Notitie resultaten Aanvullend onderzoek huismus Plangebied: Maria van Bourgondiëlaan 2, 2a en 4, Eindhoven Aan:
I. Verbunt (Plan ROS)
Van:
F.A. van Meurs (Ecoresult)
Kopie:
L. Boon (Ecoresult) en B. Verhoeven (Ecoresult)
Datum:
7 juli 2015
Versie:
01
Ons kenmerk: NER20150702v01
Aanleiding In opdracht van Plan ROS heeft Ecoresult op 12 juni 2015 een huismusonderzoek uitgevoerd in Plangebied: Maria van Bourgondiëlaan 2, 2a en 4, Eindhoven. Aanleiding van het veldonderzoek is de sloop van de bebouwing binnen het plangebied. Deze werkzaamheden kunnen schadelijke effecten hebben op functies voor de huismus1. Tijdens de ten behoeve van de planontwikkeling uitgevoerde quickscan flora en fauna werd geconcludeerd: •
In het plangebied is potentieel essentieel functioneel leefgebied aangetroffen voor huismus, een soort waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn. Door de sloop van de bebouwing en de herinrichting van het plangebied kunnen schadelijke effecten optreden. Op basis van de beschikbare onderzoeksgegevens is het niet mogelijk een juiste effectbeoordeling en eventueel toetsing aan de Flora- en faunawet uit te voeren.
Tijdens het veldbezoek 29 april 2015 in het kader van de quickscan flora en fauna was vastgesteld dat het plangebied geen functie heeft als voortplantingsplaats of vaste rust- en verblijfplaats. Wel werden 1
Meurs, F.A. van, 2015. Quickscan flora en fauna. In kader van de Flora- en faunawet. Plangebied: M. van Bourgondiëlaan 2, 2a en 4, Eindhoven. Rapportkenmerk ER20150511v01. Ecoresult.
1
foeragerende huismussen in het plangebied vastgesteld. Om zeker te zijn dat er al dan niet sprake was van essentieel functioneel leefgebied voor de in de omgeving aanwezige huismusnesten is geadviseerd aanvullend onderzoek uit te voeren door middel van één veldbezoek in juni.
Afbeelding 1: Ligging plangebied rood omlijnd. Voor de regionale ligging, zie de kaartinzet rechtsonder. Kaartbron: PDOK.
2
Werkwijze Op 12 juni 2015 is door B. Verhoeven, ecologisch deskundige van Ecoresult2 het onderzoek uitgevoerd. De weersomstandigheden waren ten tijde van het onderzoek gunstig. Doel van het onderzoek was vast te stellen of het onbebouwde deel van het plangebied als essentieel functioneel habitat (foerageergebied en schuilgelegenheid) fungeert voor de populatie huismussen die in de bebouwing grenzend aan het plangebied zijn verblijfplaatsen heeft. Zo kan op grond van deze onderzoeksresultaten bepaald worden of de Flora- en faunawet (mogelijk) wordt overtreden. En zo ja, toetsen op welke wijze in het kader van de Flora- en faunawet dient te worden gehandeld. Voor het onderzoek worden 3 onderzoeksvragen beantwoord: 1. Is huismus aanwezig? 2. Heeft het plangebied voor huismus de functie als functioneel leefgebied? 3. Blijft de functionaliteit van de voortplantingsplaatsen en vaste rust- of verblijfplaatsen behouden? Er is geen volledig onderzoek naar de functies voortplantingsplaatsen en vaste rust- en verblijfplaatsen uitgevoerd. Het plangebied is hiervoor ongeschikt. De functies zijn onderzocht in relatie tot de potentiële functionaliteit van het plangebied als functioneel leefgebied. Daarbij is gebruik gemaakt van een een verrekijker (Swarovski EL 10x42 WB Swarovision). Zowel het plangebied als de directe omgeving van het plangebied zijn onderzocht.
Resultaten Tijdens het veldonderzoek werd vastgesteld dat maximaal 10 huismussen kortstondig in het groen binnen en rondom het plangebied foerageerden. Daarna vlogen de dieren terug naar de verblijfplaatsen in de woningen aan de Wenzelweg en de Maria van Bourgondielaan (aan de zijde van de achtertuinen) tegenover het plangebied. De huismussen foerageren in het lage struweel rondom de gebouwen en in de haag tussen de gymzaal en het schoolgebouw. Overige elementen als de zanderige omgeving (zandbak, zand op het schoolplein, onverharde zanderige delen van het plangebied), benodigd voor 2
Voor een definitie van ecologisch deskundige wordt verwezen naar https://mijn.rvo.nl/ecologisch-deskundige? inheritRedirect=true
3
stofbad en open water grenzend aan het plangebied, werden door de huismussen niet gebruikt. In de directe omgeving zijn tuinen en andere groenstructuren aanwezig met dezelfde functie. Essentieel functioneel leefgebied voor de huismussen uit de nesten aan de Maria van Bourgondielaan en Wenzelweg nabij het plangebied betreffen de achtertuinen van de woningen aan de Maria van Bourgondielaan en de voor- en achtertuinen van de woningen aan de Wenzelweg, ter hoogte van de betreffende nesten. Tijdens het veldbezoek op 29 april 2015 in het kader van de quickscan flora en fauna is een vergelijkbaar beeld vastgesteld.
Effectenbeoordeling en toetsing De effectbeoordeling en toetsing aan de Flora- en faunawet is gedaan op basis van het stappenplan voor vogels (t.b.v. Artikel 11)3. Dit stappenplan (zie ook Bijlage) hoort bij de beoordeling van een Verzoek ontheffing Flora- en faunawet. Dit is uitgedeeld tijdens de bijeenkomst voor ecologisch adviseurs op 16 en 17 september 2013. Zijn er binnen het plangebied voortplantings- of vaste rust – of verblijfplaatsen van de vogels in het plangebied? •
Nee. Deze liggen in de woonblokken buiten het plangebied.
Zijn er binnen het plangebied locaties met andere ecologische functies (bijv. foerageergebieden), die essentieel zijn voor de functionaliteit van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de vogels (binnen en buiten het plangebied)? •
Nee. Essentiële functionele leefomgeving is aanwezig in de tuinen behorend tot de woningen waar de nesten aanwezig zijn.
De werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. De Flora- en faunawet wordt niet overtreden. Het aanvragen van een ontheffing Flora- en faunawet is niet nodig.
3
Zie Bijlage 2
4
Conclusie Het plangebied fungeert als functioneel leefgebied (niet essentieel foerageergebied). Niet essentieel omdat in de wijde omgeving voldoende gelijkwaardig alternatief foerageergebied aanwezig is. Op korte afstand van het plangebied, in de Wenzelweg en de Maria van Bourgondielaan, zijn meerdere nesten van huismus aanwezig. De tuinen behorende tot deze woningen behoren tot de essentiele functionele leefomgeving van deze nesten. De voorgenomen werkzaamheden binnen het plangebied (slopen van de bestaande bebouwing en nieuwbouw van de school) zorgen niet voor schadelijke effecten op: •
de vaste rust- en verblijfplaatsen en
•
voortplantingsplaatsen die buiten het plangebied liggen en
•
essentieel functioneel leefgebied.
De werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. De Flora- en faunawet wordt niet overtreden. Het aanvragen van een ontheffing Flora- en faunawet is niet nodig.
Aanbeveling Los van de onderzoeksresultaten, maar als duurzame inrichtingsmaatregel “inclusief bouwen voor vleermuizen en vogels, heeft het de ecologische voorkeur om rekening te houden met de wensen van vleermuizen en vogels in het nieuwe ontwerp. Anders gezegd: door inclusief te bouwen voor vleermuizen en vogels wordt bijvoorbeeld een (nieuw) gebouw of kunstwerk toegankelijk voor vleermuizen en vogels of blijft een potentiële vliegroute intact. Ecoresult kan u hierover adviseren en dit opnemen in het mitigatieplan en/of ontwerp voor de nieuwbouw. Gelet op de langere termijn-plannen en de ligging nabij huismusnesten verblijfplaatsen adviseert Ecoresult om in de nieuw te bouwen woningen verblijfplaatsen voor vleermuizen en huismus aan te brengen en bij het inrichten van de buitenruimte gebruik te maken van soorten als liguster en vuurdoorn.
5
Bijlage
Stappenplan voor vogels
6