Verenigde Staten 1 Op naar het Wilde Westen. Het is weer zover. Na even een poosje gewerkt te hebben, is het weer tijd voor een reisje; we gaan het oude “wilde westen” onveilig maken. Onze eerste stop zal in Las Vegas zijn. Het vliegtuig zou om 8 uur vertrekken en dat betekent dat je ergens tussen 5 en 6 uur op Schiphol moet zijn. Normaal gesproken gaan we met de trein maar om dan op tijd aan te komen kon wel eens tricky worden. Daarom besloten we een hotel te nemen waar we de auto tegen een kleine vergoeding konden laten staan. Onze vakantie begon dus al maandagavond toen we naar het hotel vertrokken. Natuurlijk stonden we eerst in het verkeerde hotel maar toen alles geregeld was, konden we naar onze kamer. Nog even tv kijken en toen vroeg naar bed. Om half vijf moesten we er uit om de shuttle van zeven over vijf te halen. Je slaapt niet zo geweldig en dan nog zo kort maar we waren in ieder geval op tijd. Toen we door de douane heen waren, genoten we van een lekker ontbijtje waarna we naar de incheckbalie togen. Op dit moment van schrijven hangen we al zo’n half uurtje in de lucht met nog 10 uur te gaan naar Las Vegas. Ze komen nu langs met drinken. Dat zullen we eerst even nuttigen en daarna maar even proberen een tuk te maken om de verloren slaap van de afgelopen nacht enigszins in te halen. Ik ben benieuwd naar het weer als we landen. Nou, je ziet het, we zijn geland en het is 25 graden. Daar loop ik dan met mijn Nederlandse kleding. We moesten nog een poosje wachten op mensen die helemaal niet eens in het vliegtuig waren gestapt maar toen stapten we onze bus in om te beginnen aan een tour door Las Vegas en natuurlijk vooral over de beroemde strip met zijn vele bezienswaardigheden. Niet lang daarna reden we Las Vegas binnen en begon de tour pas echt.
De bus stopte natuurlijk bij dit wereldberoemde bord waar veel foto’s worden gemaakt. Onderweg zagen we hotels met duizenden kamers. Een hotel heeft zelfs 8000 kamers Macau (bij Hong Kong) is Las Vegas voorbijgestreefd als eerste gokstad in de wereld maar als je dit allemaal ziet in vergelijking tot Macau zou je dat echt niet zeggen. Op gegeven moment gingen we hotel The Venetian bezichtigen. Geweldig zoals dat gemaakt is, net Venetië tot de plafondschilderingen en gondels aan toe. Natuurlijk zijn er de nodige gokmachines waarvan je op de linker foto een piepklein stukje ziet.
“Buiten” was een voorstelling aan de gang terwijl de hemel er bewolkt en blauw uit zag. Maar zelfs die hemel is nagemaakt
Het plein was bestraat met geglazuurde tegels die zo glommen dat het net leek of het geregend had. De mooie Venetiaanse bruggen ontbraken natuurlijk niet waaronder “De brug der Zuchten”. We moesten de bus weer in om verder over de “Strip” te rijden. De Strip, zo heet de weg waarlangs alle gokhotels liggen. De mooiste bouwsels en replica’s zijn daar te vinden, een piramide, het vrijheidsbeeld de Arc de Triomphe en de Eiffeltoren. Verder zag je onderweg nog vele kerkjes waar je binnen 24 uur kunt trouwen met “Elvis” erbij. Per dag worden er meer dan 300 huwelijken gesloten in Las Vegas. Een monorail ontbrak ook niet. De stad is ooit in de woestijn neergezet als gokstad. De woestijn eromheen is ook een van de heetste en droogste gebieden op de wereld. Veel films zijn daar opgenomen waarvan hier en daar nog overblijfselen te zien zijn. Op de wegen zie je soms Tumbleweeds, die bolvormige uitgedroogde planten die over de weg waaien.
Voordat we naar het hotel gingen, bezochten we eerst nog een gezellige winkelstraat waar we aten en dronken. Er hingen geweldig leuke uithangborden. Een daarvan is een cowboy die zijn armen bewoog en elke keer “Howdie” zei. Een man die elke dag onderweg naar zijn werk onder de cowboy door liep kreeg daar op gegeven moment een tic van. Hij verkrampte al als hij in de buurt kwam. “Nee he”, dacht hij dan maar dan zei de cowboy weer “Howdie”. Helemaal gefrustreerd nam hij op een dag een vuurwapen mee en schoot de cowboy vol met gaten en stopte niet voordat de cowboy ophield met bewegen en met het zeggen van Howdie. De cowboy staat er nog, vol gaten en hij zegt niets meer. In die drukke winkelstraat zag je van alles, mooie uithangborden, voorstellingen, levende standbeelden maar ook veel bedelaars. In dit “welvarende land voor de happy few” heb ik meer bedelaars gezien dan in de derdewereld landen waar we geweest zijn. Ze zijn werkelijk heel creatief. Dit meisje zat met een bordje waarop stond geschreven “Too proud to be a prostitute”. Vervolgens stapten we in de bus om naar ons hotel te gaan, “Circus Circus”. Als je binnenkomt, zie je de gokmachines en –tafels tot zover het oog reikt, het is oogverblindend. Nadat we de koffers op onze kamer ( 14704) hadden gezet gingen we terug naar de lobby en bestelden met een groepje van zeven een excursie naar de Hooverdam hetgeen een overweldigende ervaring zou worden. Daarna hebben we nog wat gegokt op de 1 cent machines, maar ik zat te knikkebollen achter het apparaat, heb snel mijn 3 dollar winst vergokt en ging om kwart over negen al naar bed. Om half zeven zou de wekker al weer gaan. Langs de gokmachines liepen we naar de lift en zagen daar het bedienend personeel rondlopen. In Las Vegas zijn er 2 werknemers op elke gast. Er zijn enorme parkeergarages voor alleen al het personeel. In de films zie je altijd die heel mooie mannen en vrouwen rondlopen. Nou, als je hier dan kijkt, is dat een zware tegenvaller. Gelukkig liep ik er nog rond.
Verenigde Staten 2 Natuurlijk was ik om 5 uur al wakker; het tijdsverschil van 9 uur breekt je af en toe toch wel op. Even ontbijten en toen naar de plek waar we opgepikt zouden worden. De vrouw die onze Damtour deed, bracht, was een gezellige kletskous . Spreek Damtour maar eens uit en je hebt een leuke woordspeling. We reden door de droge Mojave woestijn waar nog wel wat coyotes rondlopen en waar we op de terugweg nog een paar wilde schapen zagen, zeldzaam om te zien. Na het filmpje van een kwartier begon de rondleiding. Door inspectietunnels waar je boorgaten van het dynamiet nog zag zitten, kwamen we bij een generator hal. Enorme turbines zag je daar.
Ik sta hier nog naast een opengewerkte turbine opdat je kunt zien hoe groot de ankers en de spoelen zijn.
Op het schema kun je zien hoe het allemaal werkt. De gele tunnels zijn gebouwd om het water om te leiden tijdens de bouw van de “Boulderdam” zoals hij oorspronkelijk heette. Aan beide zijden van de plek waar de dam gebouwd zou worden werden dammen gemaakt om het water de tunnelbuizen in te leiden. Toen dat klaar was en de boel droog stond, begon de bouw van de dam, waar heel veel mensen om het leven kwamen. Zodra de dam
klaar was, werden de tunnels voor de omleidingen dichtgemaakt met een betonnen prop zodat het water naar de dam kon stromen. Een deel van de tunnels werd gebruikt om het water via 4 inlaattorens via grote brede pijpen naar de turbines te leiden. Het beton werd zo snel gestort dat er grote koelbuizen doorheen liepen om het drogende beton te koelen. Er werd 24 uur per dag gewerkt. De dam was dan ook in record tijd af.
Maquette van de dam Dam in werkelijkheid Na de rondleiding gingen we zelf rondlopen en kwamen toen bij het uitzicht punt met zicht op de dam. Wow, wat een enorm groot ding. Het is wel niet meer de grootste ter wereld maar wel de grootste die ik ooit gezien heb. Daarna gingen we in de bloedhitte over de dam lopen waar je goed uitzicht had op de Coloradorivier en de Memorial Bridge. Op het midden van de dam is de grens tussen Arizona en Nevada. Op deze foto zie je ons hand in hand staan, de een in Arizona en de ander in Nevada. Niets kan beter de Verenigde Staten van Amerika uitdrukken dan deze foto. De brug is ook een grens tussen Arizona en Nevada. Bij de dam is een prachtig monument met de wapens van de verschillende staten die belang hebben bij de dam. Hoover was degene die de verschillende staten zover kreeg dat ze het ermee eens waren dat de dam gebouwd werd; ze raakten immers een groot deel van de watertoevoer door de Coloradorivier kwijt omdat er een stuwmeer gevormd werd, Lake Mead, en de watertoevoer geknepen. De dam heette eerst Boulderdam maar is later i.v.m. de verdiensten van Hoover door de regering veranderd in Hooverdam. Uit dit kleine stukje is bijna niet op te maken wat een geweldige indrukken wij die dag hebben opgedaan; we hadden dit prachtige stuk Amerikaanse historie niet willen missen.
Toen we op de brug liepen, hadden we nog een fantastisch uitzicht op de dam en Lake Mead daarachter waarop een echte raderboot rondvoer. Later zagen we die nog terug in de haven. Toen zagen we ook hoe helder het water was en hoe warm, zo’n 25 graden Celsius. Er zwom nog een grote groep karpers rond en een vrij grote roodwang schildpad. Bij de lunch bestelde Lucia een “small coke”. Nou, die zou bij ons medium zijn. Luuk had chili met frites; die krijg je met zijn drieën nauwelijks op. Het is echt Amerikaans, alles groot. Veel van de mensen zijn ook echt groot. Op de terugweg kwamen we weer bij het Las Vegas bord. We hoorden dat er een webcam boven hangt en als ze b.v. in Nederland weten dat je daar staat op een bepaald moment, kunnen ze inloggen op een site en zien ze je live staan. Voldaan kwamen we terug in het hotel en spraken af om om vijf uur te starten met een wandeling naar het Bellagiohotel. Dat was een belevenis. We zagen de verschillende nagemaakte monumenten nu van dichtbij. Luuk had de tijd van zijn leven als je deze foto ziet waar hij samen met een paar mooie showgirls op staat. In het Bellagio kocht hij wat fiches en speelde even crap. Ze zeiden dat hij had verloren. “Het zal wel”, zei hij want net als wij, snapte hij niets van het spelletje.
Toen we weer terugliepen was het al donker en ging de verlichting aan. In een woord geweldig. Het waterorgel speelde nog en op bepaalde punten in het liedje spoot het water hoog de lucht in, net zo hoog als het hotel. Verlichte gondels werden door vrouwelijke gondeliers voortbewogen. Op deze foto’s zie je een impressie van hoe het eruit zag. Parijs lichtstad? Laat me niet lachen.
We hadden een paar uur gelopen en na wat gedronken te hebben streken we neer achter de gokmachine waar Luuk $100 won. Gisteren ook al $25, dus die heeft een goede gehad aan Las Vegas. Af en toe kwam er een dame in haar kostuum langs en vroeg verveeld of we wat wilden drinken. De jetlag liet zich weer gelden dus wij gingen niet al te laat naar bed; de wekker stond op half zeven.
Verenigde Staten 3 Vandaag vertrekken we naar Utah, de mormonenstaat. Het is hier een uur later en morgen als we Utah uit rijden kan de klok weer een uur terug. De mormonen zaten oorspronkelijk aan de oostkust maar door hun gebruiken en gewoontes waren ze daar niet gewenst. Ze zijn uiteindelijk met paard en wagen en lopend naar deze zijde van Amerika getrokken. Als je geen mormoon bent, kun je hier ook geen behoorlijke baan krijgen. Daarom hebben veel mensen zich noodgedwongen “bekeerd”. Terwijl we nog in Nevada rijden, zien weer de velden met tumbleweeds; ze waaien alleen niet over de weg. Op gegeven moment rijden we door een groen landschap waar de droge rivierbedding door de bosschages meandert. In de verte zien we als het zandstenen gebergte. Als we dichterbij komen zien we wanden van gele zandsteen waar de “Grote Meester” met een paar sierlijke penseelstreken wat rode vlekken op heeft gezet. Naarmate we dieper Utah in rijden zien we steeds meer rode zandsteen. We stopten nog bij een bijzondere rode formatie genaamd het “peper en zout stel”. Welke de peper is, weet ik niet maar het zag er mooi uit daar achter ons. We reden nog onder rotsbogen door die over de weg heen liepen, een ontzettend grote boog zag je nog tegen een bergwand als uitgehouwen door een meesterbeeldhouwer.
We zijn onderweg naar Zion maar eerst stoppen we bij een supermarkt om de lunch in te slaan voor de picknick. Het zal vandaag vooral een dag
worden met onvergetelijke indrukken. Op de interstate wegen is het niet echt druk. Op sommige punten is er controle. Maar net als de controle bij de Hooverdam hielden die niet veel in. Langs de binnenwegen zag je veel lintbebouwing waar je het typisch Amerikaanse wel in herkent. Maar niet alleen de bebouwing door mensenhanden was te bewonderen maar ook die door de natuur. Soms lijkt het wel of het gemaakt is.
Verder op weg naar de Zion kloof die de laatste 13 miljoen jaar is uitgeslepen door Virginrivier. Toen we bij Zion National Parc aankwamen, gingen we eerst in het gras picknicken. Na de stevige lunch gingen we een wandeling maken door de bergen. Na zo’n 20 minuten kwamen we aan bij een armetierige waterval, maar de wandeling was leuk en we zagen prachtige landschappen. Op de terugweg keek ik of nog een bergleeuw op de helling zag sluipen. Ze zijn zeldzaam maar jenever kan tel en als ik jenever op heb, zie ik er wel meer. Maar wie schetst mijn verbazing toen ik plotseling gewezen werd op drie grazende herten op de berghelling, een moeder en twee jongen. Geweldig! We hebben een hele tijd staan filmen en fotograferen terwijl de herten onverstoord hun gang gingen. Vervolgens zochten we de bus weer op om naar Bryce Canyon te rijden.
Nou dat was mooi. Grand Canyon zal morgen heel wat moeten presteren om dit te evenaren. Toen we op het uitzichtpunt van Bryce Canyon aankwamen, regende en onweerde het. We trotseerden de elementen en stapten de bus uit. In de verte scheen de zon en we zagen de bliksem en de donder. Even later ontstond een grote regenboog. We hebben hem op foto en film met op de achtergrond de fantastische rotsformaties in sprookjesachtige kleuren. Ik zal niet verder uitweiden over Bryce Canyon, de foto’s spreken voor zich.
Daarna gingen we naar ons hotel waar de plaatselijke country rock uit de luidsprekers schalde. Het was hier best fris en we trokken de lange broek en het vest weer aan. Na gedineerd te hebben, gingen we pyjama’s passen. We moesten er immers al om 6 uur uit. Het werd kwart over vijf maar dat mocht de pret niet deren. We gingen naar een van de zeven wereldwonderen, Grand Canyon. We reden Arizona weer binnen en meteen was het weer een uur vroeger. Langs eindeloze wegen reden we naar Kanab waar we een koffie/souvenirstop hielden. Kanab is een klein dorpje of stadje waar ontzettend veel films en series zijn opgenomen. De weg weer op naar onze volgende stop, een supermarkt om de lunch in te slaan. Weer reden we langs eindeloze wegen met hier en daar prachtig uitspringende rotsformaties. Sommige waren rood, andere zwart en grijs. De moppen steen leken vaak op gestilde lavaformaties.
We stopten nog bij Lake Powell en de Glen Canyon Dam. De dam was groot maar haalt het niet bij de Hooverdam. Men wilde indertijd de waterverzorging stabiel houden en elektriciteit opwekken. Het meer bestond al toen ze de dam wilden bouwen. Net al bij de Hooverdam werd het water via tunnels omgeleid. Toen konden ze pas aan de dam beginnen.
Het was een lange rit en onderweg zagen we in het onherbergzame gebied camperplaatsen met heel grote campers en trailers. Je zag veel grote campers met als aanhanger een auto. Verder waren er heel veel indianennederzettingen. Dat die mensen daar in dat onherbergzame gebied willen wonen! Op gegeven moment reed er zelfs een cowboy voorbij maar we waren te laat voor de camera. Na vele uren rijden hadden we ineens uitzicht op Grand Canyon. Inderdaad zijn de kleuren minder uitbundig dan die van Bryce Canyon maar Grand Canyon is vooral indrukwekkend om zijn grootte. Grand Canyon ontstond 6miljoen jaar geleden toen de rotsplaten werden opgelicht. Bij het uitzichtpunt werd er natuurlijk weer gefilmd en gefotografeerd; de beelden spreken voor zich. Geweldig om daar te staan en een van de zeven wereldwonderen te aanschouwen. Er vliegen zelfs condors rond.
Maar nu op naar de helikopters. De helikoptervlucht was echt een hoogtepunt. Je zag een groot deel van de Canyon, dooraderd met droge en natte rivierbeddingen. De zon scheen neer op de rotsen waardoor de rode kleur goed tot zijn recht kwam.
Na dit meegemaakt te hebben togen we hotelwaarts, de Quality Inn, Flagstaff, Arizona. Onderweg zagen we heel veel herten in de bermen.
Verenigde Staten 4 Vandaag vertrekken we uit Flagstaff richting Los Angeles. In het verleden werd het verkeer steeds sneller en een luitenant kreeg de opdracht van de regering om de route van oost naar west te verkennen. Ze wilden ze op een stopplaats de vlag hijsen. Ze hadden echter geen vlaggenmast dus werd een boom van zijn takken ontdaan en werd daar de vlag in gehesen. Vandaar de naam Flagstaff. Dit werd Route 66. Deze was 3943 km lang en liep van Chicago naar Santa Monica. Later werd de Interstate 40 aangelegd en werd in 1985 Route 66 opgeheven. Het grootste deel bestaat inmiddels niet meer maar iemand besloot Route 66 niet in de vergetelheid te laten geraken en maakte er
een toeristische attractie van. Dat is goed gelukt en is het heden ten dage nog. Er zijn nog wel bestaande delen waar je over kan rijden maar hele stukken zijn al weg. In Seligman waar de man die de toeristische attractie begon een kapperswinkel had, is nog steeds een bloeiende toeristische industrie. Allerlei dingen uit het verleden staan daar ook tentoongesteld, ook de kappersstoel.
Het is ook een pleisterplaats voor bikers die in groepen komen aanrijden en daar even een stop maken. Het kenmerkende gepruttel van de Harley Davidson hoor je overal boven uit. Je ziet er motoren in prachtige kleuren en vormen maar ook sommige motorrijders zien er apart uit. Nu weer verder richting LA over de eerder genoemde Interstate 40 dwars door de Mojave woestijn. Het is een lange eentonige rit met tussen de Joshuaboompjes af en toe een wervelwind (te ver om te fotograferen) en af en toe een lange treincombinatie in de verte. Bij een stop bij Walmart om de lunch in te slaan zag een van de medereizigers iemand een grote baal in de boodschappenkar doen. Hij dacht dat het hondenvoer was maar het was Nibbit. Geen zakjes maar gewoon een grote baal. Alles moet hier in het groot.
Onderweg stopten we bij het spookstadje Caligo. De naam van deze vroegere mijnstad staat op de berg geschreven als je komt aanrijden. Ik draaide me ineens om naar mijn buurvrouw achter me, keek verschrikt en zei: “Wow, ik schrik me dood, ik wist niet dat we in een spookbus zaten”. Iedereen lachen maar zij niet. Ik denk dat ze het niet snapte. Een aantal dingen was nog authentiek, dat was wel leuk. Je ziet er natuurlijk de standaarddingen die in zo’n soort gelegenheid ziet en je doet ook de standaarddingen. Maar het is wel echt een verlaten mijnstad en dat maakt het wel leuk.
Na een lange rit reden we rond een uur of zeven ’s avonds LA binnen met een prachtige zonsondergang voor ons. De lift naar de 14e verdieping ging sneller dan ik thuis de trap op loop naar de 1e verdieping. Vanuit ons hotelraam hadden we prachtig uitzicht op de skyline van LA bij nacht. Rechts op de foto zie je een toren met een verlichte gebogen contouren. Het penthouse is het eigendom van Leonardo di Caprio, een schril contrast met onze niet al te grote hotelkamer. Morgen om 7 uur weer op om Los Angeles onveilig te maken. Wat we gaan bekijken, hebben we al eens gezien maar het zal best wel leuk zijn om het feest der herkenning mee te maken.
Vandaag hebben we dan de stadstour gemaakt. Eerst reden we naar het Dorothy Chandler Pavilion, een muziekcentrum dat met donaties gebouwd is en een paar honderd miljoen dollar heeft gekost. Het schijnt een bijzonder gebouw te zijn maar de omgeving is mooier. Daarna reden we naar het oudste deel van Los Angeles. Daarvoor was een park met in het midden een rond prieel waar vaak optredens plaatsvinden. Toen de Mexicaans aandoende markt op om het oudste huis van Los Angeles te fotograferen. Californië was oorspronkelijk van Mexico. In de 19e eeuw wilde Amerika het kopen maar Mexico weigerde. Er volgde een oorlog van twee jaar die door de Amerikanen gewonnen werd en Californië was ingelijfd. Mexico kreeg nog wel een financiële tegemoetkoming.
Na even over de markt gewandeld te hebben togen we naar Hollywood met zijn kleurrijke figuren, de “Walk of Fame” met de sterren en de naam de ster. Na een foto gemaakt te hebben met Shrek erbij liepen we even over de plek waar vele sterren hand‐ en voetafdrukken gemaakt hebben in het beton. Vervolgens togen we naar het punt waar je heel goed “The Hollywoodsign” kon fotograferen. In het verleden is dat daar door makelaars geplaatst om de grond te verkopen. Inmiddels is het al een aantal keren vernieuwd en is het een toeristische attractie. Na de groep van bovenaf gefotografeerd te hebben togen we naar de kerk waar de film Sister Act met Whoopie Goldberg is opgenomen. We gingen ook nog even naar binnen. Er was een soort van dienst bezig en ze waren aan het zingen. Ze bleven zingen maar we moesten de kerk uit om op tijd terug te zijn bij de bus.
Nog even een beker koffie gehaald bij Starbucks en weer naar de bus waarmee we naar de Farmer’s Market reden. Deze wordt altijd druk bezocht. Er rijdt nog een leuk toeristisch trammetje rond. Daarnaast zijn er winkels maar als je de overdekte markt in loopt, zie je alleen maar voedsel winkeltjes waar je kunt eten. Het was er erg druk omdat het vaak net zo duur of goedkoper is om buiten de deur te eten als het kopen van je voedsel in de supermarkt. Na de lunch vertrokken weer. We reden door Beverly Hills en over de dure Sunset Boulevard naar Santa Monica. Dat is een duur gedeelte van LA met winkels van de dure merken als Prada, Louis Vuitton en noem maar op. In Santa Monica aangekomen liepen we naar de pier. Je zag hier ook veel bedelaars en veteranen. Ik zie in Amerika meer bedelaars en zwervers dan in de derdewereld landen waar we geweest zijn. Ook veel veteranen bedelen om nog enigszins een bestaan te hebben. Je weet alleen nooit of het echt is. Het blijft echter raar dat de VS niet zorgen voor soldaten die voor hun land gevochten hebben en daar invalide uit terugkomen. Ze worden gewoon in de steek gelaten. Ze hebben hier op het strand kruisen neergezet voor de gesneuvelden, maar als ze voor elke gesneuvelde soldaat een kruis zouden moeten neerzetten, was het strand niet groot genoeg. We zijn nog even de pier op geweest wat we de vorige keer dat we hier waren niet hadden gedaan. De tijd ging snel voorbij. Je ziet hier nog The big blue bus die je voor een dollar door heel Los Angeles brengt. De vorige keer dat
we hier waren gingen voor 60 dollarcent vna het vliegveld naar Santa Monica en dat is een heel eind. Iemand vroeg nog hoe ze kon weten welke bus dat was. Wel , hij is groot, blauw en het is een bus en aan de zijkant staat Big Blue Bus. Maar nu op naar de wijk Venice waar Julia Roberts woont. Onderweg zagen we nog wat aparte architectuur. We maakten een wandeling op de boulevard van Venice Beach met al zijn fleurige winkeltjes en kramen en waar je behalve de bedelaars ook artiesten, schilders, tekenaars en allerlei andere soorten van “kunst” ziet. Je ziet ze daar ook sporten, body builden, basketballen, skaten, etc. Het is toch allemaal apart volk wat daar woont. Een uurtje daar rondbrengen is meer dan genoeg en we gingen terug naar het hotel. Nog even in de lobby piano gespeeld en gezongen en toen met de lift naar boven. Die lift is sneller op de 14e verdieping dan ik thuis één trap naar boven loop. Het valt op dat er geen 13e verdieping is; de Amerikanen zijn erg bijgelovig. Het verdiepingen systeem werkt anders dan bij ons, eigenlijk zelfs logischer. De begane grond is de eerste verdieping en eenhoog is de 2e verdieping. Wij zaten op de 14e verdieping, wat dus eigenlijk de 13e verdieping is die ze niet hebben maar wij zouden dat de 12e verdieping noemen opdat wij begane grond hebben. Even opfrissen en snel naar beneden naar de bus die op ons wachtte om een stukje Citywalk te doen bij de Universal Studio’s. Niet iedereen was mee, jammer, maar de meesten wel. We gingen daar naar een restaurant waar we zoveel te eten kregen dat wij beiden het niet op kregen en het grootste gedeelte moesten
laten staan. Na deze gezellige eetpartij bracht onze chauffeur, Ken, ons nog even naar het observatorium waar we schitterend uitzicht hadden op een verlicht Los Angeles. Het was een adembenemend gezicht en zo enorm uitgebreid. Daarna bracht de bus ons weer naar het hotel waar ik nog even aan de vleugel plaatsnam (hij speelt heerlijk) en toen met de lift naar boven suisde. Morgen op half zeven weer op om richting Fresno en San Francisco te gaan.
Verenigde Staten 5 Vandaag weer vroeg op. De bus zou om 8 uur vertrekken maar van een van de gasten was de camera gestolen. De camera, ach, maar de vastgelegde indrukken zijn voor eeuwig verdwenen. We vertrokken dus wat later. We gaan naar Fresno maar onderweg stoppen we wel even om tussen de sequoia’s rond te lopen. Ik ben benieuwd of hier ook de boom is waarin ze een tunnel gemaakt hebben waar de auto’s door kunnen rijden. Zo groot zijn die bomen namelijk. Het zijn de grootste bomen ter wereld. Dee interstate slingert zich door bergachtig gebied met huisjes tegen de berghellingen aan geplakt. Even later zag je weer dat we in Amerika zijn toen we een verkeersbord zagen met de aanduiding “Smokey Bear 1 mile”. Het is trouwens wat drukker op de weg dan we tot nu toe meemaakten op de interstates. De bergen weken en aan mijn rechterhand zag je uitgestrekte olijfboomgaarden. De bergen weken verder en eindeloze landerijen strekten zich uit met graan, mais en druiven. Een gebied met olie in de grond trok aan ons oog voorbij te zien aan de jaknikkers die daar onverstoord hun werk deden. Natuurkijk was ik net te laat met het pakken van de camera. Af en toe zag je stukken land die blijkbaar te klein waren om te bebouwen en daarom waren uitgegraven om als waterreservoirs te gebruiken. Om een uur of half elf stopten we in Bakersfield om bij een supermarkt de lunch in te slaan die we in de bus zouden nuttigen. In de supermarkt was een Starbucks waar ik een heerlijk latte macchiato caramel bestelde waarmee ik genietend in de winkel rondliep om inkopen te doen. Daarna weer de interstate op naar onze sequoia stop. Langs de weg verschenen nu ook de sinaasappel boomgaarden. Inmiddels was er steeds minder verkeer op de weg en reden we weer heuvelachtig gebied binnen met veel begroeiing. De bomen stonden daar wel redelijk ver uit elkaar. Langzamerhand verruilden de heuvels zich voor bergen met op de hellingen ruige begroeiing. Traag kronkelde de bus over de wegen en passeerde hier en daar een lodge of een roadhouse. Als je naast je uit het raam keek, ging het steil en heel diep naar beneden. We rijden Kings Canyon binnen, heel Lang geleden ontdekt door John Muir die gefascineerd raakte door de ruige natuur, de vallei, uitgeslepen en bewerkt door water en wind en de gletsjers die uiteindelijk uitlopen in uitbundige watervallen.
We rijden Sequoia Canyon binnen waar deze woudreuzen uitbundig groeien. De hoogste boom is meer dan 80 meter hoog. De boom die wij nu gaan bezoeken is ook meer dan 80 meter hoog én de breedste boom. De omvang is 13 meter. Even later liepen we door een tunnel die was uitgehouwen in een omgevallen sequoiaboom. Als klein kind al wist ik dat deze mammoetbomen bestonden en ik had er ook foto’s van gezien, ook die boom waarin een autotunnel was gemaakt. Ik had echter nooit gedacht ze in levende lijve te aanschouwen. Wat een enorme bomen. Je bent nietig als je ervoor staat en als je ervoor poseert en je wilt dan een foto nemen met de hele boom erop, herken je niet eens dat daar een mens staat, zo klein ben je dan. Het was een prachtige boswandeling, ik had daar wel uren kunnen lopen. Het eekhoorntje dat we zagen, liet zich jammer genoeg niet meer zien. De bus zagen we wel en we stapten in om het laatste stuk naar Fresno te rijden. Onderweg stopten we nog voor een fotoshoot van het landschap en niet veel later passeerden we de afslag Sacramento en even daarna sloegen we af bij Fresno. Om een uur of zes stopten we bij ons hotel de Quality Inn. Het was 35 graden. Om zeven uur gaan we een lekkere steak verorberen in het restaurant naast het hotel. Morgen weer om zes uur op. In het restaurant zaten we gezellig met een groepje te dineren. Voor ons was het veel te veel. Zoals overal in de VS werden we heel vrolijk bediend; daar kunnen ze in Nederland nog een puntje aan zuigen. Na afloop zaten we met een grote groep gezellig te babbelen rond het zwembad op de binnenplaats van het hotel. Even voor zessen stonden we alweer naast ons bed. De temperatuur in onze kamer bedroeg 28,9⁰ Celsius. We brengen vandaag een bezoek aan Yosemite.
We zijn nu in Yosemite Parc. Het is een prachtige omgeving uitgeslepen door gletsjers en waterstroompjes. Tien miljoen jaar geleden droogde de laatste gletsjer op en liet het Yosemite meer achter. In 1850 kwamen hier de eerste Europeanen die prompt ruzie kregen met de hier wonende indianen. Uiteindelijk heeft de regering troepen gestuurd om de orde te herstellen. Op gegeven moment werd de schoonheid van de omgeving écht gezien en later werd het een “national parc”. Hier in Yosemite lopen nog veel beren rond, een paar honderd. Als je hier kampeert, moet je geen voedsel bij je in de tent houden en ook niet in de auto. Als je het in de auto laat, heb je kans dat je deur er de volgende dag uit ligt. Het beste kun je je voedsel in een metalen container doen en die dan in een boom hijsen. Je ziet hier de hele groep op de foto met een prachtige achtergrond . Voor onze lunch maakten we nog even een fotostop bij de beroemde rots El Capitan (foto hieronder), genoemd naar een van de beroemde ontdekkingsreizigers. Hij wordt veel beklommen. Deze rots steekt zo’n 1100 m de lucht in en is zelfs zo stevig dat de gletsjers indertijd niet in staat waren dit brok te bedwingen. Daarom torent hij nu nog steeds majestueus de lucht in. Er zijn onlangs nog mensen om het leven gekomen die hier in de lodge logeerden. Zij waren in aanraking gekomen met dierlijke uitwerpselen. Gelukkig komen wij alleen maar alle mooie dingen bewonderen. De kans dat we een beer tegenkomen is helaas heel klein. Ik wil er wel een nadoen maar daar trapt niemand in. Hoewel! Ook hier zou ik uren kunnen wandelen, zo mooi is het. Tijdens de lunch zaten we op een bankje en voerden een kraai die zat te klepperen als een ooievaar. Hij verzamelde al het brood en ging het begraven onder wat bladeren en takjes. Nog nooit eerder gezien. Er liepen ontzettend veel eekhoorntjes rond die je gewoon uit de hand kon voeren. Ik gaf een Japans meisje wat brood voor de diertjes en deed haar en wat anderen voor hoe je ze kon voeren. Toen ik wegging, kwamen ze achter me aan en gaven mij een blikje cola, een brownie en een zakje chips als dank. Er liepen wel meer bijzondere dieren rond zoals deze grote specht, de Stellar’s Jay.
Toen we uitgegeten waren, gingen we een wandeling maken en stuitten op deze man. Hij zat te oefenen op een steel guitar en bracht ons ook wat ten gehore. Hij vertelde dat hij het nog aan het leren was en dat hij zowel op gehoor als van muziek probeerde te spelen. Hij probeerde fiddlermuziek na te spelen. Een fiddle is Amerikaans voor viool, maar het is wel een apart soort muziek wat daarmee bedoeld wordt. Hij vond het geweldig ons ontmoet te hebben en vertelde dat hij de Nederlanders erg open vond. Zijn moeder kwam uit Friesland. Hij vond het erg leuk dat hij dit kon vertellen en wij vonden het leuk dit allemaal te horen en te zien. We moesten iedereen de groeten doen, dus bij deze. Langs prachtige begroeide berghellingen reden we Yosemite Parc weer uit richting Fruitbarn, een schuur waar je allerlei soorten fruit kunt kopen. Het zag er daar leuk uit met papegaaien en ara’s. Vijf nationale parken hebben we aangedaan maar nu rijden we door meer gecultiveerde gebieden, landerijen zover als het oog reikt, boomgaarden afgewisseld met druiven en olijfbomen. Op een hoek waar we moesten wachten was een typisch Amerikaans winkeltje met daarnaast een paar afgedankte locomotieven. Mijn aandacht werd nog even gevangen door een paar grappige brievenbussen. Ken, onze chauffeur heeft er flink de sokken in gezet. We naderen SF, het mooie San Francisco met zijn beroemde Golden Gate Bridge, de stad waar de Flower Power begon. Denk maar eens aan de zin uit het beroemde lied uit die tijd. “When you’re going to San Francisco, be sure to wear some flowers in Your hair”.
We hebben een upgrade gekregen naar het Hiltonhotel inclusief ontbijt. Eindelijk krijgen we wat ons toekomt. Vanavond gaan we met het beroemde trammetje en daarna naar de Amerikaanse Chinees om te gaan eten. Ik ben benieuwd. Maar eerst nog even een pitstop bij The Fruitbarn. Het was al donker toen de bus voor stond. We reden San Francisco in om met de beroemde cable car te gaan. Degene die de cable car bedacht, had gezien dat een paard voor de tram viel en dat de tram toen van de heuvel afreed, het liggende paard met zich mee trekkend. Dat vond hij zo’n afschuwelijk gezicht dat hij bedacht dat het anders moest. De kabel waaraan de tram getrokken wordt is in een geul in de grond gelegd. Het was leuk om mee te rijden. De volgend dag hebben we nog bij daglicht een foto genomen. De Chinatown walk was niets bijzonders, dat zou je overdag moeten doen. Daarna hebben we gezellig zitten chinezen waarbij de gerechten op een draaitableau stonden. Als je dan wilde opscheppen, draaide je het betreffende gerecht naar je toe. De dag daarna waren we alweer vroeg uit de veren om een citytour te maken. Die was geweldig. naam van de stad stond al in de verte op de berg geschreven. Toen reden we het heuvelachtige San Francisco in. Er was veel verkeer met auto’s en fietsen, heel veel fietsen ondanks de heuvels. Het stadsbeeld toonde veel architectonische verschillen. Veel mensen bouwden huizen zoals ze dat in hun land deden. De tijdgeest deed natuurlijk ook mee. Zo zag je typisch Scandinavische huizen maar ook huizen in art deco stijl.
The painted sisters Beroemd zijn ook de gerestaureerde in victoriaanse stijl opgetrokken huizen “The painted sisters”. Het was een genot om te zien hoe de stijlen zich afwisselden, van strak en recht tot gevels met afgeronde hoeken, uitbouwen en torentjes. In één straat kon je vele verschillende soorten architectuur bewonderen. Geweldig! De koepel van het stadhuis is zelfs nog iets groter dan die van het Capitool. Stadhuis Helaas zag je toch ook weer de nodige zwervers die deel uitmaakten van het straatbeeld.
We reden Twin Peaks binnen dat voor een deel twee van de drie dagen in de mist ligt. Wij hadden geluk, het was een stralende dag en we konden vanaf een prachtig uitzicht punt “The Golden Gate Bridge” en het voormalige gevangeniseiland Alcatraz (rechts onderaan) bewonderen. Het is een lange hangbrug en zo hoog dat de grootste oceaanreuzen klein lijken als ze er onderdoor varen. Hij kan 9 meter naar iedere zijkant uitslaan en winden van meer dan 160 km/u weerstaan.
Op bijgaande foto kun je zien hoe dik de kabels zijn waaraan de brug is opgehangen. De kabel is samengesteld uit vele dunnere kabels. De brug wordt voortdurend geschilderd, als ze aan de aan de andere kant zijn, beginnen ze meteen weer opnieuw zoveel werk is het. De naam Golden Gate Bridge stamt uit het midden van de 19e eeuw toen er goud ontdekt was aan de andere kant van de baai. Het was dus de brug naar het goud.
We vervolgden onze weg naar Fisherman’s Wharf waar we zouden blijven tot half acht ’s avonds als de bus ons weer kwam ophalen. Het was een bont gebeuren op de pier met zijn vele winkeltjes, eettentjes en straatmuzikanten. Op Fisherman’s Wharf stapten we op een grote rondvaartboot en voeren daarmee onder de brug door en om Alcatraz heen. En wat hadden we een geluk, we hadden alles in de zon gezien maar nu kwam er vrij snel mist opzetten die Twin Peaks en de brug in nevelen hulde. Na terugkomst pakten we het F‐trammetje en reden ermee naar Union Square om bij het warenhuis Macey’s te gaan kijken. Daar was niets van onze gading en we besloten terug te gaan naar de Wharf om daar winkeltjes te kijken en wat te eten. Tussendoor fotografeerden we nog snel de cable car bij dag. Van eten kwam niets meer want de bus stond alweer klaar die ons terug bracht naar ons Hilton hotel. De vakantie is al weer bijna afgelopen. Morgen kunnen we uitslapen. Om kwart voor tien komt Ken, onze chauffeur, ons ophalen. Natasja, onze voortreffelijke reisleidster, en hij brengen ons dan naar het vliegveld. We vliegen door de nacht naar huis. Gelukkig vliegen we premium comfort met heel veel beenruimte opdat je je benen kwijt kunt en kan proberen te slapen. Het oude wilde westen, een gebied met wonderen en veel tegenstellingen. Het is een gebied dat zeker de moeite waar is om te bezoeken. Rijkdom en armoede wisselen elkaar af. Dat geldt ook voor de natuur; mager begroeide woestijngebieden, gecultiveerde gebieden en gebieden met rijke, wilde begroeiing. Je ziet magere mensen en heel veel dikke mensen. Het voedsel dat je in een restaurant bestelt of in een supermarkt koopt, gaat heel vaak in grote porties, het lijken soms balen diervoeder. We hebben genoten en zullen zeker nog een keer terug komen. Maar nu weer naar huis waar ons 15 graden en regen wacht. Dat zal niet meevallen na deze warmte waar we nu aan gewend zijn. Inmiddels hangen we alweer vijf uur in de lucht. Eerst maar even proberen te slapen. Holland, here we come!