Notitie categoriaal pastoraat – een overzicht
Generale Synode November 2008 MDO 08.06a
1
Het categoriale pastoraat – een overzicht De synode heeft in 2007 rond het rapport van het Generaal College voor de Visitatie een aantal besluiten genomen met betrekking tot het categoriaal pastoraat. Een deel daarvan zou in het najaar van 2008 wederom aan de orde komen. Het betreft de besluiten: 4. Het moderamen opdracht te geven tot een fundamentele bezinning op het wezen, de waarde, continuïteit, functie en taak van het studentenpastoraat en hierover in november 2008 te rapporteren aan de generale synode; (Notitie Categoriale Pastoraten - Studentenpastoraat) 8. Het moderamen op te dragen de synode een helder beeld te geven van alle door de kerk ondersteunende categoriale pastoraatsvormen en daarvoor de functie, noodzaak en continuïteit aan te geven; 9. Het bestuur van de dienstenorganisatie op te dragen de synode de verschillende geldstromen voor categoriaal pastoraat inzichtelijk te maken. In deze notitie wordt eerst kort ingegaan op het categoriaal pastoraat in het algemeen. Daarna volgt een overzicht van de verschillende categoriale pastoraten (besluit 8), met aan het eind een overzicht van de verschillende geldstromen (besluit 9). Het categoriale pastoraat is een taak van de kerk. Echter de krimp van de financieringsmiddelen maakt het lastiger om deze verantwoordelijkheid goed uit te voeren met de middelen die de kerk ter beschikking heeft. Daarom is meer oriëntatie op de lokale positie van het categoriale pastoraat noodzakelijk en moeten de geldstromen op een andere manier aangewend worden. 1. Pastoraat Kern van alle pastoraat is het omzien naar elkaar in de naam van Christus. In deze notitie reserveren we het begrip ‘pastoraat’ voor de aandacht die gestructureerd en bedoeld aan elkaar gegeven wordt in, vanuit of namens de gemeente en de kerk. Waar mensen elkaar ontmoeten en een relatie met elkaar aangaan om, bij het licht van het evangelie, samen een weg te zoeken in geloofs- en levensvragen, is sprake van pastoraat. De mensen die werkzaam zijn in het pastoraat, weten wat er allemaal kan spelen in een mensenleven. Als vrijwilliger, ambtsdrager of beroepskracht hebben zij geleerd om te luisteren. Zij zijn er voor mensen, zoeken met hen naar verheldering van hun situatie en begeleiden hen op hun levensweg. Basis Pastoraat is een van de kernfuncties van het gemeente- en kerkzijn (art X-3). De gemeente is de basis voor alle vormen van pastoraat (Ord 8-4-1, ord 8-4-4). Zelfs waar de plaatselijke gemeente geografisch gezien ver weg is van de plek waar pastorale zorg wordt gegeven, bijvoorbeeld binnen de krijgsmacht, opererend op geïsoleerde plekken in de uitzendgebieden, blijft de lokale kerkelijke gemeente de basis. Daarnaast heeft ook de kerk als geheel een verantwoordelijkheid voor pastoraat in bijzondere situaties. De kerk geeft in haar pastorale arbeid in Nederland en daarbuiten gehoor aan haar roeping tot herderlijke zorg. Zij is in het bijzonder verantwoordelijk voor het categoriale pastoraat, zoals het pastoraat in gezondheidszorg, koopvaardij, krijgsmacht en justitiële inrichtingen. (Ord. 14 art. 10-1) Categoriaal pastoraat Categoriaal pastoraat is daar aan de orde waar mensen zich – min of meer gedwongen – minder binnen het bereik van de plaastelijke gemeente bevinden: in de zorginstelling, in het leger of de gevangenis; onderweg – beroepsmatig in de koopvaardij of binnenvaart of als reiziger op Schiphol; jonge mensen die vanwege hun opleiding buiten de woonplaats van hun gezin van herkomst gaan wonen. Het categoriale pastoraat is een onmiskenbaar eigen taak van de kerk, zonder aan de verantwoordelijkheid van de gemeenten afbreuk te doen. De categoriale pastoraten vloeien voort uit het gemeentepastoraat, maar daar waar het de capaciteiten of omvang van de plaatselijke gemeente te boven gaat verzorgd vanuit de landelijke kerk (Ord. 8-4, ord. 14-10). Categoriaal pastoraat kan daarom ook nooit op zichzelf staan of doel in zichzelf worden, los van het gemeentepastoraat. Categoriale pastoraten hebben de gemeente nodig, om hen te behoeden voor een al te ver doorgevoerde eenzijdigheid; een eenzijdigheid die per definitie gegeven is met deze
2
vorm van pastoraat. Immers, categoriaal pastoraat richt zich altijd op een bepaalde doelgroep waarbij de bijzondere gezamenlijke situatie en daarmee gegeven problematiek een stempel drukt op de pastorale activiteit. Tenslotte vormt de plaatselijke gemeente het verbindende element tussen de categoriale pastoraten. En als het goed is wordt de gemeente geïnspireerd en kritisch bevraagd door het categoriaal pastoraat, vooral waar het zijn plaats midden onder ons vindt, zoals bijvoorbeeld in de gezondheidszorg. Het categoriaal pastoraat biedt de gemeente namelijk ook iets. Visitatie Het is vanuit het uitgangspunt dat de gemeente de basis blijft voor het pastoraat, maar dat er ook vormen van categoriaal pastoraat noodzakelijk zijn naast het ‘gewone’ gemeentepastoraat, dat de relatie met de colleges voor de visitatie voor het categoriaal pastoraat van groot belang is. Immers, juist bij de visitatie kan gevraagd worden in hoeverre het categoriaal pastoraat de aandacht heeft van de plaatselijke gemeente. Missionair Categoriaal pastoraat is per definitie missionair, in de betekenis dat het namens de kerk geboden wordt aan ieder die daarvoor openstaat, kerk-lid of niet (Ord 8-4-2, ord 8-4-4). Het gaat vaak om presentie op die plekken en momenten waar mensen worstelen met essentiële vragen over het leven. Door juist daar als kerken met pastoraat aanwezig te zijn, krijgen we gelegenheid om samen met mensen te zoeken naar en mogelijk te wijzen op de weg van het Koninkrijk. Categoriaal pastoraat wil daar waar mogelijkheden zijn, mensen wijzen op wat God en zijn Woord in het leven van mensen kan betekenen, juist ook daar waar het leven minder eenvoudig of vanzelfsprekend is. Oecumenisch Categoriaal pastoraat is in wezen en de praktijk ook oecumenisch (Ord. 8-5-1). Dat blijkt in bijvoorbeeld het dovenpastoraat in engere zin, waar de Protestantse Kerk in Nederland verregaand samenwerkt met de Christelijke Gereformeerde Kerken. Dat blijkt in ruimere zin in bijvoorbeeld de krijgsmacht en de gezondheidszorg, waarin vanuit verschillende denominaties en zelfs godsdiensten wordt samengewerkt om ieder de geestelijke verzorging te kunnen geven die hij of zij wenst, zonder dat van concurrentie sprake is. De oecumenische samenwerking staat tegelijkertijd onder druk vanwege de teruggang in financiële middelen in sommige andere kerken. Integratie en flexibiliteit Voor bepaalde doelgroepen wil categoriaal pastoraat ook een bijdrage geven aan de emancipatie van mensen, m.n. daar waar zij door lichamelijke of geestelijke beperkingen gehinderd worden aan het normale gemeenteleven deel te nemen. Categoriaal pastoraat is daarom gericht op integratie en is in die zin ook nooit los te zien van de gemeente. Bij het laatste voorbeeld kan gedacht worden aan het zoveel mogelijk faciliteren van vormen van ‘samen’ die maken dat ‘gewoon’ meedoen ondanks de beperking in belangrijke mate mogelijk wordt. In situaties waarbij het fysiek niet mogelijk is deel te nemen aan het lokale gemeenteleven, kan het categoriale pastoraat de verbindende schakel vormen die de band met de gemeente symboliseert. De laatste decennia zijn de gemeenschappen die mensen vormen ingrijpend van karakter veranderd. De toegenomen mobiliteit en de communicatietechnologie hebben in het bijzonder aan deze veranderingen bijgedragen. De samenleving wordt wel getypeerd als een 'netwerk-samenleving', waarin het individu de gemeenschap en gemeenschapsvorming voor een belangrijk deel niet meer zoekt in de lokale samenleving. Ook kerken en kerkelijke gemeenschappen kunnen aan deze sociologische werkelijkheid niet ontsnappen: gemeenten zijn netwerken van mensen die samen benoemen en uitwisselen waaruit hun onderlinge verbondenheid bestaat. We kennen heel veel gemeenschappen die ‘kerkbeleving’ oproepen bij de betrokkenen. De opgave voor kerken is in het spoor van deze ontwikkelingen te vernieuwen en slagvaardig en flexibel hierop te reageren. T.a.v. het categoriaal pastoraat staat de kerk dan ook voor de vraag of en in hoeverre de huidige structuur daarvan nog adequaat is. Financiering Omdat het categoriaal pastoraat een taak is van de kerk stelt zij daarvoor ook geldelijke middelen ter beschikking, dan wel stelt de Dienstenorganisatie zelf mensen aan om dit werk uit te voeren. Daarnaast stelt de overheid vanuit het ministerie van Justitie en het ministerie van Defensie geld
3
beschikbaar voor de pastorale zorg aan hen die verblijven in detentie en voor hen die werken in een van de onderdelen van de krijgsmacht. Beroepskrachten In diverse pastoraten zijn academisch opgeleide theologen werkzaam, al dan niet met een aanvullende opleiding tot geestelijk verzorger. Ook werken in verschillende categoriale pastoraten HBO-theologen. Iedere vorm van categoriaal pastoraat heeft daarnaast veelal haar eigen aanvullende deskundigheidseisen, zoals het beheersen van gebarentaal (dovenpastoraat) of veiligheidstrainingen (koopvaardijpastoraat) Beleid en werkgroepen De synode kan voor die pastoraten die de kerk financiert beleid maken. Voor de pastores in dienst van Justitie en Defensie, wordt het beleid vastgesteld door de respectievelijke verantwoordelijke diensten Geestelijke Verzorging in overleg met het betreffende Contact in Overheidszaken. Het pastoraat in de gezondheidszorg ziet de kerk wel als haar taak, maar er is hier geen landelijk beleid voor beschikbaar. Vele pastores en pastoraal werkenden zijn in dienst van het instituut waarvoor ze werken. Sommigen hebben wel een binding met een kerkelijke gemeente, anderen niet. Voor alle in deze notitie genoemde vormen van categoriaal pastoraat is onder verantwoordelijkheid van de Dienstenorganisatie een werkgroep van deskundige vrijwilligers actief. Zij zijn de onmisbare schakel tussen de werkvloer en de beleidsmakers. Beleidspunt In de huidige financiële situatie is het niet meer mogelijk om financiële toezeggingen voor onbeperkte termijn te doen. Daar waar mogelijkheden zich voordoen, door bijvoorbeeld een ontstane vacature, moet aan projectmatige financiering de voorkeur gegeven worden. Echter, het is niet mogelijk om alle categoriale pastoraat op korte termijn om te vormen naar projectmatige financiering omdat er reeds aangegane verplichtingen (onder meer arbeidscontracten) zijn, die niet opgezegd kunnen worden. Hieruit volgen de volgende beleidspunten: - Op termijn wordt de institutionele, structurele financiering voor het categoriale pastoraat losgelaten. Daar waar mogelijk wordt gekozen voor een projectmatige financiering, zo mogelijk in samenwerking met externe financiers. - Het werk van het categoriale pastoraat zal zich meer moeten richten op integratie van het het categoriale pastoraat in de (vele verschijningsvormen van) de lokale gemeente. 2. Overzicht categoriale pastoraten 2.1 Koopvaardijpastoraat Doelgroep Zeevarenden die een van de havens in Rotterdam Rijnmond, Moerdijk, Amsterdam en Eemshaven/Delfzijl aandoen. Jaarlijks zijn dit enkele tienduizenden schepen. Doel Predikanten en pastoraal werkers bezoeken de schepen. Op deze manier kunnen zeevarenden hun hart even luchten of gewoon eens een gesprek in het Nederlands voeren. Een aantal pastores is getraind in het bieden van hulp bij traumatische situaties. Ook diaconaat en kerkdiensten horen bij het werk. Werkwijze De werkgroep Koopvaardij/Nederlandse Zeemans Centrale coördineert dit werk, dat wordt gedaan in de bovengenoemde havens. Bij de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk zijn twee predikanten in dienst (beroepen door de Generale Synode als predikant in algemene dienst) en een kerkelijk werker. Zij worden betaald uit de missionaire geldstroom. Ondersteuning De Nederlandse Zeemanscentrale (NZC) is een stichting waarin vijf organisaties samenwerken. Dit
4
zijn het Protestants Koopvaardijwerk Rijnmond (namens de Protestantse Kerk), de Stichting Diakonaal Havenprojekt Rotterdam, de deputaatschappen geestelijke verzorging varenden van de Nederlandse en Christelijk Gereformeerde Kerken, de stichting koopvaardijpastoraat Groningen en het Protestants Koopvaardijwerk Amsterdam/IJmond (namens de Protestantse Kerk). Zij beoogt een landelijk beleidsbepalende en coördinerende functie uit te oefenen richting medeorganisaties, havenschappen en politiek. In de NZC zijn twee bestuursleden namens de Protestantse Kerk actief. Toekomst Naast de belangrijke doorgaande en intensiever wordende taak van de pastores, werkeres en vrijwilligers, zijn er voor de komende periode 2007/2012 een aantal projecten vastgesteld door de Nederlandse Zeemanscentrale, waarin de Protestantse Kerk participeert. In de Eemshaven zal men het zeemanshuis verder afbouwen. In regio IJmond wordt een pastor beschikbaar gesteld voor Sea TV, een project waarbij DVD´s worden verspreid vanuit de pastorale diensten aan zeevarenden. Regio Rijnmond maakt een fotoexpositie over het pastoraat aan zeevarenden en een powerpointpresentatie ten behoeve van voorlichting over deze vorm van pastoraat. De projecten rond de zeemanshuizen worden gecontinueerd en er wordt gestreefd naar uitbreiding van de beschikbaarheid in Moerdijk. In het algemeen houdt men de website bij, organiseert men ervaringstrainingen voor de pastores, deelname aan conferenties en voorlichting over het pastoraat aan zeevarenden. Een belangrijke taak is de fondswerving voor dit werk en tegelijk het attenderen van politiek en havenbedrijf op de noodzaak de zeevarenden goed te faciliteren. Op dit moment is er in de meeste gemeenten weinig contact tussen de koopvaardijpastores en hun wal-collega’s. Intentie is om hierin toenaderende stappen te ondernemen. Dit moet ook zorgen voor een betere integratie van het werk binnen de algehele structuur van het kerkelijk leven in de regio. Beleidspunt - De plaatselijke gemeenten in de omgeving van de grote havens stimuleren om contacten tussen koopvaardijpastoraat en het walpastoraat op te zetten en te bezien of er op enkele gebieden nader contact en/of samenwerking mogelijk is. 2.2 Binnenvaartpastoraat Doelgroep De werkgroep Pastoraat Binnenvaart verzorgt samen met twee predikanten in deeltijd en tientallen vrijwilligers het pastoraat aan de opvarenden van de Nederlandse binnenvaartvloot. Nederland en het Rijn- en Roergebied vormen de uitvalsbasis voor dit pastoraat. Van daaruit is er tevens aandacht voor de Nederlandse schippers die elders in Europa varen. Exacte aantallen van wie bereikt worden zijn niet goed te geven. Ieder jaar komen ongeveer 40 deelnemers naar de bezinningsweekenden (tweemaal per jaar) en is er ook een jongerenweekend. Er zijn 1000 abonnementen op de krant “Contact van wal en schip”. De website vervult een goede rol in de onderlinge communicatie; om de website up to date te houden is secretariële ondersteuning nodig. Via de communicatiepagina in de algemene Scheepvaartkrant worden ook anderen dan leden van protestantse gemeenten bereikt. Ook voor hen is de elektronische snelweg van groot belang (plaatsen van dagteksten etc.). De missionaire spits (herkenbaarheid van het werk ook voor deze doelgroep) in het werk is ook hier van belang. Doel Pastoraat is het belangrijkste doel. Het zwaartepunt van de aandacht ligt bij crisispastoraat. Er wordt altijd melding gedaan bij de pastores; de predikant in de betreffende regio gaat na of eventueel iemand anders naar het betreffende schip kan gaan. Een goed netwerk is nodig, mét een centraal coördinatieadres. (vgl. de ‘dokterswacht’). Schippers (en hun partners) hebben veel over voor hun beroep en voor de manier van leven die gevraagd wordt. Van mensen aan de wal is er er soms weinig begrip voor hun situatie; dat brengt nogal eens eenzaamheid mee. Ook hiervoor is pastoraat van belang. Werkwijze Twee predikanten zijn beroepen door een plaatselijke gemeente. Deze krijgen geld vanuit de Solidariteitskas om de predikant voor het werk onder binnenvaartschippers te betalen. De predikanten zijn verantwoordelijk voor plaatselijk pastoraat onder de schippers in Nederland en het Ruhrgebied en sturen het werk aan dat elders door kerken en vrijwilligers wordt verricht. Er is pastorale samenwerking met de Christelijk Gereformeerde en Rooms-Katholieke pastores.
5
Ondersteuning De werkgroep Pastoraat Binnenvaart verzorgt samen met enkele predikanten en tientallen vrijwilligers het pastoraat aan opvarenden van de Nederlandse binnenvaartvloot. De werkgroep onderhoudt tevens het contact tussen de wereld van de opvarenden van de binnenvaartvloot en de Dienstenorganisatie. Toekomst Integratie van deze pastorale zorg binnen gemeenten aan de wal is ook voor deze vorm van pastoraat het doel van de toekomst. De nieuw aangestelde pastor heeft voor de projectduur van vier jaar dan ook met name het onderzoeken van mogelijkheden hiertoe als taak gekregen. Beleidspunt - In afwachting van de resultaten van bovengenoemd onderzoek, plaatselijke gemeenten stimuleren de mogelijkheden te bezien voor pastoraat aan binnenschippers en hun familieleden. 2.3 Justitie- en nazorgpastoraat Doelgroep De ruim 14.000 gedetineerden in gevangenissen, huizen van bewaring, TBS-klinieken en Detentiecentra binnen Nederland. Met name de laatste jaren is er sprake van een veranderde populatie gedetineerden. Doel Het houden van vieringen, gespreksgroepen,individuele gesprekken met de gedetineerden en het adviseren van de inrichting over vragen rondom humaniteit. Justitiepredikanten geven, daarin ondersteund door vele vrijwilligers, geestelijke verzorging inhoud met pastoraat en diaconaat. Zo kan in de contacten iets worden ervaren van het bezielde verband van God met de mensen. En zo kan het geloof bijdragen een nieuwe levensweg te gaan. Onder gedetineerden is grote behoefte aan geestelijke verzorging. Een KASKI onderzoek uit 2003 wijst uit dat 87% van de gedetineerden behoefte heeft aan geestelijke verzorging. 81% Maakt er gebruik van. Wekelijks gaan enkele duizenden gedetineerden naar de kerk in de gevangenis. Werkwijze Er zijn 54 predikanten, waarvan 42 vanuit de Protestantse Kerk, en een groot aantal kerkelijke vrijwilligers die zich inzetten zich voor de geestelijke verzorging van de hierboven genoemde 14.000 gedetineerden tijdens en na hun detentie. De predikanten zijn in dienst van Justitie en worden door Justitie betaald. De protestantse predikanten worden beroepen door de Generale Synode als predikant met een bijzondere opdracht. De Hoofdpredikant geeft leiding aan de predikanten en is de verbinding tussen het ministerie en de kerken. In Nederland zijn ruim 800.000 allochtone christenen Het beleid is om in de komende jaren een aantal predikanten uit de migrantenkerken aan te stellen. Het protestants justitiepastoraat werkt vanuit de Dienst Geestelijke Verzorging van de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie. Van de Dienst Geestelijke Verzorging maken deel uit: Rooms-Katholieken, Protestanten, Humanisten, Joden, Moslims, Hindoes en Boeddhisten. Het totaal aantal geestelijk verzorgers is 258. Met het rooms-katholiek justitiepastoraat is een goede samenwerking. Er zijn veel gezamenlijke projecten in een Oecumenisch Strategische Alliantie. Die betreffen vrijwilligerswerk, nazorg (Exodus), Kerken met Stip,de ontwikkeling van een Handboek voor het Justitiepastoraat en een Theologisch Centrum voor het Justitiepastoraat, de basistraining voor beginnende justitiepredikanten en –pastores, en de ontwikkeling van een christelijk vormingsprogramma. De stichting Epafras verricht pastoraat onder Nederlandse gedetineerden in het buitenland. Enkele van de justitiepastores verlenen op vrijwillige basis hun medewerking aan deze stichting. Tevens ontvangt deze stichting jaarlijks een bijdrage van Kerk in Actie. Ondersteuning De Werkgroep Justitiepastoraat van de PKN onderhoudt contacten met de predikanten. Ieder lid van de Werkgroep (plm. 12 leden ) bezoekt jaarlijks gemiddeld vijf predikanten, die haar of hem zijn
6
toegewezen. De Werkgroep is alert op signalen, die uit deze contacten voortkomen en wanneer er trends naar voren komen, die tot commentaar of adviezen aanleiding geven, wordt het standpunt van de Werkgroep doorgegeven aan het ministerie of de kerkelijke organen. De Werkgroep en de justitiepredikanten proberen een brugfunctie te vervullen tussen de wereld van justitie en de kerkelijke beleidsmakers. De Werkgroep is van oordeel dat dit (nog) niet naar wens verloopt en zoekt naar wegen om daar verbetering in aan te brengen. Met name met de organisatie Kerken met Stip, die tot doelstelling heeft om ex-gedetineerden in de kerkelijke gemeenschap op te vangen, heeft de Werkgroep goede contacten. Betrokkenheid van de kerken Ook op lokaal niveau is het streven de plaatselijke kerkelijke gemeenten te laten participeren in het werk van het justitiepastoraat. Dit lukt heel vaak goed. Kerken blijken te motiveren te zijn in betrokkenheid op gedetineerden als medemensen. Dit blijkt onder andere ook uit de landelijke paasgroetenactie van de PKN en uit de grote betrokkenheid van de kerken op het nazorgpastoraat. Ook lokale kerken bieden steun. Toekomst De betrokkenheid van kerken op de vreemdelingenbewaring is groot. Het Rooms-Katholiek en Protestants Justitiepastoraat hebben een nota uitgegeven ‘Meer perspectief in de vreemdelingenbewaring.’ Kerk in Actie, het justitiepastoraat en een aantal partners bereiden een tussenfasehuis voor om mensen die terug willen naar hun land van herkomst te begeleiden. Ook is de Protestantse Kerk in Nederland / Kerk in Actie in samenwerking met het justitiepastoraat betrokken bij de kwaliteit van de vreemdelingendetentie. Ook de paasgroetenactie is een jaarlijks terugkerend initiatief van Kerk in Actie. Het Justitiepastoraat krijgt steeds uitgebreider een vervolg in projecten met nazorg en begeleiding van ex-gedetineerden. In de tien Exodushuizen, overal in het land, worden, met behulp van lokale kerken, ex-gedetineerden voor langere tijd opgevangen en begeleid naar een plaats in de maatschappij. Een binding met de maatschappij is noodzakelijk om mee te kunnen draaien in de samenleving. Ook heeft Exodus 1500 vrijwilligers vanuit de kerken die deelnemen in het justitiepastoraat, individuele begeleiding geven aan ex-gedetineerden en die kinderen naar hun ouders in detentie begeleiden. Ook zijn er nazorgprojecten van DOOR, Ontmoeting en Moria. Gevangenenzorg Nederland geeft begeleiding tijdens en na de detentie. Met dit door de kerken gesteunde nazorgwerk vervult de kerk een belangrijke maatschappelijke functie. Betekenis voor de kerken Justitiepastoraat is een plek die als inspiratiebron voor de kerk kan dienen. Hier worden bijvoorbeeld nieuwe vormen van liturgie en geloofscommunicatie ontwikkeld. En juist hier is de actualiteit van het christelijk geloof ieder moment aan de orde. De kerk zou hier veel meer gebruik van kunnen en moeten maken. Juist Justitiepastoraat is een stuk gezicht van de kerk naar buiten, naar de samenleving toe. Beleidspunten - Plaatselijke gemeenten aanmoedigen meer te participeren in (aandacht voor) het werk van het justitiepastoraat en nazorgpastoraat. - De inspiratiebron die het Justitiepastoraat kan zijn, beter en meer gebruiken ten bate van de kerk in al haar geledingen. Het beleid voor de predikanten wordt gemaakt door de zendende instantie de Interkerkelijke Commissie voor de geestelijke verzorging in de Inrichtingen van Justitie in samenwerking met de hoofdpredikant (beleidsnota 2004-2008 te downloaden via www.gevangenispredikant.nl). Als Protestantse Kerk dragen wij bij door onze predikanten via de Generale Synode te beroepen voor dit werk en ambtelijk het werk in dienst van het Ministerie van Justitie mogelijk te maken. Op deze wijze willen we als kerk op die plekken zijn, waar mensen worstelen met intense levensvragen en waar geloofsbeleving manifest wordt. 2.4 Krijgsmachtpastoraat Doelgroep
7
Krijgsmachtpastoraat is er voor de ruim 60.000 medewerkers die in dienst zijn van de diverse onderdelen van de krijgsmacht. Niet allen maken gebruik van of kunnen (door personeelstekort) gebruik maken van de diensten van de krijgsmachtspastores. Naast de medewerkers, horen in sommige gevallen ook de gezinnen van de medewerkers van de krijgsmacht tot de doelgroep. Doel De Dienst Protestantse Geestelijke Verzorging, waarbinnen de protestantse predikanten werkzaam zijn, ondersteunt militairen en hun directe relaties bij geloof en zingeving. De dienst is deskundig in levensbeschouwelijke communicatie in de krijgsmacht. Zorg voor humaniteit bij optreden van de krijgsmacht, ook in internationaal verband, heeft zijn bijzondere aandacht. De krijgsmachtpredikanten verrichten pastoraat namens hun zendende kerken. Zij zijn geroepen omwille van het Evangelie van Jezus Christus. Als ambtsdragers van hun kerk gaan zij voor in liturgie en bezinning van militairen overal ter wereld. In een militaire omgeving zijn vragen rond leven en dood, goed en kwaad, zinvolheid en zinleegte immer actueel. Krijgsmachtpredikanten staan in een lange kerkelijke traditie, en zijn juist opgeleid om in te gaan op zulke levensvragen. Pastoraat vereist als eerste ‘bij de mens te zijn’ tijdens uitzending en operationele inzet. Zij zijn er voor iedereen. Geestelijke verzorging is te onderscheiden in persoonsgerichte, groepsgerichte en structuurgerichte activiteiten. Die activiteiten zijn principieel aanvullend aan elkaar. Werkwijze De krijgsmacht kent de Diensten Geestelijke Verzorging met in totaal 150 geestelijk verzorgers. Daaronder vallen in totaal 5, binnenkort 6 diensten, waarvan de Dienst Protestants Geestelijke Verzorging (PGV) met 52 krijgsmachtpredikanten er één is. Van de 52 krijgsmachtpredikanten zijn er ruim 40 gezonden door de Protestantse Kerk in Nederland. Aanname van een krijgsmachtpredikant vindt plaats in samenwerking tussen Defensie, het Contact in Overheidszaken – Militairen (CIO-M) en, waar het PKN predikanten betreft, namens de synode de Commissie Inhoudelijk Gesprek. Voor wat betreft de uitvoering van het werk is Defensie verantwoordelijk voor inzet en ondersteuning en de kerk (zendende instantie) voor de inhoud. Borging van kwaliteit vindt ook binnen dit samenwerkingsverband plaats. Krijgsmachtpredikanten worden beroepen door de Generale Synode als predikant met een bijzondere opdracht en benoemd door Defensie. Zij zijn in dienst van Defensie en worden door Defensie betaald. Ondersteuning De kerk als zendende instantie is verantwoordelijk voor de inhoudelijke aspecten van het krijgsmachtpastoraat, waaronder de boodschap welke door de krijgsmachtpredikanten wordt uitgedragen. Daarnaast behoudt zij ook bijkomende verantwoordelijkheid voor het functioneren van de krijgsmachtpredikanten (de gezondenen) in het algemeen. Om daar invulling aan te kunnen geven heeft de Generale Synode van de Protestantse Kerk in Nederland de werkgroep Kerk & Krijgsmacht (K&K) aangewezen als begeleidingscommissie, samengesteld uit vrijwilligers. Belangrijkste taken van K&K zijn: • zij participeert in de voorbereiding van het door de Protestantse Kerk in Nederland te voeren beleid gericht op de geestelijke verzorging in de krijgsmacht; • zij onderhoudt namens de Protestantse Kerk in Nederland contact met de krijgsmachtpredikanten en begeleidt hen (en in bijzondere gevallen –met name bij uitzendingen- ook hun gezinsleden) bij hun werk; • zij organiseert jaarlijks een PKN krijgsmachtpredikanten contactdag. • zij heeft, inzake het ambtelijk handelen van krijgsmachtpredikanten een signalerende, preventieve en zo nodig verwijzende functie met betrekking tot de voor het opzicht verantwoordelijke organen van de kerk; • zij verzorgt c.q. werkt mee aan de scholing en vorming van krijgsmachtpredikanten; • zij stimuleert de gemeenten zich bij het pastoraat in de krijgsmacht te laten betrekken door deze voorlichting te geven over (de geestelijke verzorging in) de krijgsmacht en te adviseren ten aanzien van de pastorale zorg voor hen die bij de krijgsmacht dienen; • zij bezint zich op vraagstukken betreffende het arbeidsveld geestelijke verzorging in de krijgsmacht, op vraagstukken waarop de geestelijke verzorging in de krijgsmacht stuit, op
8
vragen betreffende oorlog en vrede,en geeft aan de resultaten daarvan bekendheid, onder meer langs publicitaire weg. OPOG Hoewel actief onder veel meer groepen dan alleen de krijgsmacht, willen we hier verder noemen de werkgroep Oecumenisch Pastoraat aan Oorlogs- en Geweldsgetroffenen. De Protestantse Kerk participeert ook in deze werkgroep. Deze werkgroep zet zich via een netwerk van pastores en vrijwilligers in voor de belangen van wie is getroffen door oorlog, een ramp of geweld. Op verschillende niveaus wordt gewerkt aan bezinning en verwerking. Beleidspunt - Plaatselijke gemeenten aanmoedigen om meer aandacht te besteden aan het pastoraat aan hen die terugkeren van een missie. Het beleid voor de dienst Geestelijke Verzorging, wordt gemaakt door de Krijgsmacht. De Protestantse Kerk heeft hier via diverse organen inspraak in, zoals boven beschreven. Vanuit de Protestantse Kerk is onze bijdrage vooral het opleiden, beroepen en als zodanig beschikbaar stellen van predikanten met bijzondere opdracht voor het vervullen van deze functie. Op deze manier zijn we als kerk dicht bij onze mensen, terwijl ze op missie zijn, maar ook daar waar ze zich op de bases aan het voorbereiden zijn. 2.5 Dovenpastoraat Doelgroep Doven en slechthorenden binnen de Protestantse Kerk in Nederland die vanwege hun beperking behoefte hebben aan aangepaste pastorale zorg. Er zijn ongeveer 1200 pastorale adressen. Doel Het Interkerkelijk Dovenpastoraat zet zich in voor participatie van doven in de kerkelijke gemeente en voor aangepaste pastorale zorg. De werkgroep Dovenpastoraat van de Protestantse Kerk in Nederland werkt hierin samen met de deputaten Gezondheidszorg Christelijke Gereformeerde Kerken. Werkwijze In de uitvoering zijn drie predikanten werkzaam. Een van deze predikanten is in dienst van de Christelijk Gereformeerde Kerken. Twee predikanten zijn in dienst van de Protestantse Kerk, beroepen door de Generale Synode als predikant in algemene dienst en worden betaald uit de Solidariteitskas. De predikanten voeren enerzijds veel pastoraat uit, geven catechese, leiden kerkdiensten en verrichten individueel pastoraat. Anderzijds rusten zij, in samenwerking met de werkgroep Interkerkelijk Dovenpastoraat en diverse regionale werkgroepen, plaatselijke kerken en hun commissies toe om invulling te kunnen geven aan deze vorm van pastoraat. Ondersteuning De werkgroep Dovenpastoraat van de Protestantse Kerk werkt en vergadert samen met deputaten Gezondheidszorg Christelijk Gereformeerde Kerken als werkgroep Interkerkelijk Dovenpastoraat. Zij bestaat geheel uit vrijwilligers. De werkgroep vormt het contact tussen het dovenpastoraat en de Dienstenorganisatie. Toekomst Binnen de commissie Solidariteitskas is een discussie gevoerd over de toekomst van het Dovenpastoraat. Onderstaand een weergave. Een belangrijk punt voor de toekomst is het toewerken naar vergrote bewustwording van plaatselijke gemeenten van het belang van pastoraat onder doven en een integratie zoveel mogelijk van het pastoraat in de plaatselijke gemeenten. Daarnaast is er een voortdurende aandacht voor (nieuwe) vormen van kerk-zijn met en voor doven. Enerzijds betekent dit een zoeken naar vierplekken en plaatsen van ontmoeting in gemeenten. Anderzijds zal hiervoor in
9
bestaande gemeenten de toerusting van hen die actief zijn in pastoraat en eredienst moeten worden uitgebreid met vaardigheden specifiek voor het dovenpastoraat. De nieuw aan te stellen pastor (per 01/01/2009 is er een vacature) krijgt de opdracht om, naast andere taken als crisispastoraat, voorgaan in erediensten, catechese, enz., zich samen met de twee andere collega’s voor 20% van de totale werktijd te richten op het onderzoeken en uitvoeren van mogelijkheden van integratie van het dovenpastoraat in de plaatselijke gemeente en de betrokkenheid van de plaatselijke gemeenten bij deze vorm van pastoraat te vergroten. Hiertoe dient ook materiaal te worden ontwikkeld en een goed PR-beleid te worden opgezet. Een en ander zal beschreven worden in een meerjarig werkplan. In de komende vier jaar moet binnen het dovenpastoraat gekeken worden naar behoeften en mogelijkheden voor geloofsgesprek en moet zonodig hiervoor materiaal aangepast of ontwikkeld worden. Beleidspunt - De dovenpastores richten zich voor minimaal 20% van hun werktijd op het onderzoeken en uitvoeren van mogelijkheden voor integratie van het dovenpastoraat in plaatselijke gemeenten. - De komende vier jaar wordt gekeken naar behoeften en mogelijkheden voor geloofsgesprek die aansluiten bij de behoefte van de doelgroep. Zo mogelijk wordt hiervoor materiaal aangepast of ontwikkeld. - Plaatselijke gemeenten worden gestimuleerd om pastoraat aan doven en slechthorenden te integreren voor zover mogelijk binnen het pastoraat in hun eigen gemeente. 2.6 Pastoraat in de Gezondheidszorg Doelgroep Mensen binnen een van de instellingen voor gezondheidszorg in Nederland. Doel Geestelijke verzorging voor de mensen die in deze instellingen verblijven. Zowel door het bieden van pastoraat, als het aanbieden van vieringen of andere vormen van geestelijke verzorging. De Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen (VGVZ) stelde in 2002 een beroepsstandaard vast, waarin geestelijke verzorging wordt gedefinieerd als ‘De professionele en ambtshalve begeleiding van en hulpverlening aan mensen bij zingeving aan hun bestaan, vanuit en op basis van geloofs- en levensovertuiging en de professionele advisering inzake ethische en/of levensbeschouwelijke aspecten in zorgverlening en beleidsvorming.’ Werkwijze Geestelijk verzorgers zijn in dienst van de zorginstellingen: ziekenhuizen stellen vooral predikanten (voor de PKN gesproken) aan als geestelijk verzorger (hier geldt ook de hieronder genoemde beroepsstandaard van de VGVZ); in zorginstellingen als verzorgings- en verpleeghuizen zijn ook pastoraal of kerkelijk werkers werkzaam. De dienstenorganisatie heeft geen beeld hoeveel mensen als protestants geestelijk verzorger werkzaam zijn. Ook bij de VGVZ zijn niet alle werkers in beeld omdat van deze vereniging kunnen tot nu toe alleen predikanten lid kunnen worden. Er is overigens in de instellingen een tendens zichtbaar om niet langer een kerkelijke zending te verbinden aan de aanstelling van een geestelijk verzorger; o.a. omdat de betreffende instelling niet langer de protestants christelijke identiteit heeft Ondersteuning De werkgroep Pastoraat in de Gezondheidszorg houdt voeling met betrokkenen in de instellingen voor gezondheidszorg en in de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. In de gezondheidszorg zijn er indringende medisch-ethische vragen aan de orde. Het gaat om onderwerpen als het gebruik van embryo's voor stamcelonderzoek, het omgaan met ernstig gehandicapte baby's en de beste medische en geestelijke begeleiding rond het levenseinde. De werkgroep houdt zich met dergelijke vragen bezig en zet zich al geruime tijd in om een aantal van deze onderwerpen te beschrijven en toegankelijk te maken voor de plaatselijke gemeenten in de serie Handreikingen voor het Pastoraat (Pastoraat bij Orgaan- en Weefseldonatie; Levensmoe, pastoraat
10
aan mensen op hoge leeftijd die levensmoe zijn en wachten op een natuurlijk levenseinde; Pastoraat bij Medische Beslissingen rond het Levenseinde – over palliatieve zorg ). De positie van geestelijke verzorging in ziekenhuizen en zorginstellingen neemt steeds meer plaats in op de agenda van de werkgroep. Niet iedere instelling ziet het grote belang in van kwalitatief goede geestelijke verzorging. Een belangrijk thema in deze discussie is ook de manier waarop op dit moment de zorg is ingericht: staat niet de economische waardering teveel centraal ten koste van de centrale plaats die de waardigheid van hen die op zorg zijn aangewezen centraal zou moeten staan? Toekomst Vanuit de Protestantse Kerk in Nederland zijn we in en vanuit de werkgroep Pastoraat in de Gezondheidszorg in gesprek met o.a. de VGVZ; een bestuurlid van de Protestantse Sectorraad van deze Vereniging is lid van deze werkgroep. Een andere gesprekspartner is Reliëf (Vereniging van christelijke zorgaanbieders); ook vanuit deze kring neemt iemand aan de werkgroep deel. Vanuit de werkgroep werd en wordt ook deelgenomen aan het (oecumenische) Landelijke Platform Kerk en Zorg, waarin geprobeerd werd de krachten te bundelen t.o. bezuinigingsoperaties in de gezondheidszorg, waarin de geestelijke verzorging nogal eens als eerste werd getroffen. In de afgelopen twee jaar verloor dit Platform aanzienlijk aan slagkracht doordat de Rooms Katholieke Kerk dit platform niet (langer) wil zien als gesprekspartner; men werkt vanuit en spreekt vanuit de eigen kerk. Onderwerp van gesprek is met name de positie van de geestelijk verzorger en de wenselijkheid of noodzakelijkheid van een ambtelijke zending. Beleidspunt Er zijn geen landelijke beleidslijnen voor inrichting en uitvoering van het pastoraat in de gezondheidszorg. Concretisering van taakstellingen gebeurt in de instelling waar de geestelijk verzorger, predikant of pastoraal of kerkelijk werker werkzaam is. Het belang dat onze kerk hecht aan het eigen karakter van deze geestelijke verzorging wordt onderstreept door de besluiten die werden genomen over een specifieke opleiding tot predikant – geestelijk verzorger. Instellingen zijn vrij in hun keuze van welke werker ze aanstellen: een predikant met of zonder deze specifieke opleiding, dan wel iemand met een HBO-opleiding, al dan niet met de specialisatie geestelijke verzorging. Als het gaat om samenhang c.q. samenspraak met het pastoraat in de plaatselijke gemeenten doet de kerkorde van onze kerk een poging hieraan tegemoet te komen doordat wordt voorgeschreven dat in iedere classis 2 predikanten vanuit het categoriaal pastoraat moeten deelnemen en tevens dat de werkgemeenschappen van predikanten ook de in het betreffende werkgebied woonachtige categoriale predikanten voor deelname moeten uit te nodigen. Hierover werd al eerder gesproken met een vertegenwoordiging van de Dienstenorganisatie en van de werkgroep Pastoraat in de Gezondheidszorg op verzoek van Prot. Sectorraad VGVZ. Het verzoek is de verbinding met de woonomgeving te vervangen door de verbinding met de werkomgeving. Hieruit volgt het beleidspunt: - Het generaal college voor de kerkorde te vragen in de kerkorde ord. 4-14-1 de eis te veranderen van: deelname voor categoriale predikanten aan classis en werkgemeenschap in hun woonomgeving naar: deelname voor categoriale predikanten aan classis en werkgemeenschap in de werkomgeving. 2.7 Luchthavenpastoraat Doelgroep Amsterdam Airport Schiphol is de eerste luchthaven in de wereld waar pastores van verschillende kerkgezindten (Rooms-Katholiek, Anglicaans en Protestantse Kerk) samenwerken in één luchthavenpastoraat. De doelgroep bestaat uit de vele duizenden reizigers die dagelijks Schiphol passeren op hun reis. Verder doen incidenteel medewerkers van Schiphol en de asielzoekers die via Schiphol het land binnenkomen een beroep op het pastoraat. Doel Medewerkers van het pastoraat worden ingeschakeld voor opvang en begeleiding van passagiers, afhalers of wegbrengers in verschillende (crisis)situaties. Ook bieden zij hulp of een luisterend oor aan passagiers en incidenteel aan werknemers of asielzoekers.
11
Iedere zondag wordt in het stiltecentrum een kerkdienst gehouden voor passagiers “achter de douane”. In deze dienst gaat een van de pastores voor. Werkwijze De pastores werken samen met 25 kerkelijke vrijwilligers onder leiding van de Stuurgroep Oecumenisch Luchthavenpastoraat. De pastores zijn afkomstig uit de bovengenoemde kerken. Namens de Protestantse Kerk is hier één predikant (0,7 fte) in dienst van de kerk, beroepen door de Generale Synode als predikant in algemene dienst en betaald uit de missionaire geldstroom. Ondersteuning De Werkgroep Luchthavenpastoraat bespreekt het pastorale beleid en de gang van zaken met betrokkenen op de luchthaven Schiphol. Tevens is zij gesprekspartner voor het luchthavenpastoraat voor de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland. Toekomst De samenwerking tussen de verschillende partners binnen het luchthavenpastoraat op Schiphol zal worden voortgezet. De inzet van gezamenlijke kerken wordt door Schiphol zeer gewaardeerd, hetgeen zichtbaar is door een substantiële financiële bijdrage aan het werk. Beleidspunt Op dit moment wordt het staand beleid uitgevoerd en wordt gewerkt aan een nieuw beleidsplan. 2.8 Studentenpastoraat Onderstaande omschrijving betreft de huidige situatie. Zie verder de aparte notitie ‘Categoriaal Pastoraat – studentenpastoraat’ Doelgroep Het studentenpastoraat is nauw verbonden met de plaatselijke protestantse gemeenten en is bedoeld voor studenten van universiteit en hoger beroepsonderwijs. Studentenpastoraat richt zich op mensen die vragen willen stellen, hun mening willen vormen én herzien. En waar nodig in beweging komen om met anderen iets te ondernemen Doel Het studentenpastoraat houdt zich bezig met geloof, religie en zingeving voor studenten van universiteiten en hoger beroepsonderwijs in Nederland. Werkwijze Dit pastoraat is vaak oecumenisch georganiseerd. De studentenpredikanten werken aan de geestelijke verzorging van studenten aan hogescholen en universiteiten. De kosten worden voor 20% gedragen door de plaatselijke gemeenten waardoor de predikant voor deze werkzaamheden is beroepen, voor 80% door de Solidariteitskas. Ondersteuning De Werkgroep Studentenpastoraat houdt contact met de studentenpredikanten en met de kerkelijke beleidsorganen. Toekomst Deze wordt beschreven in een aparte notitie 2.9 Pastoraat onder internationale studenten Doelgroep Dit werk heeft zijn oorsprong in het werk onder AA-studerenden: studenten uit Afrika en Azië, voor wie de kerk een verantwoordelijkheid voelde om hen te steunen in (kerkelijk) Nederland. Inmiddels is het werkveld veel breder en komen studenten uit alle werelddelen en economische en sociale achtergronden. Er worden jaarlijks met activiteiten en pastoraat ongeveer 750-1000 studenten direct bereikt. Indirect is de groep veel groter, doordat diverse pastoraten gebruik kunnen maken van mailings onder alle internationale studenten van een bepaalde hogeschool of universiteit.
12
Doel Internationale studenten pastoraal ondersteunen. Werkwijze Het werk is veelal oecumenisch. De groepen studenten die de predikanten begeleiden zijn zeer divers van samenstelling in culturele en religieuze achtergrond. Activiteiten omvatten ondermeer individueel pastoraat, gespreksgroepen, vieringen, bijbelstudie en maaltijdgroepen. Ook excursies en ontmoetingen met de Nederlandse samenleving staan op het programma, evenals oecumenische en interreligieuze conferenties. Nog steeds is ook diaconale ondersteuning van studenten een deel van het werk. Het pastoraat is geconcentreerd op drie locaties. Er is een pastor in Oost-Nederland (1 fte, Enschede, Wageningen), een in West-Nederland (0,5 fte Den Haag/Delft) en een in Amsterdam (0,6 fte) Twee pastores zijn beroepen door de Generale Synode, de derde is beroepen door de plaatselijke gemeente ten behoeve van het werk onder internationale studenten. Het internationaal studentenpastoraat wordt betaald vanuit de missionaire geldstroom. Ondersteuning De werkgroep CHAINS is opgezet rond het internationale studentenpastoraat. Deze werkgroep is oecumenisch van opzet en is samengesteld uit studerenden en mensen die hart hebben voor het internationale studentenpastoraat, veelal mensen die zelf enige tijd in het buitenland verbleven. Deze werkgroep stimuleert het oprichten van lokale werkgroepen internationaal studentenpastoraat in die steden waar wel een internationale studentengemeenschap aanwezig is, maar geen studentenpastor. Toekomst De wereld van studenten wordt steeds internationaler. Steeds meer zijn de studentengemeenschappen dan ook internationaal. Verregaande samenwerking en mogelijke integratie van studentenpastoraat en internationaal studentenpastoraat in die steden waar het internationaal studentenpastoraat actief is, ligt dan ook voor de hand. Beleidspunt - De mogelijkheden tot samenwerking tussen het studentenpastoraat en internationaal studentenpastoraat dienen door de betreffende plaatselijke studentenpastoraten verkend te worden. - De mogelijkheid en wenselijkheid van (intensievere) samenwerking van het internationale pastoraat met de plaatselijke gemeente dient onderzocht en zo mogelijk benut te worden. 3. Schematisch overzicht van de geldstromen Categoriaal Pastoraat Koopvaardij Binnenvaart Justitie Krijgsmacht Doven Gezondheidszorg Luchthaven Studenten Internationale Studenten
Financiering uit: Missionaire geldstroom Solidariteitskas Overheid Overheid Solidariteitskas Plaatselijke kerken / Instellingen Missionaire geldstroom Solidariteitskas Solidariteitskas
Begroting 2008 € 370.000 € 150.000 (vrijwilligerskosten) (vrijwilligerskosten) € 155.000 (vrijwilligerskosten) € 122.000 € 1.000.000 € 100.000
De huidige financiering is veelal structureel. Wanneer besloten wordt zoals voorgesteld onder 1 om, daar waar mogelijk, over te gaan tot meer projectmatige financiering zal er op termijn meer rek komen in de begroting. Ook biedt projectmatige financiering meer mogelijkheden voor het zoeken van mogelijkheden van externe financiering. Dit zal moeten resulteren in een minder zware permanente belasting voor de Solidariteitskas en Missionaire geldstroom op termijn.
13