Notitie van de werkgroep “politiek en beleid”, denktank Verzuim & Reïntegratie, NIP.
Santpoort Zuid, 3 februari 2004 Simon van den Berg Max van Dormolen Chantal van der Loo Sandra Rethmeier
1
INHOUD
1. Inleiding 2. WAO: korte historie 3. De Commissie Donner 4. Commissie Het Werkend Perspectief 5. Implementatie Leidraad Ziekteverzuim 6. De betekenis en rol van de A&O psychologen 7. Beschouwing 8. Voorstellen voor verdere profilering van A&O
2
Notitie van de werkgroep “politiek en beleid”, denktank Verzuim & Reïntegratie, NIP.
Een visie op Politiek en Beleid ten aanzien van de WAO, verzuim en reïntegratie vanuit arbeids- en organisatiepsychologisch perspectief. 1. Inleiding Vanuit het Nederlands Instituut voor Psychologen (het NIP) c.q. vanuit de sectie arbeids- en organisatiepsychologie, is het initiatief genomen een denktank op te richten. Het doel ervan is visievorming en op termijn beïnvloeding van de WAO in Nederland. De denktank bestaat uit een aantal werkgroepen, waaronder de werkgroep “politiek en beleid”. De doelstellingen van de werkgroep waren als volgt geformuleerd (maart 2003): • Visievorming op de mogelijke rol van A&O in politiek en beleid gericht op verzuimproblematiek en WAO • Impuls geven aan het werkveld om stelselmatig vanuit A&O de eigen rol en positie naar voren te brengen en verder te ontwikkelen • Aanzet tot discussie geven tussen sectie A&O en relevante andere deskundigen • Profilering van de visie bij politiek/beleidsmakers De notitie is in eerste instantie gericht op het NIP en aangesloten psychologen. Om de doelstellingen te realiseren hebben we eerst op hoofdlijnen in kaart gebracht wat de rol of invloed van de A&O psychologie is geweest in wetgeving en uitvoering. Na een historisch overzicht van de WAO op hoofdlijnen hebben we de aanpak van arbeidsongeschiktheid op psychische gronden na 2001 wat beter bekeken. Tenslotte hebben we als denktank een aanzet geleverd voor verdere gedachtevorming inzake invloedsgebieden en mogelijkheden vanuit de beroepsgroep A&O psychologie. Onderstaand volgt een samenvatting van ontwikkelingen die wij als werkgroep relevant achten met betrekking tot het onderwerp. In verband met de leesbaarheid wordt de term “psychologie” of “A&O” gebruikt waar “arbeids- en organisatie-psychologie” bedoeld wordt. De notitie eindigt met een aantal aanbevelingen om visie en uitvoering van WAO te verbeteren door het inzetten van arbeids- en organisatiepsychologische expertise.
2. WAO: korte historie De letters WAO staan voor Wetgeving op de ArbeidsOngeschiktheidsverzekering. De WAO verzekert inkomensverlies in geval van arbeidsongeschiktheid. De WAO is ooit in 1967 ontstaan als vervanger van de Ongevallenwet uit 1921. De achtergrond voor de wetgeving is gestoeld op sociale opvattingen over de maatschappij in die tijd. In 1967 heerste nog de verwachting dat maximaal 200.000 mensen een beroep zouden doen op de WAO. Tot ontsteltenis van politici en burgers werd dat aantal in 1985 al ruimschoots overschreden met 750.000 mensen die er op aangewezen waren. Het vormde aanleiding voor stellingen als “de WAO is een vat van verborgen werkloosheid” omdat de WAO-uitkering hoger was dan de WW-uitkering. Het grote aantal “uitkeringsgerechtigden” zorgde ervoor dat men in de politiek ging repareren. Men vond dat de kos ten te hoog werden en dat de WAO niet als overloop voor de WW moest dienen. Brinkman zei destijds “om aanstellers te weren”. En Lubbers stelde het nog veel algemener: “Nederland is ziek”.
3
En de reparatiekist kreeg een bonte aaneenschakeling van tools vo or de beoogde kostenreductie. Vanaf 1990 bijna jaarlijks een wetaanpassing plus een wijziging of een herziening van de organisatie. Chronologisch zijn de belangrijkste aanpassingen als volgt: Jaartal Wet of instituut
Doel wet/instituut
1992 1993
(Wet) Terugdringing van het ArbeidsongeschiktheidsVolume (Wet) Terugdringing Beroep op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (Wet) Terugdringing Ziekteverzuim/Arbeidsomstandighedenwet Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen College van Toezicht Sociale Verzekeringen Wet afschaffing malus en bevordering reïntegratie Wet Uitvoering Loondoorbetaling bij Ziekte Organisatiewet Sociale Verzekeringen Uitvoeringsings telling (voorheen bedrijfsvereniging) Wet op de medische keuringen Arbeidsomstandighedenwet WAO voor zelfstandigen WAO voor jong gehandicapten Premiedifferentiatie (boetes voor werkgever) Reïntegratie arbeidsgehandicapten: vernieuwing WAGW, doel reïntegratie bevorderen Wet bedoeld om instroom in WAO te beperken Verplichte aansluiting bij arbodienst: publiek-private organisatie die deel van UVI-taken overneemt Centra Werk en Inkomen (voorheen arbeidsvoorziening) Onderzoek relatie WAO en psychische arbeidsongeschiktheid Leidraad aanpak ziekteverzuim om psychische redenen Fusie van voorheen LISV en 5 afzonderlijke UVI’s Inspectie Werk in Inkomen, voorheen CTSV Voorheen poortwachter 1, bedoeld ter verbetering Wijziging en invoering premiekortingsregeling op WW- en WAOpremie Wijziging en premiedifferentiatie gedeeltelijk afgeschaft (Wet) Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen
TAV TBA
1994 TZ/Arbowet 1995 LISV 1995 CTSV 1995/96Amber 1996 WULBZ 1997 OSV 1997 UVI 1998 Wmk 1998 Arbowet 1998 WAZ 1998 Wajong 1998 Pemba 1998 REA 1998 1998
Poortwachter 1 Arbodienst
1999 2000 2001 2002 2002 2002 2002
CWI Cie. Donner Cie. Donner UWV IWI Poortwachter 2 REA
2002 2002 2003
PEMBA SUWI Commissie Het Werkend Perspectief
2003
Min SZW
m.i.v.
1-1-2004
2006
Vervolg op Donner, onderzoek naar reïntegratie mogelijkheden van mensen met een functiebeperking Arbodienstverlening: aansturen op vraag; adviesaanvraag over de verplichte deskundige ondersteuning van werkgevers bij hun arbo- en verzuimaanpak (Sociaal-Economische Raad en Raad voor Werk en Inkomen) Verplichting Werkgevers twee jaar loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid; daarna recht op WAO … ingrijpende wijzigingen in de WAO verwacht (uitsluitend “volledig en duurzaam arbeidsongeschikten”)...
De aanleiding voor het opstellen van de wetgeving in 1967 lag besloten in maatschappelijke visie en ideologie. De aanleiding voor het opstellen van aanpassingen vanaf circa 1990 ligt voornamelijk in de financiële druk op de collectieve voorzieningen en de afwenteling van bezuinigingen op de sociale zekerheid.
4
De WAO is voortgekomen uit de ongevallenwet. De aanleiding voor het toekennen van een uitkering lag vaak in fysieke problemen als gevolg van zware lichamelijke arbeid, al dan niet het resultaat van een bedrijfsongeval. Al langere tijd is er een kentering zichtbaar waarbij steeds vaker psychische klachten leiden tot een WAO-uitkering. Op dit moment is circa 60% van de instroom psychisch van aard, al dan niet in combinatie met een fysieke beperking. Pas in 2002 is dit gegeven echt een rol gaan spelen in de politieke besluitvorming. Met de commissie Donner is een aanvang gemaakt om de relatie tussen WAO en psychische klachten te verkennen en interventies te bedenken.
3. De commissie Donner Door het kabinet Kok II werd in 2000 een commissie ingesteld onder leiding van CDA-er PietHein Donner met als doel om tot een advies te komen ten aanzien van ingrijpende veranderingen in het WAO-stelsel, met name gericht op WAO ten gevolg van psychische klachten. Deze Commissie Psychische Arbeidsongeschiktheid is beter bekend geworden als De Commissie Donner. Het NIP heeft deelname aan deze Commissie bedongen, met als vaste vertegenwoordiger een lid van het sectiebestuur A&G, en als plaatsvervanger een lid van de sectie Eerstelijns psychologie. Op 31 mei 2001 werd door deze commissie het rapport “Werk maken van arbeidsongeschiktheid” overhandigd aan het kabinet. In november 2001 heeft de commissie psychische arbeidsongeschiktheid (Donner) de “Leidraad aanpak verzuim om psychische redenen” uitgebracht. Hieronder een kort overzicht van de belangrijkste punten in deze leidraad: • • • • • •
• • • •
Reden tot het maken van de leidraad: “huidige aanpak van verzuim om psychische redenen komt vaak neer op goedbedoelde verwaarlozing,…. men weet niet hoe er mee om te gaan” Doel: verzuim om psychische redenen hanteerbaar maken voor zowel werkgever als werknemer De leidraad is curatief gericht, niet preventief De leidraad bestaat uit een aantal basisregels en een tijdspad Uitgangspunten: ten eerste een gedeelde verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer, ten tweede een plan van aanpak op basis van een probleemanalyse als startpunt bij de aanpak van het verzuim Probleemanalyse: in stap 4 van het tijdspad wordt aangegeven dat bij dreigend langdurig verzuim in de zesde ziekteweek een (multifactoriële) probleemanalyse dient plaats te vinden door de bedrijfsarts of een andere deskundige. Deze probleemanalyse dient als basis voor de verdere behandeling In de leidraad wordt het belang benadrukt van het zoveel mogelijk gelijk op laten lopen van klachtenbehandeling en werkhervatting Bij behandeling wordt aangegeven dat het de verantwoordelijkheid is van de werkgever om waar nodig deskundige behandeling in te zetten De arbodienst en met name de bedrijfsarts speelt een cruciale rol in zowel de probleemanalyse als in de advisering ten aanzien van de klachtenbehandeling. De invulling van de professionele begeleiding door de bedrijfsarts staat beschreven in de richtlijn: “Psychische klachten in de arbeidssituatie” (NVAB)
5
Februari 2003 is er een NIP standpunt geformuleerd over het Donner Rapport “Leidraad aanpak verzuim om psychische redenen”. Het standpunt is opgesteld door de toenmalige vice-voorzitter van het NIP (sectie A&O), in overleg met diverse secties waaronder Eerstelijns psychologie, Neuropsychologie en AGGZ. In dit standpunt geeft men aan positief te zijn met de volgende kanttekeningen (zie rapport voor het volledige standpunt) § De sturende rol die door de commissie wordt toebedeeld aan de leidinggevende; § De rol van psychologen in de analyse van het probleem van de werknemer en zijn oplossingen; § De relatie tussen de individuele zieke en de structurele problemen in de organisatie; § Capaciteitsproblemen in de geestelijke gezondheidszorg; § De veelgehoorde suggestie dat psychische problemen van andere aard zijn dan andere invaliderende ziekten.
4. Commissie het Werkend Perspectief Door de ministers van SZW en VWS is ingestemd met het voorstel van de Commissie Arbeidsgehandicapten en Werk (CAW) en de Commissie Psychische Arbeidsongeschiktheid (CPA) om tot een nieuwe gezamenlijke commissie te komen die de kennis van beide commissies borgt en hun methode van werken verder implementeert. Deze commissie is op 31 maart 2003 als Commissie Het Werkend Perspectief door minister De Geus geïnstalleerd. Doel: Beleid stimuleren en activiteiten entameren die bijdragen aan het volwaardig participeren van mensen met een functiebeperking (integratie) en het terugdringen van ziekteverzuim, het verminderen van de WAO-instroom en het vergroten van de uitstroom uit de WAO (reïntegratie). Realiseren door: • Een bijdrage leveren aan positieve en realistische beeldvorming van mensen met een functiebeperking bij werkgevers, werkenden, cliënten en professionals • Het vergroten van kennis en expertise van genoemde doelgroepen op het terrein van preventie, behandeling en zorg en (re)integratie • Aandacht vragen voor specifieke doelgroepen, in het bijzonder jongeren met functiebeperkingen • Het stimuleren van gedragsveranderingen bij werkgevers, werknemers en hun adviseurs Middelen: • Voorlichting, communicatie en PR door uitvoering van het programma Eerste hulp bij Werk • Debat over handelingsverlegenheid en waarden en normen die bestaan rond en over mensen met functiebeperkingen • Verbinding en borging van de ervaringen en opgedane kennis vanuit De Kroon op het werk en de vertaling daarvan in (dis)Ability management in bedrijven • Instrumentontwikkeling en implementatie Ability Management spiegel en preventiespiegel • Kennisinput van deelnemende organisaties en externe projectorganisaties in projectgroepen • Empowerment De Commissie bestaat uit 18 betrokken en ondernemende mensen met gezag in eigen kring en respect daarbuiten, afkomstig uit werkgevers- en werknemerskringen, cliëntenbeweging, professionals, (in)direct betrokkenen (verzekeraars / zorgveld / GGZ / overheid) en media. Ook het NIP is vertegenwoordigd in de Commissie.
6
5. Stand van zaken implementatie Leidraad De Commissie het Werkend Perspectief (CWP) formuleert de stand van zaken rond de implementatie van de leidraad als volgt (plaatsvervangend secretaris subcommissie Psychische Problematiek): De ‘Subcommissie Psychische Problematiek’ is de naam waaronder de Commissie Psychische Arbeidsongeschiktheid (CPA) per 31 maart 2003 verder functioneert onder de Commissie Het Werkend Perspectief (CWP). De CWP zet het werk voort van de voormalige CPA en de Commissie Gehandicapten en Werk. Binnen de CWP legt de subcommissie zich de komende twee jaar vooral toe op het implementeren van instrumenten die zijn ontwikkeld door de CPA zoals de Leidraad Aanpak Verzuim om Psychische redenen. Onder de verdere aanpak van de leidraad valt een scala aan activiteiten: • Communicatie en publiciteit over de mogelijkheden van de Leidraad: zo komt er een nieuwe folder en een tijdsbalk met het proces van aanpak psychisch verzuim, een landelijke campagne voor aanpak van psychisch verzuim; • Een training voor werkgevers en werknemers wordt ontwikkeld; • Er zijn proefprojecten bij organisaties en bedrijven die al werken met de Leidraad; • Er is veel aandacht voor preventie van psychisch verzuim, er wordt een speciaal instrument daarvoor ontwikkeld; • Vertalen en promoten van de Leidraad naar bijzondere groepen zonder werkgever. Daarnaast sluit de subcommissie zoveel mogelijk aan bij activiteiten die de CWP onderneemt om werkgevers en werknemers te benaderen. De sectie Arbeid&Gezondheid van het NIP is vertegenwoordigd in de Subcommissie Psychische Problematiek. De website voor de CWP en de subcommissie Psychische Problematiek (www.hetwerkendperspec tief.nl ) is nog in ontwikkeling. Informatie over de Leidraad en het implementatieplan is momenteel nog te vinden op de website: www.kroonophetwerk.nl/cpa.
6. De betekenis en rol van A&O psychologen A&O psychologen werken doorgaans in of voor grote bedrijven of overheidsorganisaties. Zij worden gevraagd om er toe bij te dragen dat organisaties en mensen in organisaties beter gaan functioneren. Veel A&O psychologen zijn zelfstandig gevestigd. Een A&O psycholoog kan verschillende taken op zich nemen: taak- en functieanalyses, ontwerp en uitvoering van selectieen prestatiebeoordelingssystemen, trainingsprogramma’s, effectiviteitonderzoek, coaching en loopbaanbegeleiding, HRM -beleid en begeleiden van veranderingsprocessen. De nadruk ligt doorgaans op een individueel analyseniveau. Een aantal A&O psychologen is echter ook werkzaam op het gebied van teameffectiviteit, veranderingsprocessen en cultuur. De A&O deskundige is sinds ongeveer 1993 de vierde wettelijk verplichte kerndiscipline in de arbodienst (naast arbeidshygiënist, bedrijfsarts en veiligheidskundige). De A&O deskundige dient opgeleid en geregistreerd te zijn. Sinds die tijd zijn er ook formele post-hbo en post–universitaire beroepsopleidingen tot A&O deskundige gestart (met name door SIOO i.s.m. TNO Arbeid de opleiding Master in Work & Organisation; maar ook bijvoorbeeld de Haagse Hogeschool). Vanaf 1 januari 1997 is een register voor A&O-deskundigen gestart: Stichting Registratie A&O deskundigen (SRAO). 1
De opleiding richt zich (volgens SIOO brochure) op beleids - en stafmedewerkers, adviseurs, P&O managers, onderzoekers en opleiders. Dat kunnen dus ook A&O psychologen zijn.
1
http://www.sioo.nl/sioo/upload/694_brochure%20A&O%202002.pdf
7
De A&O deskundigheid richt zich volgens haar opdracht en ambitie vooral op preventie van risico’s in arbeidsinhoud, –organisatie, -omstandigheden en -voorwaarden en op strategische organisatieadvisering hierover. Aanvankelijk vooral binnen de arbo context, smal gedefinieerd als bijvoorbeeld werkdruk en ziekteverzuimpreventie vraagstukken; later verruimd tot advisering over arbeidsvraagstukken, optimale inzet van personeel etc., dus eigenlijk meer in de richting van de competenties van de A&O psycholoog. In 1993 richtte A&O psycholoog Marc van Veldhoven samen met enkele andere psychologen de Beroepsvereniging A&O-deskundigen in Arbo-dienstverlening (BA&O) op. De A&O psychologie was destijds tot hun ongenoegen niet betrokken bij de opzet en uitwerking van het beroepsprofiel, de eindtermen en opzet van de opleiding (aangestuurd vanuit het Ministerie van SZW). Er speelde nog de vraag of universitair afgestudeerde A&O psychologen nog een uitgebreide postuniversitaire beroepsopleiding zouden moeten volgen om als A&O deskundige te kunnen worden geregistreerd. Probleem was onder meer dat de competenties van psychologen vooral op het individuele vlak lagen, en dat de beroepsopleiding voor de nieuwe discipline zich vooral zou richten op de ontwikkeling van strategische adviescompetentie op organisatieniveau. Volgens drs. Charles Engelen, van de 'Beroepsvereniging voor Arbeids- en Organisatiedeskundigen in arbodiensten’, zoekt deze vereniging nu vooral contacten met de Orde van Organisatie Adviseurs. Dit bevestigt voorgaande beeld. Er zijn recent ook contacten gelegd met A&O psychologen (prof. Wilmar Schaufeli werd genoemd) en de Stichting Kwaliteitsbevordering Arbodiensten, voor verdere uitbouw van de wetenschappelijke basis van het A&O vak. Hoewel de ambitie van arbodeskundigen expliciet ligt op het terrein van preventieve organisatieadvisering komt het in de praktijk toch vaak neer op individuele begeleiding en coaching. Door de grote druk bij arbodiensten op omzet en declarabiliteit vallen A&O deskundigen noodgedwongen terug op hun oude competentie: individuele begeleiding. Tot slot is het aardig om te vermelden hoe men op de website van de KU Nijmegen, in een introductie tot A&O psychologie, refereert aan arbo-dienstverlening: “A&O-psychologen zijn vaak werkzaam als personeelspsycholoog, bijvoorbeeld binnen de afdeling Personeel & Organisatie en in bureaus die gespecialiseerd zijn in één of meerdere aspecten van het personeelsbeleid. Veelal adviseren zij over, of zijn medeverantwoordelijk voor, de ontwikkeling en het onderhoud van het sociaal arbeidsbeleid in bedrijven en instellingen. In veel gevallen zijn ze, soms in een leidinggevende rol, verantwoordelijk voor werving en selectie, loopbaanplanning, personeelsopleiding en -training en andere aspecten van personeelsbeleid en -beheer. A&O-psychologen worden daarnaast bij veel organisaties ingeschakeld als intern of extern adviseur bij organisatieverandering en -ontwikkeling. Zij ontwerpen en/of begeleiden bijvoorbeeld projecten met betrekking tot het invoeren van automatisering, het introduceren van taakgroepen of andere nieuwe productieconcepten, fusies, reorganisaties, sociale plannen bij saneringen, etc. In toenemende mate zijn A&O-psychologen werkzaam op het terrein van arbeidsomstandigheden ('Arbo'). Binnen arbodiensten verrichten zij onderzoek en adviseren zij, samen met andere specialisten op het terrein van arbeid en gezondheid, om werkdruk en ziekteverzuim te verminderen en een spoedige terugkeer van zieke werknemers te bevorderen. Daarbij concentreren zij zich bijvoorbeeld op een juiste afstemming tussen de taak(last) en de werknemer. Door deze inspanningen trachten zij bij te dragen aan een gezonde en productieve bedrijfsvoering. Op afdelingen of divisies Personeel & Organisatie, Human Resource Management of Sociaal Beleid zijn A&O-psychologen vaak de 'arbo-coördinator'. Arbeids- en Organisatiepsychologen vinden ook hun weg in het onderzoek, bijvoorbeeld bij universiteiten, organisaties voor toegepast en contractonderzoek of organisaties van werkgevers en werknemers. A&O-psychologen tref je tenslotte aan in stafposities en managementfuncties.
8
7. Beschouwing De huidige aandacht voor de WAO komt politiek gezien grotendeels voort uit financiële overwegingen. De aandacht voor de WAO inhoudelijk gezien is gericht op de sterke toename van psychische problematiek als grond voor een uitkering. De mogelijkheid om de druk op de collectieve voorziening te beperken hangt dus samen met de mogelijkheid om de psychische problematiek op effectieve manier aan te pakken. Daarbij is de laatste jaren een duidelijke verschuiving te constateren in oplossingen die gezocht worden voor de WAO problemen. Steeds meer wordt een grotere verantwoordelijkheid neergelegd bij de werkgever en werknemer zelf om problemen bij arbeidsongeschiktheid, activering en reïntegratie gezamenlijk op te lossen, hierbij geadviseerd door arbodiensten en reïntegratiebedrijven. Er zijn wel degelijk A&O psychologen die hetzij vanuit particulier initiatief, hetzij vanuit bedrijven wetenschap, of onderwijs zich richten op onderwerpen rond psychische arbeidsongeschiktheid (o.a. Meyman, Schabracq, Schaufeli, Schreurs). Vanuit het NIP echter is een goed verankerde rol voor A&O-psychologen op dit gebied nog vatbaar voor verbetering. Wij menen dat de tijd rijp is voor visievorming en beïnvloeding vanuit de arbeids- en organisatiepsychologie. Wij worden in deze opinie gesterkt door de intentieverklaring tot de-medicalisering van verzuim en reïntegratie (persbericht 21 november 2003, BOA en BPV&Werk). We zien echter de volgende knelpunten in invloedsmogelijkheden: • • • • • •
Vanuit politiek/overheid wordt kennelijk weinig advies gevraagd aan NIP of beroepsgroep Vanuit de beroepsgroep c.q. het NIP wordt pas recent en beperkt initiatief genomen richting politiek We vragen ons af in hoeverre de organisatiegraad van de beroepsgroep stevig genoeg is om als gesprekspartner te kunnen dienen voor derden waaronder overheidsinstanties We denken dat samenwerking tussen A&O en eerstelijnspsychologen meerwaarde kan hebben maar vragen ons af in hoeverre dat ook onder de beroepsgroep leeft We zien in de praktijk dat er weinig reacties komen vanuit de beroepsgroep op artikelen in krant of tijdschrift We vragen ons af in hoeverre de focus van de A&O psycholoog hierin meespeelt: sterke gerichtheid op individuele contacten en geabsorbeerd door de dagelijkse zaken
8. Voorstellen voor verdere ontwikkeling Algemeen De organisatie van de beroepsgroep kan een impuls gebruiken. Dat geldt ook voor de organisatiegraad van deze denktank: Hoe zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden verdeeld, welke status heeft de denktank, welke verwachtingen zijn er ten aanzien van het resultaat van de werkgroepen, op welke wijze wordt dat resultaat verder omgezet in praktijk. De beeldvorming van het vakgebied A&O heeft aandacht nodig. Het gaat daarbij om beeldvorming binnen de sectie, en beeldvorming richting politiek en maatschappij. Het betreft diensten en kwaliteiten in de brede zin. Waar vindt je A&O psychologen, wat kun je van ze verwachten, waar kunnen ze worden ingezet, met welke andere secties is synergie mogelijk. De communicatie binnen de beroepsgroep en met het bestuur over krachten en bekwaamheden, werk en werkwijze, en gewenste ontwikkelingen is zeer van belang. Het maakt profilering van de beroepsgroep en positionering in de maatschappij mogelijk, waardoor invloedsmogelijkheden op politieke onderwerpen worden vergroot.
9
Specifiek Vanuit het NIP c.q. de sectie zou deelname aan commissies als CWP, CPA niet meer dan normaal moeten zijn. Een ontwikkeling richting sparringpartner en adviseur omtrent inhoudelijke onderwerpen (WAO, ziekteverzuim, reïntegratie) is zeer wenselijk. Daarmee wordt de profilering van de beroepsgroep gestimuleerd. Daarnaast kan een andere visie op problemen en oplossingsmogelijkheden naar voren komen waarmee de maatschappij als geheel is gediend. Een belangrijk onderwerp voor de sectie ligt in de relatie tussen terugtredende overheid, individualisering en verschraling van de zorg enerzijds, en de psychologische consequenties daarvan voor het welzijn van (potentieel) verzuimende of arbeidsongeschikte medewerkers. Vanuit de beroepsgroep zou er een A&O vertegenwoordiger zitting kunnen hebben in de UWVcommissie die zich bezighoudt met richtlijnen voor WAO in geval van arbeidsongeschiktheid op psychische gronden. A&O psychologie moet als wettelijk verplicht nummer worden opgenomen in arbodiensten. De specifieke kennis en mogelijkheid om interventies breed in een organisatie neer te zetten kan daar een toegevoegde waarde hebben. Afhankelijk van de toekomst van de arbodiensten zou de rol van A&O op de agenda kunnen komen. Vanuit A&O zou er aandacht moeten zijn voor het stigmatiserende en immobiliserende effect van de WAO. Onderzoek en oplossingsmogelijkheden kunnen de instroom en het beroep op de WAO positief beïnvloeden. A&O psychologen kunnen veel meer ingezet worden bij specifieke problemen als bijvoorbeeld “jonge vrouwen in de WAO”. Daarbij is een rol weggelegd op het gebied van onderzoek, preventie en begeleiding. Vanuit de beroepsgroep zou een kleine klankbordgroep geformeerd kunnen worden die als vaste contactgroep dient tussen NIP en andere instanties. Voor A&O psychologen ligt er standaard een rol in het keuringsproces voor de WAO. Daarbij gaat het om een formele positie naast of in samenwerking met de verzekeringsarts. Deze visie betekent een hervorming van het medisch model dat tot heden leidend is voor bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid en de mogelijkheden tot reïntegratie. Visie, kennis en vaardigheden van A&O psychologen liggen op het snijvlak van individu en organisatie. Zij zijn bij uitstek kundig als het gaat om reïntegratie. Het is belangrijk dat de visievorming op reïntegratie binnen de beroepsgroep stevig vorm krijgt teneinde de wetgeving op dit terrein in de goede richting te kunnen sturen.
3 februari 2004 Werkgroep “Politiek en Beleid”, denktank Verzuim & Reïntegratie, NIP. Simon van den Berg Max van Dormolen Chantal van der Loo Sandra Rethmeier
10