Notulen Ronde tafelconferentie Project 1012
Datum Plaats Aanwezig
Verslag
9 december 2013 Beurs van Berlage, Damrak 243, 1012 ZJ Amsterdam Ruben Maes, voorzitter Jeanine van Pinxteren, stadsdeelvoorzitter stadsdeel Centrum Boudewijn Oranje, dagelijks bestuur stadsdeel Centrum Roeland Rengelink, dagelijks bestuur stadsdeel Centrum Pierre van Rossum, projectdirecteur Coalitieproject 1012 Tracy Metz, journalist en auteur urban issues 165 deelnemers (bewoners, ondernemers, raadsleden, straatmanagers, ambtenaren) Eberhard van der Laan, burgemeester (deel van de avond) Cunera Frisart
1. Opening Ruben Maes opent de bijeenkomst en heet alle aanwezigen welkom. Een snelle inventarisatie leert, dat de zaal gevuld is met bewoners (circa 35%), ondernemers (± 30%), raadsleden (± 10%), werkers voor Project 1012 (± 20%) en anderszins belangstellenden. Een van de deelnemers is bereid om gedurende de bijeenkomst Twitter te volgen (#project 1012). Dhr. Maes biedt de mogelijkheid om op voorhand nijpende vragen of hoogzittende kwesties te delen, opdat iedereen de aandacht daarna volledig op het programma kan richten. Een aantal aanwezigen maakt van deze gelegenheid gebruik: - verschillende bewoners vinden de (binnen)stad de afgelopen jaren veel netter geworden; - desondanks zijn er ook locaties waar soms dagenlang veel vuilnis blijft liggen; - een bewoner van de Oudezijds Achterburgwal is blij met de aanwezigheid van zwanen in de gracht en verzoekt voorzieningen aan te brengen (bijvoorbeeld planken) waar de zwanen het water uit kunnen komen; - een bewoner van Keizerrijk is erg ontstemd over de sloopplannen voor de Tabakspanden ten behoeve van (dure) koopappartementen; - een bewoner is niet gecharmeerd van de wijze waarop het stadsdeel de gewenste verandering van het 1012-gebied denkt te bereiken, waaronder het sluiten van de coffeeshops. Zij adviseert het stadsdeel veel meer samen te werken met de huidige ondernemers en bewoners. 2. Inleiding Dhr. Maes nodigt Jeanine van Pinxteren en Boudewijn Oranje uit om naar voren te komen. Na eerdere grote bijeenkomsten in Hotel Krasnapolsky en in Industria had onder andere de gemeenteraad behoefte aan opnieuw een grote bijeenkomst over Project 1012. Het projectteam heeft veelvuldig met de buurten van het 1012-gebied gesproken in kleinere gezelschappen en na 6 jaar is het goed om weer eens met ‘alles en iedereen’ aan tafel te zitten om de balans op te maken. Project 1012 is aan het veranderen: waar de nadruk lange tijd lag op de aanpak van criminaliteit en de economische transformatie, is daarbij gekomen het bevorderen van de daarmee samenhangende leefbaarheid.
Tijdens deze Ronde tafelconferentie wordt zoals gezegd de balans opgemaakt en geïnventariseerd waar volgens de aanwezigen vanaf nu de aandacht naar dient uit te gaan. De stadsdeelbestuurders zijn geïnteresseerd in alle ideeën die leven, ook als deze tegenstrijdig zijn, en zowel grote lijnen als details, aangezien details symbool kunnen staan voor grotere zaken. Het is aan het dagelijks bestuur om een en ander te vertalen in maatregelen. Gehoopt wordt op heldere uitkomsten, zodat daar vervolgens ook echt iets aan gedaan kan worden. Ervan uitgaande, dat het projectteam haar werk goed doet, komen vanavond geen zaken boven water die extreem groot of compleet nieuw zijn, maar is het een kwestie van bijsturen, de nadruk verleggen en benoemen van wat nu nog de aandacht vraagt. Twitter: ‘fijn dat er zoveel mensen aanwezig zijn’, ‘veel zin in’, ‘een enthousiast raadslid’, ……
3. Zes jaar 1012 Projectdirecteur Pierre van Rossum blikt terug op zes jaar Project 1012, wat is bereikt en wat nog niet en wat te doen in de (nabije) toekomst. Aanleiding en ambities In 1997 wordt het Wallenproject opgericht om de verloedering van en de criminaliteit op de Wallen aan te pakken. Het Van Traa-team concludeert in haar rapport ‘Grenzen aan de handhaving’ (2007), dat het postcodegebied 1012 een dermate criminele infrastructuur heeft, dat een en ander niet meer te handhaven is. Er dienen zich ook kansen aan door ontwikkelingen als de Noord/Zuidlijn inclusief Rode Loper (herinrichting openbare ruimte) en IJ-oevers en (toen nog) ruime investeringsbereidheid bij private partijen en corporaties. Met het vaststellen van de Wet Bibob (2002) krijgt de gemeente een instrument in handen om aanvragers van vergunningen nader te onderzoeken en zo te voorkomen, dat vergunningen worden verleend aan criminele organisaties. Ondanks alle inspanningen hield de criminele infrastructuur in het Wallengebied stand. Er was sprake van een verstoorde functiebalans, een monocultuur van criminogene, economisch laagwaardige en/of overlastgevende functies. De titel ‘criminogene functie’ wil overigens niet zeggen, dat de betreffende onderneming niet zou deugen; wel is gebleken dat waar veel van deze zogeheten criminogene functies zijn geconcentreerd een te hoge druk op het woon- en leefklimaat ontstaat en vaker sprake is van criminaliteit. Besloten wordt daarom tot het terugdringen van deze criminogene functies in het Wallengebied. Uit het politierapport Schone schijn blijkt, dat sprake is van mensenhandel in de vergunde prostitutiesector. Dit blijkt niet alleen in Amsterdam de tendens, maar ook in steden als Utrecht, Den Haag en Alkmaar. De aanpak hiervan stuit op weerstand, de gemeente zou het Wallengebied ‘vertrutten’. In 2009 wordt door de raden van stadsdeel Centrum en de Centrale Stad de Strategienota Coalitieproject 1012 Hart van Amsterdam vastgesteld, het beleidskader voor Project 1012. De ambitie is het: - doorbreken van de criminele infrastructuur door het verminderen van de omvang en de concentratie van criminogene en laagwaardige functies; - realiseren van kwalitatief hoogwaardig entreegebied ter versterking van de economie. Aanpak De aanpak betreft: - de openbare ruimte; - 10 sleutelprojecten; - straatgerichte aanpak van 6 clusters en een groep ‘overige straten’. De transformatie van het Wallengebied (aantrekken wenselijke functies en terugdringen aantal raambordelen, coffeeshops en overige criminogene functies) vindt plaats door samenwerken en waar dit niet lukt worden de gewenste veranderingen afgedwongen. Voor het totale transformatieproces is een periode van ongeveer 10 jaar nodig. Om het gewenste toekomstbeeld te bereiken, is een integrale aanpak noodzakelijk op vier gebieden: ruimtelijk, bestuurlijk, strafrechtelijk fiscaal en zorg. Ruimtelijke aanpak: - bestemmingsplan herbestemmen raambordelen; - vestiging voorkeursrecht; - bestemmingsplan 1012; 2
-
straatvisies en straatteams; stimuleringregeling straatgerichte aanpak; aankopen vastgoed, o.a. door de NV Stadsgoed, de NV Zeedijk, De Key, Ymere en Stadsherstel (inclusief brancheren en beheer). Bestuurlijke aanpak: - vergunningverlening - Bibob; - toezicht en handhaving; - nieuwe verordening prostitutie; - programma prostitutie; - beleid coffeeshops; - stappenplan horeca. Strafrechtelijke/fiscale aanpak: - Emergo (2007-2011, samenwerking tussen gemeente, politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, ministerie van Veiligheid en Justitie, WOCD en Belastingdienst om georganiseerde misdaad op de Wallen in kaart te brengen en aan te pakken); - RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum). Zorgaanpak: - Prostitutie & Gezondheidscentrum 292; - opvang slachtoffers mensenhandel; - huiskamer prostituees Wallen. Resultaten en aandachtspunten Toen/nu-foto’s tonen de ruimtelijk-economische transformatie tot nu toe. 1 Juli 2013 is gestart met de transformatie van 26 coffeeshops. Diverse coffeeshops, gokautomatenhallen, horecalocaties en 109 raambordelen zijn gesloten. Het 1012-gebied ligt onder een vergrootglas. Al met al heeft dit geleid tot een investering van circa € 800 miljoen door private partijen in met name sleutelprojecten en de straatgerichte aanpak. Echter, de noodzaak om verder te gaan wordt nog steeds gevoeld, want realiteit is ook, dat ondanks de aanpak nog niet alles goed gaat. Het aantal massagesalons, minsupermarkten en illegale hotels is toegenomen. Een aantal speciaalzaken is verdwenen (Geels&Co, De Schroef) en nieuwe ondernemingen redden het niet altijd (Options, Meatballs, Partypills). Corporaties beleven zware tijden en De Key, Ymere en Stadgenoot kunnen dus minder investeren dan waartoe zij aanvankelijk bereid waren. Niet op alle vastgoedtransacties heeft Project 1012 grip (seksbioscoop Venus). De aanduiding criminogeen stigmatiseert en blokkeert. Cohesie en draagvlak onder ondernemers is te zwak. Er is te weinig ruimte voor ondernemerschap. Overlast door toenemend toerisme, toezicht op straat en kwaliteit van handhaving baren zorgen. De prostitutiebranche is nog niet genormaliseerd. Het vervolg Om de verwachtingen reëel te houden is framing van belang: Project 1012 is de ruimtelijke-economische transformatie van het 1012-gebied. Het kantelpunt tussen de oude situatie en de wenselijke situatie is in zicht. Het project zal in de komende bestuursperiode worden voortgezet. In ruimtelijk opzicht dienen zich kansen aan in de vorm van gebouwen, die leeg komen (o.a. P.C. Hoofthuis in de Spuistraat en de Universiteitsbibliotheek op het Koningsplein). De aanpak voor het vervolg betreft: - versterken vastgoedontwikkeling, branchering en beheer (onder andere 1012Inc); - ruimte bieden voor (bonafide!) particuliere investeerders en ondernemers; - maximale facilitering van nieuwe initiatieven; - meer verbinding leggen door partnership als leidraad te nemen; - als gemeente een grotere diversiteit in interventiestijlen toepassen; - investeerdersplatform 1012 creëren, dat meedenkt en adviseert, waardoor ook draagvlak vergroot; - aandacht voor het effect van groeiend toerisme op het leefklimaat van bewoners ten behoeve van de juiste balans; - aandacht voor beheer, toezicht en handhaving; - oogsten in de andere pijlers (RIEC, PP); - effecten integraal monitoren: economisch-ruimtelijk, sociale cohesie, aanpak misstanden. Van bepalende overheid naar participatiemaatschappij Bij de start van Project 1012 vereiste de situatie in het 1012-gebied een zeer actieve houding van de overheid. Nu, 6 jaar later, hebben we te maken met de zogeheten participatiemaatschappij waar de overheid zich meer terugtrekt. Voor Project 1012 betekent dit alert en actief blijven, een zachtere toon en nog meer samenwerken met alle direct betrokkenen (bewoners en ondernemers). 3
Naast aansluiten bij het goede dat het gebied te bieden heeft (ook wat betreft de ondernemers), vragen de gewenste veranderingen om een nieuw type ondernemers, opdat ook nieuw publiek wordt aangetrokken. Het gaat steeds weer om de balans, die soms moeilijk te vinden is, maar waar wel altijd naar gezocht wordt. Projectleiders en -medewerkers zoeken daarom steeds naar de verbinding door met alle ondernemers in gesprek te blijven, ook met hen die een andere mening hebben over de problemen/oplossingen. Er moeten echter ook keuzes gemaakt worden, waar niet altijd iedereen blij van wordt. Project 1012 is een politiek en maatschappelijk kwetsbaar project en daarmee een risicovol project. Desondanks vinden bestuurders en raadsleden het belangrijk om het project voort te zetten. Twitter: ‘uitstekende bijeenkomst’, ‘hoewel groeiend toerisme leidt tot overlast worden wel 1.000 extra hotelkamers gerealiseerd’, ……
5. Ondernemers en bewoners aan het woord Dhr. Maes gaat kort in gesprek met Afaina de Jong (architect, sinds 2012 Ultra de la Rue Creative Space, Oudekerksplein 30), Gerrit van de Veen (sinds 1972 bewoner Oudezijds Voorburgwal) en Theodoor van Boven (sinds 1979 bewoner en sinds 1987 eigenaar Condomerie, Warmoesstraat 141). Dhr. Van Boven vindt het jammer, dat projecten zo ontzettend veel tijd in beslag nemen. Het is nu tijd om haast te maken met start en uitvoering van het vervolg. Wat hem betreft is het punt aan de horizon de totstandkoming van 1012 Inc. Aangezien voor de totale transformatie meer financiële middelen nodig zijn dan gemeente en corporaties kunnen bieden, is het van groot belang dat 1012 Inc is opgezet vóór de verkiezingen. Mw. De Jong stelt vast, dat veel leuke kleine organisaties in het 1012-gebied worden voorbijgelopen door bezoekers, die met een specifieke agenda de buurt bezoeken en niet weten, dat de buurt inmiddels veel meer te bieden heeft dan ‘sex en drugs’. Sommige ondernemers redden het daardoor niet en dat is jammer. Waar het volgens mw. De Jong aan ontbreekt, is bundelen en vervolgens marketen van alle leuke alternatieve locaties in het 1012-gebied. Zij is samen met anderen een app voor het 1012-gebied begonnen die inmiddels al tientallen locaties bevat. Dhr. Maes vraagt of de combinatie bewoners - ondernemers in het 1012-gebied wellicht wringt. Dhr. Van Boven, zelf bewoner en ondernemer, vindt van niet. Hij zou liever spreken van Project Stadshart dan van Project 1012. Het gebied is een gewoon gebied geworden met locaties, die goed zijn zoals ze nu zijn (Oudekerksplein). Dhr. Van Boven adviseert om liever de inkoop van coffeeshops goed te regelen dan deze te vervangen door ‘natte’ horeca en waarschuwt, dat sluiten van raambordelen met als gevolg druk op de overgebleven ramen ook negatieve gevolgen heeft zoals onveilige seks. Dhr. Van Boven heeft een afkeer van gedwongen gentrification (proces, waarbij gebieden met een relatief lage status opgewaardeerd worden voor en door mensen met een hoger inkomen). Hier: kunst moet leiden tot jong en hip publiek. Op de vraag wat in het 1012-gebied niet meer gedaan moet worden, antwoordt dhr. Van Boven: het terugtrekken van politie uit de buurt. Hij constateert, dat hier sprake van is en vindt dit een slechte zaak. Op de vraag wat vooral wel gedaan moet worden, komen de volgende adviezen: - mw. De Jong: zorg dat regelgeving het ondernemers niet zo moeilijk maakt om zichtbaar te zijn in de openbare ruimte; - dhr. Van de Veen: criminele verbanden zijn inmiddels helemaal uit de publiciteit verdwenen. Maak dit weer zichtbaar; - dhr. van Boven: start met exit strategie en begin in 2014 een nieuw project. Mw. De Jong heeft tot slot behoefte om het misverstand uit de weg te ruimen, dat nieuwe creatieve ondernemers zoals zijzelf kunnen starten, omdat zij gemeentesubsidie ontvangen. Zelf ontvangt zij géén subsidie van de gemeente. 6. Ter inspiratie Tracy Metz, bewoner 1016-gebied, is directeur van het John Adams Institute, journalist en auteur van urban issues. Hieronder volgt een samenvatting van de gedachten over het 1012-gebied, die mw. Metz deelt met de aanwezigen. In 2008, de beginfase van Project 1012, werd mw. Metz tijdens een buurtschouw verrast door een automatiek op het Oudekerksplein, waar je voor € 2,50 geen bamibal maar een rode ring uit kon halen. De automatiek was onderdeel van Red Light Design, een idee van sieraadontwerper Ted Noten, en de leus luidde: ‘Wees lief voor een meisje en geef haar een ring’. 4
Een voorbeeld van hoe creatievelingen worden ingezet als tovermiddel, of desnoods koevoet, om stedelijke problemen, zoals leegstand en vestigingsklimaat, op te lossen en in dit geval het karakter van de Wallen te veranderen. Een zware taak en misschien wel wat teveel gevraagd. Terwijl hier en daar een (nieuwe) ondernemer het niet redt, worden raambordeeleigenaren voor hoge sommen geld uitgekocht en vraagt de Amsterdammer zich af: ‘Wat hadden we met die € 70 miljoen allemaal kunnen doen?’ De gemeente zet in op verminderen van aantal raambordelen, bestrijden van vrouwenhandel (volgens mw. Metz vooral een zaak van Justitie en niet per se te maken met de ramen) en verbeteren van de leefbaarheid. Zij zet daartoe onder andere creatievelingen in, zodat de Wallen weer van de Amsterdammers worden in plaats van een monocultuur van recreatie waarbij het werk allemaal in dezelfde sector zit, een gebied voor mensen van buiten, met speciale wetgeving en één herkenbaar thema a la Disneyworld (bron: sociologe Sandra van Straaten). Mw. Metz was lang sceptisch over Project 1012 en vreesde dat de gemeente niet opgewassen zou blijken tegen het probleem van de onroerendgoedmaffia en de aanpak een louter cosmetische operatie zou worden, waar de bewoners weinig toe niets aan zouden hebben. Echter nu, 6 jaar later, is de kentering zichtbaar. Nieuwe bestrating geeft een geheel nieuwe allure (Oudekerksplein) en economisch klimaat en leefbaarheid verbeteren met behoud van het Amsterdamse karakter: een prettige functiemix waar onder andere galerie, horeca en kinderopvang zij aan zij floreren. Inmiddels kan mw. Metz zich heel goed voorstellen, dat de Wallen een plek kunnen worden, waar het voor veel verschillende mensen leuk is om te komen en waar ook de liefde nog steeds te koop is, in den vleze of in de vorm van een rood ringetje. PAUZE 7. Aan tafel Na de eetpauze, bespreken de aanwezigen onder leiding van een gesprekleider wat binnen Project 1012 goed is gegaan, wat nog niet goed gaat en formuleren zij één punt van aanpak dat volgens hen absoluut op de agenda moet blijven/komen. Hoe concreter hoe beter. De agendapunten van de 15 tafels luiden als volgt: 1. Concentratie aanbrengen per sleutelproject: concentratie van marketing aan de hand van de slogan Red is more, stakeholders, bestaande en nieuwe ondernemers, MKB en grote ondernemers; 2. Communicatie en marketing: er wordt te weinig gecommuniceerd over wat bereikt is op het gebied van moraliteit. Aangezien het lastig is om smart te communiceren over de bereikte afname van de bandeloosheid van weleer moeten ambassadeurs van de buurt ingezet worden om dit uit te dragen; 3. Diversiteit van het 1012-gebied uitdragen/promoten: er is veel leuks te doen (o.a. Gespuisfestival, Hartjesdagen, Draaiorgelfestival). Bewoners en ondernemers kunnen hier trots op zijn, moeten dit (vaker) blijven doen en het stadsdeel moet het hen gemakkelijker maken door te faciliteren (bijvoorbeeld steun bij het vergunningentraject); 4. Van top down naar bottom up: het is tijd om van het 1012-gebied weer een gewone buurt te maken, waarin bewoners en ondernemers zelf het initiatief nemen en de diversiteit bepalen en de overheid voorziet in de aanwezigheid van politie, regelgeving en handhaving; 5. Aansluitend op tafel 3: aanstellen van programmamanager, die ondernemers wakker houdt om steeds wat van de buurt te blijven maken. Bijvoorbeeld: in de Lange Niezel zijn veel pizzeria’s. Een programmamanager kan helpen eenzijdigheid te voorkomen en op wenselijke diversiteit te sturen; 6. Loods voor regelland. Er is behoefte aan maatwerk in regelgeving en eenduidige handhaving. Een ondernemer die wil investeren, wil van tevoren weten waar hij/zij aan toe is en niet gaandeweg de rit geconfronteerd worden met veranderingen waarmee hij/zij van tevoren geen rekening heeft kunnen houden; 7. Proceduretijd voor projecten moet korter. Het duurt standaard al erg lang voordat je groen licht krijgt en als je dan iets wilt veranderen, duurt het wederom heel lang voordat daar weer groen licht op komt, al met al een ontmoedigende lange procedure. Dat moet anders; 8. Visie op het gebied inclusief branchering (combinatie wonen en bedrijvigheid): voorkom dat de huidige monocultuur wordt vervangen door een nieuwe monocultuur. Branchering kan op twee manieren: repressief (door maatregelen zorgen dat niet meer dan zoveel van hetzelfde in een straat/gebied kan vestigen) en positief (marketing: uitdragen wat gewenst is in een straat/gebied en door daar ondernemers bij zoeken); 9. 1012 Inc: nodig is een grote vastgoedpartij, die maatschappelijk en commercieel rendement nastreeft; 10. Begaanbaarheid van stegen verbeteren. En een advies: het 1012-gebied is meer dan Project 1012, dus meer mogelijkheden benutten en breder communiceren en aanpakken; 11. Minder overlastgevende toeristen;
5
12. Gemeente moet aandacht hebben voor organische groei, dus niet alleen voor nieuwe initiatiefnemers maar ook voor bestaande ondernemers en de combinatie van beiden. Op ondernemers, die het niet zo nauw nemen met de regels moeten stevig gehandhaafd worden; 13. Goede bestaande en nieuwe ondernemers moeten als zodanig (h)erkend worden door de gemeente. Belangrijk is een goed marketingplan en -beeld (campagne); 14. Een soepeler regelgeving moet meer mogelijk maken voor goedwillende bewoners en ondernemers; 15. Investeren in organisatie van ondernemers en bewoners: bewoners en ondernemers willen van tevoren betrokken worden en niet pas op een inspraakavond hun zegje mogen doen. Bijkomend voordeel: bij empowerment van onderaf gaan de zaken vervolgens veel sneller dan bij voorstellen van bovenaf.
8. In gesprek met burgemeester en stadsdeelbestuurders Dhr. Maes gaat in gesprek met burgemeester Eberhard van der Laan en de stadsdeelbestuurders over de opbrengst van de 15 tafels. Exit strategie en terugtrekkende politie Dhr. Van der Laan begrijpt de behoefte aan een exit strategie in de zin van: meer overlaten aan bewoners/ondernemers/de markt. Hij onderschrijft de noodzaak, dat het 1012-gebied weer een gewone buurt moet worden; een buurt die leeft, waar branchering bijdraagt aan de diversiteit, waar de overmaat is teruggedrongen, zodat het voor iedereen gezellig is. Wat betreft het signaal van terugtrekkende politie legt hij uit, dat het 1012-gebied nog steeds een zogeheten geprioriteerde buurt is. Er zijn echter ook andere onderwerpen en andere buurten (zoals de Staatsliedenbuurt en Holendrecht) die extra politieaandacht behoeven. Als burgemeester is hij verantwoordelijk voor de veiligheid in de hele stad. De extra politie-inzet in het 1012-gebied was mogelijk door politiecapaciteit uit andere stadsdelen weg te halen. Het moment is aangebroken, dat die capaciteit weer terug kan en moet naar waar het ook hard nodig is. Dhr. Van der Laan is blij met de bereidheid tot oprichten van 1012 Inc. Op dit moment geeft hij nog de voorkeur aan een optredende overheid boven een terugtrekkende overheid, want na een investering van vele miljoenen gaat al veel goed, maar de realiteit is, dat er ook nog veel te doen is. Het zou onverstandig zijn om er als overheid nu al uit te stappen. Dhr. Van Boven merkt op, dat wat hem betreft behalve een exit strategie ook een herijking met betrekking tot duurzaamheid (glasvezel et cetera) gewenst is. Branchering en 1012 Inc Dhr. Maes informeert wat de mogelijkheden zijn voor branchering. Dhr. Oranje antwoordt, dat indeplaatsstelling lastig is, maar dat het wel mogelijk is om bepaalde zaken uit te sluiten ter voorkoming van een overmaat. Een 1012 Inc en verenigingen van eigenaren kunnen een rol spelen bij branchering. Mw. Van Pinxteren meent, dat een goede straatmanager doet wat van eerder genoemde programmamanager verwacht wordt. Dhr. Oranje voegt toe, dat de ervaring leert, dat het in een straat met horeca en winkels lastig is een duurzame ondernemersvereniging op te richten. Dhr. Ploos van Amstel (bewoner) is bereid te zijn zitting te nemen in een nog op te zetten 1012 Inc. Het is een manier om mede invloed uit te oefenen en dhr. Ploos van Amstel wil bovendien graag investeren in het 1012-gebied. Dhr. Van der Laan is blij met deze betrokkenheid en het aanbod. Op de vraag van dhr. Maes of meer aanwezigen geïnteresseerd zijn om te investeren in 1012 Inc gaan ongeveer 15 vingers omhoog. Er is ook interesse van buiten de buurt. Dhr. Van der Laan oppert de mogelijkheid van crowdfunding: wie wil mag investeren, wellicht niet met uitzicht op het allerhoogste rendement, maar wel met de belofte aan een veel leuker 1012-gebied waar heel Amsterdam van kan meeprofiteren. Toegankelijkheid stegen Mw. Van Pinxteren reageert op de wens om de begaanbaarheid van de stegen te verbeteren. Enerzijds vinden velen het jammer dat de stegen gesloten zijn, anderzijds vreest men voor veiligheid en vuiligheid. Helaas wordt vuiligheid niet alleen veroorzaakt door bezoekers, maar soms óók door de bewoners. Openstellen van de stegen is lastig, want dit vereist bijzondere schoonmaak, aanpassen verlichting et cetera, en al met al is dat duur. Participatie Hoewel verbetering op het gebied van vroegtijdig overleggen en beter luisteren altijd mogelijk is, bestrijdt dhr. Van der Laan het signaal, dat men bij plannen altijd pas aan het eind van de rit mag meepraten.
6
Vroegtijdig betrekken gaat meestal goed, echter, participeren en werkelijk gehoord worden wil niet zeggen, dat je ook altijd je zin krijgt. Mw. Van Pinxteren bevestigt, dat juist in het 1012-gebied heel veel met de buurt wordt overlegd, zowel op initiatief van het stadsdeel als op uitnodiging van de buurt. Marketing en communicatie Door verschillende aanwezigen is opgemerkt, dat het nieuwe beeld beter voor het voetlicht moet worden gebracht. Dhr. Oranje stelt vast, dat de overheid beter moet vertellen welke inspanningen zij verricht en wat de resultaten daarvan zijn. Hulp aan ondernemers is er onder andere in de vorm van straatmanagers, organiseren van borrels et cetera. Opgemerkt wordt, dat twee soorten communicatie nodig zijn: het gebied zoals het nu is naar buiten toe promoten en daarnaast bezoekers informeren over wenselijk gedrag in dit gebied (fotograferen van de dames is bijvoorbeeld niet gewenst). Een van de aanwezigen nodigt bewoners en anderen van harte uit om toch vooral met ondernemers om de tafel te gaan over de buurt, omdat dan altijd weer blijkt dat alle partijen heel veel raakvlakken hebben om samen te werken. 9. Laatste kans… Dhr. Maes biedt de zaal de kans om dat wat nog niet besproken is en écht nog gezegd moet worden te zeggen. Dat levert het volgende op: - Blijf focussen op waar het ooit mee is begonnen: tegengaan van criminaliteit en vrouwenhandel! Dhr. Van der Laan bevestigt, dat dit hoe dan ook de hoofddoelstelling blijft. - Onder punt 7 werd door een tafel als agendapunt voor de toekomst genoemd: visie en branchering ter voorkoming van monocultuur. Dhr. Oranje wil de monocultuur tegengaan door initiatieven te toetsen op hun bijdrage aan wat Carolien Gehrels de kernwaarden van Amsterdam noemde: creativiteit, innovatie en handelsgeest, en de bijdrage aan een beschaafde buurt, waar men het verschil wil maken als het gaat om goed en kwaad. Zowel dhr. Oranje als dhr. Van der Laan menen, dat het niet ontbreekt aan visies, integendeel. Er zijn onder andere vele straatvisies geschreven met de inbreng van bewoners en ondernemers uit de buurt. We weten zeer wel wat we willen met de buurt, het gaat uiteindelijk om het gedrag van mensen: een leuke, beetje gekke buurt waar de mensen een beetje lief zijn voor elkaar. - Geef de buurt inzicht in informatie die vroeger inzichtelijk was maar nu op afstand bij het RIEC zit: criminele verbanden, factoren die achter criminaliteit zitten, structuur onroerend goed. 10. Tot slot Mw. Van Pinxteren en dhr. Van der Laan zijn blij met de grote opkomst, de betrokkenheid van de aanwezigen en alle bruikbare tips om in 2014 mee verder te gaan, zoals werk maken van marketing, openstellen van 1012 Inc voor particuliere investeringen en openstellen en beter verlichten van stegen. Dhr. Van der Laan zet nog een laatste kanttekening: marketing en communicatie moet wat hem betreft vooral vanuit de buurt zelf komen en niet zozeer vanuit de overheid. Niet alles is even snel te realiseren, maar de aanwezigen hebben wel duidelijk kunnen aangeven waaraan wat hen betreft nog gewerkt moet worden. Ruben Maes bedankt de aanwezigen voor hun komst en inbreng, nodigt hen uit om onder het genot van een (fris)drankje nog met elkaar na te praten en sluit de bijeenkomst.
7