SCHRIFTELIJKE VRAAG
nr. 126 van JORIS POSCHET datum: 17 november 2014
aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN
Preventiebeleid hiv en soa’s - Stand van zaken Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) publiceert jaarlijks een cijferrapport met gedetailleerde gegevens over seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s). De algemene tendens van het rapport voor 2013 was allerminst positief. De drie meest voorkomende soa’s (chlamydia, gonorroe en syfilis) blijven een stijgende lijn vertonen. Een tendens die zich niet alleen in Vlaanderen blijkt voor te doen, maar volgens de European Center for Disease Prevention and Control (ECDC) over heel Europa merkbaar is. De voorbije legislatuur heeft de minister van Welzijn werk gemaakt van een preventiebeleid waarbij voornamelijk werd ingezet op een gerichte preventie bij groepen met een verhoogd risico op soa’s. Seksueel overdraagbare ziekten blijven een gevoelig onderwerp waarbij doelgerichte preventie cruciaal is. Daarnaast zijn, zeker voor hiv, laagdrempelige testen onontbeerlijk om de hierboven geschetste negatieve tendens om te buigen. Toch besloot de vorige federale regering om de subsidiëring van de drie laagdrempelige testcentra voor hiv in ons land (Helpcenter van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen, Elisa in Brussel en Sida Sol in Luik) te schrappen. Hiervoor werden op Vlaams niveau, na overleg met de federale minister van Volksgezondheid, in overgangsmaatregelen voorzien die de continuïteit van de werking van de laagdrempelige testcentra tot 1 september 2012 moest verzekeren. 1. Kan de minister een overzicht geven van het aantal mensen dat jaarlijks een hiv-test ondergaat sinds 2010, voor zowel het centrum in Antwerpen als dat in Brussel? Is er een significant verschil merkbaar in het aantal testen op hiv in die centra sinds de afschaffing van de subsidies? Is dit gelijklopend aan de evolutie in het centrum Sida Sol in Luik? Zo neen, hoe verklaart hij dit verschil? 2. Welke mogelijkheden hebben burgers om zich te laten testen op hiv? Kan dit, gezien de gevoeligheid van het onderwerp, in anonimiteit gebeuren? Wat is de gemiddelde kostprijs van de diverse bestaande hiv-testen? Op welke manier worden burgers geïnformeerd over het bestaan van deze hiv-testen? 3. Kan de minister een overzicht geven van de regionale spreiding van mensen met soa’s en hiv? Zijn hier grote verschillen merkbaar? Zo ja, hoe verklaart hij die?
4. Met welke organisaties en bestuursniveaus werkt de minister samen voor een integraal preventiebeleid? Werkt hij bijvoorbeeld samen met vluchtelingenorganisaties? Hoe gebeurt dit concreet in Brussel?
JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN
ANTWOORD
op vraag nr. 126 van 17 november 2014 van JORIS POSCHET
1. Op het Vlaamse niveau beschikken we niet over data met betrekking tot het aantal tests dat in de Helpcenters wordt afgenomen. 2. Burgers kunnen zich laten testen op HIV bij een huisarts naar keuze. Een huisarts heeft beroepsgeheim, dus een HIV-test kan in alle vertrouwelijkheid gebeuren. Voor risicogroepen bestaat de mogelijkheid om zich gratis en anoniem te laten testen in een laagdrempelig testcenter: voor Vlaanderen het Helpcenter in Antwerpen en Helpcenter Elisa in Brussel. Men kan ook in een Aidsreferentiecentrum een hiv-test laten afnemen. Een HIV-test kost €2,50 remgeld, de dokterskost wordt terugbetaald via het ziekenfonds. De arts kan er voor zorgen dat de factuur van het onderzoekslaboratorium niet thuis aankomt of je kan je naam laten vervangen door een code. In die gevallen wordt de test niet terugbetaald door het ziekenfonds. Je betaalt dan ongeveer €20. Sensoa biedt informatie over de hiv-test aan via een site voor het algemeen volwassen publiek (www.seksualiteit.be), naar jongeren (www.allesoverseks.be), naar homomannen (www.mannenseks.be) en naar mensen met hiv (www.levenmethiv.be). Tevens sensibiliseerde Sensoa de afgelopen jaren verschillende van deze doelgroepen over het belang om zich te laten testen op hiv en soa, zoals via de campagne ‘Testen, Gewoon Doen!’ en via gericht terreinwerk in het homo-uitgaansleven. Het Instituut voor Tropische Geneeskunde biedt via terreinwerk eveneens de mogelijkheid aan homomannen en Subsaharaanse Afrikaanse migranten om zich te laten testen op hiv via een speekseltest. Sensoa ondersteunt deze terreinacties en voert actief promotie tijdens de eigen terreinacties in de homohoreca. De door Vlaanderen meegefinancierde VZW’s Pasop en Ghapro richten zich naar de doelgroep sekswerkers en bieden in dat kader gratis en anonieme testen voor hiv aan. In 2013 werden zo 2352 verschillende sekswerkers getest. 3. Het WIV stelde recent de cijfers vanuit hun peilnetwerk over soa’s en HIV van 2013 voor, met aandacht voor regionale verspreiding in de drie gewesten. Uit die cijfers blijkt dat de stijging van het aantal geregistreerde gevallen van de soa’s chlamydia, gonorroe en syfilis, zich in 2013 in de drie gewesten voortzet. Voor chlamydia is het aantal geregistreerde gevallen in Vlaanderen gestegen van 8,3/100.000 inwoners in 2002 tot 45,7/100.000 inwoners in 2013. In Vlaanderen doet de stijging zich voor bij de vrouwen tussen 15 en 34 jaar en bij mannen tussen 20 en 40 jaar. De gerapporteerde incidentie is het hoogst bij de 20 tot 24-jarigen. In Wallonië is het aantal gevallen toegenomen van 4,9/100.000 inwoners in 2002 tot 21,0/100.000 inwoners in 2013. In Brussel is het aantal geregistreerde gevallen toegenomen van 31,1/100.000 inwoners in 2002 tot 99,1/100.000 inwoners in 2013. In de laatste twee gewesten is de toename vastgesteld bij vrouwen tussen 15 en 29 jaar en bij mannen tussen 20 en 39 jaar.
Voor gonorroe is aantal registraties in Vlaanderen gestegen van 3 gevallen/100.000 inwoners in 2002 tot 9,1 gevallen /100.000 inwoners in 2013. Gonorroe is voornamelijk geregistreerd bij mannen van 20 tot 39 jaar. Bij vrouwen is de hoogste incidentie vastgesteld in de groep van 20 tot 24-jarigen. In Wallonië is het aantal geregistreerde gevallen gestegen van 1,1/100.000 inwoners in 2002 tot 4,3/100.000 inwoners in 2013. Gonorroe is hoofdzakelijk geregistreerd bij mannen van 20 tot 34 jaar. Bij vrouwen is het hoogste aantal gevallen vastgesteld bij de 20 tot 24-jarigen. In Brussel zijn 5,9 gevallen/100.000 inwoners geregistreerd in 2002 tegenover 20,9 gevallen/100.000 inwoners in 2013. Gonorroe is daar hoofdzakelijk waargenomen bij mannen van 15 tot 39 jaar. Bij vrouwen ligt de hoogste incidentie bij de 20 tot 24jarigen. Er zijn twee keer meer mannen dan vrouwen met gonorroea gediagnosticeerd. Voor syfilis zijn in Vlaanderen 0,9 gevallen/100.000 inwoners geregistreerd in 2002 tegenover 8,2 gevallen/100.000 inwoners in 2013. In Vlaanderen is syfilis vooral bij mannen tussen de 30 en 40 jaar vastgesteld. In Wallonië zijn 0,6 gevallen/100.000 inwoners geregistreerd in 2002 tegenover 3,4 gevallen/100.000 inwoners in 2013. In Brussel zijn 2,6 gevallen/100.000 inwoners geregistreerd in 2002 tegenover 28,4 gevallen/100.000 inwoners in 2013. In de laatste twee gewesten is syfilis hoofdzakelijk geregistreerd bij mannen in alle leeftijdsgroepen ouder dan 20 jaar. De in Vlaanderen verplicht te melden gonorroe en syfilis geven hetzelfde beeld. Het aantal gediagnosticeerde hiv infecties in 2013 daalde met 9% in vergelijking met 2012: er werden 1115 nieuwe hiv infecties gediagnosticeerd, wat overeenstemt met gemiddeld 3 nieuwe diagnoses per dag. De hiv epidemie in België treft hoofdzakelijk twee populaties: mannen die seks hebben met mannen (MSM), vooral met de Belgische of een andere Europese nationaliteit, en mannen en vrouwen die het virus hebben opgelopen via heteroseksuele betrekkingen en die vooral afkomstig zijn van Subsaharaans Afrika. De waargenomen daling is toe te schrijven aan een daling van het aantal nieuwe hiv diagnoses in de populatie afkomstig van Subsaharaans Afrika. 4. Het preventiebeleid is een gemeenschapsbevoegdheid. Initiatieven van partnerorganisatie Sensoa en terreinorganisaties zoals het Instituut voor Tropische Geneeskunde (seksuele gezondheid Subsaharaanse Afrikaanse migranten) en Pasop (seksuele gezondheid bij sekswerkers) situeren zich dan ook binnen de Vlaamse bevoegdheid. Afstemming met het federale beleid (gezondheidsbeleid, migratiebeleid, e.a.) en met andere gemeenschappen en gewesten gebeurt via interministeriële conferenties. Het nationaal HIV-plan kwam tot stand met de betrokken actoren in het HIVwerkveld. Sensoa nam hierin een actieve coördinerende rol op, samen met het Observatoire des Sexualités et du Sida, wat betreft het faciliteren van de bijeenkomsten met actoren uit het preventielandschap. Aangezien migranten, samen met mannen die seks hebben met mannen, als prioritaire doelgroep in dit plan worden aangeduid, werden ook organisaties die zich richten naar deze doelgroep(en) uitgenodigd om deel te nemen aan het overleg. Ook in het verdere verloop van het Hiv Plan worden deze organisaties betrokken (prioriteitstelling en monitoring van activiteiten). Naast het HIV-plan wordt tevens in het kader van het verwezenlijken van de doelstellingen van Sensoa samengewerkt met verschillende centra voor asielzoekers voor het ontwikkelen en implementeren van methodieken (vb Idriss-koffer en ontwikkeling website Zanzu). Een overzicht van de contacten en activiteiten: Sensoa realiseert een aanbod naar de opvangcentra van Fedasil en het Rode Kruis (dat een groot deel van de opvangcentra beheert). Hierdoor kunnen medewerkers
deelnemen aan trainingen om relationele en seksuele voorlichting aan te bieden in het opvangcentrum; Aan de Ronde Tafel Kwetsbare Migranten van 25 oktober 2012 namen vertegenwoordigers van Fedasil en het Rode Kruis deel. Op deze Ronde Tafel gaven ze Sensoa feedback en advies over noden en beleid rond seksuele gezondheid voor kwetsbare migranten; Een aantal Federale en Rode Kruis asielcentra waren betrokken bij de ontwikkeling van Idriss, het educatieve pakket voor voorlichting rond seksuele gezondheid, in de eerste plaats OC Broechem. Een groot deel van de asielcentra (Opvangcentrum OC Broechem, Rode Kruis Opvangcentrum Brugge, OC AntwerpenLinkeroever,…) kregen vorming van Sensoa en gebruiken het Idriss pakket; Voor de voorbereiding van de nieuwe website naar kwetsbare migranten, organiseerde Sensoa groepsgesprekken in een aantal asielcentra in Vlaanderen. De deelnemers leverden relevante input; Ook in het Klein Kasteeltje in Brussel gaf Sensoa verschillende vormingen (werken met het Idriss pakket en omgaan met HIV binnen het centrum).
Tevens wordt deze sector uitgenodigd om deel te nemen aan de jaarlijkse netwerkdag gericht naar organisaties die werken met migranten. Sensoa organiseert deze dag om deelnemers met elkaar in contact te brengen, alsook om hen te laten kennis maken met de nieuwste inzichten op het terrein en informatie uit te wisselen rond recent ontwikkelde methodieken.