/ /
1
Huwelijkse voorwaarden 2011/nr
Op * verschenen voor mij, *, notaris te *: 1. de heer JOHANNES BRUINSMA, geboren te Haskerland op vierentwintig maart negentienhonderd achtenvijftig, (rijbewijs nummer 4941382307, afgegeven te Lelystad op vier juni tweeduizend acht), ongehuwd en niet als partner geregistreerd, wonende Botter 38-01, 8243 KD LELYSTAD; 2. mevrouw JONALYN MONTERON MIZUNO, geboren te Villaba Leyte (Filipijnen) op acht juli negentienhonderd zevenenzeventig, (Filipijns paspoort nummer XX0720395, afgegeven te Department of Foreign Affairs te Manilla op twaalf maart tweeduizend acht), ongehuwd en niet als partner geregistreerd, wonende Sugawara-cho 4-11, Bellscourt Hamamatsu 601, F432-8041 HAMAMATSU-SHI NAKAKU (Prefectuur Shizuoka-Ken, Japan). De verschenen personen verklaarden als volgt. VERKLARINGEN VOORAF Zij hebben de intentie binnenkort in Japan met elkaar te gaan trouwen. De exacte datum en locatie zijn nog niet bekend. De comparant sub 1 heeft de Nederlandse nationaliteit en de comparante sub 2 heeft de Filipijnse nationaliteit. Voor de vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk kiezen zij voor toepassing van het Nederlandse recht. Zij gaan hun huwelijk aan onder de volgende huwelijkse voorwaarden: INDELING Deze akte is ingedeeld in de volgende hoofdstukken: - Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen - Hoofdstuk 2. Tijdens het huwelijk - Hoofdstuk 3. Einde van het huwelijk - Hoofdstuk 4. Beschrijving aangebrachte goederen - Hoofdstuk 5. Slotverklaringen HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1. Uitsluiting huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap Tussen de echtgenoten bestaat geen enkele huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap. 2. Vaststellingsregels/vermoeden van toebehoren voor de helft Ter voorkoming van toekomstige onzekerheid of geschillen met betrekking tot de hierna vermelde goederen geldt het volgende: a. Kleding en sieraden behoren toe aan de echtgenoot die deze in gebruik heeft of tot wiens gebruik deze zijn bestemd. Dit geldt niet voor sieraden die op grond van erfrecht of gift van derden zijn verkregen. b. Roerende zaken die naar hun aard of door het feitelijk gebruik dienstbaar zijn aan de uitoefening van het beroep of bedrijf van een van de echtgenoten, behoren toe aan die echtgenoot. Dit kan leiden tot een
/ /
2
vergoeding als bedoeld in hoofdstuk 2 onder 2. In alle overige gevallen waarin een geschil bestaat over de vraag aan wie van de echtgenoten een goed toebehoort en niet kan worden vastgesteld of bewezen aan wie het toebehoort, wordt het geacht aan ieder van de echtgenoten voor de helft toe te behoren. 3. En/of-rekeningen Als de echtgenoten bankrekeningen op naam van hun beiden hebben, is ieder van hen voor de onverdeelde helft tot het saldo op deze rekeningen gerechtigd. Een tekort op die bankrekeningen wordt door ieder voor de helft gedragen. Als aan deze rekeningen effectendepot(s) zijn verbonden, is ieder van hen ook voor de onverdeelde helft gerechtigd tot deze depots. Voor zover van een gemeenschappelijke bankrekening bedragen zijn opgenomen voor uitgaven die voor rekening van een van de echtgenoten behoren te komen, is die echtgenoot verplicht dit bedrag zo spoedig mogelijk terug te storten op de gemeenschappelijke rekening. Zolang deze storting niet is uitgevoerd, heeft de andere echtgenoot een vordering ter grootte van de helft van het betreffende opgenomen bedrag. 4. Verstrekken van inlichtingen Ieder van de echtgenoten is verplicht de ander inlichtingen te geven over zijn inkomens- en vermogenspositie. HOOFDSTUK 2. TIJDENS HET HUWELIJK 1. Kosten van de huishouding a. Inkomen Met inkomen wordt bedoeld al het besteedbare inkomen. Het besteedbare inkomen is het bruto-inkomen verminderd met premies inkomensverzekeringen, pensioenpremies, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen. Onder besteedbaar inkomen wordt uitdrukkelijk ook verstaan het inkomen uit vermogen, inkomen uit (certificaten van) aandelen, toeslagen en andere tegemoetkomingen van overheidswege. Als een echtgenoot binnen een onderneming (waaronder ook begrepen een besloten of naamloze vennootschap) in overwegende mate de hoogte van zijn inkomen kan bepalen, bepalen de echtgenoten wat zij gezamenlijk als de winst van deze onderneming beschouwen en welk deel van deze winst als inkomen onttrokken kan worden en daarmee als besteedbaar inkomen in deze huwelijkse voorwaarden wordt beschouwd. Winst behaald met beëindiging of overdracht van de onderneming (of een gedeelte daarvan) en winst behaald met overdracht van (certificaten van) aandelen, worden buiten beschouwing gelaten. b. Betaling De kosten van de gemeenschappelijk gevoerde huishouding moeten door beide echtgenoten worden betaald naar evenredigheid van hun inkomen. Voor zover de inkomens ontoereikend zijn, komen die kosten ten laste van de vermogens van de echtgenoten, naar evenredigheid van die vermogens. c.
/ /
3
Wanneer een van de echtgenoten meer heeft betaald dan waartoe deze volgens het hiervoor bepaalde verplicht was, ontstaat voor deze echtgenoot een recht om het te veel betaalde terug te vorderen van de andere echtgenoot. Dit vorderingsrecht vervalt één jaar na het einde van het kalenderjaar waarop de verrekening van het te veel betaalde betrekking heeft. Schriftelijke schuldigerkenning wordt als verrekening aangemerkt. c. Invulling begrip 'kosten van de huishouding' Onder de kosten van de huishouding worden in elk geval verstaan: - de kosten van gezamenlijke huisvesting, zoals huur en rentelasten, de onroerendezaakbelasting en andere heffingen voor het gebruik en de kosten voor dagelijks onderhoud en verzekering van de woning; - de kosten van gas, elektriciteit en water van de gezamenlijke huisvesting; - de kosten van gezamenlijke voeding; - de kosten van gezamenlijke ontwikkeling en ontspanning; - de kosten van medische verzorging; - de kosten van gezamenlijk(e) vervoer(middelen); - verzekeringspremies, uitsluitend voor zover niet uit het hierna bepaalde anders voortvloeit en voor zover deze niet al op het bruto-inkomen zijn ingehouden; - dat wat de echtgenoten in onderling overleg verder nog tot de kosten van de huishouding rekenen. Premies van levensverzekering vallen niet onder de kosten van de huishouding. Premies (en koopsommen) van een overlijdensrisicoverzekering die betrekking hebben op een uitkering bij overlijden (daaronder begrepen een ongevallenverzekering) en al wat verder in dit verband verschuldigd is, vallen niet onder de kosten van de huishouding, maar worden gedragen door degene die deze overeenkomstig de verzekeringspolis verschuldigd is. Deze premies en koopsommen zijn en blijven voor rekening van de premieplichtige. 2. Vergoedingen De echtgenoten moeten elkaar dat vergoeden wat wordt onttrokken aan het vermogen van een echtgenoot ten behoeve van de ander. Als de vergoeding niet schriftelijk wordt vastgelegd, moet deze binnen één jaar na de onttrekking worden betaald. Waardeveranderingen ontstaan door belegging van het onttrokken vermogen blijven buiten beschouwing, zodat de vergoeding uitsluitend ziet op het oorspronkelijke bedrag van de onttrekking. Variant: het nominaliteitsbeginsel geldt niet voor investeringen in de woning van de andere echtgenoot HOOFDSTUK 3. EINDE VAN HET HUWELIJK 1. Geen deling, beperkte mogelijkheid tot afrekening Bij het einde van het huwelijk is er tussen de echtgenoten geen wettelijke
/ /
4
gemeenschap van goederen te verdelen. Er zal ook niet worden afgerekend alsof er een wettelijke gemeenschap van goederen zou zijn geweest. Afrekening in het kader van de kosten van de huishouding, dan wel vanwege het hiervoor met betrekking tot 'Vergoedingen' bepaalde kan wel plaatsvinden, voor zover het in deze huwelijkse voorwaarden overeengekomene daartoe aanleiding geeft. Als in verband met de financiering van een gemeenschappelijke woning een levensverzekering is gesloten, komt de contante waarde van het spaardeel daarvan naar rato van de verhouding waarin de echtgenoten eigenaar zijn van die woning aan beide echtgenoten toe. Als de echtgenoten niet naar evenredigheid van de eigendomsverhouding aan het spaardeel hebben betaald, geldt voor het bedrag dat de echtgenoot meer heeft betaald dan waartoe hij op grond van zijn aandeel verplicht is, dat wat hiervoor onder ‘Vergoedingen’ is bepaald. 2. Geen pensioenverevening Bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed bestaat geen recht op verevening of verrekening van ouderdomspensioen, tenzij schriftelijk anders wordt bepaald in een overeenkomst die wordt gesloten met het oog op de echtscheiding of scheiding van tafel en bed. De echtgenoten doen over en weer afstand van het recht op het bijzonder partnerpensioen voor het geval het huwelijk eindigt door echtscheiding of in geval van ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. De echtgenoten zijn ermee bekend dat het pensioenfonds termijnen kan stellen waarbinnen de afstand door hen aan het pensioenfonds gemeld moet worden. HOOFDSTUK 4. BESCHRIJVING AANGEBRACHTE GOEDEREN De echtgenoten hebben geen beschrijving gemaakt van goederen die door hen worden aangebracht. HOOFDSTUK 5. SLOTVERKLARINGEN 1. Slotverklaring De echtgenoten zijn zich ervan bewust dat zij op grond van deze huwelijkse voorwaarden bij echtscheiding, scheiding van tafel en bed en overlijden hun vermogens niet met elkaar delen. Tijdens het huwelijk is er geen recht op elkaars inkomen of vermogen, uitgezonderd dat wat voortvloeit uit de wettelijke verplichting elkaar het nodige te verschaffen. De afspraken uit deze huwelijkse voorwaarden doen niet af aan de wettelijke alimentatieverplichting en gerechtigdheid na echtscheiding. De echtgenoten zijn ermee bekend dat huwelijkse voorwaarden kunnen worden gewijzigd, maar dat zij daar dan overeenstemming over moeten hebben. De echtgenoten zijn er door mij, notaris, uitdrukkelijk op gewezen dat het gewenst kan zijn de huwelijkse voorwaarden aan te passen als omstandigheden veranderen, zoals wijzigingen in persoonlijke en/of zakelijke omstandigheden van de echtgenoten, wetswijzigingen of gerechtelijke uitspraken. 2. Inschrijving huwelijksgoederenregister Een afschrift van deze akte wordt ingeschreven in het huwelijksgoederenregister.
/ /
SLOT
5