39 NIEUWSBRIEF NIE UWSBRIE F nr.
ISSN: 1871- 8221
Zomer 2007
REGIOCOÖRDINATOREN DUINEN PWN NOORD HOLLAND Menno van den Bos President Steijnstraat 47 2021 VB Haarlem 06-51689347
[email protected] DUIN en KRUIDBERG Ruud Luntz Zaanweg 70 c 1521 DM Overveen 075-6472040 / 06-54295218
[email protected] A’DAMSE WATERLEIDINGDUINEN Jan Tolner Etta Palmstraat 133 2135 LD Hoofddorp 023-5233592 / 06-10880171
[email protected] DUINEN ZUID-HOLLAND/GOUDA Conn Barrett Alexandrine Tinneplein 122 2331 PP Leiden 071-5790341
[email protected] DUINEN ZUID-HOLLAND/GOUDA Eric van der Pluym Zijloordkade 24 2352 AE Leiderdorp 071-5898731
[email protected] DUINEN EILANDEN Annie Zuiderwijk Postbus 94766 1090 GT Amsterdam 020-5256624
[email protected]
OMGEVING AMSTERDAM Martin Melchers Laplacestraat 65 1098 HS Amsterdam 020-6650925 FRIESLAND Wim Andela Van Wageningenstraat 43 8934 CH Leeuwarden 058-2882693 DRENTHE en GRONINGEN Dick van Dorp Domcapittel 14 9411 MH Beilen 0593-525620 TWENTE Leon Wieteler Traland 16 7152 GD Eibergen 0545-475412
[email protected] GELDERLAND Gerrit Kolenbrander De Beemd 31 6903 AD Zevenaar 0316-527607 / 06-42900618
[email protected] VELUWEZOOM Ronald de Boer Teteringenstr. 145 6844 DC Arnhem 026-3816420
[email protected]
UTRECHT Frank Hoffmann Provincie Utrecht Postbus 80300 3508 TH Utrecht 030-2582159
[email protected] NOORD BRABANT OOST Domin Dalessi Heibeekstraat 32 5662 EG Geldrop 040-2855216
[email protected] NOORD BRABANT WEST
LIMBURG Ton Lenders Groenstraat 106 6074 EL Melick 0475-537045
[email protected] FLEVOLAND Jeroen Reinhold Botter 14-03 8232 JP Lelystad 0320-294939
[email protected]
Nieuwsbrief nr. 39 is bestemd voor waarnemers van Meetnet Reptielen & Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Redactie Nieuwsbrief en Coördinatie Meetnet Reptielen
Annie Zuiderwijk
[email protected] Ingo Janssen
[email protected] Edo Goverse
[email protected] Gerard Smit
[email protected] RAVON-WM / Zoölogisch Museum Amsterdam Postbus 94766 1090 GT Amsterdam 020 - 525 6624 http.www.ravon.nl
Coördinatie Inhaalslag Verspreidingsonderzoek
Frans Kuenen
[email protected]
Aan deze Nieuwsbrief werkten verder mee:
Conn Barret Floris Brekelmans Jeroen van Delft
Gijs ten Napel Ferry van Stralen
MEETNET REPTIELEN IS EEN PROJECT VAN RAVON WERKGROEP MONITORING in samenwerking met / met subsidie van
Centraal Bureau voor de Statistiek, Directie Kennis-LNV, Universiteit van Amsterdam
2
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief Zomer 2007 Nieuwsbrief Nr. 39
RAVON Werkgroep Monitoring
ZO GROOT ZIJN ZE. Hoera, de nieuwe oogst laat zich bewonderen. Op de tekening zie je hoe groot de jonge dieren zijn in vergelijking met elkaar. De tekening komt uit een engels boekje dus de muurhagdeis ontbreekt. Bij de slangen zijn jonge ringslangetjes, n 1, het grootst (18 cm ongeveer) en de addertjes, nr 3 het kleinst. Tot op heden (20 augustus) zijn gladde slangen jonkies gesignaleerd op diverse plekken, addertjes nog niet in Nederland, wel in Vlaanderen en het eerste ringslangetje is gezien door Gré ter Woord, in Flevoland. De jonge hagedissen zijn er ook allemaal al, behalve de hazelwormpjes! Op de tekening zie je ook hoe klein levendbarende hagedisjes zijn. Die zijn echt moeilijk te zien. Muurhagedisjes zijn ongeveer zo groot als jonge zandhagedissen
Inhoud van Nieuwsbrief 39 VELDWERK: Limburg Achterhoek Twente Oostvoorne Zandhagedis Forteiland AFWIJKENDE ZANDHAGEDISSEN GLADDE SLANGEN IN DE KEMPEN BETREDINGSVERGUNNING VLUCHTGEDRAG HAGEDIS STEPPESLANG IN MEIJENDEL INHAALSLAG 2007
pag. 4 5 6 7 8-9 10-11 12-13 14-15 16 17 18-20
4
juveniel 1 = ringslang 2 = gladde slang 3 = adder 4 = zandhagedis 5 = levendbarende hagedis 6 = hazelworm - muurhagedis
1ste waarneming 2007 19 augustus in Flevoland 8 augustus in De Kempen 18 augustus in Vlaanderen 6 1 augustus in Kootwijk (Gld) 17 juli in Z-L > 20 augustus 7 juli te Maastricht
Foto Gre ter Woord, Kuinderbos 20 augustus 2007
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
1
3
Veldwerkweken zeer geslaagd slangen in Zuid-Limburg en Montferland! Ingo Janssen Afgelopen voorjaar waren we in Limburg en de Achterhoek om trajecten te beschrijven, vrijwilligers in te werken en om excursies en lezingen te verzorgen. Het uitzonderlijk goede weer in april zorgde ervoor dat we naast een aangenaam verblijf ook heel veel mooie- en enkele bijzondere waarnemingen hebben gedaan. Midden-Limburg We bezochten deze provincie omdat we het Meetnet hier willen versterken. Met name in het soortenrijke Midden-Limburg waar bijvoorbeeld de Meinweg gesitueerd is worden relatief weinig trajecten onderzocht. Met hulp van Ton Lenders - nieuwe plaatjestrajecten op de Meinweg- en dhr J. Wolters met een nieuw traject nabij Roggel, is dat gelukt. Zuid-Limburg Ook in Zuid-Limburg is het Meetnet versterkt: muurhagedissenman Alex Kloor gaat in twee groeves waar geelbuikvuurpadden onderzocht worden, ook de hazelwormen en levendbarende hagedissen monitoren. Bovendien is Gerard Janssen met een route voor deze twee soorten begonnen in het Gerendal. Hazelwormen Alex Kloor voerde ons langs talloze plekken waar hij hazelwormen wist te vinden. Eindelijk hebben we met eigen ogen kunnen zien hoe algemeen hazelwormen lokaal aanwezig kunnen zijn in Zuid-Limburg en hoe makkelijk je ze daar kunt vinden.
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
Brunssummerheide Op de Brandenberg, het stuk Brunssummerheide naast de golfbaan, bezochten we het traject van Jesse Erens. We telden hier meer dan 40 levendbarende hagedissen, drie golfballen en twee ‘vieze mannen’ die half naakt op de hoogste heuveltjes op de uitkijk zaten. We hebben ze geattendeerd op het mogelijke voorkomen van adders. Tijdens de, goed bezochte, excursie op zondag 15 april op de Brunssummerheide konden we met eigen ogen zien hoe druk het hier kan zijn. De heide was vergeven van wandelaars (foto), nordic walkers, fietsers, trimmers, honden en zwemmers. De gevolgen van deze (te) hoge recreatiedruk waren diezelfde dag al merkbaar. Aan het eind van de dag is namelijk voor de tweede keer in korte tijd een deel van de hei afgebrand. Het is eigenlijk een wonder dat hier nog vijf soorten reptielen kunnen leven.
Zondag 15 april 2007. Drukte op de Brunssummerheide. Foto: Edo Goverse.
4
Een echte Natrix natrix helvetica De leukste waarneming deden we tijdens een adhoc uitstapje naar Rimburg. Langs de grensrivier de Worm zijn in 2005 enkele ringslangen waargenomen en het lukte Edo om enkele meters voor de Duitse grens een forse ringslangvrouw te grijpen! Tijdens de fotosessie braakte deze dame een grote gewone pad uit. 18 augustus jl. vond Lei Paulssen nabij de Worm in Rimburg een subadulte (> 30 cm) ringslang. Ringslang in Rimburg langs het grensriviertje De Worm. De bomen op de achtergrond staan in Duitsland. Het lukte Edo om een exemplaar van de hier zeer zeldzame ringslang te vangen. Een grote dame. Met de nabij gelegen Brunssummerheide is dit het enige gebied in Limburg waar ringslangen kunnen worden aangetroffen. Deze populatie ringslangen leeft vooral aan de Duitse kant van de grens en behoort tot de West-Europeese ondersoort Natrix natrix helvetica. Het is, voor zover bekend, de enige plek ten zuiden van de Rijn, in ons land, waarvan aangenomen wordt dat ringslangen er van nature voorkomen.
Foto: Ingo Janssen
Gladde slang op de Galgenberg, op 18 april 2007: na 18 jaar weer een waarneming in deze heide. Ervaringen uit het Meetnet gaven al aan dat de gladde slang lang over het hoofd kan worden gezien. 18 jaar dus in dit geval. Sinds onze vondst in april zijn er nog een handvol waarnemingen van de gladde slang op de Galgenberg gedaan. In het Bergherbos voert Natuurmonumenten momenteel een beleid dat gericht is op reptielen: het oppervlak heide wordt uitgebreid en de diverse heides worden zoveel mogelijk met elkaar in verbonden. Een zonnige toekomst voor zandhagedis, hazelworm en gladde slang?
Foto: Ineke Schaars
Achterhoek, Twente en Veluwe Het zwaartepunt van ons bezoek hier lag rondom het Bergherbos. We overnachtten derhalve op de camping van hagedissen-telster Ursula Bouwmeister, die aan de rand van het bos ligt. Er zijn in het Bergherbos onder impuls van regiocoördinator Gerrit Kolenbrander enkele nieuwe trajecten gecreeerd die we meteen op de eerste dag bezochten. De zandhagedis doet het in deze regio uitstekend en werd dan ook op alle
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
trajecten gezien. Een bliksembezoek aan de Galgenberg, een van de nieuwe trajecten, zal ons nog lang heugen want voor het eerst sinds 1989 werd hier weer eens ‘n gladde slang gezien. Een roodachtig mannetje kwam recht op Ingo af en die kon dit cadeautje natuurlijk niet laten kruipen. Voor fotografe Ineke Schaars die hier gaat monitoren was dit de allereerste slang ooit en er is dus veel gefotografeerd.
5
Parende adders in het Haaksbergerveen. Het was fascinerend te zien hoe de kop van het mannetje bewoog in de richting van de kop van het vrouwtje. Het was 20 april 2007. Heel veel adders die dag. Ook een gierzwaluw,“de eerste” volgens Leon Wieteler. Foto: Ineke Schaars.
Parende adders Tijdens een bezoek aan het Haaksbergerveen, het traject van reco Twente Leon Wieteler, zagen we direct naast het pad een paring van twee adders, een niet alledaagse belevenis voor randstedelingen. Aangezien Ineke Schaars ons de hele dag vergezelde kon zij ook hiervan enkele fraaie plaatjes schieten. Het slangenfeest werd compleet met een bezoek aan het voormalige zwembad Beekhuizen in Velp. Dit voormalige zwembad is door de krakers, die hier ook gaan monitoren, omgetoverd in een ringslangparadijs. Zelden hebben we een plek gezien waar ringslangen zo goed te observeren zijn. Vanuit een luie stoel, genietend van een kop koffie konden we de ringslangen zien zwemmen door het voormalige zwembad. Op de oevers lagen er meerdere te zonnen en natuurlijk ontbraken de broeihopen niet. Helaas pakken zich donkere wolken samen boven dit ringslangparadijsje want er zijn al stoute plannen voor dit prachtig stukje ‘stadsnatuur’. Hierover is meer te lezen op de website van het zwembad http://www.zwembadbeekhuizen.nl. De excursie bij Winterswijk met Jan Stronks werd heel goed bezocht. ‘s Ochtends hebben we de steengroeve bezocht waar we vooral veel kamsalamanders en rugstreeppadden Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
vonden. Ook de levendbarende hagedis liet zich zien maar de geheimzinnige hazelworm schitterde door afwezigheid – gelukkig heeft Geert Reilink deze soort wel tijdens zijn telrondes in de groeve gezien. ‘s Middags bezochten we het verlaten spoorlijntje ‘de Borkense baan’ en hier zagen we oa. diverse zandhagedissen. Goed gevoel De twee weken veldwerk in april hebben ons een goed gevoel bezorgd. De lezingen en excursies waren druk bezocht. Het meetnet heeft er enkele belangrijke trajecten bij. We zagen oude bekenden en nieuwe enthousiastelingen, er waren zelfs mensen uit Friesland naar Winterswijk gekomen! De aankondiging op onze website www.ravon.nlzal hier zeker een rol in hebben gespeeld. Het fraaie weer zorgde ervoor dat we binnen die twee weken vrijwel de gehele Nederlandse herpetofauna hebben kunnen zien of horen en dan is het ook voor ons met volle teugen genieten. Iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan het slagen van deze activiteiten willen bij deze nog eens hartelijk bedanken, met name: Gerrit Kolenbrander, Ursula Bouwmeister., Ineke Schaars, Leon Wieteler, Jan Stronks, Alex Kloor.
6
Zandhagedissen op Oostvoorne De BVD-excursie voor Zuidhollandse monitoorders Na de succesvolle excursie vorig jaar in de smalle duinreep tussen ‘s-Gravenzande en Hoek van Holland, zijn we dit jaar in Oostvoorne het terrein gaan verkennen waar Ferrie van Stralen sinds vorig jaar monitoort op terrein dat beheerd wordt door het ZuidHollands Landschap. Onze gastheer was Hans Visser. In het weerbericht werd gesproken over hagel en regen en opklaringen. Dat was er allemaal. Tijdens de hagel dronken we koffie en vertelde Hans Visser over de geschiedenis van het terrein. De opklaringen waren tenslotte goed genoeg om hele leuke waarnemingen te doen van mooie groene mannen die achter mooie vrouwen aanzaten. Op het kaartje is met stippen aangegeven waar we hagedissen gezien hebben: In totaal zijn achttien zandhagedissen gespot op twaalf plekken in vier verschillende kilometerhokken! Dat is heel mooi. Zie de kaart.
MAASVLAKTE
We wilden eigenlijk ook nog te weten komen of zandhagedissen al op het relatief nieuwe terrein van de Maasvlakte zouden voorkomen. Daar was die dag geen tijd meer voor, maar Ferry van Stralen heeft dat later uitgezocht. Op 6 juni schreef hij: “...afgelopen dinsdagochtend ben ik wezen zoeken op de Maasvlakte. Ik had er eigenlijk nog nooit specifiek naar zandhagedissen gezocht en wist ook niet hoe het terrein er verder uitzag en nu dus wel. Maar het is zeer moeilijk toegankelijk daar een gedeelte echt ongeschikt biotoop is en het gedeelte wat wel geschikt is zo dicht begroeid is dat er bijna niet doorheen te komen is. Tevens is bijna al het gebied daar vogelrustgebied en wordt het door de vogels daar niet als dank afgenomen als je de boel verstoort terwijl het wel echt schitterend is. Moeilijk dus. Vanaf de bewoonde wereld op de Maasvlakte is er een pad naar twee vogeluitkijkposten en ong 300 meter van dat pad af is er geschikt biotoop en hier heb ik dus ook langdurig een volwassen man gespot. Er zitten dus zeker zandhagedissen op de Maasvlakte en zal zeker vaker gaan kijken maar er is maar een klein stuk echt toegankelijk en waar het dus mogelijk is om te zoeken.”
Vindplaatsen zandhagedissen op 12 mei 2007. De nieuwe locatie van Ferry is op het kaartje ook aangegeven. ©Topografische Dienst Emmen
Gespot tijdens excursie: mannetje (rechts) benadert vrouwtje (links). Foto: Bertina Berkheij.
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
7
Er is altijd wat aan de hand op het Forteiland Zandhagedis – situatie in 2007 Hoe was het ook alweer met de zandhagedissen op het Forteiland? In 2001 en in 2005 zijn onderzoeken gedaan waaruit naar voren kwam dat er ongeveer 60 (+18) volwassen hagedissen leefden in 2001 (zie Rob van Haaren in Nieuwsbrief 21) en 59 (+17) in 2005 (H. van Bree & R. Plantaz in Nieuwsbrief 33). Ten behoeve van de zandhagedis werd op het eiland 1 ha nieuw duin aangeplant in de winter van 2001/2002. Het nieuwe duin ontwikkelde zich aanvankelijk slecht; in 2004 werden daarin toch de eerste hagedissen gesignaleerd. Tijdens het onderzoek in 2005 bleken zowel mannetjes als vrouwtjes in de nieuwe duintjes te wonen en er zich ook voort te planten. Ook werd geconstateerd dat een meeuwenkolonie broedde op het eiland met 140 nesten, voornamelijk op de ha nieuw duin, waar de helm nu tot flinke pollen is uitgegroeid. De zandhagedissen lijken zich niet te storen aan de meeuwen, wel hebben ze veel last van twee verwilderde katten.
In 2007 hebben we (Ingo, Edo & Annie) drie keer het eiland afgezocht Eerste bezoek op 25 april: We hebben toen 16 hagedissen gezien waarvan er 6 ook gefotografeerd zijn. Een daarvan, een mannetje was een bekende van 2005. De hagedissen zaten op vier plekken over het eiland verspreid, één van die plekken was het nieuwe duin, dat zich nu goed heeft ontwikkeld met een mooie, hoge helmbegroeiing. Op diverse plaatsten op het eiland zijn open plekken gemaakt voor eiafzet. De hagedissen zagen er goed uit; ook jonge dieren waren aanwezig. Kortom een hoopvol, bevredigend beeld!. Tweede bezoek op 31 mei 2005: We zagen 24 hagedissen gezien waarvan er 8 zijn gefotografeerd. Daarvan bleken er drie ook al de eerst keer gefotografeerd te zijn. We vonden de hagedissen op dezelfde plekken als op 25 april, behalve in de nieuwe duintjes. Deze waren helemaal vol met mantel- en zilvermeeuwen. Maar liefst +400 nesten zijn op het eiland geteld waarvan de meesten op 1 ha duin gesitueerd zijn. Het was levensgevaarlijk om daar te zoeken, waarschijnlijk ook voor de zandhagedis om daar te leven want die hebben we er niet meer aangetroffen. Bij het derde bezoek op 17 juli bleek de situatie onveranderd. We hebben 19 dieren kunnen spotten en vier fotoos gemaakt van hagedissen die niet eerder gefotografeerd waren. Met alle uitgekomen jonge meeuwen was het geweldig druk! De nieuwe duintjes leken wel een overvolle creche. Wat een gekrijs. Met de gegevens van 2007 kunnen we geen betrouwbare populatieschatting maken, wel een benadering, en dan komen op een aantal hagedissen uit, ergens tussen de 30 en 60 stuks.
NIET BETREDEN LEEFGEBIED ZANDHAGEDIS (Helaas kunnen meeuwen niet lezen) Voorjaar 2002; de helm voor de nieuwe duintjes is ingeplant. Foto Axel Groenveld.
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
8
Met gevaar voor eigen leven doorzoekt Edo de ‘nieuwe’ duintjes. Foto Ingo Janssen.
Conclusies: 1. Als onderzoeksterrein wordt het Forteiland moeilijker toegankelijk, het is gevaarlijk. 2. De cultureel/toeristische functie die het Forteiland hoe langer hoe meer krijgt is moeilijk te combineren met de aanwezigheid van al die meeuwen.
3. De nieuwe duintjes zijn zo overbezet met broedende meeuwen dat de helm eronder te lijden heeft; deze raakt ondergescheten en platgelopen. 4. Last but not least: de zandhagedis verliest een stuk habitat waar ze net ingetrokken was. Het aantal dieren lijkt achteruit te gaan. Annie Zuiderwijk & Edo Goverse
DE BLIK VAN DIK
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
9
AFWIJKEND GEKLEURDE ZANDHAGEDISSEN Jeroen van Delft: Overtuigende zandhagedissen wat mij betreft. Wel een afwijkend kleur- en vlekkenpatroon. Bij (a-typisch gekleurde) dieren moet je niet teveel op de kleuren en tekening letten. De vorm, bouw, proporties zijn veel vaster dan de tekening en kleur. Al vaak heb ik mensen een levendbarende hagedis met ronde vlekjes als zandhagedis zien determineren. Ook levendbarende hagedissen met een wat groengele waas worden vaak direct zandhagedis genoemd. Levendbarende hagedissen hebben in elk geval nooit de felgroene kleur die je bij mannelijke zandhagedissen tijdens de voortplanting ziet, ze hebben hooguit een wat groenige waas. Daarbij moet wel gezegd worden dat determineren vanaf foto lastiger is dan wanneer je het dier in de hand hebt... Bovenstaande foto kregen we 7 juli via de mail van Marian Schut, met daarbij de vraag: “Sinds dit voorjaar loop ik twee routes op de Hoge Veluwe, nu kunnen wij dit hoog zwangere vrouwtje niet op naam brengen. Is het een levendbarende hagedis of toch een zandhagedis?” Foto: Gerrian Tacoma.
Deze foto maakte Ingo Janssen toen we de routes van Marian op de Hoge Veluwe bezochten op 25 juli. Wéér zo’n hagedis met een a-typisch kleurpatroon. De een zag er een levendbarende hagedis in, de ander een zandhagedis.
We zijn te rade gegaan bij twee deskundigen: Jeroen van Delft en Conn Barrett. Beiden hebben de fotoos bekeken en heel bruikbaar commentaar geleverd
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
Een kenmerk dat Henk Strijbosch me heeft geleerd en dat heel bruikbaar is bij foto’s waarop het dier in een rechte hoek van opzij of van boven is gefotografeerd, is het formaat van de kop in relatie tot het lichaam. Bij de zandhagedis past de kop circa 3 keer op het lichaam (dus vanaf de schedelbasis tot aan de staartwortel). Bij de levendbarende is dat zo’n 5 keer! Dat dier is veel langgerekter en heeft een kleine kop. De kop van levendbarende hagedissen is ook minder “hoog” dan die van zandhagedis. De kop van een zandhagedis is meer rond van vorm dan die van de levendbarende hagedis. Wat op de foto ook zichtbaar is, is de rij van veel kleinere schubjes midden op de rug. Bij de levendbarende hagedis zijn de schubjes op de rug ongeveer even groot als die op de flanken. Met de juvenielen van beide soorten worden ook regelmatig vergissingen gemaakt. Juvenielen van de levendbarende zijn heel donker bruin, voor het oog haast zwart. Een tekening is dan nog vrijwel niet waarneembaar. Die van de zandhagedis zijn veel lichter gekleurd, eerder zandkleurig, met al ronde vlekjes. De staart van een juveniele zandhagedis is nooit zo donkerbruin tot zwart gekleurd als die van een juveniele levendbarende hagedis. Tot zover! Hartelijke groeten, Jeroen van Delft
10
Pyramide van Austerlitz, 2 mei 2006. Subadult van levendbarende- of zandhagedis? Foto: Conn Barrett.
Conn Barrett: Wat ik op de twee fotoos (van de vorige bladzijde, red.) zie, zijn twee (jonge) vrouwtjes zandhagedis. De twee lichtgekleurde strepen langs hun ruggen zijn dikker en langer dan die van de levendbarende. De kop en lichaamsbouw zijn ook forser dan die van een levendbarende hagedis. Op 2 mei 2006 heb ik bij de Pyramide van Austerlitz een sub-adulte hagedis (geboren in 2005) gefotografeerd, zie foto hiernaast, en dacht dat het een levendbarende hagedis was. Deze hagedis was bijna geheel zwart net als juveniele levendbarende hagedissen kunnen zijn. Maar toen ik de foto op mijn computerscherm zag kon ik dit jonge dier pas goed determineren en helaas was mijn eerste inhet-veld determinatie verkeerd, en bleek het een zandhagedis te zijn. Fotograferen van dieren in het veld is niet alleen een mooie hobby maar kennelijk ook een goed gereedschap om hagedissen te determineren. Hier nog foto van een zandhagedis, van mijn duintraject dit keer, met een afwijkend kleurpatroon, zie hieronder. Groeten, Conn.
Duinen Katwijk. Vrouwtje zandhagedis met afwijkend kleur patroon. De stipjes ontbreken. Foto: Conn Barrett.
Wat is de moraal van dit verhaal? Zand- en levendbarende hagedissen zijn niet altijd te herkennen aan hun kleurenpatroon, die kan afwijkend zijn. In gebieden waar beide soorten samen voorkomen, zoals op deVeluwe en de Pyramide van Austerlitz, kun je de fout ingaan. Het is dan aan te raden om niet zozeer op de kleuren te letten maar op de lichaamsbouw en –vorm, zoals beide specialisten al aangaven.Vorm en afmeting van de kop spelen de hoofdrol, hetgeen ook op enige afstand goed te zien is. Als je de hagedis in de hand hebt kun je ook kijken naar de grootte van de schubben op de rug.Die zijn, alleen bij de zandhagedis kleiner op de rug dan op de flanken. Neem bij twijfel een foto!
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
11
DE KEMPEN Land van de Gladde Slang
Ideaal weer op de Cartierheide, zon en sluierwolken. We zagen drie gladde slangen waaronder een zwanger vrouwtje. Op de foto zijn Jap Smits en Sjaak Vorstermans te zien en Ingo Janssen, gemaakt door Domin Dalessi.
Het was ideaal gladde-slangenweer toen we op 7 & 8 augustus De Kempen bezochten, en we het geluk hadden om daar de eerst-geboren jonkies van de gladde slang te mogen zien. Op 7 augustus was alles “nog rustig”. Op diverse terreinen in De Kempen werden dikke, nog zwangere vrouwtjes gezien, die baadden onder de versluierde zon.
Op 8 augustus ‘s-morgens werden de eerste jongen gezien, en aan het eind van de middag waren inmiddels een twaalftal jonkies te bewonderen tussen zeven vrouwtjes, die deels gebaard hadden en deels nog zwanger waren. Wat een feest!
Overzicht van de plagselrand waar we de vrouwtjes en jonge gladde slangen zagen. Links op de foto Michel Pijs; op de achtergrond Kees van Limpt. In het midden Annie en Ingo die fotoos maakt Foto van Domin Dalessi.
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
12
De jonge gladde slangetjes vinden genoeg houvast op randjes en in spleten en holletjes van de plagselwand. Foto van Ingo Janssen.
Staatsbosbeheer houdt de vinger aan de pols Het gaat goed met de gladde slang in De Kempen en, oostelijker, in De Peel trouwens ook. Staatsbosbeheer heeft de soort hoog in het vaandel staan. Met man en macht wordt gewerkt aan het optimaliseren van diverse habitats en Staatsbosbeheer wil ook graag bijdragen aan de realisatie van verbindingszones tussen de de diverse uiteengelegen heides, zoals aangegeven is in het Beschermingsplan voor de gladde slang in Noord-Brabant (van Delft & van Rijsewijk, 2006). Die verbindingszones willen nog niet van of uit de grond komen, omdat naast Staatsbosbeheer ook andere organisaties, zoals Rijkswaterstaat, hier moeten meewerken. Het ontbreekt nog aan geld voor een coördinator die de plannen vlot trekt. Annie Zuiderwijk Met dank aan de monitoorders en vrijwilligers die meewerkten aan drie prachtige dagen in het veld: Jap Smits (SBB) Sjaak Vorstermans (SBB) Piet Zegers (SBB) Wilrie van Doorn Michel Pijs Kees van Limpt Stephan Bucholz Domin Dalessi
Referenties: Arnold van Rijsewijk, Raymond Creemers & Jeroen van Delft, 2007. Gladde slangen op een plagseldijk. RAVON 25, Jrg. 9 Nr. 1: 5.
Jeroen van Delft & Arnold van Rijsewijk, 2006. Wie is er bang voor de gladde slang? Beschermingsplan voor de gladde slang in NoordBrabant. Stichting RAVON.
Tongelen De juvenieltjes lagen in kluitjes met elkaar en gingen ook apart, al tongelend, op verkenning uit, om vervolgens een holletje binnen te glijden en daar ook weer uit te komen. Dan zag je eerst een miniscuul klein tongetje met het kopje te voorschijn komen. Je raakte gewoon niet uitgekeken. Zo mooi. Tijd van geboorte Het was dit jaar weer vroeg, maar niet extreem vroeg, dat jonge gladde slangen het levenslicht zagen. Vroeggeboren jongen hebben een betere overlevingskans dan jongen die laat, bijvoorbeeld pas in september, worden geboren.
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
13
Monitoorders gaan BETREDINGSVERGUNNING zelf aanvragen hoe en wat In de vorige Nieuwsbrief kondigden wij het al aan: vanaf 2008 moeten jullie zelf contact opnemen met de beheerder van het terrein waar je monitoort voor de betredingsvergunning. Het kan niet meer centraal geregeld worden. Bovendien is dit een eis van met name Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Deze beherende organisaties willen dat de relatie boswachter-monitoorder beter uit de verf komt. Soms wist de betreffende boswachter niet dat er een vrijwilliger (met vergunning) in zijn terrein rond liep; een vreemde situatie die we nu dus hopen te hebben opgelost. Duinbeheerders Voor de vrijwilligers die zandhagedissen in terreinen van PWN, Waternet en DZH monitoren verandert er niets. Wij blijven de betredingsvergunningen hiervoor aanvragen omdat dat bij deze kleinere organisaties via één adres te doen is. Staatsbosbeheer Diegenen die in terreinen van SBB monitoren dienen bij de contactpersoon die op de oude vergunning staat vermeld een nieuwe vergunning aan te vragen. Mocht je net beginnen met monitoren of loopt er anderszins iets spaak, bel dan met het betreffende regiokantoor van SBB (zie kaartje) of neem contact op met het coördinatieteam in Amsterdam.
Natuurmonumenten Op de bladzijde hiernaast staat een lijst met contactpersonen van de verschillende beheerseenheden van Natuurmonumenten. Bij deze personen kun je je terreinbetredingsvergunning aanvragen. Ook bij Natuurmonumenten kun je natuurlijk contact opnemen met die boswachter/medewerker die op je oude vergunning staat vermeld. Andere terreinbeheerders Natuurlijk zijn er naast bovengenoemde instanties nog andere terreinbeherende instanties zoals bijvoorbeeld de provinciale landschappen, gemeentes enz. Als je in terreinen van deze organisaties monitoord dien jezelf voor de terreinbetredingsvergunning te zorgen – dat was in het verleden trouwens ook al het geval.
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
Rapportages, verslagen etc.. In veel gevallen staat er in de vergunning dat je aan het eind van het jaar een soort rapportage van je vrijwilligerswerk dient in te leveren. Sluit goed kort met je contactpersoon/ boswachter wat en hoe ze het willen hebben. Met Natuurmonumenten hebben we afgesproken dat de monitoorder een copy van de ingevulde veldkaart opstuurt. Dit heeft als voordeel dat de betreffende boswachter goed op de hoogte is van je resultaten en dus met het ‘reptielengebeuren’ in zijn terrein – dit werkt natuurlijk weer positief door bij eventuele beheersmaatregelen.
Hoe ga je te werk? Je zoekt uit welk contactadres/ terreinbeheerder bij jouw traject hoort. Tussen 15 oktober en 15 december stuur je normaliter de gegevens naar ons of naar de regiocoördinator. Dat doe je nu ook, en tegelijkertijd stuur je een copy van de ingevulde veldkaart naar jouw contactadres/ terreinbeheerder. In een begeleidend briefje bedank je voor het mogen bezoeken van het terrein en tegelijkertijd vraag je een nieuwe betredingsvergunning aan voor het volgende jaar. Klaar is Kees
14
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
15
Vluchtgedrag Levendbarende hagedis Floris Brekelmans
Levendbarende hagedis verstopt zich onder water. Rechts op de foto is zonnedauw te zien. Opname: Floris Brekelmans
“Het was 4 augustus dit jaar, ik liep rond op een, enkele jaren terug gedeeltelijk afgeplagd, vergrast heideterreintje ten zuiden van Eindhoven. De resultaten van het plagwerk zijn bemoedigend, met vele tientallen klokjesgentianen, moeraswolfsklauw, kleine en ronde zonnedauw en witte snavelbies. Ook de herpetofauna lijkt van de ontwikkeling te profiteren, want ik zag juveniele heikikkertjes, poelkikkers en juveniele levendbarende hagedissen. Voor mijn voeten schoot een levendbarende hagedis en vluchtte een enkele centimeters diep plasje in. Maar in plaats van naar de overkant te zwemmen, bleef de hagedis minutenlang op de bodem liggen. Was dit om mij af te schudden?
Van hagedissen is bekend dat zij kunnen zwemmen. Het komt regelmatig voor dat vluchtende hagedissen het water in rennen, waarna ze met een heen en weer slaande beweging van de staart snelheid maken en vervolgens de overkant of een andere oever weten te bereiken. Maar deze bleef roerloos op de bodem zitten (foto) Het dier had het kennelijk best naar zijn zin in het water? Ik had geen horloge op zak, maar met behulp van mijn telefoon kon ik inschatten dat het diertje minimaal 2 minuten en 10 seconden bewegingloos op de bodem bleef liggen. Tenslotte bewoog hij zijn kopje heen en weer, daarbij het ooglid half opgetrokken en met open en dichtgaande neusgaten, proefde wat met zijn tong, waarna hij het water uitkroop en verdween in een pol pijpestrootje.” Redactie: Het water invluchten is een bekende strategie van de levendbarende hagedis (Jeroen van Delft, in e-mail). In de literatuur staat ook dat dit een bekende vluchtreactie is en dat levendbarende hagedissen wel 18 minuten onder water kunnen blijven. Zie bijvoorbeeld: Dieter Glandt, 2001. Die Waldeidechse. Zeitschrift für Feldherpetologie nr 2.
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
16
Doodgereden STEPPESLANG in Meijendel Gijs ten Napel, boswachter bij DZH (Duinen Z-H) stuurde een setje duidelijke fotoos, waaronder deze, met de volgende tekst: “Op 16-08-07) trof een recreant een dood gereden gladde slang aan op het fietspad in ons deelgebied Ganzenhoek. Er is al drie jaren sprake van de aanwezigheid van een (of meer) slangen in dit deel van Meijendel. We hebben de waarnemingen willen bevestigen door het leggen van golfplaten en dergelijke om zo de onbekende bewoner te kunnen betrappen. Die opzet is niet geslaagd. Nu is er dus een doodgereden. Wat ons nu nog bezig houdt is de vraag hoe hij of zij hier is gekomen. Wellicht wilen jullie dit ook weten en willen jullie een DNA onderzoek doen op deze slang om te kunnen achterhalen of deze gladde jongen van Nederlandse dan wel van buitenlandse afkomst is.”
Redactie: Deze slang lijkt op het eerste gezicht op een gladde slang, maar het is een exoot: Elaphe dione, de steppeslang. Het is een algemeen voorkomende soort in Azië, China, Korea, Rusland o.a. Er zijn nogal wat varieteiten in kleur en tekening; mede daarom een geliefde soort voor slangenkwekers en slangenhouders. Het slachtoffer is waarschijnlijk de Chersky varieteit, een vrouwtje, want er is een ei naar buiten gekomen bij de aanrijding. De soort is niet beschermd, nakomelingen uit kweek worden te koop aangeboden. Het is heel vervelend als slangenhouders ophouden van hun slangen te houden en deze ergens dumpen waar ze niet thuis horen en dus geen overlevingskansen hebben. Niemand is hier blij mee, de slang al helemaal niet. Met dank aan Dick Iliohan AZ
Elaphe dione, steppeslang. Vanwege fijne tekening en kleurvariaties een geliefde soort om mee te kweken. Dit vrouwtje is dood aangetroffen op een fietspad in Meijendel. Foto: Gijs ten Napel
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
17
Inhaalslag 2007 Frans Kuenen, projectleider inhaalslag amfibieën en reptielen 2007 Inmiddels is de Inhaalslag voor dit jaar al weer een heel eind onderweg. 80 Vrijwilligers hebben via de website kilometerhokken geselecteerd om deze te onderzoeken op aanwezigheid van inhaalslagsoorten. Hierbij willen wij deze mensen dan ook allemaal heel hartelijk bedanken voor de getoonde inzet! Inmiddels neemt ook de stroom ingeleverde formulieren naar Nijmegen gestaag toe. Ondanks de slechte zomer zijn er heel wat kilometerhokken positief afgerond! Deze gegevens zijn van groot belang bij het beschermen en in stand houden van onze soorten. We hopen natuurlijk nog op een lange en mooie (na)zomer, zodat er nog veel reptielenhokken kunnen worden onderzocht. Ook met het oog op de nog te houden excursies (zie Excursies) hopen wij natuurlijk op goed reptielenweer! Website en Landkaartje Op dit moment zijn er ruim 500 kilometerhokken op de website geselecteerd. Van 115 kilometerhokken hebben wij al gegevens binnen. Dat gaat dus de goede kant op. Veel vrijwilligers zijn ook druk in de weer met het invoeren van gegevens in Landkaartje, de online invoermodule op de website van RAVON. Uit de gegevens van Landkaartje bleek dat 74 Inhaalslaghokken op deze wijze zijn ingevoerd. Voor een deel is dat gebeurd door deelnemers aan de Inhaalslag. Maar in meer dan de helft van de gevallen (39 kilometerhokken) zijn gegevens verzameld en ingevoerd in Landkaartje, zonder dat een kilometerhok voor de Inhaalslag is geselecteerd op de website! Zo worden er dus ook onbewust en toevallig kilometerhokken geactualiseerd. Uitleg prioritering De opzet van de Inhaalslag is in 2007 een klein beetje veranderd. De te selecteren kilometerhokken staan net als vorig jaar op de website, maar nu in meerdere kleuren. In rood staan de hokken weergegeven die al door een vrijwilliger zijn geselecteerd. De niet geselecteerde kilometerhokken zijn weergegeven in verschillende kleuren blauw. Hoe donkerder de kleur blauw, des te belangrijker is het dat we informatie uit deze kilometerhokken verzamelen. Deze kleur geeft de prioriteit dus aan.
Datum
Gebied
28 april 2007 20 mei 2007 26 mei 2007
Kampina, Brabant Twente Oosterzand, Drenthe
9 juni 2007
Maarsbergen, Utrecht
9 juni 2007 16 juni 2007 16 juni 2007
Heerenbeek/Scheeken, Brabant Zuid-Limburg Kempen, Brabant
23 juni 2007
Achterhoek
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
De verschillende prioriteiten zijn dus het verschil met voorgaande jaren. Wij hebben de prioriteit bepaald om waarnemers beter inzicht te geven in relevante kilometerhokken. Alle kilometerhokken zijn natuurlijk belangrijk, maar van sommige kilometerhokken zijn al plannen bekend voor de toekomst. Om soorten adequaat te kunnen beschermen is het belangrijk dat we juist in die gebieden over recente data beschikken. De prioriteit van een kilometerhok wordt bepaald aan de hand van de volgende gegevens: 1. Het voorkomen van de soort in de directe omgeving 2. Het aantal inhaalslagsoorten dat voorkomt in een kilometerhok 3. Ligt het kilometerhok in een Natuurgebied? 4. Ligt het kilometerhok in een gebied waar in de toekomst landschappelijke ingrepen staan gepland? 5. Draagt het kilometerhok bij tot een beter beeld van de verspreiding van de soort?
Tabel 1: Overzicht van excursies gehouden in het kader van de Inhaalslag verspreidingsonderzoek reptielen en amfibieën 2007.
Inhaalslag soorten gevonden vinpootsalamander kamsalamander hazelworm adder heikikker kamsalamander hazelworm vinpootsalamander heikikker vinpootsalamander rugstreeppad kamsalamander
Aantal kmhokken afgerond 2 6 2 1 1 1 1 1 1 1 1 4
18
Zoals u ziet is de berekening van de prioriteit een ingewikkelde berekening, waarbij de nodige afwegingen zijn gemaakt. Maar deze benadering biedt zeker mogelijkheden om van de meest relevante plekken, gegevens te verzamelen. Een belangrijk deel van de prioritering is gebaseerd op de “Nieuwe kaart van Nederland”. Dit is een digitale kaart van ons land waarop gemeenten en andere overheidsinstellingen hun plannen voor de toekomst op aangeven. Meer informatie is te vinden op de site www.nieuwekaart.nl. Excursies In het begin van het seizoen is een uitgebreid excursieprogramma opgezet in het kader van de Inhaalslag. Inmiddels is het grootste gedeelte van dit programma achter de rug (zie tabel 1). Tijdens de voorbereidingen kwamen nog veel data boven tafel, waardoor in enkele gevallen kilometerhokken op voorhand konden worden afgerond. Twee excursies zijn zelfs daardoor afgelast omdat er zoveel data naar boven kwam, dat de excursie overbodig werd. Deze excursies zijn in tabel 1 in grijs weergegeven. De excursies werden door de deelnemers als positief ervaren. Het seizoen voor de amfibieën is inmiddels zover gevorderd dat het nu zinvoller is om de excursies vooral te richten op het vinden van reptielen. Maar ook daar zullen ongetwijfeld ook nog amfibieën worden aangetroffen. De aankomende weken staan er nog drie excursies gepland op schitterende locaties. De eerste excursie zal plaatsvinden op 18 augustus op de Veluwe in het Kootwijker Veld en het Speulder en Sprielderbos onder leiding van
Wim en Angela de Wild. Dit gebied herbergt nog de nodige zelden bezochte plekken. Daar is dus nog van alles te ontdekken. Daarna volgen, evenals vorig jaar, twee excursies op het Kroondomein Het Loo. Vorig jaar zijn er 8! kilometerhokken succesvol afgerond en nog veel meer kilometerhokken konden worden aangemerkt als nieuwe vindplaats. Dit gebied is normaliter beperkt toegankelijk en betredingsvergunningen worden maar mondjesmaat afgegeven. Mede door het succes van vorig jaar, hebben wij ook dit jaar weer een vergunning gekregen. Er is wel een maximum gesteld aan het aantal deelnemers, dus wees er snel bij! De volgorde van aanmelding bepaalt of u kunt deelnemen. Houdt er rekening mee dat we mensen teleur moeten stellen, gezien de grote belangstelling in 2006. De excursies op Kroondomein Het Loo zullen worden geleid door Jelger Herder. Voor alle excursies geldt dat u zich kunt aanmelden via de website. U kunt natuurlijk ook even bellen met 024 3653270. Enquête Om inzicht te verkrijgen in de motieven voor deelname aan vrijwilligersprojecten, krijgen (ex)deelnemers aan de Inhaalslag binnenkort een enquête in de brievenbus. Ik zou u willen verzoeken deze enquête ingevuld te retourneren naar het antwoordnummer van RAVON. Een postzegel is niet nodig. Met de resultaten van de enquête hopen wij inzichten op te doen met betrekking tot de reden waarom waarnemers zich aanmelden bij projecten. Deze kennis kunnen wij goed gebruiken bij het opzetten van nieuwe projecten.
Tijdens een excursie wordt een melanistische adder bekeken, gemeten en gefotografeerd. Foto: Mike Melis.
Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
19
Oproep! Zoals al eerder vermeld, zijn tijdens de voorbereidingen veel data boven water gekomen. De inschatting is dat zeker 50% van de verzamelde data nooit verder komen dan de herinnering van de waarnemer of diens opschrijfboekje. Deze “verborgen” data zijn echter zeer waardevol! Het gaat dan ook over de incidentele gewone pad in de tuin of de groene kikker in de vijver op de hoek van de straat! Voer ze dus in op Landkaartje! Of stuur de gegevens op naar Postbus 1413 6501 BK Nijmegen. De gegevens kunnen dan ook daadwerkelijk worden ingezet bij bescherming van onze soorten. Eindrapport Inhaalslag 2006 Inmiddels zijn de laatste zaken rond de inhaalslag 2006 afgerond. Het eindrapport ligt bij de drukker en zal zeer binnenkort in beperkte oplage verschijnen. Het zal al eerder als PDF via de website te downloaden zijn.
Datum 18 augustus 2007
Gebied Kootwijkerveld en Speulder & Sprielder bos, Veluwe 25 augustus 2007 Kroondomein Het Loo I, Veluwe 9 september 2007 Kroondomein Het Loo II, Veluwe
Inhaalslag soorten te verwachten zandhagedis, hazelworm, gladde slang, ringslang, adder zandhagedis, hazelworm, gladde slang, ringslang, adder zandhagedis, hazelworm, gladde slang, ringslang, adder
Tabel 2: Overzicht van nog te houden excursies in het kader van de Inhaalslag. Bij het verschijnen van deze nieuwsbrief is het mogelijk dat een of twee excursies reeds hebben plaatsgevonden.
Kat en ringslang “Al meederde malen is deze ringslang op de boerderij van mijn zoon in Beetsterzwaag gesignaleeerd. Dit maal zag hun poes de slang ook. Gelukkig liep het goed af; de poes liet de slang gaan, die in hun vijver verdween.” Fotograaf: Aly Kuin-Tekelenburg Meetnet Reptielen - Nieuwsbrief 39
20