Nr. 68 juni ’99
Wie heeft de laatste freon opgemaakt?
Inhoud Bemanningslijsten In Memoriam Sinistere wedloop onderwater De Bloedvlag van Hr.Ms. O-21 Reisverslag Hr.Ms. Walrus t/m Curaçao Het verlies van Hr.Ms. O-13 juni 1940 Dodenherdenking OZD 1999 Reünie Snuivertrip Hr.Ms. Zeehond maart 1949 Aanvulling Monument Onderzeedienst In Memoriam 63 jaar….64 jaar Verslag Algemene Ledenvergadering Jaarverslag 1998 over de financiën van de vereniging Mailgroepen Met de Hr.Ms. Onderzeeboot K XVIII de wereld rond
-1-
Blz. 3 3 4 6 7 8 10 15 16 17 17 18 18 18
Samenstelling bestuur H.W. van Vliet
Voorzitter
Korteweg 8 3054 AS Rotterdam 010-4611514
[email protected]
D. Heij
Secretaris
Bennekomseweg 68 6871 KG Renkum 0317-317063
W.P.P. Falkmann
Redactie KVO
Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668
[email protected]
W.P. van der Veeken
Redactie KVO
Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265
A. Prins
Penningmeester
Heiligharn 166 1785 SP Den Helder 0223-635455
M. van Dwingelen
2e Penningmeester
D.Abbesteelaan 16 1785 GN Den Helder 0223-632809
LTZ2oc A.G. Wegman
Vertegenwoordiger OZD
Onderzeedienst / BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-653444
[email protected]
Erelid van de vereniging : de heer J.H. van Rede Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder adreswijzigingen e.d, is de tweede penningmeester M. van Dwingelen. Geheel of gedeeltelijke overname van artikelen uit “Klaar voor Onderwater” is toegestaan na verkregen toestemming van de redactie. Kopij graag uitgetikt op A4 of diskette aanbieden. De redactie behoudt zich het recht voor om kopij te weigeren of in te korten. De redactie aanvaardt geen verantwoording voor de inhoud van ingezonden onderwerpen. KVO verschijnt 4 maal per jaar in de eerste week van maart, juni, september en december. Contributie De minimale contributie bedraagt f. 10,00 per jaar Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Buitenland leden worden verzocht contant via penningmeester, of via een kennis in Nederland te betalen i.v.m. de hoge overschrijvingskosten. 25 Gironummer vereniging : 39.28.464. t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Heiligharn 166 25 1785 SP Den Helder amsterdam 10 februari 1971 s e c r e t a r pi sr e s i d e n t
jan
pietersz
sweelinck
de nederlandsche bank
VIJF EN TWINTIG GULDEN
-2-
In KVO 67 vroegen wij bemanningslijsten. U heeft ons niet teleur gesteld. Wij gaan op deze pagina de lijsten publiceren, te beginnen met een van de oudste die ons toegezonden is. de redactie. Bemanningslijst Hr. Ms. " O-19 " mei 1944 Stbnr.: ------------------------9738 9455 7788 32418D 7845 11213 9991 7614 11207 11212 13264 20048 14247 13097 14296 3723D 13827 14586 15057 13839 14609 13662 16337 16426 12964 14595 14940
Rang / Stand: Luit. t/zee I Luit. t/zee II Luit. t/zee II Luit. t/zee II Luit. t/zee III KMR OMSD II OMSD II Lieut. RNVR Schipper Maj. Machinist Maj. Monteur Sergt. Mach. z/m Sergt. Monteur Sergt. Torpedom. Sergt. Torpedom. Korp. Machinist Korp. Machinist Korp. Machinist Korp. Machinist Korp. Machinist Korp. Machinist Korp. Torpedom. Korp. Telegrafist Korp. Telegr. z/m Kwartiermeester Kwartiermeester Kwartiermeester Korp. Konstabel Torpedom. maat Telegr. Maat Telegr. Maat Monteursmaat Matroos I Matroos I Matroos I
Naam: J.F. Drijfhout van Hooff H.M. van der Veen van Hattum (Laman Trip) H. Starink Brinkman (Gleichman) P.C. Kiepe K. Kruimink C.D. Cowan A.J. van Kuyk D.A. van Duyn A.L.M. den Haan K. van Dijk 15194 Matroos I H.V. van Loon 15196 Matroos I C. Frinks 16389 Matroos I P. de Bruyne 25623D Matroos I z/m C.J. Zut 15199 Matroos I W.J.A. Deckers 17123D Matroos II z/m C. Peters 26718D Monteur I z/m Croonas (T. de Jong) 20636 Torpedom.I J.H. Hendriks 16518 St/Olieman Siem Spruijt 90352Z St/Olieman F.M. Schuurhuizen C/SSX 29883 Ldg. Telegr A. Breedveld D/JX 161510 Signalman E.V.R. Nijst 1210 Inh. Korp. Mach M.M. Thijssen 536 Inh. Korp. Mach L.D. Geerse 607B Inh. Korp. Kok W.J. Meijnes 1145 Inh. Matroos I E. Scholte 2141 Inh. Matroos I G.G. Iseger 1771 Inh. St/Olieman J. van Oudshoorn 2167 Inh. St/Olieman J. van der Ploeg 1515B Inh. Matr. Hofm. P. Kleinschmidt P.M.F. Oetelmans D.C. Versluis S. de Haan
Hannes Wever H. Verwey F. Kampwart A.C. ten Bosch G.A.H. Lassoy (van der Haven) W.A. Theuvenet A.C.G. Westenberg E.M. Tesser F.G.A. Bentelaar J. van Westenbrugge J.E.Roberts L.C. Davenport J.A. Samson S. Talakua Tohat W.F. Latumanuwey R.F. Wattimena Wardjoko Katuuk Sikoes
In Memoriam In de afgelopen tijd zijn de volgende leden van de vereniging overleden: T. de Jong A.J. Joon H.A. Vermeij N. Meijer B. Bongers J. van Prooijen J. Pannekoek
16-02-1999 13-08-1998 07-02-1999 02 03-1999 24-04-1999 28-04-1999 11-05-1999
Thames Ditton (Engeland) Alphen aan den Rijn Noordwijk Arnhem Den Helder Maastricht Den Helder
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken -3-
onderhand verbeten jacht op de totale marinesuprematie, heeft juist onderzeebootbestrijding de hoogste prioriteit gekregen.
Polaris
Er van uitgaande dat bijna driekwart van de aarde bestaat uit oceanen en zeeën, die niet alleen reusachtige chemische en biologische fabrieken zijn, maar tegelijkertijd nog veelal onontdekte schatk amers voor voedsel, mineralen en olie, wordt er nog altijd uiterst bescheiden gebruik gemaakt van de vele mogelijkheden die het machtige onderwaterrijk in dat opzicht biedt. De oplossing van onze groeiende voedselproblemen, gekoppeld aan rijke oogsten uit oceanen en zeeën is onveranderd een schone illusie. De wetenschap in dit opzicht wordt eigenlijk voortdurend geremd door het almaar toenemende strategische potentieel onderwater, waar nucleaire onderzeeboten zich permanent verstoppen tussen de zoutlagen, klaar om hun allesvernietigende raketten af te vuren. Deze met zware atoomkoppen uitgeruste rake tten - één zo’n raket al overtreft de vernietigingskracht van alle bommen uit de Tweede Wereldoorlog - benaderen het dichtst de totale afschrikking. En het is deze balans van afschrikking, waarin beide grootmachten de Verenigde Staten en Rusland nadrukkelijk zijn verankerd. Hun niet aflatende wapenrace onder water, doet in geen enkel opzicht onder voor de militaire ontwikkelingen te land en in de lucht. Integendeel, kosten noch moeite worden gespaard bij het ontwerpen van onderzeeboten die nóg dieper kunnen duiken en van onder water af te vuren raketten met nóg grotere draagkracht en precisie . Voortdurend ook wordt gezocht naar verdere verbetering van de opsporingsapparatuur, want in de
Heel deze sinistere wedloop dateert vanuit de jaren vijftig, met de ontwikkeling van de Polaris, de atoomraket die met behulp van een geweldige duw van perslucht onder water kan worden gelanceerd. Nu is het zo dat zowel de Amerikanen als de Russen, en in beperkte mate ook de Engelsen en de Fransen de beschikking hebben over nucleaire onderzeeboten, die vanuit strategische posities beneden de zeespiegel hun fatale geweld kunnen ontketenen. Ondanks de enorme uitbreiding van vooral de Russische onderwatervloot gaan de Amerikanen er nog steeds vanuit dat juist zij met hun dodelijke onderwaterraketten nog altijd superieur zijn. Inmiddels zijn hun polarisraketten alweer achterhaald door het vermogen van de Poseidonraketten, die op hun beurt worden gevolgd door het nog meer geperfectioneerde en aangepaste Tridentproject. Amerika’s nucleaire onderzeeboten opereren voornamelijk vanuit vier verschillende bases. Voor het Middellandse Zeegebied is dat de Zuid-Spaanse haven Rota en voor de Grote Oceaan het eiland Guam. Voor het grote en strategisch zo belangrijke Atlantische gevarengebied opereren hun nucleaire subs van de eigen Amerikaanse basis in Charleston en vooral ook uit Holy Loch aan de westkust van Schotland. Sinds maart 1961 varen hun Polarisonderzeeboten daar af en aan, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Het grote moederschip dat midden in de lange zeearm van Holy Loch als een drijvende basis fungeert, lijkt een vertrouwde verschijning te zijn geworden. De ban-de-bommers, die zich vooral in de eerste jaren van de basis zo hardnekkig verzetten, zijn er al lang niet meer gesignaleerd. Bij de gedachte dat de Russen uiteraard Holy Loch en zijn activiteiten voortdurend in het vizier hebben, staat de omgeving niet meer stil. Telkens volgens een nauwkeurig reisschema arriveert hier uit Amerika een complete bemanning van 135 koppen, die klaar staat, wanneer een Polaris onderzeeboot van patrouille terugkeert. De bemanning die er dan twee maanden patrouillevaren onder water heeft opzitten, krijgt enkele dagen de tijd om de boot aan de aflossers over te dragen en gaat vervolgens met verlof naar huis. -4-
Voedsel De aflossers beginnen op hun beurt aan een grondige inspectie, waarbij de sub als het ware binnenstebuiten wordt gekeerd. Een vaste taak die enkele weken in beslag kan nemen, inclusief ook het inslaan van de nieuwe voorraden, die vrijwel uitslu itend uit voedsel bestaan. Ofschoon de nucleaire brandstof deze onderzeeboten in staat stelt om desnoods jaren onderwater te blijven, heeft men de gemiddelde duur van de patrouilles vastgesteld op twee maanden. Op zijn sombere vaart van negen à tien weken onder water zwijgt de Polarisonderzeeboot als het graf. Radioberichten, inclusief sterk gelimiteerde boodschappen in telegramstijl van thuis voor de bemanningsleden komen wel binnen, maar gezonden wordt er in principe niet. Dat zou met de moderne opsporingsmiddelen gelijk staan aan het afschieten van vuurpijlen. Om ieder spoor uit te wissen wordt zelfs het afval in verzwaarde zakken, die meteen zinken, via een speciale drukbuis buitenboord gepompt. Slechts een handjevol topmensen in Amerika weet van de posities van de onderzeeboten af. Want die posities hebben steevast betrekking op bepaalde dieptes en zoutgehaltes van het water, om aan de verfijnde opsporingstechniek van de tegenpartij te ontkomen. Wie aan boord een fijne of droevige tijding krijgt van thuis, kan niet reageren voordat hij weer boven water is, tenzij de commandant in overleg met de hoogste autoriteiten heeft besloten dat er aanleiding is om een uitzondering te maken en de patrouille te onderbreken. Een beslissing die slechts zelden wordt genomen. Ook in geva l van ziekte aan boord. Het doel blijft gericht op een perfecte sluipvaart op grote diepte, waarbij de onderzeeër, waarin de luchtzuiveringszuurstofverversing perfect is geregeld, als een enorme fluit tussen de waterlagen zweeft. Aan de buitenkant verraden slechts zestien grote putdeksels de dreiging die er onder schuil gaat; Polarissen en Poseidons, keurig in twee rijen van acht en rechtop in hun lanceerbuizen, die als het ware een labyrint vormen van stalen stammen. Dit labyrint heeft aan boord de bijnaam van Sherwood Forest het bos van Robin Hood.
Zwarte knoppen Het afvuren van de raketten kan alleen op bevel van het hoogste gezag in de Verenigde Staten plaatsvinden. In feite is dus alleen de Amerikaanse president de Pan die de fluit bespelen mag. De uitvoering van zijn bevel concentreert zich aan boord op de commandant en de wapenofficier. Slechts wanneer zij op de twee zwarte knoppen drukken,
die zich per raket achter een soort brandmeldingsruimte bevinden, worden de projectielen afgevuurd, die in hun huidige ontwikkeling alle strategische doelen kunnen bestrijken…. Het deelnemen aan deze patrouilles geschiedt nog steeds op vrijwillige basis. In een van de speciale Amerikaanse trainingscentra, in Charleston, gaf men ons de verzekering dat zich na al die jaren een gestage stroom van gegadigden handhaaft, die zich aanmeldt voor een plaats onder de elite van de Amerikaanse marine. De selectie is onveranderd streng en richt zich voornamelijk op evenwichtige karakters. Een meer dan normale technische aanleg geniet de voorkeur. Want gedurende een jaar aan de wal en later in de boten zelf, wordt voortdurend gewerkt aan de uitbreiding van kennis over het gecompliceerde technische vernuft van de Polarisonderzeeboot. Van de kandidaten die tot het speciale trainingscentrum toegelaten worden, valt gemiddeld één van de zeven als ongeschikt af. Eenmaal aan boord is het aantal afvallers te verwaarlozen. De taken onder water zijn verdeeld op basis van vier uur op, acht uur af. Buiten de wachturen na studie. Aan boord worden daarvoor tenslotte ook examens afgenomen, die de betrokkenen uitzicht geven op bevordering. De mogelijkheden tot ontspanning zijn uiteraard beperkt. Tussen de duizelingwekkende hoeveelheid apparatuur is weinig ruimte. Alleen achter de gordijntjes van zijn kleine, benauwde kooi vaak drie boven elkaar - heeft de opvarende enige mate van privacy. Voor het overige is men voortdurend onder elkaar; één groot team als het ware, waarin voor individualisme weinig ruimte is. Elke dag aan boord zijn er filmvoorstellingen en over de keuze van het programma kan tevoren overleg gepleegd worden. De chef der équipage, de oudste onderofficier in vaarjaren, heeft onder meer tot taak het entameren van kaart- en bingo-wedstrijden en het in elkaar zetten van complete scheepsshows, met muziek en dwaze verkleedpartijen.
Verveling In de voortdurende strijd tegen de routine en de onvermijdelijke verveling geldt echter het eten als het machtigste wapen. Elke Polarisonderzeeboot neemt voor meer dan 150.000 gulden aan voedsel mee. De schepen mogen dan wat alcohol betreft absoluut drooggelegd zijn, voor eten is er geen enkele limiet. Behalve ‘s morgens en ‘s middags een zogenaamde tussenhap, zijn er dagelijks drie complete maaltijden, soms wel van meer dan vier gangen en steeds gebaseeerd op het beste van het beste. Op de spijskaart, die elke dag opnieuw wordt gepubli-
-5-
ceerd, treft men onder meer lekkernijen aan als kreeft, kalkoen, ossehaas en zelfs gerookte oesters, waarvan men te kust en te keur kan eten. Mits men zich houd aan de voor iedereen persoonlijk voorgeschreven gewichtslimiet. Want elke Polarisonderzeeboot heeft zijn “dikkemannenclub”, die de leden verplicht of door het overslaan van maaltijden, of door het veelvuldig gebruik van de aanwezige home-trainer, spanveren en boksballen, zijn gewicht en conditie op peil te houden. Bij elke patrouille is er een meedogenloze controle en wie in dezen faalt, komt in rechtstreekse confrontatie met de strengste militaire discipline. In heel deze gang van zaken is het mogelijk dat men jaren van zijn leven onder water doorbrengt. Achttien patrouilles van twee maanden onder water behoren beslist niet tot de uitzonderingen. Voor de vrijwilligers heeft de aantrekkingskracht er kennelijk niet onder geleden. Ook niet de wetenschap dat
áls zij ooit hun afschuwelijke lading de lucht in moeten sturen, hun taak van de afschrikking in feite is mislukt. Weliswaar zullen zij dan diep onder water veiliger zitten dan wie ook, maar als ze boven komen zullen er geen havens meer zijn om binnen te lopen en geen gezinnen meer die op hun thuiskomst wachten. Uit het Noord Hollands dagblad van zaterdag 1 juli 1978 door Haye Thomas
De Bloedvlag van Hr.Ms. O-21 Naar aanleiding van de brief aan de heer Van den Broek ( KVO nr.67 ) wil ik hierbij enige kanttekeningen maken. Deze bloedvlag (ontwerp Australië 1943 ) kwam in de plaats van de door de commandant van de O-21 in 1941 ontworpen vlag. De betekenis van de letters OP en CT is als volgt: OP staat voor ‘Operationele Patrouilles’ en niet voor oorlogspatrouilles. CT staat voor ‘Convooi tochten’, gemaakt tussen Engeland en Gibraltar in het jaar 1941. Voor de opmerking ‘5 maal Commando Troepen aan land gezet c.q. opgehaald’ verwijs ik voor een authentiek en gedetailleerd verslag naar het boek ‘Hr.Ms. O-21 en de kat met negen levens’ o.a. bladzijden 159 t/m 205. Voor deze operaties, waaraan ik persoonlijk heb deelgenomen, werden de twee krissen in de vlag gezet! Op de kust van Malakka hebben we 9 Chinese geheim agenten afgezet, die later door de Japanners gevangen zijn genomen en onthoofd! Met onze landingsploegen I en II zijn we viermaal aan land gegaan, hebben we geheim agent Sri Nojo aan land gezet en moesten we agent Lapod ophalen. Deze operatie mislukte en geheim agent Lapod, zo hoorden we later, werd eveneens door de Japanners opgepakt en onthoofd. En dit was het. De opmerking dat er 5 maal commando troepen aan land werden gezet c.q. opgehaald is derhalve onjuist. Wat betreft de 5 sterren in de vlag is de opmerking juist. De rode ster staat voor het tot zinken brengen (met 2 maal ‘stoot voor’) van een door kanonvuur zwaar beschadigde schoener. Aangezien meerdere malen naar de betekenis van de bloedvlag O-21 werd gevraagd, zou het wenselijk kunnen zijn om de juiste betekenis van bloedvlaggen bij Maritieme Historie onder te brengen! Hiervan is kennelijk geen afzonderlijk dossier. W. Claes
-6-
Reisverslag Hr.Ms. Walrus t/m Curaçao. Op 1 februari 1999 vertrok Hr.Ms. Walrus uit Den Helder om vier maanden in de west te vertoeven. De eerste haven van deze reis was Norfolk Virginia. De transit - die op een paar honderd mijl na onderwater - werd volbracht duurde achttien dagen. De overtocht werd gekenmerkt door weinig scheepvaart, weinig koersveranderingen en piekerende officieren (lang geleden zo'n sterbestek). Het was een goede gelegenheid voor eenieder om dingen te doen waar hij anders tijdens een reis nooit aan toekomt, en voor hen die zich verveelden werd de boel opgevrolijkt door de bingo, klaverjasdrive en het middagpraatje oudste officier. Na de navigatie weer opgelijnd te hebben aan de GPS liep Hr.Ms. Walrus op 19 april Norfolk binnen. Het havenbezoek aan deze toch wel imposante marinehaven duurde drie dagen. Gedurende het bezoek werd de plaatselijke 'PX' druk bezocht, evenals Virginia Beach: het plaatselijke Zandvoort. Enkele huurden een auto en vertrokken richting Washington DC. Het weer was tamelijk koud, toch een verrassing voor velen (we gingen toch immers naar de west?!). Na het havenbezoek nam Hr.Ms. Walrus deel aan een Joint Task Force Exercise, een groots opgezette Amerikaanse oefening met als voornaamste doet het opwerken van de Theodore Roosevelt Battle Group. De oefening vond plaats op de Atlantische oceaan en kenmerkte zich door vele aanvallen op Amerikaanse eenheden, met echter weinig tegenaanvallen. Het leek wel of de Yanken pas echt wakker werden na het hoogtepunt van de reis: een visuele aanval vanaf 4000 yds op de Roosevelt. Dit bootje met 96000 ton waterverplaatsing en 280000 paardekrachten kwam na de aanval nog even overhead, hetgeen toch iets anders klinkt dan een M- of GW-fregat. Op 7 maart begon het tweede havenbezoek te Charleston SC. Een stadje met veel historie betreffende de Amerikaanse burgeroorlog en de slavernij. In de omgeving van Charleston viel genoeg te zien: bij de poort van de basis lag Charlic, een alligator van tie n voet. Velen bezochten Boone Hall Plantation (de locatie van de opnames van de serie North and South), botanische tuinen of Fort Sumpter. Enkelen waagden zich al aan een nieuwe hobby: scuba diving. Van 7 tot 16 maart werd er een druk programma van vele casex-en afgewerkt met het Belgisch Nederlands eskader. Hierna volgde een kort havenbezoek aan Nassau (Bahamas). Het eiland wordt gekenmerkt door blauwe lucht uitgestrekte witte zandstranden, helder blauw water, groene palmbomen, dure hotels en grote cruise schepen. Hier waanden wij ons, echt in de west: op het strand of naast het zwembad met een ‘Bahama-mama’ in de zon dan wel gezellig BBQ-en op een onbewoond tropisch eiland; een welkome afwisseling na een periode van kunstlicht, vieze lucht en hard werken. De twee weken na Nassau werden doorgebracht op de AUTEC-range. Een Amerikaanse underwater tracking range met dieptes tot een paar duizend meter tussen de koraalriffen van de Bahamas in: ook wel de Tongue of the Ocean genoemd. Op deze range wordt de positie van onderzeeboten en oppervlakteschepen tot op enkele meters nauwkeurig in de gaten gehouden. Op deze range nam de Walrus deel aan een BritsAmerikaans programma waarbij de Walrus vier exercitietorpedo's verschoot. Tevens word de boot ingezet als tegenstander voor de opex van de USS Providence, een Amerikaanse nuke. Van 2 tot 12 april lag Hr.Ms. Walrus, afgemeerd te Willemstad, Curaçao. Precies, in het midden van de reis, dus voor velen een ideale gelegenheid om het thuisfront over te laten komen. Van deze mogelijkheid werd dan ook gretig gebruik gemaakt, meer dan 50% van de bemanningsleden liet vrouw of vriendin invliegen naar Curaçao. De meesten sliepen in het Lions Dive hotel (naast Mambo-beach aan het strand), ongeveer 20 minuten rijden naar hartje Willemstad. Huurauto's werden het meest gebruikte vervoermiddel en de echte chucks deden natuurlijk veel stof opwaaien met een heuse jeep. Zij die buitenlucht en het zonnetje te warm vonden zochten hun vertier in het water, poedelend in het zwembad, snorkelend of al duikend tussen exotische vissen en rijk gekleurd koraal. Na tien dagen dromen kwam er een eind aan dit Antilliaanse sprookje en nam de Walrus afscheid van het thuisfront. Bestemming St. Croix. Wij hopen dat het duidelijk is dat wij in de west een drukke tijd hebben, dat wij tussen de drukke oefenprogramma’s nog een beetje tijd vinden voor een bescheiden OS&O- programma. Hareld Liebregs Reisverslag beschikbaar gesteld door Onderzeedienstkrant.
-7-
Het verlies van Hr.Ms. O-13 juni 1940 Bij het voorbereiden van onze jaarlijkse voorjaarsvakantie naar Zwitserland, de maanden april en mei, trof mij ditmaal het trieste gebeuren met Hr.Ms. O-13. Ik voelde me dankbaar ook dit jaar weer te mogen beleven, 59 jaar na de fatale gebeurtenis met deze boot. Evenals de latere berichtgeving over het verlies van Hr.Ms. O-22, kwam ook deze bekendmaking opnieuw in mijn gedachten. Ik zocht in mijn archief en kwam de mededeling van Vice-Admiraal Furstner tegen en meende dat het opnieuw onder de aandacht brengen van deze gebeurtenissen tot een van de taken van de reünisten-vereniging behoorde. Niet slechts uit morele overwegingen. Het is gewoon het nakomen van eerder gedane beloften, opdat wij hen niet zouden vergeten. Velen zullen deze zomer weer genieten van de voor hun ideale vakantie, zoals wij hoog in de bergen. En juist in de zomermaanden van het jaar 1940 vond het trieste gebeuren plaats en werd de bemanning van Hr.Ms. O-13 met een oorlogsopdracht het vijandelijk gebied ingezonden. Onderstaande bekendmaking is letterlijk geciteerd. KONINKLIJKE MARINE BEVELHEBBER DER ZEESTRIJDKRACHTEN
London, 2 juli 1940.
S. 207/1/1 G. Met groote droefheid bericht ik U hierbij, dat Hr.Ms. onderzeeboot O-13 zoo lang over tijd is, dat helaas haar verlies als vaststaand aangenomen moet worden. De boot is 12 juni met een oorlogsopdracht in de Noordzee uitgegaan. De vijand meldde op 18 juni met bovenwaterstrijdkrachten jacht te hebben gemaakt op een onderzeeboot ongeveer ter plaatse waar Hr.Ms. O-13 moet zijn geweest. Toen op 19 juni de boot werd teruggeroepen heeft hij zich niet gemeld. Zoo zijn dan wederom 35 van de dappersten onder ons gevoegd bij de lange lijst van Nederlanders, die in dezen, ons tegen onze wil opgedrongen oorlog, het leven lieten. Onverschrokken, verlangend den vijand afbreuk te doen ten einde daardoor de uiteindelijke overwinning te bespoedigen en daarbij het recht te hebben het Vaderland ongeschonden terug te eischen, zijn zij zee ingegaan, helaas, om niet meer terug te keeren. Zij zullen in de geschiedenis van ons Vaderland de volle eer krijgen als mannen, die het hoogste offer hebben gebracht voor de Vrijheid en Onafhankelijkheid van het thans opgroeiende geslacht Nederlanders. Hun offer zal niet vergeefsch gebracht zijn, evenmin als dat van de drie wapenbroeders van de Britsche Marine, die aan boord van de O-13 het lot van onze mannen deelden. De toekomst moge er nog zo weinig voor de eerstkomende weken uitzien, wanneer men met maanden - als het moet - jaren rekent, is de overwinning van de vrije volken verzekerd. Bedenken we hoe de eerste Prins van Oranje te moede was in den tijd, dat de dichter van het Wilhelmus hem de volgende woorden (het 9e couplet ) in den mond legt: Na 't suer sal ick ontfangen, Van Godt, mijn neer, dat soet Daer na so doet verlanghen Mijn vorstelijk ghemoet Dat is, dat ick mag sterven Met eeren in het velt Een eeuwich rijck verwerven Als een ghetrouwe helt. Toch versaagde de eerste Oranje niet en ... hij mocht het geluk smaken Nederland weer vrij te zien van het juk van den overweldigen. Als "getrouwe helden", zoo zullen de namen van de mannen van Hr. Ms. O-13 geboekstaafd worden in de geschiedenis van ons vaderland. In verband niet het te verwachten misbruik der publicatie van ons verlies voor de propaganda van den geslepen vijand, verzoek ik U het bovenstaande als een vertrouwelijke mededeeling aan de bemanning van Hr.Ms. oorlogsschepen bekend te maken. Het juiste oogenblik en de wijze van publicatie in de pers zal door mij later worden bepaald. De Vice-Admiraal Bevelhebber der Zeestrijdkrachten, J.Th. Furstner
-8-
KONINKLIJKE MARINE BEVELHEBBER DER ZEESTRIJDKRACHTEN S 207/1/3
London 2 juli 1940
Opgave opvarenden Hr. Ms. O-13 Luit.t.z. der le klasse id. 2e ,, id. 3e ,, id. 3e ,, Off. M.S.D. der 2e kl. Bootsman Kwartiermeester Matroos der le klasse id. id. id. 2e klasse id. 3e klasse id. id. zm Korporaal Telegrafist Telegrafistenmaat Sergeant Monteur Korporaal Monteur id. Sergeant Torpedomaker Korporaal Torpedomaker id. Korporaal Konstabel Majoor Machinist Sergeant id. id. Korporaal Machinist id. id. Stoker/olieman Koksmaat
E.H. Vorster W.J. Snijder J.O. Nieuwenhuis J.A. Sillevis J.A. Buys J.J. Mooldijk P.L. Lutter J.F. van Hilst G.L. van Gend H.J.S.M. Albregts L. Laan C.v.d.Veer F.H. Rienstra J.D. Nagelhout A. Middelink A.S. van Battum C. Selderbeek A.P. van Elswijk J.A. van der Vliet H. Reijtenbach W.A. Wahlers J.J.A. Cadot T. Dam W. van der Hoff H. Vukkink W. Ausum W.A. de Moel D. Schaatsbergen G.J. Heikamp J. Drijver A.C. Havenaar
Aan boord waren ook geplaatst: Lieuternant B.E. Greswell Leading Telegraphist H.P. Mc. Donald Signalman J.H. Spettique
Commandant Oudste Off.
Hoofd M.K. 9653 Chef d'Eq. 12618 11484 12847 12101 14664 14632 15026 9236 9792 16942 7275 7911 7972 9472 10416 12512 11145 8906 9322 10361 11794 11830 12537 12876 z 10660
(R.N.) (R.N.) (R.N.)
De O-13 verliet op 12 juni 1940 de haven van Dundee voor een patrouille bij de ingang van het Skagerak. Op 20 juni 1940 werd de O-13 ‘s nachts door de Poolse onderzeeboot “Wilk” geramd en zonk. Eerst werd gedacht dat de onderga ng te wijten was aan een mijnenveld en de O-13 daar dus in terecht was gekomen. Het was de eerste onderneming van een Nederlandse onderzeeboot in de oorlog en werd dus direct fataal. Wijnand Claes ‘auteur van’ Hr. Ms. O-21 en de kat met negen levens
-9-
De dodenherdenking op 4 mei 1999 bij de Onderzeedienst was een heel bijzondere. Wat was er anders ? Het OZD monument was uitgebreid. Door het initiatief in 1994 en door de vasthoudendheid van de Heer F.A.Gommers , zoon van een van de op onderzeeboten gesneuvelden in de Tweede Wereldoorlog , is de marine leiding gewezen op het feit dat alleen het op een boot varend en daar gesneuveld personeel op het OZD monument vermeld staat en niet het andere onderzeedienst personeel dat het leven liet in de oorlog. Dientengevolge is enkele jaren geleden de EREROL OZD tot stand gekomen . Dit boek met daarin vermeld de 82 namen van het Onderzeedienst personeel dat in de oorlog is omgekomen, doch niet varend op een onderzeeboot, werd op een prominente plaats bij andere belangrijke onderzeedienst herinneringsvoorwerpen opgesteld. Het OZD monument droeg tot nu toe 7 wapenschilden van onderzeeboten , die in de strijd zijn gebleven, met daarop de namen van de 213 gesneuvelde opvarenden. Thans zijn ter linker en rechter zijde van het monument tegen het OZD gebouw twee hoge zwart granieten zuilen geplaatst met op ieder 41 namen van de EREROL OZD gegraveerd op bronzen plaquettes. Op deze wijze worden ALLE 295 bij de Onderzeedienst dienende militairen, die in de Tweede Wereldoorlog het leven lieten, nu bij het OZD monument vermeld en kunnen zo op passende wijze ieder jaar aldaar door de Onderzeedienst en nabestaanden herdacht worden. Wij gedenken als we het monument zien de afschuwelijke dood die zij stierven en het verdriet en de wanhoop van hun nabestaanden en realiseren ons wat op het monument staat : JA, HET MOEST Bij de dodenherdenking 1999 op de Onderzeedienst zijn de twee zuilen bij het OZD monument geïnaugureerd door de plaatsvervangend Bevelhebber derZeestrijdkrachten schout bij nacht L.L.Buffart met de volgende toespraak : “Al meer dan 50 jaar worden bij de Onderzeedienst de onderzeeboot- mannen herdacht die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Overal in ons land, in onze samenleving, komt er meer aandacht en plaats voor herdenking. Is dit een he rleving? Of zijn wij Nederlanders toch niet zo nuchter zoals wij ons over het algemeen door onszelf laten aanpraten. Zijn wij bang onze gevoelens te uiten en drukken wij te veel weg? Herdenken als herinnering aan een gebeurtenis, dat kennen wij. Dat aspect krijgt erkenning en is bovendien - zoals ook nu weer op de Balkan - actueel. Herdenken als herinnering aan personen - uw dierbaren - wordt vaak door anderen minder goed begrepen. Juist dit tweede aspect, dit zoeken naar een houvast met he t verleden, kan bij een tastbaar en “persoonlijk“ monument.
-10-
Het gevoel hiervan niet uitgesloten te willen zijn, roept daarom luid. Hier bij de Onderzeedienst is plaats gemaakt om met uw eigen ogen uw dierbare naam te zien of zelfs aan te raken. Voor u een persoonlijk monument. Meer dan 50 jaar geleden nam het toenmalige onderzeedienst-personeel het initiatief om een gedenkteken te maken. Zij hebben het ontwerp gemaakt en waren zeer nauw betrokken bij de financiering en de daadwerkelijke bouw. Hiermee was voor hen een houvast met het verleden gemaakt, een blijvend aandenken aan hun omgekomen collega's. Er kon een begin worden gemaakt met de opbouw van een nieuwe Onderzeedienst. Het toenmalige gedenkteken werd op 20 juni 1947 onthuld door koningin Wilhelmina bij de uitreiking van de Militaire Willemsorde aan de Onderzeedienst. In haar toespraak zei de Koningin onder meer het volgende: "Voor ik overga tot de uitreiking hie rvan, zal ik het gedenkteken onthullen voor hen, die hun leven lieten in onderzeeboten van 1940 tot 1945, waardoor uw kameraden, die minder gelukkig waren dan gij en hun leven lieten voor het vaderland, geëerd en gehuldigd zullen worden." En tot de nabestaanden zei koningin Wilhelmina: "Droefheid vervult mijn hart wanneer ik denk aan uw groot verlies. Gij hebt zware offers gebracht; gij hebt uw man, kind of vader laten gaan toen zijn plicht hem riep in de strijd van ons land tegen een wrede vijand. Gij hebt hem niet terug zien keren na de vervulling van zijn plicht; hij gaf het hoogste offer dat een mens kan geven." Tot op de dag van vandaag herdenken collega's, nabestaanden, voormalig en huidig onderzeedienst-personeel bij dit gedenkteken de omgekomen onderzeeboot- mannen. Bij nabestaanden van de niet in een onderzeeboot omgekomen onderzeedienst- mannen ontbrak een tastbaar herdenkingsteken. De in 1996 gemaakte ererol bleek niet in deze behoefte te voorzien. Na overleg tussen de Koninklijke marine en alle andere betrokkenen is besloten tot het maken van twee plaquettes. Het gedenk teken en de plaquettes vormen één monument voor alle in de Tweede Wereldoorlog omgekomen onderzeeboot- mannen. Moge alle nabestaanden met dit monument een houvast, een anker, hebben gekregen, nu en in de komende jaren.”
Vervolgens werd de dodenherdenking geleid door COZD kapitein ter zee G.H.van Beek, die de volgende rede uitsprak :
-11-
“Geachte dames en heren, Sbn Buffart, Officieren, onderofficieren en manschappen van de onderzeedienst, In Nederland worden ieder jaar op 4 mei de mensen herdacht die in de tweede wereldoorlog zijn omgekomen. De onderzeedienst doet dit bij het gedenkteken, dat tijdens de viering van het 40-jarig bestaan van de onderzeedienst op 20 juni 1947, bij de uitreiking van de Militaire Willems Orde aan de onderzeedienst, door de toenmalige koningin Wilhelmina, werd onthuld. Op dit gedenkteken staan de namen van de onderzeedienst mannen die in onderzeeboten hun leven lieten. Met het plaatsen van de 2 plaquettes is het gedenkteken uitgebreid tot een monument voor alle onderzeedienst mannen die in de tweede wereldoorlog zijn omgekomen. Ik ben met de totstandkoming van dit monument zeer verheugd. Hierbij kunnen wij onze gevallenen, vandaag en in de toekomst, samen met nabestaanden en andere belangstellenden eren, gedenken en herdenken. Tot mijn spijt hebben wij nog niet van alle namen op het monument nabestaanden kunnen achterhalen. Wel doet het mij veel genoegen dat zo velen van de nabestaanden die wel een uitnodiging konden ontvangen, hieraan gehoor hebben gegeven en vandaag aanwezig zijn. Wij zijn bijeen op het moment dat Hr.Ms. Dolfijn op weg is om ingezet te worden in de Adriatische Zee in het kader van operatie Allied Force. Bij het besluit om militaire middelen in te zetten in het voormalig Joegoslavië is een belangrijk punt van overweging geweest de kans op het sne uvelen van eigen militairen. Alhoewel onze politieke en militaire leiders deze zo klein mogelijk zullen trachten te houden en ik voor de huidige inzet van Hr.Ms. Dolfijn deze niet veel hoger inschat dan tijdens normale onderzeeboot operaties, geeft het wel de bijzondere positie van een militair aan. Wij kunnen worden ingezet om geweld te gebruiken; niet alleen bij de verdediging van de vrijheid van ons eigen land maar ook om de vrede elders in de wereld te handhaven of ter ondersteuning van humanitaire operaties. Dit kan betekenen dat wij daarvoor ons leven moeten geven. Natuurlijk staan wij daar niet dagelijks bij stil, maar op het moment dat een onderzeeboot op patrouille wordt gestuurd, zal dit bij velen van ons, en zeker bij het thuisfront van de bemanning, toch in de gedachten opkomen. Dit zal zeker vandaag gebeuren, op de dag waarop de onderzeedienst de onderzeeboot mannen eert, gedenkt en herdenkt die ten gevolge van die strijd om de vrijheid van ons land, het leven lieten. Het doet ons weer nadenken over wat vrijheid betekent, hoe kostbaar deze is en welke offers het kan vragen. Wat het geven van offers echt betekent, kunnen alleen de nabestaanden, familie en vrienden weten. Tot U wil ik mij daarom in het bijzonder richten. U bent het die het gemis voelt van echtgenoot, vader, grootvader of andere relatie; zelfs zo’n lange tijd na de tweede wereldoorlog. Woorden van troost zijn niet meer op zijn plaats, wel de verzekering, dat wij hen nooit zullen
-12-
vergeten en dat hun offer niet voor niets is geweest. Het heeft wel degelijk bijgedragen tot de herovering van onze vrijheid. Wij zijn hen en al die anderen die hieraan hebben meegewerkt hiervoor bijzonder dankbaar. Het onderzeedienst personeel, dat door de aard van het werk altijd een nauwe band met elkaar heeft, zal dit nooit vergeten. U, nabestaanden, familie en vrienden zult deze onderzeeboot- mannen gedenken met persoonlijke herinneringen, een gebed of bloemen. Ik, als commandant van de onderzeedienst zal, als uiting van grote dankbaarheid, erkenning en respect voor hen die vielen, maar ook als uiting van sympathie voor U, tezamen met de chef der equipage, namens het tegenwoordige onderzeedienst personeel, een krans leggen ter nagedachtenis aan onze gevallenen.” Hierna sprak Dominee K.H. Ubels de volgende woorden: “Geachte aanwezigen, Wij zijn hier bij elkaar gekomen om de namen te gedenken van hen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in dienst waren bij de Onderzeedienst en daarbij hun leven verloren hebben voor onze vrijheid. Namen waarmee we ons op de een of andere manier verbonden voelen. In de eerste plaats de directe nabestaanden, veelal naamdragers. Hoewel de concrete herinneringen aan de overledenen na ruim 50 jaar steeds ijler worden, zijn hun namen in de geheugens gegrift zoals ze in de stenen van het monument gegrift staan en zoals je mag geloven dat ze in Gods hand gegrift staan. De namen vormen tezamen het hart van het monument, maar het monument is meer dan deze ve rzameling namen. Dat viel mij op toen ik hier laatst langs het gebouw liep. Ik passeerde daarbij twee mensen die met elkaar in gesprek waren. Eén van hen was een jonge matroos van de onderzeedienst en ik hoorde hem tegen de ander zeggen: "Als u de ingang van het magazijn zoekt, dan moet u daar naar binnen gaan, bij ons monument." Óns monument. Uit deze woorden van de matroos maak ik op, dat ook de jongste generatie bij de onderzeedienst nog steeds een band heeft met het monument van de onderzeedienst, met óns monument. Want zelfs al zeggen de namen die in het monument gegrift staan je niks, ze doen je wel wat. En ieder jaar wanneer deze namen herdacht worden, krijgen ze een extra lading, een extra betekenis. Ze herinneren ons allen er telkens opnieuw aan dat onze vrijheid bepaald niet vanzelfsprekend is. Zo worden we regelmatig bij wijze van spreken gebombardeerd door beelden en verhalen van het tegendeel van vrijheid. Beelden en verhalen die vaak zo gruwelijk zijn dat ze ons begrip ver te boven gaan. Maar die ook een naam dragen, telkens een nieuwe naam. Nu Kosovo, eerder Rwanda, Bosnië, Irak enzovoort. Nieuwe namen herinneren ons er telkens weer aan dat vrijheid, vrede en veiligheid alles behalve vanzelfsprekend zijn. De strijd tegen massale gruwelijkheden, etnische zuiveringen en misdaden tegen de menselijkheid kent vooralsnog geen einde. Wanneer wij onze gevallenen herdenken, denken wij vooral aan deze strijd. De internationale gemeenschap met daaronder Nederlandse militairen en hulpverleners zet zich momenteel daadwerkelijk in om de hemeltergende ellende op de Balkan te doen beëindigen. Onder deze Nederlanders bevindt zich de bemanning van Hr.Ms. Dolfijn. Met hen is de onderzeedienst weer direct betrokken bij een oorlog. Zo wordt vandaag de betekenis van ons monument als het ware bevestigd door de inzet van Hr.Ms. Dolfijn. Want ons monument met de namen van hen die vielen kun je uiteindelijk beschouwen als een symbool voor de strijd tegen hemeltergend onrecht. Een strijd met het oog op vrijheid, vrede en veiligheid. Een strijd die in de Tweede Wereldoorlog een hoge tol aan mensenlevens heeft geëist. En die ons vervuld met dankbaarheid jegens allen die toen als onderzeedienst mannen hun leven verloren hebben en wier namen wij blijven gedenken. De dichter Ed Hoornik heeft deze dankbaarheid als volgt verwoord in zijn gedicht, getiteld:
-13-
“Tot de doden” Wij kunnen u niet meer bereiken, Wij komen een zintuig tekort, Wij leggen ons neer bij de feiten Dat gij minder en minder wordt. De enkele keren dat ge In dromen ons nog verschijnt, Wordt gij al ijler en ijler Tot ge voor altijd verdwij nt.
Het land ligt nog net als het toen lag Van polder tot polder te kijk; De mensen die erin wonen Blijven zichzelve gelijk.
Straten houden uw namen Voor heden en morgen in stand, Maar onze kinderen brengen Ze niet meer met u in verband.
Maar éénmaal per jaar is de stilte Tot de hemel toe van u vervuld En belijden wij zonder woorden Onze dankbaarheid, onze schuld.
Laten we eerst bidden. God van vrede en van vrijheid, nu wij in deze dagen dat gelukkige moment kunnen vieren waarop de tirannie verdreven werd en wij weer vrijuit konden ademhalen, gedenken wij voor uw aangezicht de ontelbare slachtoffers van die genadeloze oorlog, de miljoenen mensen die aan de waanzin opgeofferd zijn, de tallozen die afgeslacht werden aan beide kanten, daaronder de onderzeedienstmannen die wij nu met name gedenken. Tevens gedenken wij allen die voorgoed gewond zijn geraakt door pijnlijke herinneringen, door het verlies van wie hun lief waren, door de gruwelijke beelden van vernietiging en ondergang en wij roepen tot U: Heer, ontferm U. Wij gedenken voor U, o God, alle volken die vandaag leven op de schroeiplekken van de aarde en allen die daar het slachtoffer van zijn, dodelijk of levenslang, de kinderen, de vrouwen, de mannen. Zegen alle inspanningen om de ellende te keren en vrede te stichten. Wij bidden U in het bijzonder voor de bemanning en het thuisfront van de Dolfijn, zo roepen wij tot U: Heer, ontferm U. God van vrede en vrijheid, maak ons vrij van het geloof in het recht van de sterksten en het gelijk van de rijksten, maak ons vrij om U te dienen, elkaar op te bouwen, en onvermoeibaar te zoeken naar wegen van recht en vrede en zorg voor uw schepping. Maak ons vrij om ruimte te maken voor de verdrukten en verjaagden die hier hun toevlucht zoeken, zodat er tekenen zijn van uw Rijk door Jezus Christus onze Heer. Amen.”
Foto’s AVD Den Helder -14-
Reünie Snuivertrip Hr.Ms. "Zeehond" Maart 1949 Mijn oproep in KVO van December 1998 heeft alleen maar positieve, enthousiaste schriftelijke en mondelinge reacties opgeleverd. Hieruit volgde een reünie op Vrijdag 9 April 1999 dankbaar gebruik makend van de geboden gastvrijheid door P&O NEDLLOYD aan de Boompjes in Rotterdam. Helaas bleken tenminste 14 bemanningsleden van toen te zijn overleden, waarvan enkele zeer recent. Onze gedachten van sympathie en vriendschap gaan naar hen uit en niet in het minst naar hun nabestaanden. Van vele anderen zijn de juiste namen niet meer te achterhalen, laat staan hun adressen. Bemanningslijsten zijn nergens te vinden. Echter, iedereen die bereikt kon worden was zeer enthousiast en kon komen m.u.v. de toenmalige Kpl Mach Eddie Warlich die aan een rolstoel gekluisterd in een verpleeghuis verblijft en Kpl Mach Siem Spruijt, die een paar dagen vóór 9 April met een hartprobleem moest worden opgenomen in een ziekenhuis. Inmiddels is hij na een geslaagde bypass-operatie weer naar huis teruggekeerd op 28 April. Het was een goede geanimeerde reünie van ongeveer 10.30 tot 16.00. We werden voorzien van koffie met cake, een rijsthap die voor die van de KM niet onderdeed. Veel dank aan de Heren van der Ham en van Gelderen van de Nedlloyd, die nog gevaren hadden met Kapitein Spierdijk, die voor hij zo ver was in 1949 vrijwel direct na onze binnenkomst in Rotterdam als jongste officier a/b van de Zeehond geplaatst werd en later als Kapitein altijd de KMR-vlag op zijn schip gevoerd heeft. Er is gepraat, oude herinneringen zijn opgehaald, kwinkslagen gewisseld, meegebrachte foto's bekeken, twee 8-mm filmpjes van een minuut of tien vertoond. Als gast was uitgenodigd de Heer E. van den Pol, eertijds HMK op diverse onderzeeboten, later Chef TD OZD en tenslotte met pensioen als KTZ T en als Professor van de Technische Universiteit Delft. Hij heeft ons met zijn boeiend verhaal met video- presentatie en overhead projector deelgenoot gemaakt van zijn uitgebreide kennis van de voorgeschiedenis, toepassing en ontwikkeling van de snuiver tot op de huidige dag. Dit ook is zeer gewaardeerd, zoals uit bijval direct en uit diverse reacties naderhand duidelijk gebleken is. Uit die ontvangen reacties doe ik een greep. De vertoonde filmpjes riepen veel herinneringen op en ondanks het feit dat de zaal wat aan de lichte kant bleef, vielen ze ruim in de pul. Het was goed met elkaar eens rustig en wat langer te kunnen praten. Na eventjes vielen de jaren weg en kende je elkaar weer en wist je weer van toen. Wat overigens niet iedereen zich nog goed herinnerde, was de reparatie van de vastzittende inlaat van de snuiverkop door demontage en het benedendeks brengen, reparatie in de machinekamer, weer opvoeren en montage aan dek waarbij Kpl Mach Baas en Ltz Hermsen een blind vertrouwen moesten hebben in werking en treksterkte van de lijfseizing. In ieder geval goed gedaan en goed afgelopen. Wat ook goed afliep was de opdracht die de zelfde o.g. bij vertrek uit Ponta Delgada voor de Commandant moest uitvoeren. Hij moest naar een bloemenwinkel gaan en voor de echtgenote van de Consul een boeket bloemen aanschaffen. Dat gebeurde en de Commandant bood met vriendelijke woorden de bloemen aan. Zij was blij maar volgens haar was er op het hele eiland geen bloemenwinkel. Toen bleek dat de boodschapper dat ook ontdekt had en een vriendelijke parkwachter bereid gevonden had in het fraaie stadspark een boeket bijeen te garen voor een toepasselijke fooi. Nou, een stadspark was er ook niet maar er was wel een fraaie tuin bij de Consul thuis en de bloemen kwamen Mevrouw dan ook bekend voor. Hartelijk dank en veel gelach. Wederom, goed gedaan. Wat iedereen zich goed herinnerde waren de over de kooien en bij het potje kruipende kakkerlakken en een rondwandelende rat die het later in Rotterdam met de dood moest bekopen via de toepassing van Blauwzuur in een gesloten boot. Zijn staart stak bij na-ventileren door een kier in de niet helemaal naadloos aaneen sluitende beschieting van de brede zij boven de kooi van de derde officier. Je kon het velletje er zo afhalen. Allen hebben de hernieuwde kennismaking met plezier beleefd. In kleine kring i.v.m. de gelegenheid is het contact wat nauwer dan bij een - ook niet te versmaden - grote reünie. Je komt dan echter vaak niet veel verder dan : Hallo, hoe gaat het met jou ? (Vervolg op pagina 16)
-15-
(Vervolg van pagina 15)
De chef-kok Metzelaar, die met Kok de Vries toch maar iedere dag op tijd een hap klaar moesten hebben en - koekjes op Zondag - hoefde nu niet wat merkwaardig geurend en uitziend vlees in het halfduister te klieven en snel op te piepen zoals dat later wel eens echt nodig was. Herinneringen aan afspraken om op een wacht op zijn beurt een redelijke grap te vertellen, Hoe ondanks de verwennerij van de Marine met vers fruit uit blik de stokers toch kans hadden gezien een flinke hoeveelheid Surinaamse sinaasappels voor eigen gebruik in het stokershol te hebben, waar tevens een goed beklante Columbiaanse roulette draaide. Geen werkzaamheden behalve een beetje aanvegen, verder alleen de wacht om met het inschakelen van de witte verlichting bij het ochtendgloren tot de ontdekking te komen andermans reeds lang aan verversing toe zijnde kousen te dragen. Iedere middag en avond film in de boegbuiskamer, anders kwamen we niet door die, door de KL of KNIL van Duitse schepen in 1940 in beslag genomen, film van de Olympische spelen in Berlijn van 1938 heen. Iedere avond Bridge drive met als poedelprijs een boekje van "Hoe leer ik bridgen" waar de prijswinnaar Krikke zo ziedend over was. Kortom, het was goed al deze (letterlijk) oude maten weer te ontmoeten en herinneringen op te halen. Vijftien Zeehonden bij elkaar Sterke verhalen vertellend Na vijftig jaar Pioniers van de eerste snuiverreis Nu wat strammer, een beetje grijs Geestelijk verkwikt door het contact met de oude snuivermakkers en inwendig gesterkt door een goede Nassiehap met een biertje of twee aanvaardden wij welgemoed de thuis-reis, een herinnering rijker.
Velzen-Z / Almelo 14 Mei 1999 Bevelhebber der Zeestrijdkrachten C. van Duyvendyk, vice admiraal Ministerie van Defensie postbus 20702 2500 ES s'-Gravenhage onderwerp: Aanvulling Monument Onderzeedienst Admiraal, Ondergetekenden maakten op 15 September 1998 met de de Heer F. Gommers deel uit van een commissie die tezamen met de Kolonels H.W. Schreuder en G.H.van Beek en Dr. P.C.van Royen overlegden of het Monument van de Onderzeedienst door toevoeging van ontbrekende namen een passende verandering kon ondergaan. De commissie sprak daarbij ook namens vele anderen, die vaak individueel al eerder in woord en geschrift, op een dergelijke aanpassing hadden aangedrongen. Als resultaat van deze bespreking heeft de Koninklijke Marine onder uw persoonlijke leiding, de visie, de wijsheid en moed getoond om, ondanks een reeds bestaande Ererol, een voor alle nabestaanden aanvaardbare oplossing te construeren! Ondergetekenden nemen, naar zij weten, mede namens vele anderen afstand van het artikel in de "Telegraaf" van 1 Mei j.l. waar de heer Gommers voor de zoveelste keer de Koninklijke Marine in een kwaad daglicht tracht te stellen. Het gebeuren rond Hr.Ms. O-20 is voldoende in de geschiedschrijving belicht en het verhaal van de heer Gommers werpt er geen nieuw licht op, het is slechts onnodig grievend voor de Familie Snippe! Ondergetekenden hechten eraan te benadrukken, dat zij dit schrijven op persoonlijke titel hebben op gesteld. Met de meeste hoogachting, H. C. Besacon Ltz.1(b.d.) V.L.V. Themaatlaan 13 1981EC Velsen-Z
C.A.F. van Well Groenèveld Ltz.1(b.d.) Hagenborgh 143 7607JV Almelo
-16-
Verslag Algemene Ledenvergadering d.d. Vrijdag 4 juni 1999 Aanwezig: 254 leden en het voltallige bestuur. Om 11:10 uur opende de voorzitter de vergadering en heette iedereen hartelijk welkom. Een speciaal welkom kregen de heren J.H. van Rede, erelid van onze vereniging, en R.M.A. van Kralingen, het oudste lid van onze vereniging. De commandant Onderzeedienst was helaas verhinderd, hij liet zich verexcuseren. Nadat de namen van onze overleden leden waren voorgelezen, hield de vergadering staande één minuut stilte om hen in eerbied te gedenken. Op 4 mei 1999 beeft het bestuur een krans gelegd bij ons Monument. Ter weerszijde van ons Monument zijn marmeren stenen opgesteld waarop de namen staan vermeld van alle onderzeedienstmannen die gedurende de Tweede Wereld Oorlog zijn omgekomen. De plechtige onthulling heeft tijdens de Dodenherdenking plaatsgevonden. Leden die geïnteresseerd zijn in oude bemanningslijsten kunnen deze, indien zij in het scheepsjournaal zijn bevestigd, inzien op het Rijksarchief te Den Haag. De redactie van KVO kan leden hierbij behulpzaam zijn. Het bestuur heeft ingesteld het “abonnementhouder KVO“ en dit in KVO-67 bekend gemaakt. Het ledental blijft schommelen rond de 1140 leden. Op 16 mei 2000 zal de Marine torpedodienst 125 jaar bestaan. Een reünie van dat dienstvak zal worden gehouden op 18 mei 2000. Na het financiële verslag van de penningmeester en het voorlezen van het verslag van de kascontrolecommissie verleende de vergadering, onder applaus, het bestuur décharge voor het door hem gevoerde goede financiële beleid. Tijdens de rondvraag kreeg de redactie van KVO een geweldig applaus voor de wijze waarop zij “Klaar Voor Onderwater“ gestalte geeft. Vervolgens gaf de heer van Dwingelen uitleg over de invoering van de Euro. Indien de minimale contributie 5 Euro wordt, betekent dit een verhoging van ƒ 1,02. Hiermee kunnen de leden vast rekening houden. Om 11:30 uur sloot de voorzitter de vergadering. Aansluitend begon de reünie, die zeer gezellig was. De secretaris
Rotterdam 25 maart 1999 In Memoriam 63 jaar …. 64 jaar …. Een wat sombere overpeinzing van een bijna AOW er. Over een tijd die niet meer terugkeert. Een leeftijd waarop je dikwijls peinst over het verleden heden en toekomst. Een naam die je bekent voorkomt, je zag hem nog op de laatste reünie. In gedachten gaan dan weer terug in de tijd. Voor mij waren dat de jaren 1950 t/m 1959. De waalhaven, de mijnenbunker, de barakken, de halfronde loodsen. Het gezellige Rotterdam van toen. Katendrecht lekker Chinezen, Kruiskade, Binnenweg, te veel om op te noemen. De onvergetelijke reizen : met de T-Boten, de Tijgerhaai en Zwaardvis. Niet te vergeten de vele “pingtrippen” naar Torbay. De vele reizen naar Londonderry, de Middelandsezee, Sardinië, Sicilië en nog veel meer. Hoe meer je aan die tijd terug denkt, hoe meer er boven komt drijven. Onbezorgde jaren waren het. Jaren die veel te vlug voorbij zijn gegaan. Na zo‘n reünie overvalt mij altijd een gevoel van heimwee. Enkele opvarende teruggezien, allemaal ongeveer 45 jaar ouder geworden. Waar zijn ze allemaal gebleven. Een groep mensen die elkaar te weinig zien en horen. Er is nog zoveel te vertellen over die tijd, laten we, als het kan eenmaal per kwartaal weer eens lachen met onze (sterke) verhalen. Hoelang hebben we nog? Als je die namen leest, dan denk je, hij woonde vlakbij. Misschien hebben we elkaar verschillende malen rakelings gepasseerd. Kunnen we misschien nog wat meer doen, tussen twee reünies door. In Memoriam 63 jaar …. 64 jaar …. A.G. Kiburg ex korporaal machinist
-17-
Jaarverslag 1998 over de financiën van de vereniging Inkomsten over 1998:
Uitgaven over 1998:
Kontributies Bijdragen Reünie Rente Diversen
19114,22 3977,00 1937,99 10,00
Totaal:
25039,21
Bestuurskosten Representatie Reünie KVO Verzekeringen Totaal:
+
Vermogen van de vereniging per 311297: Saldo winst: Vermogen van de vereniging per 311298
5384,84 250,00 3550,59 9499,83 161,84 18847,10
Inkomsten
-
Uitgaven
Winst
25039,21
-
18847,10
6192,11
+
55475,88 6192,11 61667,99
Mailgroepen Een mailgroep voor Nederlandse veteranen en een mailgroep voor (ex) personeel van de Nederlandse Onderzeedienst. Omdat er al bijna een jaar lang een goed draaiende mailgroep voor veteranen bestaat, dacht ik dat het een goed idee zou zijn om ook een speciale mailgroep voor (ex) onderzeedienst personeel te maken. En aldus geschiedde: Op de site: http://www.onelist.com zijn o.a. deze groepen te vinden. Voor de Veteranen onder de naam Nedvets en voor de onderzeebootmensen bij Penuit. Allebei de lidmaatschappen zijn gratis, het kost je dus geen stuiver om te mailen over de hele wereld met geestverwanten. Ik zou dus zeggen: “Sluit je aan en misschien krijg je op den duur nog eens contact met een ouwe sobat van weleer.” Voor inlichtingen:
[email protected] (Peter Janssen))
P.J.L. van Dongen vroeg de redactie de navolgende Video onder de aandacht te brengen. Met de Hr.Ms. onderzeeboot K XVIII de were ld rond. In deze film wordt de reis van de Hr. Ms. K XVIII van Den Helder naar Surabaya op de voet gevolgd. Deze grootste reis van een onderzeeboot tot dan toe duurde van nove mber 1934 tot juli 1935 en voerde langs de westkust van Afrika, de oostkust van Zuid-Amerika, langs de Kaap en via Australië naar einddoel Surabaya. Deze eerste geluidsfilm van het Polygoon bevat uniek materiaal waarbij vooral opvalt dat er aan boord van een onderzeeboot afgezien van de techniek niet zo gek veel veranderd is. Er moet nog steeds economisch worden omgegaan met de beschikbare ruimte aan boord en het Neptunus-ritueel bij het passeren van de evenaar wordt door de Marine tot op de dag van vandaag in ere gehouden. ISBN 9056792334
-18-