Notulen bijeenkomst cliëntenraden. Datum: 26 augustus 2013 Deelnemers: Zie deelnemerslijst (onderaan) Opening Bob Bergkamp (wethouder Wonen en Leven van de gemeente Breda) heeft de bijeenkomst geopend. Tijdens deze openingsspeech bleek dat er veel onrust leeft onder de diverse vertegenwoordigers van de cliëntenraden. Enkele voorbeelden van vragen die gesteld werden: 1. Waarom is er nu pas een bijeenkomst met cliënten? 2. Waarom is er vooraf geen informatie verstrekt aan cliëntenraden? 3. Hoe ver staat het in Breda met de wet- en regelgeving? Als reactie op deze vragen heeft Bob Bergkamp aangegeven dat de huidige bijeenkomst van cliëntenraden een start is en dat de gemeente meerdere bijeenkomsten wil plannen om cliënten te laten meedenken en meepraten. Eerder heeft er een bijeenkomst met professionals plaats gevonden en ook is al veel voorbereid in de klankbordgroep Wmo en de inspiratietafel (http://www.breda.nl/familie-zorg-welzijn/van-awbz-naar-wmo/inspiratietafel). Meerdere vertegenwoordigers van cliëntenraden zijn van mening dat zij onvoldoende informatie hebben gekregen over de stand van zaken in Breda en over de huidige bijeenkomst waardoor zij zich niet goed voorbereid voelden op de bijeenkomst. Bob Bergkamp heeft aangegeven de onrust te begrijpen, maar vroeg aan de deelnemers om eerst te luisteren naar de presentatie van Debbie den Heijer (projectmanager gemeente Breda) over de transitie van de AWBZ naar de Wmo. Na deze presentatie gingen de vertegenwoordigers van de cliëntenraden uiteen in meerdere tafels waarin iedereen zijn of haar mening kon geven over wat goed gaat, wat beter kan etc. Presentatie AWBZ – Wmo Debbie den Heijer startte de powerpoint presentatie, maar ook tijdens deze presentatie bleek dat er veel vragen zijn van deelnemers. Tevens bleek de powerpoint te klein weergegeven te zijn, waardoor veel deelnemers de presentatie niet goed konden volgen. Debbie den Heijer heeft aan het einde van de presentatie aangegeven dat zij aan alle deelnemers de powerpoint en de link naar de website van de inspiratietafel zal sturen. Ronde tafelgesprekken Na de presentatie werd gevraagd aan de deelnemers om zich te verdelen over vijf tafels. Per tafel was er 1 gespreksleider die samen met de deelnemers (enkele van) de volgende vragen heeft behandeld: 1. Wat vind je belangrijk aan de ondersteuning die je ontvangt? 2. Wat gaat goed en wat wil je behouden? 3. Wat gaat niet goed en kan beter? 4. Wat moet anders, waarom en welke verandering stel je voor? 5. Wat kan naar jouw mening goedkoper en efficiënter? 6. Wat zou je zelf nog kunnen? 7. Denk je dat jouw sociale netwerk meer voor jou kan betekenen? 8. Hoe zou de gemeente Breda contact moeten onderhouden met de cliëntenraden? Er wordt nu een samenvatting gegeven van de resultaten van deze gesprekken. Hierbij zijn uitspraken en resultaten die in meerdere tafels aan bod kwamen samengevoegd tot onderstaande uitspraken. Iemand die de indicatie stelt of de toegang regelt moet een deskundig iemand zijn. Er mag niet afgegaan worden op het uiterlijk. Deelnemers geven aan dat als iemand er ‘goed’ uit ziet, er vaak vanuit wordt gegaan dat er niets aan de hand is. De klachten of hulpvragen worden dan
minder serieus genomen. Als iemand er ‘slecht’ uit ziet dan wordt er soms over het hoofd van de cliënt gepraat, waardoor ook in dit geval de cliënt niet serieus wordt genomen. Daarnaast wordt aangegeven dat de drempel (letterlijk en figuurlijk) niet te hoog mag liggen. Sommige cliënten kunnen of durven niet altijd naar een centraal loket gaan om hun vraag te stellen. De deskundigheid van de indicatiesteller of degene die zorg toewijst, wordt vooral gezien als goed kunnen luisteren, het ziektebeeld of de beperking van de cliënt kunnen begrijpen en naar de gehele situatie van de cliënt kunnen kijken. De cliënt moet kunnen kiezen uit diverse organisaties en het PGB moet blijven. Er wordt aangegeven dat de organisatie achter de begeleider(s) erg belangrijk is. Daarnaast moet de organisatie ook naar de wensen van cliënten luisteren en zich aan gemaakte afspraken houden. Voorbeeld: “Ik wil bijvoorbeeld geen man die me verzorgt. Ik voel me daar zo akelig bij. En toch stuurde zorgorganisatie X als eerste een man. Ik ben overgestapt.” Een organisatie zou stabiliteit en veiligheid moeten kunnen bieden. Ook wordt aangegeven dat het PGB moet blijven. Wel wordt aangegeven dat meer controle op deze uitgaven nodig is. Het moet alleen gegeven worden aan mensen die ermee om kunnen gaan. “Je moet een verslaafde geen 20.000 euro vooruit geven. Dat gaat op aan de verkeerde dingen. En dan vinden ze dat nog gek ook.” De mogelijkheid van ‘Alphacheques’ zouden een tussenoplossing kunnen zijn voor cliënten die wel graag de diversiteit van een PGB willen, maar de administratie moeilijk vinden om bij te houden. De stabiliteit van de huidige zorg (op maat) moet behouden blijven en het mag niet te zakelijk worden. Deelnemers zijn bang dat er straks geen ruimte meer is voor persoonlijk contact en dat het te zakelijk wordt. “Ik ben bang dat de zorg straks niet meer bij me past. Ik heb autisme, maar ik heb niet veel begeleiding nodig. Als het even niet lekker gaat, dan stuur ik een mailtje naar mijn begeleider en die maakt een afspraak met me. Soms zit daar een paar dagen tussen, maar dat geeft niet. Als ik maar weet dat ik kan mailen en dan kort erna een afspraak heb. Dat houdt me stabiel”. Ook wordt aangegeven dat de bezuinigingen voor problemen kunnen zorgen. “Wisselingen zijn niet goed voor een autist. Ik heb een band opgebouwd met mijn begeleider bij NAC-Teamplay. Nu hoor ik dat hij geen geld krijgt voor de ondersteuning die hij me biedt en moet het misschien stoppen.” Ten slotte geven de deelnemers ook aan dat de verzakelijking van de zorg een effect kan hebben op de hulpverleners zelf. “Er moet ook voor begeleiders gezorgd worden”. Cliënten maken zich zorgen over de hulpverleners en of zij wel (goed) betaald worden en baanzekerheid hebben. Ruim baan geven aan kleine ouder-/woon- initiatieven. Er zijn veel woon- en ouder- initiatieven en dit zou mogelijk moeten blijven. Deelnemers zien het nu als een soort buurtzorg, waardoor dit mooi zou aansluiten bij de visie van de gemeente en uitbreiding hiervan mogelijk gemaakt moet worden. Gepaste dagbesteding en werk moet blijven. Deelnemers geven aan bang te zijn dat de dagbesteding zoals zij deze kennen, zal verdwijnen. Diverse doelgroepen zouden gecombineerd kunnen worden op één dagbesteding zolang er voldoende specifieke deskundigheid per doelgroep aanwezig is en er rekening wordt gehouden met de behoeften van de desbetreffende cliënten. Tevens wordt aangegeven dat activiteiten met een commerciële inslag mogelijk kunnen zijn, maar dat deelname hieraan op vrijwillige basis zou moeten zijn. Ten slotte wordt aangegeven dat geïnvesteerd moet worden in passende werkplekken. “We missen de mogelijkheid om aan goed werk te komen. Ik kan meer dan werken in een fabriekshal of potloodjes inpakken en ik kan mijn beperkingen ook inzetten om andere mensen te helpen. Er is voor mij nu gewoon niets passends en ik heb de hoop eigenlijk al opgegeven, terwijl ik nog heel jong ben.
Ik heb alleen wel een veilige plek nodig waar ik dit kan doen. Dan kan ik ook weer een stap verder zetten. Want ik kan meer dan ik nu doe.” Flexibiliteit en objectiviteit als het gaat om financiën. We moeten van al de verschillende potjes af. “Het vervoer naar dagbesteding zit in mijn indicatie, maar wordt niet goed uitgevoerd. Ik zou met de deeltaxi kunnen reizen, maar dat mag niet omdat vervoer bij dagbesteding een ‘voorliggend potje’ is”. Ook wordt het belangrijk gevonden dat er een onafhankelijk iemand/organisatie komt die de financiën in de gaten houdt. Hulpverleners kunnen meer met elkaar overleggen en dichterbij werken. Mariska van Dijk polste hoe de deelnemers denken over het werken in wijkteams. Er wordt door deelnemers aangegeven dat je op deze manier inderdaad een beter beeld van de cliënt kunt krijgen en dat hulpverleners zo ook hun deskundigheid aan elkaar kunnen overdragen. Andere deelnemers geven aan dat steunpunten in de wijk prettig zouden kunnen zijn, omdat zij dan niet helemaal naar de gemeente hoeven om een vraag te stellen. Er wordt aangegeven dat er niet te veel vergaderd mag worden in de wijkteams en dat er een vertrouwd/bekend persoon bij een steunpunt moet zitten. Mantelzorg kun je niet regelen en verschilt per individuele situatie. Het inschakelen van het eigen netwerk is niet in alle gevallen mogelijk of wenselijk. Vaak zijn families al overbelast, wonen zij ver van de cliënt, heeft de cliënt een beperkt netwerk etc. Het uitbreiden van iemands netwerk en/of familiebetrokkenheid zijn belangrijke aandachtspunten, maar cliënten zijn ook bang dat ze geen zorg meer krijgen als ze mantelzorg hebben. De mogelijke inzet van mantelzorg moet dus per individuele situatie bekeken worden. Zorg en dagbesteding over de gemeentelijke grenzen moet mogelijk blijven. “Ik woon in een andere plaats dan waar mijn zorgaanbieder zit. Die levert zorg die past bij mij en dat zit gewoon niet dichterbij.” Het kan efficiënter/goedkoper. Het komt voor dat een begeleider ingezet wordt, omdat deze een bepaald doel sneller voor elkaar krijgt dan de cliënt. Bijvoorbeeld een begeleider laten bellen voor een ziekenhuisafspraak, omdat dit dan sneller gaat dan wanneer de cliënt zelf belt. Hierdoor worden begeleiders soms onnodig ingezet en dit kost onnodig geld. De wisselingen van begeleiders maakt dat cliënten steeds opnieuw hun verhaal moeten doen. Dit wordt ervaren als verspilling. Deelnemers kunnen zich wel voorstellen dat het goedkoper moet. Ze zien er wel wat in om dagbesteding dichter bij huis te regelen, dat scheelt vervoerskosten. Daarentegen moet niet uit het oog verloren worden dat de dagbesteding wel gepast moet zijn. Controle op de inzet van voorzieningen is goed. Er staan namelijk zoveel scootmobielen en rolstoelen weg te teren. Daarentegen moet deze controle ook niet te gek worden. Als iets definitief is, is controleren niet meer nodig: “Als mijn arm eraf is, groeit ie er echt niet meer aan. Daarvoor hoef ik toch niet opnieuw gekeurd te worden?” Er kunnen meer vrijwilligers ingezet worden, maar dit moet niet ter vervanging zijn van professionele zorg. Ook is het belangrijk dat vrijwilligers goed gescreend worden, zodat de kwaliteit gewaarborgd blijft. Misschien dat er nog bezuinigd kan worden op managementlagen of overheadkosten bij de gemeente of andere organisaties. Het is misschien zinvol om vaker naar een indicatie te kijken of de zorg nog passend is. Problemen en hulpvragen kunnen immers sterk wisselen in enkele jaren.
Losse tips voor aanpassingen. Deelnemers geven nog enkele losse tips voor verbeteringen zoals hieronder wordt weer gegeven. Een centraal e-mail adres aanmaken voor vragen over de AWBZ-Wmo transitie Zorgen dat klanten zo min mogelijk door verbonden hoeven te worden als zij bellen met een vraag. De telefonische bereikbaarheid van de klantmanagers verbeteren. Verwijs niet altijd naar sites, maar geef ook direct informatie. Sommige cliënten hebben namelijk geen computer of toegang tot internet. Cliëntenraden willen betrokken worden en betrokken blijven. De deelnemers zijn teleurgesteld over het feit dat zij nu pas betrokken worden. Zij geven aan dat zij in de toekomst regelmatig bij elkaar willen komen, bijvoorbeeld iedere 3 maanden. Tevens willen ze graag op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen, bijvoorbeeld per nieuwsbrief, per post voor wie niet met een computer overweg kan en per mail voor wie het graag op die manier wil ontvangen. Belangrijk hierbij is dat de schriftelijke communicatie in duidelijke en begrijpelijke taal wordt gezet. Ook blijkt dat niet alle deelnemers het prettig vinden om naar grote bijeenkomsten te gaan. Individuele gesprekken of groepsgesprekken met bekenden worden als prettiger ervaren. Na de bijeenkomst van de cliëntenraden zijn bijvoorbeeld twee medewerkers van de gemeente op huisbezoek geweest bij één deelnemer die het lastig vond om naar de grote bijeenkomst te komen. Op deze manier kon de desbetreffende deelnemer toch nog een bijdrage leveren. Het is dus belangrijk dat de gemeente rekening houdt met de diversiteit van de verschillende doelgroepen en ook de minder bereikbare doelgroepen probeert te betrekken. Tips voor een volgende bijeenkomst Zorg dat genodigden van te voren een agenda krijgen van de bijeenkomst zodat het duidelijk is wat er gaat gebeuren tijdens de bijeenkomst Als er met een PowerPoint gewerkt wordt dan moet er gebruik worden gemaakt van een groter scherm zodat iedereen de PowerPoint kan volgen. Zorg dat er plaatjes verwerkt zitten in de PowerPoint zodat degenen die minder goed kunnen lezen de PowerPoint wel kunnen volgen. Als er nogmaals gewerkt gaat worden met meerdere ‘tafels’ dan zou het handig zijn om genodigden van te voren in te delen bij een tafel. Afsluiting Na de ronde tafelgesprekken zijn alle deelnemers weer bij elkaar gekomen. In deze groep zijn enkele van bovenstaande thema’s en adviezen besproken. Bob Bergkamp en Debbie den Heijer hebben ten slotte iedereen bedankt voor hun inbreng en onder het genot van een drankje werd de bijeenkomst afgesloten.
Deelnemers bijeenkomst cliëntenraden 26 augustus Anke Smits Hans Storm Nico Scheurs Ad Herrijgers Eike Smit Jan Schuurkes P. Dautzenberg Anja Hendrickx Jan Nieuwstraten Ans Verdonschot Ricky Rasenberg Cliëntenraad Thebe Anneke van Bijnen Lancée Merles Huub van Ierland Daisy Peinder Irma Dekkers Els van Eerden Willem Vervaart Marga Hillinga Patrick Verbraak Tjeerd van der Rijk Mariska van Dijk Cara Rutten Mevr. van Hoof Feenstra Ruitersbos Nadia Mejres Els Koerts Bert Rietveld Marian Felten Debbie den Heijer Leny Willers
Er zijn twee namen/adressen die niet te lezen zijn.