suiker, kortere campagne De suikeropbrengst wordt dit jaar minder groot dan vorig jaar. Het areaal is licht gedaald, maar vooral de opbrengst per ha zal het record van vorig jaar niet kunnen evenaren.
Binnen onze sector wordt momenteel door velen gediscussieerd over de te verwachten opbrengsten. Door de extreme weersomstandigheden van dit jaar is een goede prognose moeilijk te geven. Veel zal afhangen van of er nog enigszins op tijd neerslag van betekenis valt. De topopbrengst van vorig jaar zal in ieder geval niet worden geëvenaard. Daarvoor was het eerst te koud en later te droog. De suikerproductie zal daardoor tussen 10 en 20% lager uitkomen dan in 2009. Dat betekent ook dat de campagne navenant korter wordt. De start is nog niet bekend, maar zal niet alleen bepaald worden door de situatie in het veld maar ook door de suikervoorraad en de afzet.
Invloed wereldmarkt
De wereldmarkt heeft het afgelopen jaar grote prijsfluctuaties laten zien. In de tweede helft van vorig jaar steeg de prijs voor witte suiker van circa 35 euro per 100 kg naar meer dan 50 euro per 100 kg op de top in februari van dit jaar. Daarna viel in een paar maanden tijd de prijs terug naar 35 euro. De laatste maanden is hij weer aan het stijgen. De wereldmarktprijs beïnvloedt ook de Europese markt. Nu Europa nettoimporteur is geworden, heeft de hoeveelheid suiker die naar Europa wordt geëxporteerd ook een effect op de prijs. De politiek doet er goed aan lering te trekken uit deze ontwikkelingen. Dat is te meer belangrijk nu de discussie over de nieuwe marktordening niet lang op zich zal laten wachten. De Europese suikersector benadrukt het belang van een gemeenschappelijke marktordening. Voedsel is van strategisch belang en de productie ervan is, zoals we dit jaar ervaren, onderhevig aan onvoorspelbare weersomstandigheden. En dan te bedenken dat de wereldbevolking tot 2050 substantieel zal toenemen en daarmee ook de behoefte aan suiker. De sector geeft prioriteit aan een stabiele
Droogte in bieten
suikervoorziening in de EU die voornamelijk gerealiseerd moet worden met productie in de EU.
Samenwerking praktijkonderzoek Naast voedselzekerheid zijn ook voedselveiligheid en duurzaamheid van belang. Beide zijn zaken waarop de EU-suikersector hoog scoort. Om hierin te blijven excelleren is onderzoek in de teelt en de verwerkingtechnologie nodig. De Europese suikersector doet veel op het gebied van praktijkonderzoek en de uitwisseling van onderzoeksresultaten. Eind juni nog was er een internationaal congres van het IIRB (Internationaal Instituut voor onderzoek in de bietenteelt). Meer dan tweehonderd wetenschappers wisselden daar informatie uit over de potentie van de suikerbiet, de gewasbescherming en het gewasmanagement. Behalve zo’n dertig presentaties waren er meer dan zestig postersessies over onderzoek (zie www.iirb.org). Onderzoek was, is en blijft van groot belang. Internationale samenwerking kan daarbij leiden tot synergie: meer informatie voor minder geld. Nederland heeft onlangs samen met Duitsland, Denemarken en Zweden een stap gezet naar intensievere internationale samenwerking in het praktijkonderzoek. De bieteninstituten in genoemde landen tekenden onder de naam COBRI vorig maand een samenwerkingsovereenkomst, waarbij niet alleen onderzoeksresultaten worden uitgewisseld, maar juist ook
N-trappenproefveld in Lelystad in samenwerking met CoBRI
een bundeling van onderzoekscapaciteit plaatsvindt. Zo kan met minder kosten meer en betere informatie bij elkaar gebracht worden. Meer achtergrondinformatie hierover staat op www.irs.nl. Gert Sikken
7
8
juli 2010 nr. 5
Biogas is brandstof voor bio-ethanolproductie
Anklam wil beter rendement door biovergisting Cosun is sinds maart 2009 eigenaar van een suikerfabriek in Anklam, in Noord-Oost Duitsland. De vorige eigenaar (Danisco) heeft de fabriek vanaf 1991 volledig gemoderniseerd door ongeveer 180 miljoen euro te investeren en zes andere fabrieken te sluiten. In 2007/2008 is 25 miljoen geïnvesteerd in de bio-ethanolproductie.
De bieten in Anklam en omgeving groeien voornamelijk op lemig zand of zandig leem. Lichte grond dus. Hoewel min of meer een homogene grondsoort, is er op de (zeer grote) percelen veel variatie in hoogte, leempercentage en -diepte. Het klimaat is er deels maritiem, deels continentaal. De jaarlijkse neerslag varieert tussen de 500 en 600 mm. De meeste valt in najaar en winter. Belangrijke aandachtspunten voor de bodem zijn een goede pH en fosfaattoestand. Om erosie te voorkomen zaaien steeds meer telers de bieten in een toplaag met gehakseld stro of een groenbemester. De zaaibedbereiding wordt dan uitgevoerd met brede aangepaste werktuigen met schijfmessen die de oogstresten van het vorig jaar snijden in de richting van de zaaivoor. Bij de nieuwste techniek worden de grondbewerking en het zaaien in één werkgang uitgevoerd met een zeer brede machine om extra spoorvorming te vermijden. 46% van het bietenareaal wordt vooraf niet geploegd. De gemiddelde zaaidatum dit jaar is 11 april.
Moderne installaties in fabriek Anklam
Campagne
Het aanvoergebied van Anklam, opgericht in 1883, omvat 21.000 ha bieten (inclusief de ethanolbieten). In 2006, toen er nog geen ethanolproductie was, was dat slechts 14.200 ha. De bietenpercelen liggen gemiddeld 60 km van de fabriek, aanzienlijk dichterbij dan in Nederland. De campagne duurt dit jaar ruim 110 dagen. Het witsuikerquotum is 112.000 ton. De ethanolproductie dit jaar wordt geschat op 550.000 hl. De opbrengststijging is de laatste twintig jaar fors geweest (van 6 ton suiker in 1990 naar ruim 11 ton in 2010). De telers hebben vertrouwen in de toekomst van de teelt, omdat de stijging van de graanopbrengsten hierop sterk achterloopt. Grofweg de helft van de telers levert alleen bieten voor de suikerproductie, de andere helft levert daarnaast ook ethanolbieten. In de toekomst komen er misschien ook mogelijkheden voor de productie van biogas uit suikerbieten. De fabriek in Anklam verwerkt per dag 11.250 ton voorgereinigde bieten tot 800
ton suiker en 2.000 ton diksap. Diksap wordt deels in de wintercampagne tot suiker verwerkt, maar vooral tot bio-ethanol (jaarrond). In totaal wordt 1,1 miljoen ton bieten aangevoerd. Dat gebeurt door elf transportbedrijven met trailerkippers. De fabriek ligt logistiek zeer gunstig ten opzichte van de autowegen, het spoor en grote zeehavens. De locaties van de grote afnemers van suiker zijn binnen handbereik. Dat geldt ook voor een grote stad als Berlijn. Een deel van de suiker gaat naar Scandinavië.
Bieten voor de vergister
De wereldwijde concurrentie in de bioethanolproductie is groot. De fabriek in Anklam wil daarom het rendement verder verhogen met de productie van biogas. Dit kan dan jaarrond gebruikt worden als brandstof in het productieproces van bioethanol. De suikerbiet als efficiënte energiegrondstof in de biovergister was onder meer een thema tijdens de ‘Rübentag’ van de telersvereniging en de agrarische dienst
Grote bedrijven met vertrouwen in de bietenteelt
juli 2010 nr. 5
Grondbewerking en zaaien in één werkgang
van de fabriek die op 11 juni werd gehouden op de regionale proefboerderij. De vertegenwoordiger van het ministerie van Landbouw, het management van Anklam, de onderzoeker van KWS en de eigenaar van vergistinginstallaties waren in hun inleiding eendrachtig optimistisch over het toekomstperspectief van suikerbieten voor de biogasproductie. In Duitsland staan 6.000 vergisters, die nu vooral maïs vergisten. De suikerbiet gaat de komende jaren de maïs deels vervangen als energiegrondstof voor de biogasproductie, zo
Witsuikerquotum Anklam bedraagt 112.000 ton
was de stellige overtuiging van sommige sprekers. Bij het ministerie van landbouw staat in sommige regio’s de monocultuur van maïs ter discussie. Die moet worden doorbroken. De suikerbiet en bijvoorbeeld zonnebloemen zijn daarvoor goede alternatieven. De eigenaar van de vergistingsinstallaties gaf aan dat een mix van suikerbieten (en blad), maïs, rogge, sorghum en zonnebloemen een goede combinatie is voor de voeding van de vergisters. In de energiemarkt gaan vele miljarden
om en biogasproductie zal daar met hernieuwbare grondstoffen als voeding op een rendabele manier een plaats gaan innemen om de CO2-reductie te bevorderen. Volgens de KWS-onderzoeker is het realistisch te veronderstellen dat energiebieten voor biogasproductie in de toekomst de teler een goed saldo gaan opleveren. Bert Weegenaar
Cosun-bestuur bezoekt Anklam Begin juni hebben de raad van beheer en raad van toezicht Anklam bezocht. Behalve een bezoek aan de fabriek stond ook een bezoek aan het bedrijf van Thies Holtmeier, de voorzitter van de lokale telersvereniging, op het programma. Holtmeier heeft 50 km ten westen van Anklam met partners een bedrijf van bijna 4.000 ha. Het bedrijf werkt met twaalf vaste medewerkers (inclusief de bedrijfsleiding) en zeven seizoenskrachten. Het aandeel suikerbieten is de afgelopen jaren gegroeid van 4 naar 10%. Holtmeier verbouwt dit jaar 410 ha. De 424 leveranciers van Anklam verbouwen gemiddeld 50 hectare bieten. Verder verbouwt hij vooral tarwe (45%), koolzaad (40%) en rogge (5%). 180 hectare ligt braak. Holtmeier zou de bietenteelt nog wat verder willen uitbreiden. Het maximaal haalbare is volgens hem een uitbreiding tot 15% van het bouwplan. ondanks de combinatie van suikerbieten met koolzaad zijn er geen problemen met aaltjes. Holtmeier denkt dat dit met de weersomstandigheden te maken heeft. Die zijn niet ideaal voor de vermeerdering van aaltjes.
Premie
Holtmeier had de afgelopen vijf jaar een gemiddelde suikeropbrengst van 10,6 ton suiker per ha. De gemiddelde opbrengst in de regio is 9,4 ton. Beperkende factoren zijn veelal het koude voorjaar, de beperkte neerslag (gemiddeld 550 mm per jaar) en de vroege oogst. De telers willen de bieten in verband met de inzaai van andere gewassen graag vroeg rooien. om ze te stimuleren later te oogsten krijgen ze een hogere bewaarpremie als ze na 20 oktober rooien (premie vanaf 15 december). De telersvereniging heeft onlangs met Suiker Unie Duitsland een overeenkomst gesloten voor de bietenprijzen tot en met 2014. Als de telers hun quotum vol leveren, krijgen ze een toeslag van drie euro per ton boven de minimumbietenprijs. De pulpvergoeding is één euro per ton bieten. Voor het laden en schonen (alle bieten worden gereinigd) wordt één euro in rekening gebracht. De prijzen voor de ethanolbieten liggen ongeveer vier euro lager, met daaraan gekoppeld ook een lagere suikergehalteverrekening. Jan Willem van Roessel Thies Holtmeier: ”15% bieten in bouwplan is het maximum”
9
10
juli 2010 nr. 5
Doorwortelbare zone goed beregenen
Bietengroei vertraagd door droogte Juni was een van de droogste junimaanden van de afgelopen honderd jaar, en ook de eerste helft van juli was zeer droog. In combinatie met de hoge temperatuur hebben de bieten moeite goed de groei er in te houden. De hoge temperaturen zorgen bovendien voor extra ziektedruk.
Vooral de bieten op de droogtegevoelige zandgrond, kleipercelen met een dun profiel en de percelen met witte bietencysteaaltjes hebben het moeilijk. Het vochttekort was eind juni al opgelopen tot 170 mm. Telers maakten veel overuren om gewassen te beregenen.
Beregening doorwortelbare zone
tijdig op in te spelen. Te vroeg spuiten is niet goed, maar te laat spuiten geeft de ontwikkeling van de bladschimmel grote ontwikkelingsmogelijkheden. Kijk regelmatig in uw bietenperceel of zich bladschimmels ontwikkelen. Let op de waarschuwingen van het IRS en handel daarnaar.
Bij het beregenen is het belangrijk per keer voldoende water te geven. De bieten hebben een diepe beworteling. Zorg dat bij beregening de doorwortelbare zone water krijgt. Vaak is 30 tot 40 mm water optimaal. Dit is eenvoudig met een grondboor te controleren. Op deze manier blijven alle (haar)wortels vitaal en blijft de groei van de bieten zich ontwikkelen.
Schieters
Latere groeipuntsdatum
Rhizoctonia
De groeipuntdatum is uitgekomen op 26 juni, een week later dan normaal, en twee weken later dan vorig jaar. Uitgaande van het groeimodel ligt de opbrengst tussen de 11 en 12 ton suiker per hectare. Hierbij gaan we uit van een gemiddeld groeiseizoen vanaf nu. We weten echter, dat in droge jaren de groei op 30 tot 40% van de bietenpercelen achter blijft. Het blijft natuurlijk een prognose.
Bladschimmels
De hoge temperatuur zorgt ook voor goede omstandigheden voor de ontwikkeling van cercospora. Het is belangrijk hier
De schieters waren opvallend vroeg dit jaar. Dit heeft te maken met de lange koele periode na de opkomst dit jaar. Relatief het koudst was het in mei. Toch is de kritieke grens voor meer dan normale schietervorming niet overschreden. Het warme weer van juni zorgde voor compensatie. Het advies blijft: schieters tijdig verwijderen. De hoge temperaturen zijn ook gunstig voor de ontwikkeling van rhizoctonia. Bij hoge ziektedruk raken - ook dit jaar weer - ook planten van rhizoctoniaresistente rassen aangetast. De rassen zijn niet volledig resistent. Een vroege aantasting blijft altijd mogelijk aangezien jonge planten tot acht weken nog gevoelig zijn. De mate van resistentie blijft dan ook een belangrijk aandachtspunt. Vaak spelen overigens ook andere oorzaken een rol bij de ontwikkeling van rhizoctonia, zoals een te lage pH en een slechte bodemstructuur. Dit geldt ook voor percelen waar resistente rassen zijn uitgezaaid.
ook in rhizoctoniaresistente rassen kan zich een aantasting voordoen
Unitip
Momenteel zijn in Unitip voor bijna vijfhonderd percelen teeltregistraties vastgelegd. Gemiddeld is op 19,1 cm gezaaid. Het plantaantal is prima: circa 85.000 per hectare. De stikstofgift (gemiddeld 125 kg per hectare) is voor een groot deel aangewend via organische mest. Dat geldt ook voor fosfaat (100 kg) en kalium (180 kg). Op 20% van de Unitip-percelen is vóór de zaai een onkruidbestrijding uitgevoerd. Op 40% is voor opkomst een bodemherbicide gespoten. De onkruidbestrijding vraagt dit jaar extra aandacht. Ondanks de strenge winter is op verschillende percelen aardappelopslag een probleem. De enige juiste bestrijding is een plaatselijke, selectieve toepassing van glyfosaat. Het is nu een geschikt moment om de teeltregistratie voor het eerste deel van het groeiseizoen in Unitip uit te voeren. Wij nodigen alle deelnemers uit, evenals andere telers die willen meedoen, hun gegevens nu vast te leggen via www.unitip.nl. Pieter Brooijmans
Eind juni werd er al volop beregend. Juni was een van de droogste van de afgelopen honderd jaar.
juli 2010 nr. 5
14 oktober PPO-agv Lelystad
Beet Europe 2010 wordt grootse manifestatie De voorbereidingen voor Beet Europe 2010 in Lelystad zijn in volle gang. Diverse proeven en demonstratievelden zijn inmiddels aangelegd. De aanmelding van deelnemende bedrijven verloopt uitstekend.
Voor de bedrijvenbeurs hebben zich inmiddels al dertig bedrijven aangemeld die hun producten of diensten tonen. Aan de rooidemonstratie op 14 oktober nemen zeven rooierfabrikanten deel met in totaal elf rooiers. Aangemeld zijn Agrifac (Big Six, Quatro), Grimme (Maxtron 620, Rexor 620, Rootster 604), Holmer (Terra Dos T3), Kleine (SF10-2), Moreau (Xerris), Ropa (euro-Tiger V8-3) en Vervaet (Beet Eater 617 en 625). Bij de test wordt van de rooimachines wordt gekeken naar de kwaliteit van het kopwerk, grondtarra, bietverlies, puntbreuk, rijsnelheid en gewicht.
Voor elk wat wils
Onderwerpen die tijdens de manifestatie op 14 oktober aan bod komen: stikstoftrappen, rassenkeuze, groenbemesters, bladschimmels en het effect van versleten zaaischijven. Ook zullen diverse materialen en methoden voor het afdekken van bietenhopen worden getoond. Het beloofd een heel interessante dag te worden. De PPO-locatie is op 14 oktober
voor iedereen in de suikerbietenwereld, van teler tot industrie, ‘the place to be’. Meer informatie over dit door IRS, PPOagv en Suiker Unie in samenwerking met hoofdsponsor Cosun georganiseerde evenement kunt u vinden op www.beeteurope2010.com. Noteer alvast in uw agenda: 14 oktober Beet Europe 2010, Lelystad.
op dit perceel worden elf bietenrooiers getest op hun rooiwerk. De resultaten krijgt de bezoeker op 14 oktober terplekke uitgereikt.
Jurgen Maassen (IRS)
Tijdens Beet Europe 2010 wordt onder meer het machinaal afdekken van bietenhopen met Toptex gedemonstreerd
11
12
juli 2010 nr. 5
Tijd voor bekalken! De tijd om te bekalken is weer aangebroken. Een bekalking is goed voor de opbrengst van de bieten en levert een bijdrage aan een goede structuur van klei- en zavelgronden.
De zomer en het najaar zijn de geschiktste tijdstippen om een bekalking uit te voeren. Een bekalking stimuleert de groei van de bieten, vermindert de gevoeligheid voor ziekte en is op klei- en zavelgronden gunstig voor de bewerkbaarheid en/of slempgevoeligheid van de grond.
Slechte groei door te lage pH
Dit jaar zijn er bij het IRS weer diverse meldingen binnengekomen van een slechte groei van de bieten. In veel gevallen was een veel te lage pH de oorzaak (foto 1). In enkele gevallen betrof de voorvrucht meerjarig grasland, waar weinig aandacht voor bekalking is geweest. De kans op een slechte groei en ontwikkeling van de bieten neemt op lichte gronden sterk toe bij een pH die lager is dan 5,0. Op klei- en zavelgronden groeien bieten zichtbaar slechter bij een pH die lager is dan ongeveer 6,5. In het algemeen is de pH op zavel- en kleigronden voldoende hoog (>7,0). De laatste jaren zien we steeds vaker dat ook op deze gronden, meestal op de wat lichtere gedeelten, de pH te laag is voor een optimale opbrengst van de bieten (foto 2). Niet alleen de groei blijft achter bij een te lage pH, ook worden de bieten extra gevoelig voor aantasting door allerlei ziekten, zoals rhizoctonia en bietenmoeheid, veroorzaakt door bietencysteaaltjes.
men nodig heeft om de pH op het gewenste niveau te brengen, kan men voor alle grondsoorten uitrekenen met de Betakwik kalkbemestingsmodule, die op de website van het IRS (www.irs.nl) staat. De zomer en het najaar zijn uitermate geschikt voor bekalking. De kalk heeft dan voldoende tijd om de pH effectief te verhogen. Zorg dat de kalk goed door de bouwvoor wordt gemengd.
Kalk op klei
Ook al is de pH op klei of zavel in orde, een kalkbemesting kan een belangrijke bijdrage leveren aan een goede structuur, wat tot uiting komt in een betere bewerkbaarheid en/of een mindere slemp-
gevoeligheid. Het positieve effect op de structuur komt door de levering van vrije calciumionen, die zorgen voor een goede stabiliteit van de kleideeltjes. Hiervoor heeft men wel een kalkmeststof nodig, die bij een hogere pH voldoende oplost. Betacal is zo’n kalkmeststof, vooral omdat de kalkdeeltjes uiterst fijn zijn. De optimale dosering is moeilijk aan te geven, maar in de praktijk zijn goede ervaringen met ongeveer 15 ton Betacal Flow per hectare. Bij toepassing van Betacal moet men wel nagaan of er nog gebruiksruimte voor fosfaat is. Het fosfaat in Betacal telt namelijk voor 100% mee. Peter Wilting
Bekalken helpt!
Door een bekalking uit te voeren kan men de pH op peil houden of brengen. Voor het op peil houden is op lichte grond gemiddeld ongeveer 400 kg neutraliserende waarde (NW) per hectare per jaar nodig. Bij een bekalking eenmaal in de vier jaar, voorafgaande aan de bietenteelt, is dus ongeveer 1.600 kg NW per hectare nodig. Dit komt bijvoorbeeld overeen met 8,8 ton Betacal Flow. De hoeveelheid kalk die
Foto 1. Op dezelfde datum gezaaide bieten. Perceel links: pH 5,4; perceel rechts pH 4,0. Foto genomen op 15 juni 2010.
i n f o r m at i e Rubriek onder verantwoordelijkheid van IRS Postbus 32, 4600 AA Bergen op Zoom Telefoon: 0164 274400 Fax: 0164 250962 E-mail:
[email protected] Internet: www.irs.nl Eindredactie: Jurgen Maassen
Foto 2. Biet van perceel lichte zavelgrond met pH 3,9. De bietenwortels willen niet goed de grond in.
juli 2010 nr. 5
Bestrijd bladschimmels bij de eerste symptomen! Voor een optimaal rendement is het belangrijk bladschimmels in suikerbieten bij de eerste symptomen te bestrijden. Als er te laat of geen bespuiting plaatsvindt, kost dat financiële opbrengst. Controleer percelen regelmatig!
Risicopercelen
Bladvlekken kunnen vanaf begin juni in suikerbieten verschijnen. Vooral cercospora wordt meestal het eerst gevonden op de zogenaamde risicopercelen. Dit zijn percelen met biet op biet, percelen naast percelen waar vorig jaar bieten zijn geteeld of percelen langs een bos of boomranden waar het langer vochtig blijft, zodat de schimmels daar makkelijker kunnen ontwikkelen. Controleer dergelijke percelen regelmatig!
Herkenning Voor de herkenning van bladschimmels is er een praktijkgids met loep via Suiker Unie verkrijgbaar. in deze gids staan de verschillen tussen pseudomonas en de bladschimmels duidelijk beschreven. Deze gids is verkrijgbaar zolang de voorraad strekt. raadpleeg regelmatig onze website (www.irs.nl) en de Betakwik-module ‘ziekten en plagen’.
Bladschimmelwaarschuwingsdienst
Op basis van waarnemingen en ingezonden bladmonsters met bladschimmels geeft het IRS in overleg met de buitendienstmedewerkers van Suiker Unie een waarschuwing voor een bepaalde regio uit. Deze waarschuwingen komen op de website van het IRS (www.irs.nl) te staan en Suiker Unie verstuurt ze per sms naar de telers. Na een waarschuwing is het de bedoeling dat u uw perceel regelmatig controleert en dat u bij het verschijnen van de eerste vlekjes een bespuiting uitvoert. Na de eerste IRS-waarschuwing voor een bepaalde regio of een signaal gebaseerd op cercospora-online kan het tien tot dertig dagen duren voordat de eerste vlekjes, veroorzaakt door bladschimmels, optreden.
Na de eerste bespuiting
De werkingstermijn van de middelen is drie tot vier weken. Volgt er na die vier weken weer een waarschuwing via cercospora-online (hiervoor is een abonnement nodig), dan is opnieuw een behandeling nodig. Hebt u geen abonnement, controleer dan uw perceel na die periode op uitbreiding van de bladschimmels. Dit kan
door markeerpunten (bijvoorbeeld flappen of stokjes) in het veld te plaatsen of de nieuw gevormde bladeren te controleren.
Voorkom een onnodige bespuiting
Niet alle bladvlekken hebben een bespuiting nodig. De bacterie pseudomonas veroorzaakt meestal vroeg in het teeltseizoen de eerste bladvlekken (foto 1). Hiertegen werken de huidige toegelaten middelen niet, omdat deze alleen tegen schimmels werken. Een bespuiting is dan weggegooid geld! Pseudomonas treedt meestal op na bladbeschadiging door bijvoorbeeld hagel. Een pseudomonasaantasting lijkt sterk op de bladschimmels cercospora (foto 2) of ramularia (foto 3). In figuur 1 staan de belangrijkste verschillen op eenvoudige wijze weergegeven. Hierbij is wel een loep nodig! Raadpleeg bij twijfel uw teeltbegeleider. Deze kan eventueel een bladmonster voor nader onderzoek opsturen naar het IRS.
Voldoende goede middelen
Er zijn tegenwoordig vijf middelen beschikbaar. Score, Opus Team, Allegro, Sphere SC en Spyrale hebben een goede werking tegen cercospora, ramularia, roest en meeldauw. Alleen Score heeft een mindere werking tegen meeldauw. Opus Team mag niet meer dan twee keer per seizoen worden ingezet. Hetzelfde geldt voor Allegro en Sphere SC samen. Houd na de bespuiting rekening met een droogtijd van twee uur. De veiligheidstermijn bedraagt twee weken voor Opus Team, drie weken voor Sphere SC en vier weken voor Score, Allegro en Spyrale.
Foto 1. Vrij grote, bruinzwart scherpomgrensde bladvlekken door de bacterie pseudomonas. In het midden zijn met een loep geen witte of zwarte puntjes te zien.
Foto 2. Kleinere ronde grijze vlekjes met een donkere roodpaarse rand door cercospora. In het midden zijn met een loep zwarte puntjes te zien.
Hans Schneider
Rasverschillen en bemesting Binnen het huidige rassenassortiment zijn er geen verschillen in gevoeligheid voor cercospora. rhizoctonia- en bietencysteaaltjesresistente rassen lijken wel wat gevoeliger voor meeldauw. Het irS heeft geen duidelijke effecten van een stikstofbemesting of een mangaan- of magnesiumbespuiting kunnen aantonen.
Foto 3. Grote onregelmatige bladvlekken met een vage bruinachtige rand door ramularia. In het midden zijn met een loep witte puntjes te zien.
rand
Puntjes
Gaten
Cercospora
ja
zwart
nee
ramularia
nee
wit
nee
Pseudomonas
ja
geen
ja
Figuur 1. Een simpele weergave van de verschillen tussen pseudomonas, cercospora en ramularia.
informatie
13
14
juli 2010 nr. 5
Emelten niet chemisch te bestrijden
Voorkom eileg van langpootmug Op dit moment zijn er geen mogelijkheden om emelten chemisch te bestrijden. Pillenzaad met insecticide (speciaal pillenzaad) werkt niet of nauwelijks. Lees in dit artikel meer over de levenscyclus van emelten en hoe schade kan worden beperkt.
De emelt is de larve van de langpootmug (foto 1). In Nederland komen verschillende soorten langpootmuggen voor. Tipula paludosa is de soort die de meeste schade veroorzaakt in bieten. In totaal is er dit voorjaar 20 hectare bieten overgezaaid door emeltenschade. Op percelen met grasland of graszaad als voorvrucht is de meeste schade waargenomen.
Foto 1. De emelt is de larve van de langpootmug en kan tot 4 cm lang worden.
Schade beperken
Langpootmuggen leggen hun eieren bij voorkeur op vochtig gras in de periode van half augustus tot begin oktober (figuur 1). Als het mogelijk is binnen het bouwplan, kan het helpen om grasland of graszaad als voorvrucht te vermijden. Zodra de langpootmug zijn eieren heeft gelegd, kruipen de jonge larven (emelten) na enkele dagen eruit. Afhankelijk van de
Figuur 1. Levenscyclus van de emelt Tipula paludosa duurt 1 jaar. In de met rode pijl aangegeven stadia is ingrijpen mogelijk.
temperatuur in de herfst overwinteren de emelten in het tweede of derde larvale stadium. Bij temperaturen lager dan 5ºC zijn ze niet actief. Ze zijn niet gevoelig voor vorst, maar wel voor droogte. Komt de bodemtemperatuur in het voorjaar boven 5ºC, dan zet de levenscyclus zich voort. De larven uit het derde en vierde
larvale stadium zorgen voor schade in bieten. Vanaf ongeveer begin mei begint het prepupale stadium. In dit stadium doet de emelt geen schade meer aan bieten. Vervolgens verpopt de emelt. In de zomer kruipen de langpootmuggen uit de poppen, die dan van half augustus tot begin oktober weer eieren gaan leggen.
Speciaal pillenzaad helpt niet
Pillenzaad met insecticiden (speciaal pillenzaad) helpt niet of slechts heel beperkt om schade door emelten te voorkomen. Dit komt doordat het plantje na één beet van een emelt vaak al sterft (foto 2). Emelten leven in verticale gangen in de grond en komen ’s nachts boven om zich te voeden met stengels en bladeren.
Nu al voorkomen
De enige manier om problemen met emelten te beperken, is te voorkomen dat ze eieren afzetten op het perceel waar volgend jaar bieten komen. Zorg er dus voor dat op het perceel tussen half augustus en begin oktober, indien mogelijk, geen gras staat. Elma Raaijmakers Foto 2. Emelten vreten aan onder andere stengels, waardoor jonge plantjes sterven. (Foto: Arno Huijsmans, Suiker Unie.)
informatie
juli 2010 nr. 5
Monsters kunnen vanaf nu worden genomen Het lijkt wellicht nog wat vroeg in het jaar, maar grondmonsters nemen voor analyse van bietencysteaaltjes en pH kan nu al.
Bemonstering op aaltjes
Bent u van plan een kruisbloemige groenbemester te zaaien, zoals bladrammenas of gele mosterd, dan kunt u beter voorafgaand aan deze teelt een grondmonster nemen. Tijdens de teelt van waardgewassen (suikerbieten, kool, spinazie, bladrammenas en gele mosterd) tot en met een half jaar erna is het verstandiger geen aaltjes-
monster te laten analyseren op bietencysten. Bemonstering tijdens en de eerste zes maanden na deze teelten levert namelijk onbetrouwbare resultaten op. Het beste is één monster per hectare te nemen. Hoe meer monsters, hoe beter beeld men krijgt van de aaltjesbesmetting binnen het betreffende perceel. Per hectare dient een monster van minimaal 60 steken
te worden genomen tot een diepte van 25 cm. Als het perceel met meer dan 150 eieren en larven per 100 ml grond besmet is met bietencysteaaltjes, dan kunt u een resistent ras telen of bij een hoge besmetting (>1.500 eieren en larven/100 ml grond) uitwijken naar een ander perceel.
Controleer de pH
Vooral op zand- en dalgronden is controleren van de pH een must. Een te lage pH (<5,0) komt op deze gronden regelmatig voor en zorgt voor problemen in de bietenteelt. Overigens komt een te lage pH (<6,5) ook zo nu en dan voor op klei- en zavelgronden, vooral op zandige plekken. Houd er rekening mee dat de pH binnen een perceel kan fluctueren als gevolg van een afwijkende bodemsamenstelling of een andere voorgeschiedenis. Neem van dergelijke afwijkende perceelsgedeelten een apart pH-monster. Zie voor meer informatie en adviezen het artikel ‘Tijd voor bekalken!’ op pagina 12.
Foto 1. Neem bij voorkeur meerdere monsters van een perceel om de situatie goed in kaart te kunnen brengen.
Elma Raaijmakers
Niet verwijderde schieters: onkruidprobleem van de toekomst Verwijder schieters in suikerbieten zo snel mogelijk. Het grootste risico van schieters is dat ze zaad vormen. Dit blijft vele jaren kiemkrachtig en veroorzaakt in volggewassen een groot onkruidprobleem. naast het onkruidprobleem hebben schieters ook een negatief effect op opbrengst en kwaliteit van het gewas. Wij raden u aan om regelmatig het perceel te controleren en de schieters te verwijderen. er zijn verschillende manieren om dit te doen: • staan er nog niet zoveel dan kan dat handmatig, zie kader ‘Verwijder schieters op tijd’; • bij meer dan ongeveer 500 schieters per hectare is aanstrijken met glyfosaat de beste methode. De kans bestaat dan wel dat er rotte bieten in de hoop komen; • als er meer dan 10.000 schieters per hectare staan, is maaien het enige alternatief. Helaas is deze methode niet altijd 100% effectief, omdat het zaad aan het onderste deel van de groeistengel nog wel gewoon kan afrijpen. Verwijder schieters in ieder geval voordat ze gaan bloeien. Bent u te laat en begint het zaad aan de schieters al af te rijpen, draag dan de uitgetrokken schieters het perceel uit, zonder zaad te morsen. Voor meer informatie zie Betatip 5.3.5.
Ve rw ij d e r sc
h ie te rs o p Linkerfoto to ti jd ont een bloeien de schieter (fo voor de afrijpi to: Strube). Ve ng van het za rwijder schiet ad is begonnen. ers de schieter m Dus uiterlijk in et wortel en de bloei. trek al uit de gron wortel van de d (zie rechterfo stengel en leg to). Scheid de deze voor de van de andere zekerheid bo bieten. Dit om venop het loof te voorkomen zaad plaatsvin dat nog afrijpi dt. Deze en ve ng van het le andere nutti ge signalen ku nt u vinden in het boek Su ikerbietsigna len dat ruim jaar geleden een door Cosun aa n de bietente is aangeboden lers .
Noud van Swaaij
informatie
15
16
juli 2010 nr. 5
VRAAG & ANTWOORD
Waardoor ontstaan valplekken? Door de droogte in mei en juni werden in veel percelen de plekken zichtbaar waar de groei achterbleef. De oorzaak hiervan verschilt van perceel tot perceel. Achterhaal daarom waardoor bij u valplekken ontstaan. Is structuurgebrek de oorzaak? Spelen bietencysteaaltjes een rol? De pH misschien? Neem daar waar u twijfelt een grondmonster. Laat dit onderzoeken om de werkelijke oorzaak te achterhalen en de juiste maatregelen te kunnen treffen om groeiachterstand de komende jaren te voorkomen. Valplek door een zure laag op bouwvoordiepte
Besteed nu aandacht aan uw bodem! Diverse gewassen ruimen in de komende weken het veld. Dit betekent dat het nu de tijd is om te werken aan structuurverbetering en lange termijnonderhoud. Hiervoor is bekalken met Betacal® ideaal. Het bevordert een snellere afbraak van gewasresten, verbetert de structuur, zorgt voor een betere verkruimelbaarheid en minder slempgevoeligheid. Door zijn snelle werking zorgt Betacal® binnen enkele weken voor een optimale pH. Daarnaast wordt het koolzure kalkgehalte van uw bodem verbeterd. Verder bevat het nuttige mineralen, afkomstig van uw bieten, zoals magnesium, ijzer, mangaan, borium en zwavel. Gebruik van Betacal® is niet alleen goed voor uw grond maar ook duurzaam. Bestellen of meer informatie? Neem dan contact op met de agrarische dienst in uw regio of bel 0165-525008.
Uitrijden van Betacal Flow met sleepslang voorkomt structuurbederf bij het uitrijden en geeft een uitstekende verdeling
KORT NIEUWS
Bladschimmels? Wees alert! Bladschimmels kunnen de opbrengst en kwaliteit bij bieten fors drukken. Wees er daarom alert op. Loop regelmatig (minstens eenmaal per week) door uw bieten om te controleren. Twijfelt u of u met een schimmelaantasting te maken heeft? Neem dan contact op met de agrarische dienst. Zij kunnen bladmonsters nemen en die laten onderzoeken bij het IRS. Zo kan gezamenlijk op het juiste moment voor iedere regio een waarschuwing voor de bestrijding van bladschimmels worden verzonden.
In dit stadium is meeldauw nog op tijd te bestrijden
Ministerie ondersteunt bioraffinage Minister Gerda Verburg van het ministerie van LNV heeft op 7 juli op een bijeenkomst over biobased economy tien miljoen euro ondersteuning verleend aan twaalf bedrijven die actief zijn op het gebied van biobased producten. ook Cosun is met een subsidie gehonoreerd (1 miljoen euro). De subsidietender is meerdere malen overtekend. Het geeft aan dat het Nederlandse bedrijfsleven druk bezig is met innovatieve ontwikkelingen. “Biomaterialen met een hoge toegevoegde waarde maken het verschil”, zei de minister die vindt dat we ook internationaal in de voorhoede moeten blijven. “Dat kan als de chemische, de kunststofverwerkende, de agrarische en de verwante logistieke en verwerkende industrie elkaar versterken op het gebied van innovatie. Nederland heeft alle elementen in huis om er een succes van te maken.”
Suiker Unie kantoor Axelse Sassing gesloten
Jurgen Michielsen aan het verhuizen
De bezetting van de agrarische buitendienst in Zeeuws-Vlaanderen is recent veranderd. Mark Quaak is met prepensioen. Jurgen Michielsen werkt nu, behalve in West Zeeuws-Vlaanderen ook in het westelijk deel van oost Zeeuws-Vlaanderen (gemeente Terneuzen). René van den Eijnden werkt nu zowel in Zuid-Beveland als in het oostelijk deel van oost Zeeuws-Vlaanderen (gemeente Hulst). Het kantoor in Axelse Sassing is inmiddels gesloten. ook is het telefoonnummer niet meer in gebruik. Jurgen werkt vanuit huis en is bereikbaar op 06 – 51505371. René werkt vanuit kantoor Dinteloord en is bereikbaar op nummer 06 – 51545273. Heeft u een telefoonnummer van de agrarische buitendienst nodig? Kijk dan in Cosun magazine op pagina 2 onder het kopje ‘contact’ of op www.suikerunie.nl/agrarisch.